| performance.mark('gtm.start'); |
| (function (w, d, s, l, i) { |
| w[l] = w[l] || []; |
| w[l].push({ 'gtm.start': new Date().getTime(), event: 'gtm.js' }); |
| var f = d.getElementsByTagName(s)[0], |
| j = d.createElement(s), |
| dl = l != 'dataLayer' ? '&l=' + l : ''; |
| j.async = true; |
| j.src = 'https://www.googletagmanager.com/gtm.js?id=' + i + dl; |
| j.onload = function () { |
| performance.mark('gtm.end'); |
| performance.measure('gtm', 'gtm.start', 'gtm.end'); |
| }; |
| f.parentNode.insertBefore(j, f); |
| })(window, document, 'script', 'dataLayer', 'GTM-M36RG8PT'); |
| |
| Het geneesmiddel dient te passen bij de totaliteit van de symptomen. De praktijk is echter een totaal andere. Nadat de anamnese van de patiënt is afgenomen maakt de homeopaat een keuze uit de symptomen die hij belangrijk vindt. Een symptoom-eliminerende wijze van voorschrijven dus. |
| Bij de benadering volgens Hahnemann maakt de homeopaat een onderscheid in bepaalde symptoomgroepen. Dit proces van oriënteren en plaatsen van de symptomen heet ziekteclassificatie. |
| Vanuit dit overzicht kan bepaald worden waar de zwaartepunten bij iedere individuele patiënt liggen. Vanuit dit inzicht kan vervolgens een gesynthetiseerde behandeling worden toegepast die recht doet aan alle symptomen van de patiënt. Ergo, een werkelijk holistische geneeswijze. - View online for free"/> |
| Het geneesmiddel dient te passen bij de totaliteit van de symptomen. De praktijk is echter een totaal andere. Nadat de anamnese van de patiënt is afgenomen maakt de homeopaat een keuze uit de symptomen die hij belangrijk vindt. Een symptoom-eliminerende wijze van voorschrijven dus. |
| Bij de benadering volgens Hahnemann maakt de homeopaat een onderscheid in bepaalde symptoomgroepen. Dit proces van oriënteren en plaatsen van de symptomen heet ziekteclassificatie. |
| Vanuit dit overzicht kan bepaald worden waar de zwaartepunten bij iedere individuele patiënt liggen. Vanuit dit inzicht kan vervolgens een gesynthetiseerde behandeling worden toegepast die recht doet aan alle symptomen van de patiënt. Ergo, een werkelijk holistische geneeswijze. - View online for free"/> |
| Het geneesmiddel dient te passen bij de totaliteit van de symptomen. De praktijk is echter een totaal andere. Nadat de anamnese van de patiënt is afgenomen maakt de homeopaat een keuze uit de symptomen die hij belangrijk vindt. Een symptoom-eliminerende wijze van voorschrijven dus. |
| Bij de benadering volgens Hahnemann maakt de homeopaat een onderscheid in bepaalde symptoomgroepen. Dit proces van oriënteren en plaatsen van de symptomen heet ziekteclassificatie. |
| Vanuit dit overzicht kan bepaald worden waar de zwaartepunten bij iedere individuele patiënt liggen. Vanuit dit inzicht kan vervolgens een gesynthetiseerde behandeling worden toegepast die recht doet aan alle symptomen van de patiënt. Ergo, een werkelijk holistische geneeswijze. - View online for free"/> |
| height="0" width="0" style="display:none;visibility:hidden"> |
| Het geneesmiddel dient te passen bij de totaliteit van de symptomen. De praktijk is echter een totaal andere. Nadat de anamnese van de patiënt is afgenomen maakt de homeopaat een keuze uit de symptomen die hij belangrijk vindt. Een symptoom-eliminerende wijze van voorschrijven dus. |
| Bij de benadering volgens Hahnemann maakt de homeopaat een onderscheid in bepaalde symptoomgroepen. Dit proces van oriënteren en plaatsen van de symptomen heet ziekteclassificatie. |
| Vanuit dit overzicht kan bepaald worden waar de zwaartepunten bij iedere individuele patiënt liggen. Vanuit dit inzicht kan vervolgens een gesynthetiseerde behandeling worden toegepast die recht doet aan alle symptomen van de patiënt. Ergo, een werkelijk holistische geneeswijze. |
| Organon en Chronische Ziekten |
| Ewald Stöteler |
| 1 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| groot dat mijn cursisten soms spreken van omscholen in plaats van bijscholen. |
| De ervaringen van de afgelopen jaren hebben me ook geleerd dat het niet eenvoudig is de omslag naar de |
| homeopathie van Hahnemann te maken. Het vereist een heel andere manier van werken, hetgeen |
| grondige studie vereist. |
| Dat de homeopathie zoals door Hahnemann aangegeven in praktijk wordt gebracht, is gezien de |
| mondiale pathologische ontwikkelingen van het grootste belang. |
| De homeopatische geneeskunst kent vele stromingen, die zich vaak ver van Organon en Chronische |
| ziekten, hebben verwijderd. Dit heeft mij er mede toe aangezet dit boek te schrijven. |
| Het risico bestaat dat dit boek, slechts op onderdelen in praktijk wordt gebracht, zoals dit ook met |
| Organon en chronische ziekten nu het geval is. Dan ontstaat een gebrek aan overzicht, met consequenties |
| voor het resultaat van de behandeling van de patiënt. |
| Naar de toekomst acht ik bescherming van deze vernieuwing dan ook noodzakelijk. |
| Onder het copyright valt, dat dit boek op homeopathie opleidingen niet zonder meer als lesmateriaal |
| gebruikt mag worden Degene die de lessen verzorgt zal zich eerst moeten bekwamen en certificeren in |
| deze, zo andere, benaderingswijze. |
| Het is daarom dat de lezer van harte uitgenodigd wordt zich te scholen danwel bij te scholen in deze |
| benaderingwijze. |
| De bijscholingen worden verzorgd door de Stichting Hahnemann-homeopathie. |
| Voor verdere informatie kunt U zich richten tot: |
| www. scholingsweg@hahnemannhomeopathie.com |
| Door de Stichting Hahnemann-homeopathie zullen de deelnemers aan scholing en of bijscholing worden |
| getoetst en gecertificeerd. |
| De auteur. |
| 3 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Patents Act, 1988, no part of this book may be reproduced, used as teaching material, stored or transmitted, in any form or by any means, |
| without the prior written permission of the publishers. Enquiries should be addressed to: |
| Emryss bv Publishers |
| Duinoordstraat 78 |
| 2023 WE Haarlem |
| The Netherlands |
| First edition feb 2003 |
| © 2003 Emryss bv Publishers |
| Haarlem, The Netherlands |
| Tel: +31 235 275060 // Fax: +31 235 259040 |
| CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG |
| Stöteler Ewald |
| Hahnemann begrijpen |
| / Ewald Stöteler.-Haarlem: Emryss bv |
| Cover: Olivier Bakker/Jenni Tree |
| Edited by: Gerda Zaalberg/Frans Vermeulen/ |
| Layout: Ary bakker |
| ISBN 90-76189-08-0 |
| Access code: Homoeopathy, Hahnemann, Organon, Chronische Ziekten. |
| 4 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Als kind van zijn tijd is Hahnemann de vader der homoeopathie. Wij zijn, overdrachtelijk gezien, zijn |
| nazaten. Of wij zijn geestverwanten zijn mag worden betwijfeld. Hahnemann had er weinig hoop op met |
| zijn tijdgenoten, dus waarom zouden wij er aanspraak op mogen maken? Hij had zich geen bescheiden |
| doel gesteld, zoals blijkt uit zijn Voorwoord voor de eerste editie van Chronische Krankheiten [1828]: |
| "Maar in het mededelen van deze grote ontdekking aan de wereld moet ik tot mijn spijt betwijfelen of |
| mijn tijdgenoten de logische volgorde van mijn leer zullen begrijpen en of zij die nauwgezet zullen |
| navolgen en zo voor de lijdende mensheid het onbegrensde heil verwerven dat automatisch moet |
| voortvloeien uit getrouwe en stipte naleving van deze leer, of dat zij, afgeschrikt door het ongehoorde |
| van veel van deze onthullingen, ze niet liever onbeproefd en daardoor nutteloos laten." |
| Hahnemann was een kind van zijn tijd en we moeten zijn woorden lezen in die context, al neemt het niet |
| weg dat het hebben van baanbrekende ideeën en het overbrengen ervan niet vanzelfsprekend samengaan. |
| We moeten vaststellen, tot onze spijt wellicht, dat Hahnemann de ongelukkige combinatie in zich droeg |
| een geniale grondlegger en een beroerde pleitbezorger te zijn. |
| De commotie ontstond over Hahnemann‟s concept dat chronische ziekten berusten op chronische |
| miasma‟s, een denkbeeld dat hij eerder introduceerde in zijn Organon. Hij noemt syfilis en sycosis |
| [vijgwrat-tenziekte] twee "eigensoortige inwendige chronische miasmatische ziekten". "Maar onmetelijk |
| veel uitgebreider en dus veel belangrijker" dan deze twee "is het chronische miasma van de psora." In |
| Chronische Krankheiten noemt hij psora "de draak met duizend koppen", "de oudste en veelkoppigste |
| van alle miasmatische chronische ziekten" en "de moeder van alle ziekten". |
| Aldus herkent Hahnemann een drietal chronische ziektevormen die berusten op erfelijkheid of infectie. |
| Ze zijn meegekregen of in het individuele leven verworven. De basis van deze leer, de zogenaamde |
| miasmaleer, is nadien door talloze auteurs en homoeopaten becommentarieerd en van andere |
| benaderingen voorzien. Daar waar Voegeli met betrekking tot psora voornamelijk spreekt over |
| "assimilatiestoornissen van voor de opbouw van het organisme noodzakelijke mineralen", noemt Allen |
| zonde en schuld als grond van dit miasma. De interpretatie van de diverse miasma‟s is in de loop der tijd |
| geleidelijk veranderd. De laatste jaren, bijvoorbeeld, doet de visie van de Argentijnse homoeopaat |
| Elisalde de Masi opgang. Deze schrijft psora toe aan de "oorspronkelijke afscheiding van God". Dit |
| trauma werkt door in twee hoofdthema‟s: Een innerlijk gevoel van kwetsbaarheid, onzekerheid en angst, |
| en de projectie hiervan op de buitenwereld. Het gevoel van afscheiding, ook wel Zondeval of verlies van |
| het Paradijs genoemd, roept een nostalgisch verlangen op naar de beslotenheid en vreedzaamheid van de |
| oorspronkelijke eenheid, alsmede een schuldgevoel dit door eigen toedoen te hebben verspeeld. De |
| verbroken eenheid, in het groot de Zondeval, in het klein de geboorte [de val uit de baarmoeder], is het |
| fundament van psora en leidt tot het basale symptoom van dit miasma: een gevoel van gemis. |
| Psora als latente ziektetoestand komt tot ontwikkeling door bijvoorbeeld de onderdrukking van |
| fysiologische uitscheidingsprocessen [zweet, urine, ontlasting, menstruatie] of, zoals Hahnemann stelt, |
| door "het levensbeginsel verzwakkende hartstochten, door zorg en verdriet, maar vooral door |
| ondoelmatige geneeskundige behandeling". Een van de voornaamste verschijningsvormen van psora |
| werd door Hahnemann gezien als een jeukende huiduitslag: krätze. |
| Is Krätze de oorzaak van psora of verhoogt psora de vatbaarheid voor (Krätze)? Kunnen we psora |
| gelijkstellen aan zoiets als verlaagde weerstand of, om in moderne termen te spreken, verminderde |
| werking van het immuunsysteem? Belangrijker evenwel dan beantwoording van de eeuwenoude kip-of- |
| ei-vraag is: hoe lossen we het op? |
| Door getrouwe en stipte inachtneming van Hahnemann‟s ware leer, stelt Ewald Stöteler voor. Vergeten |
| bouwstenen van Hahnemann‟s leer, zoals de miasmaleer, de ziekteclassificatie en de toepassing van LM- |
| 5 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| andere bronnen. Het is een bouwwerk geworden waarop we kunnen voortbouwen. Er is grondleggend |
| werk verricht. En bovendien: Ewald Stöteler is een Nederlandse pleitbezorger op z‟n Hollands - |
| rechttoe-rechtaan: een die je niet onberoerd laat. |
| Frans Vermeulen, Molkom [Zweden]. |
| 6 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Voorwoord 15 |
| Vernieuwend 15 |
| Bloeiperiode 16 |
| Ontwikkeling homeopathie 16 |
| Inleiding 19 |
| Organon en Chronische Ziekten 19 |
| J.T. Kent en nieuwe „meesters‟ 19 |
| LM-potenties, anti-miasmatische behandeling, ziekteclassificatie 22 |
| 1. Het holistisch mensbeeld 24 |
| Genetica 24 |
| Relativiteitstheorie 24 |
| Gevoel en emotie 26 |
| Denken 28 |
| Samenvatting 29 |
| 2. Ziekte en gezondheid 30 |
| Wat is gezond? 30 |
| Wat is ziek? 30 |
| Acute ziekten 32 |
| Chronische ziekten 33 |
| Iatrogene ziekten 33 |
| Onechte chronische ziekten 33 |
| 3. Belang en consequenties van de gelijksoortigheidsregel 35 |
| Gelijksoortigheidsregel 35 |
| Functioneel stoffelijk symptoom 35 |
| Lokalisatie 35 |
| Sensatie 37 |
| Modaliteit 38 |
| Concomitant 38 |
| Particular 39 |
| Emotionele- en gevoelssymptomen 40 |
| Oorzaak of „causa‟ 40 |
| Mentaal symptoom 41 |
| Generaliteiten 42 |
| Biografische gebeurtenissen, incidenten 45 |
| Erfelijke belasting 45 |
| Blokkade 46 |
| Geneesmiddelgebruik 46 |
| Samenvatting 48 |
| 4. De homeopathische anamnese 49 |
| Anamnese 49 |
| Repertorisatie 49 |
| Consult 50 |
| Onbevangen en opmerkzaam 50 |
| Gezond verstand 51 |
| 7 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Eigen functioneren 53 |
| Methodiek 54 |
| Attent luisterende houding 57 |
| Hoofd-voeten-schema 58 |
| Open vragen 58 |
| Eigen waarneming homoeopaat 59 |
| „Acute‟ anamnese 62 |
| Samenvatting 63 |
| 5. Veranderingen binnen de homeopathische doctrine 64 |
| Geschiedenis van de homeopathie 64 |
| Aspecten van de homeopathie 65 |
| Classificatie van ziekten 68 |
| Acute ziekten - incidenten 68 |
| Chronische Ziekten, blz. 160: 69 |
| Chronische Ziekten, blz. 157 en 158: 71 |
| Illustratie 73 |
| Samenvatting 74 |
| Collectieve ziekten – epidemische ziekten 74 |
| Chronische Ziekten, blz. 161: 77 |
| Behandeling van de chronische ziekte 77 |
| „Acute‟ geneesmiddelen 78 |
| Acuut miasmatische ziekten 79 |
| 6. Ziekteclassificatie 80 |
| Chronische ziekten 80 |
| Chronische ziekten – ander uitgangspunt 81 |
| Actie = reactie 82 |
| Het Psora miasma 83 |
| Chronische ziekten, blz. 127: 85 |
| Antipsorica 86 |
| Chronische Ziekten, blz. 176: 86 |
| Het Sycotisch miasma 88 |
| Chronische Ziekten, blz. 103: 88 |
| Chronische Ziekten, blz. 105: 90 |
| Het Syfilitisch miasma 91 |
| Chronische Ziekten, blz. 106: 92 |
| Chronische Ziekten, blz. 109: 92 |
| De ziekteclassificatie centraal 94 |
| Samenvatting 94 |
| 7. Gebruik geneesmiddelen in relatie tot ziekteclassificatie 96 |
| Vijf verschillende geneesmiddelgroepen 96 |
| De vijf geneesmiddelrijken 96 |
| Symptomen en geneesmiddel 97 |
| Chronische Ziekten, blz. 4: 98 |
| Geneesmiddelen relaties 98 |
| Plantaardige en dierlijke geneesmiddelen 98 |
| Chronische Ziekten, blz. 5 en 6: 99 |
| 8 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| De minerale geneesmiddelen 101 |
| Chronische Ziekten, blz.176: 102 |
| Chronische Ziekten, blz. 161 en 162: 103 |
| Chronische Ziekten, blz. 161: 104 |
| Chronische Ziekten, blz. 158: 105 |
| Geneesmiddelen in afwisseling 105 |
| En in de Chronische Ziekten, blz. 161 en 162: 105 |
| De nosoden 107 |
| Chronische Ziekten, blz. 185: 109 |
| Tautopathische geneesmiddelen 110 |
| Overige homeotherapie – psora in juiste baan 112 |
| Psorische indifferentie 112 |
| Chronische Ziekten, blz. 156: 114 |
| Tussenmiddelen 115 |
| Chronische Ziekten, blz. 176: 115 |
| Chronische Ziekten, blz. 162, 163 en 164: 117 |
| Chronische Ziekten, blz. 127: 118 |
| Miasma als ziekte tendens 119 |
| Voorafgaande ontregeling 120 |
| Samenvatting 121 |
| 8. Analyse anamnese vanuit ziekteclassificatie 123 |
| Classificeren van ziekte 123 |
| Chronische Ziekten, blz. 1: 124 |
| Nuancering in de verschillende vormen van ziek-zijn 125 |
| Dynamis streeft naar overleven 127 |
| Casus menstruatieproblemen 129 |
| Ten eerste: constitutioneel 130 |
| Ten tweede: biografie 130 |
| Ten derde: biografisch/erfelijke tendensen 131 |
| Behandeling van kinderen 133 |
| Ziektetendensen en ziektesoorten 135 |
| Vragenlijst voor benadering casuïstiek vanuit ziekteclassificatie 138 |
| Vraag 1 Problematiek, realiteit, beeld 138 |
| Vraag 2 Symtomen, (leef)omstandigheden 139 |
| Vraag 3 Chronische ziekte, endogeen miasmatische oorzaak 139 |
| Vraag 4 Chronisch: dynamiek en verloop 140 |
| Vraag 5 Familiaire (erfelijke) ziektetendens 142 |
| Vraag 6 Geneesmiddelgebruik, iatrogene ziekte 143 |
| Vraag 7 Geblokkeerde reactie 144 |
| Chronische Ziekten, blz. 155: 144 |
| Chronische Ziekten, blz. 156: 145 |
| Richting aan de behandeling 145 |
| Samenvatting 146 |
| 9. Complementaire effecten 148 |
| Hiërarchie en geneesmiddelrelaties 148 |
| Antidote 148 |
| 9 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Compatible 150 |
| Complementair 150 |
| Chronische Ziekten, blz. 157 en 158: 151 |
| Werking antipsorisch middel gaat door 152 |
| Lagere potenties 153 |
| Afwisseling van geneesmiddelen 153 |
| Chronische Ziekten, blz. 160: 155 |
| Chronische Ziekten, blz. 160 en 161: 156 |
| Verstorende invloeden 156 |
| Chronische Ziekten, blz. 161: 157 |
| Bewust gebruik van complementair effect 159 |
| Chronische Ziekten, blz. 161 en 162: 159 |
| Tussendoor gebruiken van speciale geneesmiddelen 160 |
| Chronische Ziekten, blz. 127: 161 |
| Ziekten in het voorgeslacht 163 |
| Behandeling van het jonge kind 164 |
| Latente tendensen herkennen 165 |
| Holistische totaalbenadering 165 |
| Ziektedynamica 166 |
| Samenvatting 169 |
| 10. De antipsorische behandeling als centraal thema 170 |
| Antipsorische behandeling 170 |
| Chronische Ziekten, blz. XX1: 171 |
| Ontwikkeling van de homeopathie 171 |
| Chronische Ziekten, blz. 5: 171 |
| Chronische Ziekten, blz. 6: 171 |
| „Chronische Ziekten, blz. 8: 172 |
| Psora gewekt 174 |
| „Chronische Ziekten, blz. 121: 175 |
| Chronische Ziekten, blz. 127: 175 |
| Karakter van psora 175 |
| Chronische Ziekten, blz. 11: 176 |
| Ontwikkeling psora miasma 177 |
| Chronische Ziekten, blz. 176: 177 |
| Primaire zorg van de Dynamis 178 |
| Voorschrijven op miasmatische achtergrond 180 |
| Samenvatting 181 |
| 11. Epidemische ziekten en de wisselziekten 182 |
| Blokkerend effect 182 |
| Appèl op de levenskracht 183 |
| Chronische Ziekten, blz. 161: 184 |
| Chronische Ziekten, blz. 163 en 164: 184 |
| Voortzetting van de chronische constitutionele behandeling 184 |
| Chronische Ziekten, blz. 163: 185 |
| Breekpunt in de biografie 185 |
| Wisselziekten – ritme, regelmaat, periodiciteit 186 |
| 10 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| 12. De behandeling van psychische ziekten 189 |
| Intensieve ziektegevallen – de psychisch zieke patiënt 189 |
| Eénzijdige ziekten - symptoomschaarste 189 |
| Grondige anamnese 191 |
| Afwisseling ook hier 193 |
| Een voorbeeld uit de casuistiek. 193 |
| Gebruik van psychofarmaca 194 |
| Psychische klachten door „oorzaak van buiten‟ 195 |
| Samenvatting 196 |
| 13. Gebruik van geneesmiddelpotenties in de homeopathie 198 |
| Hoge potenties 198 |
| Inzichtelijk homeopathisch handelen 199 |
| Twee verschillende potentiereeksen 200 |
| De bereiding van homeopathische geneesmiddelen 201 |
| Dynamisatieproces 203 |
| Chronische Ziekten, blz. 182: 203 |
| Vermoeiende proefnemingen 203 |
| Verdere ontwikkelingen 206 |
| Kennislacunes bij de beroepsgroep 207 |
| De LM potentie 208 |
| Bereiding van de LM potentie 208 |
| Samenvatting 213 |
| 14. Het gebruik van LM-potenties in de praktijk 214 |
| Verschillen tussen C- en LM-potenties 214 |
| In het oog springende verschillen 215 |
| Centesimale reeks 216 |
| Basisoplossing 218 |
| Niet ongemodificeerd herhalen 218 |
| Potentie, dosering en frequentie van inname afstemmen 219 |
| Diversiteit van geneesmiddelinnamen 221 |
| Homeopathische verergeringen 221 |
| Chronische Ziekten, blz. 105: 222 |
| Een andere ziektesoort als ingang 223 |
| Het geneesmiddel in oplossing 223 |
| Snuifdoses 224 |
| Zware pathologie 224 |
| Psora in de juiste baan 225 |
| Chronische endogeen miasmatische ziekte 226 |
| Chronische Ziekten, blz. 158: 227 |
| Eindverergering 227 |
| Chronische Ziekten, blz. 127: 228 |
| Diep constitutionele werking 228 |
| Genezing nadert voltooiing 229 |
| Tot de eindverergering toe 231 |
| Samenvatting 234 |
| 15. Olfactie als wijze van geneesmiddelinname 235 |
| 11 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Chronische Ziekten, blz. 157: 236 |
| Chronische Ziekten, blz. 157, voetnoot 1: 237 |
| Chronische Ziekten, blz. 157: 237 |
| Chronische Ziekten, blz. 161: 238 |
| Chronische Ziekten, blz. 168: 238 |
| Betrouwbare geneesmiddelimpuls 239 |
| Samenvatting 240 |
| 16. Afwisseling van homeopathische geneesmiddelen 241 |
| Geen combinaties – geen middelen tegelijk 241 |
| Verschillende geneesmiddelen op verschillende tijdstippen 242 |
| Afwisseling, een voorbeeld 244 |
| Chronische Ziekten, blz. 168: 245 |
| „Chronische Ziekten, blz. 168, voetnoot 1: 246 |
| Chronische Ziekten, blz. 155: 247 |
| Chronische Ziekten, blz. 156: 247 |
| Reactiemoeheid 247 |
| Chronische Ziekten, blz. 161 en 162: 248 |
| Tussenziekten behandeld met afwisseling van middelen 248 |
| Chronische Ziekten, blz. 162: 249 |
| Samenwerking 250 |
| 17.Palliatieve behandeling: wanneer wel/niet behandelen 251 |
| Palliatief behandelen 251 |
| Plantaardige middelen 251 |
| Urgente en levensbedreigende situaties 252 |
| Tussendoor gebruik van allopathie 253 |
| Substitutietherapie 253 |
| Chronische Ziekten, blz. 138: 254 |
| Chronische Ziekten, voetnoot 1, blz. 138: 254 |
| Gezonde levenshouding – lotsbeschikking en karma 255 |
| 18. Literatuur 257 |
| Notities ruimte |
| 12 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Vernieuwend |
| Het lijkt wat ambitieus een vernieuwend boek over homeopathie te willen schrijven. Het is mijns inziens |
| echter een gegeven dat de werken van Hahnemann heden ten dage niet meer intensief bestudeerd worden |
| en wellicht nog minder begrepen. Enerzijds is dit te verklaren door Hahnemann‟s soms moeilijke |
| schrijfstijl, anderzijds doordat de huidige homeopathie zich ver heeft verwijderd van de werkwijze van |
| Hahnemann zelf. Tijdens zijn leven heeft Hahnemann in de opeen-volgende publicaties van het Organon |
| steeds wijzigingen, nieuwe inzichten en ervaringen toegevoegd. Dit vroeg de nodige flexibiliteit van |
| Hahnemann‟s leerlingen, evenals het nu wellicht moeilijk zal zijn de conclusies in dit boek serieus te |
| nemen. |
| Het voor u liggende boek wil een brug vormen. Het wil een synthese zijn tussen wat Hahnemann heeft |
| geschreven in de zesde editie van het Organon en in de Chronische Ziekten. |
| De schrijver heeft niet de pretentie compleet te zijn. Er zijn veel aspecten in de homeopathische praktijk |
| aan te voeren die tegen-woordig anders worden uitgevoerd dan de grondlegger van de homeopathie heeft |
| aangegeven. Tezamen met vragen zoals : “waarom hebben wij dit nooit op de opleiding gehad?” en |
| verzoeken van deel-nemers aan mijn bijscholingen, heeft dit de aanzet gegeven tot het schrijven van dit |
| boek. Het lijdt geen twijfel dat sommige onderdelen van de homeopathische geneeswijze sinds |
| Hahnemann verder zijn ontwikkeld. De geneesmiddelleer [materia medica] heeft een grote vlucht |
| genomen en ook de filosofie kent een enorme diversiteit en veelzijdigheid. De praktijk heeft desondanks |
| geleerd dat veel van Hahnemann‟s werk tot op heden onvoldoende begrepen en doorgrond is en |
| bijgevolg onvoldoende in praktijk wordt gebracht. En dat terwijl deze informatie voor de homeopathie |
| nu en in de toekomst naar mijn mening zeer belangrijk is! |
| Bloeiperiode |
| In het begin van de twintigste eeuw maakte de homeopathie in Amerika een bloeiperiode door. Het |
| uiteindelijke resultaat was evenwel dat ze niet heeft kunnen waarmaken wat ze beloofde. We beleven in |
| de huidige tijd een opleving van de homeopathie, terwijl tegelijkertijd de allopathie [orthodoxe |
| geneeskunde] meer en meer haar greep verliest, zowel in de behandeling van chronische ziekten als in |
| die van infectieziekten. Door bacteriën verworven resistentie tegen antibiotica is een van de voornaamste |
| redenen. Op virale infecties, zoals bijvoorbeeld HIV, heeft men feitelijk helemaal geen antwoord.Vanuit |
| allopatische optiek bezien rampzalig,blijkt de hoeveelheid vaccins die we in onze kinderen kunnen |
| spuiten ook aan een maximum gebonden te zijn. In Nederland worden jaarlijks 1200 meldingen gemaakt |
| van zogenaamde entingschade, volgens artsen het topje van de ijsberg. De wetenschapper zit met de |
| handen in het haar; men spreekt al over het post-antibiotica tijdperk. Mondiaal zien we malaria, |
| tuberculose en andere besmettelijke ziekten hand over hand toenemen. Op termijn zal dit zeker een |
| bedreiging vormen voor de westerse wereld. De vraag rijst of de homeopathie wel een antwoord heeft op |
| de te verwachten pathologische ontwikkelingen. Zijn wij wel in staat een antwoord te geven op de |
| epidemische ziekten die in het verschiet liggen? Bezit de huidige homeopathie wél het juiste filosofische |
| en praktische kader om eventuele toekomstige ontwikkelingen het hoofd te kunnen bieden? Aan het |
| begin van de vorige eeuw kon de homeopathie de uitdaging niet aan en werd zij afgerekend op haar |
| falen. Blijven wij volgens dezelfde richtlijnen werken als de homeopaten aan het begin van de vorige |
| eeuw, dan kunnen we verwachten ook ditmaal tekort te schieten. Het noodzaakt ons tot verdere |
| 13 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Ontwikkeling homeopathie |
| De ontwikkeling die Hahnemann tijdens zijn leven doormaakte deed veel van zijn leerlingen vroegtijdig |
| afhaken. Hahnemann raakte verwikkeld in heftige disputen met zijn toenmalige collega‟s. Hierdoor is de |
| indruk ontstaan dat homeopaten elkaar voortdurend bestrijden en naar het leven staan. Aan een |
| gezamenlijk streven werd zo veel afbreuk gedaan. |
| Bijvoorbeeld: de miasmaleer was, en is, voor veel homeopaten een blanco gebied. We lezen en leren er |
| van alles over, maar wat we er uiteindelijk mee doen komt onveranderlijk neer op: als je het juiste, |
| gelijksoortige, middel maar geeft. Met zo‟n conclusie hadden we ons de moeite kunnen besparen! |
| Dat we proberen het meest gelijksoortige geneesmiddel te vinden is een vanzelfsprekendheid. Met |
| kennis van de miasmaleer heeft het weinig uit te staan. |
| De zesde editie van het Organon was persklaar tijdens het leven van Hahnemann, maar werd na veel |
| moeilijkheden en hardnekkige onderhandelingen met de erfgenamen pas in 1921 gepubliceerd. Bijna |
| tachtig jaren verstreken waarin generaties homeopaten niet op de hoogte waren van de laatste inzichten |
| van de grondlegger. Dat dit heeft bijgedragen tot problemen met de miasmaleer behoeft geen betoog. |
| De ontwikkeling van de homeopathie stoelde in de tussentijd op de vierde editie van het Organon. De |
| vijfde editie werd genegeerd. Klaar-blijkelijk bevatte die onvoldoende wezenlijk nieuwe zaken, afgezien |
| van talrijke opmerkingen van Hahnemann over zogenaamde half-homeopaten. Het boek Chronische |
| Ziekten kon zich evenmin in overweldigende aandacht verheugen. |
| De zesde editie van het Organon geeft een volledige herziening van veel aspecten van de homeopathie, |
| in het bijzonder met betrekking tot het gebruik van potenties. In de zesde editie gaat het uitsluitend over |
| het gebruik van LM-potenties! Desondanks hebben LM-potenties nauwelijks voet aan de grond |
| gekregen in de homeopathische praktijk. |
| In het onderhavige boek komen de verschillende aspecten, zoals potentiegebruik, ziekteclassificatie, |
| gebruik van complementaire geneesmiddelen e.d. uitgebreid aan bod. Er wordt steeds gerelateerd aan |
| wat Hahnemann schrijft, inclusief citaten en bronvermelding. Organon betekent werktuig. Op het gebied |
| van de filosofie der homeopathie is het ons standaardwerk. Wanneer wij het Organon verbinden met de |
| Chronische Ziekten, speciaal met het praktische deel ervan, en dit intensief en kritisch bestuderen, dan |
| zien we welke aanwijzingen en consequenties deze werken tezamen bevatten voor uiteenlopende |
| facetten van de homeopathie, variërend van potentiekeuze tot geneesmiddelgebruik. |
| Tijdens seminars heb ik regelmatig uitspraken gehoord in de trant van: wij zijn Hahnemann voorbij. Dit |
| is, denk ik, geenszins het geval en ik wil het aantonen met de inhoud van dit boek. Het is eerder zo dat |
| wij nog vér te gaan hebben. De bestudering van dit boek kan voor de lezer een revolutie inhouden en |
| wellicht tot een totale herziening van de praktijkvoering leiden. Ingeslepen gewoonten en werkwijzen, te |
| veel autoriteit toedichten aan grote meesters kunnen het anderzijds moeilijk maken dit boek serieus te |
| nemen. Beoordeling van het waarheidsgehalte vereist grondige studie en onderzoek in de praktijk. Het |
| mag niet zo zijn dat wij homeopaten weigeren ons therapeutisch systeem tegen het licht te houden. Een |
| licht dat door Hahnemann zelf werd ontstoken teneinde de homeopathie te blijven verbeteren en |
| perfectioneren ten behoeve van de zieke medemens. |
| Om met Hahnemann te spreken: |
| Organon: Opmerkingen vooraf bij de eerste druk van 1810: |
| “Dat wil ik vooraf ter waarschuwing zeggen: indolentie, gemakzucht en eigenzinnigheid maken de |
| dienst aan het altaar der waarheid onmogelijk; slechts onbevangenheid en onvermoeide ijver stellen in |
| staat tot het heiligste van alle mensenwerk, de uitoefening van de ware geneeskunde. Hij die de |
| 14 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Ewald Stöteler, Almelo, december 2002. |
| 15 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Organon en Chronische Ziekten |
| Vanaf mijn eerste kennismaking met de homeopathie hebben Hahnemann‟s Organon en Chronische |
| Ziekten centraal gestaan in mijn praktijk. Als docent homeopathie heb ik de inhoud van beide werken |
| vanaf 1983 onderwezen. Gaandeweg werd mij duidelijk dat de manier waarop homeopathie in praktijk |
| gebracht werd en wordt, ver af staat van hoe Hahnemann haar ontwikkelde en toepaste. Hoe kritischer |
| wij het Organon en de Chronische Ziekten lezen, hoe groter en opvallender discrepantie er blijkt te |
| bestaan tussen Hahnemann‟s werkwijze en die van tegenwoordig. Ik wil benadrukken dat het |
| dogmatisch volgen van Hahnemann‟s geschriften niet mijn uitgangspunt is. Het gaat om het begrip van |
| wat hij schreef. We dienen in eerste instantie te onderzoeken of het logisch is of niet, of het in de |
| praktijk kan worden toegepast en, niet in de laatste plaats, of het ook zo werkt! Worden wij een betere |
| homeopaat indien wij Hahnemann‟s advies „Mach es nach, aber mach es genau nach‟ opvolgen? |
| Na Hahnemann‟s dood, in 1843, duurde het nog bijna tachtig jaar voordat de laatste, zesde editie van het |
| Organon werd gepubliceerd. In de tussenliggende jaren werkten homeopaten vanuit de vierde editie. |
| Hahnemann benadrukt in deze editie dat het effect van de medicinale impuls de tijd moet krijgen om |
| haar volledige werking te ontplooien, terwijl hij in de vijfde editie voorgeschreven medicatie vaker |
| herhaalt. Na Hahnemann ontwikkelden homeopaten zich volgens de richtlijnen van de vierde editie. De |
| meeste hedendaagse homeopaten doen dat nog steeds. |
| J.T. Kent en nieuwe meesters |
| De grootste invloed is ongetwijfeld uitgegaan van James Tyler Kent (1849-1916) en zijn tijdgenoten, die |
| vanuit de vierde editie werkten. Studenten werden, en worden nog steeds, opgeleid in de Kentiaanse |
| traditie die is gestoeld op de vierde editie van het Organon waarbij de Chronische Ziekten totaal geen |
| aandacht krijgt. De homeopathie die in de jaren erna ontstaat wordt gekenmerkt door het voorschrift van |
| een eenmalig geneesmiddel in een hoge centesimale potentie volgens een door Kent ontwikkelde reeks. |
| Hierbij dient het geneesmiddel, naar huidige terminologie, bij voorkeur voorgeschreven te worden op de |
| „essentie‟ van de patiënt. Centraal staat het vinden van het ultieme similimum, met als doel de patiënt te |
| genezen met een éénmalig geneesmiddelvoorschrift. Lukt dat niet dan heb je als homeopaat je werk niet |
| goed (genoeg) gedaan. |
| Er zijn door verschillende „meesters‟ veel even ingenieuze als onnavolgbare analysemethoden |
| ontwikkeld, de één nog indrukwekkender dan de ander. Dit heeft de ontwikkeling van jongere generaties |
| homeopaten zo sterk beïnvloed dat Hahnemann, behalve in naam, vrijwel vergeten schijnt. In |
| opleidingen wordt tegenwoordig zo weinig tijd besteed aan Organon en Chronische Ziekten dat |
| Hahnemann‟s gedachtengoed volledig op de achtergrond is geraakt. Opmerkingen als “hij is moeilijk te |
| lezen”, “het laat zich niet verenigen met wat wij op de opleiding leren” en “er zijn nu ook grote |
| meesters” geven de indruk dat Hahnemann achterhaald is. Dit kun je echter pas werkelijk |
| veronderstellen wanneer het werk van Hahnemann gekend en begrepen wordt en succes in de praktijk |
| ervan het bewijs is. Dan pas kunnen we de grondlegger als lichtend voorbeeld terzijde schuiven. Reeds |
| tijdens zijn leven ervaarde Hahnemann dat homeopaten het lieten afweten omdat zij zijn zich steeds |
| ontwikkelende inzichten niet begrepen, laat staan konden volgen. Daarmee wordt homeopathie snel |
| gereduceerd tot de meest fundamentele similia-regel, de eenmalige impuls van een geneesmiddel, |
| waarna langdurig op reactie wordt gewacht. Klaarblijkelijk wordt ervan uitgegaan dat er geen verschil |
| bestaat tussen het genezende vermogen van een plantaardig, dierlijk of mineraal geneesmiddel. Onder |
| het motto „wanneer het middel juist is, werkt het‟ en „wanneer het niet werkt dan ben ik geen goede |
| 16 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| dreiging die ontstaat is inflatie en vervlakking. De diepgang dreigt te verdwijnen en wat volgt is de jacht |
| op het „beeld‟, de essentie van de casus, wat vervolgens veelal niet voldoende oplevert. |
| Dit is één van de redenen waarom er zoveel meningen en stromingen in de homeopathie bestaan. |
| Zo af en toe valt ook eens het woord „miasma‟, met de haastige toevoeging dat er niet mee wordt |
| gewerkt en dat het ook niet van belang is zolang je het goede middel maar vindt. De rol die de docent |
| hierbij speelt is van groot, zo niet bepalend belang. De manier waarop de student de homeopathie krijgt |
| aangeleerd is de manier waarop de student later homeopathie bedrijft. En wanneer de kopstukken van de |
| homeopathische wereld zo homeopathie bedrijven, is er zeker geen reden meer om aan de juistheid van |
| deze benadering te twijfelen. Reden genoeg om die moeilijke Hahnemann niet te lezen, laat staan serieus |
| te nemen. Hij “leed waarschijnlijk toch al aan ouderdomsdementie” toen hij zijn zesde editie schreef. Zo |
| waren er ook de hardnekkige geruchten dat de zesde editie niet van Hahnemann zelf was, maar dat zijn |
| tweede vrouw, Melanie d‟Hervilly, er haar stempel op had gedrukt. Het is duidelijk dat mensen |
| bevooroordeeld zijn en niet de moeite nemen zich grondig te verdiepen in de oorspronkelijke bronnen. |
| Tijdens mijn lezingen hoor ik vaak: “Wanneer je praktiseert zoals staat beschreven in Organon en |
| Chronische Ziekten sta je zo alleen, er is bijna niemand die zo werkt.” |
| In Organon en Chronische Ziekten vinden we de neerslag van zo‟n vijftig jaar praktijk en ervaring, door |
| het genie C.F.S. Hahnemann genoteerd voor het nageslacht. |
| Vóórdat Hahnemann de homeopathie grondvestte bestond er geen homeopathische filosofie, geen |
| materia medica, geen analyse of repertorium, geen miasmaleer. Antipsorische geneesmiddelen waren |
| onbekend en gepotentieerde geneesmiddelen, daar had nog niemand zelfs maar over nagedacht. |
| Hahnemann heeft voor dit alles de basis gelegd en, zoals uit diepgaande studie blijkt, op onnavolgbare |
| wijze in woorden vervat. Hij was zijn en ook onze tijd ver vooruit. De werkelijke, onschatbare waarde |
| van Organon en Chronische Ziekten werd mij pas duidelijk na jaren van studie en lesgeven. Door |
| doorlopend met beide werken bezig te zijn, ze steeds opnieuw te bestuderen, ontwikkelde zich allengs |
| een samenhangend overzicht over de verschillende aspecten die erin worden behandeld. Gaandeweg |
| begreep ik de verbanden die Hahnemann min of meer als bekend veronderstelde en kennelijk voor |
| kennisgeving aannam. Het lijkt alsof hij het onnodig vond ze steeds uit te leggen en toe te lichten of |
| telkens opnieuw uit te werken; hij benoemt ze wel consequent. |
| LM-potenties, anti-miasmatische behandeling, ziekteclassificatie |
| In het begin van de jaren ‟80 kwam voor mij het gebruik van LM-potenties in beeld. De eerste jaren dat |
| ik ermee werkte waren hectisch maar ook verademend. De LM-potentie maakt het door zijn aard |
| mogelijk hem op vele verschillende momenten in de behandeling opnieuw als stimulus in te zetten. |
| Zoals met alles wat nieuw is, moest ik het eerst in de vingers krijgen. |
| Het zal ongetwijfeld een reden zijn voor collega-homeopaten om zich te verzetten tegen de |
| veranderingen die dit boek in gang wil zetten. |
| Voorts werd mij de zin en betekenis van een anti-miasmatische behandeling duidelijk. Ten tijde van |
| mijn ontdekking van het gebruik van LM-potenties was de essentie van zo‟n behandeling nog niet echt |
| tot me doorgedrongen. Pas door de classificatie van de verschillende soorten ziekten kreeg het begrip |
| „miasma‟ inhoud. Het werd mij helder toen ik begreep dat Hahnemann met miasma‟s de neiging tot een |
| soort latente fysiologisch-dynamische ontregeling [ziekten dus] koppelde aan het begrip |
| „ziekteclassificatie‟ of „soorten van ziek-zijn‟, ziekten van „buitenaf‟ en ziekten van „binnenuit‟. Tijdens |
| 17 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| ziekten‟ is. |
| De ziekteclassificatie en de daaraan gekoppelde antipsorische behandeling geeft tevens inhoud aan de |
| begrippen „acuut‟, „acuut miasmatische aandoening‟, „tussenziekten‟, „wisselziekten‟, „iatrogene |
| ziekten‟, „erfelijke predisposities‟, het sycotisch- en het syfilitisch miasma en de aard en intensiteit van |
| deze ziektetendensen. |
| Wanneer we op deze manier naar de homeopathische behandeling kijken, dan plaatst dit ook het gebruik |
| van de complementaire effecten van geneesmiddelen in een ander licht. Precies zoals Hahnemann zegt, |
| verklaart het dat er wezenlijke verschillen zijn tussen het genezend effect van nosoden en/of middelen |
| van plantaardige, dierlijke of minerale aard. Gebruik en toepassing van zulke middelen is vanuit de |
| invalshoek van „classificatie van ziekten‟ dringend toe aan een ingrijpende herziening, een herrijking. |
| Veel dogma‟s, taboes en roestige gewoonten moeten tegen het licht van Organon en Chronische Ziekten |
| worden gehouden en op hun logica, waarheidsgehalte en praktisch nut worden beproefd. Ik zal |
| herhaaldelijk beweringen en argumenten onderbouwen met citaten uit het Organon en de Chronische |
| Ziekten en tevens staven met praktijkvoorbeelden. Daardoor kan er geen twijfel bestaan dat Hahnemann |
| het op deze manier bedoelde én dat hij zelf daadwerkelijk zo werkte. Voor de aangehaalde paragrafen uit |
| het Organon heb ik de Nederlandse vertaling van O.E.A. Goetze uit 1983 vergeleken met de eerste |
| uitgave van de zesde editie uit 1921. Waar de Nederlandse versie niet alleen stilistisch doch ook |
| inhoudelijk afwijkt, heb ik de vertaling aangepast. Dat Hahnemann anders werkte dan in de huidige tijd |
| gebruikelijk is, blijkt onder meer uit Rima Handley‟s boek In search of the later Hahnemann. Zij |
| beschrijft een aantal van Hahnemann‟s casussen en laat er geen twijfel over bestaan dat zijn werkwijze |
| haar in verwarring brengt. Het boek kan de indruk wekken dat Hahnemann afweek van zijn vorige |
| inzichten. Dat is niet het geval. Zijn behandelingsmethode in 1843 is consistent met zijn aanwijzingen in |
| het Organon en de Chronische Ziekten uit resp. 1833 en 1828. |
| Rond de voorlaatste eeuwwisseling maakte homeopathie een bloeiperiode door. Desondanks kon de |
| belofte die ze inhield niet worden waargemaakt. Bijna is de homeopathie erdoor in de vergetelheid |
| geraakt. Het bijzondere van onze tijd is dat wij een herkansing krijgen, een renaissance beleven met de |
| mogelijkheid om homeopathie de plek in de samenleving te geven die haar toekomt. Het is de |
| verantwoordelijkheid van iedere homeopaat om de homeopathie zo goed als menselijkerwijs mogelijk is |
| in praktijk te brengen ten bate van de gezondheid van mens en mensheid. |
| Voor begrip, integratie en verdere ontwikkeling van de homeopathie zijn Hahnemann‟s Organon en de |
| Chronische Ziekten onmisbare oriëntatiepunten en wegwijzers. We zullen over persoonlijke |
| vooroordelen, meningen en dogma‟s moeten heenstappen, zodat we onszelf open kunnen stellen voor |
| verdere ontwikkeling, de ontwikkeling van de patiënt en de ontwikkeling van de homeopathie, waarbij |
| steeds het Organon en de Chronische Ziekten het referentiekader bieden. |
| Dit boek wil een bijdrage zijn aan dit proces. |
| 18 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| gezondheid alvorens we ons met de zieke mens kunnen gaan bezighouden. |
| Genetica |
| In onze „verlichte‟ tijd hebben wij de mens weten te reduceren tot zijn genetische draagvlak. Het |
| zogenaamde genoom is zojuist gecompleteerd. De mens is teruggebracht tot zijn materiële componenten. |
| Wetenschappers menen nu binnen niet al te lange tijd alle aangeboren erfelijke tendensen in kaart te |
| kunnen brengen, zodat er desgewenst vroegtijdig kan worden behandeld of geaborteerd. Werkgevers |
| zullen keuzes kunnen maken op basis van iemands genetisch paspoort. Verzekeringsmaatschappijen |
| krijgen de mogelijkheid om potentiële cliënten te weigeren zodat aandeelhouders geen risico lopen. |
| Vanuit de genetica bezien heeft alles betrekking op het stoffelijk aspect van de mens, op wat na het |
| overlijden als stoffelijk lichaam achterblijft. De genetica streeft ernaar alle menselijke eigenschappen te |
| verklaren vanuit de genetische structuur. Het sterk aanwezig zijn van bepaalde kenmerken wordt |
| toegeschreven aan de dominantie van een bepaald gen. Bij het vraagstuk betreffende het hoe en waarom |
| bepaalde genen dominant zijn en anderen recessief, raken we aan een vitaliteitsaspect waar |
| levensprocessen hun invloed doen gelden. |
| Relativiteitstheorie |
| In 1905 kwam Einstein met zijn relativiteitstheorie en de definitie E = Mc2. De essentie van |
| Einstein‟s theorie is dat materie, of massa, in feite bestaat uit energie, trilling of frequentie. Massa |
| bestaat uit min of meer gestolde energie; een waarheid die voor alle materie geldt. Bij kernenergie |
| maken we gebruik van in de materie latent aanwezige krachten. Maken we er een kernbom van, dan |
| komt alle in deze materie opgesloten energie plotseling vrij op uiterst destructieve wijze. De genetische |
| structuren van de mens bestaan eveneens uit materie en zijn bijgevolg uitgekristalliseerde energie. |
| Hahnemann had 150 jaar voor Einstein reeds inzicht in de diepere aspecten van de natuur. |
| In het Organon schrijft hij in de laatste zin van voetnoot 7 van §270: |
| “Derhalve zou men die materie in haar onbewerkte toestand eigenlijk alleen kunnen beschouwen als |
| bestaande uit deze onontplooide spirituele essentie.” |
| Het zijn „energetische‟ of „dynamische‟ elementen die bepalen of een gen dominant of recessief is. |
| Zo bestaat zelfs ons stoflichaam in essentie niet uit materie, maar uit gestolde, deels latente energie, Het |
| is daarmee de meest verdichte basis voor ons aardse leven. Hoe beperkt deze verdichting is blijkt uit het |
| feit dat het menselijk lichaam voor ongeveer tachtig procent uit water bestaat. Zonder water geen leven. |
| Water is vloeibaar en zo impressief dat het menselijk leven zich daarin tot uitdrukking kan brengen, met |
| het element water als levensdrager. Water is terug te voeren op één waterstofatoom en twee |
| zuurstofatomen. Een atoom bestaat uit een kern met één of meerdere schillen waarin zich elektronen |
| bevinden die om de kern cirkelen. |
| Dit alles toont direct de energetische stromen die het heelal besturen. Wanneer we zo naar het menselijk |
| lichaam kijken zien we de meest tot verstilling gebrachte energie voor ons. Het lijkt substantie, materie, |
| het is het in feite niet. Doordat het menselijk lichaam voor het grootste deel uit vloeibare substantie |
| bestaat kan de levenskracht zorg dragen voor groei en ontwikkeling. Het hele genoom, ons genetisch |
| meest uitgekristalliseerde materiaal, is niets als er zich geen andere energievorm (levenskracht, vitaliteit |
| of Dynamis) mee verbindt met behulp van de lichaamsvloeistoffen. |
| 19 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| zijn allemaal uitdrukkingen van activiteit, dynamiek; energie gekoppeld aan levenskracht en de |
| uitdrukking ervan in de vloeistoffen. Ook ademhaling, hartslag, spijsvertering, functioneren van lijf en |
| leden is uitdrukking van activiteit, van energiestromen, van functionaliteit. Het is deze dynamische |
| energie die zich zeer gevarieerd in het menselijk lichaam kan uitdrukken en ons in staat stelt onszelf |
| door middel van activiteiten in de buitenwereld tot uitdrukking te brengen. In handelen, doen en laten. |
| De zich in handelen uitende energie is als het ware vloeibaarder, minder vastgezet dan de meer gestolde |
| fysieke energie. Het is deze vitale levensenergie die de organiserende kracht vormt achter de |
| scheikundige processen die ten grondslag liggen aan gezond functioneren, innerlijk en uiterlijk. |
| Stoffelijk functioneren zonder betrokkenheid van de levenskracht is ondenkbaar. Zonder de |
| aanwezigheid van en de verbinding met deze vitale levenskracht is het lichaam dood en valt het |
| geleidelijk uiteen tot zijn minerale bouwstenen. Stof tot stof. Het stoflichaam, bestaande uit |
| vermaterialiseerde energie, kan niet zonder de energie die we vitaliteit of levenskracht noemen. Deze |
| energie, die Hahnemann de Dynamis noemt, geeft het stoflichaam leven en bouwt, herstelt en handhaaft |
| z‟n vorm. |
| Organon, §9 |
| “Als de mens gezond is, heerst de spirituele levenskracht (autocratie), die als Dynamis het stoffelijk |
| lichaam (het organisme) leven doet, onbeperkt. Ze houdt al zijn delen in een bewonderens-waardig |
| harmonische, levende werking, die zich uit in voelen en handelen, zó, dat de met verstand toegeruste |
| geest zich vrij van dit levende, gezonde werktuig kan bedienen voor de hogere bedoelingen van ons |
| bestaan.” |
| Het gezond functioneren van het stoflichaam (organisme) is volledig afhankelijk van de Dynamis. |
| Tegelijkertijd vormt dit gezonde organisme de basis voor een gezond gevoelsleven. |
| Gevoel en emotie |
| Het menselijk gevoels- en emotionele leven vormt, materieel gezien, een volgend probleem. Vanuit |
| materieel gezichtspunt kunnen we „gevoel‟ beschouwen als een afscheidingsprodukt van een of ander |
| orgaan. Als we de effecten van gevoelens, emoties en begeertes meten, zien we enkel hoe wij stoffelijk |
| en functioneel op „energetische onbalans‟ reageren. Beven, transpireren, hartkloppingen ontstaan omdat |
| wij iets zien dat ons gevoelsmatig raakt. Het resultaat is dat de bijnieren adrenaline afscheiden, met |
| fysiek-functionele reacties als gevolg. De aanleiding is niet materieel, maar, in dit geval, visueel. Dit |
| bewerkstelligt een energetische verandering op mentaal- of emotioneel dynamisch vlak. Het organisme |
| reageert dienovereenkomstig. Het is niet mogelijk de realiteit van gevoel stoffelijk aan te tonen. Wat we |
| kunnen waarnemen zijn uitsluitend de gevolgen, in handelingen of lichamelijke reacties. De ware |
| intensiteit van pijn of liefde is niet objectief meetbaar. Wat we zien is de reactie van de mens. Energie |
| op functioneel niveau (de vloeistofstromen) verloopt onbewust. Wanneer onze organen goed werken |
| blijft hun aanwezigheid onopgemerkt. Maar zijn wij ziek dan ervaren we de gevolgen van hun |
| disfunctioneren. Op gevoelsniveau is het bewustzijn sterker, ofschoon ook minder bewuste drijfveren |
| zich kenbaar kunnen maken. |
| Criminele handelingen worden dan toegeschreven aan verminderde toerekeningsvatbaarheid. De |
| voortdurende confrontatie met hoe wij ons voelen is zo subjectief en immaterieel dat er geen objectieve |
| diagnosestelling op kan worden losgelaten. Het meer of minder adequaat omschrijven van hoe wij ons |
| voelen kan, afhankelijk van de mate van bewustzijn, voor duidelijkheid of onduidelijkheid zorgen. Het |
| 20 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Hier dienen omstanders de oorzaak en toedracht aan te geven of de hulpverlener moet de diagnose |
| stellen op basis van objectief waarneembare lichamelijke symptomen, wat in de gegeven |
| omstandigheden beduidend moeilijker kan zijn. Voor ieder mens kan blijheid, verdriet, pijn of genot iets |
| wezenlijk anders inhouden. |
| Het verschilt per individu hoe dingen worden beleefd en ervaren. Een objectief kleine gebeurtenis in het |
| verleden kan door de een vergeten zijn terwijl de ander er diepgaand door is veranderd. Objectief bezien |
| bestaat hier nauwelijks een verklaring voor. Gesteld kan worden dat gevoel („sensatie‟) als ervaring |
| gerelateerd is aan de inwendige zelfbeleving en dat begeerten en emoties mede sterk gekoppeld zijn aan |
| de buitenwereld. Zulke processen spelen zich af op dynamisch interactief vlak, hetzij verbonden met de |
| buitenwereld, hetzij met de binnenwereld. Onze organen, zintuigen, zenuwen, endocrien stelsel en |
| hersenen vormen het gereedschap waardoor deze processen lichamelijk en geestelijk geïntegreerd |
| kunnen plaatsvinden. |
| 21 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| menselijke eigenschap, het denken. Denken is van zo‟n verfijnd energetisch niveau dat het bijna |
| onpersoonlijk is. Of iets objectief waar of onwaar is hangt niet af van het gevoelsleven. Het denken kan |
| worden beheerst door het gevoelsleven, zoals bijvoorbeeld bij “hoe kan ik mezelf het meeste genot |
| verschaffen.” In zo‟n geval is er geen sprake van de zuiverste vorm van denken (de logica), maar van |
| een meer persoonsgebonden vorm. Dan is het denken ondergeschikt aan het gevoels- en begeerteleven. |
| Denken en mentale processen zijn zo immaterieel dat wij ze slechts kunnen aantonen op grond van |
| waartoe de mens in staat is, bijvoorbeeld op grond van creatieve scheppingen in dienst van mens en |
| mensheid. De homeopathie kunnen we precies zo zien. Het is een geschenk aan de mensheid dat |
| niemand voor zichzelf kan opeisen. |
| In geval van ziekelijk denken vormt het denken de aanzet tot ontdekkingen van diep pathologische en |
| mensheid bedreigende aard. Vanuit een korte-termijn-visie kunnen wij blij zijn met de ontwikkeling van |
| nucleaire technologie. Maar bekeken vanuit het nageslacht - de toekomstige mensheid - wordt het een |
| totaal andere zaak. |
| De effecten van mentale activiteit zijn stoffelijk meetbaar als electrische activiteit van de hersenen. Bij |
| de zieke mens is er een verstoring op één of meerdere niveaus van menselijk functioneren. Een |
| langdurige verstoring zal vanuit het primair aangedane niveau ook de andere wezensdelen aandoen, die |
| als het ware gaan meeresoneren in het ziekteproces. Zo kan het zijn dat de patiënt die zich reeds langere |
| tijd niet goed voelt uiteindelijk op stoffelijk niveau een maagzweer ontwikkelt. Ziekte op dynamisch |
| vlak wordt zo de oorzaak van stoffelijke afwijkingen, die zich ontwikkelen in overeenstemming met de |
| predispositie van de genetische constellatie. Aldus wordt het genetisch dominante patroon bepaald door |
| de gezonde of pathologische geaardheid van de Dynamis of levenskracht, die, zoals Hahnemann stelt in |
| §9, autocratisch en zelfstandig functioneert. Dezelfde factoren zijn bepalend of een erfelijke aanleg wel |
| of niet tot ontwikkeling komt. |
| 22 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| individuele levenskracht, met een gevoels- en emotioneel leven en een eigen denkwereld. Bij ziekte en |
| gezondheid spelen in de menselijke constitutie naast de genetische (erfelijk dynamische) factoren tevens |
| meer tijdgebonden invloeden, die niets met erfelijkheid te maken hebben, een belangrijke rol, namelijk: |
| opvoeding, omgeving en omstandigheden. Veel patiënten zijn onder behandeling om de dikwijls |
| jarenlange gevolgen te verwerken van wat er tijdens de opvoeding is misgegaan. Andere biografische |
| invloeden kunnen de mens eveneens veranderen en in onbalans brengen. Breekpunten zoals verdrietige |
| gebeurtenissen, ongevallen, overlijden van dierbaren, financiële zorgen e.d. werken doorgaans diep en |
| soms ziekmakend door. Zulke gebeurtenissen zijn niet direct materieel te noemen, maar hebben wel |
| stoffelijk waarneembare gevolgen. |
| Verstoring van de harmonische, levende samenhang manifesteert zich in een wijziging van de |
| subjectieve zelfbeleving, met gevoelsmatige veranderingen en klachten op alle niveaus. Deze |
| veranderingen in de zelfbeleving, deze subjectieve symptomatologie, vormt in de klassieke homeopathie |
| de leidraad om de verloren homeostase, de verstoorde energiebalans te herstellen. |
| 23 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Het is niet eenvoudig een definitie van gezondheid te geven. Zo‟n definitie schiet allicht tekort en creëert |
| een scheef beeld. De WHO definieert het zo: “Gezondheid betekent de afwezigheid van psychisch en |
| lichamelijk lijden.” Deze definitie blijft in gebreke als diepgaand begrip van ziekte en gezondheid ons |
| doel is. |
| Wat is ziek? |
| We dienen ons allereerst af te vragen wat ziekte feitelijk is. Welke consequenties heeft ziekte? Hoe |
| openbaart zich dit? Wat kunnen we doen om de verloren balans te herstellen? Met zulke vragen belanden |
| wij op het terrein van de filosofie. Bij begripsvorming betreffende ziekte en gezondheid of voor de |
| creatie van een therapeutisch systeem is de beschikking over een filosofische achtergrond essentieel. |
| Deze achtergrond biedt ons de mogelijkheid de gevolgen van ons handelen te evalueren. Zonder filosofie |
| als richtlijn hobbelt de therapeut van incident naar incident en mist, als een kind in het donker, het zicht |
| op eventuele oorzaken en diepere pathologische processen. Filosofie verleent waarneming, deductie en |
| inductie een dieper inzicht in de achtergronden van pathologische processen en zodoende een beter zicht |
| op wat nodig is voor genezing. Het belang van de filosofie, die overigens altijd door ervaring bevestigd |
| dient te worden, vormt de basis van de homeopathie. Voor Hahnemann was de filosofie het |
| uitgangspunt. Hij ging zelfs zo ver dat hij patiënten, voor hij ze in behandeling nam, dikwijls eerst zijn |
| filosofisch standaardwerk, het Organon, liet lezen. Dit om vanuit ziek-zijn uit te kunnen komen bij beter |
| worden, zodat er voor de patiënt iets positiefs uit kon voortkomen in de zin van bewustzijnstoename en |
| verrijking van de levenskwaliteit. Aldus kan ziek-zijn een meerwaarde opleveren. Mensen die een |
| ernstig ziekbed hebben doorgemaakt zeggen vaak: “Het was een heel moeilijke periode, ik ben door een |
| diep dal gegaan; ik had niet gedacht het te halen, maar ik had het niet willen missen.” |
| De benadering van ziekte door de reguliere geneeskunde is primair gericht op het te diagnosticeren |
| symptoom, dat is: de stoffelijk aantoonbare afwijking. In deze methodiek is zij inmiddels ver gevorderd. |
| De nieuwste technieken worden ingezet en kosten noch moeite worden gespaard om ziekte de baas te |
| worden en uit te bannen. In Hahnemann‟s tijd paste de geneeskunde aderlatingen, bloedzuigers, purgeer- |
| en braakmiddelen toe; in de huidige tijd doen we het met antibiotica, antidepressiva, slaapmiddelen, |
| pijnstillers, cytostatica, bestraling, hormonale behandelingen, enzovoort. De therapie is gericht op het |
| laten verdwijnen van de symptomen, waarvan de vermeende oorzaak, zoals gezegd, bij voorkeur |
| stoffelijk aantoonbaar moet zijn. Helaas is het aantonen van stoffelijke veranderingen slechts in |
| ongeveer éénderde van de ziektegevallen mogelijk, zodat de ingezette allopathische behandeling, |
| zachtjes uitgedrukt, veelal onwetenschappelijk is te noemen. In alle overige gevallen wordt gesproken |
| van psychosomatische klachten, die, allopathisch gezien, in het gunstigste geval minder serieus genomen |
| hoeven te worden. |
| De homeopathie gaat uit van een totaal ander mensbeeld. Zij heeft een andere visie op ziekte en het |
| ontstaan ervan. Een visie waarin functionele, emotionele, mentale en psychische symptomen een |
| wezenlijk andere, veel belangrijker plek innemen bij de benadering van de patiënt en de beoordeling van |
| diens ziekelijke gesteldheid. |
| In §11 van het Organon, zesde editie, definieert Hahnemann ziekte aldus: |
| “Als de mens ziek wordt, is in het begin alleen deze zelf werkzame levenskracht (het levensbeginsel), die |
| overal in zijn organisme aanwezig is, „ontstemd‟ door de tegen het leven gerichte dynamische invloed |
| van een ziekmakend agens. Alleen een levensbeginsel dat tot zo‟n wanklank verworden is, kan het |
| 24 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| het organisme, geeft slechts kennis van haar ziekelijk ontstemd zijn, doordat het organisme in voelen en |
| handelen ziek blijkt (dat is de enige kant, die voor de zintuiglijke waarneming van de geneeskundige |
| open ligt). Dat wil zeggen: het ziek-zijn maakt zich kenbaar door ziekte-symptomen en door niets |
| anders.” |
| De ontstemming, de ontregeling van de dynamische levenskracht, manifesteert zich in het organisme |
| met ziektesymptomen, die zich op elk niveau kunnen openbaren. Ontregeling op functioneel niveau |
| heeft uiteindelijk ontregeling op emotioneel of mentaal niveau tot gevolg, waar het zich uit op een voor |
| de patiënt subjectieve wijze. De manier waarop de patiënt zijn symptomen ervaart en kan omschrijven is |
| zonder uitzondering individueel en subjectief. |
| Het is de ervaring van deze “unieke” patiënt in de eigen constitutie, met de eigen erfelijke |
| mogelijkheden en belastingen en de voor hem typerende sociale, economische en relationele |
| omstandigheden, ingebed in de eigen biografie. Hoe en waarom deze mens ziek is geworden is een |
| unieke, individuele en eenmalige gebeurtenis. De constellatie van diverse factoren maakt een holistische |
| benadering van ziekte noodzakelijk, indien wij de patiënt recht willen doen en iets wezenlijks bijdragen |
| in het genezingsproces. In de homeopathie is kennis van al deze aspecten en hun invloed op het individu |
| van doorslaggevend belang voor prognose, verloop en resultaat van de behandeling. |
| De eerste taak voor iedere geneeskundige zou het creëren moeten zijn van een goed totaalbeeld van de |
| patiënt, dat als basisinformatie dient en tijdens de behandeling steeds een referentiekader biedt om de |
| effecten van de therapie te verifiëren. |
| Het opnemen van alle ziektesymptomen betekent tegelijkertijd het noteren van het totale ziektebeeld. |
| Pas nadat alle informatie is verzameld kan het verkregen beeld worden beoordeeld. In het Organon |
| maakt Hahnemann daarnaast onderscheid tussen ziektevormen die verschillen in intensiteit, dynamiek en |
| heftigheid en die in de homeopathische behandeling mede overwogen, beoordeeld en behandeld dienen |
| te worden. Hij beschrijft de volgende ziektevormen: |
| Acute ziekten |
| Onder te verdelen in individuele en collectieve ziekten. |
| Individuele ziekten: doorgaans betreft het hier een persoon die ziek wordt (uit balans raakt) door |
| omstandigheden, invloeden van buitenaf, bijvoorbeeld een val van de trap die een hersenschudding tot |
| gevolg heeft. |
| Collectieve ziekten noemt Hahnemann in Chronische Ziekten „tussenziekten‟ of „morbi intercurrentes‟. |
| Dit betreft acute, infectueuze aandoeningen waartoe grotere groepen mensen gepredisponeerd zijn op |
| een bepaald moment in de tijd en die tot ziekte leiden, bijvoorbeeld kinderziekten, influenza, e.d. |
| Chronische ziekten |
| zijn gebaseerd op een chronische, onderliggende miasmatische verstoring, waarbij onderscheid wordt |
| gemaakt in chronische ziekten van venerische oorsprong enerzijds en van psorische origine anderzijds. |
| De ziekten van venerische origine worden onderverdeeld in ziekten gebaseerd op het syfilitisch miasma |
| en ziekten gebaseerd op het sycotisch miasma. |
| Volgens Hahnemann is de psorisch miasmatische belasting de grondoorzaak van alle chronische, niet |
| venerische, dus niet uit een geslachtelijke infectie ontstane ziekten. |
| Iatrogene ziekten |
| 25 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| onmogelijk nog iets aan de situatie te kunnen veranderen. Dat maakt iatro-gene ziekten tot de ergst |
| denkbare. |
| Onechte chronische ziekten |
| In het Organon schrijft Hahnemann in §77 |
| “Ten onrechte worden chronisch genoemd die ziekten, die mensen zich zelf op de hals halen doordat ze |
| zich voortdurend blootstellen aan schadelijke invloeden, die te vermijden zijn. Ze zijn te wijten aan het |
| genot van schadelijke dranken of voedingsmiddelen, aan allerlei uitspattingen, die de gezondheid |
| ondermijnen, aan het voortdurend ontberen van noodzakelijke levensbehoeften, aan verblijf in |
| ongezonde, vooral vochtige streken, aan leven in kelders, vochtige werkplaatsen, ongeventileerde |
| woningen. Ze komen door gebrek aan lichaamsbeweging of frisse lucht, door ongezonde overmatige |
| inspanning van lichaam of geest, door constante verdrietelijkheden, enz. Deze ongezonde toestanden, |
| die men zich zelf berokkend heeft, gaan bij verbetering van de leefwijze vanzelf over (als er niet ook nog |
| een chronisch miasma in het lichaam huist) en zijn de naam van chronische ziekten niet waard.” |
| In Organon en Chronische Ziekten beschrijft Hahnemann indringend de verschillende ziektevormen die |
| allen een andere positie innemen binnen de homeopathische behandeling. In de volgende hoofdstukken |
| worden ze besproken en uitgewerkt. |
| 26 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Gelijksoortigheidsregel |
| De gelijksoortigheidsregel wordt gewoonlijk als de hoeksteen van de homeopathie gezien. Het door |
| Hahnemann ontdekte en voor de geneeskunst praktisch en hanteerbaar gemaakte principe berust op een |
| existentiële natuurwet en is onlosmakelijk verbonden met alles in het leven. |
| Basaal gezien houdt de gelijksoortigheidsregel in dat door de patiënt geproduceerde symptomen door het |
| homeopathisch geneesmiddel gekopieerd, geïmiteerd en daardoor op kunstmatige manier versterkt |
| moeten kunnen worden. |
| Anders gezegd: de symptomen van de natuurlijke ziekte waaraan de patiënt lijdt, moeten door het |
| homeopathisch middel bij een gezonde mens opgewekt kunnen worden. |
| Functioneel stoffelijk symptoom |
| Tot het symptoombeeld van de patiënt worden alle symptomen en klachten gerekend die maken dat de |
| gezondheid verstoord is en de patiënt zich ziek voelt. Zowel de door de patiënt ervaren subjectieve |
| symptomen - voor de geneesmiddelkeuze zijn deze meestal het belangrijkst - als de objectief |
| waarneembare pathologische verschijnselen worden in de anamnese meegenomen. Zo ontstaat het |
| totaalbeeld van de zieke en zijn ziekte. Een symptoom dient te voldoen aan bepaalde criteria: het kent |
| verschillende onderdelen die samen het totaalsymptoom vormen. Wanneer alle onderdelen van een |
| symptoom beschreven kunnen worden neemt de waarde van zo‟n symptoom toe met betrekking tot de |
| geneesmiddelkeuze. Er moet zoveel mogelijk worden uitgegaan van een totaalsymptoom omdat daarin |
| alle aspecten van de klacht tot uitdrukking komen. |
| Lokalisatie |
| Het eerste aspect van het totaalsymptoom is de lokalisatie: de plaats waar de klacht zich bevindt. De |
| ontregelde levenskracht zal zich manifesteren op een bepaalde plek in het lichaam. Voor de patiënt valt |
| dit meestal onder de noemer hoofdklacht: de klacht waarmee de patiënt binnenkomt. Bijvoorbeeld: |
| hoofdpijn, huiduitslag, maagpijn, e.d. Hier komt de patiënt voor, soms voorzien van een diagnose door |
| de reguliere geneeskunde, zoals migraine, clusterhoofdpijn, psoriasis enz. In de homeopathie is de |
| lokalisatie op zich dikwijls van ondergeschikt belang voor de geneesmiddelkeuze, tenzij die gepaard |
| gaat met een typerende karakteristiek. Bijvoorbeeld: hoofdpijn die altijd volgens een typisch patroon |
| verloopt, zich steevast voordoet in het voorhoofd en primair rechtszijdig is, om zich later te verplaatsen |
| naar de linkerkant. |
