Equiscan zadelpassen

CAP magazine juni 2012 

Gaat jouw paard gebukt onder een slecht passend zadel?

 

De kunst van het rijden is om je paard zo min mogelijk te storen in zijn

natuurlijke beweging. Wanneer je zadel echter niet goed past, kun je jouw

rijkunsten nog zo perfectioneren, je paard zal weinig lol aan de trainingen

beleven en op termijn wellicht zelfs geblesseerd raken of probleemgedrag

vertonen. Maar hoe kun je zien of het zadel perfect zit? De Equiscan is een

nieuwe methode, die in België wordt gebruikt door Filip Martens,

paardenostheopaat en eigenaar van de ruitershop ‘Passie voor paarden’.

 

Een zadel heb je nodig, anders druk je met al je gewicht op het paard

zijn ruggenwervels. Behalve dat het zadel voor je paard moet passen,

moet je ook als ruiter goed – dat wil zeggen: recht – in het zadel zitten.

Het is niet de bedoeling dat wanneer je paard een beetje bergop is

gebouwd, jij vervolgens achterover geleund in het zadel hangt.

“Ik ben altijd al gefascineerd geweest door zadels”, bekent Filip die in

het verleden regelmatig dressuur reed. “En wat mij altijd irriteerde is dat

ik van veel zadels meer last ondervond dan comfort. Of mijn zithulpen

kwamen niet genoeg door, of mijn paard blokkeerde in zijn schouder,

of je geeft als ruiter teveel druk op de lepel van het zadel omdat het

eigenlijk voor jou te klein is”, zo vat Filip zijn irritaties samen. Het ideale

zadel is volgens hem nog niet uitgevonden, want daarin zou volgens

hem ook onderscheid gemaakt moeten worden of de ruiter die het zadel

gaat gebruiken een man of een vrouw is. “De zitbeenknobbels staan

bij een vrouw nu eenmaal verder uit elkaar dan bij een man. Dat heeft

een direct gevolg voor de drukverdeling. De lepel zou voor de vrouw

dan breder moeten zijn. Maar van voren moet het zadel dan weer smaller

toelopen”, zo legt Filip uit. “Want de dijbeenspieren van een vrouw

lopen rond en hebben meer ruimte nodig dan die van een man, waarbij

deze spiergroep gewoon rechtdoor loopt.”

 

Speelruimte beperkt

Het liefst zou Filip zelf een zadel van A tot Z ontwerpen, maar dat is

voorlopig toekomstmuziek. Met de ontdekking van de Equiscan, vorig

jaar september tijdens de paardenbeurs Spoga in Duitsland, wil hij zoveel

mogelijk leed door slecht passende zadels voorkomen. “En dat zijn er

veel. Als je ervan uit gaat dat geen enkel paard helemaal symmetrisch is

en fabriekszadels dat meestal wel zijn…” Nu is het ene zadel makkelijker

aan te passen dan het andere. Met een zadelpers kan een teveel aan

ruimte enigszins worden ingeperkt en als het iets te krap zit kan het een

paar centimeter worden opgerekt. Ook met de vulling van het zadel kun

je de pasvorm soms een beetje aanpassen, al blijft die speelruimte eerder

beperkt. “Sommige zadels hebben handige vulopeningen, waardoor ik

vaak ter plaatse een klein euvel al kan verhelpen. Maar andere zadels zitten

helemaal dicht gestikt. Het openwerken hiervan is een heel karwei. En

een foamvulling valt helemaal niet aan te passen. Ook maakt het verschil

waarmee het zadel is gevuld: echte wol, synthetische wol of een combinatie

hiervan. Veel ruiters denken dat een slecht passend zadel steeds

de aankoop van een nieuw zadel en dus een bijkomende investering

inhoudt. Niets is echter minder waar”, zegt Filip. “Wij proberen, indien

mogelijk, het bestaande zadel aan te passen aan jouw paard.”