| Zulke informatie typeert de hoofdpijn en maakt een betere geneesmiddelkeuze mogelijk. Er dient op |
| basis van gelijksoortigheid een relatie te zijn tussen de plaats waar het ziek-zijn zich manifesteert en de |
| lokatie waarop het geneesmiddel het sterkst inwerkt. |
| De vraag die daar tijdens de homeopathische anamnese bij hoort is “waar”? Waar doet zich de klacht |
| voor? Kunt u de plaats zo nauwkeurig mogelijk beschrijven? Het homeopathisch geneesmiddel moet de |
| natuurlijke ziekte kunnen imiteren. Hoe nauwkeuriger het geneesmiddel de natuurlijke ziekte kopieert en |
| dus kunstmatig versterkt, in lokalisatie, verloop, uitstraling, verplaatsing e.d., hoe groter de kans op een |
| succesvol voorschrift. |
| Een ander aspect betreffende verplaatsing van symptomen is dat het, wanneer dit zich voordoet ná de |
| inname van het middel, de homeopaat informatie verschaft over het verloop van het ziekte- dan wel |
| genezingsproces. Hierop zijn de „regels van Hering‟ gebaseerd: |
| 27 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Voor de meeste onderdelen van Hering‟s regels valt veel te zeggen, maar het enige dat werkelijk is |
| gebaseerd op het gelijksoortigheidsbeginsel is: “in omgekeerde volgorde van ontstaan.” Genezing die |
| zich “in omgekeerde volgorde van ontstaan” (ziekteontwikkeling) voltrekt, volgt per definitie de |
| Dynamis op zijn weg terug naar genezing en gezondheid. De andere onderdelen van Hering‟s regels |
| spreken voor zich doch zijn minder toegespitst op de individuele patiënt. Ze zijn meer geobjectiveerd en |
| minder gebaseerd op het gelijksoortigheidsbeginsel. Chronische huiduitslag die zich verplaatst van |
| boven naar beneden en naar polsen, handen, enkels en voeten trekt, kan reden zijn tot optimisme. Dat |
| kán, maar het is geen wet van Meden en Perzen. Bij een patiënt die reeds als kind ernstige huiduitslag op |
| het hoofd of in het gezicht had, kan het zo gaan dat het op de oude plaatsen het laatst verdwijnt, aldus de |
| „regel‟ in omgekeerde volgorde van ontstaan volgend. Het blijft zaak ieder individu als uniek te |
| beschouwen en de homeopathische behandeling, wil die succesvol zijn, gelijksoortig te laten zijn aan de |
| behoefte van deze specifieke, unieke, zieke mens. Als de homeopaat de patiënt probeert in te passen in |
| zijn begrip van homeopathie, ziekte, genezing en gezondheid, zonder de nadruk altijd te leggen op de |
| symptomen en de ziektevorm van de patiënt, dan doet ongelijksoortigheid zijn intrede in de behandeling. |
| De zogenaamde homeopathische „verergeringen‟ zijn hieruit te verklaren. |
| Sensatie |
| Het volgende aspect van het totaalsymptoom is de gewaarwording (sensatie). De gewaarwording |
| vertegenwoordigt de gevoelswaarde van de klacht. Hoe voelt de pijn, wat voor soort pijn is het? Het is |
| de “hoe” vraag die de patiënt uitnodigt zich verder te uiten en te omschrijven wat hij precies voelt. |
| Hoewel het meestal de gewaarwording van de pijn is die de patiënt hulp doet zoeken, valt het hem toch |
| vaak moeilijk om een nauwkeurige, subjectieve beschrijving van zijn gewaarwordingen te geven. |
| Kennelijk zijn er meer subjectieve pijnbelevingen mogelijk dan wij met woorden kunnen beschrijven. |
| Patiënten kunnen zich zo weinig bewust zijn van zichzelf dat het onmogelijk is te bepalen of een pijn |
| schrijnend, brandend, knijpend of pulserend is, dan wel stekend, knagend, bonkend, hamerend … etc. In |
| de subjectieve ervaring en beschrijving komt behalve het soort pijn eveneens in zekere zin tot |
| uitdrukking in welke mate de patiënt zichzelf kent. |
| Naast de waarde van de subjectieve symptoomomschrijving zien we het vermogen van de patiënt tot |
| zelfobservatie, wat een indicatie is voor zijn gevoeligheid. Dit levert informatie op en geldt als |
| symptoom en is daarom van belang voor de beeldvorming. Hoe gevoeliger de patiënt, hoe |
| gedetailleerder de symptomen worden verwoord en omschreven. De zo verkregen indruk van de |
| gevoeligheid moet worden meegewogen bij de bepaling van de dosering, potentie en frequentie. Deze |
| drie vallen onder de gelijksoortigheidsregel. Met andere woorden: ze dienen te corresponderen met de |
| gevoeligheid , zodat de stimulans tot zelfgenezing optimaal kan zijn. Uit de verkregen subjectieve |
| informatie kan eveneens worden afgeleid hoe de patiënt op het geneesmiddel zal reageren. |
| Modaliteit |
| De hoofdklacht(en) van de patiënt zijn onderhevig aan invloeden van buitenaf. De omstandigheden |
| waardoor de intensiteit van de klacht(en) afneemt of toeneemt worden modaliteiten genoemd. De |
| modaliteiten vormen het derde aspect van een totaalsymptoom. Ze bestaan uit zaken als |
| weersgesteldheid, temperatuur, vochtigheidsgraad, lichaamshouding e.d.; kortom, condities die de mate |
| van de klacht accentueren en gunstig of nadelig beïnvloeden. |
| 28 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| enigszins draaglijk te houden. |
| In dit geval zijn de modaliteiten: beter bij (>) op de rug liggen, in het donker, koud washandje. De |
| pijngewaarwording is barstend, de lokalisatie het voorhoofd. |
| Concomitant |
| Dat de patiënt huilt van pijn noemen we een concomiterend (begeleidend) symptoom. Een |
| concomiterend symptoom staat niet in direct oorzakelijk verband met de klacht, doch treedt wel |
| gelijktijdig op. Bij het bovengenoemde voorbeeld zijn huilen en overgeven de begeleidende symptomen |
| van de hoofdpijn. Zulke symptomen geven een acausaal verband aan en zijn heel belangrijk. |
| Wanneer een homeopathisch geneesmiddel dit typische, aparte, vreemde, acausale verband kan imiteren |
| en kunstmatig nabootsen dan neemt de kans sterk toe dat dit specifieke middel voor deze ziektesituatie |
| het juiste is. De aanwezigheid van één of meerdere concomiterende verschijnselen vermeerdert de |
| waarde van het symptoom. Bijgevolg neemt het in de analyse (methode om tot een geneesmiddelkeuze |
| te komen) een belangrijker plek in. |
| Het is vaak moeilijk om zulke begeleidende symptomen te weten te komen, hetzij omdat er geen |
| logische, duidelijke, directe relatie is met de klacht, hetzij omdat het voor hem zo gewoon is dat hij het |
| niet als symptoom ziet. Een patiënt die geïrriteerd raakt als hij klachten heeft, zal dat dikwijls als zo |
| normaal beschouwen dat hij het niet noemt als symptoom. |
| De homeopaat zal het hier moeten hebben van zijn eigen waarneming of van de observaties van mensen |
| die de patiënt goed kennen. |
| Naar eventuele begeleidende klachten moet altijd worden gevraagd. Heeft u tijdens de aanval nog andere |
| klachten? Hoe is dan de temperatuur, de stemming, de eetlust, de slaap, de transpiratie? Enzovoort. |
| Er zijn nog veel andere voorbeelden te geven van begeleidende symptomen. Het is aan de ervaring en |
| het waarnemingsvermogen van de homeopaat of deze belangrijke symptomen tijdens de anamnese naar |
| boven komen. |
| Particular |
| Het totaalsymptoom bestaat uit lokalisatie, gewaarwording, modaliteiten en concomiterende |
| symptomen. Totaalsymptomen behoren veelal tot de zogenaamde particulars. Particulars zeggen iets |
| over een onderdeel of een orgaan . Een particular heeft betrekking op, bijvoorbeeld, hoofdpijn, |
| maagpijn, longklachten, een gewricht. |
| De duidelijkheid en compleetheid van een symptoom of particular bepalen het belang ervan voor de |
| uiteindelijke geneesmiddelkeus. We spreken hier van een lichamelijke klacht, anders gezegd: een |
| „functioneel stoffelijk symptoom‟. Zulke symptomen zijn de taal waarvan de Dynamis zich bedient en |
| voor de homeopaat heel behulpzaam bij de geneesmiddelkeuze. |
| Naast het functioneel stoffelijke (totaal)symptoom kan de patiënt op termijn, min of meer voortkomend |
| uit de functionele ontregeling, een diepere verstoring manifesteren via emotionele of zelfs mentale |
| problematiek. Houdt de eerder genoemde hoofdpijn lang genoeg aan, dan kan de patiënt daar zeer |
| geïrriteerd of depressief door worden. |
| Duurt het nog langer en is er niets dat verlichting brengt, of wordt er onderdrukt, dan kan het zo zijn dat |
| de patiënt zijn levenslust verliest en suïcidaal wordt. |
| Emotionele- en gevoelssymptomen |
| 29 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| gevoelsleven betreffen. Het gevoelsleven omvat de intieme zelfbelevingssfeer: hoe voelt de patiënt zich |
| in zichzelf? Wat is zijn diepste gevoel van eigenheid? Bijvoorbeeld: de zelfbeleving, het gevoel van |
| zelfrespect en eigenwaarde van een adoptiekind is dikwijls wezenlijk anders dan die van het kind dat |
| opgroeit onder de liefhebbende zorg van de eigen ouders. Hoe diep werkt het non-verbale signaal van |
| afgestaan worden door de moeder door in het gevoel van zelfrespect van een kind? Hoe komt zo‟n kind |
| tot de overtuiging dat het de moeite waard is en tot de beleving dat er echt van hem wordt gehouden? |
| De omschrijving van het gevoelsleven is even divers als het leven zelf. Het gevoelsleven is betrokken bij |
| alles wat we ondernemen, hetzij vooraf als motivatie, als innerlijk referentiekader, hetzij achteraf als |
| conclusie. Voor zover het aan het ziek-zijn is gekoppeld, is het voor de homeopaat van belang het |
| gevoelsleven zo nauwkeurig mogelijk omschreven te krijgen. Hoe reageert de patiënt op belediging, |
| kwetsing, teleurstelling, blijdschap, eenzaamheid. Hoe is de stemming, het humeur, de |
| gemoedsgesteldheid? Hoe is de subjectieve beleving en hoe wordt deze geuit? |
| Organon, voetnoot 1, §90: |
| “B.v. hoe heeft de patiënt zich tijdens het consult gedragen; was hij uit zijn humeur, ruzieachtig, |
| haastig, huilerig, angstig, vertwijfeld of bedroefd, (voelde hij zich) getroost, kalm enz.?” |
| Oorzaak of ‘causa’ |
| Emoties zijn de uiting van een innerlijke overdaad aan gevoel. Meestal is er voor een emotionele |
| ontlading een aanleiding, die maakt dat de patiënt boos wordt, huilt, agressief of verdrietig is, troost wil |
| of dichtklapt. De gebeurtenis, op zich niet meer dan de aanleiding voor de emotionele ontlading, is in de |
| homeopathie van groot belang. Een dergelijke aanleiding wordt dikwijls als oorzaak gezien. In de |
| materia medica kunnen wij ze vinden onder het woord causa. |
| Bij „klachten na slecht nieuws‟ is het slechte nieuws weliswaar de aanleiding, maar de individuele |
| reactie op dat slechte nieuws zegt meer over de patiënt dan over het nieuws. Niet iedereen wordt ziek na |
| verdriet of teleurstelling. Het feit dat iemand er ziek van wordt, zegt veel over de gevoeligheid van de |
| persoon in kwestie maar ook over diens emotionele gesteldheid en weerbaarheid. De homeopathische |
| behandeling is erop gericht de patiënt tot een nieuwe balans te brengen. Hij zal hierdoor zoveel sterker |
| worden dat een vergelijkbaar voorval in de toekomst hem niet zo hevig ontregelt dat hij er letterlijk „ziek |
| van wordt‟. |
| Mentaal symptoom |
| Mentale symptomen zijn symptomen die te maken hebben met bewustzijn, denken en |
| concentratievermogen. De kijk op de wereld, het bepalen van wat belangrijk of minder belangrijk is |
| gebeurt op basis van keuzes die denkend worden gemaakt. Ziektesymptomen in de mentale sfeer hebben |
| vaak grote consequenties. Afhankelijk van de ernst en het overheersende karakter ervan, en de mate |
| waarin ze de integratie in het sociale leven beïnvloeden, bevorderen of verstoren, kunnen we ze |
| psychische of psychiatrische symptomen noemen. Mentale symptomen beïnvloeden de realiteitsbeleving |
| het sterkst. De levensvisie, de contacten, het functioneren op het werk, de omgang met intimi, |
| vergevingsgezindheid of haat, tevredenheid of ontevredenheid, worden ingegeven door hoe de patiënt |
| het leven ervaart en hoe hij er over denkt. |
| Bij ziekelijke ontregelingen krijgt iemand al rap het etiket „psychose‟ of „manie‟ opgeplakt. Voor de |
| homeopaat is het van het grootste belang in communicatie te komen met de patiënt om zo rechtstreeks |
| de symptomen te verkrijgen die het geïndiceerde geneesmiddel kunnen onthullen. Een onderscheid moet |
| 30 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| veel te heftig en uit verhouding met de aanleiding? |
| Organon, voetnoot §210: |
| “Dan ziet hij vaak ondankbaarheid, hardvochtigheid, buitengewone kwaadaardigheid naar voren |
| komen en de voor het mensdom meest beschamende en tegen de borst stuitende humeuren, en dat zijn |
| dan de eigenschappen geweest van deze patiënt in zijn vroegere, gezonde dagen. Wie in gezonde dagen |
| geduldig was blijkt vaak in ziekten bokkig, heftig, opvliegend, ook wel onverdraagzaam, eigenzinnig, een |
| andere keer ongeduldig en wanhopig. Wie eerst deugdzaam en preuts was, wordt nu seksueel ontremd |
| en schaamteloos. De pientere toont zich niet zelden stompzinnig, de gewoonlijk zwakbegaafde |
| daarentegen lijkt verstandiger en wie een trage denker was, wordt soms bij de pinken en besluitvaardig, |
| enz.” |
| Generaliteiten |
| Mentale, gevoels- en emotionele symptomen vallen onder de generaliteiten. Generaliteiten zijn |
| symptomen die betrekking hebben op de patiënt als geheel, op de gehele mens. Tot de generaliteiten |
| behoren o.a. of iemand van nature warm- of koudbloedig is, of hij liever binnen- of buitenshuis verkeert, |
| of hij een avond- of ochtendmens is, of er uitgesproken seizoensinvloeden zijn. |
| Verlangens, behoeften en begeertes worden tot de generaliteiten gerekend, bijvoorbeeld symptomen |
| betreffende voeding. Waar gaat de voorkeur naar uit? Heeft warm eten de voorkeur of brood, hebben we |
| trek in zoet, zuur, zout of bitter? Lust de patiënt, vlees, vis en gevogelte? Is er een aversie tegen of |
| overgevoeligheid voor bepaalde voedingsmiddelen? Hoe zit het met zuivelproducten? Welke wel en |
| welke niet? En alcohol, wijn, bier? Of wat anders? |
| Seksuele symptomen behoren tot het begeerteleven en daarmee tot de generaliteiten. Hoe is het gesteld |
| met libido, seksueel verlangen, passie? Verminderd, totaal afwezig of versterkt en nadrukkelijk |
| aanwezig? Is dit gedragsbepalend? Menstruatiesymptomen die een uitgesproken invloed hebben op |
| humeur, gemoedsgesteldheid en vitaliteit behoren eveneens tot de generaliteiten. |
| Verder vallen de slaapsymptomen hieronder. Wat is de favoriete slaaphouding, op de buik, op de rug? |
| Op de zijde, op welke? Is het mogelijk op de andere zijde te liggen? Moet hij bijna rechtop zitten om te |
| kunnen slapen? Of hoe anders? Het droomleven maakt ook deel uit van de generaliteiten. Nachtrust die |
| regelmatig of op vaste tijden is verstoord, zegt iets over de mens als geheel en is dus een generaliteit. |
| Bijvoorbeeld: “Om vier uur „s nachts word ik altijd wakker.” De mens wordt wakker, niet alleen z‟n voet |
| of z‟n arm. Generaliteiten geven het kader aan - een soort begrenzing - waarbinnen de patiënt zich |
| bevindt en waarbinnen de andere symptomen, de particulars, hun plaats hebben. |
| Hoe waren zwangerschap en bevalling? Zijn er tijdens de zwangerschap veel echo‟s gemaakt? Was er |
| sprake van een kunstverlossing, met keizersnede, tang of vacuüm? Waren er operaties in een latere |
| levensfase, zo ja waarvoor en met welk resultaat? Hoe was de reactie op vaccinaties? Heeft de patiënt |
| kinderziektes doorgemaakt en zo ja, welke? Hoe was de reactie daarop, was hij erg ziek? Heeft hij een |
| kinderziekte tweemaal gehad? Op welke leeftijd? Hoe was het tanden krijgen? Werd drinken en voeding |
| goed verdragen? |
| Was de patiënt op tijd met zijn ontwikkeling in kruipen, zitten, staan en lopen? Hoe was de tijd op de |
| kleuterschool en lagere school? Hebben zich daar gebeurtenissen voltrokken die de patiënt als zeer |
| ingrijpend heeft ervaren? Hoe was de sociale ontwikkeling? Was er sprake van goede vriendschappen of |
| werd de patiënt gepest, en zo ja met welke gevolgen? Hoe was de thuissituatie? Konden de ouders het |
| goed met elkaar vinden of was er altijd bonje? Was er sprake van een liefdevolle, veilige jeugd? Of hoe |
| anders? |
| 31 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| biografie en erfelijke belastingen. Aangezien de toestand van nu slechts de laatste schakel in het leven |
| van betrokkene is - heel het tot nu toe geleefde leven heeft bijgedragen tot hoe hij op dit moment in het |
| leven staat, in ziekte en in gezondheid - is de biografie in de homeopathie van het grootste belang. Alle |
| voorvallen die aanleiding waren voor zekere gebeurtenissen dienen tijdens de anamnese aan de orde te |
| komen, zodat ze meegewogen kunnen worden in het beoordelen van de rode draad in de |
| ziekteontwikkeling en in de bepaling van het geneesmiddel dat op het moment van het consult benodigd |
| is. |
| Organon, §93 |
| “Als de ziekte kortgeleden, of bij een chronische aandoening langer geleden, door een merkwaardige |
| gebeurtenis veroorzaakt is, dan zullen of de patiënt of tenminste de apart ondervraagde familieleden dat |
| wel aangeven, hetzij spontaan, uit eigen beweging of op voorzichtige navraag.” |
| Organon, voetnoot 1, §93: |
| “Eventueel beschamende aanleidingen, die de zieke of familie niet graag, in ieder geval niet uit zichzelf |
| bekennen, moet de dokter door verstandige en indirecte vragen of door ander privé-speurwerk trachten |
| op het spoor te komen. |
| Daartoe behoren: vergiftigingen of zelfmoordpoging, onanie, normale of perverse seksuele |
| uitspattingen, misbruik van wijn, likeuren, punch en andere stimulerende dranken, thee of koffie; |
| overdadig eten in het algemeen of speciaal van schadelijk voedsel; venerische of schurftinfectie, |
| ongelukkige liefde, jaloezie, huiselijke onvrede, ergernis, verdriet over een ongeluk dat de familie |
| getroffen heeft, ondergane mishandelingen, opgekropte wraakzucht, gekrenkte trots, financieel debacle, |
| bijgelovige vrees, honger of bijv. een lichaamsgebrek aan de genitaliën, een breuk, een prolaps enz.” |
| Belangrijk zijn deze symptomen alleen wanneer ze een (diepe) indruk hebben achtergelaten. De |
| symptomen zijn feitelijk ontstaan als reactie op omstandigheden die van buitenaf op de patiënt hebben |
| ingewerkt. Hoe vroeger in de jeugd deze ingrijpende gebeurtenissen hebben plaatsgevonden, hoe groter, |
| maar ook hoe onbewuster, de invloed in het leven en op de ontwikkeling waarschijnlijk is geweest, hoe |
| noodzakelijker het is om er aandacht aan te besteden om tot verwerking en oplossing van het probleem |
| te komen. |
| In de symptomatologie vinden we in dergelijke gevallen altijd indicaties, symptomen die verwijzen naar |
| de vroegere aanleidingen. De huidige symptomen vormen zo de brug naar vroegere gebeurtenissen die |
| de patiënt wezenlijk hebben beschadigd in zijn welbevinden. |
| Vroegere deprimerende gebeurtenissen kunnen de patiënt hinderen en zelfs totaal blokkeren op zijn weg |
| naar herstel. Zo kan een verkrachting in de kindertijd levenslang een gezonde seksuele relatie |
| verhinderen en het voor de patiënt onmogelijk maken een ander te vertrouwen en toe te laten. Het is |
| alsof in zulke gebeurtenissen tijd niet bestaat, en het organisme, ook na zeer lange tijd, als in een reflex |
| in een gelijkende staat van ontreddering blijft verkeren. |
| 32 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| symptomen beïnvloeden en mede bepalen. De homeopathie beschikt over geneesmiddelen die op basis |
| van het teweeg brengen van een gelijksoortige verstoring in het gevoelsleven een genezingsproces op |
| gang brengen en zodoende decennia in de biografie kunnen overbruggen. Het resultaat is dat de patiënt |
| oude, onverwerkte problemen kan integreren. De gebeurtenis zelf neemt het niet weg, maar deze wordt |
| wel van z‟n ziekmakende lading ontdaan. Is een belangrijk deel hiervan opgelost, dan kan er worden |
| begonnen met de behandeling van de symptomatologie die samenhangt met de miasmatische constitutie |
| van de patiënt. |
| Organon, §5: |
| “Voor zijn geneestaak heeft de arts de volgende hulpmiddelen nodig: |
| a. bij acute ziekte de gegevens van de meest waarschijnlijke aanleiding; |
| b. bij chronisch lijden de belangrijkste momenten uit de gehele ziektegeschiedenis, om de grondoorzaak |
| ervan op te sporen, die meestal berust op een chronisch miasma.” |
| Erfelijke belasting |
| In het symptoombeeld hebben we te maken met symptomen die een manifestatie zijn van familiare |
| tendensen. Komen er binnen een familie regelmatig bepaalde ernstige ziekten voor, of openbaren zich |
| telkens terugkerende of vergelijkbare ziektepatronen, dan is er gerede kans dat individuen geboren in |
| zo‟n familie met dezelfde ziektetendensen behept zijn. Het overwinnen van een bepaalde ziekte leidt tot |
| immuniteit. Wordt de ziekte niet overwonnen doch onderdrukt dan ontstaat er geen immuniteit, geen |
| kracht en toename van gezondheid, maar eerder een sluimertoestand die de genezingskansen belemmert. |
| Het nageslacht van zo‟n persoon wordt geboren met de positieve en sterke kwaliteiten van vader of |
| moeder, maar in gelijke mate met hun zwakten en tekortkomingen. Vanzelfsprekend kan een kind geen |
| verhoogde weerstand tegen chronische ziekten hebben indien de ouders die ook niet hadden. |
| Pathologische tendensen worden doorgegeven aan het nageslacht en maken zich in de kindertijd kenbaar |
| door middel van symptomen. In de klachten van het kind zijn kenmerken te vinden die met bepaalde |
| specifieke erfelijke belastingen te maken hebben. Het is aan de homeopaat de symptomen te herkennen |
| en adequaat te behandelen, zodat het kind niet aan dezelfde ziekten komt te lijden als zijn (voor)ouders. |
| Blokkade |
| Een belasting vanuit het voorgeslacht kan zich voordoen als een zogenaamde blokkade. Een patiënt met |
| astmatische klachten en veel reuma en astma in het voorgeslacht kan bijvoorbeeld het middel Tuberculi- |
| num, een nosode, nodig hebben om de impasse waarin hij terecht is gekomen, te doorbreken. Hierna kan |
| het op de chronische ziektesymptomen geïndiceerde geneesmiddel zijn werk gaan doen. Zo is een |
| blokkade slechts zolang een blokkade tot het passende geneesmiddel daarop voorgeschreven wordt. |
| Adequate homeopathische behandeling neutraliseert de ziekelijke tendensen in de patiënt en doorbreekt |
| de cyclus van recidiverende familiare ziekte-uitingen. Met het doorbreken van de pathogene |
| familietendensen staan deze een diepe genezende reactie op het geïndiceerde geneesmiddel niet langer in |
| de weg. |
| Geneesmiddelgebruik |
| 33 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| toxische doses, in de huidige tijd is het medicijngebruik waarschijnlijk een veelvoud van wat vroeger |
| gebruikelijk was. Daarbij worden tegenwoordig vrijwel uitsluitend synthetische medicamenten toegepast |
| die afkomstig zijn uit de chemische industrie. Deze zijn dikwijls moeilijk biologisch afbreekbaar. De |
| Dynamis heeft er de „handen‟ vol aan het organisme van deze belasting te bevrijden of onverwijderbaar |
| materiaal op te slaan in het structurele vet van het organisme. Zo kan er soms een blijvend ontregelend |
| effect uitgaan van gebruikte preparaten. Middelen als het DES-hormoon en softenon zijn hiervan |
| sprekende voorbeelden, maar ook de termijneffecten van prednison, narcotica, psychopharmaca e.d. |
| liegen er niet om. In anamnese en behandeling is het voormalig medicijngebruik en de werking ervan |
| van belang, met name wanneer er in het huidige symptoombeeld sporen van zijn terug te vinden. Voor |
| welke klachten zijn de medicijnen gebruikt en wat was het effect? Zijn de symptomen van de natuurlijke |
| chronische ziekte er tijdelijk of blijvend door veranderd? Indien mogelijk zal de homeopaat een |
| geneesmiddel inzetten om de Dynamis te ondersteunen in het soms zware karwei het organisme te |
| ontdoen van medicijnschade. |
| Organon, §74: |
| “Tot de chronische ziekten moeten we helaas ook nog die algemeen verbreide rekenen, die gecreëerd |
| zijn door de allopathische kuur-vormen benevens door het langdurig gebruik van sterk werkende, |
| drastische geneesmiddelen in grote en stijgende dosering.” |
| Organon, §75: |
| “Deze door allopathische on-heelkunst geproduceerde verknoei-ingen van het menselijk welzijn (het |
| ergste in de laatste tijd) zijn van alle chronische ziekten de treurigste en meest ongeneeslijke en ik |
| constateer met leedwezen, dat het schijnt dat daarvoor, als ze wat ver doorgevoerd zijn, wel nooit |
| geneesmiddelen uitgevonden of bedacht zullen kunnen worden.” |
| Al deze informatie is relevant voor het verkrijgen van een totaaloverzicht van de symptomen en |
| benodigd om tot een adequate behandeling te kunnen komen. Uiteraard heeft niet iedere patiënt |
| symptomen in elke genoemde categorie. Hoe meer en hoe groter de diversiteit van de pathologische |
| symptomatologie, hoe groter de kans dat we met een gecompliceerde situatie te maken hebben. |
| De homeopathische constitutiebehandeling is dienovereenkomstig moeilijker en zal meer tijd in beslag |
| nemen. Bij de analyse van de symptomen wacht de homeopaat een moeilijke taak. Hij moet zien te |
| onderscheiden welk symptoom of welke symptoomgroep bij welke ontregeling hoort en tevens waaraan |
| bij het geneesmiddelvoorschrift de voorrang moet worden gegeven. Deze complexiteit vormt een van de |
| grootste obstakels bij de behandeling van chronisch zieken, speciaal wanneer de homeopaat zijn |
| behandeling baseert op aanwijzingen uit de vierde editie van het Organon. |
| Omdat de zesde editie bijna tachtig jaar voor de buitenwereld verborgen werd gehouden door de erflaters |
| van Hahnemann‟s schriftelijke nalatenschap, heeft de verdere ontwikkeling van de homeopathie plaats |
| gevonden op basis van de vierde editie. Dit heeft grote consequenties gehad voor hoe homeopathie |
| hedentendage in praktijk wordt gebracht. |
| Samenvatting |
| In de anamnese is het verkrijgen van totaalsymptomen van groot gewicht. Het totaalsymptoom bestaat |
| uit de componenten lokalisatie, gewaarwording, modaliteit en concomiterend symptoom. Het |
| totaalsymptoom heeft voornamelijk betrekking op de lichaamsonderdelen van de patiënt, de zogenaamde |
| „particulars‟. |
| 34 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| slaapsymptomen, kortom alles dat iets zegt over de gehele persoon. |
| Biografische gebeurtenissen kunnen voor het voorschrijven van essentieel belang zijn. Alles wat in het |
| verleden grote indruk heeft gemaakt kan tot op de dag van vandaag doorwerken en een gunstige |
| geneesmiddelrespons blokkeren. Erfelijke familiaire pathologische tendensen moeten in het voorschrift |
| worden meegewogen, evenals elementen uit de actuele levenssituatie die de patiënt erg aangrijpen. |
| 35 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Anamnese |
| Wanneer de homeopaat zich tijdens de anamnese een onjuist beeld van de patiënt vormt, is het |
| ondoenlijk het juiste geneesmiddel te vinden. Dit maakt dat de anamnese tot het middelpunt van de |
| homeopathische behandeling. Het resultaat van de behandeling staat of valt ermee. Bij de anamnese |
| hebben wij enerzijds te maken met het bewustzijn van de patiënt betreffende zijn eigen |
| gewaarwordingen, zijn opmerkingsgave en zijn talent om dit te verwoorden, en anderzijds met de |
| deskundigheid van de homeopaat om de juiste vragen te stellen en en te kunnen waarnemen en luisteren. |
| Hahnemann hechtte de grootste waarde aan de anamnese. |
| Organon, §104 |
| “Als eenmaal de totaliteit van de symptomen, die het ziektegeval in het bijzonder bepalen en kenmerken, |
| met andere woorden het ziektebeeld, van de ene of andere soort nauwkeurig is vastgelegd, dan is het |
| zwaarste werk gedaan.” |
| Repertorisatie |
| Dit betekent dat al het andere minder zwaar is. De ervaren homeopaat zal de juistheid hiervan kunnen |
| bevestigen. Na jaren van intensieve praktijkvoering valt het soms moeilijk op te brengen om |
| geïnteresseerd en betrokken te blijven luisteren naar de zoveelste patiënt. Daarentegen worden andere |
| onderdelen van de behandeling, zoals analyse, repertorisatie en geneesmiddelkeuze, door ervaring |
| gemakkelijker, al was het alleen maar omdat de parate kennis groeit met de jaren en de homeopaat heeft |
| leren durven vertrouwen op intuïtie en gevoel, gekoppeld aan ervaring. De homeopaat gebruikt tijdens |
| het consult zijn vaardigheden en kwaliteiten om de patiënt centraal te stellen en zo de noodzakelijke |
| informatie te verkrijgen voor de homeopathische constitutiebehandeling. |
| 36 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| onbevangenheid en gezond verstand, opmerkzame observatie en accuratesse bij de notering van het |
| ziektebeeld.” |
| Consult |
| Eigen beeld- en oordeelsvorming gaan de homeopaat parten spelen en tussen hem en patiënt staan |
| wanneer de homeopaat de anamnese niet onbevangen afneemt. Dit gevaar ligt maar al te vaak op de loer, |
| speciaal wanneer waardeoordelen als goed en kwaad, mooi en lelijk, eens en oneens, e.d. in het geding |
| zijn, om van eigen onverwerkte frustraties en ergernissen nog maar niet te spreken. Tijdens het consult |
| dient altijd de hulpvraag centraal te staan. Alle verkregen informatie dient in dit licht te worden bezien |
| en beoordeeld. Dit vereist een hoge mate van professionaliteit van de homeopaat: aan de ene kant moet |
| hij empathisch genoeg zijn om uit te nodigen tot het blootleggen van diepe zieleroerselen, aan de andere |
| kant moet hij voldoende afstand houden om tot een objectief oordeel te komen. |
| Organon, §98: |
| “Maar toch is aan de andere kant bij alle ziekten, maar vooral bij de chronische, bijzonder veel |
| omzichtigheid, bedachtzaamheid, mensen-kennis, voorzichtigheid in de vraagstelling en in hoge mate |
| geduld nodig, wil men het echte, volledige ziektebeeld tot in alle details nauwkeurig ontdekken.” |
| Onbevangen en opmerkzaam |
| Bij het afnemen van de anamnese wordt van de homeopaat verwacht dat hij beschikt over |
| onbevangenheid, gezond verstand, opmerkzame observatie, accuratesse, omzichtigheid, |
| bedachtzaamheid, mensenkennis, voorzichtigheid en in hoge mate geduld. In Hahnemann‟s optiek zijn |
| deze kwaliteiten de voorwaarden voor een goede anamnese. Uiteindelijk bepaalt de kwaliteit van de |
| homeopaat de mate van het resultaat van de behandeling! |
| Onbevangenheid impliceert openheid, openheid voor het wel en wee van een ander mens. Moeilijk |
| wordt het als de probleemstelling waarmee de patiënt komt als totaal oninteressant wordt ervaren, of |
| wanneer de patiënt in een situatie verkeert die grote gelijkenis vertoont met de privé-problemen van de |
| homeopaat. Dan wordt het lastig objectief te blijven, wat ertoe kan leiden dat we of een hekel krijgen |
| aan de patiënt of er verliefd op worden. Anders gezegd: we schieten door in onze antipathie of |
| sympathie. |
| Voor de homeopaat is het noodzakelijk om zicht te hebben op eigen gevoelsleven en drijfveren zodat |
| kan worden herkend wat van wie is. Het gaat tijdens het consult niet om de eigen gevoelens en energieën |
| van de homeopaat. Het terughouden ervan is van bepalend belang voor het goed verlopen van de |
| behandeling. |
| Anderzijds levert de waarneming van het gevoel, de kleur of de sfeer die de patiënt bij de homeopaat |
| oproept, een belangrijke aanvulling op voor de differentiaaldiagnose. De gevoelssfeer van het |
| geïndiceerde middel dient aan te sluiten bij de gevoelssfeer van de patiënt. De constatering of de patiënt |
| geïrriteerd, chagrijnig, opgewekt, depressief, onverschillig, gepassioneerd, sensueel of iets dergelijks is, |
| zegt veel over de gesteldheid van de betrokkene. Daarbij moeten wij er zorg voor dragen de patiënt niet |
| te beoordelen of te veroordelen op diens uitstraling, maar dit te laten meetellen bij de |
| geneesmiddelkeuze en behandeling. Een onbevooroordeelde houding van de homeopaat biedt de patiënt |
| de beste gelegenheid om zichzelf te zijn. |
| 37 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| hem of haar aan. |
| Gezond verstand |
| Na het nemen van de eerste hindernis op weg naar een anamnese die de patiënt recht doet, is er de vraag |
| naar „gezond verstand‟. Zonder gezond verstand komen we niet ver in de homeopathische praktijk. Bij |
| de anamnese, beeldvorming, analyse, repertorisatie, differentiaaldiagnose, vaststelling van de potentie en |
| de uiteindelijke behandeling, is het denkvermogen een voorwaarde om tot een juiste beoordeling van het |
| probleem te komen. |
| Zo zag de eerste editie van het Organon het licht onder de naam „Organon der RATIONELLEN |
| Heilkunde‟. Door praktijkervaring wordt het waarnemingsvermogen van de homeopaat gaandeweg |
| gescherpt, zodat hij steeds meer zal opmerken als hij zich daar op instelt. Voor de totstandkoming van |
| het totaalbeeld spelen alle zintuigen mee. Om tot bruikbare symptomen te komen zal wat wordt |
| waargenomen uiteraard omzichtig bij de patiënt worden nagevraagd. Wat tussen de regels doorklinkt - |
| de traan in de ooghoek, de gespannen trek om de mond, de blos op de wangen - levert observaties op die, |
| indien met respect bejegend, de brug kunnen slaan naar een werkelijke ontmoeting en een diep begrip. |
| Organon, §6: |
| “De onbevooroordeelde waarnemer weet hoe waardeloos boven-zinnelijke speculaties zijn, die niet |
| door ondervinding kunnen worden bevestigd. Hoe scherpzinnig hij ook moge zijn, hij moet het doen met |
| wat hij zintuiglijk aan de buitenkant kan waarnemen aan veranderingen in de toestand van lichaam en |
| geest, aan ziekte-verschijnselen, bijzonderheden en symptomen. Dat zijn dan afwijkingen van de |
| gezonde, voormalige toestand van degene, die nu ziek is, dus datgene: |
| wat de patiënt zelf voelt; |
| wat zijn omgeving aan hem waarneemt; |
| wat de arts zelf aan hem observeert. |
| Deze waarneembare verschijnselen tezamen vertegenwoordigen de ziekte in haar volle omvang, d.w.z. |
| ze vormen tezamen met elkaar het enig echte en enig denkbare ziektebeeld.” |
| Accuraat en alert |
| Accuratesse is in alle opzichten belangrijk. Accuraat en alert reageren maakt dat de patiënt voelt dat de |
| homeopaat werkelijk geïnteresseerd is, echt luistert en betrokken is, en ondertussen niet in gedachten |
| met andere zaken bezig is. Voor de patiënt is deze belangstelling direct voelbaar. Gaat hij weg met het |
| gevoel dat hij begrepen is, ontroerd, lachend of huilend, kortom geraakt, dan is de basis gelegd voor een |
| vertrouwensrelatie die noodzakelijk is voor een adequate begeleiding op weg naar gezondheid. Zo‟n |
| vertrouwensrelatie biedt ook de ruimte om hem indien nodig te confronteren met wat hij liever niet wil |
| horen. Bij het noteren van de symptoom is accuratesse een absoluut vereiste. Een nauwgezet genoteerde |
| eerste anamnese zal tijdens de volgende consulten als referentie dienen voor de beoordeling van de |
| reactie op de voorgeschreven geneesmiddelen. |
| Organon, §104: |
| “Dan heeft de geneeskundige dit beeld bij de behandeling van vooral de chronische ziekte altijd voor |
| ogen, hij kan het in alle details doorzien.” |
| 38 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| implicerend dat de patiënt met zijn zwakke, minst weerbare kant naar buiten dient te komen. Hierbij |
| hoort een passende, gelijksoortige houding van de kant van de homeopaat om een atmosfeer te scheppen |
| waarin een gedetailleerd totaalbeeld tot stand kan komen. Door ruwheid, grofheid, ongenuanceerdheid, |
| irritatie, haast, etc., van de homeopaat klapt de patiënt dicht en blijven belangrijke dingen ongezegd. De |
| ongepaste houding van de homeopaat vormt een nieuwe belemmering in het genezingsproces van de |
| patiënt. De wijze waarop de homeopaat met de patiënt omgaat is voor de patiënt homeopathie! Gaat de |
| homeopaat slecht met de patiënt om dan zal deze geneigd zijn, indien hij de behandeling stopt, |
| homeopathie als afgedaan te beschouwen, “want hij heeft immers al homeopathie geprobeerd.” |
| Eigen functioneren |
| De homeopaat dient het eigen functioneren grondig te evalueren. Zeker als de praktijk „niet loopt‟ - |
| patiënten haken af of komen niet eens opdagen - zouden we de hand eerst in eigen boezem moeten |
| steken. Zichzelf onder homeopathische behandeling stellen of zich onderwerpen aan intercollegiale |
| functioneringsgesprekken kan helpen om de eigenschappen te ontwikkelen die voor succes in de praktijk |
| benodigd zijn. |
| De patiënt die met een hulpvraag aanklopt bij een therapeut heeft recht op kwaliteit. Het mag daarom |
| niet zo zijn dat de therapeut weigert zich te laten aanspreken op het eigen functioneren. |
| Wie niet in andere mensen is geïnteresseerd zal niet snel de wens hebben om homeopaat te worden of te |
| zijn. Belangstelling voor de medemens leidt uiteindelijk tot de mensenkennis die in de praktijk |
| onontbeerlijk is. Mensenkennis speelt in allerlei facetten van de homeopathie een rol: in de |
| communicatie met de patiënt, in de duiding van de symptomen, in de manier waarop de symptomen |
| worden gebracht. Homeopathie beoefenen stelt ons in de gelegenheid om een diep inzicht in menselijke |
| drijfveren, in ziekte en gezondheid, te verkrijgen. Kortom, het levert mensenkennis op. Voorzichtigheid |
| is geboden als er voor de patiënt „beladen‟ onderwerpen ter sprake komen. |
| Een onderwerp waaraan voor de patiënt veel negatieve herinneringen kleven en dientengevolge veel |
| emoties, zal voor hem reden kunnen zijn om zijn best te doen z‟n gevoelens onder controle te houden. |
| „Onderdrukken‟ is misschien een beter woord. De homeopaat bevindt zich nu in een lastig parket. Is de |
| vraagstelling te confronterend en direct, dan kan de patiënt dichtklappen. Laat de vraagstelling te veel |
| ruimte, dan voelt de patiënt zich niet gezien en zal hij zeker zijn diepste zieleroerselen niet ter tafel |
| brengen. |
| Met volharding en geduld zal de homeopaat moeten proberen om de patiënt zo aan te moedigen dat hij |
| drempels durft te nemen die eerder permanente blokkades leken te zijn. |
| Patiënt is een Engels woord dat geduldig betekent. De wetten der gelijksoortigheid nopen de homeopaat |
| het overeenkomstige geduld te hebben, speciaal bij langdurig chronisch zieken en wanneer de |
| behandeling wordt gecompliceerd door problematische levensomstandigheden. |
| Methodiek |
| Naast het verwerven van de genoemde kwaliteiten beschikken wij in de homeopathie over methodieken |
| die het „vak‟ toegankelijker maken. De menselijke factor blijft evenwel de belangrijkste. De mate waarin |
| de homeopaat zichzelf gemotiveerd blijft scholen en ontwikkelen en de wijze waarop dit in praktijk |
| wordt gebracht zal uiteindelijk zijn deskundigheid bepalen. Hahnemann geeft deze aanwijzing: |
| Voorwoord, eerste editie Organon, 1810: |
| 39 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| tot het heiligste van alle mensenwerk, de uitoefening van de ware geneeskunde.” |
| De taak van de homeopaat is in eerste instantie een zo diep en natuurgetrouw mogelijk beeld van de |
| patiënt te krijgen. Hahnemann geeft een minutieuze beschrijving van dit proces van symptoomvergaring, |
| dat grofweg in drie delen wordt onderverdeeld. |
| Ten eerste is er de zogenaamde „vrije‟ anamnese. De patiënt vertelt zijn verhaal en de homeopaat treedt |
| niet sturend op. Uitsluitend met open vragen zal hij proberen de patiënt te stimuleren tot nadere |
| nuancering van de symptomen. Hij stemt zich volledig af op de patiënt en kiest de frequentie, stemming |
| en sfeer die bij de patiënt past. De eventuele drempels die anders opgeworpen zouden kunnen worden |
| blijven zo tot een minimum beperkt en de communicatie verloopt optimaal. Het kan nu gebeuren dat de |
| patiënt in deze fase van de anamnese heel erg ingaat op zijn levenssituatie en de rol van anderen erin, |
| zich toespitsend op hoe hij zich daaronder voelt - gekwetst, tekortgedaan, verdrietig, geërgerd. Hij legt |
| hier zo zwaar de nadruk op dat wij reeds in dit stadium kunnen zeggen dat het gesprek de richting opgaat |
| van een biografische anamnese. In zo‟n geval is het raadzaam om een geneesmiddel van plantaardige of |
| dierlijke oorsprong voor te schrijven op het biografisch incident, de levensomstandigheden, de interactie |
| tussen patiënt en buitenwereld. |
| Organon, §84: |
| “De patiënt vertelt hoe zijn klachten zich hebben ontwikkeld. De familieleden vertellen waarover hij |
| klaagt, hoe hij zich gedraagt en wat ze bij hem hebben waargenomen. De arts ziet, hoort en neemt met |
| zijn overige zintuigen waar, wat aan de zieke veranderd en ongewoon is. Hij schrijft alles precies op met |
| dezelfde bewoordingen, die de patiënt en de familieleden gebruikt hebben. Indien mogelijk, houdt hij zijn |
| mond en laat ze uitspreken zonder ze te onderbreken*, als ze niet naar bijkomstigheden afdwalen. Alleen |
| vraagt hij al in het begin aan hen of ze langzaam willen spreken, zodat hij ze met schrijven van wat hij |
| noodzakelijk vindt te noteren, kan bijhouden.” |
| * Organon, voetnoot §84: |
| “Iedere onderbreking stoort de gedachtengang van de vertellenden en naderhand schiet alles wat ze |
| eerst hadden willen zeggen, ze niet zo precies meer te binnen.” |
| “Hij schrijft alles op met precies dezelfde bewoordingen.” De patiënt spreekt meestal in de eerste |
| persoon enkelvoud en zegt dus “ik” heb last van dit of dat. Wat hij zegt wordt letterlijk genoteerd, dus in |
| de ik-vorm. Notaties in de derde persoon - “hij” vindt dit of dat - scheppen afstand. Het nalezen van in |
| de ik-vorm genoteerde symptomen spreekt het invoelend vermogen aan, met als resultaat een verfijnder |
| beeld van de zelfbeleving van de patiënt. |
| De kunst is om zo dicht mogelijk bij zijn symptoombeleving te komen en bijgevolg hem vrijuit te laten |
| praten. Storen we hem in zijn gedachtengang dan worden de symptomen niet meer spontaan verwoord. |
| Hiermee loopt de homeopaat het risico waardevolle informatie mis te lopen, die in de |
| differentiaaldiagnose (het onderscheid tussen de diverse middelen) van groot belang kan zijn. |
| Niet wat de homeopaat wil weten is van belang, maar wat de patiënt over zichzelf in eigen |
| bewoordingen kan en wil vertellen, maakt het vinden van het gelijksoortige geneesmiddel |
| mogelijk. |
| Dit accentueert de waarde van de vrije anamnese. De patiënt spreekt dan immers spontaan en in eigen |
| bewoordingen over zichzelf. Zo ontstaat het beste beeld van de patiënt, over zijn klachten en wat hem |
| bezig houdt, waarmee hij in zijn bewustzijn het meest bezig is. Het geïndiceerde geneesmiddel dient aan |
| te sluiten bij gevoelsbeleving, instelling en gedachtenleven van de patiënt. Het dient dezelfde sfeer te |
| ademen. |
| 40 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| hebben een verschillend verloop! Een anamnese wegens een acute klacht verloopt anders dan een |
| anamnese die het verkrijgen van het chronische of biografische beeld ten doel heeft. |
| Organon, §99: |
| “Over het algemeen genomen heeft de dokter het veel gemakkelijker als hij bij acute of pas kort geleden |
| ontstane ziekten de anamnese opneemt, omdat patiënt en familie alle bijzonderheden en afwijkingen van |
| de pas onlangs verloren gezondheid nog vers in het geheugen hebben en al die gegevens nog nieuw en |
| opvallend gebleven zijn. Weliswaar moet de arts ook hier alles weten, maar hij hoeft het veel minder na |
| te speuren. Het meeste zegt men hem uit zichzelf.” |
| Attent luisterende houding |
| Het lijkt tijdens zo‟n gesprek alsof de patiënt bijna „overloopt‟ en de omschrijvingen van de symptomen |
| als vanzelf opborrelen. Een attent luisterende houding en desnoods af en toe een vraag naar verdere |
| nuancering is voldoende om het actuele ziektebeeld in duidelijke, subjectieve symptomatologie |
| verwoord te krijgen. |
| Ook als de beschrijving van andere direct betrokkenen moet komen omdat de patiënt zelf te ziek is, |
| blijkt het veelal mogelijk een helder beeld van de zieke en zijn ziekte te krijgen. Wanneer er sprake is |
| van een incident in het leven van de patiënt, zal bij de juiste afstemming de communicatie toch als |
| vanzelf gaan, eventueel met een sporadische vraag ter verdere verduidelijking of om niet te veel af te |
| dwalen. Het meeste wordt als vanzelfsprekend verteld. Het spreekt voor zich dat de homeopaat geen |
| direct betrokkene en dus belanghebbende bij het gespreksonderwerp mag zijn. |
| Dit maakt het consult tot een veilige situatie voor de patiënt, waarbij de ander, de homeopaat, in het |
| „verhaal‟ van de patiënt de hulpvraag kan onderkennen en hierop adequaat kan voorschrijven. Acute |
| ziektesituaties zijn heftig, belastend en nadrukkelijk aanwezig en het kost de patiënt weinig moeite |
| spontaan z‟n symptomen naar voren te brengen. Een attent luisterende houding helpt om de |
| woordenstroom op gang te houden. |
| Met de anamnese van een chronisch zieke patiënt ligt het veelal anders. De dynamiek is ver te zoeken. |
| De patiënt heeft zich op onderdelen vaak geïdentificeerd met zijn ziek-zijn zodat het moeilijk kan zijn |
| om de relevante informatie duidelijk verwoord te krijgen. De klachten bestaan al zo lange tijd dat ze er |
| bijna bij horen. Een goed onderscheidingsvermogen is in zulke gevallen geen vanzelfsprekendheid. Het |
| komt nu aan op wat Hahnemann „omzichtigheid in de vraagstelling‟, „mensenkennis‟ en „geduld‟ noemt. |
| De symptomatologie is minder dynamisch en bijgevolg minder spectaculair. Het consult verloopt |
| moeizamer, zeker wanneer de patiënt weinig welwillend is om te vertellen. |
| Organon, §95: |
| “Het naspeuren van de hierboven genoemde en alle andere ziekteverschijnselen moet bij de chronische |
| ziekten zo zorgvuldig en uitvoerig mogelijk gebeuren en tot in het kleinste detail afdalen.” |
| Hoofd-voeten-schema |
| Tijdens de geleide anamnese wordt het hoofd-voeten-schema gevolgd om het organisch functioneren in |
| kaart te brengen. De daadwerkelijke klachten zijn tijdens de vrije anamnese naar voren gekomen, maar |
| behoeven wellicht nog nadere toelichting, tot in de kleinste details, teneinde „totaalsymptomen‟ te |
| verkrijgen. |
| 41 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| nadere details aan, die hij als volgt navraagt. Hij leest de aparte symptomen, die hem vermeld zijn, door |
| en vraagt bij het een en ander speciaal bijv.: wanneer gebeurde dit? Was het in de tijd vóór het huidige |
| medicijngebruik? Gedurende het medicijngebruik? Of pas een paar dagen na het staken ervan? Wat |
| voor pijn, welke sensatie, nauwkeurig beschreven, was het die zich op deze plek voordeed? Waar was |
| het precies? Kwam de pijn bij vlagen, apart, op verschillende tijdstippen? Of was het aanhoudend, |
| ononderbroken? Hoe lang duurde het? Op welke tijd van de dag of van de nacht, bij welke |
| lichaamshouding was het het ergst of ging het helemaal weg? Hoe was dit of dat genoemde verschijnsel |
| of die omstandigheid nu precies? Beschrijf het met duidelijke bewoordingen.” |
| Open vragen |
| Bij een correct afgenomen anamnese zullen de aanvullingen die bij navraag naar boven komen |
| symptomen opleveren die het individuele karakter van de klachten openbaren. Hoe meer van zulke |
| symptomen worden verkregen, hoe duidelijker het symptoombeeld wordt. Het is belangrijk open vragen |
| te stellen. Open vragen zijn vragen die niet met ja of nee beantwoord kunnen worden omdat de patiënt |
| anders het antwoord in de mond wordt gelegd, waardoor het antwoord en het symptoom in waarde |
| verminderen voor de analyse. Hoe meer de patiënt de mogelijkheid wordt geboden de symptomen op de |
| voor hem eigen en specifieke wijze te formuleren, hoe natuurgetrouwer het beeld dat het de homeopaat |
| oplevert. Gemoedsgesteldheid en humeur zijn daarbij gewichtige aspecten omdat zij het temperament, |
| denken en voelen blootleggen, aldus een goede geneesmiddelkeuze mogelijk makend. Vragen dienen in |
| algemene bewoordingen te worden gesteld, zodat de patiënt uitgenodigd wordt die gedetailleerd te |
| beantwoorden. |
| De generaliteiten - symptomen die de gehele patiënt betreffen - vormen daarbij een soort kader. Zij |
| geven min of meer de omgeving, de belevingssfeer, het karakter, de drijfveren weer en zijn dikwijls |
| typerend voor zowel de patiënt als voor de karakteristieken waaraan het geneesmiddel dient te voldoen. |
| Tot de generaliteiten rekenen we: de mentale en emotionele symptomen, de seksuele symptomen, de |
| symptomen betreffende de menstruatiecyclus, voorkeuren en afkeren met betrekking tot voedsel, het dag |
| en nachtritme van de patiënt, seizoensgevoeligheden etc. Het zijn symptomen waarvan de patiënt zegt: |
| dat ben ik. |
| Eigen waarneming homeopaat |
| De eigen waarneming van de homeopaat hoort eveneens te worden meegenomen bij de vorming van het |
| totaalbeeld. Bij de differentiaaldiagnose speelt niet alleen het symptoombeeld een belangrijke rol, doch |
| evenzeer de indruk die de homeopaat heeft opgedaan. Een emotie kan bijvoorbeeld veel verschillende |
| betekenissen hebben. Wat de emotie betekent valt niet altijd in woorden te vatten, maar het verschil in |
| gevoelswaarde kan niettemin toch ervaren worden. Dit gevoel stelt de homeopaat in staat de keuze te |
| beperken tot een bepaalde geneesmiddelgroep. |
| 42 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| haastig, huilerig, angstig, vertwijfeld of bedroefd, of getroost, kalm, enz.?” |
| Op grond hiervan is de vraag gerechtvaardigd en noodzakelijk waarom hij uit zijn humeur, ruzieachtig, |
| haastig, angstig, vertwijfeld of bedroefd is, zodat de symptomen genuanceerd kunnen worden en een |
| levende inhoud krijgen. Schaamte, verlegenheid of geslotenheid kunnen de communicatie bemoeilijken, |
| met name wanneer de klachten zijn voortgekomen uit specifieke gebeurtenissen waar de patiënt niet |
| trots op is of waarvoor hij zich geneert. |
| Organon, voetnoot 1, §93: |
| “Eventuele beschamende aanleidingen, die de zieke of familie niet graag, in ieder geval niet uit zichzelf |
| bekennen, moet de dokter door verstandige en indirecte vragen of door ander privé speurwerk trachten |
| op het spoor te komen. Daartoe behoren: vergiftiging of zelfmoordpoging, onanie, normale of perverse |
| seksuele uitspat-tingen, misbruik van wijn, likeuren, punch en andere stimulerende dranken, thee of |
| koffie; overdadig in eten in het algemeen of speciaal van schadelijk voedsel; venerische of |
| schurftinfectie, ongelukkige liefde, jaloezie, huiselijke onvrede, ergernis, verdriet dat de familie |
| getroffen heeft, ondergane mishandelingen, opgekropte wraakzucht, gekrenkte trots, financieel debacle, |
| bijgelovige vrees, honger of bijv. een lichaamsgebrek aan de genitaliën, een breuk, een prolaps, enz.” |
| In onze tijd kunnen wij daar nog aan toevoegen: druggebruik, verslaving aan allopathische medicatie, |
| computer-, tv-, koop- of andere verslaving etc. In de honderdvijftig jaar sinds Hahnemann is er weinig |
| veranderd in motivatie, begeerteleven en andere drijfveren van de mens. De mogelijkheden om het eigen |
| leven te verzieken zijn feitelijk alleen maar toegenomen. De adviezen ten aanzien van leefregels en |
| levenshygiëne die Hahnemann in het Organon in geeft zijn nog verbazingwekkend actueel. Inzicht in de |
| leefwijze, dieet en huiselijke gewoonten van de patiënt is belangrijk om ziekteverwekkende of |
| ziekteonderhoudende factoren op het spoor te komen. Desgewenst kan de patiënt zo worden geadviseerd |
| een en ander te veranderen, al spreekt het voor zich dat dit niet altijd eenvoudig te realiseren zal zijn. |
| Immers, verslavingen laten zich vaak moeilijk van de ene op de andere dag doorbreken en stopzetten. |
| Waar een verslaving het uiteindelijke succes van de behandeling in de weg staat, zal de patiënt er echter |
| op moeten worden gewezen dat hij zijn leefwijze dient te wijzigen om het genezingsproces een kans te |
| geven. |
| Organon, §94: |
| “Men moet nagaan wat daarvan ziekte kan verwekken of onderhouden, om door eliminatie daarvan de |
| genezing te kunnen bevorderen.” |
| Veel vrouwen, jonge meisjes zelfs, gebruiken tegenwoordig de pil. Hormoongebruik grijpt diep in de |
| menselijke constitutie in, beïnvloedt seksleven en seksuele behoeften en verstoort ernstig de onderlinge |
| samenwerking tussen de endocriene klieren. Allerlei latent pathologische tendensen kunnen door |
| pilgebruik manifest worden. Voor het nageslacht kan hormoongebruik eveneens ernstige gevolgen |
| hebben. De dochters van DES-moeders zijn daarvan een sprekend voorbeeld. Afwijkingen komen voor |
| tot in de tweede generatie, zoals bijvoorbeeld blijkt uit het verschijnsel hypospadie (verkeerd aangelegde |
| plasbuis) bij zonen van DES-dochters. |
| Jonge moeders die, ten gevolge van pilgebruik, na de bevalling lijden aan een postnatale depressie geven |
| aan hun kinderen een zekere emotionele belasting mee. Daarbij blijft het niet, want langdurig pilgebruik |
| kan functionele gevolgen hebben voor, bijvoorbeeld, de geestelijke ontwikkeling of de vruchtbaarheid |
| van het nageslacht. Natuurlijke geslachtshormonen, waarmee de menstruatiecyclus samenhangt, oefenen |
| 43 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| daarom aan de orde te komen. |
| Organon, voetnoot 1, §94: |
| ”Vooral moet men bij chronische ziekten van vrouwelijke patiënten rekening houden met zwangerschap, |
| steriliteit, lust tot geslachtsverkeer, bevallingen, miskramen, borstvoeding, vaginale afscheidingen en de |
| aard van de menstruatie. In het bijzonder moet men met betrekking tot het laatste niet vergeten te vragen |
| of ze te frequent of te laat komt, hoe lang ze duurt, ononderbroken of met stagnatie? Vooral echter |
| vragen wat voor lichamelijke of psychische klachten er mee gepaard gaan, welke sensaties en pijnen |
| voor, gedurende of na de beëindiging van de vloeiing. Heeft ze fluor albus? Van welke aard, met wat |
| voor sensaties erbij, hoeveel? En onder welke voorwaarden en na welke aanleiding treedt die op?” |
| Zo ontstaat geleidelijk een gedetailleerd totaalbeeld van de levenssfeer van de patiënt, hetgeen |
| „totaalanamnese‟ wordt genoemd. De totaalanamnese maakt een holistische benadering mogelijk. |
| Organon, §95: |
| “Het naspeuren van de hierboven genoemde en alle andere ziekte-verschijnselen moet bij chronische |
| ziekten zo zorgvuldig en uitvoerig mogelijk gebeuren en tot in de kleinste details afdalen. Dat is in de |
| eerste plaats nodig, omdat ze bij deze ziekten het eigenaardigst zijn, het minst lijken op de verschijnselen |
| bij snel verlopende ziekte-processen en voor de genezing, wil die slagen, niet nauwkeurig genoeg |
| genomen kunnen worden. Maar ook, omdat de patiënten zo gewend raken aan hun lange |
| lijdensgeschiedenis, dat ze op de kleinere, vaak zo tekenende (karakteristieke) nevenomstandig-heden, |
| die van grote invloed zijn op de geneesmiddelkeus, weinig of geen acht meer slaan.” |
| ‘Acute’ anamnese |
| Het opnemen van een acute anamnese is enigszins gemakkelijker. De hoeveelheid ziektesymptomen is |
| beperkt en zij dienen zich min of meer op een presenteerblaadje aan. Er hoeft meestal weinig te worden |
| nagevraagd: de symptomen borrelen spontaan op. Alhoewel de druk op de homeopaat toeneemt met de |
| ernst van de symptomen, is de geneesmiddelkeuze om dezelfde reden eenvoudiger: hoe heviger de |
| verschijnselen, hoe duidelijker ze zijn. |
| Organon, §104: |
| “Als eenmaal de totaliteit van de symptomen, die het ziektegeval in het bijzonder bepalen en kenmerken, |
| met andere woorden het ziektebeeld, van de een of andere soort nauwkeurig is vastgelegd, dan is het |
| zwaarste werk ook klaar.” |
| De noodzakelijke informatie op een goede manier verkrijgen is desondanks een veeleisende taak. Bij |
| acute ziekten is het simpeler omdat de symptomatologie zich beperkt tot een kleiner gebied, maar bij |
| chronische, langdurige klachten komt er meer bij kijken om tot een volledige inventarisatie te komen. |
| Zo‟n inventarisatie blijft namelijk niet beperkt tot de symptomen die zich ten tijde van de anamnese het |
| sterkst manifesteren, doch omvat tevens de symptomen uit het verleden en hun verloop. Voor een goede |
| beoordeling en een goed verloop van de behandeling hebben wij ze allemaal nodig. |
| Samenvatting |
| 44 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| omzichtigheid, bedachtzaamheid en voorzichtigheid. Deze eigenschappen zijn in hoge mate bepalend |
| voor de kwaliteit van de anamnese. |
| De anamnese bestaat uit twee onderdelen: de „vrije anamnese‟ en de „geleide anamnese‟. Tevens maken |
| de erfelijke tendensen en de biografie deel uit van de homeopathische anamnese, evenals de actuele |
| levensomstandigheden. |
| De patiënt dient omzichtig te worden aangesproken op zaken die de effectiviteit van de behandeling in |
| de weg staan, zoals dieet, medicijngebruik, verslavingen, e.d. |
| 45 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Geschiedenis van de homeopathie |
| De geschiedenis van de homeopathie heeft zich tijdens het leven van Hahnemann tussen de jaren 1790 |
| en 1843 in fasen voltrokken. Het zou tot 1810 duren voordat het eerste Organon het levenslicht zag. |
| De tweede editie van het Organon stamt uit 1819, de derde verscheen in 1824 en de vierde in 1829. Met |
| name de vierde editie is door de Amerikaanse homeopaten gebruikt voor de verdere ontwikkeling van de |
| homeopathie. De vijfde editie werd door Hahnemann uitgebracht in 1833 en de zesde en laatste editie |
| tenslotte werd door hem afgerond in 1843. Door omstandigheden werd de uitgave van de zesde editie |
| bijna 80 jaar opgehouden, om in 1921 uiteindelijk te worden uitgebracht door Richard Haehl. |
| In de zes edities maakt de homeopathie een steeds verder voortschrijdende ontwikkeling door, die voor |
| de toenmalige homeopaten moeilijk te volgen was. Een belangrijk twistpunt was de ontwikkeling van |
| gepotentieerde geneesmiddelen voorbij het getal van Avogadro: het onstoffelijk of energetisch worden |
| van geneesmiddelen. |
| De discussie over het verschil in bruikbaarheid en effectiviteit van centesimale en LM-potenties duurt tot |
| op heden voort. |
| Tussen 1816 en 1827 werkte Hahnemann intensief aan een oplossing van het raadsel chronische ziekten. |
| Zijn bevindingen gaf hij weer in de Chronische Ziekten, waarvan de laatste editie verscheen in 1837. |
| Waar het Organon van paragraaf tot paragraaf de wetenschappelijk-filosofische grondslag van de |
| homeopathie beschrijft, komt in de Chronische Ziekten de praktische uitvoering ervan aan de orde. Tot |
| in detail wordt uit de doeken gedaan hoe wij de homeopathische behandeling van zieken moeten |
| aanpakken. Bij oppervlakkige beschouwing zouden wij tot de conclusie kunnen komen dat er |
| contradicties bestaan tussen wat Hahnemann stelt in het Organon en in praktijk brengt in de Chronische |
| Ziekten. Wanneer wij evenwel de totale inhoud van beide werken bestuderen, blijkt dat er van |
| tegenstellingen geen sprake is. Organon en Chronische Ziekten vullen elkaar aan; ze zijn elkaars |
| complementen. Het is aan de hedendaagse homeopaat om Hahnemann intensief te bestuderen en aldus |
| tot een nieuw begrip te komen van de wijze waarop Hahnemann de homeopathie gestalte heeft gegeven. |
| Het mogelijke resultaat is dat later ingeslepen ideeën en dogma‟s op de helling moeten. De toekomst van |
| de homeopathie zowel als het wel en wee van de zieke mensheid is te belangrijk om deze opgave af te |
| doen met een opmerking als “Wij zijn Hahnemann voorbij”. |
| De enige manier om het genie Hahnemann te overtreffen is hem helemaal begrijpen en daarna eventuele |
| verbeteringen aan te brengen. Eerst echter zullen we terug moeten naar de basis zoals die door |
| Hahnemann is gelegd. |
| Aspecten van de homeopathie |
| De verschillende aspecten van de homeopathie, zoals door Hahnemann beschreven, zullen in het |
| navolgende steeds worden teruggekoppeld naar en onderbouwd worden met passages uit Organon en |
| Chronische Ziekten. Er zal waarschijnlijk een ander beeld door ontstaan dan zoals wij tegenwoordig de |
| homeopathie voor ogen hebben. Omdat het op essentiële punten zo wezenlijk afwijkt van het geleerde |
| op homeopathische opleidingen zijn ruimdenkendheid en flexibiliteit gewenst, evenals een kritische en |
| op waarheid gerichte instelling. Het kan zijn dat de eigen praktijkvoering over de gehele linie grondig |
| moet worden herzien. Wanneer wij reeds gedurende langere tijd in de homeopathie werkzaam zijn, zal |
| dit ongetwijfeld geen eenvoudige opgave zijn. Het algemeen belang gaat echter boven eventuele |
| persoonlijke argumenten. We kunnen en mogen het streven de homeopathie te vervolmaken, of beter |
| 46 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| om de homeopathie verder te ontplooien. Laten we beginnen eens te kijken wat Hahnemann werkelijk |
| schreef in zijn beide standaardwerken. |
| De gelijksoortigheidsregel, de hoeksteen van de homeopathie, is op elk aspect van de homeopathie van |
| toepassing. Dit uitgangspunt wordt geweld aangedaan wanneer we het uitsluitend betrekking laten |
| hebben op de relatie tussen het natuurlijke ziektebeeld en de kunstmatige geneesmiddelziekte ofwel het |
| homeopathisch geneesmiddel. |
| Organon en Chronische Ziekten gaan over de behandeling van zieken, niet over het repareren van de |
| postkoets of over de huiselijke aangelegenheden van de schrijver: alle aspecten van zo‟n behandeling |
| worden onder de loupe genomen. Van doorslaggevend belang is hoe Hahnemann ziekte en gezondheid |
| zag. Daartoe zullen wij de betreffende paragrafen aan een nader onderzoek onderwerpen. |
| De meest complete omschrijving van het begrip gezondheid geeft hij in paragraaf negen. |
| Organon, §9: |
| “Als de mens gezond is, heerst de spirituele levenskracht (autocratie), die als Dynamis het stoffelijk |
| lichaam (het organisme) leven doet, onbeperkt. Ze houdt al zijn delen in een bewonderens-waardig |
| harmonische, levende werking, die zich uit in voelen en handelen, zó, dat de met verstand toegeruste |
| geest zich vrij van dit levende, gezonde werktuig kan bedienen voor de hogere bedoelingen van ons |
| bestaan.” |
| Met andere woorden, het lichaam is slechts het werktuig waardoor de mens zich op aarde kan uitdrukken |
| en zijn levensweg kan gaan, en zich „vrij‟ kan richten op de „hogere bedoelingen‟ van zijn individuele |
| bestaan. Gezondheid maakt dat de mens „vrij‟ gebruik kan maken van zijn stoffelijk voertuig, het |
| lichaam. Ziekte daarentegen bindt de mens aan zijn stoffelijk aspect omdat het ziek-zijn hem belemmert |
| in het gaan van zijn levensweg. Ziekte maakt „onvrij‟, ketent hem aan de stof door de belemmeringen die |
| het hem oplegt. Dat ziekte in spirituele zin een betekenis kan hebben en de mens kan spiegelen in zijn |
| gemaakte keuzes is een interessant gegeven; dit valt echter buiten het bestek van dit boek. |
| Organon, §253: |
| “Bij alle ziekten, vooral bij de snel ontstane (acute), is van de tekenen die een klein, niet voor iedereen |
| zichtbaar begin van verbetering of verergering aantonen, de toestand van de stemming en de hele |
| manier van doen van de patiënt het meest betrouwbaar en duidelijk. In het geval van een nog zo klein |
| begin van verbetering blijkt dat daaruit, dat de patiënt zich meer op zijn gemak voelt en geestelijk vrijer; |
| hij vat meer moed en hij gedraagt zich als het ware weer natuurlijker. Als er echter sprake is van ook |
| maar een heel klein beetje verergering, gebeurt het tegenovergestelde - de patiënt is bevangen, |
| onbeholpener, meelijwekkender in zijn stemming, zijn denken, zijn gedrag en in alle houdingen, posities |
| en handelingen. Men kan het bij nauwkeurige observatie gemakkelijk zien en aantonen, al is het niet in |
| woorden te beschrijven.” |
| De beschrijving van de effecten van ziek-zijn leert dat, als deze invloeden chronisch zijn, het leven van |
| de betrokkene er anders komt uit te zien dan mogelijkerwijs is bedoeld. De levensvisie verandert en te |
| maken keuzes komen in een ander verband en daglicht te staan. De mens wordt onvrij. De chronische |
| ziektelast zal de levensloop veranderen. Levenszin en levensgeluk worden nadelig beïnvloed en |
| uiteindelijk nadelig bepaald. In paragraaf 11 van het Organon gaat Hahnemann voor de eerste keer in op |
| het begrip ziekte. |
| Organon, §11: |
| 47 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| van een ziekmakend agens. Alleen een levensbeginsel dat tot zo‟n wanklank verworden is, kan het |
| organisme die nare gewaar-wordingen bezorgen en het zo abnormaal laten functioneren, dat we het ziek |
| noemen. Want deze kracht, die op zichzelf onzichtbaar is en alleen te merken door haar inwerkingen op |
| het organisme, geeft slechts kennis van haar ziekelijk ontstemd zijn, doordat het organisme in voelen en |
| handelen ziek blijkt (dat is de enige kant, die voor de zintuiglijke waarneming van de geneeskundige |
| open ligt). Dat wil zeggen: het ziek-zijn maakt zich kenbaar door ziekte-symptomen en door niets |
| anders.” |
| Het lichaam wordt gevormd door de levenskracht, die haar in stand houdt. Een gezonde levenskracht |
| creëert een gezond lichaam, een ongezonde levenskracht creëert een ongezond lichaam, inclusief de |
| bijbehorende bacteriën, virussen en pathologie. In paragraaf 11 brengt Hahnemann het begrip ziekte op |
| het niveau waar het hoort, op het dynamisch energetisch spirituele niveau. Hij geeft duidelijk aan dat |
| ziekte niet iets stoffelijks is. Iedere materiële verandering is het gevolg van een ontregeling van de |
| spirituele levenskracht, die aan het stoflichaam ten grondslag ligt. Het is een disfunctie van de Dynamis. |
| Hahnemann‟s benadering van het begrip ziekte verschaft ons meer inzicht in zijn werkwijze. |
| Classificatie van ziekten |
| In het Organon geeft Hahnemann vanaf §72 de „Indeling der Ziekten‟: |
| “De menselijke ziekten zijn te verdelen in twee groepen: |
| a. snel verlopende aandoeningen van het uit zijn evenwicht gebrachte „ontstemde‟ levensbeginsel. Ze |
| verlopen in een variërend, steeds beperkt tijdsbestek. Men noemt ze de acute ziekten. |
| b. die ziekten, die klein, vaak ongemerkt beginnen het levende organisme, ieder op haar eigen wijze, |
| dynamisch te ontregelen. Geleidelijk aan verwijdert het organisme zich daardoor steeds meer van de |
| gezonde toestand, zodat de automatische, onbewuste, vitale energie, de zg. levenskracht (het |
| levensbeginsel), die de gezondheid in stand behoort te houden, aan die ziekten van het begin af en in hun |
| hele verloop slechts onvoldoende, ondoel-matige en nutteloze weerstand biedt. |
| Ze kan ze op eigen kracht niet uitdoven, maar is, machteloos, genoodzaakt ze te laten voortwoekeren. |
| Het organisme moet zich steeds meer laten ontregelen tot uiteindelijke algehele vernietiging. Dat noemt |
| men chronische ziekten. Deze ontstaan door een „dynamische‟ infectie van een chronisch miasma.” |
| Acute ziekten - incidenten |
| Bij acute ziekten maakt Hahnemann onderscheid tussen twee grote groepen. |
| De eerste groep omvat incidenten, waaronder acute ziekten op basis van een externe aanleiding worden |
| verstaan. De acute ziekte voldoet aan bepaalde criteria: hij komt plotseling en snel op en vertoont een |
| heftig karakter. Bewustzijn en beleving worden er geheel door in beslag genomen. Onbehandeld zal de |
| acute ziekte zich na zijn natuurlijk verloop oplossen in herwonnen gezondheid. Was de patiënt echter al |
| erg verzwakt en heeft de acute aandoening een hevig verloop, dan kan er levensgevaar dreigen en komt |
| de patiënt misschien zelfs te overlijden. Wat bij „acute ziekten‟ - „incidenten‟ - het sterkst op de |
| voorgrond treedt, is de heftigheid en intensiteit van de verschijnselen. Hierin drukt zich tegelijkertijd de |
| onderliggende tendens uit van hoe en in welke mate de Dynamis is aangedaan. |
| Chronische Ziekten, blz. 160: |
| “Als incidenten die de kuur slechts tijdelijk storen, beschouw ik: overladen maag (die weer kan worden |
| opgeknapt door honger, d.w.z. alleen maar wat dunne soep gebruiken i.p.v. een maaltijd en een beetje |
| 48 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Antimonium crudum in hoge potentie), kou op de maag door eten van fruit (aan Arsenicum laten |
| ruiken), klachten door spiritualiën (Nux vomica), bedorven maag met gastrische koorts, rillerigheid en |
| kou (Bryonia), enz….. |
| Ergernis die een inwendige, stille kommer, verdriet of schaamte teweegbrengt (vraagt om Ignatia). |
| Ergernis die toorn, heftigheid, hitte, geprikkeldheid produceert (behandelen met Chamomilla, maar met |
| Bryonia indien naast de geprikkeldheid ook rillerigheid en lichamelijke kou aanwezig zijn). Ergernis |
| met verontwaardiging, diepe innerlijke krenking (als men dan weggooit wat men juist in de hand heeft: |
| Staphisagria) en als er verontwaardiging is met stille (opgekropte) innerlijke krenking (hiervoor |
| Colocynthis). |
| Ongelukkige liefde met stil verdriet (Ignatia), ongelukkige liefde met jaloezie (Hyoscyamus). Een hevig |
| kouvatten (schrijf naast binnen blijven in kamer of in bed Nux Vomica voor, als diarree het gevolg was |
| Dulcamara, als pijnen volgen Coffea cruda, maar als koorts en hitte daaruit voortkomen Aconitum). |
| En op blz. 161: |
| Vertillen en verrekken (in enkele gevallen Arnica, maar het zekerst te verhelpen met Rhus |
| toxicodendron), kneuzingen en verwondingen door stompe voorwerpen (Arnica), brandwonden |
| (behandelen met omslagen van water met hoog gepotentieerde Arsenicum-dilutie of met urenlang |
| ononderbroken applicatie van in flink heet water verhitte alcohol). Tenslotte verzwakking door verlies |
| van lichaams-sappen en bloed (China) en heimwee met rode wangen (te verhelpen door Capsicum).” |
| Opvallend is dat incidenten zich kunnen manifesteren op verschillende niveaus, zowel op het |
| lichamelijk-functionele, alsook op het emotionele en mentale niveau . |
| Incidenten zijn altijd overheersend, dat wil zeggen ze bepalen gedurende een bepaalde periode de |
| levenssfeer van de patiënt. |
| Wie een been breekt of van de trap valt en zich vreselijk bezeert, heeft pijnen en andere symptomen die |
| zo belastend en bepalend zijn dat ze weinig ruimte laten voor de beleving van iets anders. De oorzaak is |
| functioneel. De emotionele gevolgen worden doorgaans veroorzaakt door de heftigheid van de |
| functionele oorzaak, de val. |
| Bij klachten ten gevolge van kouvatten, verbranding of vertillen geldt eveneens dat het emotionele |
| niveau sterker is aangedaan naarmate de functionele klachten erger zijn. Door de kracht van de externe |
| prikkel wordt de Dynamis uit balans gebracht. |
| Bij klachten als ergernis, verontwaardiging, teleurstelling, verdriet, kommer, krenking enz. is de patiënt |
| het eerst op het emotionele vlak aangedaan. De klachten op dynamisch-functioneel niveau zijn het |
| gevolg van de emotionele verstoring. |
| In al deze gevallen ligt de oorzaak van het lijden BUITEN de patiënt. De oorzaak is exogeen. De Dynamis |
| zelf is niet ziek, maar in een poging de balans te herstellen produceert zij de symptomen van een acute |
| ziekte. |
| In onze huidige dynamische samenleving, waar werken topsport is en de nadruk op jeugdigheid en |
| kracht wordt gelegd, wordt nog zelden gemeten met de menselijke maat. Mensen voelen zich veelvuldig |
| gekrenkt en gekwetst. Eén op de drie huwelijken strandt en eindigt met een echtscheiding, waarna de ex- |
| echtelieden hun onenigheden verder uitvechten over de hoofden van hun kroost. Vrijwel onvermijdelijk |
| raken alle betrokkenen, de kinderen incluis, hierdoor beschadigd. |
| Wat betreft de maatschappelijke carrière schijnt het tegenwoordig onwenselijk te zijn zich aan een |
| werkgever te „hechten‟. Regelmatig van baan veranderen hoort erbij, evenals stijgen op de |
| maatschappelijke ladder totdat uiteindelijk een niveau is bereikt waarop we niet meer functioneren. Dit |
| fenomeen heet het „Peter Principe‟. Het staat garant voor veel verdriet, onvrede en teleurstelling. Zulke |
| ziekmakende omstandigheden hebben grote gevolgen voor de betrokkenen. |
| 49 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| voortdurende bron van angst, verdriet en spanning vormen. Alle welvaart en materiële voorspoed ten |
| spijt, leeft menigeen met de spanning van geldzorgen op de achtergrond. Armoede mag een grote |
| spanningsbron zijn, rijkdom maakt mensen evenmin gelukkiger, zoals uit onderzoeken blijkt. |
| Vanzelfsprekend raakt niet iedereen aangedaan door tegenzittende omstandigheden; dat verschilt per |
| individu. Gevoeligheid maakt dat wij door een of andere indruk uit het lood geslagen worden, wat ons, |
| om met de woorden van Hahnemann te spreken, gevoelig maakt voor incidenten. Behandeling is alleen |
| dan noodzakelijk wanneer er symptomen zijn die om behandeling vragen. Uit de aanwezigheid van |
| symptomen blijkt dat de patiënt moeite heeft de balans en daarmee de gezondheid te herstellen. |
| Chronische Ziekten, blz. 157 en 158: |
| “Deze methode, het gepotentieerde middel laten inwerken op de patiënt door hem eraan te laten ruiken, |
| heeft grote voordelen bij de velerlei incidenten (tegenslagen), die de behandeling van de chronische |
| ziekten niet zelden plegen te storen en te onderbreken. Om die hindernissen weer zo snel mogelijk uit de |
| weg te ruimen, kan men de patiënt dan het beste het tegenmiddel ook in meer of minder sterkte via |
| olfactie (ruiken) laten ontvangen. |
| Dit garandeert de vlugste inwerking op de zenuwen en geeft zodoende ook het snelst baat, zodat de |
| voortzetting van de behandeling der chronische ziekte het minst wordt opgehouden. Ja, als het incident |
| op deze manier snel uit de weg wordt geruimd, werkt het tevoren ingenomen anti-psorische |
| geneesmiddel soms nog enige tijd door. In dat geval moet echter de dosis van het ruikmiddel tegen de |
| ziekelijke storing zo toegediend worden, dat zijn werking slechts juist toereikend is om het nadeel van de |
| tegenslag uit te wissen, zonder dieper te gaan of nog langer zijn werking voort te zetten.” |
| Hahnemann spreekt hier over de behandeling van de incidenten tijdens de chronische ziekte van de |
| patiënt. |
| De patiënt lijdt dus, volgens Hahnemann, aan een incident EN een chronische ziekte. Van de invloed van |
| het incident dient hij bevrijd te worden door een adequaat voorschrift tijdens en naast de behandeling |
| van de chronische ziekte. |
| Een adequaat voorschrift houdt in dat hij direct aan het passende geneesmiddel moet ruiken teneinde het |
| incident zo snel mogelijk te boven te komen. Olfactie garandeert een snel effect. Bovendien verstoort het |
| de chronische behandeling niet: „het tevoren ingenomen antipsorische geneesmiddel werkt dan soms nog |
| enige tijd door‟! |
| Een ander voorbeeld is de chronische patiënt die verstoord raakt door een incident. Hier wordt het |
| incident veroorzaakt door de levensomstandigheden die voortvloeien uit de chronisch constitutionele |
| ziektesituatie. Het incident is complementair of aanvullend ten opzichte van de chronische situatie. |
| Het zijn de specifieke leefsituatie en omstandigheden die gevoelig maken voor de inwerking van deze |
| speciale tegenslag, die incident genoemd wordt. |
| Chronische ziekten en incidenten zijn twee grootheden van verschillende orde die ieder op basis van |
| gelijksoortigheid behandeling nodig hebben. |
| Vergelijken we de aard van een incident met die van een chronische ziekte dan tonen zich wezenlijke |
| verschillen in kenmerken, geaardheid en dynamiek. De behandeling dient hiermee rekening te houden, |
| zowel in het geneesmiddelvoorschrift alsook in de potentiekeuze en de dosering. |
| Voor de behandeling van incidenten wijst Hahnemann vooral op niet antipsorische, plantaardige en |
| dierlijke geneesmiddelen, met als uitzondering de minerale middelen Arsenicum en Antimonium. |
| 50 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> Most read |
| Een tweedimensionaal plaatje is feitelijk ongeschikt om een driedimensionaal tijdsproces weer te geven. |
| Toch geeft de bloem een impressie van het pathologisch krachtenspel waaraan de mens kan blootstaan. |
| Ieder blaadje, ieder levensveld bezit een mogelijk ziekteverwekkende energie die de patiënt in onbalans |
| kan brengen, met in de kern, het hart, de grondoorzaak van ziekte, de psorisch verstoorde Dynamis. |
| Ieder blaadje bezit een andere dynamiek, een andere activiteit. De mate van pathologische activiteit, en |
| de eruit voortkomende symptomen, bepalen de grootte van ieder afzonderlijk blaadje. Hoe meer |
| symptomen samenhangen met, bijvoorbeeld, het blaadje incidenten, hoe meer dit de verhouding ten |
| opzichte van de andere blaadjes en daarmee de „kleur‟ van heel de bloem bepaalt. De symptomen - de |
| kleur van de gehele bloem - kunnen zich in relatief korte tijd wijzigen, afhankelijk van de verschillende |
| levensprocessen. De bloem ontwikkelt zich immers ook in de tijd, gedurende het leven. Afhankelijk van |
| de pathologische ontwikkelingsfase of de omstandigheden waarin de patiënt verkeert kan het |
| zwaartepunt van het symptoombeeld - de kleur van de bloem - anders komen te liggen. Dan zijn andere |
| geneesmiddelen geïndiceerd. Het leven laat zich moeilijk vangen in een plaatje, maar een dergelijke |
| schematische voorstelling kan helpen voor de beeldvorming. |
| Samenvatting |
| Resumerend kunnen we stellen dat „een incident‟ zich kenmerkt door: |
| --een buiten de patiënt liggende oorzaak (exogeen; de Dynamis zelf kan gezond zijn). De symptomen |
| zijn verklaarbaar vanuit de levensomstandigheden en gebeurtenissen. |
| --een plotseling opkomend klachtenpatroon met een heftig allesbepalend karakter (acuut). |
| --een over het algemeen kenmerkend snel verloop. |
| --uit zichzelf kunnen genezen. |
| --goed behandelbaar met niet antipsorische homeopathische geneesmiddelen. |
| Collectieve ziekten – epidemische ziekten |
| De tweede groep van acute ziekten noemt Hahnemann collectieve ziekten, tussenziekten of morbi |
| intercurrentes. Tegenwoordig noemen we ze epidemische ziekten. |
| Organon, §73: |
| “II. Collectieve ziekten: |
| Er zijn ziekten, die hier en daar (sporadisch) enkele mensen tegelijk aantasten, veroorzaakt door |
| atmosferische of tellurische invloeden en noxen, waarvoor maar enkele mensen op eenzelfde tijdstip |
| vatbaar zijn. Hieraan grenzen de ziekten, die door eenzelfde oorzaak veel mensen met sterk |
| overeenkomstige klachten epidemisch aantasten, ziekten, die dan gewoonlijk, als ze dicht opeen levende |
| mensenmassa‟s op hun weg vinden, besmettelijk (contagieus) plegen te worden. Dan ontstaan er |
| koortsende ziekten, elke keer van een eigen type, die, omdat ze van dezelfde oorsprong zijn, bij de |
| besmette mensen steeds een gelijksoortig ziektebeeld verwekken. Als men ze op haar beloop laat, gaat de |
| ziekte echter in een beperkte tijdsduur voorbij, met dodelijke afloop of met herstel. Oorlogsellende, |
| overstromingen en hongersnood zijn niet zelden de aanleiding en oorzaak ervan.” |
| 51 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| collectieve ziekten infectieus zijn en de een na de ander kunnen „aansteken‟, wat bij incidenten veel |
| minder het geval is. Collectieve ziekten zijn primair koortsende acute ziekten die grote groepen mensen |
| aandoen en die epidemische vormen kunnen aannemen. Influenza-achtige aandoeningen vallen onder de |
| collectieve ziekten. Dat „oorlogsellende, overstromingen en hongersnood niet zelden de aanleiding en |
| oorzaak zijn‟, zoals Hahnemann schrijft, geldt tot op de dag van vandaag. Wij horen vrijwel dagelijks in |
| de media over een dreigende epidemie in een of ander rampgebied. |
| Aanleiding en oorzaak zijn hier identiek en liggen buiten de mens. Ze hangen samen met de |
| levensomstandigheden en niet primair met de constitutie. Desondanks heeft de patiënt een bepaalde |
| ontvankelijkheid of gevoeligheid voor deze specifieke vorm van ziekte, een gevoeligheid die wellicht in |
| andere omstandigheden als „gezond‟ geclassificeerd kan worden. Er bestaat niet noodzakelijkerwijs een |
| endogene dynamische constitutionele predispositie om zo‟n ziekte te krijgen. Voorbeelden zijn tyfus, |
| cholera, dysenterie, kinkhoest, mazelen, Spaanse griep, pest, polio, Ebola e.d. Haast altijd raken grote |
| groepen mensen besmet en vallen er veel slachtoffers. Typische algemene kenmerken zijn acuutheid, |
| heftigheid, intensiteit, hoge koorts, diarree, uitdroging en uitputting. Voor chronisch zieken leiden ze |
| snel tot een crisis en eventueel de dood. |
| De differentiaaldiagnose ligt in zulke gevallen in de individualisering van de subjectieve symptomen; |
| symptomen die de ene patiënt onderscheiden van alle andere. Op grond van overeenkomende |
| symptomen bij meerdere patiënten, en hun reactie op het voorgeschreven geneesmiddel, kan tevens |
| worden voorgeschreven op de zogenaamde genus epidemicus van de collectieve ziekte. Het |
| geneesmiddel dient dan, gelijksoortig aan de ziektedynamiek, in frequent herhaalde doses te worden |
| toegediend tot er een duidelijke verbetering optreedt. Hoe heftiger en acuter de ziekte, hoe frequenter de |
| inname van het passende geneesmiddel. Wanneer een duidelijke curatieve respons optreedt moet de |
| frequentie worden verminderd om overstimulatie te voorkomen. |
| Organon, §102: |
| “Als men de symptomen van meer van zulke gevallen noteert, wordt het geschetste ziektebeeld steeds |
| vollediger. Niet door meer uitgebreidheid en omhaal van woorden, maar doordat het beeld meer |
| getypeerd, gekarakteriseerd wordt en de kenmerken van deze collectieve ziekte vollediger omvat. De |
| algemene verschijnselen (bijv. gebrek aan eetlust, aan slaap enz.) worden ten opzichte van dit |
| ziektebeeld nauwkeuriger bepaald en daartegenover treden de opvallende, speciale symptomen, die, |
| tenminste in deze combinatie, schaarser en maar bij enkele ziekten voorkomen, duidelijk naar voren en |
| vormen het kenmerkende van deze epidemie. Alle patiënten die door de huidige epidemie zijn aangetast, |
| hebben weliswaar een gelijke ziekte, voortgekomen uit één en dezelfde besmettingsbron, maar het |
| complete beeld van zo‟n epidemische ziekte en de totaliteit van haar symptomen kan men niet aan een |
| enkele patiënt waarnemen. Dat kan alleen uit het ziekteverloop van meerdere zieken van verschillende |
| lichamelijke condities volledig geabstraheerd en omschreven worden. De kennis van de totaliteit is |
| nodig om een overzicht te krijgen over het gehele ziektebeeld, zodat het voor die totaliteit meest |
| passende homeopathische geneesmiddel kan worden gekozen.” |
| Tussenziekten en incidenten kunnen de chronische constitutiebehandeling danig verstoren en |
| belemmeren. Dit is met name het geval indien de tussenziekte een lange nasleep heeft en de patiënt |
| langer dan alleen gedurende de acute fase in het herstel belemmerd wordt. We moeten nu proberen met |
| een goed voorschrift het herstel van de tussenziekte te bespoedigen. Immers, het doel van |
| homeopathische behandeling is de patiënt te bevrijden van zijn chronische ziekte. De tegenslagen en |
| collectieve ziekten die dit doel in de weg staan dienen uit de weg geruimd, opgelost te worden. Acute |
| ziekten die geen correct, dat is geen spontaan genezend verloop hebben, verstoren de chronische |
| 52 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| tussenziekten voornamelijk plantaardige, niet antipsorische geneesmiddelen, aangevuld met de minerale |
| middelen Arsenicum en Antimonium. |
| Chronische Ziekten, blz. 161: |
| “Maar we hebben gedurende de behandeling der chronische ziekten door antipsorica ook helemaal niet |
| zo zelden behoefte aan het overige niet antipsorische geneesmiddelarsenaal, nl. in die gevallen, waarin |
| tussenziekten (morbi intercurrentes), die epidemisch maar soms alleen sporadisch de mensen aantasten |
| en gewoonlijk door meteorische of tellurische oorzaken zijn ontstaan, onze chronische ziekten niet |
| onaangetast laten en op die manier de antipsorische kuur niet alleen maar storen, maar vaak gedurende |
| langere tijd onderbreken. Hier komen we te hulp met de overige homeotherapeutica die we al kenden, |
| om welke reden ik er hier niets over hoef te zeggen, behalve dan dat de antipsorische behandeling |
| volledig moet worden onderbroken, zolang de behandeling van de heersende en ook onze (chronische) |
| patiënt aantastende tussenziekte duurt, ook al kost het hem in het ergste geval een paar weken. |
| Maar ook hier is, als de aandoening niet al te erg was, de genoemde toepassing der geneesmiddelen |
| door ruiken aan een daarmee bevochtigd korreltje vaak als hulp afdoende, hetgeen de behandeling van |
| de acute ziekte bijzonder bekort.” |
| Behandeling van chronische ziekte |
| Na de behandeling van de tussenziekte wordt de verdere behandeling van de chronische ziekte weer ter |
| hand genomen. De acute collectieve ziekte is een bijkomende ziekte. De symptomen van de chronische |
| ziektetoestand verdwijnen door de heftigheid van de acute aandoening naar de achtergrond, waardoor ze |
| tijdelijk niet voor verdere behandeling in aanmerking komen. De Dynamis is sterk verminderd of zelfs |
| niet ontvankelijk voor beïnvloeding door het diepwerkende antantipsoricum. |
| De acute bijkomende ziekte „onderdrukt‟ de reeds langer bestaande chronische ziekte, wat een versnelde |
| ontwikkeling van chronische pathologie kan impliceren. |
| De toename van klachten resulteert in een acute ziekelijke verstoring, die soms samengaat met een |
| verergering van de chronische ziektetoestand. Bij patiënten met een gebrekkige vitaliteit betekent dit dat |
| wij voorzichtig moeten zijn met de eventuele herhaling van het geïndiceerde acute geneesmiddel. Een te |
| enthousiast voorschrijven kan namelijk tot ongewenste verergeringen leiden. Natuurlijke ziekten kunnen |
| elkaar onderdrukken en verergeren, net zoals overdosering met homeopathisch middelen kan |
| onderdrukken en verergeren. Voor een snel, mild en duurzaam herstel is het essentieel ook hier uit te |
| gaan van het gelijksoortigheidsprincipe, dat wil zeggen: de frequentie, potentie en dosering dienen |
| gelijksoortig te zijn aan intensiteit, dynamiek en verloop van het ziekteproces. |
| ‘Acute’ geneesmiddelen |
| De werking, diepte en aard van het antipsoricum zijn ongelijksoortig aan de conditie van de Dynamis |
| tijdens de tussenziekte. Het geneesmiddel, voorgeschreven op de chronische symptomen heeft een |
| wezenlijk andere dynamiek en bezit een geheel andere symptoombeeld. In zo‟n geval zoeken we naar |
| een geneesmiddel dat past bij de huidige, acute ziektetoestand. Dit geneesmiddel kan gevonden worden |
| bij de niet antipsorische middelen: middelen van plantaardige en dierlijke oorsprong. Bij „acute |
| geneesmiddelen‟ ligt het accent op plantaardige en dierlijke middelen, die als totaliteit complementair |
| zijn aan minerale antipsorische constitutiemiddelen. Ten opzichte van de chronische ziekte zien we de |
| acute ziekte als complementair, aanvullend, bijkomend. |
| 53 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Belladonna-beeld zal vertonen tijdens een acute ziekte. Tussen veel acute middelen en antipsorica |
| bestaan complementaire verhoudingen. Precies zo kan een acute ziekte als complementair gezien worden |
| aan de chronische ziektetoestand. |
| Acuut miasmatische ziekten |
| De derde vorm van acute ziekten bestaat uit acuut miasmatische ziekten. Hier zijn twee vormen van. De |
| eerste vorm omvat de aandoeningen die zich gewoonlijk manifesteren als „acute kinderziekten‟. |
| Organon, §73: |
| “II. Collectieve ziekten |
| Tenslotte zijn er de steeds op dezelfde manier weer optredende, eigensoortige, acute miasma‟s (die |
| daarom bekend staan onder een vaste naam). Er zijn er die de mens maar éénmaal in zijn leven |
| aandoen, zoals pokken, mazelen, kinkhoest, de voormalige gladde lichtrode roodvonk van Sydenham en |
| de bof. Andere komen vaak op vrij overeenkomstige wijze terug, zoals de Levantijnse pest, de gele koorts |
| van de kustlanden, de Oost-Indische cholera enz.” |
| Een acuut miasmatische ziekte verloopt heftig. Kinderziekten vatten we op als een natuurlijke poging |
| het organisme te bevrijden van degeneratieve pathologische tendensen die het via overerving heeft |
| meegekregen. Hierin komt de relatie met de chronische constitutie naar voren. Globaal genomen doet |
| een acuut miasmatische manifestatie zich het vaakst voor als een constitutionele reactie op een incident |
| of tussenziekte. Het chronische beeld openbaart zich als een soort acute klacht, bijvoorbeeld: een astma- |
| aanval, huiduitslag die opnieuw uitbreekt, een dikkedarmontsteking, een acute tandwortelontsteking die |
| overgaat in een kaakabces. We hebben te maken met een opleving van de chronische ziekte, die het |
| karakter aanneemt van een hevige acute klacht. De acuut miasmatische ziekte kan zich in veel gedaanten |
| voordoen, veroorzaakt en gedreven door de onderliggende chronische ziektetoestand. Afhankelijk van de |
| gesteldheid van de chronische ondergrond kunnen relatief zwakke prikkels een acuut miasmatische |
| ziektecrisis oproepen. De hevige beginverergering die de homeopaat noodzaakt het gegeven middel te |
| antidoteren, behoort feitelijk tot de acuut miasmatische ziekten. Hetzelfde geldt voor chronische |
| klachten die als reactie op een homeopathisch middel dramatisch verergeren. |
| Acuut miasmatische ziekten die zich herhalen binnen een bepaald tijdsbestek, allergieën bijvoorbeeld, |
| worden wisselziekten genoemd. |
| 6. Ziekteclassificatie |
| 54 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| heeft weinig begrip gekregen. Veel homeopaten zeggen dat ze “niet met miasma‟s werken”. Wordt er |
| wel mee gewerkt dan staat te bezien of het werkelijk voor de behandelwijze inhoud en consequenties |
| heeft. Suggesties naar voren gebracht tijdens seminars zijn evenmin bevredigend. De kwestie wordt |
| dikwijls afgedaan met opmerkingen in de trant van “de miasmaleer is niet praktisch” en “als het |
| geneesmiddel maar goed is”. In de literatuur vinden we twee mogelijkheden: de miasmatische belasting |
| wordt gereduceerd tot een bacteriële c.q. virale belasting, of er wordt volstaan met de opsomming van |
| rijen symptomen. Voor de praktijk schieten we er niets mee op. Sommigen gaan nog een stap verder en |
| introduceren het bestaan van een tuberculinisch en een kanker miasma, met als toevoeging “dat er nog |
| meer zullen volgen”. De zaken worden er niet duidelijker op. Het gebrek aan kennis, kunde en begrip |
| gaat soms zelfs zo dat wij af en toe horen beweren dat Hahnemann aan het einde van zijn leven blijk gaf |
| van beginnende dementie. De zesde editie van het Organon en de miasmaleer zouden daarom niet |
| serieus genomen hoeven te worden. De bijdrage die Hahnemann aan de ontwikkeling van de |
| geneeskunst heeft geleverd zou personen die „Hahnemanniaanse‟ homeopathie bedrijven toch minstens |
| moeten verplichten om „open‟ te staan en zijn werken grondig te bestuderen. Overal in Organon en |
| Chronische Ziekten benadrukt Hahnemann het belang van de miasmatische antipsorische behandeling. |
| Organon, §5: |
| “Voor zijn geneestaak heeft de arts de volgende hulpmiddelen nodig: |
| a. bij acute ziekte de gegevens van de meest waarschijnlijke aanleiding. |
| b. bij chronisch lijden de belangrijkste momenten uit de gehele ziektegeschiedenis, om de grondoorzaak |
| ervan op te sporen, die meestal berust op een chronisch miasma.” |
| Om in de voetsporen van Hahnemann te treden en in zijn „geest‟ homeopathie te bedrijven, zullen we |
| ons intensief moeten bezighouden met de door hem nagelaten informatie om op basis van kennis en |
| inzicht inhoud te geven aan de door hem gehanteerde begrippen. Zonder inhoudelijke betekenis draagt |
| het woord psora niets bij aan de homeopathie. Hahnemann‟s ziekteclassificatie plaatst alle gehanteerde |
| begrippen in een zinvol verband. De begrippen en hun inhoud bieden een leidraad voor de |
| homeopathische praktijk die, naar mijn mening, op geen andere manier kan worden verkregen. |
| Zoals we hebben gezien zijn er acute ziekten en chronische ziekten. De acute ziekten hangen samen met |
| de omstandigheden, leefsituatie en buitenwereld van de patiënt. Aanleiding en oorzaak zijn exogeen; de |
| Dynamis zelf is niet per definitie ziek. De acute symptomen ontstaan doordat de Dynamis als reactie op |
| de sterke inwerking van het ziekmakend „agens‟ heftige „acute ziekte‟-symptomen produceert. |
| Chronische ziekten – ander uitgangspunt |
| Bij chronische ziekten ligt het heel anders. Daar is sprake van een duurzame ontregeling van het |
| natuurlijk herstelvermogen, waardoor de Dynamis (levenskracht) niet meer bij machte is het natuurlijk |
| evenwicht te herstellen tot een toestand van gezondheid. Chronische ziekte is zo bezien niet (meer) |
| primair afhankelijk van de buitenwereld of de omstandigheden. Zelfs bij optimale |
| levensomstandigheden zal een chronisch ziektebeeld zich verder ontwikkelen en uiteindelijk het leven |
| diepgaand ontregelen. Deze chronische ziekten zijn endogeen, verbonden aan een disfunctionerende |
| levenskracht. |
| De eerste besmetting met een chronisch miasma komt ten dele neer op een stoffelijke infectie. De |
| bacteriële besmetting is evenwel niet meer dan de stoffelijke vertegenwoorder van de dynamische |
| 55 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Bij een chronisch miasma draagt de dynamische infectie van de levenskracht een soort symbiotisch |
| karakter, waardoor de infectie min of meer versmelt met de Dynamis. Vanaf de eerste besmetting zal het |
| pathologisch dynamisch chronisch miasma het gezond functioneren van de levenskracht blijvend |
| ontregelen. Vanaf het moment van besmetting wordt de chronisch miasmatische infectie endogeen, met |
| andere woorden: ze maakt deel uit van de individuele constitutie. De „ruimte‟ die deze disfunctie creëert |
| geeft bacteriële c.q. virale infecties de kans het organisme aan te vallen. Een gezonde Dynamis |
| daarentegen biedt bacteriële infecties geen kans zich te ontwikkelen. De levenskracht zal er door middel |
| van het haar ten dienste staande immuunsysteem direct mee afrekenen. Enkel wanneer de Dynamis |
| chronisch ontregeld (ziek en zwak) is kunnen microben, virussen e.d. in het organisme „voet aan de |
| grond‟ krijgen. De levenskracht kan op uiteenlopende manieren ontregeld zijn. |
| Actie = reactie |
| Op iedere prikkel die wordt uitgeoefend op een gezonde Dynamis komt een omgekeerd evenredige |
| reactie. Op een honderd procent actie reageert de Dynamis met een honderd procent reactie. De |
| fundamentele, dialectische natuurwet „actie = reactie‟ ligt aan de gehele schepping ten grondslag. De |
| Dynamis functioneert volgens hetzelfde grondprincipe, waarop wordt gedoeld met de term vis |
| medicatrix naturae, het zelfgenezende vermogen van de natuur. Bij chronische ziekte raakt het principe |
| van „actie = reactie‟ in het gedrang. Het zelfgenezende vermogen van de Natuur is verstoord geraakt. |
| Om die reden noemt Hahnemann een verstoring op dit niveau de grondoorzaak van chronische ziekte. |
| Dieper ziek kan de mens niet zijn. |
| Met miasmatische ziekten worden ziekten bedoeld die dynamisch endogeen zijn. Bij de miasmatische |
| ziekten wordt ervan uitgegaan dat de Dynamis zelf ziek is en derhalve niet meer gezond en curatief |
| kan reageren. |
| Bij miasmatische ziekten maakt Hahnemann onderscheid tussen venerische en niet-venerische ziekten. |
| De venerische ziekten noemde hij respectievelijk „Syfilis‟ en „Sycosis‟. Het chronisch niet-venerisch |
| miasma noemt hij „Psora‟. Het psora-miasma vormt volgens Hahnemann de grondoorzaak voor de |
| meeste chronische ziekten. |
| ‘Psora’ is in eerste instantie een exogene besmetting, die zich echter direct na de contaminatie op |
| symbiotische wijze verbindt met de Dynamis, de levenskracht, en zich manifesteert als een ontregeling |
| ervan. |
| Het Psora miasma |
| Hahnemann beschouwt het chronisch miasma psora als de grondoorzaak van chronische ziekten. De |
| vraag rijst wat onder „psora‟ moet worden verstaan. Hoe wordt de Dynamis aangedaan, met als gevolg |
| dat deze direct na de psorische infectie chronisch ziek is? |
| Organon, §80: |
| “Maar bij de psora laat het inwendige ontzagwekkende chronische miasma, eveneens pas na voltooide |
| inwendige aantasting van het hele organisme, van zich blijken door de specifieke huiduitslag, die soms |
| maar uit enkele papeltjes bestaat met een onverdraaglijk kriebelige, opwindende jeuk en een speciale |
| geur. Die psora is de echte fundamentele oorzaak en verwekker van bijna alle overige, veel |
| voorkomende, zelfs ontelbare ziektebeelden, die optreden onder zulke namen als …” |
| Het psorisch miasma wordt gekenmerkt door enkele primaire eigenschappen. Ten eerste de |
| incubatietijd, de periode die de Dynamis nodig heeft om te reageren. Gedurende de periode waarin de |
| herstelreactie (curatieve respons) uitblijft, neemt de inwendige dynamische verstoring toe. Na |
| 56 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| onvoldoende en incompleet. „Incubatietijd‟ betekent „vertraagd reageren‟ - de reactie van de Dynamis |
| treedt vertraagd op en het beperkte aantal blaasjes staat gelijk aan „incompleet reageren‟.Voor de goede |
| orde in het geval van psora als chronisch miasma spreken we niet over de schurftmijt maar over een |
| chronisch dynamische besmetting, die zich primair uit in blaasjeseczeem Verder hebben de blaasjes, die |
| als drukventiel voor het inwendige lijden fungeren, de neiging weer spontaan te verdwijnen, wat |
| typerend is voor het latent worden van het psorisch miasma. Zolang de blaasjes zich als uitdrukking van |
| psora op de huid bevinden, spreken we van „primaire psora‟. Primaire psora is nog eenvoudig te |
| genezen. De huiduitslag die spontaan of door onderdrukking verdwijnt, noemen we secundaire psora. |
| Deze vorm is verantwoordelijk voor het merendeel der symptomen die zich nadien ontwikkelen. Deze |
| zijn veel moeilijker te genezen. De patiënt is chronisch ziek, maar de symptomen waaruit dat in het |
| begin duidelijk zou kunnen worden verdwijnen veelal uit zichzelf weer naar de achtergrond. |
| „Traagheid, incomplete reacties en neiging latent te worden‟ karakteriseren het psorisch miasma en de |
| eruit voortvloeiende chronische ziekten. |
| Organon, §8: |
| “Als men bedenkt dat deze oeroude infectielont geleidelijk gedurende een paar honderd generaties vele |
| miljoenen menselijke organismen is doorgesmeuld en zodoende tot een onvoorstelbare ontwikkeling is |
| gekomen, is het enigszins te begrijpen hoe zij zich in zo talloos vele ziektebeelden van de mensheid kon |
| differentiëren. Vooral, als we in overweging nemen hoeveel factoren meewerken in de vorming van deze |
| grote verscheidenheid aan chronische ziekten (de secundaire symptomen van de psora), ongeacht al de |
| enorme variaties van aangeboren menselijke constitutietypen, zo oneindig verschillend van elkaar, dan |
| is het geen wonder dat het psorisch miasma in zo verschillende organismen met zoveel verschillende, |
| vaak permanente van binnenuit en buitenaf inwerkende noxen, ook zo‟n enorme variatie aan gebreken, |
| verval, ontstemmingen en kwalen kan produceren. En die werden in de oude ziekteleer onder een hele |
| serie eigen benamingen ten onrechte als op zichzelf staande ziekten opgevoerd.” |
| De kenmerken „traag‟, „incompleet‟, „te weinig‟, „te kort‟ en de neiging om latent te worden, zo |
| karakteristiek voor deze chronische, endogene verstoring van de Dynamis, maken dat het psorisch |
| miasma het tijdsmiasma kan wordt genoemd. De psorische kenmerken blijven zich gedurende heel het |
| chronische ziekteverloop manifesteren. Chronische ziekten die berusten op psora worden getypeerd door |
| een trage ontwikkeling, een incompleet en aspecifiek symptoombeeld en de gemakkelijke |
| „onderdrukking‟ ervan. Onderdrukking zal steeds een secundaire reactie en daarmee een verdere |
| ontregeling van de Dynamis tot gevolg hebben. Door het vertraagde, psorische reactiepatroon zal er |
| ogenschijnlijk geen verband bestaan tussen bijvoorbeeld de migraine van een paar jaar geleden en de |
| chronische maagklachten van nu. Psora vertroebelt onderliggende samenhangen en werkt zo |
| symptomatisch voorschrijven (voorschrijven op enkele symptomen) in de hand. Voorschrijven op een |
| beperkte groep symptomen, zonder rekening te houden met de psorische constitutielaag, betekent op |
| termijn een terugkeer van de oorspronkelijke, of ernstiger, symptomen. Duurzame genezing blijft |
| achterwege. Bij alle ziekten met een langdurig verloop of ontsproten aan een familiare erfelijke tendens |
| is het psorisch miasma de diepst onderliggende verstoring. Wanneer de psorische belasting reeds sedert |
| generaties zwaar op de leden van een familie drukt, is het ondenkbaar dat zo‟n belasting met één enkel |
| antipsorisch voorschrift kan worden opgelost. Een patiënt met eczeem die uit een familie komt waarin |
| huiduitslag een overheersend probleem is zal niet na één dosis van een antipsoricum van z‟n eczeem af |
| zijn. |
| Organon, §171: |
| 57 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| volgend middel gekozen worden naar bevind van de symptomengroep, die na uitwerking van het vorige |
| middel nog is overgebleven, op homeopathische gelijkenis.” |
| Chronische ziekten, blz. 127: |
| “Hier stuit ik op de merkwaardige omstandigheid dat absoluut iedere psoravorm - met uitzondering |
| van, zoals gezegd, de zo gemakkelijk inwendig te genezen, vers ontstane, door een nog niet verdreven |
| huiduitslag vergezelde - dat wil dus zeggen zowel de psora die nog binnenin sluimert, als ook die zich |
| tot één van de talloze uit haar voortgekomen chronische ziekten heeft ontplooid, zeer zelden door een |
| enkel antipsorisch middel kan worden genezen. Praktisch allemaal hebben ze, om tot volledige genezing |
| te geraken, de toepassing nodig van meerdere van deze geneesmiddelen en in de ergste gevallen ook wel |
| van vele na elkaar.” |
| De Dynamis is door de symbiotische, psorisch functionele ontregeling zozeer uit balans dat de patiënt |
| veelal door enkele opeenvolgende ziektestadia heen gaat. Het klachtenpatroon openbaart zich als „acuut |
| miasma‟ of er ontwikkelt zich op basis van onderdrukking of verlaagde vitaliteit, een ander, ernstiger |
| ziektebeeld. Met Dynamis, en patiënt, gaat het bergafwaarts. Het acuut doen verdwijnen van de |
| chronische symptomen is geen oplossing. Voor een duurzame genezing zullen de verstoringen |
| geleidelijk, in omgekeerde volgorde van hun ontstaan, moeten worden opgelost. Daarbij doorloopt de |
| patiënt alle voorgaande ziektestadia van de levenskracht. |
| Antipsorica |
| Sommige homeopathische middelen hebben een specifiek antipsorische werking. Ze worden antipsorica |
| genoemd. |
| De Dynamis heeft de grootste affiniteit met het element water. Als oerbron van het leven biedt water de |
| Dynamis de mogelijkheid zich optimaal uit te drukken. In het element water bevinden zich mineralen. |
| Deze mineralen worden door de Dynamis benut voor het creëren van het stoflichaam. Mineralen maken |
| het mogelijk dat de Dynamis het energetisch levensveld kan laten „stollen‟ tot waarneembare |
| lichamelijkheid. Behalve de affiniteit met water is er dus eveneens de affiniteit met het mineralenrijk |
| waaruit de menselijke constitutie is opgebouwd. De Dynamis bouwt het menselijk lichaam met behulp |
| van water en mineralen. Gaat er in het functioneren van de Dynamis iets fout, dan zal dit op grond van |
| de sterke wederzijdse affiniteit tussen Dynamis en mineralenrijk, voornamelijk gevolgen hebben voor de |
| kwalitatieve en later de kwantitatieve mineralenhuishouding. |
| Wij spreken daarom van een Sulphur-, Silicea-, Calcarea carbonica- of Phosphorus-constitutie. De |
| geneesmiddelen die het psorisch disfunctioneren van de Dynamis het diepst kunnen spiegelen zijn de |
| minerale geneesmiddelen. De antipsorische geneesmiddelen, die de Dynamis duurzaam kunnen |
| bevrijden van de psorische belasting, zijn voornamelijk afkomstig uit het mineralenrijk. De plantaardige |
| en dierlijke middelen behoren volgens Hahnemann tot de overige homeotherapeutica, die geïndiceerd |
| zijn bij „acute ziekten‟, „incidenten‟ en „collectieve ziekten‟. Duurzame genezing van chronische ziekten |
| hoeven we van deze geneesmiddelen in de regel niet te verwachten. |
| Chronische Ziekten, blz. 176: |
| “In het algemeen bleek uit hun pure werkingen dat de meeste aardsoorten, alkaliën en zuren, evenals de |
| daaruit samengestelde neutrale zouten, naast meerdere der metalen onmisbaar waren voor de genezing |
| van de haast ontelbare psorasymptomen. Ook leidde de overeenkomst in geaardheid tussen het |
| voornaamste antipsoricum, Sulphur, met Phosphor en andere brandbare substanties uit de planten- en |
| 58 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Gedurende vele generaties heeft de psorische belasting zijn stempel op de mens en zijn ontwikkeling |
| gedrukt. Het te weinig, te kort, vertraagd en incompleet reageren kunnen we zodoende doortrekken naar |
| alle niveaus van menselijk functioneren. Ongenezen chronisch miasmatische belastingen blijven |
| verbonden met de Dynamis. |
| De chronisch pathologische belasting gaat met de conceptie over op de levenskracht van het nageslacht, |
| waarmee de basis wordt gevormd voor het ontstaan van chronische ziekten. Soms toont het zich vanaf de |
| geboorte in de vorm van, bijvoorbeeld, dauwworm, maar vaker komt de ware aard van psora pas op een |
| later tijdstip naar boven. Een gezond mens functioneert op alle niveaus gezond. Hij kan op iedere |
| levensgebeurtenis spontaan naar zijn innerlijke geaardheid reageren. Bij de psorische mens is dit niet het |
| geval. Wat zich op het functionele vlak openbaart als gebrekkig reageren, met chronische ziekte als |
| gevolg, manifesteert zich op het gevoels- en emotionele vlak als niet bij de eigen beleving kunnen |
| komen of er niet mee kunnen omgaan. |
| Op het mentale niveau veroorzaakt het, bijvoorbeeld, concentratiezwakte of een behoefte aan autoriteit |
| vanwege existentiële onzekerheid. Psora staat voor existentiële onzekerheid, angst om te leven. Het |
| zelfbeeld, het zelfvertrouwen of beter, het gebrek eraan, wordt mede beïnvloed en bepaald door de |
| psorische gesteldheid van de mens. |
| Het zijn dergelijke patronen die de homeopaat herkent als typerend voor Natrium, Sulphur, Phosphorus |
| e.d. Het zijn creaties van de Dynamis. |
| Hoe gezonder de Dynamis, hoe gezonder en duidelijker het beeld en hoe groter de kans op genezing. |
| Hoe zieker de Dynamis, hoe pathologischer de klachten en hoe moeilijker genezing kan worden bereikt, |
| speciaal wanneer het constitutionele beeld door veel eerdere behandelingen is verstoord, vertroebeld of |
| geblokkeerd. Een patiënt met een constitutioneel Natrium muriaticum-beeld zal in verschillende |
| levenssituaties anders reageren dan iemand met een Phosphorus-constitutie. Heel het sociale en |
| emotionele leven, en de gemaakte keuzes, worden mede bepaald door iemands constitutie. Bij psorische |
| patiënten overheersen twijfel, aarzeling en besluiteloosheid, resulterend in reacties die nét niet adequaat |
| genoeg zijn, zodat bijvoorbeeld de baan of relatie waarop zij hadden gehoopt aan hun neus voorbij gaat. |
| Het psorisch miasma houdt beperking in van de „vrije‟ ontwikkeling, waardoor een gezond mens, |
| „patiënt‟ ( „de geduldige‟) wordt. Geduldig tot hij uit de ketenen van zijn miasmatische belasting wordt |
| bevrijd. |
| Omdat hij hiertoe zelf niet bij machte is - niemand kan zichzelf aan de haren uit de put trekken - behoeft |
| hij een antipsorisch middel om de Dynamis op weg te helpen. |
| De antipsorische behandeling bevrijdt de dynamis van de ketenen van de psorische belasting, zodat „de |
| met verstand toegeruste geest zich vrij van dit levende, gezonde werktuig kan bedienen voor de hogere |
| bedoelingen van ons bestaan‟, zoals Hahnemann schrijft in §9 van het Organon. |
| Het Sycotisch miasma |
| Bij de psorische belasting leidt de verstoring van de Dynamis tot „tekort‟ en „gebrek‟. Het |
| tegenovergestelde is het geval bij de sycotische belasting. Op iedere prikkel die de Dynamis aanzet tot |
| reageren wordt overmatig gereageerd. De reactie wordt getypeerd door „te veel‟, „te heftig‟, „snel en |
| overdadig‟. De gonococcus bacterie is het voertuig dat het sycotische miasma overdraagt. |
| Voortkomend uit een besmetting met gonococcus en de eruit voortvloeiende „infectie‟ met het sycotisch |
| miasma tijdens geslachtsgemeenschap, ontstaat het primaire symptoom, de „druiper‟ of gonorroe. Het |
| eerste kenmerk is „toename‟, een vermeerdering van afscheiding uit de urethra, een teken van teveel of |
| overdaad. |
| 59 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Gewoonlijk is bij deze soort druiper het secreet direct van het begin af aan dikachtig, als etter; het |
| urineren is weinig pijnlijk, maar het corpus penis enigszins hard gezwollen, ook wel aan de dorsale kant |
| bedekt met klierknobbels en erg pijnlijk bij aanraking.” |
| Dit geeft een globale indruk van het verloop van het sycotisch miasma. Centraal bij het sycotisch |
| miasma staan: heftigheid, ontsteking, pijngevoeligheid, pusvorming, klierzwellingen, wratvorming, |
| poliepvorming en andere excrescenties, al dan niet bloedend, e.d. Er is overmaat, „teveel‟ aan weefsel en |
| uitscheidingen. Dikwijls lijkt de patiënt zieker dan hij is. Anders gezegd: van deze vorm van ziek-zijn |
| geneest hij gemakkelijker dan van vergelijkbare symptomen ontsproten aan het psorisch miasma. Over |
| het algemeen heeft het ziekteproces een actief, beweeglijk, dynamisch verloop. De beleving, de |
| „zijnstoestand‟ is gevoeliger, heftiger, geprikkelder en extraverter dan die van de meer psorische patiënt. |
| Dit maakt dat de sycotische patiënt sneller geneest. Als er veel beweging, veel dynamische activiteit is, |
| is er navenant veel actiepotentiaal waaraan een homeopathisch middel kan appelleren. Een |
| genezingsreactie komt daardoor sneller tot stand. De Dynamis raakt besmet met het sycotisch miasma |
| door geslachtsverkeer en vervolgens, nadat gedurende de incubatietijd de Dynamis doordrongen en |
| verbonden is met de sycotisch-dynamische activiteit, ontstaat een ontregeling van de vitale |
| levensprocessen op basis van overreacties. |
| Vanaf het latent worden van de druiper, spontaan of door onderdrukking, zal de endogene sycotische |
| belasting bij vlagen, soms in afwisseling met de vaak onderliggende psorische diathese, het |
| reactiepatroon bepalen, bijvoorbeeld tijdens een acuut miasmatische ziektefase. |
| De hoedanigheden van het sycotisch miasma laten zich herkennen op alle levensniveaus. Karakteristiek |
| is de hang naar buitensporigheid. De sycotische mens kleedt zich opvallend, gedraagt zich extravert, |
| vindt alles normaal. “Alles moet kunnen.” Hij kent weinig grenzen en is op zoek naar de „kick‟ in het |
| bestaan. Hij doet zijn uiterste best niets in het leven te missen en zijn behoeften volledig te bevredigen. |
| Dit kan zich uiten op zowel het seksuele, financiële, relationele vlak als in de carrière. Sycotische |
| tendensen zijn waarneembaar in koopgedrag, in muziek of uitgaan, in de snelheid van auto of computer, |
| in bungee-jumping en wapenwedloop. Heel het leven is doorspekt met de behoefte aan meer, beter, |
| sneller, indrukwekkender, en dat alles ten koste van …? Het door sycotisch verlangen gestimuleerde |
| begeerteleven doet de mens streven naar zoveel mogelijk dingen voor zo weinig mogelijk geld, met de |
| eigen gezondheid en de planeet aarde als uiteindelijke verliezers. De planeet wordt ziek doordat de mens |
| zijn begeerte naar meer, meer, en nog meer wil bevredigen. De zich op aarde voltrekkende rampen |
| dragen naar signatuur dezelfde sycotische kenmerken van heftigheid, felheid, overdaad en exces. |
| In „sycosis‟ ontbreekt rust. Er is geen ontspanning, geen afstand, geen introspectie; er is uitsluitend |
| dynamiek, beweging, impuls en bevrediging. De westerse samenleving is een uitgesproken voorbeeld |
| van sycosis. Het westen consumeert pakweg 80% van de wereldenergievoorraad. Het sycotisch miasma |
| heeft het begeerteleven van veel mensen geïnfecteerd. |
| In ziekteprocessen zien we de sycotische „drive‟ eveneens terug. ADHD, allergieën, vaccinaties en de |
| schadelijke gevolgen ervan, de versnelde ontwikkeling van de jeugd - tanden wisselen op vijfjarige |
| leeftijd, menstruatie vanaf tien jaar, vervroegde seksuele activiteit, toename van seksueel overdraagbare |
| ziekten - allemaal afspiegelingen van sycotische tendensen. Te snel, te vroeg, te veel, overal overdaad. |
| Hahnemann besteedt in de Chronische Ziekten slechts drie bladzijden aan het sycotisch miasma. Als |
| medicatie noemt hij slechts twee hoofdmiddelen, namelijk het plantaardige middel Thuja en het minerale |
| middel Nitricum acidum. Dit tweetal komt aan bod wanneer de sycosis zuiver en op zichzelf staand |
| behandeld kan worden. |
| Reeds in Hahnemann‟s tijd was het zo dat een contaminatie en vermenging van twee of incidenteel van |
| drie miasma‟s plaatsvond. |
| 60 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Net als bij het wekken van latente psora, vlamt de sycotische tendens op door levensomstandigheden. De |
| ziekte draagt veelal het kenmerk van een acute ziekte. |
| Eventuele chronische ziekten worden getypeerd door heftigheid, intensiteit in de beleving, de snelle |
| overgang tot pusvorming die, ongenezen blijvend, een permanent karakter gaat vertonen. |
| Chronische Ziekten, blz. 105: |
| “Was de zieke echter tegelijk ook door andere chronische ziekten aangetast, zoals gewoonlijk het geval |
| is na zulke agressieve kuren als bij condylomata door allopathische artsen worden toegepast, dan vindt |
| men vaak een ontwikkelde psora als complicatie van de sycosis, wanneer zoiets al latent in hem |
| aanwezig was, zoals erg vaak het geval is. Tevens zijn, als een slechte behandeling van een venerische |
| sjankerziekte is voorafgegaan, deze beide miasmata ook nog eens met syfilis gecombineerd. Dan is het |
| nodig allereerst het ergste deel, de psora, met de hierna genoemde, specifieke antipsorische |
| geneesmiddelen te hulp te komen en dan pas de voor de sycosis geïndiceerde middelen te gebruiken, eer |
| men de passende dosis van het beste kwik-preparaat, als hieronder te lezen, tegen de syfilis voorschrijft. |
| Daarna herhaalt men deze alternerende behandeling zo nodig, totdat volledig herstel is bereikt.” |
| De behandeling waarop Hahnemann hier in Chronische Ziekten doelt betreft patiënten die sycosis en/of |
| syfilis hebben doorgemaakt en tevens lijden aan latente, onderliggende psora, die of door eigen |
| besmetting is ontstaan of via overerving is meegekregen. |
| Zo zijn het sycotisch en het syfilitisch miasma altijd geënt op het diep daaronder liggende psorisch |
| miasma, als oudste verstoring. Bij de chronische ziektebehandeling moeten we voorschrijven op het |
| miasma dat zich qua symptomen en dynamiek het sterkst manifesteert. De verschuiving van symptomen |
| en miasmatische ondergrond maakt deel uit van een continu proces van wisselwerking met de |
| levensprocessen in binnen- en buitenwereld. Afhankelijk van de wisselwerking tussen constitutie en |
| omstandigheden, zal de patiënt al dan niet reageren met pathologische symptomen en is de gezondheid |
| verstoord. |
| Het Syfilitisch miasma |
| Het syfilitisch miasma behelst een verstoring van de Dynamis die deze doet reageren op overprikkeling |
| met ontregeling en daaruit voortkomende ontaarding van het aangedane orgaan. Destructie van weefsel |
| typeert de syfilitische reactie. |
| Zoals Hahnemann beschrijft in Chronische Ziekten gaat syfilis, indien gecompliceerd, meestal een |
| combinatie aan met psora, en slechts in sporadische gevallen met sycosis. Waarom dit zo is wordt |
| duidelijk wanneer we de kenmerken van beide venerische ziekten naast elkaar leggen. We zien dan dat |
| beide wat betreft het verloop van de symptomen een vergelijkbare dynamiek en snelheid bezitten. Ze |
| zijn zo gelijksoortig dat de een de ander verdringt of zelfs een infectie met het andere miasma belet. |
| Chronische Ziekten, blz. 106: |
| “Bij de behandeling van de venerische ziekte moeten drie toestanden worden onderscheiden: |
| 1. Ze is nog alleen en vertoont het bijbehorende locale symptoom, de sjanker, of, als ook deze is |
| weggewerkt, heeft ze tenminste nog het locale symptoom dat op gelijke wijze vicariërend voor de |
| inwendige aandoening optreedt, nl. de liesbuil (bubo, boulain) |
| 2. Ze is weliswaar nog alleen, d.w.z. nog zonder complicatie met een tweede of derde chronisch miasma, |
| maar is al beroofd van het plaatsvervangende locale symptoom zelf, de sjanker (en de bubo). |
| 61 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| . |
| Hahnemann had dagelijks te maken met syfilispatiënten („Franse ziekte‟). Het lijdt geen twijfel dat hij |
| tevens de verderfelijke gevolgen van de allopathische behandeling van syfilis heeft gezien. Syfilislijders |
| kregen zoveel pure kwikzilver toegediend dat ze na drie weken „spontaan‟ al hun tanden kwijt waren! |
| Gedurende de incubatietijd, die volgt op de besmetting met het syfilitisch miasma, werkt de destructieve |
| tendens van het miasma in op de Dynamis. Het primair affect manifesteert zich als sjanker, of soms als |
| bubo of liesbuil, een lymfeklierzwelling in de lies. De sjanker of syfilitische zweer is een lesie, een |
| verstoring van de natuurlijke continuïteit van de huid. Het primair affect draagt reeds het kenmerk van |
| weefseldestructie. In dit stadium is er feitelijk nog geen sprake van chronische ziekte, doch eerder van |
| een acute aandoening, die gemakkelijk homeopathisch te genezen is. |
| Chronische Ziekten, blz. 109: |
| “Want onder deze omstandigheden en als ze niet nog bovendien met psora is verwikkeld, kan men op |
| grond van veelvuldige ervaring en met reden beweren dat er geen chronisch miasma, geen uit een |
| miasma ontstane chronische ziekte op aarde bestaat, die geneeslijker en makkelijker te genezen zou zijn |
| dan deze.” |
| Volgens Hahnemann “is het syfilitisch miasma verreweg het eenvoudigst te genezen, terwijl de sycosis |
| het minst voorkomt” (in de huidige tijd wellicht meer). Genezing van psora daarentegen is het moeilijkst |
| en behoeft veel antipsorische middelen. Bij genezing van de achterliggende chronisch miasmatische |
| aandoening verdwijnt automatisch eveneens de bijbehorende bacteriële infectie. |
| Het syfilitisch miasma leidt tot vernietiging van weefsel. Bij de behandeling van patiënten met een |
| syfilitisch symptoombeeld spreekt het haast vanzelf dat het voorgeschreven middel snel |
| genezingsreacties moet uitlokken omdat het destructieve karakter van dit miasma anders wellicht weinig |
| meer te genezen overlaat! Het verdrijven van het primair affect, de sjanker, met uitwendige of inwendig |
| onderdrukkende middelen maakt de aandoening chronisch. |
| Dit heeft misvormingen en destructie van inwendige organen tot gevolg. Voor het eventuele nageslacht |
| houdt het aangeboren afwijkingen in, zoals bijvoorbeeld het syndroom van Down, spina bifida, |
| anencephalisme, e.d. In de primaire fase is een enkele dosis van het beste kwikmiddel (Mercurius |
| solubilis) toereikend om de sjanker en daarmee de syfilis in veertien dagen volledig te genezen. (Voor |
| psora in de primaire fase zijn drie maanden benodigd!). |
| De gevolgen van het syfilitisch miasma tonen zich eveneens op andere niveaus. Omdat syfilis reeds |
| generaties in de mensheid verankerd is, zien we de effecten bijna nog vaker op de minder stoffelijke, |
| meer spirituele niveaus. In onze westerse samenleving doch zeker ook wereldwijd kunnen we de |
| destructieve elementen en tendensen waarnemen. We denken hier aan zorgwekkende zaken zoals: het |
| gat in de ozonlaag, natuurrampen, globale opwarming, milieuverontreiniging, de conditie van het |
| drinkwater, BSE en varkenspest, toename van criminaliteit, vandalisme, moord en doodslag, |
| kinderporno, het de persoonlijkheid vernietigende religieus fanatisme c.q fundamentalisme, het gebruik |
| van massavernietigingswapens. |
| Vernietigingsdrang is weliswaar van alle tijden, maar we kunnen toch wel stellen dat de destructieve |
| capaciteit nooit eerder in de geschiedenis zo nadrukkelijk aanwezig is geweest en nooit in zo‟n mate dat |
| het gehele mondiale organisme op alle niveaus volledig vernietigd kon worden. Deze ontwikkeling heeft |
| zich voltrokken in een tijdsbestek van niet meer dan honderd jaar. Tegen de achtergrond van de |
| aardeontwikkeling beslaat dit een fractie van een ademteug in een mensenleven. De ontregelende, |
| desintegrerende en vernietigende tendensen van het syfilitisch miasma grijpen razendsnel om zich heen. |
| 62 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| gepaard gaan met acute fasen die om antisyfilitische middelen vragen. Bijvoorbeeld: de Sulphur-patiënt |
| (psorisch) die ‟s nachts zo‟n jeuk heeft dat het hem uit de slaap houdt heeft Mercurius nodig. |
| De ziekteclassificatie centraal |
| Uit grondige bestudering van Organon en Chronische Ziekten blijkt dat de ziekteclassificatie voor |
| Hahnemann centraal stond. Bij de chronische ziektebehandeling dient de „grondoorzaak‟ te worden |
| opgespoord en opgeheven. De grondoorzaak is het psorisch miasma. Het is het einddoel van de |
| behandeling. De niet antipsorische geneesmiddelen hebben een complementaire en ondersteunende |
| functie waar ziekte voortkomt uit incident, tussenziekte, sycosis of syfilis. |
| Het is de taak van de homeopaat om te beoordelen met welke ziektevorm hij te maken heeft. Hij kan zo |
| een prognose opstellen voor de actuele situatie en vaststellen wanneer de antipsorische behandeling |
| begonnen dan wel voorgezet kan worden. |
| De Dynamis kan uitsluitend op drie manieren chronisch endogeen verstoord zijn. Ze kan te weinig, te |
| veel of destructief reageren. Deze endogeen chronische verstoringen van het gezonde reactiepatroon van |
| de Dynamis noemt Hahnemann vanwege hun permanente symbiotische karakter, chronische miasma‟s. |
| De chronische miasma‟s laten zich herleiden tot drie verstoringen, die Hahnemann psora, sycosis en |
| syfilis noemt. Alle andere chronische verstoringen zijn variaties op dit drietal. |
| Samenvatting |
| Ziekteclassificatie en miasmaleer vormen de basis van de homeopathie. Bij ziekte |
| onderscheiden we acuut en chronisch. |
| Acute ziekten omvatten incidenten, collectieve ziekten en acuut miasmatische ziekten. Ze hebben een |
| exogene oorzaak. |
| Incidenten en epidemische ziekten zijn exogene verstoringen die de Dynamis weliswaar in onbalans |
| brengen en daardoor symptomen veroorzaken, maar waarbij de Dynamis zelf niet is aangetast. |
| Chronisch miasmatische belastingen zijn ziekten binnenin de mens (endogeen); drieledige ziekten van |
| de Dynamis. Ze berusten op een te zwak, een te sterk of een destructief reactiepatroon. Er zijn drie |
| chronisch miasmatische verstoringen: psora, sycosis en syfilis. |
| Endogeen miasmatisch dynamische verstoringen ontregelen de gezondheid van de mens chronisch, |
| waardoor hun pathogene invloed zich uiteindelijk op alle niveaus van het leven in binnen- en |
| buitenwereld doet gelden. |
| De vermeende tuberculinische en carcinogene tendenzen zijn geen op zichzelf staande miasma‟s maar |
| een gezamenlijke uitdrukking van spora, sycosis en syfilisch. |
| 63 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Vijf geneesmiddelgroepen |
| Homeopathische geneesmiddelen komen uit verschillende bronnen, die globaal genomen in vijf groepen |
| zijn onder te verdelen. Ze hebben alle een specifieke relatie tot de verschillende door Hahnemann |
| onderscheiden ziektevormen. |
| De vijf geneesmiddelrijken |
| * Plantaardige geneesmiddelen (grondstoffen afkomstig uit het plantenrijk) |
| * Dierlijke geneesmiddelen (grondstoffen afkomstig uit het dierenrijk) |
| * Minerale geneesmiddelen (grondstoffen afkomstig uit het mineralenrijk) |
| * Nosoden (grondstoffen afgeleid van menselijke uitscheidings- of ziekteproducten) |
| * Tautopathische geneesmiddelen (grondstoffen afkomstig van allopathische medicijnen) |
| Van deze groepen worden de plantaardige, dierlijke en minerale geneesmiddelen het meest gebruikt. Zij |
| worden vrijwel uitsluitend voorgeschreven op symptoomgelijksoortigheid. De symptomen worden |
| vanuit het totale beeld geanalyseerd. Het geneesmiddel dat het meest overeenkomt met de |
| karakteristieke symptomen wordt voorgeschreven. Tussen de verschillende geneesmiddelrijken wordt |
| hierbij doorgaans geen onderscheid gemaakt. |
| Voor veel homeopaten doet zo‟n onderscheid er niet toe. Voorschrijven op de totaliteit van de |
| symptomen - bij voorkeur op de meest opvallende en kenmerkende - geeft de meeste zekerheid dat de |
| werking van het geneesmiddel correspondeert met de pathologische ontregeling van de Dynamis. |
| 64 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| volgende geneesmiddel wordt voorgeschreven. Bij een „goede‟ reactie bestaat het tweede voorschrift in |
| de regel uit hetzelfde geneesmiddel in een hogere potentie. Bij een ontoereikende reactie meent de |
| homeopaat zijn werk niet goed te hebben gedaan, met als gevolg dat hij naarstig op zoek gaat naar een |
| volgend, beter passend middel. Zo wordt de situatie van consult tot consult geëvalueerd met op de |
| achtergrond steeds het denkbeeld dat het laten verdwijnen van symptomen de opzet van de behandeling |
| is. Bijgevolg maakt het niet uit of de symptomen wegblijven na inzet van een plantaardig, dierlijk of |
| mineraal geneesmiddel of een nosode. Deze manier van voorschrijven wekt de indruk dat ieder |
| homeopathisch middel in staat is duurzame gezondheid te bewerkstelligen. Dit is niet het geval. |
| Plantaardige middelen missen vaak de dieptewerking, het specifieke effect op chronische ziekten, om |
| voor duurzame genezing te zorgen. Als tegenargument wordt dan aangevoerd dat veel patiënten worden |
| „genezen‟ met plantaardige middelen. Na de snelle verbetering op een plantaardig middel hoefde de |
| patiënt niet meer terug te komen. In het geval na anderhalf jaar een terugval optrad, reageerde de patiënt |
| opnieuw goed op, bijvoorbeeld, Pulsatilla. Dat de patiënt na anderhalf jaar terugvalt en andermaal goed |
| reageert op hetzelfde plantaardige middel, onderstreept feitelijk dat er helemaal geen sprake was van |
| blijvende genezing. Ofschoon we tevreden kunnen zijn wanneer een patiënt langere tijd goed reageert op |
| een middel, blijft desondanks een „snel, zacht en duurzaam herstel‟ het ideaal (Organon paragraaf 2). In |
| Organon en Chronische Ziekten geeft Hahnemann aanwijzingen hoe de diverse ziektemanifestaties |
| tegemoet moeten worden getreden. Hij verschaft ons een diep inzicht in het onderscheid tussen de |
| functies van de geneesmiddelen tijdens de behandeling, in relatie tot elkaar en tegen de achtergrond van |
| de classificatie van de ziektevormen. Alleen zo kan de patiënt efficiënt tot zelfgenezing worden |
| gestimuleerd. In de periode waarin Hahnemann de antipsorische minerale geneesmiddelen nog niet had |
| ontdekt, komt hij herhaaldelijk terug op de beperkingen van niet-antipsorische middelen: |
| Chronische Ziekten, blz. 4: |
| “Maar deze gunstige stilstand was toch nooit van lange duur en bij de terugkeer en steeds herhaalde |
| terugkeer van de klachten bleken tenslotte ook de best uitgekozen, tot dusver bekende homeopathische |
| geneesmiddelen in de meest passende dosis des te minder effectief naarmate ze vaker werden toegepast. |
| Op het laatst waren het niet meer dan zwakke palliativa.” |
| Geneesmiddelrelaties |
| Homeopathische middelen staan in bepaalde verhoudingen tot elkaar. We kennen onharmonische, |