 

 

 

Wanneer Filip een klant bezoekt gaat hij altijd volgens een vast stappenplan te werk:

 

 

Stap 1

 

“Eerst voer ik een kort gesprekje met de ruiter en observeer ik het paard om een aantal typische signalen te herkennen. Een paard met een zadelprobleem heeft pijn en zal afwijkend gedrag

vertonen of proberen vluchten. Zo kunnenpaarden wegdraaien of hun oren plat in de nek leggen wanneer je met een zadel aankomt; bijten of stampen terwijl je aansingelt, niet blijven stilstaan tijdens het opstappen of zelfs steigeren. Ook fysieke problemen zoals blokkades, beschadigingen, drukkingen met witte plekken als gevolg, open wonden, pijnlijke rug en dergelijke komen voor. Merk ik dat een paard niet soepel is, dan zal ik het eerst loswerken alvorens op te meten. Vaak geef ik de ruiter een aantal trainingstips mee, die hij kan gebruiken tijdens het losrijden van zijn paard.”

 

Stap 2

 

 

“Voor ik de equiscan gebruik, markeer ik eerst het schouderblad en de 18e borstwervel. Deze bewegingsvrijheid van de schouders mag niet in het gedrang komen door een storend zadel. De lendenen beginnen na de achttiende borstwervel. Dit gebied is zeer gevoelig en niet geschikt om ruitergewicht te dragen. Een zadel mag dus nooit voorbij de achttiende borstwervel komen.”

Stap 3

 

 

“Ik controleer de boombreedte. Hiervoor heb ik een specifiek meetinstrument en een aantal losse bomen bij me die ik ter controle

op de paardenrug leg. De meest verkochte zadels in België hebben een boombreedte van 32 centimeter en een zitmaat van 17,5 inch. Toch is voor veel ruiters een 17,5 inch niet ideaal en

hebben veel paarden een smallere of bredere boommaat. Er zijn nu wel verschillende zadels op de markt met verwisselbare, regelbare

of vervormbare boom.”

Stap 4

 

 

“Nu kan ik beginnen met de eigenlijke opmeting met de Equiscan. Via de Equiscan krijg ik een vaste 3D-weergave van de paardenrug, die ik kan overbrengen in het bestaande zadel. Is de ruiter op zoek naar een nieuw zadel, dan wordt ook het nieuwe zadel volledig aangepast aan deze meting. En voor wie wil, kan een zadel zelfs volledig op maat vervaardigd worden.”

Stap 5

 

 

“Met een waterpas die ik op de Equiscan bevestig, bepaal ik de horizontale lijn, zodat het zadel in balans ligt en de ruiter niet het gevoel heeft voorover of achterover geleund in het zadel te zitten.”

Grote blauwe spin

De Equiscan heeft nog het meest weg van een grote blauwe spin met 22

poten. Inderdaad, het kan zijn dat je paard er even aan moet wennen, al

blijkt het opleggen van de Equiscan volgens Filip eigenlijk nooit tot een

grote schrikreactie te leiden. “Voor de zekerheid maak ik hem wel even

vast aan een elastische singel. Het is een kostbaar apparaat: het zou

jammer zijn als hij van een paardenrug glijdt en kapot gaat.”

Aan elke kant van de Equiscan zitten elf armen. Elke arm bestaat uit

vier flexibele gewrichtjes, die genummerd zijn. Wanneer de Equiscan op

de rug van je paard ligt, worden alle 98 meetpunten vastgedraaid. Zo

neemt de scan precies de vorm van de paardenrug aan. Twee waterpassen

zorgen ervoor dat de scan niet scheef ligt en de hoek van het zadel

ten opzichte van de zit van de ruiter wordt bepaald. Wanneer Filip alle meetinformatie in de computer invoert bij de Duitse moederfirma van

Equiscan, dan krijgt hij een compleet 3D-beeld terug van de paardenrug.

Met deze informatie kan hij een compleet nieuw zadel bestellen voor de

klant. Een andere optie is dat hij de Equiscan – wanneer hij hem vastgedraaid

en al van de paardenrug haalt – omgekeerd in het zadel van het

paard legt. Zo zie je direct of jouw zadel knelt, te weinig ruimte biedt bij

de schoft of misschien wel te lang is voor de rug van jouw paard.

Filip raadt aan elk jaar de meting te herhalen. “Je kunt dan goed

zien hoe je zadel en je paard zijn veranderd. Mocht je paard wat

meer spieren hebben gekregen, dan is vaak op te lossen door de

vulling van het zadel een beetje aan te passen, zodat het zadel

daarna weer perfect past.”

 

Tekst en foto’s: Dorien van Dijk

 

CAP magazine juni 2012