| conflicterende relaties als inimical (vijandig) en antidoterend (tegenwerkend). Middelen die elkaar goed |
| verdragen heten compatible (verenigbaar) en following well (goed volgend). De beste relatie is |
| complementair (aanvullend). Bij de toepassing van centesimale potenties (C-potenties) moeten we bij |
| elke wijziging in het voorschrift nagaan of er niet een vijandige relatie bestaat tussen het nieuwe en het |
| voorafgaande middel, ook als er tussen beide een langere periode is verstreken. Houden we hiermee |
| geen rekening dan kunnen hevige verergeringen of zelfs een ziektecrisis of acuut miasmatische |
| aandoening het gevolg zijn. |
| Negatieve relaties - inimicals en incompatibles - spelen evenwel geen enkele rol meer indien we LM- |
| potenties gebruiken. Hahnemann heeft daarover in de zesde editie van het Organon uitgebreid |
| geschreven. Bij LM-potenties komen alle geneesmiddelen in een harmonische verhouding tot elkaar te |
| staan. Geneesmiddelen die in centesimale potentie onderling vijandig zijn maken de inzet van een |
| tussenmiddel noodzakelijk om die vijandigheid te overbruggen. Bij LM-potenties hoeft dat niet; zij |
| kunnen kort na elkaar en zonder risico van verergeringen voorgeschreven worden. Geneesmiddelrelaties |
| 65 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Plantaardige en dierlijke geneesmiddelen |
| Deze middelen stammen uit de vroegste periode van de homeopathie. Tot ongeveer 1810 werkte |
| Hahnemann vrijwel uitsluitend met plantaardige en dierlijke middelen. Toen hem begon op te vallen dat |
| patiënten na verloop van tijd een terugval vertoonden, trok hij de logische conclusie dat er geen sprake |
| kon zijn van duurzaam herstel van de gezondheid, in weerwil van de goede resultaten van de |
| behandeling. |
| Chronische Ziekten, blz. 5 en 6: |
| “Waar kwam dat minder gunstige, ja zelfs ongunstige resultaat bij de voortgezette behandeling van de |
| niet-venerische chronische ziekten, zelfs door de homeopathie, vandaan? Waaraan lag het bij die |
| duizenden mislukte pogingen die overige ziektegevallen van chronische aard zo te genezen dat er een |
| duurzaam herstel uit voortkwam? Misschien lag het aan het nog te geringe aantal van de homeopa- |
| thische geneesmiddelen die op hun pure werking waren onderzocht! De leerlingen der homeopathie |
| troostten zich tot dusver met deze gedachte. |
| Maar haar grondlegger bevredigde deze uitvlucht of deze zogenaamde |
| troost nooit - alleen al daarom niet, omdat ook de van jaar tot jaar |
| toenemende nieuwe aanwas van onderzochte, krachtige geneesmiddelen |
| de genezing van de chronische (niet-venerische) ziekten geen stap verder |
| bracht. Terwijl toch acute ziekten (voor zover ze niet van begin af aan een |
| onvermijdelijk fatale prognose hadden) bij goed aangewend |
| homeopathisch geneesmiddelgebruik niet alleen redelijk werden opgelost, |
| maar met behulp van de nooit rustende kracht in ons organisme, die het |
| leven in stand houdt, spoedig en volledig plachten te herstellen!” |
| Bij de niet-venerische chronische ziekten bleken de gebruikte plantaardige en dierlijke middelen, hoe |
| sterk ze ook werkten, geen duurzame genezing te kunnen bewerkstelligen. De huidige trend om steeds |
| meer plantaardige of dierlijke middelen te introduceren zal de oplossing van chronische ziekten geen |
| stap dichterbij brengen. |
| Op enkele uitzonderingen na zijn plantaardige en dierlijke middelen meestal geïndiceerd voor acute |
| klachten. Het zijn „acute middelen‟. Toepassing ervan ligt niet zozeer in de chronische sfeer doch betreft |
| voornamelijk incidenten en collectieve ziekten, waarvan oorzaak en aanleiding exogeen zijn. Dergelijke |
| klachten wijken snel en permanent bij gebruik van plantaardige en dierlijke middelen. De behandeling |
| van acuut miasmatische ziekten ligt eveneens binnen hun bereik. Acute ziekten zijn zeer dynamisch: er |
| is veel beweging en een uitgesproken ziektetendens. De hoeveelheid symptomen is beperkt en dient zich |
| min of meer op een presenteerblaadje aan. Acute aandoeningen zijn analoog aan de ontwikkeling - groei, |
| bloei en afsterven - van de plant in de natuur. De plant groeit op de mineraalhoudende bodem waarin hij |
| is geworteld. Precies zo heeft de acute ziekte, speciaal een acuut miasmatische, zijn wortels verankerd in |
| de chronische ziektebodem die wij psora noemen. De acute ziekte impliceert een acute opleving van de |
| chronische miasmatische ondergrond. |
| 66 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| schrijven. Een acuut zieke patiënt is overgevoelig en zal door minerale middelen té diep wordt geraakt, |
| met allerlei verergeringen als resultaat. |
| De Belladonna-patiënt die tijdens of kort na een acute koortsaanval Calcarea carbonica krijgt |
| voorgeschreven loopt de gerede kans dat de koorts en de overige acute symptomen verergeren of weer |
| terugkomen. Acute ziekten zijn het werkterrein van plantaardige en dierlijke middelen. Na de acute |
| ziekte volgt terugkeer naar de chronische constellatie van voor de acute ziekte. De chronische ziekte |
| ontwikkelt zich nu verder met nieuwe en ernstiger klachten. |
| Hahnemann nam dit fenomeen waar tijdens de eerste jaren van de ontwikkeling van de homeopathie. |
| Het liet zijn onderzoekende geest niet los. Voor Hahnemann lag het antwoord niet in de ontwikkeling |
| van méér geneesmiddelen uit dezelfde natuurrijken; hij ging op zoek naar de onderliggende, ware aard |
| van chronische ziekten. |
| Chronische Ziekten, blz. 6: |
| “Waarom kan nu deze levenskracht, die, gestimuleerd door homeopathische middelen, geschapen is om |
| de integriteit van het organisme te herstellen en onvermoeibaar werkzaam blijft om de genezing te |
| voltooien, zelfs in zware acute ziekten, nu geen echte, blijvende genezing tot stand brengen bij |
| chronische kwalen, zelfs niet met behulp van de homeopathische middelen die de symptomen zo goed |
| mogelijk dekken? |
| Wat weerhoudt haar ervan? De beantwoording van deze zo vanzelfsprekende vraag moest mij wel leiden |
| tot de aard van de chronische ziekten. Het ging er dus om de reden op te sporen, waarom al die bij de |
| homeopathie bekende geneesmiddelen in de genoemde ziekten geen echte genezing teweegbrengen, om |
| een zo mogelijk beter, ja juist inzicht te verkrijgen in de werkelijke gesteldheid van die duizenden |
| chronische ziekten, die niet genezen worden - die ondanks de onomstotelijke waarheid van de |
| homeopathische geneeswet toch ongenezen blijven. Deze hoogst belangrijke opgave hield me in de jaren |
| 1816 en 1817 dag en nacht bezig en zie! |
| De Gever van alle goede dingen maakte dat ik geleidelijk in deze periode, door onophoudelijk na te |
| denken, onvermoeid te onderzoeken, trouw te observeren en zo nauwkeurig mogelijk proeven te nemen, |
| dat grootse probleem kon oplossen, tot heil van de mensheid.” |
| Hahnemann was aldus op zoek naar het oer-euvel. Het moest van chronisch miasmatische aard zijn want |
| het kon niet vanzelf worden overwonnen. Niet door de beste constitutie of conditie noch door de beste |
| leefregel. |
| Chronische Ziekten, blz. 7: |
| “Dat echter het gezochte oer-euvel daarenboven nog van miasmatisch – chronische aard moest zijn, |
| bleek mij duidelijk uit de omstandigheid dat het nooit, zodra het tot enige hoogte was toegenomen en |
| ontwikkeld, door de kracht van een sterke constitutie kon worden opgeheven. Ook wordt het nooit |
| overwonnen door een nog zo gezond dieet en geordende leefwijze; nooit dooft het vanzelf uit, maar met |
| de jaren verergert het, door overschakeling op andere, meer zorgelijke symptomen, tot aan het |
| levenseinde.” |
| De minerale geneesmiddelen |
| De aard van chronisch miasmatische ziekten stelt bepaalde kwaliteitseisen aan homeopathische |
| geneesmiddelen. Ze moeten het vermogen bezitten om de bron van het chronisch lijden genezend te |
| beïnvloeden. De aan dit gedachtenproces ontsproten miasmaleer en de bijbehorende materia medica zijn |
| 67 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Antipsorica bestaan hoofdzakelijk uit minerale middelen, die in Hahnemann‟s tijd onbekend waren en |
| door hem zijn geïntroduceerd. |
| Chronische Ziekten, blz.176: |
| “In het algemeen bleek uit hun pure werkingen dat de meeste aardsoorten, alkaliën en zuren, evenals de |
| daaruit samengestelde neutrale zouten, naast meerdere der metalen onmisbaar waren voor de haast |
| ontelbare psorasymptomen. Ook leidde de overeenkomst in geaardheid tussen het voornaamste |
| antipsoricum, Sulphur, met Phosphorus en andere brandbare substanties uit de planten- en |
| mineralenwereld tot het gebruik van de laatstgenoemde, en enkele animale stoffen sloten zich daarbij |
| aan door analogie en opgedane ervaringen.” |
| Het gebruik van minerale middelen is vooral aangewezen bij de behandeling van chronische ziekten. |
| Slechts enkele plantaardige en dierlijke middelen bezitten een diepe antipsorische werking. De Dynamis |
| creëert en onderhoudt het stoffelijk lichaam en laat het functioneren. Er bestaat grote affiniteit tussen |
| Dynamis, het element water en het mineralenrijk. Immers, de Dynamis schept in het waterelement met |
| behulp van het mineralenrijk het menselijk lichaam. Een chronisch verstoorde Dynamis mondt uit in het |
| ontstaan van symptomen die te herleiden zijn tot een kwalitatieve verstoring in de |
| mineralenhuishouding. Dit komt tot uitdrukking in subjectieve, chronische symptomen, die bijvoorbeeld |
| kenmerkend zijn voor Sulphur of Natrium muriaticum. |
| Uit de intensive relatie tussen Dynamis en mineralenrijk volgt dat minerale middelen bij uitstek zijn |
| geschikt om genezend op de Dynamis in te werken wanneer er sprake is van een psorische belasting. |
| Daarom worden minerale middelen gezien als constitutiemiddelen. Plantaardige, dierlijke en |
| tautopathische middelen evenals de nosoden hebben een andere functie. De psorische belasting is |
| endogeen en eindigt, indien onbehandeld, pas met de dood. |
| Bij mineralen is er geen sprake van groeien, bloeien en afsterven. Het mineralenrijk is verbonden met |
| het menselijk bestaan. Net als de chronische ziekte, wijkt het mineralenrijk niet van de levende mens. De |
| kwaliteiten van het mineralenrijk kunnen derhalve worden aangewend om de Dynamis terug te brengen |
| naar een nieuwe, gezonde balans. |
| Behandeling van chronische ziekten met duurzaam resultaat is zonder minerale middelen niet mogelijk. |
| Voor de patiënt die na het doormaken van een acute of acuut miasmatische ziekte in rustiger vaarwater is |
| beland, is het van essentieel belang om een antipsorische behandeling te beginnen c.q. te continueren. |
| Chronische Ziekten, blz. 161 en 162: |
| “Een verstandige homeopathische arts zal al gauw het tijdstip in de gaten krijgen, waarop zijn |
| geneesmiddelen het herstel van de rondwarende intercurrente ziekte hebben voltooid en de chronische |
| (psorische) kwaal weer zijn eigen gang gaat. |
| Men zal echter na herstel van zo‟n heersende tussenziekte altijd zien dat de symptomen van de |
| oorspronkelijk chronische ziekte iets veranderd zijn en ook wel dat een ander deel van het lichaam meer |
| is aangetast. |
| De homeopathische arts zal dan zijn antipsoricum precies kiezen op grond van het nu overgebleven |
| ziektebeeld en niet zonder meer dat geven wat hij zich vóór de komst van de intercurrente ziekte had |
| voorgenomen.” |
| Met de kracht en dynamiek van een acute of acuut miasmatische ziekte kan het twee kanten op. De acute |
| aandoening kan effectief zijn doorgemaakt en geen al te grote aanslag op de vitaliteit hebben gedaan, |
| waardoor de patiënt een sprong voorwaarts maakt in zijn gezondheid. Tijdens de chronische |
| 68 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Omgekeerd is het bij de acute ziekte die veel energie gekost en de reserves danig aangesproken heeft. |
| Dan schijnt de chronische ziekte zich door de verminderde weerbaarheid juist versneld te kunnen |
| ontwikkelen, met als resultaat een langdurige herstelperiode en toename van de chronische klachten. Bij |
| verzwakte patiënten is het daarom belangrijk om acute ziekten te behandelen met niet-minerale |
| middelen. |
| De duur van de acute ziekte kan ermee tot de helft of een kwart worden teruggebracht. De chronische |
| behandeling kan vervolgens met zo min mogelijk verlies van vitaliteit worden voortgezet met passende |
| minerale antipsorica. |
| Chronische Ziekten, blz. 161: |
| …“Maar ook hier is, als de aandoening niet al te erg was, de genoemde toepassing der benodigde |
| geneesmiddelen door ruiken aan een daarmee bevochtigd korreltje vaak als hulp afdoende, hetgeen de |
| behandeling van de acute ziekte bijzonder bekort.” |
| Bij een overigens gezonde patiënt kunnen we bij een incident of een tussenziekte volstaan met |
| behandeling met het geïndiceerde plantaardige of dierlijke middel. Bij acuut miasmatische ziekten is het |
| daarentegen van wezenlijk belang dat de onderliggende chronisch psorische belasting, direct na het |
| uitdoven van de acute ziekte, verder behandeld wordt met passende minerale antipsorische |
| constitutiemiddelen. |
| De acute toestand is complementair of aanvullend aan de chronisch psorische gesteldheid. Geprovoceerd |
| door een incident komt de patiënt vanuit de relatieve psorische rustsituatie in een acuut miasmatische |
| fase terecht. Deze wordt behandeld met niet-psorische, plantaardige of dierlijke middelen. Niet- |
| psorische (plantaardige, dierlijke, etc.) middelen zijn complementair aan antipsorische minerale |
| constitutiemiddelen. |
| De werking van beiden is echter van een totaal andere orde. Ze zijn zo wezenlijk verschillend dat ze |
| elkaar klaarblijkelijk niet storen wanneer ze kort na elkaar worden toegediend. |
| Het minerale, constitutioneel geïndiceerde middel werkt zelfs vaak beter wanneer het - indien |
| geïndiceerd - wordt voorafgegaan door het complementaire middel afkomstig uit planten- of dierenrijk. |
| Na een plantaardig middel als Pulsatilla, voorgeschreven voor een acute middenoorontsteking, kan het |
| daarna op de constitutionele symptomen gegeven middel, bijvoorbeeld Silicea, veel beter zijn werk |
| doen. Het is alsof de Dynamis gemakkelijker, vrijer en ongeremder kan reageren! De ervaren homeopaat |
| weet dat geneesmiddelen uit verschillende rijken elkaar niet in hun werking storen. Sulphur zal zijn |
| constitutionele werking staken wanneer na een val bijvoorbeeld geen Arnica wordt voorgeschreven. |
| Omgekeerd zal Sulphur dikwijls nog doorwerken wanneer er wel op het incident werd voorgeschreven, |
| wat blijkt uit het feit dat er geen terugval optreedt in de chronische ziekte. |
| Chronische Ziekten, blz. 158: |
| “Ja, als het incident op deze manier snel uit de weg wordt geruimd, werkt het tevoren ingenomen |
| antipsorische geneesmiddel soms nog enige tijd door.” |
| Geneesmiddelen in afwisseling |
| Zo kan het dus zijn dat er „kort‟ na elkaar diverse geneesmiddelen worden voorgeschreven op grond van |
| verschillende indicaties, tegen de achtergrond van de ziekteclassificatie. Het idee dat Hahnemann altijd |
| maar één middel tegelijk voorschreef, dienen we wat nader onder de loupe te nemen. Hahnemann |
| streefde naar het voorschrijven van één diepwerkend antipsoricum, doch alleen indien de patiënt op dat |
| middel ongehinderd en voorspoedig reageerde. Hahnemann schreef zowel slechts één geneesmiddel per |
| 69 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Organon, §171: |
| “Bij de niet-venerische, dus meest voorkomende, door een psora ontstane chronische ziekte heeft men |
| voor herstel vaak meerdere antipsorische geneesmiddelen na elkaar nodig. Maar dan moet ieder |
| volgend middel gekozen worden naar bevind van de symptomengroep, die na uitwerking van het vorige |
| middel nog is overgebleven, op homeopathische gelijkenis.” |
| Slechts door het voorschrijven van minerale middelen - antipsorische constitutiemiddelen - wordt het |
| menselijk gestel, de constitutie, van chronische ziekte bevrijd en in balans gebracht. |
| Chronische Ziekten, blz. 161 en 162: |
| “Sinds ik leerde de langdurige ziekten en kwalen te genezen door homeopathische vernietiging van hun |
| psorische oorsprong, ontdekte ik dat de epidemisch heersende wisselkoortsen bijna ieder jaar qua |
| karakter en symptomen verschillend waren en derhalve ook bijna ieder jaar door een ander, |
| verschillend geneesmiddel specifiek te genezen. Het ene jaar met Arsenicum, een ander jaar met |
| Belladonna of met Antimonium crudum, met Spigelia, Aconitum, Ipecacuanha afgewisseld met Nux |
| vomica, Salmiak, Natrium muriaticum, Opium, Cina alleen of in afwisseling met Capsicum, met alleen |
| Capsicum, met Menyanthes trifoliata, Calcarea carbonica, Pulsatilla, een der beide Carbo-vormen, |
| Arnica alleen of in afwisseling met Ipeca-cuanha enz.” |
| Hahnemann wisselde geneesmiddelen af in acute situaties, bijvoorbeeld bij de bovengenoemde |
| tussenziekten. Hij vermeldt ook diepwerkende minerale constitutiemiddelen. Deze zijn geïndiceerd |
| wanneer de tussenziekte zoveel invloed heeft dat de chronische aandoening gaat meeresoneren, |
| waardoor de acute tussenziekte een acuut miasmatisch karakter krijgt. |
| Een tussenziekte, of epidemische ziekte, vormt een indicatie voor een geneesmiddel uit de „overige |
| homeotherapeutica‟ en niet voor een diepwerkend mineraal constitutiemiddel. Hahnemann wisselde |
| minerale en plantaardige middelen af op indicatie. Afwisseling van middelen op basis van een incident |
| en een acuut miasmatische aandoening was hem evenmin vreemd. Een mooi voorbeeld vinden we in |
| Richard Haehl‟s biografie van Hahnemann. |
| R. Haehl: “Samuel Hahnemann, his life and work”, deel 2, blz. 184: |
| (Hahnemann schrijft in een brief aan Stapf over de dood van zijn vrouw.) |
| “Verscheidene dagen voor haar overlijden werd ik ziek door een brief van Rummel, zo heftig en zo |
| ernstig dat ik met niemand kon spreken. Ik kon lezen noch schrijven. Moeizaam kwam ik een aantal |
| keren per dag van mijn bed om naar de stervende moeder te gaan (want ze had me zo gemist), zonder |
| haar te laten zien dat ik ziek was. Staphisagria en Arsenicum verscheidene keren per dag in |
| AFWISSELING ingenomen hebben mij gered, zodat ik herstellende was toen ze overleed.” |
| Het incident (de brief van Rummel die hem ergerde) en zijn stervende vrouw hadden hem zodanig uit |
| het lood geslagen dat er sprake was van een acuut miasmatische situatie. De hiervoor aangewezen |
| middelen, Staphisagria en Arsenicum, nam Hahnemann meerdere keren per dag in afwisseling in. Van |
| Arsenicum mogen we aannemen dat dit mogelijk een constitutiemiddel was voor Hahnemann gezien |
| zijn nauwgezetheid, punctualiteit en werklust. De jaarlijks terugkerende longklachten, waaraan hij |
| uiteindelijk in 1843 overleed, en zijn kleine tengere lichaamsbouw bevestigen dit vermoeden. |
| Hahnemann was zo perfectionistisch en betrouwbaar dat het Apotheker Lexicon, bestaande uit vier delen |
| en 1200 pagina‟s, dat hij tussen1793 en 1797 schreef, in Duitsland tot na 1900 het standaardwerk bleef. |
| De ironie wil dat Duitse apothekers gedurende honderd jaar hun allopathische medicamenten dienden te |
| 70 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Afgaand op Hahnemann behoort afwisseling van geneesmiddelen op grond van een incident en de acuut |
| miasmatische symptomen derhalve tot de mogelijkheden. Deze middelen belemmeren elkaar niet. |
| Integendeel, ze ondersteunen en versterken elkaar. |
| Elk afzonderlijk geneesmiddel heeft binnen de groep waartoe het behoort een eigen werkingsgebied met |
| eigen dynamiek, mogelijkheden en beperkingen. De tijdsfactor, die qua frequentie en mogelijke |
| afwisseling van middelen moet worden gehanteerd, is relatief en afhankelijk van de te behandelen soort |
| ziekte. Bij acute ziekten worden geneesmiddelen doorgaans sneller herhaald dan bij chronische ziekten. |
| Dit noopt de homeopaat zich bij iedere patiënt af te vragen met welke ziektesoort hij te maken heeft, om |
| vervolgens zo gelijksoortig mogelijk voor te schrijven in relatie tot ziektedynamiek en ziekteverloop en |
| dosering, potentie en frequentie erop af te stemmen. |
| De nosoden |
| We merken in de praktijk hoe wezenlijk het is dat patiënten de mogelijkheid krijgen om ziekteprocessen |
| waarmee zij worden geconfronteerd goed door te maken. Niet goed doorgemaakte ziekten laten vaak tot |
| ver in de toekomst hun sporen na. Zulke sporen van vroegere ziekten komen we tijdens de behandeling |
| frequent tegen als reactie-blokkerende elementen. |
| Het gevolg is dat het passende middel niet lijkt te werken. Het probleem kan patiënt en homeopaat tot |
| wanhoop drijven als het zich herhaaldelijk voordoet. We spreken van een blokkade. Het genezingsproces |
| blokkeert en we moeten de oorzaak zien te vinden. Wat is er bij een blokkade aan de hand? |
| Wanneer er veel beweging en dynamiek is werkt een homeopathisch geneesmiddel, mits geïndiceerd, |
| meestal snel en zonder mankeren. Bij sterk verminderde dynamiek en beweging is de kans op het |
| uitblijven van reacties navenant groter. De Dynamis bevindt zich ogenschijnlijk in een toestand van |
| apathie en indifferentie, wat curatief reageren in de weg staat. Een blokkade treedt het makkelijkst op bij |
| het voorschrijven van een mineraal middel op het psorisch miasma. Na een slecht doorgemaakte acute |
| ziekte knapt de patiënt niet op. Door de verzwakking (vatbaarheid) is hij ziek geworden; hij is, |
| zogezegd, psorisch gepredisponeerd. |
| Door zijn constitutioneel psorische gesteldheid kan hij onvoldoende vitaliteit (weerstand) genereren om |
| de ziekte effectief door te maken en de bonus van toegenomen immuniteit te innen. In plaats daarvan |
| krijgen zijn klachten een slepend karakter. Hij komt er niet overheen. Chronische vermoeidheid of een |
| sterk verlaagde infectiedrempel zijn voorbeelden en voor de patiënt veelal reden voor homeopathische |
| behandeling om zo de verloren gezondheid terug te winnen. |
| In het repertorium vinden we dit probleem terug onder de rubriek „never been well since‟. Doorgemaakte |
| kinderziekten, tussenziekten of incidenten hebben zo‟n sterke uitwerking gehad dat herstel ervan zeer |
| moeizaam verliep of zelfs geheel uitbleef, zodat de chronische klachten geregeld de kop opsteken. |
| Een dergelijke gesteldheid kan worden doorgegeven aan het nageslacht en dan op vergelijkbare wijze |
| doorwerken in een predispositie voor ziekte. Tuberculose bij ouders of voorouders verhoogt voor het |
| nageslacht de kans op reuma, cara en allergieën. Het kan tevens de reactie op homeopathische |
| geneesmiddelen blokkeren, waardoor deze ontoereikend werken of reactie helemaal uitblijft. De |
| psorische, syfilitische of sycotische belasting als dynamisch resultaat van onopgeloste ziekteprocessen |
| wordt op vergelijkbare wijze doorgegeven. |
| Ziektevormen die zich in het voorgeslacht hebben voorgedaan en waartegen geen immuniteit is |
| verworven, kunnen in het nageslacht voor blokkades zorgen en zo ziekte veroorzaken of in stand |
| houden. In het repertorium vinden we de bijbehorende geneesmiddelen in het hoofdstuk „Generals‟ |
| onder de rubriek „Family history of‟…. |
| 71 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Dynamis de ziekte niet de baas heeft kunnen worden. Het onopgeloste probleem vinden we terug als een |
| symptoombeeld dat gelijkenis vertoont met de voormalige problematiek. Bij tuberculose in het |
| voorgeslacht zien we de restsymptomen terug bij de kinderen die deze tendens hebben meegekregen. |
| Bijvoorbeeld: longklachten, vermagering en nachtzweten zijn niet ongewoon bij kinderen uit |
| tuberculeuze ouders. |
| Het niet goed doormaken van ziekten tijdens het leven en het optreden van bepaalde aandoeningen in het |
| voorgeslacht zijn, naast het onvoldoende reageren op passende middelen, aanwijzingen voor het gebruik |
| van nosoden. |
| De nosode biedt de Dynamis op een later tijdstip nogmaals de mogelijkheid tot de onderliggende |
| dynamische verstoring op te lossen. Daarna kan het aangewezen minerale antipsoricum een genezende |
| reactie oproepen en de mens van zijn psorische belasting, de grondoorzaak van chronische ziekte, |
| bevrijden. |
| Het gebruik van nosoden was in de tijd van Hahnemann niet aan de orde. Ze waren er domweg nog niet |
| en daarom vinden we er bij Hahnemann niet veel over terug. Hij neemt echter wel stelling tegen de |
| veronderstelling dat de toepassing van nosoden isopathie zou betreffen: |
| Chronische Ziekten, blz. 185: |
| “De dynamiseringsprocedure (potentiëring) brengt veranderingen aan in de stof en modificeert die, |
| evenals bladgoud na zijn potentiëring niet meer een in het menselijk lichaam inactief, onbewerkt |
| (blad)goud is, maar bij iedere trap van potentiëring meer en meer wordt gemodificeerd en veranderd. |
| Op die wijze gepotentieerd en gemodificeerd is ook de toe te dienen schurftsubstantie (Psorine) niet |
| meer “idem” met de onbewerkte, originele schurftsubstantie, maar slechts een similimum. Want tussen |
| idem en similimum bestaat voor wie kan nadenken geen tussenfase. Met andere woorden, tussen idem |
| en simile kan alleen similimum liggen. Isopathisch en aequale zijn misleidende termen. Als ze iets |
| betrouwbaars moeten betekenen, kunnen ze slechts similimum betekenen, omdat ze niet “idem” (tauton, |
| hetzelfde) zijn.” |
| Omdat nosoden gemaakt zijn van ziekteproducten nemen ze een andere plaats in voor de constitutie dan |
| de minerale antipsorica. |
| Ze hebben een ondersteunende functie voor de antipsorische behandeling. Ze kunnen de Dynamis niet |
| van het psorisch miasma bevrijden. Nosoden zijn gemaakt van het gevolg, het resultaat van ziekte en |
| spiegelen niet de psorische oorzaak. Ze spiegelen het moment waarop de Dynamis het bij bepaalde |
| ziekten heeft moeten laten afweten. |
| Wanneer er aanwijzingen zijn voor het inzetten van een nosode rijst de vraag of de nosode als solitair |
| middel gegeven moet worden of dat er op een andere manier mee omgegaan dient te worden. Wordt het |
| symptoombeeld in hoge mate bepaald wordt door verschijnselen die naar een nosode verwijzen, dan kan |
| deze als ware het een constitutiemiddel solitair worden voorgeschreven. |
| Erna zullen altijd één of meerdere minerale middelen moeten worden ingezet om de antipsorische |
| behandeling te vervolgen. Bij patiënten die aanvankelijk goed reageerden op een bepaald mineraal |
| middel en later niet meer dient de nosode om de weg vrij te maken voor het constitutiemiddel. Ofschoon |
| het symptoombeeld duidelijk op een of ander geneesmiddel kan wijzen, zijn er soms eveneens |
| symptomen die een nosode indiceren. In zo‟n geval dient de nosode gegeven te worden zodra de |
| vooruitgang in de genezing stagneert, eventueel in afwisseling met het aangewezen constitutiemiddel! |
| 72 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> Most read |
| we tautopathische middelen. Tautopathische middelen staan niet in relatie tot de menselijke constitutie |
| of tot de natuurlijke ziekte en zijn daarom feitelijk in letterlijke zin geen homeopathische |
| geneesmiddelen. Ze kunnen chronische ziekten niet duurzaam genezen. Wat is dan hun functie binnen |
| het homeopathisch geneesmiddelbestand? Allopathische medicijnen worden tegenwoordig in |
| overweldigende hoeveelheden toegepast. |
| De druk die zulke medicijnen op de constitutie uitoefenen is enorm. In de westerse wereld is één op de |
| drie patiënten ziek door allopathische behandeling(en). We noemen dit iatrogene ziekten. In |
| Hahnemann‟s tijd was het overmatig gebruik van allopathische medicamenten evenmin een |
| zeldzaamheid en ook toen had het verstrekkende gevolgen. |
| 73 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| verhouding meer tijd nodig. Allopathische wankunde was niet alleen onmachtig de natuurlijke ziekte te |
| genezen, maar produceerde vaak ook nog chronische geneesmiddelziekten erbij, en vooral die hebben |
| een veel langere tijd voor herstel nodig. Vaak zij ze zelfs ongeneeslijk geworden door de brute |
| roofaanslag op de krachten en lichaamsvochten van de patiënt (aderlatingen, laxaties enz.). Dit is |
| bijvoorbeeld het geval bij de vaak langdurig voortgezette toepassing van hoge doses sterk werkende |
| middelen, die voorgeschreven werden op grond van loze, foutieve veronderstellingen van hun beweerde |
| nut bij gevallen, die schenen te lijken op de actuele ziekte. |
| Denk aan het voorschrijven van inadequate mineraalbaden enz., kortom “de gebruikelijke heldendaden |
| van de allopathie in hun zogenaamde kuren.” |
| Allopathische medicatie heeft een drieledig effect. Ten eerste is de chemisch synthetische |
| verontreiniging van het stoflichaam biologisch moeilijk afbreekbaar. Het gevolg is overbelasting van de |
| organen die zorg dragen voor de ontgifting en reiniging van het organisme. Over de schadelijke effecten |
| op lange termijn is dikwijls weinig bekend. Zo af en toe wordt de wereld opgeschrikt door |
| verontrustende berichten en beginnen slachtoffers een rechtszaak om hun recht en genoegdoening te |
| halen. Een tweede effect, en zo mogelijker nog schadelijker, is dat de door de Dynamis gecreëerde |
| symptomen niet worden opgelost doch slechts afgeleid en onderdrukt. Hierdoor kan de levenskracht zich |
| niet meer uiten en door ziektesymptomen de spanning in het organisme verlichten. Zo vindt er verdere |
| blokkering en stagnatie van de dynamische energie plaats. Ten derde heeft allopathische medicatie altijd |
| een toename van pathologie ten gevolge. De patiënt wordt op termijn ernstiger ziek. |
| Overgevoeligheidsreacties zijn geen uitzondering. In de reguliere pharmacopee heten de risico‟s |
| eufemistisch bijwerkingen. De teweeggebrachte effecten kunnen een indicatie zijn om het betreffende |
| allopathische medicijn dat vervelende bijwerkingen gaf of langdurig werd ingenomen eens in |
| gepotentieerde vorm voor te schrijven. Dit kan een overweging zijn wanneer de patiënt niet adequaat op |
| de voorgeschreven homeopathische middelen reageert. De Dynamis wordt zo ondersteund in het |
| afrekenen met de belasting die voortkomt uit allopathisch medicijngebruik. Een tautopathisch middel |
| schept daarmee binnen de Dynamis de mogelijkheid voor de werking van andere homeopathische |
| geneesmiddelen. |
| Overige homeotherapeutica – psora in juiste baan |
| Dierlijke, plantaardige en tautopathische middelen en de nosoden werken niet genezend op de |
| grondoorzaak van ziekte die Hahnemann definieerde als psora. Met zulke middelen hoeven wij ten |
| aanzien van de genezing van de psorische belasting - de meest fundamentele verstoring van de natuurwet |
| „actie = reactie‟ - weinig hoop te koesteren. De geneesmiddelen om de Dynamis te helpen zich te |
| bevrijden van de psorische belasting komen voornamelijk uit het rijk van de antipsorische minerale |
| middelen. |
| De overige homeotherapeutica dienen, om met Hahnemann te spreken, “om de psora in de juiste baan te |
| brengen zodat het antipsorische minerale middel zijn genezende werk kan verrichten”. Ongeacht of het |
| een plantaardig, dierlijk of tautopathisch middel of een nosode is waarop de patiënt goed reageert, de |
| homeopaat weet dat die reactie niet werkelijk blijvende genezing kan inhouden indien de behandeling |
| niet wordt afgesloten met een diepwerkend mineraal antipsorisch constitutiemiddel. Dit |
| constitutiemiddel moet worden ingenomen totdat er een eindverergering optreedt. Wordt de afsluiting |
| met een mineraal antipsoricum nagelaten dan zullen na verloop van tijd de oude symptomen terugkomen |
| of er ontstaan nieuwe symptomen. |
| 74 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Psorische indifferentie |
| De psorische diathese beïnvloedt de reacties op exogene prikkels. De homeostase (innerlijke balans) |
| wordt hierdoor steeds verder verstoord. Spontaan en direct reageren wordt vrijwel onmogelijk. Zulke |
| verstoorde, vertraagde en onvolledige reacties kunnen voor de goede observator op alle niveaus van |
| menselijk leven waarneembaar zijn. |
| Psorische belasting kan zowel leiden tot verminderde als tot overmatige reacties. In het eerste geval zien |
| we na een aanvankelijke verbetering, met een duidelijk en goed reactiepatroon, dat de reacties op het |
| volgende voorschrift zonder aanwijsbare reden afnemen. Soms gebeurt dit in een vroeg stadium van de |
| behandeling. De patiënt komt op consult en zegt: ”Het eerste middel dat u mij gaf heeft goed gewerkt. |
| De middelen die u mij daarna gaf hebben niets gedaan.” Het lijkt alsof de Dynamis niet meer is te |
| prikkelen tot genezende activiteit. Alsof de eerste goede reactie meteen alle reserves voor verder |
| reageren heeft opgebruikt! Ieder volgend geneesmiddel geeft wel eerst een beginverergering doch die |
| wordt niet gevolgd door een constructieve verbetering. |
| Elk geneesmiddel schijnt te werken en toch constateren we dat er in het klachtenpatroon niets wezenlijks |
| is veranderd. De gegeven middelen werden op de juiste indicaties voorgeschreven en aan de keuze van |
| potentie en dosering lag het evenmin. Het probleem ligt in eerste instantie niet bij de homeopaat, maar |
| bij het onvermogen van de Dynamis om te reageren op prikkels. De Dynamis verkeert in de |
| verlammende greep van de psorisch miasmatisch pathologische belasting, die normale, genezende |
| reacties verhindert. Deze greep kan zo sterk zijn dat er op nagenoeg ieder voorschrift een inadequate |
| reactie volgt. Het niet-reageren is het werkelijke probleem. Hierop moet de geneesmiddelkeuze worden |
| gericht. |
| Het middel waarmee zo‟n probleem wordt opgelost draagt het predikaat tussenmiddel. De bijbehorende |
| rubriek in het repertorium vinden we in het hoofdstuk Generals: „When well selected remedies fail to |
| act‟. Hier vinden we middelen die elk vanuit een verschillende achtergrond geïndiceerd zijn wanneer de |
| ogenschijnlijk „aangewezen‟ geneesmiddelen niet werken. Twee belangrijke middelen in deze rubriek |
| zijn Sulphur en Carbo vegetabilis. |
| Sulphur was voor Hahnemann het belangrijkste antipsoricum. Het middel wordt in de homeopathische |
| praktijk veelvuldig gebruikt, en wel in zo‟n mate dat Kent schrijft: “Men kan de deskundigheid van een |
| homeopaat niet aflezen aan de frequentie waarmee hij Sulphur voorschrijft.” |
| Sulphur neemt een bijzondere positie in de materia medica in. Het is zo frequent geïndiceerd omdat het |
| regelmatig voorkomt dat de Dynamis verminderd reageert! Hahnemann begon de behandeling |
| regelmatig met Sulphur of Hepar sulphuris. Hij deed dat om de casus te „openen‟ en de Dynamis tot |
| reactie te prikkelen. Zijn volgende voorschriften waren meer geïndividualiseerd en op de constitutie |
| afgestemd. |
| Klaarblijkelijk is het zinvol de Dynamis te bevrijden van een stukje psora teneinde ruimte te scheppen |
| voor vrije, curatieve reacties op de volgende middelen. De zwavel in ons organisme ligt ten grondslag |
| aan alle verbrandingsprocessen in het stoflichaam. |
| Zwavel maakt het de Dynamis mogelijk het stoflichaam te verwarmen en te doorleven. Daarom helpt |
| gepotentieerde zwavel, Sulphur, de Dynamis bij het verwarmen en vitaliseren van het stoflichaam. Mede |
| daardoor worden adequate reacties op andere, volgende homeopathische middelen gestimuleerd. |
| Dit was voor Hahnemann de reden om in veel gevallen de behandeling te beginnen met Sulphur. Door |
| de toegenomen vitaliteit die Sulphur uitlokt kan de Dynamis duidelijker symptomen produceren. |
| Daardoor worden een betere geneesmiddelkeuze en adequate, genezende reacties op het meer |
| constitutioneel geïndiceerde geneesmiddel mogelijk. Laten we na de reactiekracht van de Dynamis te |
| 75 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| patiënt. Er is geen specifiek Sulphur-beeld. Het min of meer gebrekkige specifieke beeld en de |
| ontoereikende reacties op eerdere voorschriften rechtvaardigen de conclusie dat de psorische |
| ontwikkeling zich zo manifesteert dat het genezingsproces stagneert. |
| Chronische Ziekten, blz. 156: |
| “Maar toch ontstaat er bij zeer langdurige en gecompliceerde, meestal tevoren allopathisch verknoeide |
| ziekten bijna altijd de noodzaak, van tijd tot tijd gedurende de kuur weer eens een dosis Sulphur of |
| Hepar sulphuris te geven (al naargelang de symptomen). Dat moet ook als de patiënten eerder al |
| verknoeid waren door grote allopathische zwaveldoses en door zwavelhoudende baden. In die gevallen |
| geven we eerst een dosis Mercurius C30. |
| ” |
| 76 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| reactie aan te zetten, zodat daaropvolgende constitutiemiddelen het te verwachten rendement zullen |
| opleveren. Sulphur en Hepar sulphuris komen in aanmerking bij gebrekkig en te weinig reageren; |
| Mercurius wanneer de Dynamis door grote doses zwavel in een toestand van overgevoeligheid is |
| geraakt, waarbij het acute karakter van de symptomen bepaalde syfilitische kenmerken vertoont. |
| Mercurius vormt hier het „acute deel‟ van Sulphur. Het neutraliseert de naar destructie neigende |
| psorische ACUUT MIASMATISCHE conditie. In zulke gevallen komt zelfs een syfilitisch middel als |
| Mercurius van pas bij de antipsorische behandeling! In plaats van op de constitutie worden de genoemde |
| middelen voorgeschreven op de dynamische of liever adynamische toestand: de psorische indifferentie |
| en de onmogelijkheid om daardoor tot curatieve reacties te komen. In dezelfde context worden door |
| Hahnemann ook Nux vomica en Pulsatilla genoemd. Beiden dienen evenwel voorgeschreven te worden |
| op de voor hen specifieke indicaties. |
| Chronische Ziekten, blz. 176: |
| “Maar toch zijn, zoals vanzelf spreekt, ook de overige, in de genees-middelproeven onderzochte |
| homeopathische middelen, Mercurius niet uitgezonderd, voor bepaalde toestanden bij de psorische |
| ziekten niet te ontberen.” |
| Geneesmiddelen als Sulphur en Carbo vegetabilis hebben in de homeopathische behandeling nog een |
| andere functie dan alleen die van constitutiemiddel. Wat betreft Carbo vegetabilis kunnen we zelfs |
| stellen dat een Carbo vegetabilis-constitutie niet bestaat. De houtskool-patiënt is de dood nabij, zoals dat |
| ook bij de Arsenicum album-patiënt het geval kan zijn. Een mens bezit niet in essentie een Carbo |
| vegetabilis-constitutie. Bij een patiënt die veel Carbo vegetabilis-symptomen vertoont komt na het |
| voorschrijven van dit middel, op basis van de toegenomen vitaliteit en reactiekracht, een beeld |
| tevoorschijn dat vraagt om een ander mineraal middel. De functie van de Carbo vegetabilis is de |
| levenskracht op een milde manier te stimuleren. De reguliere geneeskunde past houtskool toe vanwege |
| zijn ontgiftende en reinigende eigenschappen: bij een voedselvergiftiging bindt en neutraliseert |
| houtskool de toxische darminhoud. Homeopathisch gezien is Carbo vegetabilis geschikt voor patiënten |
| met een lange geschiedenis van spijsverteringsklachten, overprikkeling, disfunctioneren en diarree. Het |
| middel kan een grote diversiteit aan stoelgangklachten produceren. |
| Een belangrijke indicatie voor Carbo vegetabilis vinden we voorts bij de zuigeling met darmkrampjes en |
| overgevoeligheid voor alle voeding. Carbo vegetabilis neemt de overprikkeling weg en stimuleert een |
| goede geneesmiddelreactie. Het middel is geïndiceerd waar geneesmiddelen als Chamomilla en |
| Magnesium carbonicum niet of onvoldoende werken. Een zuigeling die geen moedermelk verdraagt zou |
| in de vrije natuur onvermijdelijk sterven. Wanneer de niet adequaat en sterk genoeg reagerende |
| levenskracht wordt geconfronteerd met de „doodskrachten‟ van Carbo vegetabilis wekt dit in de |
| Dynamis een vitaler reactiepatroon tot leven. Aldus bezit Carbo vegetabilis een milde antipsorische |
| werking, wat betekent dat tijdens de reactiefase van de Dynamis niet gelijk een voor de patiënt |
| belastende toename van ziektesymptomen volgt. Voor Carbo animalis gelden vergelijkbare indicaties. |
| Wanneer tijdens de behandeling van ernstige pathologie, bijvoorbeeld kanker, een stagnatie in de |
| geneesmiddelreacties optreedt, kunnen we met Carbo animalis de vitale reacties nieuw leven inblazen. In |
| het geneesmiddelbeeld van Carbo animalis vinden we de carcinogene tendens duidelijk terug. Zwakte, |
| net als bij Carbo vegetabilis, brandende pijnen en een sterk maligne tendens typeren Carbo animalis. |
| Ontsteking, zwelling en kankerachtige degeneratie van klierweefsel, zoals maagkanker, |
| baarmoederkanker, lymfeklierkanker, borst- of testikelkanker. |
| 77 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Bij Carbo animalis treedt de dierlijke, emotionele en hormonale component sterker op de voorgrond, wat |
| blijkt uit de affiniteit van Carbo animalis met het endocriene stelsel, ontstekingen en maligniteit. |
| In zulke gevallen is gebruik van Carbo animalis noodzakelijk, in afwisseling met het constitutiemiddel |
| waarop, hoewel het was geïndiceerd, onvoldoende werd gereageerd. Een Carbo vegetabilis-constitutie |
| bestaat niet, net zo min als een Carbo animalis-constitutie. Beide diep en mild werkende antipsorische |
| middelen zijn als ondersteunend- en tussenmiddel onmisbaar in de homeopathische praktijk. Ze |
| verdienen te worden meegenomen in de differentiaaldiagnose wanneer Sulphur of Hepar sulfuris lijken |
| geïndiceerd. |
| Een andere aanwijzing voor middelen die de Dynamis tot constructieve reacties aanzetten is het herstel |
| van acute collectieve ziekten. Wanneer herstel bij ernstig verzwakte patiënten te veel tijd vraagt of |
| geheel uitblijft is de levenskracht door de acute ziekte zo uitgeput dat het lijkt alsof ze niet meer te |
| prikkelen is. Het herstel verloopt traag en slepend. De allopathie spreekt van de ziekte van Pfeiffer, |
| „burned out‟, myalgische encephalitis (ME) e.d. Door acute infectieziekten raken mensen soms voor |
| langere tijd uit de roulatie. |
| Voor oude mensen en chronisch zieken zijn acute infectieziekten soms zo‟n aanslag op hun vitaliteit dat |
| ze die niet meer te boven komen en overlijden. In zulke gevallen is het herstelvermogen van de Dynamis |
| door voorafgaande chronische psorische belasting dusdanig verzwakt dat acute stoornissen niet meer |
| verwerkt kunnen worden. |
| Dan zegt men dat de patiënt is overleden aan influenza, wat natuurlijk niet het geval is. De patiënt |
| overlijdt aan verregaande ontwikkeling van de chronische psorisch miasmatische belasting, |
| gecompliceerd tot een acuut miasmatische ziekte die de patiënt de crisis brengt waaraan hij komt te |
| overlijden. |
| Chronische Ziekten, blz. 162, 163 en 164: |
| “Wordt de dokter geroepen om zo‟n heersende ziekte te behandelen bij een patiënt die hij niet tevoren |
| als chronische patiënt in zijn praktijk had, dan zal het niet zelden voorkomen, vooral als de koorts nogal |
| fors was, dat hij ontdekt, als hij die overwonnen heeft met het middel dat ook bij de andere patiënten die |
| aan deze aandoening leden homeopathisch specifiek was, dat een volledig herstel ook bij goede voeding |
| en leefregels vaak niet lukken wil. Er komen bijzonderheden van andere aard opzetten (die we |
| gewoonlijk nasleep, naziekten noemen), die langzamerhand dreigen erger en chronisch te worden. In |
| zo‟n geval heeft de arts bijna steeds met een psora te maken, die zich tot een chronische ziekte aan het |
| ontwikkelen is. |
| De epidemische en sporadische koortsen hebben derhalve, net als de acuut miasmatische ziekten, als ze |
| niet spoedig heel duidelijk koers bepalen en zonder uitstel tot genezing overgaan, vaak antipsorische |
| ondersteuning nodig - zelfs als men voor die epidemische of acuut miasmatische aandoening een |
| specifiek homeopathisch middel zou hebben gevonden en op de juiste wijze toegepast. Gewoonlijk |
| behandelde ik dan na met Sulphur, tenzij de patiënt kort tevoren al een Sulphurhoudend geneesmiddel |
| had gebruikt. In dat geval moet men uit de reeks der overige antipsorica het nu passende gebruiken.” |
| Hahnemann‟s opmerking “gewoonlijk behandelde ik dan na met Sulphur” is enigszins raadselachtig en |
| lijkt, oppervlakkig gezien, in strijd met het gelijksoortigheidsbeginsel. Wanneer wij de opmerking echter |
| plaatsen tegen de achtergrond van Hahnemann‟s visie op de verschillende ziektevormen, zien we dat |
| Hahnemann zijn voorschriften baseerde op onderliggende miasmatische tendensen. Het vergt een andere |
| analysemethode dan de gebruikelijke. Sinds Hahnemann maakt de homeopathie een ontwikkeling door |
| waarbij steeds intensiever en op grond van gedetailleerder symptomen wordt gepoogd op de „essentie‟ |
| voor te schrijven. Hahnemann‟s ziekteclassificatie werpt de vraag op of zoiets als de „essentie‟ wel |
| 78 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| In elke afzonderlijke situatie kan de patiënt reageren vanuit zijn „essentie‟ en toch steeds een ander |
| geneesmiddel nodig hebben om de balans te herstellen. De mens heeft meer uitdrukkingsmogelijkheden |
| tot zijn beschikking dan wat wij in één geneesmiddelbeeld kunnen terugvinden. Bijgevolg hebben we |
| voor de chronische behandeling vrijwel altijd meerdere en verschillende middelen nodig, in |
| uiteenlopende potenties. |
| Chronische Ziekten, blz. 127: |
| “Hier stuit ik op de merkwaardige omstandigheid dat absoluut iedere psoravorm – met uitzondering |
| van, zoals gezegd, de zo gemakkelijk inwendig te genezen, vers ontstane, door een nog niet verdreven |
| huiduitslag vergezelde psora – dat wil dus zeggen zowel de psora die nog binnenin sluimert, alsook die |
| zich tot één van de talloze uit haar voortgekomen chronische ziekten heeft ontplooid, zeer zelden door |
| een enkel antipsorisch middel kan worden genezen. Praktisch allemaal hebben ze, om tot volledige |
| genezing te geraken, de toepassing nodig van meerdere van zulke geneesmiddelen en in de ergste |
| gevallen ook wel van vele na elkaar.” |
| Miasma als ziektetendens |
| In de homeopathie kennen we een grote diversiteit aan symptomen: van particulars tot mentals, van |
| generaliteiten tot desires en aversions, enz. In alle symptomen drukt zich iets uit. Achter de symptomen |
| schuilt een miasmatisch pathologisch dynamisch actiepotentiaal. Dit veroorzaakt de symptomen en is de |
| drijvende kracht erachter. Naar mate de immateriële dynamische verstoring actiever dan wel krachtiger |
| nemen de symptomen qua geaardheid, heftigheid en intensiteit navenant toe. |
| Deze achtergrondspanning verleent de symptomen hun kracht en dynamiek, hun progressieve dan wel |
| adynamische karakter. |
| De dynamische verstoring tendeert er naar zich op een bepaalde wijze in het menselijk organisme uit te |
| drukken. Zo kan de mens zich in iedere, zich aan hem voordoende levenssituatie op individueel |
| karakteristieke wijze uitdrukken, op een gezonde of ongezonde manier. De miasmatische belasting |
| verstoort het gezonde actie-reactiepatroon en maakt dat de mens niet in overeenstemming met de |
| aanleiding reageert. |
| We kunnen de miasmatische belasting zodoende omschrijven en definiëren als de mate waarin de mens |
| naar ziek worden neigt. Het miasma op zich vertegenwoordigt de latente of manifeste ziektetendens. In |
| essentie behandelt de klassiek homeopaat met zijn dynamische, gepotentieerde geneesmiddelen de |
| achter de symptomen schuilgaande miasmatische ziektetendens. Dit heeft het grote voordeel dat in een |
| vroeg en dus nog niet ernstig pathologisch stadium al kan worden ingegrepen, op voorwaarde dat wij |
| zicht hebben de achterliggende tendens. |
| Wanneer de homeopaat uit het summiere symptoombeeld reeds de carcinogene tendens kan opmaken en |
| weet dat er op de achtergrond een dergelijk proces gaande is dan hoeft hij niet te wachten tot er zich |
| daadwerkelijk een tumor heeft gevormd alvorens de predispositie te behandelen. |
| Wordt de predispositie niet doelgericht en adequaat behandeld dan zal de patiënt in de toekomst, in |
| weerwil van de genoten homeopathische behandeling, toch een reëel risico lopen maligniteit te |
| ontwikkelen. |
| Een andere miasmatisch pathologische achtergrond zal zich op een andere manier openbaren, |
| bijvoorbeeld als astma, reuma, maagzweer, hartinfarct of diabetes. De daadwerkelijke stoffelijke |
| ziekteuiting is niet meer dan het sluitstuk van het psorische drama dat zich dikwijls reeds veel jaren |
| heeft voortgesleept. De regels of „wetten‟ van Hering zijn gebaseerd op dezelfde wetmatigheid. Zolang |
| er uitgesproken pathologische tendensen op grond van erfelijkheid of biografie herkenbaar zijn en er niet |
| 79 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| voorradig is om de ongenezen pathologische ontwikkeling te voeden. |
| Voorafgaande ontregeling |
| Ziekteverschijnselen zijn het gevolg van de eraan voorafgaande ontregeling van de levenskracht. De |
| ontregeling van levenskracht of Dynamis is immaterieel. In eerste instantie verschijnen de symptomen |
| op het immateriële, dynamische niveau: de patiënt “voelt zich niet goed”. Een en ander drukt zich uit in |
| subjectieve symptomen. Materiële afwijkingen vallen nog niet waar te nemen. Worden zulke |
| symptomen onderdrukt of wordt de ontregeling van de Dynamis niet hersteld en genezen dan zal de |
| ziekte zich, afhankelijk van de achterliggende miasmatische belasting, na kortere of langere tijd |
| stoffelijk kenbaar maken. |
| De aandoening heeft nu een materiële component geschapen en is diagnosticeerbaar. De (terug)weg naar |
| genezing vergt in zo‟n geval meer tijd. Zolang de ziekte zich nog op het dynamische vlak van de |
| ontregeling van de levenskracht manifesteert als ziektetendens, blijkt het eenvoudiger genezende reacties |
| in gang te zetten. Het is de taak van de homeopaat om uit de activiteiten van de levenskracht te |
| destilleren welke symtomen uitdrukking zijn van welke pathologische tendens. |
| Welke symtomen horen bij de levensfase waarin de patiënt zich bevindt? Een provocerende puber |
| gedraagt zich overeenkomstig zijn levensfase, in tegenstelling tot de 65-jarige die zijn omgeving loopt |
| op te jutten. In het eerste geval heeft zoiets minder symptoomwaarde dan in het tweede. Zijn hierbij de |
| gedragssymptomen gerelateerd aan de levensomstandigheden en hieruit grotendeels verklaarbaar, dan |
| betekent het dat ze niet diep constitutioneel zijn en evenmin als zodanig moeten worden geduid. |
| Een plantaardig middel heeft de voorkeur indien de mentale gesteldheid verklaarbaar is vanuit de |
| levensomstandigheden. Het zal snel een genezende reactie oproepen. Heel anders ligt het wanneer de |
| patiënt een leven van conflicten achter de rug heeft vanwege non-conformistisch en provocerend gedrag. |
| Dit is veeleer een chronisch constitutionele gesteldheid, gebaseerd op een onderliggende chronisch |
| miasmatische verstoring. |
| Hier schrijven we diepwerkende antisyfilitische of antisycotische geneesmiddelen voor in afwisseling |
| met passende antisporische middelen en eventueel in afwisseling met de bijhorende nosoden als de |
| erfelijke belasting of de biografie daar aanleiding toe geeft. De homeopathische analyse op grond van de |
| juiste symptoomclassificatie heeft derhalve geen eliminerend doch een synthetiserend karakter. Ieder |
| symptoom krijgt zijn plek en wordt recht gedaan door middel van het voorschrift op basis van |
| gelijksoortigheid. |
| De patiënt wordt op basis van de op de juiste symptoomclassificatie voorgeschreven middelen bevrijd |
| van de onderliggende miasmatische pathologische tendensen, die anders in de toekomst onheil voor hem |
| in petto zouden hebben. Afhankelijk van het ontwikkelingsstadium zullen de basale miasmatische |
| verstoringen zich dus in meer of mindere mate doen gelden. |
| Onderkent de homeopaat ze niet dan kan hij slechts wachten tot de intensiteit toeneemt en daardoor het |
| pathologische beeld duidelijker wordt. In de tussentijd maakt de miasmatische tendens de patiënt echter |
| zieker, zodat de homeopaat door de presentatie van symptomen duidelijker signalen krijgt wat hem te |
| doen staat. Dit toont het belang van het in een vroeg stadium herkennen en onderkennen van |
| achterliggende pathologische tendensen! |
| Samenvatting |
| Homeopathische geneesmiddelen zijn onder te verdelen in vijf groepen: plantaardige, dierlijke, minerale |
| en tautopathische middelen en nosoden. |
| 80 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| ziekten, te weten: incidenten, collectieve ziekten en acuut miasmatische ziekten. Het betreft hier ziekten |
| van exogene origine die de levenskracht verstoren. |
| Tautopathische geneesmiddelen zijn passend waar gebruik van allopathische medicijnen een duurzame |
| blokkade van de Dynamis heeft bewerkstelligd. |
| Minerale geneesmiddelen ten slotte zijn constitutiemiddelen die worden voorgeschreven op een |
| endogeen miasmatische belasting van de levenskracht, met name de psorische. Het zijn de minerale |
| middelen die uiteindelijk genezing teweegbrengen. |
| 81 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Classificeren van ziekte |
| Het classificeren van ziekte voordat we tot voorschrijven en behandeling kunnen overgaan heeft grote |
| consequenties voor de manier waarop met de door de patiënt verstrekte informatie wordt omgegaan. |
| Nadat de homeopaat zich een beeld heeft geschapen is de eerste vraag: met wat voor soort ziekte heb ik |
| hier te maken? |
| Organon, §104: |
| “Als eenmaal de totaliteit van de symptomen, die het ziektegeval in het bijzonder bepalen en kenmerken, |
| met andere woorden het ziektebeeld, van de een of andere soort nauwkeurig is vastgelegd, dan is het |
| zwaarste werk ook klaar.” |
| Met andere woorden: |
| Is er sprake van een acute ziekte gebaseerd op een incident of collectieve ziekte? |
| Is er sprake van een acute opleving van een chronisch constitutionele gesteldheid (acuut miasmatische |
| ziekte)? |
| Is er sprake van een chronisch constitutionele gesteldheid of is het de manifestatie van een familiare |
| erfelijke tendens? |
| Er is dikwijls sprake van een combinatie. Bijvoorbeeld: chronisch constitutionele klachten zijn |
| toegenomen of wisselen zich af met symptomen die horen bij de levensomstandigheden of bij acute |
| symptomen. |
| Het kan zijn dat een patiënt met chronisch eczeem veel te lijden heeft onder de spanningen van een |
| slechte relatie en een aanstaande echtscheiding. Of een van de kinderen is ziek, waardoor het eczeem, tot |
| dan rustig, weer hevig de kop opsteekt. |
| Herhalen wij in zo‟n situatie het eerder op de chronisch constitutionele gesteldheid voorgeschreven |
| minerale middel, dan heeft de aandoening - in de gegeven situatie - de neiging erger te worden door het |
| antipsorische en vitaliserende effect van het minerale middel. Met andere woorden, het minerale middel |
| is ongelijksoortig ten aanzien van de actuele, acute situatie en daarom niet passend. In de actuele, acute |
| situatie bundelt de levensenergie zich als het ware samen tot een beperkte groep symptomen van grote |
| intensiteit. |
| Dag en nacht is de patiënt min of meer bevangen door de actuele en zich als acute ziekte manifesterende |
| problematiek. De chronische klachten kunnen erdoor eveneens verergeren: de diepere constitutionele |
| symptomen gaan mee resoneren met de heftiger actuele ziektetoestand. De intensiteit van de klachten |
| noopt de patiënt hulp te zoeken. |
| Weigert de homeopaat voor te schrijven op de nieuwe situatie omdat het “mogelijk een verergering |
| betreft op het eerder ingenomen minerale middel” dan zoekt de patiënt zijn heil elders. Maar funderen |
| we ons oordeel op de ervaringen en inzichten in Hahnemann‟s Chronische Ziekten dan zullen we op de |
| actuele situatie een plantaardig of dierlijk middel met beperkte dieptewerking in gepaste potentie en |
| frequentie voorschrijven. Het eerder voorgeschreven constitutiemiddel kan daardoor ongestoord |
| doorwerken. |
| Chronische Ziekten, blz. 1: |
| “De homeopathische geneeskunst, zoals die in de geschriften van mij en mijn leerlingen is onderwezen, |
| heeft, mits serieus nagevolgd, tot dusver overduidelijk, op treffende wijze haar natuurlijke superioriteit |
| 82 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| optredende) koortsziekten. |
| De venerische ziekten werden door de homeopathie eveneens veel veiliger, met minder moeite en zonder |
| naweeën grondig genezen; deze verdelgde en genas namelijk het inwendige euvel, dat aan die ziekten te |
| grondslag lag, door het meest specifieke middel uitsluitend van binnen uit, zonder de plaatselijk |
| ontstane aandoeningen te storen of te vernietigen. Maar het getal van de overige langdurige ziekten op |
| heel de wereld was en bleef onvergelijkelijk veel groter, ja ontzagwekkend groot.” |
| 83 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| en ziekteprocessen. In het leven van de patiënt komen we zulke vormen en processen eveneens tegen. |
| Acute aandoeningen die binnen de constitutie zijn opgelost, zullen in de biografie en dus in de anamnese |
| geen rol van betekenis spelen. Anders gezegd, van acute ziekten die goed zijn genezen vinden we geen |
| sporen terug. En andersom: niet goed genezen acute ziekten laten sporen na. Niettemin hoeven wij bij |
| een patiënt die, bijvoorbeeld, niet goed de mazelen heeft doorgemaakt geen overduidelijk Morbillinum- |
| beeld [mazelen nosode] te verwachten. De tekenen zijn eerder sluipend en meer verborgen. |
| We merken ze dikwijls niet eens op en kennen ze bijgevolg niet de juiste waarde toe. De obstructie |
| vanuit het verleden creëert een blokkade in de reactie op, met name, het voorgeschreven antipsoricum. |
| Voorgeschreven middelen werken niet of slechts ten dele; de reactie is voor zowel patiënt als homeopaat |
| verre van bevredigend. Het niet (goed) doormaken van, bijvoorbeeld, mazelen heeft tot gevolg dat de |
| betrokkene niet kan afrekenen met een stuk erfelijke miasmatische belasting. Er kunnen vroegtijdige |
| pathologische ontwikkelingen uit voortvloeien, die de manifestatie zijn van de niet geneutraliseerde |
| erfelijke tendens die zich voordoet als endogeen chronisch constitutioneel klachtenpatroon. |
| Veel ernstige ziekten bij jonge kinderen zijn verklaarbaar vanuit deze achtergrond. Het niet kunnen |
| oplossen van erfelijke belasting met behulp van acute ziekten - kinderziekten - maakt dat het kind moet |
| opgroeien met de pathologische tendensen van het voorgeslacht. Deze kunnen zich reeds vroeg in het |
| kinderleven openbaren. Zoals gezegd, het is onwaarschijnlijk dat de patiënt een typisch Morbillinum- |
| beeld presenteert. De kans is veel groter dat hij komt met, laten we zeggen, constitutionele Calcarea |
| carbonica-symptomen. |
| Desondanks zal de reactie op dit constitutiemiddel beduidend beter zijn wanneer we het laten voorafgaan |
| door Morbillinum of, beter nog, deze twee geneesmiddelen in afwisseling geven. Hierdoor wordt de |
| „mazelen-blokkade‟ door Morbillinum opgeruimd. In de ontstane ruimte kan de Dynamis constitutioneel |
| curatief op Calcarea reageren. |
| Een carcinogene erfelijke tendens noodzaakt, bij niet genezend reageren op de voorgeschreven passende |
| geneesmiddelen, om het „blokkademiddel‟ Carcinosinum voor te schrijven. Bij kinderen geboren uit |
| tuberculeuze ouders stuiten we op de tuberculinische constitutielaag, die blokkerend werkt op het |
| zelfgenezende vermogen. Een Tuberculinum nosode slaat hier de brug naar een genezend constitutioneel |
| reactiepatroon en naar gezondheid. |
| Een vergelijkbare situatie doet zich voor bij geslachtsziekten in het voorgeslacht, waarbij het |
| homeopathisch analoge middel gevonden kan worden in Medorrhinum of Syphilinum. Het zou van |
| naïveteit en weinig praktijkervaring getuigen als we beweren dat met het éénmalig voorschrijven van de |
| desbetreffende nosode in een C-potentie de gehele achterliggende pathologische tendens kan worden |
| opgelost en verwijderd. Of de tendens opgelost is blijkt uitsluitend uit structureel genezende reacties op |
| het geïndiceerde constitutiemiddel. |
| Bij ongewijzigde symptomen vinden we telkens wanneer niet goed meer wordt gereageerd op het |
| passende constitutiemiddel, een indicatie voor de desbetreffende nosode. |
| Het probleem van ontoereikende reacties is derhalve te ondervangen door de nosode net zo lang in |
| afwisseling te geven met het geïndiceerde constitutiemiddel tot blijkt dat het reactievermogen van de |
| Dynamis niet langer wordt beperkt. De nosode kan dan worden weggelaten. |
| Door de grootschalige vaccinatieprogramma‟s en de pathologische constitutionele gevolgen ervan voor |
| het verdere leven is de toepassing van nosoden onvermijdelijk. Individueel geïndiceerde nosoden helpen |
| de gezondheid te (her)winnen. Neutralisatie en bevrijding van erfelijke ziektetendensen is |
| noodzakelijker dan ooit en wordt in de homeopathie bereikt met het gebruik van nosoden. |
| Behalve erfelijke tendensen kunnen ook andere stoorzenders de behandeling hinderen. Bijvoorbeeld: de |
| patiënt krijgt tijdens de constitutiebehandeling een ongeluk. Indien het een ernstig ongeval betreft dient |
| 84 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Zo wordt Arnica montana gegeven bij kwetsuren van bot, pees, spier of beenvlies, (eventueel) in |
| afwisseling met middelen als Symphytum, Ruta of Rhus toxicodendron. De ervaring leert dat daardoor |
| herstel veel sneller optreedt. Hahnemann ging precies zo te werk, waarvan we voorbeelden vinden in |
| zijn Krankenjournale en Chronische Ziekten. |
| Organon, §248: |
| “Daarvan laat men de patiënt één of (in stijgende hoeveelheid) meerdere koffie- of theelepeltjes |
| innemen, bij langdurige ziekten dagelijks of om de dag, maar in acute ziekten alle 6, 4, 3, of 2 uur en in |
| de dringendste gevallen elk uur of nog vaker.” |
| Dynamis streeft naar overleven |
| Een acute situatie is zo overheersend dat een middel voor de chronische symptomen op zo‟n moment |
| absoluut niet aan de orde is. Het chronische symptoombeeld wordt door het geweld van het acute trauma |
| naar de achtergrond gedrukt. De Dynamis heeft alle energie nodig voor overleving. Zodra het beter gaat |
| met de patiënt komt de vraag aan de orde wanneer het verantwoord of zelfs noodzakelijk is de |
| chronische constitutiebehandeling voort te zetten. |
| De patiënt herstelt van het trauma en de chronische klachten steken weer nadrukkelijker de kop op. Wat |
| nu te doen? Enerzijds zijn er de restverschijnselen van het trauma, anderzijds vragen de chronische |
| klachten om aandacht. De enige onderlinge relatie die de symptomen hebben is dat zij optreden bij een |
| en dezelfde persoon in dezelfde tijdspanne. |
| De door het trauma opgeroepen symptomen hebben een exogene oorzaak, terwijl de andere voortkomen |
| uit de constitutionele gesteldheid van de Dynamis. Laatstgenoemden noemen we „miasmatisch endogeen |
| constitutioneel‟. Beide groepen, zowel de traumatische alsook de constitutionele, vragen een |
| geneesmiddel, inclusief de passende potentie en frequentie, dat overeenkomt met hun karakter en |
| dynamiek. |
| Van een geneesmiddel voorgeschreven op de hoofdpijnsymptomen na een ongeval kunnen we niet |
| verwachten dat het eveneens de chronische klachten duurzaam verbetert. De chronische klachten houden |
| geen verband met de exogene verstoring - het trauma - doch berusten op een endogeen miasmatische |
| ontregeling. |
| We moeten ons niet laten misleiden wanneer de chronische symptomen onder invloed van het |
| traumamiddel tijdelijk lijken te verbeteren. Bij psorische patiënten kan het zelfs zo zijn dat de |
| verbetering van de chronische symptomen enige tijd aanhoudt. Wanneer het passende antipsoricum niet |
| wordt gecontinueerd keren ze evenwel spoedig terug. Na inname van Ignatia vanwege een groot verdriet |
| kan, bijvoorbeeld, het gevoel ontstaan dat Ignatia een diepe (constitutionele) verbetering bewerkstelligt. |
| In werkelijkheid heeft Ignatia echter slechts de gevolgen van het emotionele incident helpen opruimen, |
| waarbij de voorspoedige verbetering voor ruimte heeft gezorgd. In de fundamentele Phosphorus- of |
| Natrium muriaticum gesteldheid of de Carcinosinum-blokkade brengt Ignatia geen verandering. |
| De chronisch antipsorische of hereditaire sfeer wordt door een middel als Ignatia niet permanent |
| beïnvloed, zodat de basale tendensen zich na verloop van tijd weer manifesteren. Tijdens anamnese en |
| analyse schemeren de constitutielagen en andere tendensen reeds door in de symptomen. We negeren ze |
| soms omdat ze niet van belang zijn bij de zogeheten klassieke manier van voorschrijven. |
| De gebruikelijke analysemethoden maken gebruik van de meest karakteristieke symptomen. Als minder |
| typerend opgevatte symptomen worden voorlopig terzijde geschoven. Aldus wordt via eliminatie van |
| minder belangrijke symptomen doorgedrongen tot de „essentie‟ van de casus, waarop vervolgens wordt |
| 85 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Voorschrijven van het juiste geneesmiddel op de constitutie heeft vaak alleen zin wanneer er niet te |
| veel stoorzenders zijn die een curatieve reactie van de Dynamis belemmeren. |
| Een probleem dat zich hierbij geregeld voordoet is dat een kenmerkend symptoom, bijvoorbeeld met |
| betrekking tot verdriet, onterecht als endogeen constitutioneel symptoom wordt geduid en behandeld. In |
| werkelijkheid is het symptoom evenwel gerelateerd aan een incident, een voorval in het leven van de |
| patiënt. |
| Wordt nu het betreffende symptoom of de symptoomgroep bij de analyse, repertorisatie en |
| differentiaaldiagnose voor constitutioneel aangezien dan volgt de keuze van een mineraal middel. Maar |
| aangezien de gesteldheid alleen gerelateerd is aan het verdrietige voorval, is meewegen van |
| constitutionele symptomen voor de geneesmiddelkeuze - tijdens deze fase van het incident - niet aan de |
| orde en zelfs ongewenst. |
| Tempo en dynamiek van het minerale middel zijn doorgaans niet analoog aan snelheid en dynamiek van |
| het incident. Een mineraal middel dat wordt gegeven vanwege de gevolgen van een incident zal dieper |
| dan noodzakelijk inwerken, waardoor de constitutionele spanning toeneemt en de patiënt verslechtert. |
| Iedere verergering van symptomen wijst feitelijk op ongelijksoortigheid: van geneesmiddel, potentie, |
| dosering of frequentie. |
| Alle symptomen gerelateerd aan het incident dienen voor de geneesmiddelkeuze te worden |
| meegenomen. Bij een acuut voorval of incident is een plantaardige middel het geschiktst. De chronische |
| symptomen die zich tegelijkertijd blijven tonen geven dikwijls een vingerwijzing voor het minerale |
| constitutiemiddel dat spoedig na het plantaardige middel zal volgen. |
| Een gedegen onderscheidingsvermogen ten aanzien van het soort ziekte symptomen is bij de analyse van |
| de ziekteclassificatie van groot, misschien wel doorslaggevend belang voor effectieve behandeling. Om |
| de afzonderlijke symptomen van het ziektebeeld te kunnen analyseren en op waarde te schatten dient de |
| homeopaat te weten wat op welk moment moet worden behandeld. Symptomen geven weer hoe het |
| ervoor staat met de vitaliteit, de Dynamis en de pathologie. |
| Voor de meest gelijksoortige behandeling van de actuele toestand zullen we moeten begrijpen waar ieder |
| afzonderlijk symptoom vandaan komt. Elimineren of door elkaar halen van ziektesymptomen resulteert |
| in het voorschrijven van homeopathische middelen op een allopathische manier. |
| Genezing van psora zal zo uitblijven of slechts via omwegen kunnen worden bereikt. |
| Het voorschrift dekt niet de symptomen die de totaliteit van de ziektesoort weerspiegelen, terwijl daar |
| wel het zwaartepunt ligt. De volgende enigszins ingekorte casus moge ter illustratie dienen. |
| Casus menstruatieproblemen |
| Een jonge vrouw (34 jaar) komt onder behandeling vanwege menstruatieproblemen en tussentijds |
| bloedverlies. Ze heeft tien jaar lang de pil gebruikt maar is daar mee opgehouden toen ze kinderen wilde. |
| Ze werd vrijwel direct zwanger. Sinds de geboorte van haar dochtertje, drie jaar geleden, is de |
| menstruatie „van slag‟. De menstruatiepijnen zijn toegenomen. Soms is er krampende pijn waarbij ze |
| liefst plat op buik of rug in bed ligt. Graag een hete kruik op de buik, geen zin om op te staan. Beter door |
| warmte en bij alleen zijn. Ze wil met rust worden gelaten. Tegen de avond wordt de pijn wat minder. |
| Sinds de zwangerschap is de behoefte aan seks zodanig verminderd dat het bijna een aversie is |
| geworden. Dit leidt tot grote spanningen in de relatie. Onder de aanhoudende druk van haar partner geeft |
| ze weliswaar toe, maar ze ervaart het bijna als verkrachting. |
| 86 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| “Als ik van hem af wil moet ik als hij niet thuis is de koffers pakken en weggaan, anders komt het er |
| toch niet van. Bovendien durf ik er bij mijn ouders niet mee aan te komen want zij zijn stapel op hem en |
| ik kan toch niets goed doen, dat is altijd al zo. Daarnaast is mijn vader zo autoritair dat als ik bij mijn |
| ouders thuis zou komen, hij me zo weer terug naar huis brengt.” |
| Bij navraag blijkt oma van vaderszijde te zijn overleden aan borstkanker. Er komt veel allergie in de |
| familie voor. Patiënte zelf geeft aan twee keer (!) waterpokken te hebben gehad. |
| Een casus zoals wij ze dagelijks kunnen tegenkomen. Bij nadere beschouwing zijn er een drietal „lijnen‟ |
| of pathologische tendensen in te ontdekken. |
| Ten eerste: constitutioneel. |
| De menstruatieklachten en alle begeleidende symptomen. Het tussentijds bloedverlies, de > warmte, |
| alleen zijn, met rust gelaten willen worden, het op de buik slapen en de > tegen de avond. De |
| vermindering van het libido en de klachten na de zwangerschap. Aversie seks. Daarbij het tien jaar |
| pilgebruik. Het plaatje is compleet. Op basis van de constitutionele symptomen kan met een gerust hart |
| Sepia voorgeschreven worden. |
| Ten tweede: biografie. |
| De relatie staat op springen. Ze voelt zich kennelijk niet opgewassen tegen haar man, laat zich voor haar |
| gevoel steeds „gebruiken‟, „verkrachten‟ welhaast, en durft geen stelling te nemen. Het wellicht |
| onnodige (?) risico is dat ze haar koffers pakt en verdwijnt. De levensomstandigheden en de manier van |
| reageren wijzen op Staphisagria. |
| Ten derde: biografisch/erfelijke tendensen. |
| Dit betreft haar relatie met haar ouders, in het bijzonder de vader, door wie zij zich nogal heeft laten, en |
| nog laat, domineren. Voor haar gevoel kon ze nooit iets goed doen en bepalen haar ouders, in haar |
| beleving, nu nog voor haar wat er gaat gebeuren. |
| Daarnaast komt er in de familie bij oma borstkanker voor en heeft ze zelf tweemaal waterpokken gehad. |
| Kortom: indicaties voor Carcinosinum. |
| Wat te doen? Enkel Sepia op de constitutionele symptomen zou goed kunnen werken. Maar de |
| erfelijk/biografische tendensen en de aard van de relatie met haar echtgenoot zal Sepia ongemoeid laten. |
| Beginnen we met Carcinosinum, dan zal een stuk erfelijke belasting kunnen worden opgelost. Wellicht |
| wordt daarmee een bijdrage geleverd aan het ontstaan van meer evenwicht in de relatie doordat ze beter |
| voor zichzelf gaat opkomen. |
| Met Staphisagria blijven de constitutionele symptomen en de erfelijk/biografische tendensen buiten |
| schot en beperken wij ons tot de poging om wat ontspanning te brengen in een dreigende crisissituatie. |
| Aangezien Staphisagria en Carcinosinum ten dele overeenkomen in de tendens zich te laten overheersen, |
| heeft Carcinosinum hier een bredere relatie met de symptomatologie. Wanneer we de crisissituatie in |
| ogenschouw nemen heeft Carcinosinum bovendien de voorkeur boven Staphisagria. (Carcinosinum is |
| een nosode, Staphisagria is van plantaardige origine). |
| Sepia past bij de constitutionele symptomen en komt daardoor het meest overeen met de constitutioneel |
| miasmatisch endogene gesteldheid. (Sepia is een dierlijk middel dat desondanks door Hahnemann tot de |
| antipsorica werd gerekend.) |
| Sepia kan alleen worden gegeven, met het voor de hand liggende risico van toename van spanning in de |
| actuele levenssfeer. De carcinogene belasting is zowel in de erfelijke tendensen als in de individuele |
| levensloop te onderkennen. Carcinosinum zullen we zeker nodig hebben. |
| De beste mogelijkheid is om Carcinosinum en Sepia afwisselend te laten innemen. Bijvoorbeeld: ‟s |
| morgens Carcinosinum en ‟s middags Sepia. Zo schept Carcinosinum door het complementaire effect |
| 87 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Staphisagria afwisselen. |
| Het accent van de geneesmiddelkeuze ligt dan op de biografie én de neiging zich te laten onderdrukken. |
| Dit weerspiegelt zich in de actuele „zichzelf niet kunnen zijn‟ situatie van Staphisagria. De afwisseling |
| van deze middelen kan maken dat ze bij zichzelf en haar eigen rust kan komen c.q blijven. |
| Volgens de gebruikelijke (Kentiaanse) methode zal Sepia het aangewezen middel zijn, dat wordt |
| voorgeschreven in eenmalige C-potentie. Komt er dan een crisis - zeker niet ondenkbaar – dan oordelen |
| we dat Staphisagria benodigd is. Of, blijft de crisis uit doch blijkt de patiënte het jaar erna een hevige |
| allergie te ontwikkelen, dan ontdekken we zonder gebruik van Carcinosinum geen greep op de casus te |
| kunnen krijgen. Tot die ontdekking zouden we anders ook wel zijn gekomen, want nadat enkele malen |
| een terugval is opgetreden, zijn we tot de conclusie gekomen dat er sprake is van een blokkade. Dan pas |
| schrijven we Carcinosinum voor. |
| Een dergelijk traject heeft een langere tijdsduur en de pathologie ontwikkelt zich intussen verder. De |
| pathologische tendensen bestonden al lang. Ze bestaan uit verschillende aan elkaar ongelijksoortige |
| grootheden die afzonderlijk behandeld dienen te worden. Als wij deze tendensen waarnemen en kunnen |
| definiëren dan is, op grond van de ziekteclassificatie en de complementaire relaties tussen |
| geneesmiddelen, het in afwisseling behandelen geïndiceerd en noodzakelijk. |
| Voor behandeling vanuit de ziekteclassificatie, zoals door Hahnemann beschreven, is ervaring van groot |
| belang. Het beoordelen van de etiologie van de symptomen vereist een bijna natuurlijke „feeling‟ voor |
| de ziekteontwikkeling van de patiënt. Het moet een soort tweede natuur worden de ontstaansreden en |
| herkomst van symptomen te definiëren. Benadering vanuit ziekteclassificatie moet uiteraard niet |
| verworden tot een star theoretisch model of dogma. Eenmaal bekend en ingewijd in de benadering van |
| ziektetendensen zal het de homeopaat flexibeler, adequater, zelfverzekerder en doeltreffender maken. De |
| beschikbare tijd wordt efficiënter en beter benut en de resultaten zijn voor beide partijen bevredigender. |
| Bij de behandeling van ADHD-patiëntjes die anders hun leven slijten onder invloed van Ritalin, maakt |
| het veel verschil of er wordt gewerkt vanuit de hier omschreven ziekteclassificatie of vanuit de |
| werkwijze van de traditionele Kentiaanse school. Het eenmalig voorschrijven van een geneesmiddel, |
| gekozen op de vermeende totaliteit van de symptomen, zal dikwijls een behoorlijke aanslag doen op het |
| geduld van de ouders en onderwijzers van het kind. Behandeld vanuit de Hahnemanniaanse optiek krijgt |
| zo‟n kind ‟s morgens de nosode, voorgeschreven op de erfelijke belasting, en later op de dag, een- tot |
| tweemaal daags, het passende constitutiemiddel. Bijvoorbeeld: „s ochtends Tuberculinum en later op de |
| dag met enige uren tussenpoos tweemaal een dosis Calcarea phosphorica. We hebben het hier uiteraard |
| over LM-potenties. De wachttijd tussen de onderlinge geneesmiddelinnames neemt progressief af en de |
| effect van de genezende potenties neemt daarmee dramatisch toe. De behandelduur kan op deze manier |
| sterk worden gereduceerd en is er veelal op korte termijn, dat is: binnen enkele weken, een duidelijke en |
| opvallende verbetering in de klachten te bespeuren. |
| Zeker in de behandeling van kinderen is een voorspoedige verbetering in het klachtenpatroon van het |
| grootste belang omdat de vorming van de persoonlijkheid mede gebeurt op basis van de ervaringen |
| tijdens het leven opgedaan. Hoe meer negatieve ervaringen, hoe meer negatieve reacties uit de omgeving |
| op het kind, hoe groter de kans op langdurige schade bijvoorbeeld in de ontwikkeling van het |
| zelfvertrouwen en het zelfbeeld van het patiëntje. Wanneer de omgeving overwegend open en positief op |
| het kind reageerd zal dit zeker het wereldbeeld van het kind gunstig beinvloedden. Van een steeds maar |
| weer negatieve benadering opgeroepen door het pathologische gedrag van het kind dat ongevoelig voor |
| pedagogische correcties, wordt op den duur geen van de betrokkenen werkelijk beter. |
| 88 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Middels de classificatie van ziekten heeft Hahnemann ons een kader geboden waarbinnen we de |
| ziektesymptomen van de patiënt op een genuanceerde manier kunnen synthetiseren. Dit in plaats van het |
| elimineren van die symptomen die niet binnen ons beeld van karakteristieken passen. Alle door de |
| patiënt geproduceerde symptomen zijn te herleiden tot de symptomgroepen ofwel de ziektesoort waartoe |
| ze behoren. |
| We hoeven niet op voorhand symptomen te elimineren maar geven ze de plek die ze toekomt zodat ze |
| hun betekenis binnen de patiënt en voor diens homeopatische behandeling behouden, ook al leiden ze op |
| zich op dit moment niet tot voorschrijven. |
| Zo maakt de ziekteclassificatie van Hahnemann een werkelijke holistische benadering van de patiënt |
| mogelijk. Ze heeft namelijk een achtergrond waartegen ieder pathologisch symptoom geplaatst en |
| beoordeeld kan worden. |
| Het is slechts vanuit deze classificatie dat we een werkelijk beeld van de patiënt en van alle in hem |
| werkzame pathologische krachten kunnen verkrijgen. Op deze wijze komen we zo adequaat mogelijk tot |
| een diep werkende antipsorische behandeling, de behandeling van de grondoorzaak van zijn lijden. |
| Zo worden de ziektesymptomen in een anamnese gezien als zijnde het gevolg van een pathologische |
| tendens die uitgaat van één der door Hahnemann omschreven ziektevormen. |
| De symptomen zijn dan het gevolg van een overerfde miasmatische belasting, of het gevolg van een |
| directe besmetting met psora, sycosis of syphilis, ook kunnen de symptomen het gevolg zijn van een |
| incident of een epidemische ziekte. Een acuut miasmatisch ziekte is een ernstige situatie waarbij de |
| chronische klachten van de patiënt zich op basis van provocatie door exogene maar ook endogene |
| factoren, zich als een totaalpakket acuut gaan manifesteren. Dit is dan ook bijna per definitie een zeer |
| belastende en voor de patiënt bedreigende situatie. De door Hahnemann genoemde allopatische |
| geneesmiddelziekten noemen we in de huidige tijd, iatrogene ziekten. Ziekten die het gevolg zijn van |
| gebrek aan voeding of leefregel zijn volgens Hahnemann de naam chronische ziekte niet waard. De |
| diversiteit van de bij één of meerdere van deze ziektevormen behorende symptomen tonen zich in iedere |
| patiënt die we tijdens de praktijkvoering voor consultatie ontmoeten. Tijdens het afnemen van de |
| anamnese dienen we alle symptomen genoteerd te krijgen en in de analyse moeten we de symptomen de |
| juiste plek geven. Dan pas kan beoordeeld worden tot welke ziektegroepen de symptomen behoren. |
| Organon §77:…"Ten onrechte worden chronisch genoemd die ziekten, die mensen zichzelf op da hals |
| halen doordat ze zich voortdurend blootstellen aan schadelijke invloeden, die te vermijden zijn. Ze zijn |
| te wijten aan het genot van schadelijke dranken of voedingsmiddelen, aan allerlei uitspattingen, die de |
| gezondheid ondermijnen, aan het voortdurend ontberen van de noodzakelijke levensbehoeften, aan |
| verblijf in ongezonde, vooral vochtige streken, aan het leven in kelders, vochtige werkplaatsen, |
| ongeventileerde woningen. Ze komen door gebrek aan lichaamsbeweging of frisse lucht, door |
| ongezonde overmatige inspanning van lichaam of geest, door constante verdrietelijkheden, enz. |
| Deze ongezonde toestanden, die men zichzelf berokkend heeft, gaan bij verbetering van de leefwijze |
| vanzelf over (als er niet ook nog een chronisch miasma in het lichaam huist) en zijn de naam van |
| chronische ziekten niet waard….". |
| Voetnoot 1.§206:…" Laat U bij dergelijke informaties niet misleiden door de vaak vernomen |
| beweringen van patiënten of hun familieleden, wanneer ze als oorzaak van chronische, ja zelfs de ergste |
| en meest slepende ziekten enkel maar een vele jaren geleden gevatte kou aangeven (nat worden, koude |
| dronk na verhitting) of een destijds ondervonden schrik, een vertillen of een ergernis (ook wel |
| behekserij) enz. dit soort aanleidingen zijn veel te klein om in een gezond lichaam een slepende ziekte |
| 89 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| van een belangrijke, hardnekkige oude kwaal moeten veel belangrijkere oorzaken ten grondslag liggen |
| dan die ongemakken die men zich nog herinneren kan. |
| Voor een chronisch miasma kunnen die veronderstelde aanleidingen alleen maar provocerende factoren |
| zijn geweest….". |
| Zo kunnen er bij één en dezelfde patiënt meerdere symptomen behorende tot verschillende ziektesoorten |
| een rol spelen. Een Sulphur patiënt met een carcinogene familiare geschiedenis kan verzeild raken in een |
| slepende echtscheidingsprocedure of onder een auto komen. De carcinogene tendens die zich bij deze |
| patiënt uit in een sterk allergisch klachtenpatroon vraagt om behandeling, de Sulphur symptomen roepen |
| middels de jeukende huiduitslag om Sulphur en de conflictueuze relatie met de echtgenoot vraagt om |
| Staphisagria of Ignatia. De beschreven situatie is zeker niet utopisch te noemen. Dagelijks ziet de |
| homeopaat patiënten in zijn praktijk die met een dergelijke complexe problematiek en vraagstelling |
| komen waarbij de symptomen betreffende de verschillende ziektesoorten vrijwel continue door elkaar |
| lopen. Willen we werkelijk iets wezenlijks bijdragen aan een gunstig verloop en een duurzaam |
| genezingsproces dan kunnen we niet volstaan met het reduceren van de patiënt tot zijn vermeende |
| constitutiemiddel. Echter het volstaat in deze ook niet de patiënt uitsluitend Staphisagria of Ignatia voor |
| te schrijven omdat dit slechts de symptomen dekt die gerelateerd zijn aan de in dit geval huiselijke |
| omstandigheden. Carcinosinum zal een grote bijdrage leveren aan het neutraliseren van de erfelijke |
| carcinogene belasting, de patiënt wat vrijer maken, minder gevoelig voor een dominante omgeving en de |
| allergie doen afnemen, zal echter de constitutie van de patiënt niet verder kunnen optimaliseren. |
| Zo zal iedere patiënt met zijn eigen symptoomcomplex komen welke vervolgens uit elkaar gerafeld dient |
| te worden in welke symptomen bij welke ziektevorm horen. Pas dan is de tijd gekomen voor de bepaling |
| van de karakteristieke symptomen en vervolgens de symptoom waardering bij de verschillende |
| ziektevormen die in de patiënt een rol spelen, toe te passen. Het zwaartepunt dient dan bij de meest |
| urgente symptomen die de meest op de voorgrond tredende ziektesoort vertegenwoordigen te liggen. |
| Voor het bovengenoemde betekend dit dat wanneer de relationele problematiek zeer sterk op de |
| voorgrond treedt, bijvoorbeeld Staphisagria geïndiceerd is. Deze heftige emotionele toestand kan ten |
| gevolge hebben dat alle symptomen betreffende de huid en de allergie tijdelijk de wijk nemen en naar de |
| achtergrond verdwijnen. Het is de situatie waarbij volstaan kan worden met het voorschrijven van alleen |
| Staphisagria. Dit geneesmiddel zal de spanningen betreffende de relatieproblemen hanteerbaar maken en |
| de patiënt voor verdere emotionele escalatie behoeden. |
| Een andere, veelvoorkomend reactiepatroon is dat onder de onderhavige spanningen de huidsymptomen |
| gigantisch verergeren waarop Staphisagria geen afdoende antwoord blijkt te zijn. Veelal blijkt dan dat af |
| en toe een dosis Sulphur, in deze passend bij de constitutie van de patiënt, niet alleen de huiduitslag |
| rustiger zal maken maar ook een adequate reactie op de Staphisagria zal ondersteunen. Bij gevoelige |
| patiënten echter is het in deze wenselijk om Carbo vegetabilis of Carbo animalis te geven in plaats van |
| Sulphur, en de Sulphur pas dan voor te schrijven wanneer de dynamus weer in rustiger vaarwater is |
| teruggekeerd. Wanneer de patiënt weer in betere doen is dus. Afhankelijk van de symptomen, Carbo |
| vegetabilis en of animalis dienen in deze vanuit verschillende invalshoeken het zelfde doel als Sulphur. |
| Deze beide geneesmiddelen geven echter veelal een rustiger en dus voor de patiënt gunstiger |
| reactiepatroon te zien. Ook wanneer een patiënt heftig reageert op Psorinum is Carbo vegetabilis, of in |
| andere gevallen Thuya, een rust en genezing bevorderend complement. |
| Ook kan bij onze patiënt in Staphisagria omstandigheden de Carcinogene tendens zich middels de |
| genoemde allergische klachten manifesteren. Het voorschrijven van Carcinosinum zal de allergische |
| symptomen doen afnemen en de patiënt stimuleren meer zijn eigen plek en ruimte in te nemen, aldus de |
| Staphisagria direct ondersteunen in haar effect. In deze emotionele problematiek betreffende de neiging |
| 90 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| domination" en "from excessive parental control", en Staphisagria gerelateerd aan de actuele |
| problematiek die echter niet altijd een zware biografische of erfelijke voorgeschiedenis dient te hebben. |
| De Staphisagria situatie kan voor de patiënt in zijn of haar leven beperkt zijn tot de actuele situatie. |
| Vinden we echter meerdere voorbeelden in de biografie die gekarakteriseerd worden door de zelfde |
| „slachtofferige‟ Staphisagria kenmerken, dan kunnen we spreken over biografische incidenten, wat wil |
| zeggen dat er sprake is van recidiverende problematiek. |
| In de anamnese kunnen we een onderscheid maken m.b.t welke symptomen tot welke ziektegroep |
| behoren. |
| Tijdens het classificeren en waarderen van de symptomen zien we gaandeweg waar het zwaartepunt of |
| de zwaartepunten bij de onderhavige patiënt liggen. Aan de hand hiervan kan de homeopaat besluiten op |
| welke tendens(en)en op basis van welke symptomen bij de patiënt voorgeschreven dient te worden. |
| In de evaluatie en duiding van de symptomen van de patiënt is de juiste plaatsbepaling van de |
| symptomen van belang om te kunnen beoordelen met welke ziektevorm we bij iedere afzonderlijke |
| patiënt van doen hebben. Het is de juiste plaatsing van de symptomen die het eerste grote onderscheid |
| mogelijk maakt waarna de verdere details een verdere differentiatie richting geneesmiddelkeuze |
| mogelijk maken. |
| In het nu volgende stukje worden een aantal aanwijzingen gegeven hoe tot een juiste classificatie |
| gekomen kan worden. |
| Vragenlijst voor van het benaderen van casuïstiek vanuit de ziekteclassificatie van Hahnemann. |
| De bedoeling van deze vragenlijst is een hulp te zijn bij de benadering van het „beeld‟ en de |
| symptomatologie van de patiënt om vervolgens te kunnen beoordelen met welke soort ziekte we te |
| maken hebben. |
| Als we deze vragen goed kunnen beantwoorden moet het mogelijk zijn een goed gemotiveerde „ingang‟ |
| te kiezen voor de behandeling van iedere patiënt maar vooral de chronisch zieke patiënt. |
| De vragen verwijzen naar: incidenten (ook de zich herhalende biografische incidenten), tussenziekten |
| (collectieve ziekten, morbi intercurrentes of epidemische ziekten), acuut miasmatische ziekten, |
| chronisch miasmatische ziekten, (psorisch, sycotisch en syphilitisch) en de manifestaties van erfelijke |
| tendensen. |
| Het doel is te komen tot het voorschrijven van het op het psora miasma geïndiceerde antipsorisch |
| minerale constitutie middel, maar zo, dat er ook een gunstige, curatieve reactie verwacht mag en kan |
| worden. Vaak is er echter iets nodig, zeker in gecompliceerde ziektegevallen, om de psora „in de juiste |
| baan te brengen‟ pas waarna de patiënt goed adequaat en curatief kan reageren. |
| Vraag1 - Heb ik een goed beeld van de patiënt en zijn problematiek ?, correspondeert mijn beeld met de |
| realiteit van de patiënt ? Wat is het beeld, inclusief het ziektebeeld, dat ik van de patiënt heb? |
| Bijvoorbeeld: Met welke ziektevorm heb ik te maken? Betreft het een acute ziekte, een chronische |
| ziekte, een acuut miasmatische ziekte, een genees-middelziekte, of het uitbreken en manifesteren van |
| erfelijke tendensen? |
| Hoe heftig en intens of hoe traag en stroperig verloopt de symptomatologie? Wat is de dynamiek? |
| Vraag 2 - Zijn de symptomen van de patiënt verklaarbaar uit zijn of haar omstandigheden? |
| 91 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| bijvoorbeeld iets „heerst‟, een soort buikgriep, collectieve virale dan wel bacteriële infecties, etc. |
| In geval van een incident zijn de stoorfactoren vaak te vinden in de persoonlijke leefomstandigheden of |
| in de biografie van de patiënt. Deze stoorfactoren kunnen zich op alle gebieden van het menselijk leven |
| afspelen, op relationeel niveau, met partner, ouders of andere familie. Financiële of zakelijke perikelen, |
| onrechtsituaties verdrietelijkheden, tegenslagen, ergernissen frustraties, teleurstellingen, voor zover ze |
| gerelateerd zijn aan actuele problematiek. Heel belangrijk is natuurlijk wat er speelt in het persoonlijk |
| leven, hoe de patiënt deze problematiek ervaart en hoe hij vervolgens op deze omstandigheden reageert. |
| Dit alles is zeer illustratief beeldvormend en geeft een goed inzicht in welke symptomen in deze situatie |
| als karakteristiek gezien dienen te worden. Ieder mens reageert immers op gegeven omstandigheden op |
| een voor hem of haar specifieke wijze. |
| Dit onderscheid tussen de verschillende wijzen van reageren maakt een vervolgens een goede |
| geneesmiddelkeuze voor deze individuele patiënt die in dit „incident‟ betrokken is mogelijk. |
| Bij het voorschrijven van een geneesmiddel voor de patiënt op deze levenssituatie of omstandigheden |
| kies dan na analyse bij de gerepertoriseerde rubrieken bij voorkeur uit de plantaardige of dierlijke |
| middelen. Dit zijn de geneesmiddelen die de patiënt in deze het voorspoedigst uit de huidige impasse |
| kunnen halen en hem helpen de balans in het leven te hervinden, om de behandeling van de chronische |
| ziekte te kunnen continueren. |
| Vraag 3 - Is er in de leefwereld van de patiënt geen verklaring te vinden voor het klachtenpatroon, dan |
| kunnen we spreken van een chronische ziekte met een endogene miasmatische oorzaak |
| Als er in de leefomstandigheden van de patiënt geen aanleiding dan wel oorzaak te vinden is voor de |
| actuele symptomen van de patiënt dan kunnen we stellen dat de oorzaak voor de symptomen in de |
| constitutie van de patiënt gelegen moet zijn. Deze symptomen hebben dan een endogeen constitutionele |
| oorzaak en zijn dus psorisch, sycotisch of syphilitisch miasmatisch van origine.. |
| Hoe uitten de ziektesymptomen zich, acuut of chronisch? In geval van acuut miasmatische |
| symptomatologie bij de patiënt die al homeopatisch constitutioneel behandeld wordt, kan het tot op dat |
| moment gebruikte minerale constitutionele geneesmiddel dat immers passend is bij de miasmatische |
| constellatie, eerst een paar keer met kortere intervallen herhaald worden. Indien de patiënt hier niet |
| curatief op reageert is het noodzakelijk de ziektesymptomen te evalueren om vervolgens op de acute |
| symptomen een plantaardig of dierlijk geneesmiddel voor te schrijven. Veelal zal dit acute |
| homeopatische geneesmiddel complementair aan het minerale constitutiemiddel blijken te zijn. |
| Bij een nieuwe situatie, een voor de homeopaat nieuwe en onbekende patiënt is het verstandig op basis |
| van de acute symptomen bij voorkeur eerst een plantaardig of dierlijk geneesmiddel voorschrijven en dit |
| na herstel van de acute ziektesituatie te laten volgen door het geïndiceerde minerale constitutiemiddel. |
| Het is het minerale antipsorisch werkende geneesmiddel dat de genezing een duurzaam karakter zal |
| kunnen geven en de patiënt kan behoeden voor acuut miasmatische terugvallen in de chronische |
| gesteldheid. |
| Vraag 4 - Indien chronisch, hoe is het verloop van de ziektedynamie: psorisch, sycotisch, syphilitisch? |
| De snelheid in het verloop van de chronische symptomen geeft een indruk van hun miasmatische |
| achtergrond. De heftigheid in de dynamiek geeft tevens een goede indicatie voor de frequentie waarin |
| het passende geneesmiddel voorgeschreven dient te worden. |
| 92 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| in overeenstemming met de dynamiek, het karakter van het ziek zijn en de mate en het niveau van |
| ontwikkeling van de pathologie. Het geneesmiddel in deze situaties kan en zal veelal het mineraal |
| geïndiceerde constitutiemiddel zijn. De psora is in de juiste baan, de patiënt reageert curatief, er zijn |
| geen storende incidenten of epidemische ziekten. De constitutie van de patiënt is in relatieve rust, de |
| symptomen zijn duidelijk evenals het geïndiceerde geneesmiddel. In zo‟n situatie kan bij goed diep en |
| curatief reageren het minerale antipsorische geneesmiddel gegeven worden tot wat in de homeopathie de |
| „eindverergering‟ genoemd wordt. Met de eindverergering bedoelde Hahnemann de situatie dat de |
| patiënt na een langere periode gebruiken van het voor hem of haar minerale constitutie middel, aan het |
| eind van de innames een lichte terugval in de oorspronkelijke symptomatologie bespeurt. Dan dient de |
| patiënt te stoppen met de geneesmiddelinnames. Het begrip eindverergering is in deze uitsluitend |
| voorbehouden aan het minerale constitutiemiddel. |
| Organon §280:.."Zo lang het middel helpt en geen nieuwe hinderlijke symptomen oproept, wordt het in |
| geleidelijke verhoging zolang gecontinueerd tot de zieke, terwijl hij zich over het geheel beter voelt, een |
| of meer van zijn oude,oorspronkelijke klachten opnieuw in gematigde vorm begint te bespeuren. |
| Bij zo‟n geleidelijke verhoging van de zeer beperkte doses, die iedere keer door schudden zijn |
| gemodificeerd (§274), wijst zoiets erop dat de genezing dichtbij is. Het toont namelijk, dat het |
| levensbeginsel het bijna niet meer nodig heeft bewerkt te worden door de gelijkende geneesmiddelziekte, |
| om daardoor het gevoel voor de natuurlijke ziekte kwijt te raken ( §148). Het laat zien, dat het |
| levensbeginsel nu bevrijd raakt van de natuurlijke ziekte en alleen nog maar wat last begint te krijgen |
| van die homeopathische geneesmiddelziekte die men anders homeopatische verergering pleegt te |
| noemen…". |
| Zo vormt de eindverergering het teken dat de patiënt zeer waarschijnlijk is genezen van de psorisch |
| chronisch miasmatische ziekte. Alle andere homeopatische verergeringen die zich gedurende de |
| behandeling bij de minerale geneesmiddelen maar ook bij de niet minerale geneesmiddelen kunnen |
| voordoen, hebben een andere oorzaak en reden en verdienen derhalve niet het predikaat eindverergering. |
| Vraag 5 - Is er sprake van een klachtenpatroon behorende bij een ziekte-tendens zoals die in de familie |
| van de patiënt voorkomt? |
| De erfelijke belastingen vormen een indicatie voor het gebruik van de daarbij horende nosoden. De |
| hereditaire tendens ontstaat doordat de ziekten waarmee het voorgeslacht is geconfronteerd niet goed tot |
| een oplossing zijn gebracht en niet tot immuniteit aanleiding hebben gegeven. Zoals we ook de kleur van |
| de ogen en haren via overerving meekrijgen worden deze ziektetendensen ook als een soort aangeboren |
| „zwaktes‟ of pathologische tendens meegegeven. Heeft het voorgeslacht wel immuniteit als „vermogen‟ |
| opgebouwd, werkt dit op positieve wijze door in het nageslacht als verminderde predispositie, |
| verminderde vatbaarheid ofwel verhoogde immuniteit. |
| Afhankelijk van de duidelijkheid van het beeld betreffende de erfelijke belasting kan er alleen een |
| nosode voorgeschreven worden, of een nosode in afwisseling met een plantaardig of mineraal |
| geneesmiddel voorgeschreven op de overige symptomen (behorende bij het incident, de tussenziekte of |
| de constitutionele symptomen van de patiënt). Dit betekend dat de op de verschillende ziektesoorten |
| geïndiceerde geneesmiddelen in afwisseling voorgeschreven dienen te worden. In afwisseling omdat |
| beide gerechtvaardigd zijn door de zich manifesterende symptomatologie die te herleiden zijn naar hun |
| verschillende pathologische oorsprong. |
| 93 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| lagere L.M potentie dient te worden voorgeschreven. |
| De erfelijke belasting, als predispositie voor ziekte, zal anders blokkerend werken op de curatieve actie |
| van het minerale of plantaardige geneesmiddel of op de reactie van de dynamus daarop. Als de nosode |
| wat hoger gedynamiseerd wordt voorgeschreven dan het plantaardige of minerale geneesmiddel zien we |
| deze genezing blokkerende conflict- situatie niet meer of veel minder. |
| 94 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| middel (Een tautopatisch middel is een geneesmiddelpotentie gemaakt van het allopatische middel dat |
| het probleem veroorzaakt). |
| We spreken hier veelal van een situatie waarbij de patiënt of al een langere tijd een bepaald allopatisch |
| geneesmiddel heeft gebruikt, of door een allergische reactie op een bepaald medicament mogelijk schade |
| heeft opgelopen waardoor er deze niet meer op de geïndiceerde homeopatische geneesmiddelen kan |
| reageren. Het specifiek op deze „blokkade‟ voorschrijven zal dan veelal de oplossing blijken te zijn voor |
| de gerezen problemen. Als tautopatische middelen worden bijvoorbeeld gebruikt penicillinum bij het |
| gebruik en verkeerd reageren op penicilline, prednisolonum bij het misbruik en de gevolgen van |
| prednison etc. etc. De praktijk van alle dag staat bol van voorbeelden. Veelal worden echter eerst de |
| reeds bekende homeopatische geneesmiddelen voor deze situaties gebruikt zoals: Sepia bij pilgebruik, |
| Nux-v. bij gebruik van tranquillizers, Sulphur of Carbo-v. bij klachten ten gevolge van het gebruik van |
| antibiotica etc... Natuurlijk dient er ondanks de ogenschijnlijke oorzaak altijd op de symptomen te |
| worden voorgeschreven, veelal blijken het echter de genoemde middelen te zijn. |
| Is er voldoende zicht op de overige ziekte symptomatologie, dan kan er in overeenstemming met deze |
| symptomen (incident, tussenzieke, miasmatische belastingen etc.) voorgeschreven worden in afwisseling |
| met het geïndiceerde geneesmiddel bij de iatrogene ziekte. Door het complementaire effect versterken ze |
| elkaar in hun effect op de patiënt, daar waar ze indien onbehandeld elkaar alleen maar blokkeren. |
| Zo vinden we in het repertorium onder het hoofdstuk „generals‟ de sub rubriek „medicine‟ en „allopathic |
| abuse‟ de geneesmiddelen die dienstig zijn in het neutraliseren van de negatieve reacties op het gebruik |
| van diverse allopatische medicatie. Natuurlijk vertoont de patiënt ook hier niet het specifieke |
| constitutionele beeld van het homeopatisch geneesmiddel wat ter neutralisatie ingezet dient te worden. |
| Het is dan ook niet geïndiceerd als constitutiemiddel. Dit geneesmiddel wordt veelal op beperkte |
| symptomatologie ingezet. Merendeels omdat de patiënt op het geïndiceerde constitutiemiddel niet |
| adequaat reageerde. |
| Vraag 7 - Is er sprake van een geblokkeerd reactie patroon op het geïndiceerde en voorgeschreven |
| minerale constitutionele geneesmiddel ? Waardoor? |
| *Psorische indifferentie? |
| *Erfelijke belasting? |
| *geneesmiddelgebruik? |
| *omstandigheden, biografische elementen? |
| Schrijf dan voor op de verstorende factor. Reageert de patiënt goed op het geneesmiddel voorgeschreven |
| op de ziekteverwekkende of onderhoudende omstandigheden dan mogen we ook verwachten dat de |
| patiënt goed zal reageren op het dieper werkende antipsorische minerale constitutiemiddel. Dit kan dan |
| vervolgens voorgeschreven worden eventueel, zolang noodzakelijk, in afwisseling met het geneesmiddel |
| dat voorgeschreven werd op de acute ziektesituatie of blokkade. Dit tot een ongehinderde curatieve |
| reactie op het constitutionele minerale geneesmiddel plaatsvindt. Pas dan is het verantwoord het |
| ondersteunende geneesmiddel weg te laten. |
| De genoemde psorische indifferentie komen we in de behandeling van de patiënt daar tegen wanneer er |
| na een aanvankelijk positief en curatief reageren plotseling een eind gekomen lijkt te zijn aan de |
| gevoeligheid van de dynamus voor homeopatische prikkels. Wat we ook doen in potentie en dosering |
| met het geïndiceerde homeopatisch minerale constitutiemiddel, de patiënt reageert niet of met |
| verergeringen, welke vervolgens niet omgezet worden in verbeteringen in het welbevinden van de |
| 95 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Chronische ziekten blz.155:.."overigens zal het, naarmate enige veranderingen in de symptomen |
| optreedt, ook hier vaak nuttig zijn tussen de doses pure Sulphur soms een kleine gift Hepar sulphuris te |
| voegen, eveneens in verschillende potentiegraden (als er van tijd tot tijd meerdere giften noodzakelijk |
| worden). Niet zelden kan ter afwisseling naar gelang van de omstandigheden een dosis Nux vomica C30 |
| of ook mercurius (C30) worden gegeven…".. |
| Dit voor wat betreft de behandeling van primaire psora die in deze fase nog min of meer het karakter |
| draagt van een acute ziekte. |
| Chronische ziekten blz. 156:.."Maar toch ontstaan er bij zeer langdurige en gecompliceerde, meestal |
| tevoren allopatisch verknoeide ziekten bijna altijd de noodzaak, van tijd tot tijd gedurende de kuur weer |
| eens een dosis Sulphur of Hepar sulphuris te geven (al naar gelang van de symptomen). Dat moet ook |
| als de patiënten al eerder verknoeid waren door grote allopatische zwaveldoses en door |
| zwavelhoudende baden. In die gevallen geven we eerst een dosis Mercurius C30. |
| Opvallend is dat Hahnemann kennelijk ongeacht de symptomen Mercurius gebruikt als antidote voor de |
| overdosering met zwavel. Vanuit de classificatie van ziekten is dit echter heel helder en inzichtelijk te |
| maken. |
| Zoals ook in alle bovengenoemde situaties veranderd de patiënt niet spoorslags in een constitutionele |
| Nux vomica of Mercurius patiënt. Constitutionele Nux vomica en Mercurius patiënten bestaan vanuit de |
| optiek van Hahnemann niet, en dus zijn de indicaties voor deze geneesmiddelen in bovengenoemde |
| situaties andere dan constitutionele. |
| De benadering vanuit Organon en Chronische ziekten, vanuit de ziekte-classificatie en de daaraan |
| gekoppelde miasmaleer brengt een veel groter begrip van de patiënt en de therapeutische mogelijkheden |
| van de homeopathie binnen het bereik van de homeopaat. |
| Als we onderkennen dat we alle elementen zoals we deze in de ziekteclassificatie omschreven vinden bij |
| al onze patiënten tegen kunnen komen geeft dat heel veel richting aan de behandeling door de |
| homeopaat. |
| Van nu af aan weet de homeopaat altijd wat hij aan het doen is, wat hij aan het behandelen is, met andere |
| woorden, waar de patiënt zich bevind in de constitutiebehandeling en waar hij naar toe moet, het geeft |
| duidelijker richting aan tijdens de behandeling. |
| Het is het doel om vanuit de periferie van de patiënt, vanuit de problemen in de biografische sfeer, mede |
| door hem te verlossen van de knellende erfelijke pathologische belastingen, te komen tot het |
| voorschrijven op de diepste endogene miasmatische verstoringen, voornamelijk de psorische. Dit om |
| door het neutraliseren van de psorische belasting de patiënt de mogelijkheid te geven een vernieuwde |
| gezondheid te verwerven. Zo hebben de plantaardige, de dierlijke geneesmiddelen, de tautopatische |
| middelen en de nosoden als functie het neutraliseren van die belemmeringen die de werkelijke endogene |
| antipsorische genezing door de minerale constitutionele geneesmiddelen in de weg staan. Ze staan als |
| het ware om de minerale middelen heen om hun werking mogelijk te maken te bevorderen en te |
| ondersteunen. Het is daarom dat Hahnemann ze benoemde als behorende tot de meer algemene of |
| overige homeopatherapie. In de praktijk van alle dag is het werken vanuit de achtergrond van de |
| ziekteclassificatie zeer praktisch en effectief. De verschillende geneesmiddelgroepen worden dan daar |
| gebruikt waar hun grootste geneeskrachtige vermogen ligt, en op dat moment dat het aan de orde is, |
| geïndiceerd door de geclassificeerde symptomatologie. |
| Het hebben van inzicht in de miasmatische belastingen, de ziekteclassificatie en ziektedynamica is bij |
| deze wijze van voorschrijven voorwaarde. |
| 96 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| pathologische tendens worden bepaald, en de bijbehorende geneesmiddelen worden voorgeschreven op |
| een wijze en in een frequentie passend bij hun dynamiek. Opdat als gevolg van het uiteindelijke |
| antipsorische effect van de behandeling de patiënt zich kan verheugen in een duurzaam herwonnen |
| gezondheid, hetgeen genezen wordt gemoemd. |
| Samenvatting: |
| Het einddoel van de homeopatische behandeling is de antipsorische behandeling van de dynamus. |
| In de analyse maken we gebruik van het classificeren van de symptomen van de patiënt als behorende bij |
| de verschillende ziektevormen. |
| Het classificeren is een synthetiserend proces (niet een eliminerend, symptoom verwijderend proces). |
| De holistische benadering van de patiënt wordt door het classificeren mogelijk. |
| Pathologische tendensen kunnen middels het classificeren al in een vroeg stadium onderkend worden. |
| De behandelmogelijkheden worden navenant effectiever. |
| 97 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Zoals we in het voorgaande hoofdstuk hebben gezien heeft de patiënt over het algemeen te maken met |
| een diversiteit aan klachten die we vanuit de ziekteclassificatie omschrijven als uitdrukking van |
| verschillende ziektesoorten.(incident, miasmatisch, hereditair, epidemisch etc.) |
| Bij ieder ziektesoort hoort een groep geneesmiddelen waardoor er een hiërarchie tussen de verschillende |
| homeopatische geneesmiddelgroepen ontstaat. Zo komen de homeopatische geneesmiddelen in |
| onderlinge verhouding tot elkaar te staan. Het zijn deze onderlinge verhoudingen die we in de materia |
| medica terugvinden onder de vermelding geneesmiddelrelaties. Deze blijken bij het opeenvolgend |
| voorschrijven van homeopatische geneesmiddelen belangrijk te zijn. Zo kennen we een aantal |
| onderlinge verhoudingen tussen geneesmiddelen. |
| Wanneer onder de noemer geneesmiddelrelaties de onderlinge relatie wordt benoemd als antidote houdt |
| dit in dat de werking van het eerst gegeven geneesmiddel door het 2e en later gegeven geneesmiddel |
| wordt geantidoteerd. |
| Dit betekend dat het tevoren gegeven geneesmiddel wordt stopgezet en zijn werking niet langer kan |
| voortzetten. |
| Af en toe wordt van dit onderlinge vermogen van homeopatische geneesmiddelen bewust gebruik |
| gemaakt ten einde geneesmiddelverergeringen te voorkomen of weer in de hand te krijgen. De |
| homeopaath zoekt dan naar het geneesmiddel dat passend bij de symptomen zich tot het gegeven |
| geneesmiddel als antidote verhoudt. Vaak gebeurt het als een soort noodgreep die bij correct |
| voorschrijven slechts zelden hoeft te worden toegepast. |
| Er is echter een veel charmantere en mildere manier van het neutraliseren van een overreactie op |
| homeopatische geneesmiddelen. Deze wordt bij de L.M. methode veelvuldig wordt toegepast teneinde |
| een optimaal verloop in het genezingsproces te bewerkstelligen maar kan ook bij het gebruik van C |
| potenties zeer wel dienst doen. |
| Regelmatig wanneer er een verergering optreedt als reactie op een homeopatisch geneesmiddel is er |
| sprake van het gebruik van een onjuiste potentie, van een te grote of te frequente dosering. Het is de |
| combinatie van de hoogte van de potentie maar meestal vooral de hoeveelheid van het geneesmiddel dat |
| is ingenomen dat de verergering veroorzaakt. |
| Het gemakkelijkst en het meest geruisloos laat zich deze overreactie neutraliseren door hetzelfde |
| geneesmiddel, in de zelfde potentie, in een verder verdunde, dosis na slechts 2x schudden nogmaals te |
| geven en eventueel daarna nogmaals. |
| Totdat de dynamus zich weer op een milde en constructieve manier laat stimuleren. Hiervoor is echter |
| wel noodzakelijk dat de homeopaath het geneesmiddel in vloeibare vorm voorschrijft omdat alleen in |
| vloeibare vorm de verdere dynamisering van het geneesmiddel tussen iedere volgende inname mogelijk |
| wordt. Ook in de 4e editie van het Organon heeft Hahnemann zich hierover uitgelaten. |
| Organon 4e editie 1829, §269:…." Dat iedere artsenij het |
| duidelijkst en vergelijkbaarst in oplossing werkt maakt dat de verstandige genezer (Heilkünstler) alle |
| geneesmiddelen zo(in oplossing) voorschrijft die door hun natuur niet verlangen dat men ze in |
| poedervorm aanwend….".. |
| 98 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| reduceren wordt het 2e geneesmiddel slechts gelijksoortig aan het voorgaande en niet meer gelijk. Deze |
| dosis vormt dan tegelijkertijd de optimale prikkel voor het hierboven omschreven doel, het antidoteren |
| van de overreactie. Na het neutraliseren van de overreactie zal een volgende, meer passende dosis van |
| het geneesmiddel de dynamus tot de gewenste milde reactie kunnen stimuleren. |
| Innimical betekend vijandig, hetgeen wil zeggen dat de betreffende geneesmiddelen niet na elkaar |
| gegeven kunnen worden omdat dat voor de patiënt vervelende gevolgen kan hebben. Er kunnen heftige |
| verergeringen optreden tot een ziektecrisis aan toe, een risico dat men zeker loopt in geval van ernstige |
| pathologie of bij patiënten die substitutietherapie nodig hebben zoals bijvoorbeeld insuline. Dit |
| innimical fenomeen doet zich echter alleen voor bij het gebruik van C potenties. Als de homeopaath |
| L.M. potenties gebruikt komt dit nadeel van innimical relatie te vervallen en kunnen alle mogelijk |
| geïndiceerde geneesmiddelen naar behoefte door elkaar gebruikt worden zonder zat men bang hoeft te |
| zijn voor vervelende reacties vanwege onderlinge geneesmiddelconflicten. |
| Following well betekend zoals de woorden al aangeven dat de vermelde geneesmiddelen goed op elkaar |
| volgen. |
| Het laatst gegeven geneesmiddel wordt dan niet in zijn werking gehinderd door de mogelijke na effecten |
| van het daarvoor gegeven homeopatisch geneesmiddel. Het eerst gegeven geneesmiddel draagt echter |
| ook niet actief bij aan een betere reactie op het daaropvolgende. Deze geneesmiddelen bezitten zogezegd |
| wanneer in C potentie gegeven wel een positieve verhouding tot elkaar. Wederom wanneer |
| voorgeschreven wordt in L.M.potenties verdragen alle verschillende geneesmiddelen zich onderling |
| goed en komen in een complementaire verhouding tot elkaar te staan. |
| Compatible houdt in dat de invloeden van de verschillende geneesmiddelen elkaar verdragen, elkaar |
| niet verstoren maar ook niet elkanders werking ondersteunen of benadrukken. Meestal is de compatible |
| situatie die waarbij het eerste geneesmiddel waaneer zijn werkingsduur nog niet totaal verstreken is, in |
| zijn actie niet verstoord wordt door het tweede er bijkomende homeopatische geneesmiddel. Ze |
| verdragen elkaar en kunnen naast elkaar bestaan. Bij het voorschrijven van Centisimale potenties is dit |
| een geruststellende gedachte. Het zal in ieder geval de patiënt niet in problemen brengen, ook niet |
| wanneer een geneesmiddel onverhoeds onterecht zou zijn voorgeschreven. |
| De complementaire relatie wordt gezien als de meest positieve onderlinge relatie tussen verschillende |
| geneesmiddelen en is die relatie waarbij ze elkaar ondersteunen en versterken in hun onderlinge effect |
| op de patiënt. Het is dan alsof de effecten van de geneesmiddelen samenwerken, elkaar bevorderen en |
| een soort win-win situatie creëren. Het is deze verhouding die we complementair noemen. De |
| complementaire relatie is homeopatisch de meest wenselijke situatie omdat de rendementen van de |
| verschillende geneesmiddelen optimaal tot hun recht komen ten gunste van de patiënt. |
| Als er bij een volgend voorschrift tussen het nieuwe en het voor laatste geneesmiddel een |
| complementaire relatie bestaat, strekt dit tot aanbeveling van het nieuwe voorschrift. |
| Bestaat de complementaire relatie dan geniet het complementaire geneesmiddel bij „gelijk‟ geïndiceerd |
| zijn van een ander geneesmiddel, meestal de voorkeur. Het is dit vraagstuk dat speelt bij het gebruik van |
| C potenties. Wanneer de geneesmiddelen in L.M.potentie worden voorgeschreven spelen conflictrelaties |
| geen enkele rol meer en gaan alle geneesmiddelen zich als zijnde complementair aan elkaar gedragen. |
| 99 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Chronische ziekten, ten opzichte van elkaar. |
| Zo kan iemand die chronisch psorisch ziek is ook onder een auto komen. Op dat moment is de Arnica |
| die geïndiceerd is op basis van het acute trauma complementair ten aan zien van de ziektesoort onder |
| welke deze patiënt met een chronische Sulphur constitutie gebukt gaat. Het is immers deze Sulphur |
| patiënt die het ongeluk ondergaat. |
| Een groot verschil tussen de Arnica staat van zijn, op basis van het acute incident, en de chronische |
| Sulphur constitutie is dat de eerste de laatste in alle opzichten zal domineren. |
| De heftigheid en de kracht van het incident, de acuut dynamische verstoring, zal de werking van de |
| daarvoor gegeven Sulphur sterk afremmen of zelfs totaal blokkeren. Geven we in deze situatie wel de |
| Arnica waar de patiënt middels de symptomen om vraagt, dan werkt de Sulphur vaak nog even door. |
| Chronische ziekten blz. 157:.."Deze methode, via ruiken het gepotentieerde middel op de patiënt te laten |
| inweken, heeft grote voordelen bij de velerlei incidenten (tegenslagen), die de behandeling van de |
| chronische ziekten niet zelden plegen te storen en te onderbreken. Om die hindernissen zo snel mogelijk |
| weer uit de weg te ruimen, kan men de patiënt dan het beste het tegenmiddel ook in meer of mindere |
| sterkte via ruiken laten ontvangen. Dit garandeert de vlugste inwerking op de zenuwen en geeft |
| zodoende ook het snelste baat, zodat de voortzetting van de behandeling der chronische ziekte ook het |
| minst wordt opgehouden. Ja, als het incident op deze manier snel uit de weg wordt geruimd, werkt het |
| tevoren ingenomen antipsorische geneesmiddel soms nog enige tijd door. In dat geval moet echter de |
| dosis van het ruikmiddel tegen de ziekelijke storing zo bemeten worden, dat zijn werking slechts juist |
| toereikend is om het nadeel van de tegenslag uit te wissen, zonder dieper te gaan of nog langer zijn |
| werking te kunnen voortzetten….". |
| Volgens de ervaring van Hahnemann is de dynamus bij machte, terwijl het zwaartepunt van dat moment |
| op het neutraliseren van het incident ligt, in de diepte de reactie op het tevoren ingenomen antipsorische |
| geneesmiddel voort te zetten. Ondanks het incident gaat de genezing van de chronische ziekte in de |
| diepte, omdat deze van een totaal andere intensiteit en kracht is, gewoon door. Zeker daar waar de |
| invloed van de tegenslag door passend homeopatisch voorschrijven tot een minimum beperkt wordt. |
| Het antipsorische geneesmiddel werkt door terwijl er een ander geneesmiddel (plantaardig of dierlijk van |
| origine) op het incident wordt voorgeschreven. Sterker nog wanneer de invloed van het incident zo snel |
| mogelijk wordt geneutraliseerd werk het tevoren ingenomen antipsorische geneesmiddel vaak nog enige |
| tijd door, terwijl het waarschijnlijk anders geblokkeerd zou worden door de gevolgen van het incident. |
| In deze werken de geneesmiddelen op het incident en de chronische ziekte als in complementaire |
| verhouding. |
| Toen Hahnemann in 1835 de Chronische ziekten schreef werkte hij nog uitsluitend met Centisimale |
| potenties, de potenties waarbij zich ook conflictrelaties voor kunnen doen. In de laatste 5 jaren van zijn |
| leven, de Parijse periode, heeft hij gewerkt aan en met de nieuwe potenties die alle beperkingen die aan |
| de C potenties kleven niet meer zouden blijken te bezitten. Volgens Hahnemann zijn de L.M. potenties |
| dan ook ver superieur aan de C potenties. |
| Organon voetnoot 1 §276:…"De lof, die in de laatste tijd door enkele homeopathen wordt toegezwaaid |
| aan de groter doses, berust voor een deel op het feit, dat ze de lagere potenties van de aan te wenden |
| medicijn gebruikten volgens de tot nu toe gebruikelijke wijze gedynamiseerd (zoals ook ikzelf vele jaren |
| bij gebrek aan beter weten heb gedaan) …….". |
| 100 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| doses bevatten daar deze potenties slechts 1op 100 worden verdund. |
| De verdunning van de L.M potentie is 1 op 50.000 en deze bevat dan ook een evenredig geringere dosis |
| van de oorspronkelijke geneesmidelsubstantie.. |
| Dat de conflictrelaties bij het gebruik van L.M. potenties verdwijnen heeft in de behandeling van de |
| incidenten het grote voordeel dat deze de behandeling van de chronische ziekte niet ingrijpend verstoord. |
| Dit is bij het correcte gebruik van C potenties al niet het geval. Bij L.M. gebruik kunnen we op basis van |
| het complementaire effect zelfs overwegen het acute geneesmiddel, zo lang het nodig blijkt, af te |
| wisselen met het geneesmiddel dat voorgeschreven was op de chronisch psorische constitutionele |
| symptomatologie. |
| Uit ervaring blijkt dan vervolgens dat het geneesmiddel voorgeschreven op de chronisch constitutionele |
| symptomen beter gaat werken wanneer het geneesmiddel op het incident, zolang er nog restanten van |
| zichtbaar zijn, er aan vooraf gaat. Het lijkt alsof het geneesmiddel dat de dynamus uit de acute situatie |
| helpt komen door zijn werking, een kanaliserend, een gezondheid bevorderend en vitaliserend effect |
| heeft op diezelfde levenskracht. Het bereidt de werking van het chronisch minerale geneesmiddel als het |
| ware voor. |
| Daardoor kan er vanuit deze verhoogde activiteit, in één doorgaande, vloeiende beweging veel meer |
| verbetering bewerkstelligt worden dan wanneer de stagnerende chronisch zieke dynamus, vanuit stasis, |
| in beweging gebracht moet worden. |
| In de afwisseling van het geneesmiddel, voorgeschreven op het incident, en het geneesmiddel |
| voorgeschreven op de chronisch psorisch ziektetoestand, komt de gezonde vitaliteit vrij gemaakt onder |
| invloed van het plantaardige of dierlijke middel voorgeschreven op het incident direct ter beschikking |
| voor een diepere curatieve reactie op het geneesmiddel voor de chronische ziekte. Dit geneesmiddel zal |
| vervolgens veel beter gaan werken en een hogere curatieve waarde opleveren. De geneesmiddel |
| werkingen sluiten elkaar niet uit maar versterken en ondersteunen elkaar door het op elkaar afgestemde, |
| complementaire curatieve effect op de levenskracht. |
| De patiënt die bij voortduring onder stress gebukt gaat zal vanwege zijn basale psorische gesteldheid |
| maar moeilijk tot de noodzakelijke, zijn leven verbeterende, ingrijpende keuzes geneigd zijn. Het gevolg |
| is meestal dat de patiënt doorgaat te volharden in het maken van dezelfde, tegen het eigen leven gerichte, |
| fouten. Dit gaat „goed‟ totdat de patiënt acuut ziek wordt en de zelfde, zelf vernietigende, leefwijze niet |
| meer volgehouden kan worden. De ontstane overmachtsituatie werkt dwingend en bepalend. |
| Met een hartinfarct of hersenbloeding in het ziekenhuis heb je als patiënt niet meer zo veel in te brengen. |
| Meestal wordt er in zo‟n situatie gewoon voor je beslist wat er moet gebeuren. |
| Bij de nog in de stress fase verkerende chronisch zieke patiënt zal het antipsorische minerale |
| constitutiemiddel veelal ook niet een optimaal reactiepatroon laten zien. Vaak zien we eerder nog een |
| versterking van de problematiek doordat de patiënt op basis van het feit dat hij zich wat beter voelt als |
| reactie nog harder gaat werken om toch maar vooral de in het vooruitzicht gestelde promotie niet mis te |
| lopen. |
| Dit gebeuren blijkt zeer schadelijk te zijn voor het rendement van de behandeling van de chronische |
| ziekte en dus voor de patiënt. |
| De werksituatie zouden we in deze kunnen definiëren als een incident met een biografisch karakter, |
| waarmee gezegd wil zijn dat deze patiënt vaak al vele jaren bezig is op deze pathologische wijze carrière |
| te maken. |
| 101 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Staphisagria, Nux vomica, Rhust toxicodendron etc, etc. En dat terwijl we wellicht te maken hebben met |
| een constitutionele Silicea patiënt. |
| De Silicea zal de patiënt stimuleren om de chronische ziektesituatie te herstellen en om te zetten in een |
| nieuw en gezond evenwicht. Levensgroot is echter het risico dat onze patiënt vanuit de gestreste |
| leefsituatie de door de behandeling vrijgekomen energie per direct gaat aanwenden voor de competitie |
| met zijn collega‟s, in een verwoedde poging nu de „winst‟ binnen te halen. Aldus de verbetering die door |
| de Silicea bewerkstelligd is wederom in zijn pathologische carrière drang te investeren. Meer van |
| hetzelfde dreigt dan. |
| Wordt echter bijvoorbeeld op de vermeende „onrechtsituatie‟ op het werk, eerst gekozen voor een |
| geneesmiddel als Staphisagria of Nux vomica (natuurlijk op de karakteristieke, subjectieve symptomen |
| van de patiënt!), dan ontstaat er wat meer ruimte en rust, een wat minder geërgerde mentaal- emotionele |
| situatie. De patiënt krijgt daardoor de gelegenheid, dat wat tot voor kort super belangrijk leek, wat meer |
| te relativeren en kan wat meer „afstand‟ nemen. Het is in deze meer ontspannen ruimte, dat de |
| vervolgens ingenomen Silicea een veel dieper helend effect aan de dag kan leggen. |
| Omdat de patiënt de volgende dag toch weer naar zijn werk gaat, zich weer terug begeeft in dezelfde |
| stressvolle leefsituatie, is er bij voortduring de dreiging van terugval in oude patronen. |
| Door een tijdlang een geneesmiddel als Staphisagria of bijvoorbeeld Nux vomica in afwisseling te geven |
| met Silicea word de patiënt op een milde manier de mogelijkheid geboden keuzes te maken die leiden |
| naar het ontsnappen uit deze mogelijk dodelijke tredmolen. In deze worden Staphisagria of Nux vomica |
| op de leef- en werkomstandigheden van de patient voorgeschreven en Silicea op de chronische |
| constitutie. |
| Chronische ziekten blz.160:.."Als incidenten die de (antipsorische) kuur slechts tijdelijk storen, |
| beschouw ik:…..o.a. Ergernis met verontwaardiging, diepe innerlijke krenking (als men dan weggooit |
| wat men juist in de hand heeft: Staphisagria.) en als er verontwaardiging is met stille (opgekropte) |
| innerlijke krenking (hiervoor Colocynthis). Ongelukkige liefde met stil verdriet (Ignatia), ongelukkige |
| liefde met jaloezie (Hyoscyamus)….". |
| Wanneer zoals Hahnemann al beschrijft, deze incidenten de behandeling van de chronische ziekten |
| storen, hebben we in de o.a. hierboven beschreven plantaardige middelen, geneesmiddelen die niet |
| alleen de patiënt helpen het incident te overkomen maar vervolgens ook de werking van het dieper |
| werkende antipsorische geneesmiddel bevorderen. De ontwikkelingen in de westerse samenleving in de |
| laatste jaren wekt de indruk dat we in de leefomstandigheden van de mensen met veel van dergelijke |
| stress en stoorfactoren te maken hebben, en dat we dus frequent van de diensten van de plantaardige en |
| dierlijke geneesmiddelen gebruik dienen te maken. Bij een éénmalig centisimaal voorschrift en tussen de |
| verschillende doses „lang‟ wachten komen we dan, de leefomstandigheden in ogenschouw nemend, aan |
| het constitutioneel behandelen wellicht niet eens toe. |
| Deze op de verschillende ziektesoorten voorgeschreven geneesmiddelen dienen niet tegelijk worden |
| ingenomen, maar in afwisseling met elkaar. Er is sprake van een duidelijke functie ten opzicht van |
| elkaar. Het plantaardige geneesmiddel dient er aan mee te werken dat het op de chronische constitutie |
| werkende minerale geneesmiddel optimaal kan werken. Dus dient, in het geval van in afwisseling |
| voorschrijven, het plantaardige geneesmiddel voorafgaand aan het minerale geneesmiddel gegeven te |
| worden. |
| Onder de incidenten vallen niet alleen de meer emotionele en stress toestanden maar ook zaken als |
| kouvatten, voedselvergiftiging, klachten ten gevolge van schrik, verbrandingen, vertillen verrekken etc. |
| 102 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| gebruiken i.p.v. een maaltijd, en een beetje koffie drinken, dan bedorven maag door vet vlees, vooral |
| varkensvlees (herstel door honger en Pulsatilla),……Klachten door spiritualiën (Nux vomica), bedorven |
| maag met gastrische koorts, rillerigheid en kou (Bryonia )…..Vertillen en verrekken (in enkele gevallen |
| Arnica, maar het zekerst te verhelpen met Rhus toxicodendron)…". |
| Ook deze zaken kunnen als ze een wat heftiger verloop hebben de behandeling van de chronische ziekte |
| verstoren. Dit was in de tijd van Hahnemann al zo en is dat tot op de dag van vandaag. Vandaar dat |
| Hahnemann bij de beschrijving van de effecten van de incidenten ook aandacht besteed aan deze |
| verstorende invloeden en vervolgens aangeeft dat de homeopaath ook deze moet behandelen ten einde de |
| antipsorische behandeling zo spoedig mogelijk voort te kunnen zetten. |
| Zoals hij het beschrijft wordt er in deze situatie op een beperkte symptoomgroep voorgeschreven. Het |
| incident wordt als acute ziekte behandeld, waarbij het totaalbeeld van de acute ziekte is meestal zeer |
| beperkt is. Er wordt dan ook in dergelijke situaties zoals dat heet op sleutelsymptomen, de zogenaamde |
| key-notes, voorgeschreven. |
| Dit blijkt ook uit de beperkte symptomengroep die voor Hahnemann de indicatie zijn tot voorschrijven |
| van de betreffende plantaardige geneesmiddelen. Er wordt in deze dan ook niet op de constitutie voor |
| geschreven maar op een incident. |
| Wat voor de behandeling van de incidenten geld ten aanzien van hun storend effect op de behandeling |
| van de chronisch zieke patiënt geld ook voor de invloed van wat Hahnemann de tussenziekten of |
| collectieve ziekten noemt. Het zijn die ziekten die meestal als epidemieën hun weg door de wereld |
| banen. Ook hier geld wederom dat afhankelijk van de heftigheid en de ernst van de epidemie er al dan |
| niet behandeld moet worden. In de tijd van Hahnemann waren de epidemische ziekten kennelijk meer |
| aan de orde van de dag maar ook in de huidige tijd lijken we aan de vooravond te staan van opleving van |
| ingrijpende epidemische ziekten. |
| Zoals we kunnen zien gebeuren hebben dit soort besmettelijke, epidemische ziekten vaak een zeer lange |
| nasleep. |
| Jongeren kunnen lang te kampen hebben met de gevolgen van de ziekte van pfeiffer, maar ook een |
| ordinaire soort griep kan, indien onbehandeld, de behandeling van de chronisch zieke patiënt gedurende |
| langere tijd blokkeren. Het wel behandelen van deze acute ziekten dient dan ook niet alleen het doel het |
| lijden aan deze ziekte te bekorten maar zeer zeker ook daardoor de patiënt in de positie te brengen dat de |
| behandeling van zijn chronische ziekte op de meest efficiënte wijze doorgang kan vinden. |
| Chronische ziekten blz.161:… "Maar we hebben gedurende de behandeling der chronische ziekten door |
| antipsorica ook helemaal niet zo zelden behoefte aan de overige niet-antipsorische |
| geneesmiddelvoorraad, nl. in die gevallen, waarin tussenziekten (morbi intercurrentes), die epidemisch |
| maar soms alleen sporadisch de mensen aantasten en gewoonlijk door meteorische of tellurische |
| oorzaken zijn ontstaan, onze chronische ziekten niet onaangetast laten en op die manier de antipsorische |
| kuur niet alleen maar storen, maar vaak gedurende langere tijd onderbreken. Hier komen we te hulp met |
| de overige homeotherapie….". |
| Ook in het geval van de epidemische ziekten, is adequate behandeling, volgens Hahnemann met de |
| geneesmiddelen uit de sfeer van de overige homeotherapie gewenst. |
| Wat Hahnemann onder de overige homeotherapeutische geneesmiddelen verstond wordt duidelijk als we |
| de vermelde geneesmiddelen onder de incidenten op hun oorsprong bezien. |
| 103 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Dientengevolge betreffen de overige homeotherapeutische geneesmiddelen, die middelen, die betrokken |
| worden uit een andere bron dan het mineralenrijk. |
| Het karakter van de zo genaamde epidemische ziekte draagt alle kenmerken van een acute ziekte. Ze |
| wordt ook als zodanig behandeld. De essentie van het acute ziektegebeuren drukt zich veelal uit in een |
| beperkte symptomen groep en dus hoort de behandeling hiervan relatief eenvoudig te zijn. De |
| symptomen worden de oplettende homeopaat als op een presenteerblaadje aangeleverd. |
| Organon §82:….."Bij acute ziekten vallen de hoofdsymptomen nl. |
| vlugger op en laten zich snellen inprenten en daarom is er voor de |
| anamnese veel minder tijd nodig en valt er veel minder na te vragen |
| (omdat het meeste zichzelf presenteert), dan bij de veel moeilijker |
| vindbare symptomen van een al meerdere jaren geleidelijk |
| voortgeschreden chronische ziekte….". |
| In de praktijk van de grondlegger van de homeopathie, Samuel Hahnemann, kwam het voor dat de |
| geïndiceerde homeopatische geneesmiddelen in afwisseling ook met korte intervallen gegeven werden. |
| Er werden, indien nodig, plantaardige en dierlijke geneesmiddelen op acute klachten in onderlinge |
| afwisseling voorgeschreven Ook werden geneesmiddelen op de acute symptomatologie in afwisseling |
| met dieper werkende antipsorische geneesmiddelen, op de onderliggende chronische constitutie |
| voorgeschreven. Bij een dergelijk gebruik van homeopatische geneesmiddelen maken we bewust |
| gebruik van het complementaire effect, hetgeen Hahnemann getuige zijn „Chronische ziekten‟ al in 1835 |
| tot een dagelijkse wijze van werken had gemaakt. |
| Chronische ziekten blz.161: ….".Sinds ik leerde de langdurige ziekten en kwalen te genezen door |
| homeopatische vernietiging van hun psorische oorsprong, ontdekte ik dat de epidemisch heersende |
| wisselkoortsen bijna ieder jaar qua karakter en symptomen verschillend waren en derhalve ook bijna |
| ieder jaar door een ander, verschillend geneesmiddel specifiek te genezen. Het ene jaar met Arsenicum, |
| een ander jaar met Belladonna of met Antimonium crudum, met Spigelia, Aconitum, Ipecacuanha |
| afgewisseld met Nux vomica, Samiak, Natrium muriaticum, Opium, Cina alleen of in afwisseling met |
| Capsicum, met Menianthes trifoliata, Calcarea carbonica, Pulsatilla, een der beide Carbo vormen, |
| Arnica alleen of in afwisseling met Ipecacuanha enz…..Ook in het begin van de kuur van een |
| epidemische wissselkoorts kan de homeopatisch arts het zekerst handelen door eerst iedere keer een |
| subtiele dosis Sulphur toe te dienen of in daarvoor geschikte gevallen Hepar sulphuris in een klein |
| korreltje of via eraan te ruiken. Dan moet hij de uitwerking enkele dagen afwachten, tot de eruit |
| resulterende verbetering weer stilstaat… omdat bij alle lijders aan wisselkoorst in elke epidemie |
| voornamelijk psora betrokken is, is in de aanvang van iedere behandeling van een epidemische |
| wisselkoorts een minieme dosis Sulphur of Hepar sulphuris van wezenlijk belang, waardoor de zieke met |
| des te meer zekerheid en gemak herstelt….". |
| Op basis van het wisselende beeld bij deze koortsende ziekten gaf Hahnemann op dat wisselende beeld |
| indien nodig in afwisseling de geïndiceerde plantaardige geneesmiddelen. Echter hij geeft ook |
| voorbeelden waar hij plantaardige geneesmiddelen met de dieper werkende minerale constitutionele |
| geneesmiddelen in afwisseling voorschrijft. De indicaties voor de plantaardige middelen vinden we ook |
| 104 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Uitzondering vormen, zoals beschreven de meer algemeen antipsorisch vitaliserende geneesmiddelen als |
| Sulphur en Hepar sulphuris, maar ook zoals Hahnemann in bovengenoemd citaat beschrijft, in |
| afwisseling met een der beide Carbo vormen welke ook een sterk activerend en vitaliserend karakter |
| hebben echter milder werken dan Sulphur en Hepar sulphuris. |
| De plek van Sulphur en Hepar sulphuris is een dermate bijzondere dat Hahnemann stelt dat deze |
| geneesmiddelen vanwege hun antipsorische en daardoor vitaliserend effect aan het begin van iedere |
| epidemische acute ziekte gegeven dient te worden vanwege de psorische ondergrond en dat de patiënt |
| daardoor op de volgende geneesmiddelvoorschriften makkelijker geneest. Soms is door een dergelijk |
| voorschrift een volgend, voor de epidemie specifiek geneesmiddel, al helemaal niet meer nodig. |
| Aldus geeft hij een beschrijving van het complementaire effect dat Sulphur of Hepar sulphuris hebben |
| op de daarop volgende geneesmiddelen. |
| Ook in de behandeling van chronisch constitutionele ziektegevallen begon Hahnemann veelal de |
| behandeling met een dosis Sulphur of Hepar sulphuris om vervolgens een betere reactie op de daarna |
| aangewezen homeopatische geneesmiddelen te verkrijgen. |
| In de chronische ziekten zijn vele passages te vinden waar Hahnemann spreek over het tussendoor |
| gebruik van speciale geneesmiddelen teneinde de psora in de „juiste baan‟ te houden en een curatieve |
| reactie op de geïndiceerde antipsorische minerale constitutiemiddelen te bevorderen. |
| Dit gegeven verhoudt zich polair ten opzichte van wat doorgaans onder klassieke homeopathie verstaan |
| wordt. |
| Als onder klassieke homeopathie verstaan wordt het éénmalig voorschrijven van een centisimale |
| potentie, liefst op de „essentie‟ van de patiënt dan was Samuel Hahnemann niet wat er verstaan wordt |
| onder een klassiek homeopaat.. |
| Hahnemann had kennelijk een veel indringender en een meer begrip van wat we dienen te verstaan onder |
| ziekte, en wist tevens een weergaloos therapeutisch systeem neer te zetten wat in zijn tijd en tot op de |
| dag van vandaag onvoldoende begrepen is. Een van de belangrijkste elementen is het neutraliseren van |
| het dogma van het „ultieme similimum‟, vanuit de optiek van Hahnemann bezien is dit namelijk de |
| grootste onzin. Ook in de praktijk van alle dag zal de patiënt na het vermeende ultieme similimum, |
| voorgeschreven op de essentie van de patiënt, terugkomen met klachten ten gevolge van incident of |
| tussenziekte of gewoon met een verandering in het constitutionele beeld waardoor een ander, mineraal |
| antipsorisch geneesmiddel voorgeschreven dient te worden op de nieuw ontstane situatie. |
| Chronische ziekten Blz.127: …"Hier stuit ik op de merkwaardige omstandigheid, dat absoluut iedere |
| psoravorm- met uitzondering van, zoals al gezegd, de zo gemakkelijk inwendig te genezen, vers |
| ontstane, door een nog niet verdreven huiduitslag vergezelde – dat wil dus zeggen zowel de psora die |
| nog binnenin sluimert, alsook die zich tot één van de talloze uit haat voortgekomene chronische ziekten |
| heeft ontplooid, zeer zelden door een enkel antipsorisch middel kan worden genezen. Praktisch allemaal |
| hebben ze, om tot volledige genezing te geraken, de toepassing nodig van meerdere van deze |
| geneesmiddelen en in de ergste gevallen ook wel van vele na elkaar…. „. |
| Wil de homeopaat de homeopathie in praktijk brengen zoals deze door Hahnemann werd bedreven en |
| zoals deze in Organon en Chronische ziekten staat beschreven, dan wordt het begrijpen van de |
| miasmaleer en de overige ziektevormen als ziekteclassificatie van bepalend belang. Een juist begrip van |
| het verschil in dynamiek en virulentie van de verschillende pathologische ziektetendensen maakt de |
| juiste beoordeling en interpretatie van de symptomen mogelijk. Slechts hierdoor ontstaat de |
| 105 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| eenmalige dosering van een diep werkend antipsorisch mineraal constitutie middel, maar ook een snelle |
| afwisseling van geneesmiddelen voorgeschreven op een acuut ziekteproces en dat in afwisseling met het |
| op de chronische symptomen voorgeschreven minerale antimiasmatische geneesmiddel. Ook is de |
| afwisseling met Sulphur, Hepar sulphuris of een der beide Carbo vormen mogelijk om het curatieve |
| vermogen van de dynamus te vergroten. |
| Heeft de patiënt in de eigen biografie bijvoorbeeld syphilis of gonorrhoe doorgemaakt dan zal de |
| homeopaat inde anamnese extra aandacht besteden aan de vraag of er nog gevolgen van de desbetreffend |
| venerische ziekte aanwezig zijn. In dat geval zal de behandeling het eerst hierop gericht dienen te |
| worden. |
| Enerzijds omdat deze miasmatische belasting in dit stadium over het algemeen nog gemakkelijk te |
| genezen is en anderzijds omdat indien onbehandeld de miasmatische ontwikkeling gewoon progressief |
| voortgaat en naast het creëren van de aan haar aard eigen pathologie ook de antipsorische behandeling |
| danig kan blokkeren. Ook kan een soort versmelting met de psora aangegaan worden hetgeen de |
| behandeling alleen maar verder kan compliceren. |
| Organon §106:… "Voordat men met de behandeling van een chronische ziekte begint is het absoluut |
| noodzakelijk eerst met grote zorgvuldigheid na te gaan of de patiënt besmet is geweest met syphilis (of |
| eventueel gonorrhoe). Dan immers moet de behandeling uitsluitend hierop gericht zijn, als tenminste |
| alleen maar verschijnselen van syphilis (of van de veel minder vaak voorkomende condylomataziekte) |
| aanwezig zijn…". |
| Bijna altijd zijn ook deze acute syphilitische dan wel sycotische infecties geënt op een onderliggende |
| psorische basisgesteldheid, en dient de antisyphilitische of antisycotische behandeling altijd gevolgd te |
| worden door de antipsorische constitutionele behandeling. Ook in deze situatie is er sprake van een |
| complementaire verhouding al was het alleen maar omdat de verschillende ziektesoorten zich allemaal in |
| één en dezelfde mens, de patiënt afspelen. |
| In de behandeling van de chronisch zieke patiënt spelen ook de erfelijke factoren een rol die vanuit het |
| voorgeslacht op de volgende generatie worden overgedragen. Deze erfelijke pathologische tendensen |
| vinden hun oorsprong in de niet goed gecureerde ziektetoestanden van de vorige generatie. |
| Het zijn deze latent pathologische tendensen die de effectiviteit van de homeopathische behandeling |
| behoorlijk kunnen vertragen en blokkeren. Sterker nog wanneer deze voor eerst nog „latente‟ tendensen |
| onbehandeld blijven loopt de patiënt een behoorlijk risico op enig moment in zijn leven te maken te |
| krijgen met een ziektevorm die het gevolg is van deze erfelijke familiare belasting. Dit betekent dan dat |
| de patiënt wordt geconfronteerd met een plotselinge uitbraak van astma, reuma, eczeem, of kanker enz. |
| d.w.z. met datgene waaraan enkele of meerdere van zijn familieleden lijden of zijn gestorven. Deze |
| ziekten in het voorgeslacht waren ook toen al van chronisch miasmatische origine, dus de patiënt krijgt |
| via de overerving de chronisch miasmatische belastingen al mee overgedragen. Dit kan dan het karakter |
| hebben van een overerfde psora, sycosis of syphilis, maar ook gecompliceerdere belastingen waarin |
| bijvoorbeeld sycosis een duurzaam monsterverbond aangegaan is met het syphilitisch miasma en als |
| resultante de patiënt opzadelt met een zogenaamde tuberculinische of carcinogene belasting. |
| Het tuberculinische wordt wel eens per abuis als een apart op zichzelf staand miasma beschouwd. Bij |
| nadere beschouwing echter kan dit niet zo zijn en is het tuberculinische net als het carcinogene te |
| 106 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Het gegeven dat we onze „zuigelingen‟ al vroeg na hun geboorte inenten tegen vele acute ziekten heeft |
| voor de zuigeling ook ten gevolge dat de natuurlijke antwoorden om tot een oplossing te komen van de |
| erfelijke belastingen van het kind worden afgenomen. Het kind mag in de huidige tijd geen |
| kinderziekten meer krijgen, kinderziekten welke het antwoord van moeder natuur zijn op de erfelijke |
| pathologische belastingen. Doordat de kinderen de relatief onschuldige kinderziekten niet meer mogen |
| doormaken vindt er een vroegtijdige manifestatie plaats van ernstige chronische ziekten bij jonge |
| kinderen. In de westerse wereld zien we dan ook als gevolg allergieën, mentaal en emotionele |
| stoornissen maar ook astma en andere bijna organische ziekten dramatisch toenemen. Zeer recent werd |
| er nog melding gemaakt van een explosieve toename van diabetes bij peuters, toevallig in dezelfde |
| periode dat er massaal is ingeënt tegen de meningococ-C. Kennelijk leven we in de medische |
| middeleeuwen. Het vaccineren en het daaruit voortvloeiende onheil betekent een enorme belasting voor |
| de constitutie gezien de van daaruit geprovoceerde pathologische ontwikkeling. Waarbij er voor de |
| kinderen naar de toekomst toe dan ook niet veel goeds valt te verwachten. |
| Geen wonder dat we veel van deze kinderen uiteindelijk ook in de homeopatische praktijk tegenkomen |
| voor behandeling. Zeker in de behandeling van het jonge kind speelt de beoordeling van de erfelijke |
| belastingen een grote rol. De biografie van het kind heeft meestal nog niet zulke zware sporen |
| getrokken, daarvoor heeft het kind veelal nog te kort geleefd. |
| De latente constitutionele miasmatische belasting heeft ook meer tijd nodig om tot wasdom te komen en |
| het gezonde leven te bedreigen. Wanneer er zich bij jonge kinderen dan ook ernstige problemen |
| voordoen kunnen we met vrij grote zekerheid stellen dat in deze vrijwel altijd de erfelijke tendensen op |
| zijn minst medeoorzaak zijn en in de behandeling dienen te worden betrokken tenzij er een duidelijk |
| incident de aanleiding en oorzaak vormde. |
| Echter ook wanneer er niet direct sprake is van ernstige problematiek dienen we bij alle patiënten maar |
| zeker ook bij het jonge kind te letten op de symptomen die duiden op het aanwezig zijn van mogelijk |
| dominante erfelijke belastingen. Dit opdat deze tijdens de homeopatische behandeling kunnen worden |
| geneutraliseerd. |
| Deze erfelijke tendens verhoudt zich tot de constitutie als complementair, aanvullend. Om tot genezing |
| van de hereditaire belastingen van de patiënt te komen maken we in de homeopathie gebruik van de |
| nosoden. |
| Het zijn geneesmiddelen afgeleid van ziekteprodukten die ontstaan zijn als gevolg van een ziekteproces. |
| Bij de patiënt die mogelijk belast is met chronische ziektetendensen van de familie, of blijft hangen in de |
| gevolgen van ziekten in de eigen biografie, kunnen de aangewezen nosoden de levenskracht spiegelen |
| waardoor deze belastingen eindelijk tot een oplossing worden gebracht. |
| Anders dan bij de incidenten en de tussenziekten is de erfelijke tendens een inactief gebeuren. Pas |
| wanneer op basis van een zich ontwikkelende psora en bijvoorbeeld tegenslagen in het leven er |
| aanleiding toe geven, kan deze tot dan toe latente tendens zich actief gaan manifesteren en de chronische |
| ziekte de kleur van de familiare belasting meegeven. |
| Latente tendensen herkennen |
| In een vroeger stadium zijn latente tendensen vaak wel te herkennen in het subjectieve symptoombeeld. |
| Bij de differentiaaldiagnose en de repertorisatie passeren ze mede de revue. Voor de keuze van een |
| nosode gelden andere regels dan voor een middel dat de chronisch constitutionele miasmatische |
| psorische laag moet dekken. Om een nosode voor te schrijven hoeft niet te worden gewacht tot een |
| typisch Tuberculinum-, Carcinosinum-, Syphilinum- of Medorrhinumbeeld zichtbaar is. Waar het beeld |
| al duidelijk op een nosode wijst mogen we redelijkerwijs aannemen dat de erfelijke belasting een |
| 107 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| tuberculinische laag vandaan komt. Zien we duidelijke constitutionele indicaties voor Calcarea |
| phosphorica, dan kan dit middel afwisselend met Tuberculinum worden gebruikt. |
| Net als bij de dierlijke en plantaardige middelen vinden we de indicaties voor nosodes regelmatig in de |
| keynote sfeer. Een uitgesproken voedingsvoorkeur, een bepaalde slaaphouding, een bepaalde vorm van |
| onrust, overmatig transpireren in combinatie met andere symptomen, het voorkomen van de |
| desbetreffende ziekte in het voorgeslacht of in de biografie en, als hoofdindicatie, niet goed reageren op |
| passende middelen - zijn vaak reden genoeg om te overwegen de nosode af te wisselen met het |
| geïndiceerde constitutiemiddel. |
| Holistische benadering |
| Pas wanneer we in de benadering en behandeling van de patiënt de diverse ziektesoorten, zoals die zich |
| als groepen complementaire symptomen aandienen, meenemen in de totale beeldvorming en daarna het |
| gehele symptoomcomplex volgens de aanwijzingen van Hahnemann classificeren, kunnen we met recht |
| spreken van een holistische totaalbenadering. Alle symptomen krijgen de plaats waar ze thuishoren; we |
| laten niets weg en hoeven niets te elimineren. We brengen het beeld naar een synthese, een |
| totaaloverzicht, op basis waarvan we door het classificeren van symptomen kunnen beoordelen waar in |
| de anamnese de zwaartepunten liggen. |
| Zo kunnen we zien wanneer de patiënt zich in relatief constitutionele rust bevindt, zodat kan worden |
| volstaan met het voorschrijven van het geïndiceerde minerale constitutiemiddel. In geval van ernstige |
| biografische problematiek of gevolgen van een epidemische ziekte of erfelijke belasting kan het zijn dat |
| de passende middelen in complementaire verhouding tot elkaar staan en in afwisseling voorgeschreven |
| moeten worden om “een snel, zacht en duurzaam herstel van de gezondheid” te bewerkstelligen. |
| Ziektedynamica |
| De diverse ziektevormen lopen onderling uiteen wat betreft intensiteit, heftigheid en dynamiek van de |
| symptomen. Acute ziekten zijn het meest dynamisch en heftig en dringen zich het sterkst op aan de |
| beleving van de patiënt. Betreft het een acuut miasmatische of een wisselziekte dan komt het element |
| van heftigheid soms nog sterker naar voren. Bij heftige en intense problemen moeten we altijd nagaan of |
| de symptomen niet onder een van deze ziektesoorten vallen. De keuze valt dan op een plantaardig of |
| dierlijk middel in frequente dosering (meerdere malen per dag). Bijvoorbeeld: we hebben te maken met |
| een acuut miasmatische aanval wanneer in het voorjaar de hyperallergische patiënt raad vraagt vanwege |
| een intense hooikoortsaanval. Alle slijmvliezen zijn opgezet. De oogleden zijn zo gezwollen dat hij bijna |
| niets kan zien. Hij wordt haast gek van de jeuk, snakt naar adem door de benauwdheid en loopt heel de |
| dag te niezen. |
| Gezien de ziektesoort en de aard der klachten is een mineraal antipsoricum ongewenst, en wel om twee |
| redenen: het werkt niet of het maakt de klachten erger. Beter is het een acuut plantaardig middel te geven |
| dat de symptomen dekt. Middelen als Nux vomica, Pulsatilla of Sabadilla zullen doorgaans verlichting |
| brengen, waardoor de „rust‟ terugkeert en de klachten in intensiteit en heftigheid afnemen. |
| Zelfs bij een duidelijke verbetering is het in zo‟n geval echter af te raden de inname snel te staken. Bij |
| periodiek terugkerende klachten betreft is het raadzaam het geneesmiddel, in sterk verminderde |
| frequentie weliswaar, door te laten gebruiken tot de risicoperiode achter de rug is. Een acuut plantaardig |
| middel, dat constitutioneel een relatief oppervlakkige werking heeft, kan tijdens de acute fase frequent |
| worden ingenomen en dan in een LM-potentie, naar behoefte iedere twee uur of nog vaker! Wanneer de |
| 108 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| In de periode waarin de acute klachten vrijwel naar de achtergrond zijn verdwenen en het chronische |
| beeld door de relatieve rust weer duidelijker naar voren komt, moeten we beoordelen wanneer kan |
| worden begonnen met het minerale antipsoricum. Doen we dit te voortvarend, we laten bijvoorbeeld het |
| minerale middel meteen tweemaal per dag innemen, dan is het risico groot dat de acute klachten |
| opnieuw opvlammen, speciaal indien we het plantaardige middel gelijktijdig met de start van het |
| minerale hebben gestopt. |
| De Dynamis is bezig vanuit een staat van grote opwinding af te dalen naar de frequentie van de |
| „psorische baan‟ doch is door de acute ontwikkelingen doorgaans nog hypersensibel. Op deze |
| hypersensibiliteit kunnen we inspelen door nu, tijdelijk, het plantaardige middel af te wisselen met het |
| passende, complementaire, minerale constitutiemiddel. Dat gaat zo: voorafgaand aan het minerale |
| middel wordt eerst het acute plantaardige middel ingezet. Zodra blijkt dat het minerale middel zonder |
| tegensputteren door de Dynamis wordt geaccepteerd en er geen verergeringen optreden, kan het |
| plantaardige middel worden weggelaten. Daarmee is de psora en de antipsorische behandeling in de |
| juiste baan geleid. |
| Bij een blokkade is het omgekeerd. In plaats van actief toont de blokkade zich veelal als een soort latente |
| tendens. De patiënt zegt dat hij zich sinds “die griepaanval van drie jaar geleden” nooit meer echt goed |
| heeft gevoeld. Of hij overleefde dertig jaar geleden maar net een meningitis ten gevolge van mazelen. Of |
| veel familieleden hebben reumatische klachten en hij begint nu bij belasting eveneens last te krijgen van |
| zijn gewrichten. |
| De aanwijzingen voor een nosode zijn hier in aanleg aanwezig en bij nadere beschouwing vinden we |
| misschien nog wel meer bevestiging. Zulke indicaties worden echter regelmatig overschaduwd door |
| symptomen die bij de miasmatische constitutie horen. Op de constitutionele symptomen wordt |
| voorgeschreven. We zullen kunnen constateren dat de psorische symptomen actiever, virulenter en |
| dynamischer zijn dan de symptomen van de veel passievere blokkade, die dienovereenkomstig wordt |
| gekenmerkt door symptoomschaarste. |
| De passieve blokkadesymptomen zijn tevens minder dynamisch en treden minder op de voorgrond dan |
| acute en acuut miasmatische verschijnselen. Het verschil in dynamiek is opvallend groot. De |
| adynamische en passiviteit bevorderende invloed van in het verleden niet goed doorgemaakte ziekten |
| staat genezend reageren van de Dynamis op de veelzijdige antipsorische symptomen en het passende |
| antipsoricum in de weg. Het vormt een blokkade. |
| De niet goed doorgemaakte ziekte uit het verleden en het onvermogen om relatief vrij op het minerale |
| constitutiemiddel te reageren vormen tijdens de antipsorische behandeling een voortdurende rem. De |
| patiënt reageert niet of onvoldoende op goed gekozen middelen. Frustratie is het gevolg en voor de |
| beginnende homeopaat niet zelden desillusie. De Dynamis is in zijn reacties dubbel gehandicapt: |
| enerzijds door de psorische belasting, anderzijds door de biografische of erfelijke blokkade. Hierdoor |
| lijkt de patiënt bijna ongeneeslijk. Afhankelijk van de duur van de blokkade en de mate waarin deze |
| genezende reacties in de weg staat, is het noodzakelijk de bij de blokkade passende nosode af te wisselen |
| met het antipsorische minerale constitutiemiddel. |
| De nosode heft de stagnatie van de Dynamis op, zodat deze ruimte krijgt om te reageren op het |
| constitutiemiddel. Zo ondersteunt de nosode de werking van het antipsoricum en zijn ze complementair |
| aan elkaar. |
| Een andere situatie die wij regelmatig in de praktijk tegenkomen is de volgende. Na aanvankelijk goede |
| en constructieve reacties op het minerale constitutiemiddel blijven verdere reacties uit. Het is alsof een |
| soort „reactiemoeheid‟ is opgetreden, die verdere vooruitgang in het genezingsproces belemmert. Alsof |
| een soort indifferente Dynamis verdere medewerking weigert. |
| 109 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Dynamis te stimuleren op geïndiceerde constitutiemiddelen te reageren. Soms is het voldoende zulke |
| tussenmiddelen slechts eenmaal toe te dienen; andere keren moeten ze regelmatig worden herhaald. LM- |
| potenties lenen zich daartoe uitstekend en kunnen in dagelijkse afwisseling met het minerale |
| constitutiemiddel worden ingenomen. |
| Essentieel is dat wij weten wat we doen en welk doel wij willen bereiken. Dat wil zeggen: kunnen |
| herkennen van de indicaties voor de verschillende ziektesoorten en hun verschil in dynamiek; en weten |
| dat nosoden, plantaardige-, dierlijke- of tussenmiddelen dienen om de genezende reacties op het |
| minerale constitutionele antipsoricum te bespoedigen. |
| Samenvatting |
| Homeopathische middelen zijn aan elkaar gerelateerd in hun werking. Het beste effect hebben |
| complementair werkende middelen. Middelen toegediend in LM-potentie gaan zich gedragen als |
| complementair. Onder ziektedynamiek wordt de heftigheid en intensiteit van symptomen en |
| ziekteverloop verstaan. De achterliggende drijfveer is de miasmatische verstoring (psora, sycosis, |
| syphilis). Tussenmiddelen worden toegepast om de reactiekracht van de Dynamis te stimuleren. |
| 110 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Antipsorische behandeling |
| Als een rode draad loopt door Organon en Chronische Ziekten de anti-psorische behandeling van |
| chronisch zieke patiënten. Ofschoon Hahnemann‟s geschriften hierover niets aan duidelijkheid te |
| wensen overlaten, wordt er in de huidige homeopathie over het algemeen weinig mee gewerkt. Als |
| eenzijdige beschrijving van pathologische tendensen die zich endogeen constitutioneel voltrekken, heeft |
| de miasmaleer inderdaad ook weinig praktische waarde. Zij wordt pas werkelijk praktisch en bruikbaar |
| indien zij als grondslag wordt gezien van de ziekteclassificatie. |
| Zodra we dit begrijpen en ermee uit de voeten kunnen, zullen we waarschijnlijk op geen andere manier |
| meer willen werken! |
| Reikwijdte en potentieel van de behandeling worden erdoor enorm vergroot. Wat Hahnemann ons met |
| de antipsorische behandeling heeft nagelaten is van een rijkdom die tot op heden door onkunde en |
| onbegrip te weinig in praktijk wordt gebracht. De kern van de ziekteclassificatie en de eraan gekoppelde |
| miasmaleer draait om het psorisch miasma. Psora vormt de diepste kern van de problematiek van de |
| patiënt. |
| Organon, §78: |
| “De echte, natuurlijke chronische ziekten zijn die welke door een chronisch miasma ontstaan. Aan |
| zichzelf overgelaten, zonder gebruik van specifieke geneesmiddelen ertegen, worden ze steeds erger. |
| Zelfs onder de beste psychische en lichamelijke leefregels nemen ze toch toe en teisteren de mens met |
| steeds erger lijden tot aan het einde van zijn leven. Naast de door geneeskundige mishandeling |
| teweeggebrachte (§74) zijn dit de talrijkste en grootste kwelgeesten van het menselijk geslacht, want |
| zelfs de sterkste lichamelijke constitutie, de meest geordende leefwijze en de meest actieve energie van |
| de levenskracht kunnen ze niet overwinnen.” |
| 111 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| tijdgenoten de logica van mijn leer wel zullen inzien. Zullen ze die zorgvuldig navolgen en de winst |
| behalen die de getrouwe, precieze opvolging van de voorschriften zonder mankeren moet opleveren? Of |
| zullen ze, afgeschrikt door het ongehoorde van sommige van deze uiteenzettingen, die liever onbenut |
| laten, zonder ze te hebben uitgeprobeerd en nagevolgd? |
| Ik mag tenminste niet de hoop koesteren dat het deze belangrijke mededelingen beter zal vergaan dan de |
| al tot dusver door mij gepresenteerde algemene homeopathie.” |
| Ontwikkeling van de homeopathie |
| In de jaren tussen 1816 en 1828 zocht Hahnemann naar de achterliggende oorzaak van chronische |
| ziekten. Het was in zijn tijd gebruikelijk om iedere klacht als een op zichzelf staand probleem te |
| behandelen. Op termijn gaf dit niet het gewenste resultaat omdat de onderliggende chronische ziekte |
| zich ongestoord verder kon ontwikkelen, de patiënt uiteindelijk meesleurend in een vrije val, tot de dood |
| aan toe. |
| Chronische Ziekten, blz. 5: |
| “Of het nu sneller verliep of langzamer, zo was en bleef de gang van zaken van zulke behandelingen bij |
| alle niet-venerische, belangrijke chronische ziekten, zelfs als die behandelingen precies volgens de leer |
| van de tot dan bekende homeopathische kunst leken te worden uitgevoerd. Het begin was verheugend, de |
| voortzetting minder gunstig en de afloop hopeloos.” |
| In dit stadium werkte Hahnemann voornamelijk met plantaardige en dierlijke middelen. Minerale |
| antipsorica waren hem nog onbekend, ja, hij had psora als zodanig nog niet onderkend, begrepen en |
| gedefinieerd. Het ongunstige verloop van de toenmalige homeopathische behandeling prikkelde |
| Hahnemann tot verregaand, grondig onderzoek. |
| Chronische Ziekten, blz. 6: |
| “Deze hoogst belangrijke opgave hield me in de jaren 1816 en 1817 dag en nacht bezig en zie! de Gever |
| van alle goede dingen maakte dat ik geleidelijk in deze periode, door steeds maar na te denken, |
| onvermoeid te onderzoeken, trouw te observeren en zo nauwkeurig mogelijk proeven te nemen, dat |
| grootse probleem kon oplossen, tot heil van de mensheid.” |
| Nauwkeurig onderzoek van chronische ziektegevallen leerde Hahne-mann dat alle betrokkenen in hun |
| voorgeschiedenis huiduitslag hadden gehad. Bij het merendeel der chronische patiënten was dit zo‟n |
| opvallende overeenkomst dat Hahnemann er de de bron inzag van de (niet-venerische) chronische |
| ziekten. Uit zijn omschrijving van de „aard der chronische ziekten‟ blijkt dat Hahnemann niet enkel |
| afging op zijn eigen waarnemingen. |
| De beschrijvingen van ziekten en ziektegevallen door andere auteurs hielpen hem tot zijn conclusies en |
| inzichten te komen betreffende pathologische ontwikkelingen voortkomend uit eerdere vormen van |
| huiduitslag. Uiteindelijk bracht het hem tot de ontdekking en vaststelling van het meest basale euvel, het |
| „Psora-miasma‟. |
| Chronische Ziekten, blz. 8: |
| “Zover was ik gekomen, toen ik bij mijn onderzoeken en observaties van zulke (niet-venerische) |
| chronische ziekten direct in het begin al waarnam dat de belemmering van de genezing van die |
| verschillende ziektegevallen (die bedrieglijk leken op eigensoortige, op zichzelf staande ziekten) op |
| 112 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| begin van alle ellende nadien gewoonlijk vanaf deze tijd. |
| Ook had bij soortgelijke chronische patiënten, die zo‟n besmetting niet toegaven, of ook wel, wat nog |
| vaker voorkwam, door onachtzaamheid niet opgemerkt of het zich in ieder geval niet konden herinneren, |
| mijn zorgvuldige speurwerk toch gewoonlijk uitgewezen dat zich kleine sporen ervan (enkele |
| schurftblaasjes, schimmels enz.) bij hen van tijd tot tijd, hoewel zelden, hadden voorgedaan als |
| onbedrieglijke tekenen van de voormalige besmetting van dit type.” |
| Psora wordt primair gedefinieerd als „een infectie of een besmetting‟. Dit rechtvaardigt de vraag: hoe |
| komt het dat de Dynamis niet in staat is deze psorische besmetting met haar vitale reactie ongedaan te |
| maken, terwijl dat met andere besmettingen wel gebeurt? Waarom verwerft zij, in tegenstelling tot wat |
| verwacht zou mogen worden, geen immuniteit tegen een vergelijkbare aanval in de toekomst? |
| Kennelijk is deze besmetting van een andere aard dan gebruikelijk. Het psorisch miasma kunnen we zien |
| als een besmetting die een soort parasitaire verbinding aangaat met de levenskracht zodra de Dynamis |
| geïnfecteerd, doordrongen en geïmpregneerd is. De Dynamis kan zich hier niet zonder hulp van ontdoen, |
| waardoor vanaf dat moment het functioneren van de levenskracht ziekelijk wordt beïnvloed. Zo gauw de |
| huiduitslag van de huid verdwijnt verandert zij in een chronische ziekte die in het organisme onzichtbaar |
| aanwezig blijft. |
| Het natuurwetmatige actie = reactie principe dat aan de activiteiten van de Dynamis ten grondslag ligt |
| raakt verstoord vanaf het moment van de psorische infectie, resulterend in disfunctie van de Dynamis. |
| De gezondheidsbalans, het natuurlijk evenwicht (homeostase) dat vóór de psorische infectie automatisch |
| door de Dynamis werd hersteld, raakt allengs meer verstoord en buigt steeds verder af van „gezondheid‟. |
| Psora maakt dat de Dynamis te traag en onvolledig reageert op prikkels. Voorts hebben de opgeroepen |
| symptomen als vanzelf de neiging om weer latent te worden. |
| Een dergelijke vertraagde en incomplete reactie kenmerkt alle psorische symptomatologie. Symptomen |
| treden een tijdje in meer of mindere mate op om vervolgens periodiek geheel of gedeeltelijk te |
| verdwijnen. De patiënt zou de indruk kunnen hebben aan de beterende hand te zijn. Niets is minder |
| waar. Bij lichte tegenslag, soms zelfs zonder directe aanleiding, vlammen de klachten weer op, dikwijls |
| erger of soms anders dan bij de voorgaande terugval. Spontaan verlaat de psorische belasting de |
| Dynamis nooit. Ze zal zich tijdens het leven steeds nadrukkelijker laten gelden, om uiteindelijk pas uit te |
| doven met het overlijden van de patiënt. |
| Organon, voetnoot 1, §78: |
| “Als de jongen zich ontplooit tot man, als bij het meisje de geregelde menstruatie begint en dit gepaard |
| gaat met een voor geest, ziel en lichaam weldadige leefwijze, blijven die chronische aandoeningen vaak |
| meerdere jaren onopgemerkt. De slachtoffers lijken dan in de ogen van familie en kennissen volkomen |
| gezond, alsof de hun door infectie of erfelijkheid ingeplante ziekte totaal verdwenen is. Maar ze komt in |
| de latere jaren, bij tegenwerkende gebeurtenissen en omstandigheden in het leven, onontkoombaar |
| opnieuw tevoorschijn en neemt des te sneller toe, naarmate het levensbeginsel door verzwakkende |
| hartstochten, door zorg en verdriet, maar vooral door ondoelmatige geneeskundige behandeling is |
| ondermijnd.” |
| Psora gewekt |
| Omstandigheden en gebeurtenissen (incidenten) kunnen de sluimerende en latente psora wekken tot de |
| manifestatie van een chronische ziekte. Zoals Hahnemann in bovenstaande voetnoot aanduidt wordt de |
| psorische belasting door infectie verkregen of door erfelijkheid ingeplant. In de huidige tijd is het niet |
| 113 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| praktijk! |
| Hahnemann beschrijft psora als een soort oermoeder, als grondoorzaak van alle chronische ziekten. Na |
| besmetting, soms al tijdens de gang door het geboortekanaal, maakt zij zich in het allereerste begin |
| kenbaar door een jeukende uitslag, die soms alleen maar bestaat uit enkele „papeltjes die wellustig |
| jeuken‟. De besmetting is een feit. |
| Nadat de levenskracht „dynamisch‟ geïnfecteerd en doordrongen is met de psorische besmetting |
| verschijnen er tijdens de primaire reactiefase van de Dynamis (actie = reactie) jeukende bultjes op de |
| huid. Wanneer dit een éérste reactie op de psorische infectie is spreken we van primaire psora. Zolang |
| de primaire manifestatie zich op de huid bevindt kan de patiënt nog gemakkelijk van de psorische |
| belasting worden genezen. |
| In de voetnoot bij §246 van de vijfde editie van het Organon schrijft Hahnemann dat primaire psora zich |
| het snelst laat genezen door de patiënt eenmaal per week gedurende twaalf à dertien weken een dosis |
| Sulphur te geven en Carbo vegetabilis wanneer dit onvoldoende werkt. |
| 114 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| inwendige aantasting van het gehele organisme, van zich blijken door de specifieke huiduitslag, die |
| soms maar uit enkele papeltjes bestaat met een onverdraaglijke kriebelige, opwindende jeuk en een |
| speciale geur.” |
| Chronische Ziekten, blz. 121: |
| “Het blijft derhalve een uitgemaakte zaak dat de genezing van de complete, verderfelijke psora door de |
| antipsorica alleen dan het gemakkelijkste plaats vindt als de oorspronkelijke schurftuitslag nog |
| aanwezig is.” |
| Zodra de primaire schurftuitslag hetzij spontaan, hetzij door medisch handelen van de huid verdwenen is |
| spreken we van secundaire psora. Alle chronische ziekten van psorische aard die we in de praktijk |
| tegenkomen behoren tot de ziekten ontsproten aan secundaire psora. Door hun geaardheid zijn deze |
| moeilijker te behandelen en neemt de behandeling langere tijd in beslag. |
| Chronische Ziekten, blz. 127: |
| “Hier stuit ik op de merkwaardige omstandigheid dat absoluut iedere psoravorm – met uitzondering |
| van, zoals gezegd, de zo gemakkelijk inwendig te genezen, vers ontstane, door een nog niet verdreven |
| huiduitslag vergezelde – dat wil dus zeggen zowel de psora die nog binnenin sluimert, als ook die zich |
| tot één van de talloze uit haar voortgekomen chronische ziekten heeft ontplooid, zeer zelden door een |
| enkel antipsorisch middel kan worden genezen. |
| Praktisch allemaal hebben ze, om tot volledige genezing te geraken, de toepassing nodig van meerdere |
| van deze geneesmiddelen en in de ergste gevallen ook wel van vele na elkaar.” |
| Karakter van psora |
| Het karakter van psora - de vertraging en verstoring van de Dynamis - vormt de diepst mogelijke |
| verstoring. De levenskracht kan op drie fundamentele manieren in haar werkzaamheid verstoord raken. |
| Ze kan met overdaad reageren (te veel), ze kan met vernietiging reageren (destructie) of ze kan te weinig |
| reageren (gebrekkig). |
| De laatste reactiewijze heet psora. |
| De twee andere reactiepatronen getuigen van meer vitaliteit en dynamiek en zijn daarom gemakkelijker |
| te behandelen en te verhelpen. Psora vergt meer tijd. De dynamiek en daarmee de ontvankelijkheid van |
| de psorisch besmette en belaste Dynamis is veel lastiger te prikkelen. Bovendien zijn er meer |
| geneesmiddelen benodigd. Aldus moet psora worden gezien als de grondoorzaak van de meeste |
| chronische ziekten. Psorische manifestaties zijn tot ver in de menselijke geschiedenis terug te vinden, |
| wat psora de oudste pathologische verstoring maakt. Psora is zo met het menselijk identiteitsgevoel |
| verweven dat bepaalde eigenschappen die wij onszelf toedichten psorisch ingekleurd zijn zonder dat wij |
| het ons realiseren. Sterker nog, wij ervaren de psorische beperkingen in onze constitutie veelal als |
| normaal. Wanneer we ons onvrij voelen, niet open en spontaan vanuit onszelf durven of kunnen |
| reageren, terwijl daartoe geen aanleiding is, kunnen we spreken van een uiting van de psorische |
| gesteldheid. Hebben we van nature de neiging om tegen dingen op te zien of faalangst te krijgen in |
| moeilijke situaties, dan is dit evenzeer een psorisch reactiepatroon. |
| Chronische Ziekten, blz. 11: |
| “De psora is het, die oudste, meest algemene, verderfelijkste en desondanks meest miskende chronisch- |
| miasmatische ziekte, die als sedert vele duizenden jaren de volken heeft mismaakt en gepijnigd, maar in |
| 115 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| wereld steeds meer wordt geteisterd. De psora is de oudste chronisch-miasmatische ziekte die wij |
| kennen.” |
| Na de acute behandeling van de gevolgen van een incident of epidemische ziekte komt altijd de |
| chronische constellatie en daarmee de behoefte aan een antipsorisch geneesmiddel naar boven. |
| Anders gezegd: een plantaardig of dierlijk middel of een nosode dient altijd te worden gevolgd door een |
| mineraal constitutiemiddel vanwege de constitutionele psorische belasting. Indien passend dient dit liefst |
| tot aan de eindverergering te worden toegediend, omdat anders de chronische constitutionele verstoring |
| onvoldoende wordt beïnvloed en de patiënt niet duurzaam geneest. |
| Ontwikkeling psora miasma |
| De ontwikkeling van het psorisch miasma kent globaal genomen twee fasen. |
| Eerst komt de primaire psora, die door onderdrukking of via overerving meegekregen, overgaat in |
| secundaire psora. In de praktijk zullen wij vrijwel uitsluitend met secundaire psora te maken krijgen. De |
| geaardheid van de psorische belasting is enkel te spiegelen door het passende geneesmiddel. De impuls |
| die het minerale antipsoricum geeft en de reactie erop van de Dynamis werken samen om de chronische |
| gevolgen van de psorische besmetting op te lossen. De ernst van de verstorende werking van het |
| psorisch miasma stelt tegelijkertijd een soort kwaliteitseis aan de benodigde geneesmiddelen om de |
| verstoring op te heffen. Niet ieder homeopathisch middel bezit die kwaliteit. De groep die zich door deze |
| kwaliteit onderscheidt noemen we antipsorische geneesmiddelen (antipsorica). Met deze term brengen |
| wij een hiërarchisch onderscheid aan in de diverse geneesmiddelgroepen. |
| De resterende middelen betitelt Hahnemann als de overige homeotherapeutica. De indicaties voor zulke |
| middelen liggen in andere ziektesoorten dan de psorische. Welke middelen tot de antipsorica worden |
| gerekend geeft Hahnemann aan in Chronische Ziekten: |
| Chronische Ziekten, blz. 176: |
| “In het algemeen bleek uit hun pure werkingen dat de meeste aardsoorten, alkaliën en zuren, evenals de |
| daaruit samengestelde neutrale zouten, naast meerdere der metalen onmisbaar waren voor de genezing |
| van de haast ontelbare psorasymptomen.” |
| De substanties die onderdeel uitmaken van het stoffelijk lichaam zijn dus bij machte zijn om de |
| psorisch verstoorde Dynamis tot zelfgenezing te stimuleren, mits toegediend in gepotentieerde, |
| gedynamiseerde vorm. Hoe groot de affiniteit tussen Dynamis en stoflichaam is lezen we in het |
| Organon. |
| Organon, §9: |
| “Als de mens gezond is, heerst de spirituele levenskracht (autocratie), die als Dynamis het stoffelijk |
| lichaam (het organisme) leven doet, onbeperkt. Ze houdt al zijn delen in een bewonderens-waardig |
| harmonische, levende werking, die zich uit in voelen en handelen, zó, dat de met verstand toegeruste |
| geest zich vrij van dit levende, gezonde werktuig kan bedienen voor de hogere bedoelingen van ons |
| bestaan.” |
| Primaire zorg van de Dynamis |
| 116 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| kwaliteiten”. De gezonde mens ontwikkelt zich volgens dit patroon. |
| Allereerst moet het organisme door de Dynamis in een gesteldheid worden gebracht die ontwikkeling |
| van hogere menselijke kwaliteiten mogelijk maakt. De ontwikkeling van het stoflichaam gaat aan de |
| ontwikkeling van het gevoelsleven en het geestelijke en spirituele leven vooraf. Het schept er min of |
| meer de voorwaarden voor. Gaat er deze ontwikkeling iets mis dan passen wij geneesmiddelen uit |
| dezelfde stoffelijke minerale sfeer toe om te stimuleren tot genezing, dat is: „wording‟ of, beter nog, |
| „zelfwording‟. |
| Omdat tussen Dynamis en stoflichaam de grootste affiniteit bestaat, zijn het speciaal de minerale |
| substanties waaruit het stoflichaam is opgebouwd die als homeopathisch antipsoricum werken. Een |
| ontregeling van de Dynamis heeft het eerst een uitwerking op de mineraalhuishouding van het |
| organisme, die bijgevolg (in gepotentieerde vorm) bij uitstek geschikt zijn om de disfunctie weer |
| ongedaan te maken. Het is Hahnemann‟s grote verdienste de minerale middelen voor de geneeskunst te |
| hebben ontsloten en tegelijkertijd de indicaties, vanuit de ziekteclassificatie, te hebben aangereikt! |
| Antipsorica optimaliseren daadwerkelijk de constitutie, die met iedere volgende geneesmiddelinname en |
| met ieder volgend geneesmiddel geleidelijk wordt bevrijd van de chronische psora die de gezondheid |
| bedreigt. De vooruitgang komt eveneens tot uitdrukking in de gezondere kwalitatieve en kwantitatieve |
| verhoudingen van de mineralen in het stoflichaam. Afhankelijk van de tijdsduur van de verstoring, zal |
| de levenskracht, onder invloed van de antipsorica, de mens steeds meer de mogelijkheid bieden de |
| gezondheid zo te beleven als in §9 omschreven staat. |
| Organon, §171: |
| “Bij de niet-venerische, dus meest voorkomende, door een psora ontstane chronische ziekten, heeft men |
| voor herstel vaak meerdere antipsorische geneesmiddelen na elkaar nodig. Maar dan moet ieder |
| volgend middel gekozen worden naar bevind van de symptomen-groep, die na uitwerking van het vorige |
| middel nog is overgebleven, op homeopathische gelijkenis.” |
| Duurzaam herstel van de gezondheid is uiteindelijk slechts mogelijk door adequate antipsorische |
| behandeling. Dit is het doel van de homeopathische behandeling. Alle overige ziektesoorten die dit |
| proces kunnen storen dienen homeopathisch met de passende middelen het hoofd te worden geboden, |
| zodat zo min mogelijk energie verloren gaat en, in de eerste plaats, om het hogere doel, adequate |
| antipsorische behandeling, mogelijk te maken. Alle niet-antipsorische middelen die tijdens de |
| behandeling worden ingezet zijn bijgevolg voorwaardescheppend voor het effectieve verloop van het |
| enige dat uiteindelijk duurzame genezing kan bewerkstelligen: de antipsorische behandeling. |
| Organon, §205: |
| “De homeopathische arts zal nooit een van de primaire symptomen van de chronische miasma‟s en ook |
| niet een van de stoornissen die er secundair uit zijn voortgekomen, plaatselijk behandelen (noch door |
| uitwendige, dynamisch werkzame noch door mechanische middelen). Maar als zich die primaire of |
| secundaire symptomen voordoen, zal hij alleen het grote miasma genezen dat er aan ten grondslag ligt. |
| Daardoor verdwijnen dan ook vanzelf zijn primaire en secundaire symptomen.” |
| 117 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| achtergrond. Miasmatische behandeling is de enige manier om constitutionele oorzaken aan te pakken. |
| De andere ziektesoorten zijn qua geaardheid ongelijksoortig aan de endogeen miasmatische |
| verstoringen. Plantaardige of dierlijke middelen brengen de constitutionele genezing geen stap dichterbij |
| wanneer wordt verzuimd tevens een antimiasmatisch mineraal middel in te zetten. |
| Heeft de patiënt echter een geslachtsziekte gehad dan moet de antipsorische behandeling worden |
| opgeschort en dient de geneesmiddelkeuze te berusten op de symptomen die nog van de geslachtsziekte |
| resteren. Hieruit blijkt het belang van goede navraag, ook naar zo‟n dikwijls delicaat onderwerp als |
| geslachtsziekte. |
| Organon, §206: |
| “Voordat men met de behandeling van een chronische ziekte begint, is het absoluut noodzakelijk eerst |
| met grote zorgvuldigheid na te gaan of de patiënt besmet is geweest met syfilis (of eventueel gonorroe). |
| Dan immers moet de behandeling uitsluitend hierop gericht zijn, als tenminste alleen maar |
| verschijnselen van syfilis (of van de veel minder vaak voorkomende condylomataziekte) aanwezig zijn.” |
| Een geslachtsziekte die zich in het bestaande symptoombeeld niet meer nadrukkelijk manifesteert kan |
| desondanks blokkerend werken op de antipsorische behandeling. Dit kan een reden zijn om de bij de |
| geslachtsziekte horende nosode voor te schrijven in afwisseling met het antipsoricum totdat uit de |
| ongeremde reactie op het antipsoricum blijkt dat er van een constitutionele venerische belasting geen |
| sprake meer is. De antipsorische behandeling is een ontwikkelingsweg. Indien goed bewandeld bevrijdt |
| deze van ziekelijke tendensen in de constitutie en de eruit voortvloeiende consequenties voor het ziels- |
| en geestelijk leven. Zo krijgt de patiënt weer een gezonde kijk op zichzelf en zijn leven. Hij maakt |
| andere keuzes, het leven krijgt meer diepgang en biedt meer bevrediging. |
| De Dynamis, en daarmee de mens, is gelouterd, gezuiverd en geheeld. Alle andere homeopathische |
| geneesmiddelen (plantaardig, dierlijk, tautopathisch en nosoden) functioneren enkel als ruimtescheppend |
| voor helende constitutionele reacties op minerale antipsorica. |
| Organon, §1: |
| “De hoogste en enige roeping van de arts is zieke mensen beter te maken, wat men genezen, helen |
| noemt.” |
| Samenvatting |
| Psora zorgt voor een dynamische verstoring van de levenskracht waardoor deze haar balans niet meer |
| kan herstellen. Het balansverlies leidt tot een chronisch ziekteprobleem dat nooit uit zichzelf kan en zal |
| verdwijnen. Psora kent twee stadia: primaire psora, waarbij zich de eerste uitslag nog op de huid |
| bevindt, en secundaire psora, die meteen ontstaat nadat de eerdere huiduitslag van de huid verdwijnt en |
| in het organisme onderduikt. Alle chronische klachten die naderhand optreden behoren tot de secundaire |
| psora. Psora is de oudste en diepste chronische verstoring die de mens teistert en die, door Hahnemann |
| “een duizendkoppig monster” genoemd, ontelbare chronische ziekten veroorzaakt. |
| De venerische chronische miasma‟s zijn van later datum en doorgaans geënt op psorische bodem. De |
| minerale middelen passen bij het psorisch miasma. Alle andere ziektevormen kunnen de antipsorische |
| behandeling verstoren en dienen derhalve behandeld te worden met de voor hun specifieke |
| geneesmiddelen. Genezing van de psorische belasting van de Dynamis is het doel van de |
| homeopathische behandeling. |
| 118 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Blokkerend effect |
| Acute collectieve ziekten (epidemische ziekten) kunnen een korter of langer blokkerend effect hebben |
| op het verloop van de antipsorische constitutiebehandeling. Nauw in verband hiermee staan wat |
| Hahnemann wisselziekten noemt. Beiden kunnen gevolgen hebben voor de chronische |
| ziektebehandeling. |
| Een epidemische ziekte is van exogene aard. Het is een pathologische impuls van buitenaf, die grote |
| groepen mensen aandoet en bij een deel ervan ziektesymptomen oproept. Of en de mate waarin de |
| epidemische ziekte manifest wordt hangt af van de individuele gezondheid en miasmatische gesteldheid. |
| In die zin is de levenskracht erbij betrokken. Desondanks ontwikkelt de epidemische ziekte zich niet |
| primair vanuit een dynamische endogene ontregeling, doch dient zij te worden opgevat als een poging |
| van de levenskracht om onder druk van de (epidemische) ziekteverwekker de gezonde balans te |
| handhaven c.q. te herstellen. |
| Een epidemische ziekte kent een en dezelfde exogene oorzaak en vertoont een specifiek beeld, dat |
| „genus epidemicus‟ wordt genoemd. |
| Met het stijgen van het aantal „slachtoffers‟ komen de typische kenmerken van de epidemie aan het licht. |
| De genus epidemicus verschaft ons een totaaloverzicht, dat past bij Gelsemium, Eupatorium, Arsenicum |
| e.d. We kunnen zelfs de voor ieder middel typerende reacties voorspellen, omdat bij acute ziekten |
| dikwijls vergelijkbare reactiepatronen optreden. Dat neemt niet weg dat iedere epidemische ziekte |
| onbevooroordeeld wordt tegemoet getreden, in de wetenschap dat elke ziektesituatie eenmalig en uniek |
| is. Om met Hahnemann te spreken: |
| Organon, §100: |
| …“hij moet nooit vermoeden in plaats van waarneming zetten …” |
| Organon, §101: |
| “Het kan zijn, dat de arts tijdens een epidemie niet direct bij de eerste patiënt, die in zijn praktijk |
| voorkomt, het complete beeld ervan te zien krijgt. Elke zodanige collectieve ziekte toont immers pas bij |
| de observatie van meerdere gevallen het volledige beeld van haar symptomen en verschijnselen. |
| Maar toch kan de arts bij zorgvuldig onderzoek vaak al aan de eerste en tweede patiënt de werkelijke |
| toestand zo benaderen, dat hij er zich een karakteristiek beeld van kan vormen – en dan ook wel een |
| geschikt homeopathisch passend geneesmiddel voor hen vindt.” |
| Organon, §102: |
| “Alle patiënten die door de huidige epidemie zijn aangetast, hebben weliswaar een gelijke ziekte, |
| voortgekomen uit één en dezelfde besmettingsbron, maar het complete beeld van zo‟n epidemische ziekte |
| en de totaliteit van haar symptomen kan men niet aan een enkele patiënt waarnemen. Dat kan alleen uit |
| het ziekteverloop van meerdere zieken van verschillende lichamelijke condities volledig geabstraheerd |
| en omschreven worden. En de kennis van die totaliteit is nodig om een overzicht te krijgen over het |
| gehele ziektebeeld, zodat het voor die totaliteit meest passende homeopathische geneesmiddel kan |
| worden gekozen.” |
| Appèl op de levenskracht |
| 119 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| dat automatisch de chronische miasmatische gesteldheid gaat meevibreren en het tot een acuut |
| miasmatische ziekte maakt. Dan is de patiënt nog veel zieker. Oudere patiënten kunnen zelfs in de |
| risicofase komen te verkeren omdat zij dikwijls reeds lijden aan een ver ontwikkeld stadium van |
| chronisch ziekte. Sterfgevallen komen voor, die dan worden toegeschreven aan de griep. |
| De chronische ziekte wekken tot een acute uiting heeft een trager herstel tot gevolg. Het duurt langer eer |
| patiënten weer de „oude‟ zijn en vaak is het zo dat zij “sinds de griep” nooit meer de „oude‟ zijn |
| geworden. Verwezen wordt dan naar de ziekte van Pfeiffer, of een hevige griep (waarna de patiënt |
| diabetes ontwikkelde), of een hevige verkoudheid (waarna de patiënt astma kreeg) enz. Dit is de rubriek |
| „Never well since‟. |
| In de acute fase gebruiken wij geneesmiddelen uit de bij deze ziektegroep behorende plantaardige en |
| dierlijke remedies. |
| Chronische Ziekten, blz. 161: |
| “Hier komen we te hulp met de overige homeotherapeutica,… |
| Maar ook hier is, als de aandoening niet al te erg was, de genoemde toepassing der benodigde |
| geneesmiddelen door ruiken aan een daarmee bevochtigd korreltje vaak als hulp afdoende, hetgeen de |
| behandeling van de acute ziekte bijzonder bekort.” |
| Wanneer blijkt dat dit onvoldoende werkt vanwege een dreigende acuut miasmatische manifestatie moet |
| er antipsorische hulp worden ingeroepen. |
| Chronische Ziekten, blz. 163 en 164: |
| “De epidemische en sporadische koortsen hebben derhalve, net als de acute miasmatische ziekten, als ze |
| niet spoedig heel duidelijk koers bepalen en zonder uitstel tot genezing overgaan, vaak een antipsorische |
| assistentie nodig – zelfs als men voor die epidemische of acuut miasmatische aandoening een specifiek |
| homeopathisch middel zou hebben gevonden en op de juiste wijze toegepast. Gewoonlijk hielp ik dan na |
| met Sulphur, tenzij de patiënt kort tevoren al een Sulphurhoudend geneesmiddel had gebruikt. In dat |
| geval moet men uit de reeks der overige antipsorica het nu passende gebruiken.” |
| Voortzetting van de chronische constitutionele behandeling |
| Bij een epidemische ziekte wordt een antipsoricum alleen ingezet wanneer uit verloop en duur van het |
| herstel blijkt dat dit door de endogeen constitutioneel psorische belasting wordt vertraagd en |
| bemoeilijkt. Het komt in de praktijk geregeld voor dat wij de afweging moeten maken om een acute |
| ziekte wel of niet te behandelen. Met betrekking tot de continuering van de chronische |
| constitutiebehandeling is het meestal raadzaam wél tot behandeling over te gaan. Een acute ziekte die in |
| korte tijd en doelmatig wordt genezen bewerkstelligt een conditie die de reacties op het antipsoricum |
| verbeteren. |
| Chronische Ziekten, blz. 163: |
| “Er komen bijzonderheden van andere aard opzetten (die we gewoonlijk nasleep, naziekten noemen), |
| die langzamerhand dreigen erger en chronisch te worden. In zo‟n geval heeft de arts bijna steeds met |
| een psora te maken, die zich tot chronische ziekte aan het ontwikkelen is. Dus zal hij deze, volgens de |
| leer van dit boek, antipsorisch weten te genezen. Het is hier de plaats erop attent te maken dat de grote |
| epidemische ziekten, de mensenpokken, mazelen, purpura, roodvonk, kinkhoest, najaarsdysenterie en |
| 120 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Zodoende kan bij vele tot zover herstelde patiënten de psora, die tevoren in hun binnenste sluimerde en |
| latent aanwezig was, snel actief worden hetzij in schurftachtige uitslagen of in andere chronische |
| kwalen. Als die niet naar behoren antipsorisch worden aangepakt, zullen ze, omdat nu het organisme |
| nog in zo‟n grote uitputting verkeert, in korte tijd een hoogtepunt bereiken. |
| In zo‟n geval verkondigt dan de gewone allopathische arts, als de patiënt na al zijn inadequate |
| maatregelen sterft – wat vaak gebeurt – dat hij gestorven is aan de gevolgen van de kinkhoest, de |
| mazelen enz. Maar deze gevolgen zijn de ontelbare chronische ziekten in de talloze vormen van |
| ontplooide psora, waarvan men tot dusver de oorsprong niet kende en die derhalve onbehandeld zijn |
| gebleven.” |
| Breekpunt in de biografie |
| Dat het doormaken van een heftig verlopende acute ziekte veel energie kost behoeft geen verder betoog. |
| Zelfs wanneer dit zich jaren geleden heeft voltrokken, maar de acute aandoening door de patiënt als |
| breekpunt in zijn leven wordt beschouwd, is er reden om er alsnog op voor te schrijven. Het zal anders |
| zo goed als zeker als een soort blokkade tijdens de behandeling opduiken, of het doet dat al meteen al, |
| waardoor de patiënt op geen enkel voorgeschreven middel adequaat reageert. Daarom is het van cruciaal |
| belang dat dergelijke breekpunten met de anamnese in kaart worden gebracht. Zo krijgen we er zicht op |
| of de patiënt een bepaalde nosode nodig heeft, bijvoorbeeld Variolinum. Het betekent geenszins dat hij |
| een „Variolinum-constitutie‟ heeft, want dat is onmogelijk. De Variolinum-toestand zit het |
| zelfgenezende vermogen in de weg. Zonder het oplossen van de blokkade kunnen de geïndiceerde |
| antipsorica hun werk niet naar behoren doen. |
| Wisselziekten – ritme, regelmaat, periodiciteit |
| Wisselziekten nemen een andere plaats in. |
| Bij epidemische ziekten gaat het vrijwel zonder uitzondering om koortsende infectieuze ziekten, terwijl |
| wisselziekten soms wel en soms niet met koorts gaan gepaard. Bovendien behoren ze niet tot de |
| besmettelijke infectieuze (epidemische) ziekten doch betreffen meestal één afzonderlijke patiënt. Gaan |
| zulke periodieke ziekten wél met koorts gepaard dan worden ze wisselkoortsen genoemd. |
| Organon, §233: |
| “De typische wisselziekten zijn die, waarbij op een vrij nauwkeurig bepaalde tijd, bij een schijnbaar |
| goede conditie, een steeds identieke ziekelijke toestand recidiveert en in een evenzo bepaalde tijd weer |
| ophoudt. Men vindt dit zowel bij de schijnbaar koortsloze, maar kenmerkend (op bepaalde tijden) |
| komende en gaande ziekelijke toestanden, alsook bij die met koorts – de veelsoortige wisselkoortsen.” |
| Wisselziekten kenmerken zich door een klachtenpatroon met een zeker ritme en regelmaat, een zekere |
| periodiciteit. De patiënt krijgt zomaar opnieuw die onverklaarbare koorts, of ieder voorjaar die lastige |
| hooikoorts, of elk najaar als het kouder wordt die piepende bronchitis. Het zijn ziekten die op gezette |
| tijden, met de regelmaat van een klok, hun stempel drukken op het welbevinden van de patiënt. |
| Organon, §234: |
| “De hier overwogen ziektetoestanden, die bij één enkele patiënt (want ze plegen niet sporadisch of |
| epidemisch voor te komen) op bepaalde tijden, typisch, recidiveren, schijnbaar zonder koorts, horen |
| steeds bij de groep van de chronische ziekten, meest de zuiver psorische, slechts zelden gecompliceerd |
| 121 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| te kunnen doven.” |
| Wisselziekten – chronische ziekten op psorische grondslag |
| Wisselziekten, ongeacht of ze koortsend zijn of niet, behoren tot de “chronische ziekten op psorische |
| grondslag”. Primair moeten ze daarom met antipsorische middelen worden behandeld. Het betreft veelal |
| aandoeningen van acute aard, waardoor ze enige gelijkenis vertonen met acuut miasmatische ziekten. |
| Anders dan de acuut miasmatische ziekte keert de wisselziekte echter steeds met een zekere regelmaat |
| terug. Ieder jaar gedurende een vaste periode wordt de patiënt geconfronteerd met hetzelfde probleem. |
| Hiermee is het begrip wisselziekte van toepassing op veel patiënten! |
| Patiënten wier klachten zich kenmerken door regelmaat kunnen mogelijk eveneens tot deze groep |
| worden gerekend. In de acute fase wordt er behandeld met de passende niet-antipsorische middelen. |
| Vervolgens, in de rustige fase, worden de antipsorica ingezet. |
| Zo wordt de patiënt met hardnekkige hooikoorts op carcinogene basis genezen in de winter door de |
| geïndiceerde antipsorica, eventueel in afwisseling met Carcinosinum. De patiënt met najaarsbronchitis |
| geneest in voorjaar en zomer. In de rustige fase kunnen de antipsorica in alle rust hun werk doen. Dit is |
| onmogelijk wanneer de Dynamis tijdens een acute fase in een staat van opwinding verkeert. Dooft het |
| wisselziekteachtige karakter van de klachten niet uit dan is als tussenmiddel China officinalis vereist. |
| De patiënt die na een tropenreis thuiskomt met een malaria-infectie zal beter reageren op de |
| antipsorische behandeling als hij tussendoor het middel China gebruikt. Zonder antipsorica zal hij niet |
| constitutioneel genezen. Maar zelfs met het juiste gebruik van passende antipsorica is met regelmaat |
| China officinalis nodig om de wisselkoortsachtige aard van het klachtenpatroon duurzaam te |
| doorbreken. China, als tussenmiddel, vormt zo tijdens de chronische constitutiebehandeling het |
| geneesmiddel voor de ontregeling van de Dynamis die zich op regelmatige, gezette tijden manifesteert. |
| De aard van de klacht is niet zo van belang. China neutraliseert de wisselkoortsachtige tendens, |
| waardoor de antipsorica voor de verdere genezing kunnen zorgen. Daar China een plantaardig middel is |
| ligt constitutionele genezing buiten haar werkingssfeer. |
| Samenvatting |
| Een epidemische ziekte is exogeen van origine en doet grotere groepen mensen aan. Afhankelijk van |
| leeftijd, vitaliteit en chronische ziekteontwikkeling kan de interferentie van de epidemische ziekte met |
| de chronische gesteldheid een ziektecrisis veroorzaken. Epidemische ziekten worden behandeld met de |
| voor hen specifieke middelen uit planten- of dierenrijk. |
| Epidemische ziekten hinderen de voortgang van de antipsorische behandeling. Niet goed |
| doormaken van een epidemische ziekte kan de antipsorische behandeling langdurig |
| blokkeren. |
| Wisselziekten zijn ziekten die zich met regelmatige tussenpozen voordoen bij één en dezelfde patiënt. Ze |
| behoren tot de psorische ziekten. Wisselziekten kunnen het karakter hebben van acuut miasmatische |
| ziekten. Om hun wisselkoortsachtige karakter te doorbreken is tijdens de antipsorische behandeling |
| dikwijls China officinalis vereist als tussenmiddel. |
| 122 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Intensieve ziektegevallen – de psychisch zieke patiënt |
| Psychisch zieken en psychiatrische patiënten vergen intensieve begeleiding. In de dagelijkse praktijk |
| zijn er altijd wel één of twee patiënten bezig uit een psychische impasse te geraken. Het kan een |
| uitdaging zijn die onze kundigheid aardig op de proef stelt. Gelukkig is het merendeel van zulke |
| patiënten goed te behandelen. |
| Waarschijnlijk het moeilijkst zijn patiënten die reeds sinds de puberteit als „manisch depressief‟ zijn |
| gediagnosticeerd. Na jaren lithiumgebruik wenden zij zich tot de homeopaat, met als doel de lithium en |
| eventuele andere medicatie af te bouwen. Homeopathie boekt hier goede resultaten, al kan bij dergelijke |
| patiënten, ten gevolge van het onder het lithium „niet geleefde leven‟, het probleem optreden dat zij |
| moeite hebben de levensdraad weer terug te vinden c.q. op te pakken. |
| De ziekte is opgeheven maar de levensloop komt niet op gang. Vaker echter is het alsof zij onder de |
| stolp vandaan komen waaronder zij jarenlang hebben geleefd. De ontwikkelingen in het persoonlijk |
| leven hernemen hun loop. Gebeurtenissen lijken elkaar in sneltreinvaart op te volgen. Ineens is er de |
| jarenlang gewenste relatie of zwangerschap; nu lukt het wél die baan te verwerven of dat huis of die |
| studie. Het betekent dat de verstoring is opgeheven en het leven zijn loop neemt zoals het bedoeld was! |
| Een voor patiënt en homeopaat zeer bevredigende situatie! |
| Eénzijdige ziekten - symptoomschaarste |
| Hahnemann noemt de „psychische‟ ziekten „eenzijdige‟ ziekten. |
| Eenzijdige ziekten worden getypeerd door een eenzijdig symptoombeeld. Er is een uiterst beperkte |
| groep symptomen en meer valt er dikwijls niet te melden! |
| De beperkte doch nadrukkelijk op de voorgrond tredende symptoomgroep laat alle andere symptomen |
| naar de achtergrond verdwijnen. Genezing wordt daardoor moeilijker. Hoe uitgebreider en verscheidener |
| de symptomen, hoe gemakkelijker de rode draad en een passend geneesmiddel zijn te vinden. Behalve |
| het mentaal/emotionele beeld hebben we ook nog plaatselijke totaalsymptomen, generaliteiten, eventuele |
| concomiterende symptomen e.d., waardoor een gefundeerder geneesmiddel keuze mogelijk wordt. |
| Wanneer enkel mentale symptomen present zijn wordt een differentiaaldiagnose tussen mogelijk |
| geïndiceerde geneesmiddelen aanzienlijk lastiger. |
| Psychische ziekten zijn dus eenzijdig ziekten. De psychische verschijnselen, psychosen, wanen e.d. |
| treden sterk op de voorgrond en vragen zo alle aandacht. In de praktijk lijkt het vrijwel onmogelijk en |
| soms zelfs ongepast het hoofd-voeten-schema na te vragen, alsof we de aandacht van het werkelijke |
| probleem willen afleiden. |
| Bij de psychotische patiënt met identiteitsverlies hebben we aan symptomen uitsluitend wat zich op het |
| moment manifesteert en wat wij zelf kunnen waarnemen of van familieleden horen. We moeten het doen |
| met een beperkt aantal symptomen, die nagenoeg allemaal samenhangen met de zelfbeleving van de |
| patiënt en diens verstoorde relatie met de omgeving. Ofschoon we te maken hebben met een „acute |
| ziekte‟ (!) is er toch veelal sprake van een chronische psorische achtergrond. |
| Organon, §210: |
| “Bij de psora horen bijna alle ziekten, die ik eerder als “eenzijdig” betitelde. Die schijnen door deze |
| eenzijdige symptomatologie (waarbij ten opzichte van het enkele prominente symptoom alle overige |
| ziekteverschijnselen als het ware in het niet vallen) moeilijker te genezen. Tot deze soort horen de |
| 123 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| de affectieve en mentale gesteldheid gealtereerd.” |
| Psychische aandoeningen ontspruiten aan de psorische gesteldheid. Ze komen als eenzijdige uiting het |
| eerst als een acuut miasmatisch ziekte aan het oppervlak, de vorm aannemend van beperkte eenzijdige |
| psychische problematiek, bijvoorbeeld een psychose. |
| De ware oorzaak is evenwel de onderliggende psorische basisverstoring van de levenskracht. |
| De intense psychische problematiek berust op een onderliggende functionele verstoring van de Dynamis. |
| De psychische ontregeling werkt min of meer als een drukventiel waardoor de psorisch-dynamische |
| spanning die ervoor, soms jarenlang, werd opgebouwd kan ontsnappen. |
| Organon, §215: |
| “Bijna al die zogenaamde „geestes- en zielsziekten‟ zijn niet anders dan lichamelijke ziekten. Maar het |
| voor elk van hen typische symptoom van verstandelijke of affectieve ontstemming versterkt zich, vlugger |
| of langzamer, onder gelijktijdige vermindering van de lichamelijke symptomen, net zolang totdat het |
| zich tenslotte opvallend eenzijdig, haast als een locale stoornis in de onzichtbare fijne organen van |
| geestes- of gemoedsgesteldheid nestelt.” |
| Grondige anamnese |
| Het spreekt vanzelf dat een grondige anamnese onontbeerlijk is. In een echt acute fase is dit echter |
| onmogelijk. We moeten de patiënt eerst in rustiger vaarwater zien te krijgen. De psychose is het topje |
| van de ijsberg, die door adequaat voorschrijven voorlopig wordt verankerd. Nu komt het erop aan de |
| drijvende kracht achter de acuut miasmatische psychotische aandoening aan te pakken! Ongenezen en |
| beroofd van de psychische uitlaatklep zal de psorische predispositie zich hergroeperen en wederom |
| proberen de gezondheid duurzaam te ontregelen. De overvolle psychiatrische inrichtingen getuigen |
| ervan hoe dikwijls de psorische predispositie hierin slaagt. |
| Organon, §221: |
| “Maar als vanuit de gewone toestand van rust er plotseling een psychose of manie uitbreekt (door |
| schrik, ergernis, door spiritualiën enz.) als een acute ziekte, dan kan die, ofschoon bijna zonder |
| uitzondering ontstaan vanuit inwendige psora, als een eruit oplaaiende vlam, in haar acute begin niet |
| direct met antipsorica behandeld worden. |
| Eerst moeten hier de aangegeven middelen uit de groep van de overige |
| beproefde medicamenten1 in hoog gepotentieerde, minieme |
| homeopathische dosering worden toegepast om de acute toestand zover |
| weg te werken dat de psora voorshands terugkeert in haar vorige, bijna |
| latente staat, waarin de patiënt hersteld lijkt.” |
| Voetnoot1 b.v. Aconitum, Belladonna, Stramonium, Hyoscyamus, Mercurius enz. |
| Paragraaf 221 beschrijft hoe de vrijwel latente psora, de rustsituatie, door een incident, schrik, ergernis, |
| alcohol wordt gebracht tot de productie van acute klachten, “als een eruit oplaaiende vlam”. Het resultaat |
| is een acuut miasmatische ziekte, met op de achtergrond een al langer bestaand chronisch probleem. |
| Door een externe „trigger‟ wordt de mettertijd opgebouwde interne pathologische spanning als het ware |
| tot ontploffing gebracht en ontstaat een acute ziekte. Als geneesmiddelen voor zulke condities noemt |
| Hahnemann enkele niet-antipsorische plantaardige middelen en het niet-antipsorische metaal Mercurius. |
| 124 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> Most read |
| dieper werkende minerale constitutiemiddelen. Laten we het inzetten van de dieper werkende minerale |
| antipsorica na dan laten we de psorisch pathologische ondergrond in tact. |
| Deze zal na verloop van tijd opnieuw opvlammen en andermaal de eenzijdige psychische aandoening |
| voortbrengen. Hahnemann adviseert de genoemde middelen toe te passen in hoge potentie en minimale |
| dosering. In de terminologie van de zesde editie van het Organon betekent dit: LM-potenties. |
| Organon, §222: |
| “Toch mag men zo‟n patiënt, die van een acute psychose door de genoemde niet-psorische |
| geneesmiddelen is hersteld, nooit als genezen beschouwen. Integendeel, er is geen tijd te verliezen. Men |
| moet hem direct door een verdere antipsorische, misschien ook antisyfilitische behandeling helemaal |
| bevrijden van het chronische miasma. Dat is namelijk weliswaar weer latent geworden, maar van nu af |
| aan zeer geneigd te recidiveren met aanvallen van de doorgemaakte waan- of affectieve ziekte. |
| Pas na voltooide behandeling is er geen soortgelijke, toekomstige aanval meer te vrezen, als de patiënt |
| tenminste zijn dieetregime en een geordende leefwijze trouw blijft.” |
| Afwisseling ook hier |
| Plantaardige, niet-antipsorische middelen hebben een stabiliserend effect op patiënten die net uit een |
| psychose komen. Sterke psychische schommelingen worden zo voorkomen. Afhankelijk van de duur |
| van de psychose is het aan te bevelen enige tijd door te gaan met het plantaardige middel en geleidelijk, |
| in afwisseling ermee, het antisporische minerale constitutiemiddel te introduceren. Omdat het de |
| constitutie dieper beïnvloed kan het minerale middel anders een toename van de psychische klachten |
| teweegbrengen. |
| Het plantaardige middel kan achterwege worden gelaten zodra blijkt dat het minerale middel goed wordt |
| verdragen. Het kan eventueel achter de hand worden gehouden worden om bij calamiteiten en sterke |
| schommelingen opnieuw dienst te doen als stabilisator, als acuut complement van het chronische |
| constitutiemiddel. |
| Een voorbeeld uit de casuistiek. |
| Een vrouw die door het verlies van haar kind in een psychose terechtkomt, waarvan de symptomen op |
| Ignatia wijzen, loopt het risico van recidivering indien de inname van dit middel te snel wordt gestaakt. |
| Werkelijk genezen kan Ignatia de constitutionele tendens echter niet, om de simpele reden dat het niet |
| behoort tot de antipsorica. Voor duurzame genezing van de psorische gesteldheid zijn de |
| complementaire minerale middelen vereist. De materia medica vermeldt met name Natrium muriaticum, |
| Aurum, Phosphoricum acidum en Sepia. (Hahnemann ziet Sepia als een der weinige antipsorica van |
| dierlijke origine.) Alle minerale geneesmiddelen met diepe antipsorische werking kunnen feitelijk |
| dienen als complement van Ignatia, op voorwaarde dat de symptomen erop wijzen! |
| Voor het duurzaam hervinden van haar innerlijke stabiliteit zal de moeder het op basis van |
| symptoomgelijksoortigheid geïndiceerde minerale antipsorische geneesmiddel nodig hebben. |
| Krijgt ze het dan, ondanks de inname van dit geneesmiddel af en toe toch nog echt „te kwaad‟, dan kan |
| ze op die erg moeilijke momenten de Ignatia eventueel nog gebruiken. |
| 125 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| psychotische patiënt. Zij hebben veel meegemaakt en hun geduld en incasseringsvermogen zijn danig op |
| de proef gesteld. Behalve de patiënt zelf zijn zij eveneens gebaat bij een goed verloop van de |
| behandeling. Een stabiele sociale omgeving is voor de psychisch zieke tijdens de herstelfase een |
| belangrijke factor. Alle genezing belemmerende factoren zouden van hem weggehouden moeten |
| worden. |
| Zwaar psychisch verstoorde patiënten zijn niet in huiselijke kring op te vangen en zullen moeten worden |
| opgenomen in een psychiatrisch zieken-huis. Helaas staat dit vrijwel gelijk aan het voorgeschreven |
| krijgen van allopathische medicatie, waardoor onderdrukking en daarmee toename van pathologie in de |
| hand wordt gewerkt. |
| Organon, voetnoot 1, §229: |
| “Het herstel van paranoïde, maniakale, en melancholische patiënten is alleen in een daarvoor speciaal |
| ingericht instituut te bewerkstelligen, niet in de eigen familiekring.” |
| Organon, §223: |
| “Laat men echter de antipsorische (of ook wel antisyfilitische) behande-ling achterwege, dan is het |
| vrijwel zeker te verwachten dat spoedig een nieuwe en meer hardnekkige aanval van de psychose |
| optreedt, terwijl er nog minder aanleiding toe is dan de eerste keer. En ondertussen ontwikkelt de psora |
| zich dan compleet en de patiënt belandt hetzij in een periodieke of continue psychische desintegratie, die |
| dan veel moeilijker antipsorisch kan worden genezen.” |
| Gebruik van psychofarmaca |
| Tegenwoordig zitten zulke psychische en psychiatrische patiënten vaak zwaar onder de medicijnen, die |
| de “continue psychische desintegratie” camoufleren. De psorisch pathologische tendens wordt, |
| ogenschijnlijk, aan banden gelegd met een arsenaal chemisch-synthetische middelen. Het effect ervan op |
| zowel geest als lichaam laat zich raden. |
| Homeopathische behandeling zal lange tijd in beslag nemen. |
| “Kunnen stoppen met de allopathische medicatie” is dikwijls wat de patiënt verlangt van de |
| homeopathische behandeling. Tegelijkertijd bestaat er zo‟n medicijnafhankelijkheid en zo‟n (niet |
| onterechte) angst voor een nieuwe psychose dat de moed tot het afbouwen van de medicatie in de |
| schoenen zinkt. |
| Ook hier biedt het gebruik van LM-potenties grote voordelen. De LM-potentie maakt het mogelijk de |
| allopathische medicatie heel geleidelijk af te bouwen, zonder dat zich crisissituaties voordoen. In |
| weerwil van de allopathische medicatie zal de LM-potentie, indien meerdere malen daags ingenomen, |
| toch een beperkt antipsorisch effect kunnen bewerkstelligen. |
| Daartoe kan nog worden bijgedragen door het passende middel af te wisselen met een geneesmiddel dat |
| de werking van de psychofarmaca enigszins neutraliseert. Samen zijn deze middelen doorgaans |
| toereikend om de allopathische medicatie te kunnen afbouwen. Het antipsorisch effect van het |
| homeopathisch geneesmiddel zal erdoor alleen maar meer toenemen. De eerste stap op de lange |
| genezingsweg is gezet. |
| Psychische klachten door ‘oorzaak van buiten’ |
| Het merendeel der psychische ziekten ontstaat door een oplaaiende psora. Maar er zijn uitzonderingen: |
| bijvoorbeeld bij mensen die zoveel tegenslagen in hun leven te verwerken hebben gekregen dat ze er niet |
| 126 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| constitutie echter niet buiten schot. Waar de situatie in de beginfase nog betrekkelijk simpel |
| behandelbaar is, kunnen we na verloop van tijd niet zonder antipsorica. |
| Terwijl de eerder beschreven psychische ziekten een afspiegeling zijn van een ver ontwikkelde |
| sluimerende psora, draait het er bij de exogene variaties op uit dat in de levenskracht, ontregeld door |
| tegenslagen, de erin verankerde, latente psorische tendens wordt gewekt. Dit echter vaak pas na langere |
| tijd |
| Het onderscheid tussen beide vormen - de geestesziekte vanuit de geest of vanuit de ontregelde |
| levenskracht - is relatief eenvoudig te maken. |
| 127 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| bestaan, of die nu echt uit lichamelijke ziekte zou zijn voortgekomen of veeleer door opvoedingsfouten, |
| slechte gewoonten, verdorven zeden, verwaarlozing van de geest, bijgeloof of onwetendheid zou zijn |
| ontstaan. In dat geval kan men het volgende als criterium hanteren. Al zulke aberraties nemen af en |
| verbeteren door begrijpend en welwillend toespreken, door troost-gevende argumenten of door ernstige |
| en verstandige uiteenzettingen. |
| Maar een echte waan- of affectstoornis op somatische bodem wordt er snel door verergerd. De |
| melancholie wordt nog depressiever, klagender, meer ontroostbaar en teruggetrokken, maligne |
| paranoïdie wordt er nog meer door verbitterd en wartaal wordt duidelijk nog onzinniger.” |
| Bij geestesziekte gebaseerd op exogene oorzaken kunnen alle therapieën helpen die we tegenwoordig |
| kennen. |
| De mogelijk latent op de achtergrond sluimerende psorische, of soms ook syfilitische, predispositie kan |
| evenwel niet zo worden opgelost. Zodra de geestesziekte primair op somatische bodem is ontstaan, dat |
| wil zeggen: op basis van een dynamische psorische of soms ook syfilitische ontregeling van de |
| Dynamis, haalt bijvoorbeeld psychotherapie niet veel meer uit omdat er basaal geen „gezond‟ stuk meer |
| is aan te spreken in de patiënt. Alle therapeutische input zal uiteindelijk in geen andere output resulteren |
| dan in een toename van de klachten. |
| Pas wanneer de balans van de psorisch of syfilitisch belaste Dynamis is hersteld door antipsorische c.q. |
| antisyfilitische behandeling kan de patiënt beter op z‟n verantwoordelijkheid worden aangesproken en is |
| er een voedingsbodem geschapen voor psychotherapie. |
| Samenvatting |
| De psychische ziekten behoren tot de eenzijdige ziekten waarbij, door het verschuiven van het |
| symptoombeeld, de lichamelijke symptomen naar de achtergrond zijn verdwenen. De psychische ziekten |
| komen voor het merendeel voort uit een onderliggende psora. |
| Psychische ziekten kunnen tevens ontstaan door langdurige of ingrijpende tegenslagen. Dan compliceert |
| de psychische gesteldheid zich vaak later met de fundamenteel psorische verstoring. Zulke psychische |
| aandoeningen van buitenaf reageren goed op andere therapieën, in tegenstelling tot psychische ziekten |
| veroorzaakt door psora. |
| In de acute fase worden psychische ziekten behandeld met plantaardige en dierlijke middelen. Zo gauw |
| de acute fase achter de rug is moet antipsorisch worden behandeld om terugval te voorkomen. |
| 128 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Hoge potenties |
| Reeds tijdens Hahnemann‟s leven was het gebruik van hoger gepotentieerde geneesmiddelen een |
| controversiële kwestie. De verschijning van Chronische Ziekten in 1828 en de erin beschreven |
| antipsorische geneesmiddelen, die vrijwel uitsluitend - naar de toenmalige maatstaven - in hoge |
| potenties moesten worden voorgeschreven, riepen grote spanningen op in de groep volgelingen van de |
| pasgeboren nieuwe geneeskunst. Het voorwoord van de uitgever (Richard Haehl) van de eerste uitgave |
| der zesde editie (1921) beschrijft de toenmalige sfeer aldus: |
| (Januari 1821) “Hahnemann had met de buitenwereld, afgezien van zijn patiënten, weinig verbinding en |
| voeling meer in deze periode. Hij was tot inwoner van Köthen geworden. Ook met zijn eigen leerlingen |
| en collega‟s bleef de persoonlijke omgang tot een klein groepje beperkt, die hem af en toe in Köthen |
| bezochten en met wie hij een levendige briefwisseling onderhield. De verenigingsambities van de |
| homeopathische artsen, die hij over het algemeen wantrouwend, vaak zelfs afwijzend bejegende, |
| ondersteunde en stimuleerde hij geenszins. |
| Ook de wetenschappelijke en schrijversactiviteiten verdwenen meer en meer naar de achtergrond. |
| Slechts op twee uiteenlopende gebieden vlamden ze nog een keer op. |
| In 1828 verscheen „Die Chronische Krankheiten, ihre eigentümliche Natur und homöopathische |
| heilung.‟ |
| Door de publicatie van Chronische Ziekten werd de vervreemding van Hahnemann ten opzichte van een |
| groot deel der homeopathische artsen openlijke vijandschap. Hahnemann wilde alle chronische ziekten |
| baseren op slechts drie chronische miasma‟s: Syfilis, Sycosis en Psora (waarvan de laatste de |
| verderfelijkste ziekte zou zijn) die zich bovendien sinds vele duizenden jaren van geslacht op geslacht |
| zouden hebben voortgeplant. |
| Dit werd door de homeopathische artsen gelijkelijk afgewezen als de door Hahnemann aanbevolen |
| antipsorische geneesmiddelen. Bij zijn voorschriften was hij tot steeds hogere verdunningsgraden |
| overgegaan. |
| Uiteindelijk verklaarde hij de 30ste centesimale potentie de werkzaamste. Hiervan liet hij veelal slechts |
| en maanzaad-groot korreltje nemen, waarna hij 30, 40, 50 en meer dagen afwachtte (vierde editie |
| Organon). |
| De „wetenschappelijk-kritische‟ richting in de Homeopathie wees zowel de psorische ziekteverwekker |
| alsook de lang werkende hoge potenties van de hand en verweet de „zuivere homeopaten‟ een |
| gedachteloze eed op het woord van de meester. Hahnemann op zijn beurt noemde de homeopaten van de |
| „wetenschappelijke‟ richting „halfhomeopaten‟, die hij voor veel gevaarlijker vijanden van zijn |
| homeopathie hield dan de publieke tegenstanders. De langdurige en heftige strijd tussen de |
| Hahnemannianen en de halfhomeopaten werd tenslotte door een scherp aanvalsartikel op 23 oktober |
| 1832 in het „Leipziger Tagesblatt‟ openbaar gemaakt.” |
| Inzichtelijk homeopathisch handelen |
| Er moesten in de „homeopathische school‟ enkele harde noten worden gekraakt. De miasmaleer, of |
| beter: de ziekteclassificatie, bleef in Hahnemann‟s tijd onbegrepen en werd tot op de dag van vandaag |
| nooit de basis voor inzichtelijk homeopathisch handelen. Door vooroordeel en onwetendheid werden (en |
| worden) daarnaast de potenties beschreven in de zesde editie van het Organon niet of nauwelijks in de |
| praktijk gebruikt. De diverse stromingen die de homeopathie kent begonnen reeds tijdens Hahnemann‟s |
| leven. |
| 129 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| latere vierde editie van het Organon vormde de basis voor de manier waarop de homeopathie door de |
| Amerikaanse homeopaten werd ontwikkeld. |
| De praktische aanwijzingen in Chronische Ziekten over ziekteclassificatie en miasmaleer werden niet in |
| de praktijkvoering geïntegreerd. Dit heeft grote consequenties gehad voor de ontwikkeling van de |
| homeopathie. |
| Blinde navolging van Hahnemann gaat natuurlijk te ver, maar anderzijds is het weinig beter hem te |
| passeren zonder minimaal grondig kennis te hebben genemen van wat hij ons heeft nagelaten. |
| De verdieping van de praktijkvoering, de deskundigheid en het begrip van de homeopathie die dit |
| oplevert kan naar mijn idee op geen enkele andere wijze worden verkregen. Het getuigt niet alleen van |
| respect, maar ook van zelfinzicht, wanneer we in overeenstemming met de woorden van Dr. Wilhelm |
| Schwarzhaupt in het voorwoord van de hernieuwde uitgave der zesde editie van het Organon in 1955 |
| concluderen: |
| “Indringende studie heeft mij ertoe gebracht er van af te zien het werk van Hahnemann in moderne |
| taalvorm te gieten. Niet als laatste op basis van mijn wens piëteitsvol en in alle bescheidenheid achter |
| het genie van Hahnemann terug te treden.” |
| Twee verschillende potentiereeksen |
| De homeopathie kent twee verschillende potentiereeksen. Het oudst zijn de centesimale- of C-potenties, |
| waarmee Hahnemann gedurende langere tijd verwoed experimenteerde om te beantwoorden aan het door |
| hem zelf geformuleerde axioma. Dit axioma is hij zijn gehele leven trouw gebleven: “Het hoogste ideaal |
| van genezen is een snel, zachtzinnig en duurzaam herstel van de gezondheid.” |
| En met betrekking tot de werking van geneesmiddelen: “Het door mij aangegeven procédé maakt |
| medicijnen van hoogste activiteitsontplooiing en mildste werking, die echter, mits goed gekozen, alle |
| zieke plekken geneeskrachtig beïnvloeden.” Bij zijn streven naar het meest zachtzinnige herstel stuitte hij |
| steeds opnieuw op het probleem van potentie en dosering. |
| Propageerde Hahnemann in de vierde editie van het Organon nog de eenmalige snuifdosis (olfactie), om |
| vervolgens 30, 40, 50 dagen of langer af te wachten, in de vijfde editie adviseert Hahnemann het |
| geneesmiddel - zeker bij primaire psora - in een wekelijks ritme in te nemen. |
| In het hoofdstuk over het technische gedeelte in het derde deel der Chronische Ziekten, gepubliceerd in |
| 1837, schrijft Hahnemann dat homeopathische potenties bij voorkeur in vloeibare vorm moeten worden |
| toegepast en voor iedere inname enkele malen moeten worden geschud. Op deze wijze gaf Hahnemann |
| ook de naar onze begrippen „lagere‟ C-potenties om de dag, of. zoals hij zelf schrijft, “bij voorkeur |
| iedere dag”: |
| Chronische Ziekten, Engelse uitgave, aanhangsel “Concerning the technical part of homeopathy”: |
| “In chronische ziektegevallen heb ik ervaren dat het beste één dosis (d.w.z. een lepel vol) van een |
| oplossing van het passende geneesmiddel gegeven kan worden; ten minste iedere twee dagen, maar |
| gewoonlijk iedere dag.” |
| De voortdurende experimenten met geneesmiddelen en potenties in verschillende doses hadden het |
| bereiken van een ideaal tot doel: “een snel, zachtzinnig en duurzaam herstel”. Hahnemann‟s activiteiten |
| resulteerden in de jaren 1837-1843 in de ontwikkeling van een revolutionair nieuwe potentiewijze, die |
| hij in de achttien maanden voorafgaand aan het laatste half jaar vóór zijn dood, in zijn 87ste levensjaar, |
| alsnog in de laatste editie van het Organon verwerkte. |
| Organon, §275: |
| 130 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| dosis. Geeft men namelijk een te krachtige dosis van een middel, ook al is het voor de onderhavige |
| ziektetoestand volkomen goed homeopathisch gekozen, dan zal die gift beslist, ongeacht de weldadige |
| aard van het middel op zichzelf, desondanks schade berokkenen alleen al door de grootte en de in dit |
| geval onnodige, veel te sterke impressie die ervan uitgaat op de levenskracht.” |
| Gezien het doorslaggevende belang van de soort potentie en de eraan gekoppelde dosis is het voor |
| Hahnemann een levenslange zoektocht geweest om geneesmiddelpotenties te ontwikkelen die aan het |
| gestelde doel beantwoorden. Een zoektocht die is uitgemond in een ontdekking waarmee wij ons |
| voordeel kunnen doen. |
| De bereiding van homeopathische geneesmiddelen |
| De door Hahnemann gebruikte potentiëringsschaal was tot de vijfde editie van het Organon de C- |
| potentie. Bij de C-potentie is de verdunningsgraad van de geneesmiddelhoeveelheid ten opzichte van de |
| draagsubstantie 1:100. Substanties die niet direct oplosbaar zijn in vloeistof worden eerst door |
| verwrijving met melksuiker tot een niveau gebracht waarop ze wel opgelost kunnen worden in water of |
| alcohol. De grens waarna alle vaste substanties oplosbaar zijn in vloeistof ligt bij de miljoenvoudige |
| verdunning, dat is: C3. Moeilijk oplosbare stoffen worden zodoende eerst tot een miljoenvoudige |
| verdunning - C3 - verwreven met melksuiker. |
| Deze procedure is identiek voor de bereiding van C-potenties én LM-potenties. Pas vanaf de C3 treden |
| er in de bereiding wezenlijke verschillen op. |
| Het potentiëringsproces maakt de latente geneesmiddelkrachten vrij die in de materie verscholen liggen. |
| De wegen voor het vrij maken van deze latente energie zijn bij C- of LM-potenties verschillend. |
| Organon, §269: |
| “De homeopathische geneeskunst haalt voor haar speciale behoefte de innerlijke, spirituele, medicinale |
| krachten van de ruwe grondstoffen te voorschijn door middel van een geheel eigen |
| behandeling,”waardoor ze allemaal pas echt bijzonder, ja zelfs onmetelijk „doordringend‟ actief en |
| dienstig worden, zelfs die substanties onder hen, die in onbewerkte toestand niet de minste medicinale |
| kracht op het menselijk lichaam laten blijken. Deze merkwaardige verandering in de eigenschappen van |
| natuurlijke stoffen ontwikkeld door mechanische inwerking op hun kleinste partikels, door verwrijven en |
| schudden (terwijl ze door middel van een indifferente droge of vloeibare substantie van elkaar |
| gescheiden zijn), de latente dynamische krachten die tevoren onopgemerkt, als het ware sluimerend in |
| hen verborgen waren (§11) en vooral invloed kunnen uitoefenen op het levensbeginsel, op de conditie |
| van dierlijk leven. Daarom wordt deze bewerking van die stoffen dynamiseren of potentiëren genoemd |
| (ontwikkelen van artsenijkracht) en de ontstane producten dynamiseringen ofwel potenties in |
| verschillende graden.” |
| Organon, voetnoot 2, §269: |
| “Net zo ontwikkelt wrijven van de geneesmiddelsubstantie en schudden van de oplossing ervan |
| (dynamisering, potentiëring) de geneeskundige, in haar verborgen krachten en ontplooit die steeds |
| meer. Men zou misschien mogen zeggen, dat het de materie spiritualiseert.” |
| Organon, §270: |
| 131 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| genomen.” |
| Dynamisatieproces |
| Het “spiritualiseren van de materie” vindt stapsgewijs plaats, volgens een procedure die in totaal drie uur |
| in beslag neemt. |
| Een derde deel van honderd grein melksuiker wordt in een vijzel gedaan met daarop één grein van het te |
| dynamiseren geneesmiddel. Dit wordt omgeroerd en vervolgens met de stamper gedurende zes à zeven |
| minuten krachtig verwreven. Daarna wordt het mengsel gedurende drie à vier minuten bijeengeschraapt |
| en dan opnieuw zes à zeven minuten verwreven, gevolgd door nog eens drie à vier minuten van |
| bijeenschrapen. |
| Hierna wordt het tweede derde deel van de melksuiker toegevoegd en zes à zeven minuten ermee |
| verwreven, gevolgd door drie à vier minuten schrapen. Daarna zes à zeven minuten verwrijven en drie à |
| vier minuten schrapen. Nu, na veertig minuten, wordt het laatste derde deel van de melksuiker |
| toegevoegd. Weer volgt zes à zeven minuten verwijven en drie à vier minuten schrapen en tenslotte de |
| laatste keer zes à zeven minuten verwrijven en drie à vier minuten schrapen. |
| Zo wordt de eerste honderd grein van het geneesmiddel in wording verwreven en is na één uur de |
| potentie C1 ontstaan. |
| Om C2 te maken wordt 1 grein van de C1 vermengd met het eerste derde deel van de tweede honderd |
| delen melksuiker, waarna op precies dezelfde wijze wordt te werk gegaan als bij de bereiding van de C1. |
| Dus in drie keer 20 minuten met afwisselend verwrijven en schrapen. Zo is na twee uur de potentie C2 |
| bereikt. Volgens exact hetzelfde procédé wordt tenslotte de C3 potentie bereid. |
| Organon, voetnoot 11, §270: |
| “Dat zijn de drie trappen van de droge poedertrituratie, welke, als ze correct zijn uitgevoerd, al een |
| goed begin gemaakt hebben met de activiteitsontplooiing (dynamisering) van de medicijnsubstantie.” |
| Voor de bereiding van de volgende C-potenties (1:100) wordt deze procedure gevolgd: |
| Chronische Ziekten, blz. 182: |
| “De eerste oplossing kan niet in pure alcohol gebeuren, omdat melksuiker niet oplost in alcohol. |
| Derhalve vindt de eerste oplossing plaats door gelijke delen water en alcohol. Daarom worden bij een |
| grein van het beschreven, door wrijven miljoenvoudig (C3) gepoten-tieerde, medicinale poeder 50 |
| druppels gedestilleerd water gevoegd. Dit wordt door enkele keren het flesje om zijn as te laten draaien |
| gemakkelijk opgelost; vervolgens worden er 50 druppels goede alcohol aan toegevoegd en zo het slechts |
| voor tweederde met dit mengsel gevuld en met een stop gesloten flesje twee keer (dus met twee |
| neerwaartse slagen van de arm) geschud.” |
| Met de verkregen vloeistof C4 worden kleine, niet-medicinale globuli geïmpregneerd, die nadat ze op |
| vloeipapier vlug zijn gedroogd in een flesje worden opgeslagen met het etiket „C4‟. Bij de bereiding van |
| de C5 potentie wordt gebruik gemaakt van de lagere C4. Eén korreltje van de C4 potentie wordt opgelost |
| in 1 druppel water. Vervolgens worden er 99 of 100 druppels alcohol aan toegevoegd. Deze oplossing |
| wordt wederom slechts tweemaal geschud. Met de verkregen oplossing worden opnieuw |
| melksuikerkorrels geïmpregneerd en daarna snel gedroogd. De verkregen potentie is „C5‟. Zo kan met |
| dit procédé vervolgen tot in de hoogste potentiegraden. |
| Voor alle duidelijkheid wil hier gezegd zijn dat bij de correcte bereiding van de centesimale potenties |
| iedere volgende potentie tijdens het bereidingsproces slechts tweemaal geschud wordt. De |
| dynamisatiegraad neemt dus bij iedere volgende trap met twee schudslagen toe. |
| 132 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| schudden. De mate van dynamisering tussen de onderlinge elkaar opvolgende potenties is derhalve |
| beperkt. Indien goed bereid is de veelgebruikte C30 potentie dus minder dan 60 keer geschud.Tot C3 is |
| er namelijk alleen sprake van verwrijving Volgens Hahnemann wordt deze beperking in de |
| dynamiseringsmogelijkheden opgelegd door het geringe verdunningsmedium van 1:100. |
| Homeopathische geneesmiddelen die anders worden gemaakt wijken af van Hahnemann‟s aanwijzingen. |
| Organon, voetnoot 6, §270: |
| “Toen men nog volgens het aanvankelijke voorschrift, steeds een volle druppel van de dilutie van lage |
| potentie voegde bij 100 druppels 96%-alcohol om hogere potenties te maken, was de verhouding van |
| het verdunningsmedium ten opzichte van de daarin te dynamiseren hoeveelheid geneesmiddel (100 op 1) |
| veel te krap bemeten dan dat veel van zulke schudslagen, zonder dat men teveel geweld moest gebruiken, |
| in staat zouden zijn de krachten van de gebruikte geneesmiddelsubstantie naar behoren en in hoge mate |
| tot ontplooiing te brengen. Vermoeiende proefnemingen hebben me daarvan overtuigd.” |
| Vermoeiende proefnemingen |
| We mogen er gevoeglijk vanuit gaan dat het inderdaad “vermoeiende proefnemingen” zijn geweest die |
| Hahnemann overtuigden. Bij het schrijven van het Apotheker Lexicon, tussen 1793 tot 1797geschreven, |
| verbeterde Hahnemann de eerdere editie door alle vermelde proeven te onderwerpen aan een kritisch |
| onderzoek. In voetnoten gaf hij dan zijn commentaar om vervolgens een betere, door hemzelf |
| ontwikkelde procedure aan te bevelen. Wellicht ten overvloede zij vermeld dat het door Hahnemann |
| geschreven Apotheker Lexicon, in Duitsland hét handboek voor de apotheker, zo‟n honderd jaar lang als |
| standaardwerk in gebruik is geweest! Met dezelfde nauwgezetheid als waarmee hij het Apotheker |
| Lexicon schreef, zal hij de “vermoeiende proefnemingen” hebben uitgevoerd om tot de bereiding van |
| optimaal werkende potenties te komen. Dit ten behoeve van zijn eigen patiënten, maar zeker ook ten |
| voordele van het homeopathisch nageslacht. |
| De centesimale potenties hielden tijdens Hahnemann‟s leven lang stand. Met de jaren kwam verandering |
| in de wijze waarop ze werden voorgeschreven. Hahnemann heeft veel geexperimenteerd met het |
| voorschrijven van geneesmiddelen in potenties, in droge en in vloeibare vorm, in snijfdosis en met |
| verschillende frequenties van inname van het middel. Deze nam geleidelijk toe van één keer in de paar |
| maanden, bij duidelijke terugkeer van symptomen, tot in 1835 één keer in de week gedurende twaalf tot |
| dertien weken bij een „vers‟ ontstane psora (voetnoot §246, vijfde editie Organon). Uiteindelijk werden |
| de C-potenties, zoals Hahnemann in 1837 beschrijft, ook bij chronische ziektegevallen om de dag of |
| zelfs bij voorkeur dagelijks gegeven. Dit onder de voorwaarde dat de het geneesmiddel in vloeibare |
| vorm werd verstrekt en vóór iedere toediening één of meerdere keren geschud. Tijdens dit stadium van |
| Hahnemann‟s ontwikkeling - in 1837 - zien we de directe voorloper van de manier waarop latere LM- |
| potenties worden voorgeschreven. In Chronische Ziekten vinden we herhaaldelijk dat de |
| geneesmiddeltoediening plaatsvond door ruiken aan medicinale geneesmiddelkorrels of aan een |
| oplossing van 40%-alcohol waarin het geneesmiddel was opgelost. Op verzoek van zijn leerlingen, die |
| bang waren dat de meer materieel ingestelde beroepsgenoten moeite zouden hebben met de snuifdoses |
| en dit daarom de homeopathische zaak geen goed zou doen, heeft Hahnemann, die zelf deze wijze van |
| praktiseren hanteerde, de snuifdosis als wijze van inname in de zesde editie van het Organon |
| onderbelicht gelaten. |
| Organon, §248: |
| 133 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| drie of vier dagen moet worden geroken, dan moet ook dit flesje voor elk ruiken acht à tien maal |
| krachtig worden geschud.” |
| Dat het homeopathisch geneesmiddel op diverse manieren kan worden toegediend spreekt ook uit §284 |
| van zesde editie van het Organon: |
| “Behalve de tong, de mond en de maag, die meestal bij het medicijn innemen worden geraakt, zijn in het |
| bijzonder ook de neus en de ademorganen ontvankelijk voor de inwerking van geneesmiddelen in |
| vloeibare vorm, door middel van ruiken en van inademen via de mond.” |
| Verdere ontwikkelingen |
| De gebruikelijke methode van éénmalige inname van een droge korrel van een homeopathisch |
| geneesmiddel correspondeert met de wijze waarop Hahnemann homeopathie bedreef vóór 1828. Dit is |
| de periode vóór de publicatie van Chronische Ziekten, waarin de ervaringen opgedaan tussen 1816 en |
| 1828 zijn vervat. Vér voor 1828 werkte Hahnemann klaarblijkelijk al niet meer op de manier die |
| tegenwoordig voor menig homeopaat nog wél steeds gebruikelijk is! Voor Hahnemann moesten toen de |
| vruchtbaarste jaren nog komen. De conclusie moet zijn dat latere homeopaten, voor wat betreft |
| Hahnemann, genoegen hebben genomen met de vroegere, minder ontwikkelde vorm van homeopathie. |
| In de „Parijse periode‟ ontwikkelde Hahnemann een totaal nieuwe potentiereeks, de zogenaamde LM- |
| potenties. Toen de zesde editie van het Organon in 1921 werd uitgebracht stuitte wederom een aspect |
| van de homeopathie op onbegrip van de beroepsgroep. Ditmaal ging het om de compleet andere |
| methode van potentiegebruik. Nadat eerder de ziekteclassificatie en de miasmaleer niet begrepen en dus |
| niet in praktijk waren gebracht, gebeurde nu hetzelfde met LM-potenties. Aangevoerde redenen waarom |
| de nieuwe LM-potenties weinig tot niet werden gebruikt, behelsten de eigenaardigste redenaties. |
| “LM werkt minder krachtig dan C” tot en met de mening dat “Hahnemann in de Parijse periode seniel |
| werd”, of dat “de zesde editie niet van zijn hand was”. Afgezien van het feit dat Richard Haehl in de |
| eerste uitgave een complete verklaring en verantwoording geeft voor de authenticiteit van het manuscript |
| van de zesde editie, is de praktijk de ultieme test. In plaats van met bizarre excuses te komen zou het |
| beter zijn toe te geven dat de totaal nieuwe methode zo verschilt van wat ons is geleerd dat wij tijd nodig |
| hebben om aan de verandering te wennen. |
| Kennislacunes bij de beroepsgroep |
| Een boek als Chronische Ziekten is tot nu toe slecht begrepen, wat de vraag doet rijzen of dit met de |
| zesde editie van het Organon wellicht ook niet het geval is. Navraag bij zowel praktizijns als studenten |
| heeft mij geleerd dat homeopathieopleidingen aan beide standaardwerken nauwelijks aandacht besteden. |
| De student mag ze op eigen houtje bestuderen. Studenten worden opgeleid volgens de heersende opinie |
| binnen de school of van de docent. Wordt er wel gedoceerd uit Organon en Chronische Ziekten, dan |
| blijkt de hedendaagse werkwijze sterk af te wijken van de manier waarop Hahnemann de laatste twintig |
| (!) jaar van zijn leven praktiseerde! |
| Hahnemann‟s werk wordt op homeopathieopleidingen dikwijls overschaduwd door het werk van latere |
| meesters. Vroeger waren dat Kent, Hering, Allen, Lippe, e.d., nu zijn het Vithoulkas, Sankaran, e.d.. Al |
| met al zijn de wijsheden en ervaringen van de grondlegger van de homeopathie hierdoor overvleugeld. |
| De homeopathie heeft erdoor zeker een andere ontwikkeling doorgemaakt dan in de lijn van Hahnemann |
| had gelegen. Door de fundamenteel onvolkomen ontwikkeling van de homeopathie van vóór 1820, is de |
| latere ontwikkeling, berustend op de vierde editie van het Organon, eveneens onvolkomen. Bijgevolg |
| 134 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| een nachtkaars uit door onenigheid en strijd, die uiteindelijk voortkwam uit ONBEVREDIGENDE |
| RESULTATEN. Voor een belangrijk deel ligt de oorzaak van de versplintering in de homeopathie in het |
| onbegrip van wat Hahnemann de laatste twintig jaar van zijn leven nog aan de homeopathie heeft |
| toegevoegd. Verlaten van de bron draagt het risico van versnippering in zich. Veel verschillende |
| meningen gaan op, die elkaar bestrijden en die of hun relatie met de bron nooit hebben gehad of die |
| inmiddels allang zijn verloren. |
| Om te oordelen over Hahnemann‟s geschriften zullen wij die eerst grondig moeten bestuderen. |
| De LM-potentie |
| Mede dankzij zijn liefhebbende echtgenote Melanie was Hahnemann op het einde van zijn leven nog |
| intensief werkzaam in de praktijk. In deze periode ontwikkelde hij een nieuwe wijze van potentiëren met |
| als doel een milde en toch diepe en krachtige geneesmiddelwerking. Driekwart van zijn twee laatste |
| levensjaren besteedde hij aan het herschrijven van de vijfde editie van het Organon. In een brief |
| gedateerd 20 februari 1842 schrijft Hahnemann aan zijn uitgever Schaub: |
| “Zojuist heb ik na 18 maanden werken de zesde editie afgerond van mijn Organon, welke de mogelijk |
| meest volmaakte is.” |
| Deze editie van het Organon is geheel geënt op de nieuwe wijze van potentiëren en voorschrijven. |
| Bereiding van de LM-potentie |
| Zoals we hebben gezien bestaat er tot en met de C3 geen verschil in de bereiding van een C- of LM- |
| potentie. De C3 vormt de basis voor de verdere bereiding van de hogere dynamisatiegraden (potenties) |
| van zowel de C-reeks als de LM‟s. |
| Bij de bereiding van LM-potenties is de werkwijze als volgt: |
| Organon, §270: |
| “Om redenen die verderop in de voetnoot zijn aangegeven, wordt nu eerst van dit poeder (C3) één |
| bgrein opgelost in 500 druppels van een mengsel, bestaande uit één deel 90%-alcohol en vier delen |
| gedestilleerd water. Hiervan wordt één enkele druppel in een flesje gedaan. Daar voegt men 100 |
| druppels 96%-alcohol (spiritus fortior) aan toe en geeft dan het toegekurkte flesje met de hand 100 |
| krachtige schudstoten tegen een hard, maar toch elastisch voorwerp. Dit is dan het geneesmiddel in de |
| eerste dynamiseringsgraad. Daarmee worden fijne suikerglobuli eerst goed bevochtigd, dan vlug op |
| vloeipapier uitgespreid, gedroogd en in een toegekurkt flesje bewaard met het etiket van de eerste |
| potentiegraad(I). Van deze potentie wordt slechts één globulus genomen om verder te dynamiseren.” |
| Eerst wordt dus één grein opgelost in vijfhonderd druppels vloeistof en dit mengsel wordt niet geschud. |
| Van deze oplossing wordt één enkele druppel (één-vijfhonderdste deel) opgelost in honderd druppels |
| 96%-alcohol. |
| Vijfhonderd maal honderd is 50.000, de verdunningsverhouding van de basisvloeistof. Het volume van |
| de C3 verwrijving wordt hiermee 50.000 keer verkleind. |
| Door honderd keer krachtig schudden wordt de geneesmiddeloplossing gedynamiseerd en de eerste LM- |
| potentie, nog in vloeibare vorm, verkregen. Hiermee geïmpregneerde globuli worden opgeslagen als LM |
| 1. De LM kan worden verstrekt in de vorm van korrels of, gebruikelijker, in vloeibare vorm. De |
| miniscule globuli horen de grootte van een “maanzaadje” te hebben, zodat vijfhonderd ervan nog niet |
| 135 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Ter bereiding van de hogere potenties (dynamisaties) wordt één korrel opgelost in één druppel water. |
| Een globule van een grootte die in staat is één-vijfhonderdste deel van één druppel water op te nemen! |
| We wachten tot de korrel is opgelost en voegen er vervolgens honderd druppels 96%-alcohol (= 2ml) |
| aan toe. Het flesje met de oplossing wordt 100 maal krachtig geschud tegen een hard doch elastisch |
| voorwerp. Zo neemt met iedere stap van potentiëring het volume van de oplossing ten opzichte van de |
| massa van de geneesmiddelsubstantie met de factor 50.000 toe. |
| Met de nu ontstane oplossing worden weer globuli bevochtigd en vervolgens snel gedroogd op |
| vloeipapier. Zo krijgen we de LM 2. |
| Om hogere potenties te bereiden wordt steeds één globule van de lagere dynamisatie opgelost in één |
| druppel water. Daarna volgen de toevoeging van honderd druppels 96%-alcohol (factor 50.000) en |
| honderd krachtige schudslagen om de hogere potentiegraad te verkrijgen, waarmee dan opnieuw |
| globules bevochtigd kunnen worden. |
| Organon, §270: |
| “Door deze bewerking van ruwe geneesmiddelsubstanties ontstaan preparaten, die pas op deze manier |
| het volle vermogen verkrijgen de door het lijden aangetaste delen in het zieke organisme op de juiste |
| wijze te treffen en zodoende, door een gelijkende kunstmatige ziekteaandoening te creëren, dat het in die |
| delen aanwezige levensprincipe de gewaarwording van de natuurlijke ziekte verliest. Door deze |
| mechanische bewerking, als ze volgens het bovenstaand voorschrift naar behoren is uitgevoerd, wordt |
| bereikt dat de geneesmiddelsubstantie, die zich in ruwe toestand alleen maar als materie, soms zelfs als |
| niet-medicinale materie aan ons presenteert, zich door middel van zulke steeds hogere dynamiseringen |
| eindelijk helemaal tot een geestachtige, spirituele geneesmiddelkracht verfijnt en omvormt, die op |
| zichzelf weliswaar voor ons niet meer zintuiglijk waarneembaar is, maar waarvoor de medicinaal |
| geworden globulus al in droge vorm, maar nog veel meer als die weer in water is opgelost, de drager |
| wordt. In deze toestand bevestigt hij de heilzame werking van die onzichtbare kracht in het zieke |
| lichaam.” |
| Voor Hahnemann waren de nieuwe LM-potenties superieur. |
| Organon, voetnoot 7, §270: |
| “Deze bewering kan men niet onwaarschijnlijk noemen, als men bedenkt dat bij deze manier van |
| dynamiseren (waarvan ik constateerde, na veel moeizame proeven en controleproeven, dat de |
| preparaten het meest actief en tegelijk het zachtste werkten, dat wil dus zeggen het meest volmaakt) de |
| materie van het middel bij iedere dynamiseringstrap 50.000 keer verminderd wordt en desondanks |
| ongelooflijk veel aan kracht wint. |
| Hierdoor wordt het bijzonder waarschijnlijk dat de materie zich door zulke dynamiseringen |
| (ontplooiingen van haar echte, innerlijke medicinale essentie) op het laatst volledig oplost in haar |
| individuele spirituele wezen. Derhalve zou men die materie in haar onbewerkte toestand eigenlijk alleen |
| kunnen beschouwen als bestaande uit deze onontplooide spirituele essentie.” |
| Het moet wel ervaring zijn geweest die Hahnemann zo lyrisch maakte over de nieuwe |
| potentiëringsmethode! Wanneer we Hahnemann in het Organon op zijn woord mogen geloven had het |
| gebruik van C-potenties na deze ontdekking afgedaan. Het geven van „ruimte‟ - het noodzakelijke |
| volume aan de geneesmiddeloplossing - maakt het klaarblijkelijk mogelijk dat de geneesmiddelkracht |
| zich door de honderd schudslagen optimaal kan ontwikkelen. Het beoogde doel - “snel, zacht en |
| 136 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Organon, voetnoot 1, §275: |
| “De lof, die de laatste tijd door enkele homeopaten wordt toegezwaaid aan de grotere doses, (de C- |
| potentie is slechts 1:100 verdund en dus is de dosis veel groter) berust voor een deel op het feit dat ze de |
| lagere potenties van het aan te wenden medicijn gebruikten, volgens de tot nu toe gebruikelijke wijze |
| gedynamiseerd (zoals ook ikzelf vele jaren bij gebrek aan beter weten heb gedaan…)” |
| Bezien we de LM-potenties in het licht van de miasmaleer, de ziekteclassificatie en het benutten van de |
| complementaire effecten van geneesmiddelen, dan heeft het gebruik ervan veel voordelen boven het in |
| die zin verouderde gebruik van C-potenties. Het in de dagelijkse praktijk integreren van de laatste door |
| Hahnemann gedane ontdekkingen is de uitdaging waarmee de hedendaagse homeopathie wordt |
| geconfronteerd! |
| Een effectieve manier om van een Lm1 een Lm2 te maken: |
| 1. Doe één korreltje Lm1 in een 5ml flesje voeg vervolgens één druppel gedestileerd water toe en laat |
| het korrelje oplossen; |
| 2. Voeg 2ml (=100 druppels) 96% drink alcohol toe. sla het flesje100 maal zeer krachtig op een dik |
| boek. |
| 3. Giet het flesje bijna leeg; voeg nu de inhoud van een buisje lac-sac (2ml) toe en beweeg dit flesje |
| zodat dat alle korreltjes bevochtigd (nat) worden. |
| 4. Schud nu de inhoud van het flesje in een koffiefilter en vouw het filter dicht. Beweeg het filter met |
| daarin de korrels horizontaal, zodat de overtollige alcohol in het filter gaat en zodoende vervliegt. |
| 5.Label het buisje met lm2 en de naam van het geneesmiddel. Maak een vouw in het koffiefilter en giet |
| de medicinaal gemaakte korrels terug in het buisje. De Lm2 is klaar. |
| Bij het voorschrijven aan de patiënt wordt 1 korrel opgelost in 2 ml alcohol 6% tot 40%. Voor iedere |
| inname, na een aantal schudslagen, doet de patiënt een snuifdosis . |
| Met het aantal schudslagen regel je de dynamisatie. Tesamen met de inname frequentie, EN DE DIEPTE |
| VAN HET OPSNUIVEN, regel je de dosering. |
| Na totaal 100 schudslagen moet je over wegen naar een hogere potentie te gaan. Immers tussen iedere |
| lm potentie zitten 100 schudslagen. ZOLANG EEN POTENTIE ECHTER NOG DUIDELIJK |
| VERBETERINGEN BEWERKSTELLIGD DEZELDE POTENTIE DOORGEBRUIKEN |
| Organon § 271: |
| "Als de arts zijn homoeopatische geneesmiddelen zelf klaar maakt, wat hij redelijkerwijs, om mensen te |
| bevrijden van hun ziekten, altijd zou moeten doen, dan kan hij, als hij voor de genezing het uitgeperste |
| sap mischien niet nodig heeft, de verse plant zelf gebruiken. Dan kan hij met minder uitgangsmateriaal |
| volstaan. Hij doet dan bijv. Een paar grein ervan in een mortier om het met driemaal 100 grein |
| melksuiker op een miljoenste verdunning te brengen (§ 270) en dan de verdere potentiëring van een |
| opgeloste kleine fractie daarvan via schudden ter hand te nemen. Dit is een werkwijze, die men ook met |
| de overige, onbewerkte geneesmiddelsustanties van droge of olieachtige aard in acht moet nemen". |
| bVoetnoot 1 |
| Totdat de overheid eindelijk inzicht krijgt in de onmisbaarheid van volmaakt toebereide homoeopatische |
| geneesmiddelen en die door een deskundige, onpartijdige instantie zal laten maken. Die geneesmiddelen |
| moeten dan aan de homoeopatische artsen van het land, die in homoeopatische ziekenhuizen in de |
| 137 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| genezing overtuigd zou kunnen zijn, maar ze ook aan zijn patiënten (rijk en arm) zonder betaling zou |
| kunnen verstrekken. |
| Het zelf bereiden en verder potentiëren van homoeopatische geneesmiddelpotenties is kennelijk vanuit |
| de optiek van Hahnemann min of meer een voorwaarde. |
| Samenvatting |
| Tot en met de C3 verwrijving is de bereiding van C- en LM potentie identiek. De C-potentiereeks wordt |
| bereid via de verdunningsverhouding 1:100 en wordt met iedere potentiestap gedynamiseerd door |
| tweemaal schudden. |
| De LM-potentie wordt bereid via de verdunningverhouding 1:50.000 en wordt met iedere potentiestap |
| gedynamiseerd door honderd maal schudden. |
| De LM wordt ook wel geschreven als 0/1, 0/2, 0/3 enz.; dit verwijst naar de methode met de globule. |
| De LM-potentie is volgens Hahnemann “de meest volmaakte potentie”. Desondanks is het gebruik ervan |
| in de homeopathie nooit echt goed doorgedrongen. |
| 138 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Verschillen tussen C- en LM-potenties |
| De toepassing van LM-potenties verschilt op veel punten van die van C-potenties. Mede daardoor is |
| gebruik van LM-potenties in de afgelopen tachtig jaar niet echt van de grond gekomen. |
| Bovendien besteden literatuur, opleidingen en seminars nauwelijks aandacht aan dit type potentie. |
| Laten we eens kijken naar de verschillen. Wie ook wel eens LM-potenties wil „proberen‟ moet zich |
| realiseren dat „proberen‟ meer inhoudt dan het vervangen van een C-potentie door een LM-potentie. Het |
| is een leerproces waarbij hij bereid moet zijn om weer vanaf het allereerste begin te beginnen. |
| LM-potenties zijn namelijk heel anders dan C-potenties. De reactiepatronen verschillen, de dosering |
| verschilt, het aantal schudslagen en de verdunningsgraad zijn per situatie anders, en de innamefrequentie |
| hangt af van het individu en de pathologie. De werkwijze verschilt hemelsbreed van de eenmalige |
| inname van een C-potentie. Niet iedereen is genegen zo‟n leerproces aan te gaan, doorgaans vanuit het |
| idee dat LM-potenties bewerkelijker zijn dan C-potenties. |
| Het onder de knie krijgen van de methode vergt een zekere inspanning, maar daarna vragen LM- |
| potenties niet veel meer werk dan C-potenties. De inspanning die wij ons moeten getroosten zou feitelijk |
| geen criterium mogen zijn. De herhaaldelijke confrontatie met de beperkingen van C-potenties en het |
| willen optimaliseren van de homeopathische behandeling zijn veel rechtmatiger beweegredenen! |
| Zeker bij gecompliceerde gevallen of bij patiënten met ernstige fysieke pathologie zullen LM-potenties |
| dikwijls uitkomst bieden. Maar ook bij de minder diep chronisch zieke patiënt kunnen we niet om de |
| voordelen van LM-potenties heen. Hahnemann beschrijft hoe de toepassing van LM‟s de |
| behandelingsduur tot één-derde of zelfs één kwart van de gebruikelijke duur kan bekorten. |
| 139 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| de zieke veel aan gelegen zijn deze tijdsduur, indien mogelijk, te verkorten tot een helft of een kwart |
| ervan of zelfs nog korter, zodat een veel sneller herstel zou kunnen worden verkregen.” |
| Opvallende verschillen |
| Enkele opvallende verschillen met C-potenties zijn: |
| - Een LM-potentie kan, ook bij chronische gevallen, dagelijks of desnoods meerdere malen per dag |
| worden ingenomen. Dit geldt ook voor geneesmiddelen met een lange werkingsduur, zoals de minerale |
| constitutiemiddelen. |
| - De LM-potentie wordt uitsluitend in vloeibare vorm toegepast, |
| Ook ruiken aan het geneesmiddel opgelost in alcohol wordt in het Organon als mogelijkheid |
| aangegeven. |
| Organon, §246: |
| “Zolang in een kuur vooruitgang gezien wordt en er nog DUIDELIJKE SPECTATULAIRE verbetering |
| (uiterst zeldzaam) is betekent dit altijd dat - zolang dit aanhoudt - iedere herhaling van welk |
| medicijngebruik dan ook absoluut uitgesloten is.” (zie ook voetnoot §246) |
| Het woord kuur wordt door Hahnemann in Organon en Chronische Ziekten steeds gebruikt in |
| samenhang met de antipsorische behandeling. Bij ziektevormen die een tijdelijk karakter dragen, zoals |
| incidenten en tussenziekten, spreekt hij doorgaans niet over een kuur. Zodra de acute klachten over zijn |
| wordt de inname van het acute middel afgebouwd en gestaakt. Bij op de chronische klachten |
| geïndiceerde constitutiemiddelen is dit niet zo. Tijdens de antipsorische kuur worden er geen andere |
| geneesmiddelen ingezet indien de patiënt duidelijk verbetert en wordt evenmin het eerdere geneesmiddel |
| herhaald. |
| Het draait hier om het begrip duidelijke vooruitgang. Bij een terugval of het optreden van een andere |
| ziektevorm (incident, tussenziekte, etc.) wordt zo spoedig mogelijk op de nieuwe situatie |
| voorgeschreven. Zolang er sprake is van een geleidelijke verbetering handhaven we de inname van het |
| geneesmiddel in de gegeven frequentie en wordt het vóór iedere inname steeds enkele malen geschud. |
| Organon, §280: |
| “Zolang het middel helpt en geen nieuwe hinderlijke symptomen oproept, wordt het in geleidelijke |
| verhoging zolang gecontinueerd ...” |
| Centesimale reeks |
| De centesimale potenties bestaan in een bepaalde reeks waarbij de tussenliggende of intermediaire |
| potenties worden overgeslagen, zoals in het Kentiaanse schema, 30-200-M-10M-50M-CM-MM. (Flux |
| dynamisatie) |
| Bij LM-potenties wordt daarentegen iedere opvolgende potentie gebruikt. De dynamisatieverschillen |
| tussen de opeenvolgende potenties zijn dermate groot (honderd maal schudden + 50.000 maal |
| verdunnen) dat iedere dynamisatiegraad zijn effectiviteit zal aantonen. We starten de behandeling met de |
| laagste potentie graden |
| 140 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| deze moeilijkheden volkomen opgeheven. Hetzelfde welgekozen medicijn kan nu dagelijks doorgebruikt |
| worden en indien nodig zelfs maanden lang. Dat gaat dan zo, dat als de lagere potentie na één of twee |
| weken op is, men bij de behandeling van chronische ziekten op dezelfde manier op hogere potenties |
| overgaat (want bij de hierna uiteengezette, nieuwe manier van dynamiseren begint men met het |
| gebruiken van de laagste potentiëringsgraden).” |
| Is een bepaalde potentie uitgewerkt, wat zich toont in stagneren van de vooruitgang of in een terugval, |
| dan wordt overgegaan op een hogere, meestal volgende potentie: 0/1, 0/2, 0/3, 0/4, enz. Bij acute ziekten |
| werkt een potentie soms maar kort, zodat sneller moet worden overgegaan op een hogere. Bij chronische |
| gevallen kan één potentie dikwijls twee tot soms wel zes weken lang effectief zijn en vaak nog langer. |
| Zolang een bepaalde LM-potentie positieve effecten heeft wordt de inname ervan niet gestaakt en wordt |
| de potentie (nog) niet verhoogd. We willen het maximale uit iedere potentie halen. Te snelle overgang |
| op een hogere potentie kan de Dynamis problemen bezorgen met de gemaakte, (te) grote stap in |
| potentie. Dit blijkt uit een toename van klachten en het moeilijker kunnen vinden van de juiste dosering. |
| De dosering is juist wanneer de levenskracht er niet eerst met een verergering op reageert doch meteen |
| alle vrijgemaakte energie omzet in een verbetering van de klachten. |
| De LM-potentie wordt dagelijks in vloeibare vorm gebruikt. Hiertoe wordt één geneesmiddelkorreltje |
| opgelost in een bepaalde hoeveelheid water en een klein beetje alcohol toegevoegd om bederf te |
| voorkomen |
| Organon, voetnoot §248: |
| “In 40, 30, 20, 15 of 8 eetlepels water onder toevoeging van een beetje alcohol of een stukje houtskool |
| om de oplossing voor bederf te vrijwaren. Als men houtskool gebruikt, dan moet men die aan een draad |
| in de fles laten hangen en deze er alleen uittrekken als de fles geschud moet worden. De oplossing van |
| het geneesmiddelkorreltje (want meer dan één globulus heeft men er van een behoorlijk gedynamiseerd |
| geneesmiddel zelden voor nodig) in een zeer grote hoeveelheid water kan men vervangen doordat men |
| van een oplossing in bv. maar zeven à acht eetlepels water, na voorafgaand krachtig schudden van de |
| fles, één eetlepel in een glas water doet (van acht à tien eetlepels inhoud), dit vervolgens meermalen |
| krachtig omroert en hiervan de patiënt een bepaalde dosis toedient. Als de zieke bijzonder prikkelbaar |
| en gevoelig is, dan neemt men uit dit zo krachtig omgeroerde glas weer een thee- of koffielepel vol, die |
| men in een tweede glas water krachtig mengt, om daarvan de patiënt een koffielepel vol (of iets meer) te |
| geven. Er zijn patiënten die zo reagibel zijn dat het nodig is een derde of vierde glas op dezelfde manier |
| klaar te maken om een voor hen passende verdunning van de geneesmiddeloplossing te verkrijgen.” |
| 141 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| absolute hoeveelheid: bijvoorbeeld 100 ml. De basisoplossing wordt vóór de toediening van een |
| volgende dosis enkele malen krachtig geschud. |
| Organon, §248: |
| “Daartoe wordt de oplossing van het geneesmiddel vóór iedere toediening opnieuw gepotentieerd (met |
| bijv. 2, 4, 8, 10, of 12 schudslagen van de fles). |
| Niet ongemodificeerd herhalen |
| Het geneesmiddel wordt dus niet ongemodificeerd (ongeschud) herhaald. |
| Van de basisoplossing wordt 1 thee- of koffielepel genomen en deze wordt opgelost in een glas met |
| vijftig à honderd ml water. Deze oplossing wordt kort en krachtig geroerd. Van de aldus verkregen |
| oplossing kunnen één of meerdere thee- of koffielepels worden ingenomen, eventueel, afhankelijk van |
| de klachten, één of meerdere malen per dag. Het doel ervan is om de kunstmatige geneesmiddelprikkel |
| (wat een homeopathisch middel feitelijk is) precies af te stemmen op de gevoeligheid van de patiënt. |
| Geneesmiddelverergeringen worden zo voorkomen en genezing wordt optimaal gestimuleerd. Op deze |
| manier kunnen wij met de dosering nauwkeurig inspelen op de gevoeligheid en situatie. De opzet is het |
| voorkomen van verergeringen, die gelijk staan aan energieverlies en dus per saldo negatief zijn. |
| Patiënten wier vitaliteit op een laag pitje staat kunnen er niet nog eens een verslechtering bij hebben. |
| Homeopathische verergeringen hebben geen meerwaarde voor het ziekteproces en, volgens Hahnemann, |
| evenmin voor de bewustwording van de patiënt: |
| Organon, §253: |
| “Een nog zo klein begin van verbetering blijkt eruit dat de patiënt zich meer op zijn gemak voelt en |
| geestelijk vrijer; hij vat meer moed en hij gedraagt zich als het ware weer natuurlijker. Als er echter |
| sprake is van ook maar een heel klein beetje verergering, gebeurt het tegenovergestelde - de patiënt is |
| bevangener, onbeholpener, meelij-wekkender in zijn stemming, zijn denken, zijn gedrag en in alle |
| houdingen, posities en handelingen. Men kan het bij nauwkeurige observatie gemakkelijk zien en |
| aantonen, al is het niet in woorden te beschrijven.” |
| Organon, voetnoot §253: |
| “Als een dosis onnodig groter is, werkt ze zelfs bij het homeopathisch meest passende middel te heftig. |
| Dan verstoort ze in het begin de geestelijke en stemmingstoestand te erg en te langdurig om bij de |
| patiënt spoedig de verbetering te kunnen gewaarworden, om nog maar te zwijgen van de andere nadelen |
| (§276) van al te grote doses. Hierbij moge ik opmerken dat tegen deze zo dwingende regel het meest |
| gezondigd wordt door eigenwijze beginners in de homeopathie en door artsen die uit de oude school |
| overgaan tot de homeopathische geneeskunde. Deze mensen zijn door oude vooroordelen in zulke |
| gevallen huiverig voor de minimale doses van de hoge geneesmiddel-potenties. Daardoor missen ze de |
| grote voordelen en de zegeningen van deze methode, die in duizend ervaringen als de meest heilzame |
| bevonden werd. Ze kunnen niet presteren, waartoe de echte homeopathie in staat is en geven zich te |
| onrechte voor haar leerlingen uit.” |
| Potentie, dosering en frequentie van inname afstemmen op gevoeligheid |
| Geneesmiddelveregeringen passen niet bij het doel van een “snel, zacht en duurzaam herstel van de |
| gezondheid”. |
| 142 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| De hoge innamefrequentie, soms zelfs meerdere keren daags, verhoogt het genezende effect van het |
| geneesmiddel en bekort daarmee de behandelduur. |
| Over het gebruik van C-potenties merkt Hahnemann op: |
| Organon, §246: |
| “Bij meer chronische ziekten daarentegen kan één dosis van een passend gekozen homeopathisch |
| middel het weliswaar soms ook wel klaar spelen de hulp te verschaffen waartoe dat middel in zo‟n geval |
| krachtens zijn aard in staat is, als men maar 40, 50, 60, 100 dagen afwacht. Maar aan de ene kant is |
| zoiets zelden het geval en aan de andere kant moet er de arts zowel als de zieke veel aan gelegen zijn |
| deze tijdsduur, indien mogelijk, te verkorten tot een helft of een kwart ervan of zelfs nog korter, zodat |
| een veel sneller herstel kan worden verkregen. En dat is ook, zoals de laatste, vaak herhaalde |
| ervaringen mij hebben geleerd, heel goed te doen als men de volgende voorwaarden in acht neemt: |
| Ten eerste moet het medicament in alle zorgvuldigheid heel nauwkeurig homeopathisch gekozen zijn. |
| Ten tweede moet het hoog gepotentieerd (in Hahnemann‟s optiek dus in LM potentie), in water opgelost, |
| in behoorlijk kleine dosis toegediend worden met zulke tussenpozen als de ervaring het meest geschikt |
| bevonden heeft om de behandeling zo vlug mogelijk te laten verlopen. Dit echter met dien verstande dat |
| iedere dosis in potentie-graad iets verschillend moet zijn van de vorige en de volgende.” |
| En in de voetnoot van §247 over LM-potenties: |
| “Maar als iedere dosis in haar dynamisatiegraad wordt gemodificeerd, zoals ik hier nu leer, vindt zelfs |
| een vakere herhaling der giften geen aanstoot, al zou het middel ook nog zo hoog, met nog zoveel |
| schudslagen gepotentieerd zijn. |
| Men zou haast kunnen stellen dat ook het best uitgekozen homeopathisch middel pas als het in meerdere |
| verschillende vormen wordt toegediend, de ziekelijke ontstemming het meest efficiënt van het |
| levensprincipe kan verdrijven en bij chronische ziekten opheffen.” |
| En in §248: |
| “Als men ter behandeling alleen een flesje gebruikt (met een klein beetje verdunde alcohol, ± 4 gr. 40%, |
| waarin een globulus van het geneesmiddel door schudden is opgelost), waaraan dagelijks of om de twee, |
| drie of vier dagen moet worden geroken, dan moet ook dit flesje voor elk ruiken 8 à 10 maal krachtig |
| worden geschud.” |
| 143 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Desondanks doet zich de eigenaardige situatie voor dat Hahnemann‟s volgelingen deze hint nauwelijks |
| ter harte hebben genomen. |
| Diversiteit van geneesmiddelinnamen |
| De dosering en toediening van homeopathische geneesmiddelen kent grote diversiteit en variatie. |
| Sommige patiënten behoeven driemaal daags een dosis, die voor inname tien keer moet worden geschud, |
| terwijl twee keer per week, met twee schudslagen voor inname, het maximum is voor anderen. |
| Sommigen reageren het best op olfactie, anderen moeten het medicijn enkele malen extra verdunnen. Bij |
| LM-potenties wordt niet alleen het geneesmiddelvoorschrift op het individu afgestemd doch ook de |
| wijze van inname. De wijze van inname hangt samen met de gevoeligheid, de mate van |
| ziekteontwikkeling en de ziektesoort c.q. hoe diep de pathologie in de constitutie is verankerd. Uit de |
| reacties op de gekozen potentie, dosis en frequentie kunnen we veel aflezen. Bij te sterke of te zwakke |
| reactie hoeft vaak alleen het aantal schudslagen te worden aangepast. |
| Maar talloze andere variaties zijn mogelijk, uiteenlopend van heel weinig tot heel vaak schudden; van |
| olfactie tot extra verdunning met één of meerdere glazen. Bovendien kan de innamefrequentie naar |
| behoefte worden veranderd. Een goede interpretatie van de reacties stelt ons in staat de potentie, |
| dosering en frequentie zo te kiezen dat deze gelijksoortig zijn aan de gevoeligheid en de behoefte van de |
| patiënt. |
| Homeopathische verergeringen |
| Bij chronische ziekten op endogeen miasmatische psorische basis dienen we aan het begin van de |
| behandeling bedacht te zijn op acuut miasmatische manifestaties, die soms wel „homeopathische |
| verergering‟ of „beginverslechtering‟ worden genoemd. De Dynamis, die lang gebukt is gegaan onder |
| het juk van het psorisch miasma, grijpt dan de door het geneesmiddel geboden mogelijkheid aan om zich |
| gedeeltelijk van het juk te bevrijden door middel van een heftige reactie. De acuut opspelende |
| chronische symptomen kunnen voor lastige situaties zorgen. Niet zelden zien wij dergelijke reacties bij |
| patiënten met, bijvoorbeeld, chronische huidklachten of astma. Uit ervaring weten we in zulke gevallen |
| voorzichtig te moeten zijn met een middel als Sulphur, omdat het de vitaliteit zo sterk stimuleert dat |
| hevige reacties ontstaan. Ieder antipsorisch geneesmiddel kan begineffecten geven waar patiënt noch |
| homeopaat echt blij mee is. Soms wordt het excuus aangevoerd dat de ziekte „eruit‟ moet, wat |
| miasmatisch gezien natuurlijk nonsens is. Lang aanhoudende homeopathische verergeringen hebben |
| menige patiënt ertoe gebracht z‟n heil bij de orthodoxe geneeskunde te zoeken en doen bovendien de |
| naam van de homeopathie geen goed. |
| Aan het begin van de chronische ziektebehandeling moeten we ervoor waken de stimulans die het |
| homeopathisch middel geeft niet al te ver op te voeren. Het aantal schudslagen voor iedere inname kan |
| beter wat laag worden gehouden, bijvoorbeeld twee- of vijfmaal in plaats van twaalf. Blijkt na een aantal |
| innamen dat reacties moeizaam op gang komen, dan kan het aantal schudslagen geleidelijk worden |
| opgevoerd, evenals de frequentie van inname. |
| Bij het optreden van duidelijke reacties is het andersom: de innamefrequentie moet meteen worden |
| verminderd, bijvoorbeeld van drie- naar eenmaal per dag. Dit om overprikkeling en overstimulatie te |
| voorkomen. De psorisch belaste levenskracht in beweging krijgen vereist meer energie dan hem in |
| beweging houden. Bij de zogeheten „psorische indifferentie‟ starten we van meet af aan met een middel |
| dat specifiek op dit probleem inwerkt, zoals bijvoorbeeld Hepar sulphuris, Sulphur, Carbo vegetabilis of |
| 144 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Chronische Ziekten, blz. 105: |
| “Dan is het nodig allereerst het ergste deel, nl. de psora, met de hierna genoemde, specifiek |
| antipsorische geneesmiddelen te hulp te komen en dan pas de voor de sycosis geïndiceerde middelen te |
| gebruiken, eer men de passende dosis van het beste kwik-preparaat, als hieronder te lezen voor de syfilis |
| voorschrijft.” |
| Een andere ziektesoort als ingang |
| Een andere methode om de chronische behandeling te starten is het kiezen van een andere ziektesoort als |
| ingang. We denken hier aan plantaardige of dierlijke middelen, die op de psorische constitutie geen |
| invloed hebben. |
| Bij een patiënt die na een ernstig trauma een duidelijke persoonlijkheidsverandering heeft ondergaan, |
| leidt deze specifieke combinatie ons op het spoor van Natrium sulphuricum. Maar omdat we niet kunnen |
| inschatten hoe de patiënt op de inname van dit minerale constitutiemiddel zal reageren, doen we er |
| verstandig aan eerst een geneesmiddel te kiezen op de oorzaak op zich, in dit geval bijvoorbeeld Arnica. |
| Arnica is van plantaardige origine, werkt daardoor minder diep en brengt de patiënt dus minder snel in |
| moeilijkheden. Uit de reactie op Arnica - een middel dat verband houdt met de klachtenoorzaak - kunnen |
| we vervolgens opmaken of de levenskracht in staat is duidelijk en curatief te reageren. Is de reactie op de |
| Arnica bevredigend dan mogen we aannemen dat genezende reacties op een dieper werkend middel |
| eveneens mogelijk zijn. Aldus kunnen we overgaan op Natrium sulphuricum, eventueel tijdelijk in |
| afwisseling met Arnica. |
| Zo kunnen we bij chronische huidklachten kiezen om eerst Carbo vegetabilis, Mercurius of een |
| plantaardig analoog middel in te zetten om de casus te „openen‟. Daarna volgen constitutiemiddelen. |
| Van plantaardige middelen weten we dat ze geen duurzame genezing kunnen bewerkstelligen, hoe |
| hoopgevend hun effect aanvankelijk ook mag zijn. |
| Zodra we de Dynamis in beweging hebben gekregen is deze gemakkelijker te stimuleren tot diep |
| curatieve reacties zonder dat we bang hoeven te zijn voor hevige reacties. |
| Antipsorica zoals Sulphur, Hepar sulphuris, Carbo vegetabilis e.d. leggen feitelijk de basis voor de |
| oplossing van de psorische lethargie waarin de levenskracht verkeert. Gewekt uit z‟n lethargie kan de |
| Dynamis doelgericht en genezend reageren op het passende minerale constitutiemiddel. De reacties |
| verbeteren, de voorgeschreven middelen werken beter, kortom de behandeling slaat beter aan. |
| Het geneesmiddel in oplossing |
| Overgevoelige patiënten kunnen het best worden behandeld met LM-potenties in extra verdunning. De |
| prikkel kan zo nauwkeurig worden afgestemd op de situatie. Het kan zijn dat het beste resultaat wordt |
| verkregen met slechts tweemaal schudden van de basisoplossing en inname van de verdunning uit het |
| derde glas. Het aantal schudslagen kan naar behoefte worden opgevoerd, net zoals de verdunning kan |
| worden vergroot (bijv.: tiende glas) of verkleind (bijv.: eerste glas). |
| Snuifdoses |
| Het gebruiksvriendelijkst is oplossing van het geneesmiddel in een klein flesje met wat 40%-alcohol, |
| waaraan naar believen kan worden geroken (§248), nadat het flesje eerst twee- tot twaalfmaal is |
| geschud. Voor veel patiënten is deze wijze van innemen de sterkste dosering. Het beste advies is om |
| 145 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| de snuifdosis neemt af naarmate het alcoholpercentage lager is en de patiënt lichter aan de oplossing |
| ruikt. Bij overgevoelige patiënten die wij het geneesmiddel toch via ruiken willen toedienen is het |
| bijgevolg raadzaam met een lager alcoholpercentage te beginnen. |
| Zware pathologie |
| Bij ernstige pathologie met organische veranderingen is het ziek-zijn tot in het lichamelijke afgedaald. |
| Dit is per definitie een vergevorderde endogeen miasmatische toestand. De patiënt is ernstig ziek. We |
| moeten hier bijzonder voorzichtig zijn met zowel de potentiehoogte als het aantal schudslagen tussen de |
| afzonderlijke geneesmiddelinnames. Wanneer de Dynamis te sterk wordt geprikkeld zal zij namelijk op |
| de stoffelijke beperkingen stuiten, die vervolgens een curatieve dynamische reactie in de weg staan. De |
| lichamelijke belemmeringen blokkeren het vrijelijk reageren van de Dynamis. Bij reversibele pathologie |
| zal de levenskracht door frequente doch zeer lichte prikkeling ertoe moeten worden bewogen het |
| ziekteproces om te keren. Het aantal schudslagen, evenals de dosering van het geneesmiddel, behoort |
| aan de lage kant te zijn zodat de levenskracht op even milde wijze kan reageren op de |
| geneesmiddelprikkel. Aan frequente inname valt niet te ontkomen omdat het effect van de eenmalige |
| geneesmiddeldosis vrij snel wordt opgebruikt door de pathologisch dynamische gesteldheid van de |
| levenskracht. |
| In dergelijke gevallen kan de basisoplossing, bijvoorbeeld, tweemaal worden geschud en één theelepel |
| ervan over vijf glazen worden verdund. Uit dit vijfde glas kan dan gedurende één dag drie- tot vijfmaal |
| een theelepel worden ingenomen, nadat de oplossing voor iedere inname is omgeroerd. De volgende dag |
| wordt het procédé van voren af aan herhaald: tweemaal schudden van de basisoplossing, één theelepel |
| ervan over vijf glazen verdunnen, drie- tot vijfmaal een theelepel innemen, na roeren van de oplossing. |
| Organon, voetnoot §248: |
| “Iedere dag giet men de rest van het zo klaargemaakte glas (of van de meerdere glazen) weg, zodat het |
| iedere dag opnieuw moet worden bereid.” |
| Psora in de juiste baan |
| Bij zware pathologie dienen we na te gaan of er belemmerende omstandigheden zijn die een goede |
| reactie op het antimiasmatische geneesmiddel in de weg staan. Zijn er incidenten die gevolgen hebben |
| gehad? Zijn er symptomen die op een erfelijk miasmatische belasting wijzen? Het is raadzaam eerst op |
| deze aspecten voor te schrijven, omdat ze de reactie op het constitutiemiddel kunnen blokkeren. Dit |
| dient met even grote voorzichtigheid te gebeuren als bij het voorschrijven van een constitutiemiddel. Het |
| doel is toename van vitaliteit, om de simpele reden dat vitaliteit benodigd is om genezend op het |
| constitutiemiddel te kunnen reageren. Hahnemann zou zeggen dat het van overheersend belang is “psora |
| in de juiste baan” te brengen om de chronische behandeling kans van slagen te geven! Tendensen uit het |
| voorgeslacht zijn evenwel allerminst gemakkelijk op te lossen. Nosoden brengen rust in de situatie en |
| geven een schijnbare verbetering. Schijnbaar, want zo gauw het minerale constitutiemiddel wordt |
| ingezet laten de reacties erop te wensen over. Het is moeilijk om de doeltreffendste dosis en frequentie te |
| bepalen. Om een curatieve respons op het antipsoricum te bevorderen kunnen we het best de nosode in |
| afwisseling met het constitutiemiddel laten innemen. |
| Het effect is maximaal wanneer de nosode in een hogere potentie wordt toegediend dan het |
| antipsorische constitutiemiddel. |
| 146 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| middelen dat doen in andere situaties. |
| Bij chronische ziektegevallen kan het homeopathisch geneesmiddel, in dit geval dus ook het minerale |
| antipsoricum, dagelijks of om de dag gegeven worden. Diepwerkende minerale antipsorica, die anders |
| slechts incidenteel kunnen worden herhaald, kunnen dus dagelijks en soms zelfs meerdere malen daags |
| worden ingenomen indien ze worden toegediend in LM-potentie. Met de innamefrequentie neemt de |
| geneeskrachtige werking evenredig toe. Bij eventuele blokkerende tendensen, erfelijk overgedragen of |
| tijdens het leven verkregen, kan inname eveneens gescheiden in afwisseling met de passende nosode c.q. |
| met de overige homeotherapeutica (middelen van plantaardige en/of dierlijke origine, geïndiceerd op |
| chronische gevolgen van incidenten of epidemieën). Bij acute ziekten kunnen we de innamefrequentie |
| desgewenst nog opvoeren. Het geneesmiddel kan na een aantal keren te zijn geschud of omgeroerd ieder |
| uur of nog vaker worden ingenomen. |
| Organon, §248: |
| “Daarvan laat men de patiënt een of (in stijgende hoeveelheid) meerdere koffie – of theelepeltjes |
| innemen, bij langdurige ziekten dagelijks of om de dag, maar in acute ziekten alle 6, 4, 3 of 2 uur en in |
| dringendste gevallen elk uur of nog vaker. Op die manier kan bij chronische ziekten ieder goed |
| homeopathisch gekozen middel, zelfs die met op zichzelf een lange werkingsduur, dagelijks, |
| maandenlang worden ingenomen met toenemend resultaat.” |
| Chronische endogeen miasmatische ziekte |
| Een geneesmiddel dat maandenlang met goed resultaat wordt gebruikt wijst erop dat we te maken |
| hebben met een chronische endogeen miasmatische ziekte op psorische grondslag. Bij alle andere |
| ziektevormen is de behandelduur namelijk veel korter. Bij acute ziekten kan de innamefrequentie heel |
| hoog liggen en is de periode waarin het middel is geïndiceerd relatief kort. Chronische ziekten geven een |
| ander patroon te zien: het constitutiemiddel wordt soms gedurende maanden dagelijks of om de dag |
| toegediend. Ook als er verbetering optreedt wordt de inname niet gestopt. Daar de LM-reeks dertig |
| opeenvolgende potenties beslaat kunnen we het constitutiemiddel in stijgende potentie langdurig |
| benutten. De praktijk wijst uit dat die dertig potenties vrijwel nooit allemaal benodigd zijn om genezing |
| te bewerkstelligen. Daarbij stemmen we de potentie en de verdunningsgraad af op de pathologie en de |
| individuele gevoeligheid. In de regel is het goed mogelijk de dosering zo te regelen dat het middel |
| frequent kan worden ingenomen, zodat snel genezing intreedt. |
| Voor alle homeopathische geneesmiddelen - behalve de antipsorische - geldt dat ze gedurende een |
| beperkte periode worden ingenomen. De ziekte soorten waarvoor deze regel opgaat hebben per definitie |
| een beperkte invloed en zijn over het algemeen niet diep constitutioneel verankerd. |
| Chronische Ziekten, blz. 158: |
| “Ja als het incident op deze manier snel uit de weg wordt geruimd, werkt het tevoren ingenomen |
| antipsorische geneesmiddel soms nog enige tijd door. In dat geval moet echter de dosis van het |
| ruikmiddel tegen de ziekelijke storing zo bemeten worden dat zijn werking juist toereikend is om het |
| nadeel van de tegenslag uit te wissen, zonder dieper te gaan of nog langer zijn werking te kunnen |
| voortzetten.” |
| Eindverergering |
| 147 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| constitutiemiddelen. |
| Voor een blijvend resultaat moet met de inname van minerale antipsorica worden doorgegaan tot zich de |
| zogenaamde eindverergering voordoet. Hieronder wordt de terugkeer in milde vorm van een of meerdere |
| van de oorspronkelijke klachten verstaan nadat gedurende langere tijd het minerale antipsoricum is |
| ingenomen. Na de voortschrijdende verbetering die in deze periode optrad, wijst de eindverergering erop |
| dat het tijd is de inname te beëindigen. |
| Alle andere verergeringen tijdens een homeopathische behandeling kunnen weliswaar reacties op |
| geneesmiddelinname zijn, maar zijn beslist geen eindverergeringen in de zin zoals Hahnemann het |
| bedoelde. Tussen de antipsorische middelen en de overige homeotherapeutica bestaan wezenlijke |
| verschillen. Niettemin zullen bij de antipsorische behandeling dikwijls eveneens meerdere antipsorica na |
| elkaar benodigd zijn. In Organon en Chronische Ziekten gaat Hahnemann herhaaldelijk in op dit |
| fenomeen. |
| Organon, §171: |
| “Bij de niet-venerische, dus de meest voorkomende door psora ontstane chronische ziekten heeft men |
| voor herstel vaak meerdere antipsorische geneesmiddelen na elkaar nodig. Maar dan moet ieder |
| volgend middel gekozen worden naar bevind van de symptomen-groep, die na uitwerking van het vorige |
| middel nog is overgebleven, op homeopathische gelijkenis.” |
| Chronische Ziekten, blz. 127: |
| “Hier stuit ik op de merkwaardige omstandigheid dat absoluut iedere psoravorm – met uitzondering |
| van, zoals gezegd, de zo gemakkelijk inwendig te genezen, vers ontstane, door een nog niet verdreven |
| huiduitslag vergezelde – dat wil dus zeggen zowel de psora die nog binnenin sluimert, als ook die zich |
| tot één van de talloze uit haar voortgekomen chronische ziekten heeft ontplooid, zeer zelden door een |
| enkel antipsorisch middel kan worden genezen. Praktisch allemaal hebben ze, om tot volledige genezing |
| te geraken, de toepassing nodig van meerdere van deze geneesmiddelen en in de ergste gevallen ook wel |
| van vele na elkaar.” |
| Diep constitutionele werking |
| Een antipsorisch geneesmiddel dat over een langere innameperiode, zonder dat er andere middelen aan |
| te pas hoeven te komen, structurele verbeteringen teweegbrengt, duidt erop dat de psora in de „juiste |
| baan‟ is. Het geneesmiddel werkt diep constitutioneel. De gezondheid vertoont een stijgende lijn, |
| genezing komt naderbij. Hier kunnen we de genoemde eindverergering verwachten. |
| Gedurende langere tijd is een diepwerkend mineraal antipsoricum gebruikt, dat uiteindelijk genezing |
| heeft helpen bewerkstelligen. Nu, tot besluit van de innameperiode, komen de oorspronkelijke klachten |
| in lichte mate terug. Dit is een teken dat een verzadigingspunt is bereikt; waarschijnlijk zal geen |
| medicatie meer nodig zijn. |
| Organon, §280: |
| “Zolang het middel helpt en geen nieuwe hinderlijke symptomen oproept, wordt het in geleidelijke |
| verhoging zolang gecontinueerd tot de zieke, terwijl hij zich over het geheel beter voelt, een of meer van |
| zijn oude, oorspronkelijke klachten opnieuw in gematigde vorm begint te bespeuren. |
| Bij zo‟n geleidelijke verhoging van de zeer beperkte doses, die iedere keer door schudden zijn |
| gemodificeerd (§247), wijst zoiets erop dat de genezing dichtbij is. Het toont namelijk dat het |
| levensbeginsel het bijna niet meer nodig heeft bewerkt te worden door de gelijkende geneesmiddelziekte, |
| 148 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| van die homeopathische geneesmiddelziekte die men anders homeopathische verergering pleegt te |
| noemen.” |
| Genezing nadert voltooiing |
| De genezing nadert zijn voltooiing. De patiënt lijdt niet aan een epidemische ziekte of aan de gevolgen |
| van een incident. Er is geen sprake van een acuut miasmatische stoornis, noch van de manifestatie van |
| een pathologische erfelijke tendens. Eventuele syfilitische of sycotische belastingen behoren eveneens |
| tot het verleden. Al deze problemen zijn opgelost, opgeruimd en opgeheven. Nu is de psora in de „juiste |
| baan‟. Het beeld is duidelijk en de patiënt reageert goed, constructief en curatief. Vervolgens |
| manifesteert zich de eindverergering. Een of meerdere van de oorspronkelijke klachten steekt in lichte |
| mate weer de kop op. De behandeling kan nu worden gestaakt om te zien of de patiënt zonder |
| geneesmiddel kan. Dit is het geval wanneer de klachten wegblijven die bij het oorspronkelijke |
| chronische ziektepatroon behoorden. |
| Organon, §281: |
| “Om hier zekerheid over te krijgen, laat men de patiënt 8, 10, 15 dagen zonder medicijn en geeft hem |
| intussen enkel wat poeders melksuiker. Als dan die paar laatste klachten alleen maar afkomstig zijn van |
| het geneesmiddel, dat de voormalige, oorspronkelijke ziekte nabootste, dan gaan die binnen enkele |
| dagen of uren over. Is er dan in deze medicijnvrije dagen, als de patiënt voortgaat verstandig te leven, |
| niets meer van de oorspronkelijke ziekte te merken, dan is hij zeer waarschijnlijk genezen. Zouden zich |
| echter in die laatste dagen nog sporen van de voormalige ziektesymptomen vertonen, dan zijn dat nog |
| overblijfselen van de oorspronkelijke ziekte, die dus nog niet helemaal is uitgedoofd. Die moeten dan |
| opnieuw op de aangegeven manier met hogere dynamiseringsgraden van het middel worden |
| behandeld.” |
| We zien hoe voorzichtig Hahnemann is in de beoordeling of iemand „genezen‟ is. Beoordelen of de |
| patiënt is genezen van de diepst mogelijke - psorische - verstoring vraagt tijd. Het sterke, de vitale |
| reactie vertragende element van psora maakt dit miasma niet voor niets het „tijdsmiasma‟. |
| In de praktijk zijn patiënten er al in een eerder stadium dan dat van „waarschijnlijk genezen‟ moeilijk toe |
| te bewegen de geneesmiddelinname voort te zetten, in het bijzonder wanneer de symptomen zich slechts |
| sporadisch en in veel lichtere mate voordoen. Toch is juist hier de continuering van het minerale |
| antipsoricum van het grootste belang. Ook de veel mildere symptomen zijn namelijk van psorische |
| origine. Laten wij ze ongemoeid en onbehandeld laten, dan recidiveert de chronische ziekte komen de |
| klachten terug. Dan kan het moeilijker zijn om het psora-monster weer te kooien. De door de terugval |
| teleurgestelde patiënt voelt er weinig voor de behandeling voort te zetten omdat hij de schuld voor het |
| falen van de behandeling bij de homeopaat legt. |
| DE ENIG WERKELIJKE ZEKERHEID VAN DE GENEZING VAN CHRONISCHE ZIEKTEN BESTAAT UIT |
| HET DOORGAAN MET HET INNEMEN VAN HET ANTIPSORISCHE GENEESMIDDEL TOT DE |
| EINDVERERGERING. |
| Wanneer zich in de medicijnvrije dagen en gedurende een langere periode na het staken ervan geen van |
| de oorspronkelijke klachten meer voordoen hebben we echte zekerheid. |
| In §281 beschrijft Hahnemann de methode om de geneesmiddelinnamen plotseling te staken bij |
| terugkeer van oude symptomen tijdens het geneesmiddelgebruik. In de praktijk doet zich de situatie voor |
| dat de patiënt reeds eerder vindt zonder geneesmiddel te moeten kunnen. Psora is evenwel van een |
| 149 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| De endogeen psorische, syfilitische en/of sycotische miasmatische belasting kan door de Dynamis niet |
| zelf worden opgelost. Zou dat mogelijk zijn, dan zou er geen chronische ziekte zijn opgetreden. De |
| miasma-tische belasting speelt bij alles een rol. Zo ook is het zelfbeeld van de patiënt gekleurd door zijn |
| miasma! |
| Behalve de geneesmiddelinname plotseling en abrupt te stoppen kan worden overwogen dit proces |
| geleidelijker te laten verlopen. Het geneesmiddel wordt langzaam afgebouwd: de intervallen tussen de |
| afzonderlijke doses worden vergroot, of de doses worden verkleind. |
| Organon, §248: |
| “Maar als zich daarentegen bij bijna dagelijkse herhaling van het volkomen homeopathische middel |
| aan het eind van de behandeling van een chronische ziekte zogenaamde homeopathische vererge-ringen |
| voordoen (§161), zodat het restant van de ziekte weer wat schijnt op te laaien, (doordat de |
| geneesmiddelziekte, die zo lijkt op de oorspronkelijke, zich nu nog bijna alleen manifesteert), dan |
| moeten de doses óf nog meer verkleind worden en met langere intervallen herhaald, óf ze moeten |
| misschien meerdere dagen geheel worden gestaakt. Dan kan men zien of het herstel het misschien ook |
| zonder geneesmiddelhulp kan stellen en in dat geval zullen die schijnsymptomen, die alleen maar van |
| een teveel van de homeo-pathische medicijn afkomstig waren, eveneens vanzelf verdwijnen, waarna |
| ongestoorde gezondheid overblijft.” |
| Tot de eindverergering toe |
| Voor volledige genezing dient het antipsorische middel te worden ingenomen tot de eindverergering toe. |
| Pas dan kunnen we zeker zijn dat genezing een feit is. Aan het eind van de behandeling kan het |
| geneesmiddel plotseling of geleidelijk worden gestopt. |
| Afbouwen heeft het voordeel dat door het abrupte afbreken niet een soort „vrije val‟ optreedt. Wanneer |
| tijdens het afbouwen de klachten geleidelijk toenemen, zal de patiënt des te gemotiveerder tot |
| hernieuwde geneesmiddelinname overgaan. Ook bij kinderen, waarbij het belang van het verder geven |
| van het geneesmiddel soms moeilijk te motiveren is, geniet het geleidelijk afbouwen van het |
| geneesmiddel de voorkeur. |
| Bij de overige ziektevormen heeft het plotseling staken van de verdere geneesmiddelinname in het |
| algemeen geen nadelig effect. In de herstelfase van een acute ziekte kan inname van een middel de |
| patiënt behoeden voor terugval. Het herstel wordt bespoedigd als het middel met grotere intervallen nog |
| één of meerdere dagen wordt voortgezet. Vormde de acute fase een tijdelijke onderbreking van de |
| chronische behandeling, dan kan onder hoede van het acute middel het chronische constitutiemiddel |
| reeds één of twee keer worden ingezet. |
| Als de toediening van het dieper werkende constitutiemiddel geen terugval van de acute symptomen tot |
| gevolg heeft, kan het acute middel worden weggelaten. Deze methode heeft het voordeel dat de door de |
| acute ziekte opgeroepen dynamiek en beweeglijkheid, het actie-potentiaal, van de Dynamis direct wordt |
| benut voor de reactie op het chronische constitutiemiddel. Het betekent eveneens dat wij gelijksoortig |
| handelen aan het proces waarin de Dynamis is betrokken, wat een optimale toepassing van het |
| gelijksoortigheidsprincipe is ten gunste van de patiënt. Een praktijkvoorbeeld ter illustratie: |
| Een kind met een Calcarea carbonica-constitutie ontwikkelt na een bezoek aan de kapper de typische |
| Belladonna koorts. Haar moeder belt na drie dagen dat de koorts niet wil verdwijnen. Na Belladonna zal |
| de koorts in de regel snel wijken. De verhoogde activiteit van de Dynamis tijdens de koorts zal |
| geleidelijk tot bedaren komen. Koorts is een uitdrukking van vitaliteit en zouden we nu te lang wachten |
| met het passende constitutiemiddel - Calcarea carbonica - dan valt de Dynamis weer terug in z‟n |
| 150 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| De levenskracht reageert veel alerter en het rendement van de Calcarea carbonica voor de |
| constitutiebehandeling is veel groter. De chronische klachten zullen progressiever verdwijnen, zodat er |
| ook minder kans bestaat op de terugkeer van koorts. Belladonna past bij de acute fase, in dit geval: |
| koorts ten gevolge van een incident (haren knippen). Calcarea carbonica past bij de constitutionele |
| symptomen. Zowel de verschillende symptoomgroepen als de passende middelen zijn complementair en |
| ondersteunen elkaar in hun genezende effecten. |
| Naarmate ziekte zich meer op een dynamisch vlak afspeelt en minder is verstoffelijkt, zal de |
| behandeling over het algemeen gemakkelijker verlopen. |
| De geneesmiddelrespons voltrekt zich sneller. Bepaling van de juiste dosering geeft eveneens weinig |
| problemen. In situaties waarbij het chronische ziekteproces in relatieve kalmte verloopt kan het |
| constitutiemiddel zonder probleem één- of tweemaal daags worden voorgeschreven, met toenemend |
| resultaat. Vanwege de minimale kans op overprikkeling doen hier het aantal schudslagen of de dosis er |
| ook minder toe. |
| We kunnen min of meer een standaarddosis als uitgangspunt kiezen om die te wijzigen als er aanleiding |
| toe is. Een standaard dosis waarop doorgaans goed wordt gereageerd is: vijf keer schudden en |
| vervolgens één- of tweemaal daags ruiken aan het flesje waarin het geneesmiddel is opgelost in 30 of |
| 40%-alcohol. Of een theelepeltje nemen uit het eerste glas van de verdunning van de basisoplossing. |
| Anders wordt wanneer de basale rust ontbreekt. Bijvoorbeeld: patiënten die doorlopend problemen |
| hebben en er zwaar gefrustreerd door raken. De problemen kunnen positieve reacties op een mineraal |
| constitutiemiddel danig verstoren. Soms lukt het de stoornis op te heffen door de dosis te verkleinen en |
| de frequentie te verhogen. Maar lang niet altijd! Hier is sprake van storende invloeden van buitenaf, |
| terwijl het minerale geneesmiddel werd gekozen op de endogeen miasmatische constitutie. Daarmee is |
| het minerale geneesmiddel qua geaardheid ongelijksoortig aan de aard van de exogene verstoring. Er |
| dient op de exogene verstoring een andersoortig middel (bijvoorbeeld van plantaardige of dierlijke |
| origine) te worden voorgeschreven. |
| Zolang op de omstandigheden moet worden voorgeschreven ligt de chronische behandeling echter stil. |
| In zo‟n situatie is het gerechtvaardigd om beide middelen af te wisselen. Voor de patiënt die door de |
| stress van moeilijke levensomstandigheden bijvoorbeeld zijn mooi genezende huiduitslag weer tot |
| bloedens toe openkrabt is het gerechtvaardigd, ja zelfs noodzakelijk, om naast het constitutiemiddel |
| complementair op de omstandigheden voor te schrijven wil hij kunnen genezen. |
| Zo kan het in deze situatie zijn dat Natrium muriaticum wordt gekozen op de constitutie en Apis of |
| Ignatia op de omstandigheden. Mits vooraf gegeven, zorgt Apis ervoor dat het constitutiemiddel |
| Natrium muriaticum beter wordt verdragen en verwerkt. |
| Zonder de toediening van Apis zouden, bijvoorbeeld, roodheid, zwelling en branden van de huid na de |
| inname van Natrium muriaticum dermate toenemen dat de ruimte die wordt gewonnen tijdens de |
| reactiefase, weer wordt verspeeld met de eerstvolgende inname van het minerale constitutiemiddel. |
| Afhankelijk van de ziektesoort waarop ze worden voorgeschreven, zijn LM-potenties na kortere of |
| langere tijd uitgewerkt. Bij chronische klachten kunnen dat wel vier tot zes weken zijn. Tegen het einde |
| van zo‟n periode treedt dan een lichte terugval op, waaruit blijkt dat de genomen potentie z‟n invloed |
| begint te verliezen. We kunnen nu het effect nog een tijdje rekken door het middel voor iedere inname |
| vaker te laten schudden. Als dit niet of slechts kortstondig werkt is het tijd voor een hogere potentie van |
| hetzelfde middel. |
| Samenvatting |
| 151 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| ingenomen, afhankelijk van de aard der klachten. De LM reeks gaat van 0/1 tot en met 0/30. Alle |
| opvolgende potenties kunnen wordt gebruikt zolang de patiënt het geneesmiddel nodig heeft. LM leent |
| zich uitstekend voor complementair voorschrijven. |
| Dosering kan op velerlei wijzen worden aangepast aan de behoefte: het aantal schudslagen, de grootte |
| van de dosis en de frequentie van inname. |
| Onder eindverergering verstaan we een lichte terugkeer van de oorspronkelijke symptomen aan het slot |
| van de innamereeks van een antipsorisch constitutiemiddel. |
| 152 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Ruik- of snuifdosering |
| Homeopathische middelen kunnen op uiteenlopende manieren worden toegediend. Dosering en methode |
| van inname willen in de homeopa-thische praktijk nog wel eens een stiefkindje zijn, laat staan dat de |
| snuifdosis wordt toegepast. Veel homeopaten houden zich hier niet mee bezig. De gebruikelijke |
| methode is een korrel C 30 droog onder de tong en af en toe een C 200, onder het motto: “Wanneer het |
| middel goed is werkt het altijd.” Voor Hahnemann lag het niet zo simpel. Integendeel, de bepaling van |
| de juiste dosering heeft hem veel hoofdbrekens gekost. |
| Organon, §275: |
| “Dat een geneesmiddel precies past voor een bepaalde zieke berust niet alleen op de juiste |
| homeopathische keus ervan, maar evenzeer op de vereiste goede grootte of liever gezegd kleinheid van |
| de dosis. Geeft men namelijk een te krachtige dosis van een middel, ook al is het voor de onderhavige |
| ziektetoestand volkomen goed homeopathisch gekozen, dan zal de gift beslist, ongeacht de weldadige |
| aard van het middel op zichzelf, desondanks schade berokkenen alleen al door de grootte en de in dit |
| geval onnodige, veel te sterke impressie die er vanuit gaat op de levenskracht.” |
| Hahnemann heeft het in deze paragraaf over de zieke en niet over de ziekte. Het geneesmiddel werkt op |
| de ziekte, terwijl de dosering overeen dient te komen met de gevoeligheid van de zieke. Om onnodige |
| verergeringen te voorkomen, moet de dosis zo goed mogelijk op de gevoeligheid worden afgestemd. In |
| weerwil van de lovende bewoordingen waarin Hahnemann zich over olfactie uitlaat heeft deze methode |
| in de praktijk nauwelijks navolging gevonden. Sterker nog, er wordt met grote scepsis op gereageerd. |
| 153 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| tegenstaan of buitengewoon welgevallig zijn. De zuigeling vindt de tepel door de geur. Geuren roepen |
| herinneringen op, ze voeren ons terug in de tijd. “Zo rook het vroeger bij oma”, wat gepaard gaat met de |
| bijbehorende emoties. |
| De nervus olfactorius behoort tot het zogenaamde limbische systeem: de oerhersenen. Alles wat via het |
| reukorgaan binnenkomt raakt ons daarom zeer diep. Afgezien van het feit dat olfactie voor de patiënt de |
| gebruiksvriendelijkste methode is, werkt een aldus toegediend geneesmiddel minstens even diep en |
| waarschijnlijk zelfs dieper dan bij de traditionele methode. Het is de moeite waard om de snuifmethode |
| eens op z‟n merites uit te testen. Laat patiënten het eens proberen en hoor wat zij ervan vinden! |
| Chronische Ziekten, blz. 157: |
| “Daarenboven is er geen betere manier om een dosis van een homeopathisch middel voor uiterst |
| prikkelbare patiënten te temperen en te verlagen, dan door de methode van ruiken aan een stopflesje, |
| waarin een zeer klein korreltje ligt dat met het gekozen middel in hoge potentie is bevochtigd. De zieke |
| houdt de opening van het flesje aan een neusgat en ademt een ogenblik een beetje ervan in. Over het |
| algemeen kan men met deze manier van ruiken de kracht van ieder gepotentieerd middel in elke |
| gewenste dosering aan de patiënt toedienen. |
| In het reukflesje kunnen zich een of meer van zulke medicinale korreltjes, ook grotere, bevinden en als |
| de dokter zijn patiënt langer en sterker daaruit laat opsnuiven, dan kan hij de dosis wel honderd keer zo |
| sterk maken als het eerst genoemde kleinste snuifje. Ook houdt op deze manier de werking van de kracht |
| van het gepotentieerde geneesmiddel, die via het ruiken op zo‟n groot oppervlak indringt (als van de |
| neusholte en longen samen), niet minder lang aan, dan wanneer een kleine massieve dosis via mond en |
| slokdarm zou zijn ingenomen.” |
| De snuifdosis in de vorm van een droog korreltje in een flesje is geschikt als eenmalige dosering voor |
| overgevoelige patiënten. Willen we dezelfde potentie herhalen dan kan deze namelijk niet met een of |
| meer schudslagen verder worden gedynamiseerd. Daartoe moet het geneesmiddelkorreltje eerst worden |
| opgelost in water (met wat alcohol om bederf tegen te gaan). Pas in vloeibare vorm kan het middel |
| verder worden gedynamiseerd. Willen we bij overgevoelige patiënten de snuifdosis aanhouden, dan |
| houden we het alcoholpercentage zo laag mogelijk en laten we de patiënt er licht aan ruiken. Voor de |
| meeste patiënten met „normale‟ gevoeligheid vormt een wat hoger alcoholpercentage (30 of 40%) geen |
| enkel probleem. Een bijkomend voordeel is dat zo‟n middel jarenlang z‟n werkzaamheid behoudt en |
| minder te lijden heeft van ongunstige omstandigheden zoals hitte en zonlicht. Voorts kan de snuifdosis |
| ook worden toegepast bij patiënten die hun reukvermogen kwijt zijn. |
| Chronische Ziekten, blz. 157, voetnoot 1: |
| “Ook mensen, die zonder reukzin geboren zijn of hem door ziekte zijn kwijtgeraakt, kunnen dezelfde |
| hulp verwachten van het inademen via een van beide neusgaten, waar ze de opening van het flesje |
| insteken en zo iets van de ervan uitgaande onmerkbare damp inhaleren, net zo goed als zij die met de |
| fijnste reukzin begiftigd zijn. Hieruit volgt, dat reeds de enkel maar tastgevoelige zenuwen de |
| geneeskrachtige impressie aannemen en onstuitbaar op het hele zenuwstelsel voortplanten.” |
| Ongeacht hun origine (plantaardig, dierlijk, mineraal, nosode enz.) kunnen alle homeopathische |
| geneesmiddelen worden toegediend via de methode van ruiken aan het geneesmiddel in droge of |
| vloeibare vorm. Het garandeert de meest directe en snelste manier van geneesmiddelopname. Het is een |
| methode die zijn geschiktheid in de praktijk heeft bewezen. |
| 154 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| voordelen bij de velerlei incidenten (tegenslagen), die de behandeling van de chronische ziekten niet |
| zelden plegen te storen en te onderbreken. Om die hindernissen zo snel mogelijk weer uit de weg te |
| ruimen, kan men de patiënt dan het beste het tegenmiddel ook in meer of mindere sterkte via ruiken laten |
| ontvangen. Dit garandeert de vlugste inwerking op de zenuwen en geeft zodoende ook het snelst baat…” |
| Chronische Ziekten, blz. 161: |
| “Maar ook hier is, als de aandoening niet al te erg was, de genoemde toepassing der benodigde |
| geneesmiddelen door ruiken aan een daarmee bevochtigd korreltje vaak als hulp afdoende, hetgeen de |
| behandeling van de acute ziekte bijzonder bekort.” |
| Het eerste citaat gaat over de toepassing van snuifdoses bij incidenten, het tweede over die bij collectieve |
| ziekten of tussenziekten. De snelle inname en het eruit voortvloeiende directe effect op zenuwstelsel en |
| Dynamis maken snuiven tot een uiterst doelmatige toedieningsmethode. En niet alleen in de hierboven |
| genoemde acute situaties! Algemeen bekend is het gunstige effect van Nux vomica bij zoiets acuuts als |
| menstruatiepijn: |
| Chronische Ziekten, blz. 168: |
| “Is zo‟n vrouw echter erg gevoelig en zwak van zenuwgestel, dan moet ze, totdat ze beter begint te |
| worden, bijna elke keer 72 uur na het begin van de menstruatie eenmaal aan zo‟n globulus ruiken |
| ongeacht de voortzetting van de antipsorische behandeling.” |
| Het resultaat is tweeledig. Er wordt beter gereageerd op de antipsorische behandeling en de menstruatie |
| verloopt beter (na enkele snuifdoses van Nux vomica). |
| Organon, §248: |
| “Als men ter behandeling alleen een flesje gebruikt (met een klein beetje verdunde alcohol, ± 4 gr. 40%, |
| waarin een globulus van het geneesmiddel door schudden is opgelost), waaraan dagelijks of om de twee, |
| drie of vier dagen moet worden geroken, …” |
| Dit citaat laat Hahnemann volgen op de beschrijving van de eindverergering, met een repeterende |
| inname van om de een tot vier dagen. Hij geeft ermee aan dat ook chronische psorisch miasmatische |
| ziekten uitstekend met olfactie kunnen worden behandeld. |
| 155 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| zochten en door mij of mijn assistenten werden behandeld, wiens chronische of acute ziekte we niet |
| behandeld hebben met de meest gelukkige resultaten, uitsluitend middels deze methode van olfactie |
| (ruiken, opsnuiven). Ik ben overtuigd geraakt (hetgeen ik voorheen nooit zou hebben geloofd) dat via |
| deze methode van olfactie de kracht van het geneesmiddel op, tenminste, dezelfde sterkte, en dat op |
| mildere wijze, op de patiënt inwerkt. Dat het even lang werkt als wanneer het geneesmiddel via de mond |
| is ingenomen en dat dientengevolge de intervallen waarin de olfactie herhaald zou moeten worden niet |
| korter zou hoeven zijn dan in geval van inslikken van een meer materiële dosis via de mond.” |
| Betrouwbare geneesmiddelimpuls |
| De toedieningswijze van een homeopathisch geneesmiddel moet aan zekere criteria voldoen. We moeten |
| erop kunnen vertrouwen dat de geneesmiddelimpuls goed is en daadwerkelijk aankomt. Een directe en |
| snelle werking is een extra bonus. Misverstanden over de wijze van inname moeten worden voorkomen. |
| Het moet gebruiksvriendelijk te zijn. De dosering dient zo exact mogelijk afgestemd te kunnen worden |
| op de behoefte van de patiënt. Toediening door middel van ruiken aan korrel of oplossing voldoet aan al |
| deze criteria. We laten Hahnemann het laatste woord erover: |
| Organon, vijfde editie, voetnoot §288: |
| “Al hetgeen homeopathie vermag te genezen (en wat kan het niet genezen behalve hetgeen toebehoort |
| aan het gebied van de chirurgische aandoeningen?) van de meest ernstige chronische ziekten die niet |
| geruïneerd zijn door de allopathie, maar ook de acute ziekten, worden het meest veilig en zeker genezen |
| door deze methode van ruiken.” |
| 156 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| oplossing. Toediening door middel van olfactie leent zich voor alle ziektevormen en alle |
| geneesmiddelen. Door het alcoholpercentage of de mate van snuiven aan te passen kan de dosering |
| worden afgestemd op de gevoeligheid van iedere patiënt. Van alle innamemethodes is dit de |
| gebruiksvriendelijkste. |
| 157 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Geen combinaties – geen middelen tegelijk |
| In het Organon vinden we regelmatig vermaningen dat er geen combinaties van geneesmiddelen |
| gegeven dienen te worden en dat er geen geneesmiddelen tegelijk toegediend mogen worden. |
| Dat geneesmiddelen niet gecombineerd dienen te worden spreekt vanzelf. Samenvoegen van substanties |
| ter bereiding van geneesmiddelen resulteert in wederzijdse chemische beïnvloeding. Als dit niet |
| geschiedt met steeds exact dezelfde substanties in precies dezelfde hoeveelheden en identieke |
| verhoudingen qua warmte en vochtigheidsgraad, lopen we de kans verschillende en daarmee anders |
| werkzame geneesmiddelen te verkrijgen. De homeopathie zal erdoor aan betrouwbaarheid verliezen. |
| Hahnemann doelt tevens op de antipsorische behandeling. |
| Bij één constitutie kunnen niet twee verschillende anti-psorische middelen passen, althans niet op |
| hetzelfde moment. Een individu kan niet tegelijkertijd een Natrium muriaticum- én een Phosphorus type |
| zijn. De kans is klein dat twee op de constitutie voorgeschreven (minerale) middelen in afwisseling |
| gegeven zullen worden. |
| En zo dit al het geval is, dan zal het in afwisseling zijn en NOOIT tegelijkertijd. Bijvoorbeeld: het ene |
| minerale middel wordt voorgeschreven op de constitutie en het andere omdat adequate reacties |
| uitblijven. Middelen zoals Sulphur, Carbo vegetabilis, Carbo animalis, Hepar e.d. kunnen tijdelijk als |
| hulpmiddel worden ingezet om de constitutionele respons te verbeteren. Zulke middelen vallen onder de |
| noemer tussenmiddelen indien met C-potenties wordt gewerkt. |
| Organon, §273: |
| “Voor geen enkel geval van efficiënte therapie is het nodig, en daarom alleen al is het ontoelaatbaar, |
| meer dan één enkele, enkelvoudige, geneesmiddelsubstantie tegelijk bij een patiënt aan te wenden. Ik |
| kan niet inzien dat er ook maar de minste twijfel zou kunnen bestaan over de vraag of het natuurlijker en |
| verstandiger is, maar één enkele, enkelvoudige, goed gekende, medicinale substantie tegelijk bij een |
| ziekte voor te schrijven, dan een mengsel van meerdere verschillende middelen. In de enige echte, |
| eenvoudige geneeskunde, de enige die zich houdt aan de natuur, de homeopathie, is het absoluut uit den |
| boze de patiënt twee verschillende geneesmiddelen tegelijk toe te dienen.” |
| Verschillende geneesmiddelen op verschillende tijdstippen |
| Hahnemann‟s woorden sluiten andere interpretaties uit. Hierover kunnen geen misverstanden bestaan. |
| Eén geneesmiddel tegelijk voor de behandeling van één ziekte. Echter, bij de aanwezigheid van |
| verschillende pathologische tendensen (ziekten) worden verschillende geneesmiddelen op uiteenlopende |
| tijdstippen gegeven, namelijk als daar door het karakter van de ziektetendensen aanleiding toe is. Dit kan |
| eventueel op verschillende momenten op één dag of bijvoorbeeld om de dag. Hahnemann classificeert de |
| geneesmiddelen volgens een duidelijke hiërarchie: ze zijn antipsorisch werkzaam of ze zijn het niet. |
| Ditzelfde onderscheid speelt een rol in de afwisseling van geneesmiddelen. In acute situaties wisselde |
| Hahnemann soms ook plantaardige geneesmiddelen kort na elkaar af. |
| Het afwisselen van middelen sluit aan bij Hahnemann‟s concept van de verschillende ziektevormen en |
| dit concept is op zijn beurt in overeenstemming met de levende werkelijkheid van alledag. In het |
| Organon laat Hahnemann zich er zo over uit: |
| Organon, voetnoot §40: |
| 158 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| organisme voorkomt, ieder in de voor haar geschikte delen. Genezing komt dan ook tot stand door de |
| passende afwisseling van de beste middelen tegen syfilis en scabies, elk in de juiste toebereiding en |
| dosering.” |
| Iedere afzonderlijke ziektesoort vraagt behandeling met geneesmiddelen die op basis van |
| gelijksoortigheid de achterliggende pathologische tendens kunnen uitdoven. Zo kent iedere ziektesoort |
| haar eigen geneesmiddelgroep. |
| Richard Haehl: „Samuel Hahnemann, his life and work‟, deel 1, p. 177, over cholera: |
| “Als de ziekte zich ontwikkeld had tot in het tweede of derde stadium, adviseerde Hahnemann het pure |
| gebruik van Cuprum, Veratrum album, Bryonia en Rhus toxicodendron, de laatste twee in afwisseling |
| met elkaar.” |
| En in deel 2, blz. 217, uit 1832: Hahnemann‟s brief aan Bönninghausen: |
| “Ik wilde je ook nog meedelen dat mijn assistent Dr. Lehman (die in een opmerkelijk korte tijd een |
| scherp en capabel homeopaat geworden is, na zeventien jaar allopathische praktijkvoering) de |
| afgelopen vier maanden alle patiënten met ontzettend goede resultaten behandelde, en alleen middels |
| snuifdoses (met in meerdere of mindere mate sterk ruiken), waarbij, afhankelijk van de omstandigheden, |
| het geneesmiddel iedere 7, 10 of 14 dagen werd herhaald, of het werd toegestaan zijn werking een |
| aantal weken te continueren. Soms werd het in afwisseling gegeven met het volgende best geïndiceerde |
| geneesmiddel.” |
| Het betreft hier een brief uit 1832, dus lang voor de ontwikkeling van LM-potenties. Het is nog in een |
| vroeg stadium van het sneller herhalen van geneesmiddelen (één keer per week), wat pas zo rond 1835 |
| de regel werd. Tevens wordt olfactie ter sprake gebracht en het herhalen dan wel afwisselen van |
| geneesmiddelen binnen een relatief korte periode. Ondanks dat wij er bij lang werkende middelen vanuit |
| kunnen gaan dat de eerdere dosis nog werkzaam is, blijken middelen - met toenemend succes - sneller te |
| kunnen worden herhaald, eventueel in afwisseling met andere passende geneesmiddelen. |
| In een brief van 27 april 1832 schrijft W. Gross aan Hahnemann: |
| “Ik had mezelf al verzoend met het idee spoedig te zullen overlijden en toch, in tegenstelling tot alle |
| menselijke verwachtingen, had ik het goede geluk de brandende koorts te zien verdwijnen binnen zeven |
| dagen, enkel door het gebruik van dat geweldige homeopathische geneesmiddel tegen de meest ernstige |
| ontstekingen Aconitum, met behulp van een paar secondaire geneesmiddelen zoals Bryonia, Cannabis, |
| Nux vomica en Pulsatilla, voor enkele van de andere symptomen. Na de achtste dag begon het herstel.” |
| (Richard Haehl, „Samuel Hahnemann, his life and work‟, deel 2, blz. 229) |
| In Gross‟ brief wordt niet rechtstreeks gesproken van in afwisseling genomen middelen, maar uit de |
| context kunnen we afleiden dat Aconitum het hoofdmiddel was en vier andere middelen eveneens |
| werden ingezet in een tijdsbestek van zeven dagen. We mogen op z‟n minst concluderen dat de middelen |
| een goed complementair effect hadden. Het bijzondere is dat het met C-potenties werd bereikt. Op grond |
| van de aard der gekozen geneesmiddelen en de intensiteit van de klachten kunnen we vaststellen dat |
| Gross leed aan een „acute ziekte‟ of „collectieve- of tussenziekte‟. Gezien de hevigheid van de klachten |
| was Gross‟ achterliggende miasmatische constitutie klaarblijkelijk nog onbehandeld gebleven. |
| Anders lag het toen Hahnemann zelf ziek werd. |
| 159 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| “Verscheidene dagen voor haar overlijden werd ik ziek door een brief |
| van Rummel, zo heftig en zo ernstig dat ik met niemand kon spreken, ik |
| kon lezen noch schrijven. Moeizaam kwam ik een aantal keren per dag |
| van mijn bed om naar de stervende moeder te gaan (want ze had mij zo |
| gemist) zonder haar te laten zien dat ik ziek was. Staphisagria en |
| Arsenicum verscheidene keren per dag in afwisseling ingenomen hebben |
| mij gered, zodat ik herstellende was toen zij overleed. De ontrieving door |
| een staatsbegrafenis (verplicht hier), het begeleiden van mijn twee |
| dochters, het verdelen van het (behoorlijke) materiële erfgoed, en daarbij |
| een terugval in die soort van zenuwkoorts, die mij opnieuw gedurende een |
| dag of drie, vier van al mijn krachten beroofde.” |
| Afwisseling, een voorbeeld |
| Hier is sprake van drieërlei ziekmakende omstandigheden. Hahnemann‟s vrouw ligt op sterven, wat hem |
| diep aangrijpt. Er wordt een brief bezorgd die Hahnemann zo ontstelt dat hij enkele dagen niet kan |
| praten. Hierin vinden we de indicatie voor Staphisagria tegen (ten derde) een constitutionele Arsenicum- |
| achtergrond. Beide geneesmiddelen, in afwisseling ingenomen, helpen de dan 76-jarige Hahnemann er |
| weer bovenop. |
| Deze twee incidenten, het overlijden van zijn vrouw en de brief van Rummel (Staph.), grepen |
| Hahnemann zo aan dat de constitutie als reactie acuut miasmatische (Ars.) „zenuwkoorts‟ produceerde. |
| Verschillende ziektevormen die om verschillende medicatie vragen. |
| Over de toepassing van Sulphur bij het psorisch miasma schrijft Hahnemann in het voorwoord van |
| Bönninghausen‟s Repertory of anti-psoric remedies het volgende: |
| “Het is beter, om in plaats van deze doses (Sulphur) in snelle opeenvolging te geven na bijvoorbeeld |
| drie doses een passend intermediair geneesmiddel toe te dienen. Nux vomica, bijvoorbeeld, gedurende |
| acht of tien dagen, want de constitutie verzet zich vaak tegen het ongestoord door laten werken van |
| meerdere doses Sulphur, hoe noodzakelijk dat geneesmiddel ook is voor de chronische conditie. Door de |
| werking van deze intermediaire geneesmiddelen is de natuur meer genegen de gecontinueerde doses van |
| Sulphur rustig te laten werken, met een goede uitwerking op het systeem.” |
| (in: Richard Haehl: „Samuel Hahnemann, his life and work‟, deel 2, blz. 249) |
| Frequente dosering van Sulphur geeft, zeker bij C-potenties, problemen vanwege het sterk antipsorische |
| effect en de daardoor heftige reactie van de Dynamis. Deze toestand van overprikkeling en |
| overstimulatie wordt in balans gebracht door het intermediaire Nux vomica. Daarna neemt de Dynamis |
| aan meerdere doses Sulphur geen aanstoot meer, maar kan hij het geboden actiepotentiaal curatief |
| aanwenden tegen de psorische belasting. Vergelijkbare voorbeelden vinden we in Chronische Ziekten: |
| 160 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| kan wel, indien nodig, op de vierde dag na het begin, dus ongeveer 96 uur erna, worden toegediend. |
| Maar als de menses totnogtoe gewoonlijk te vroeg begonnen of te hevig waren of meerdere dagen bleven |
| voortsudderen, is het vaak nodig die vierde dag eerst een kleine dosis Nux vomica te laten ruiken (een |
| enkele globulus, met een hoge potentie bevochtigd) en dan pas vier tot zes dagen later het antipsoricum. |
| Is zo‟n vrouw echter erg gevoelig en zwak van zenuwgestel, dan moet ze, totdat ze beter begint te |
| worden, bijna elke keer 72 uur na het begin van de menstruatie eenmaal aan zo‟n korreltje ruiken, |
| ongeacht de voortzetting van de antipsorische behandeling.” |
| „Chronische Ziekten, blz. 168, voetnoot 1: |
| “Bij zo‟n ziekelijke gesteldheid der menses bereikt men in de behandeling van chronische ziekten niets |
| zonder het vermelde tussendoor gebruik van Nux vomica. Dit middel kan hierbij de door zo‟n |
| ongeordend regelverloop steeds weer opgeroepen disharmonie in de zenuwfuncties weer doen |
| accorderen en zo de overgevoeligheid en overprikkeldheid tot bedaren brengen, die anders voor de |
| heilzame werking van de antipsorica een onoverkomelijke hindernis zouden vormen.” |
| Als de menstruatieperiode een „dynamisch‟ dieptepunt in de maand vormt kunnen we met het |
| antipsorische constitutiemiddel beter nog even wachten. Het ligt voor de hand dat het antipsoricum door |
| z‟n dieptewerking zou kunnen zorgen voor een omgekeerd homeopathisch effect, dat wil zeggen: hevige |
| verergeringen. |
| Het „dynamisch dieptepunt‟, op te vatten als acuut miasmatische gesteldheid, wordt hier geneutraliseerd |
| door het intermediaire gebruik van Nux vomica. De passende antipsorica gaan erdoor beter hun werk |
| doen. Sterker nog, als we nalaten Nux vomica in te zetten en dus niets aan de ziekelijke gesteldheid van |
| de menses doen, haalt de chronische behandeling niets uit. Nux vomica wordt gegeven ongeacht de |
| voortzetting van de antipsorische behandeling. |
| De antipsorische behandeling is in dit geval slechts mogelijk omdat er tussendoor Nux vomica, in |
| afwisseling, wordt gegeven. Hahnemann kwam hiermee in 1835, toen hij nog uitsluitend met C- |
| potenties en een bijgevolg lagere innamefrequentie werkte. Door hun aard lenen LM-potenties zich |
| daarentegen bij uitstek voor toediening van diverse geneesmiddelen met kortere tussenpozen.Vanzelf |
| sprekend gerechtvaardigd door de symtomen behorende bij de onderliggende ziektesoort |
| Chronische Ziekten, blz. 155: |
| “Overigens zal het, naarmate enige verandering in de symptomen optreedt, ook hier vaak nuttig zijn |
| tussen de doses pure Sulphur soms een kleine gift Hepar sulphuris te voegen, eveneens in verschillende |
| potentiegraden (als er van tijd tot tijd meerdere giften noodzakelijk worden). Niet zelden kan ook ter |
| afwisseling naar gelang de omstandigheden een dosis Nux vomica (C30) of Mercurius (C30) worden |
| gegeven.” |
| De bij de psorische constitutie passende Sulphur en Hepar sulphuris worden afgewisseld met de door de |
| omstandigheden geïndiceerde Nux vomica en Mercurius, die allebei geen antipsorische |
| constitutiemiddelen zijn. Bij de chronische constitutiebehandeling met de minerale anti-psorica is zo nu |
| en dan het tussendoor gebruiken van Sulphur en Hepar en met enige regelmaat Mercurius geïndiceerd. |
| Chronische Ziekten, blz. 156: |
| “Maar toch ontstaat er bij zeer langdurige en gecompliceerde, meestal tevoren allopathisch verknoeide |
| ziekten bijna altijd de noodzaak, van tijd tot tijd gedurende de kuur weer eens een dosis Sulphur of |
| Hepar sulphuris te geven (al naar gelang de symptomen). Dat moet ook als de patiënten eerder al |
| 161 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Reactiemoeheid |
| Zelfs de chronische behandeling met minerale antipsorica maakt van tijd tot tijd een dosis Sulphur, |
| Hepar sulphuris of soms Mercurius noodzakelijk. Bij Sulphur en Hepar sulphuris is dat vanwege de |
| achterliggende reactiemoeheid, de psorische indifferentie. Door deze antipsorica wordt de Dynamis tot |
| reageren gestimuleerd. De geïndiceerde constitutionele minerale antipsorica kunnen zo beter hun werk |
| doen. Omdat de levenskracht soms de neiging heeft om of niet, of te heftig, te reageren, zijn Mercurius |
| en soms Nux vomica in het andere uiterste de tegenhangers van Sulphur en Hepar sulphuris. Bij |
| minerale constitutiemiddelen die met name ‟s avonds en ‟s nachts sterke verergeringen uitlokken, |
| denken we aan Mercurius om de opgeroepen, bijna acuut miasmatische toestand weer tot bedaren te |
| brengen. De Dynamis wordt ermee tot constructieve reacties aangezet, speciaal wanneer eerder grote |
| materiële doses zwavel of mineraalbaden zijn toegediend. |
| Zo ken ik het geval van een vrouw met ernstige longinfiltraten en bronchi-ëctasiën die, na drie bezoeken |
| aan een mineraal bad in Zwitserland, acuut miasmatische longproblemen ontwikkelde waarbij zij er na |
| een longontsteking op het nippertje met het leven vanaf kwam. |
| Een ander voorbeeld van het afwisselen van homeopathische middelen: |
| Chronische Ziekten, blz. 161 en 162: |
| “Sinds ik leerde de langdurige ziekten en kwalen te genezen door homeopathische vernietiging van hun |
| psorische oorsprong, ontdekte ik dat de epidemisch heersende wisselkoortsen bijna ieder jaar qua |
| karakter en symptomen verschillend waren en derhalve ook bijna ieder jaar door een ander, |
| verschillend geneesmiddel specifiek te genezen. Het ene jaar met Arsenicum, een ander jaar met |
| Belladonna of met Antimonium crudum, met Spigelia, Aconitum, Ipecacuanha afgewisseld met Nux |
| vomica, Salmiak, Natrium muriaticum, Opium, Cina alleen of in afwisseling met Capsicum, met alleen |
| Capsicum, met Menianthes trifoliata, Calcarea carbonica, Pulsatilla, een der beide Carbo-vormen, |
| Arnica alleen of in afwisseling met Ipecacuanha enz.” |
| Tussenziekten behandeld met afwisseling van middelen |
| Dit citaat uit Chronische Ziekten laat zien we hoe Hahnemann bij de behandeling van epidemische |
| ziekten, door hem ook wel tussenziekten genoemd, geneesmiddelen afwisselde binnen de behandeling |
| van één ziektebeeld. Let wel: in afwisseling, niet tegelijkertijd. Verder valt op dat hij eveneens |
| afwisselde met antipsorica die op de constitutie en niet op een acute ziekte worden voorgeschreven. |
| Geneesmiddelen als Natrium muriaticum en Calcarea carbonica zijn beide diepwerkende |
| constitutiemiddelen. Dat Arsenicum en Antimonium crudum ten tonele verschijnen hoeft geen verbazing |
| te wekken omdat ze allebei regelmatig zijn aangewezen bij ziektetoestanden die een acuut miasmatisch |
| karakter dragen. Voorts zien we dat Hahnemann afwisselde met één der beide Carbo‟s om, |
| overeenkomstig hun aard, de dreigende reactiemoeheid - de psorische indifferentie - het hoofd te bieden. |
| Verderop in dezelfde voetnoot: |
| Chronische Ziekten, blz. 162: |
| “Ook in het begin van de kuur van een epidemische wisselkoorts kan de homeopathische arts het zekerst |
| handelen door iedere keer een subtiele dosis Sulphur toe te dienen of in de daarvoor geschikte gevallen |
| Hepar sulphuris in een klein korreltje of via eraan te ruiken. Dan moet hij enkele dagen afwachten, tot |
| de eruit voortvloeiende verbetering weer stilstaat. |
| 162 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| bij alle lijders aan wisselkoorts in elke epidemie voornamelijk psora betrokken is, is in de aanvang van |
| iedere behandeling van een epidemische wisselkoorts een minieme dosis Sulphur of Hepar sulphuris van |
| wezenlijk belang, waardoor de zieke met des te meer zekerheid en gemak herstelt.” |
| Reeds voor de ziekte, de wisselkoorts in dit geval, echt doorzet geeft Hahnemann vooraf een dosis |
| Sulphur om het potentiële gebrek aan reactievermogen in de kiem te smoren. Kan de Dynamis het vanaf |
| dan, door de verbetering van de psorische ondergrond, alleen klaren dan is geen ander, niet-antipsorisch |
| geneesmiddel benodigd. Maar als het herstel stagneert, kan alsnog het bij de genus epidemicus passende |
| acute plantaardige of dierlijke middel worden ingezet. |
| Het acute middel heeft een betere uitwerking omdat de levenskracht dankzij Sulphur vitaler reageert. |
| Afwisselen van geneesmiddelen is feitelijk niets nieuws. Denk bijvoorbeeld aan de patiënt die na een val |
| - twee weken na het laatste constitutionele voorschrift - toch maar even Arnica komt halen! |
| 163 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| toegemeten vanuit de ziekteclassificatie. Het beoogde doel is het bewerkstelligen van een diepe, |
| genezende respons op het passende minerale antipsorische constitutiemiddel. Zodra dit doel is bereikt |
| wordt uitsluitend het constitutiemiddel gebruikt. Middelen worden soms met heel korte tussenpozen |
| afgewisseld. |
| 164 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Palliatief behandelen |
| De homeopathie heeft veel te bieden bij onomkeerbare ziekteprocessen. Homeopathische behandeling |
| betekent voor patiënten met een irreversibele ziekte vaak een weldaad, bijvoorbeeld met betrekking tot |
| pijnbestrijding. Tot op het laatst van het ziekteproces kan de patiënt relatief pijnvrij worden gehouden, |
| zonder dat toevlucht hoeft te worden genomen tot bewustzijnsverlagende medicijnen. We doelen hier op |
| ernstig zieke patiënten die naar een kwalititief goede laatste levensfase streven met behulp van |
| homeopathie. Voor patiënt zowel als homeopaat is dit een intensieve en enerverende gebeurtenis. |
| Van doorslaggevend belang is intensief, meestal dagelijks contact, speciaal bij ernstig lijden. De |
| homeopaat moet continue aanspreekbaar zijn om desgewenst het geneesmiddel te wijzigen of de |
| dosering of innamefrequentie bij te stellen. De chronische gesteldheid is in zulke gevallen een |
| doorlopende ziektetoestand, die overeenkomsten vertoont met acuut miasmatische ziekten. |
| Plantaardige middelen |
| Met plantaardige middelen bereiken we in zulke ernstige situaties dikwijls het meest. Omdat genezing |
| niet meer mogelijk is kunnen we diepwerkende antipsorica beter achterwege laten. De chronisch |
| miasmatische ziekteconditie is onomkeerbaar en volgt haar eigen verloop. Desondanks kunnen de |
| machteloze activiteiten van de Dynamis de patiënt wel in een toestand van totale ontreddering brengen. |
| Ze roeren zich op een voor de patiënt belastende en uitputtende manier. Deze door pathologie |
| gedomineerde toestand wordt door passende homeopathische middelen min of meer draaglijk gehouden, |
| zodat bijvoorbeeld niet naar bewustzijnsdempende opiumderivaten hoeft te worden gegrepen. |
| Urgente en levensbedreigende situaties |
| Organon, voetnoot 1, §67: |
| “Een uitzondering vormen de zeer urgente gevallen, waar door levensgevaar of doodsdreiging voor de |
| werking van homeopathische middelen geen enkele tijd, geen uren, zelfs geen kwartieren, nauwelijks |
| minuten ter beschikking staan. |
| Bij plotselinge accidenten bij tevoren gezonde mensen, zoals ademstilstand, schijndood door bliksem, |
| verstikking, bevriezing, verdrinking enz. is het geoorloofd en zinvol een palliativum toe te passen, |
| bijvoorbeeld matige elektrische prikkels, sterke koffie-clysmata, prikkelende reukstoffen, geleidelijke |
| verwarming en dergelijke. |
| Daardoor worden om te beginnen de prikkelbaarheid en het gevoel, dus het fysieke leven, in ieder geval |
| weer opgewekt. Is iemand dan weer gereanimeerd, dan neemt het spel van de orgaanfuncties zijn |
| gezonde loop als tevoren, omdat hier geen ziekte maar alleen blokkade en onderdrukking van de op |
| zichzelf gezonde levenskracht hoefde te worden weggenomen.” |
| Vanuit homeopathische optiek zijn allopatische prikkels alleen dan geïndiceerd wanneer de levenskracht |
| door oorzaken van buitenaf niet meer kan voldoen aan haar meest basale taak: instandhouding van het |
| leven. Voor Hahnemann was de toepassing van allopathische medicatie als palliatief tijdens de |
| homeopathische behandeling uitgesloten. Het was hem een doorn in het oog: |
| Organon, voetnoot 11, §67: |
| 165 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| palliatieven door te drukken, samen met andere verderfelijke allopathische rommel. En dat alleen om |
| zich de moeite te sparen voor ieder geval het passende homeopathische geneesmiddel op te zoeken. Zo |
| kunnen ze gemakkelijk homeopathische artsen lijken zonder het echt te zijn. Hun daden zijn er ook naar, |
| in één woord verderfelijk.” |
| En verder in Organon, voetnoot 1, §148, waar hij doelt op de heren (en dames tegenwoordig) van de |
| van-alles-wat-sekte: |
| “Wie zou het wagen zulk lichtzinnig, schadelijk gebroed de eer aan te doen ze naar de naam van de zeer |
| moeizame, maar ook heilzame kunst „homeopathische geneesheren‟ te noemen? Het is te hopen, dat zij |
| hun gerechte loon niet ontgaan en zelf, eens ziek geworden, op dezelfde manier worden behandeld!” |
| Tussendoor gebruik van allopathie |
| Rancune ten aanzien van hen die „zijn‟ homeopathie in diskrediet brengen en daarmee de patiënten |
| tekort doen, kan Hahnemann niet worden ontzegd! Het roept de vraag op of het tussendoor gebruiken |
| van willekeurig welke allopathische medicatie de levenskracht tegenwerkt en daarmee de genezing - het |
| doel van de homeopathische behandeling. |
| Ieder onderdrukkend allopathisch medicijn vertraagt het herstel en zodoende de genezing. Het is niet |
| ondenkbaar dat frequent allopathisch gebruik de homeopathische behandeling op den duur volledig |
| ondermijnt. Dat de patiënt dit soort medicatie - op eigen houtje - gedurende de homeopathische |
| behandeling inneemt moet dan ook worden afgeraden. |
| Het zou eigenlijk niet mogen voorkomen dat de homeopaat adviseert dergelijk medicijngebruik af te |
| bouwen. Wie weet hoe een en ander op grond van de ziekteclassificatie homeopathisch kan worden |
| opgelost, kan erop staan dat de allopathische medicatie zo snel mogelijk wordt gestaakt. Het is hier een |
| overweging om patiënten die zich bij herhaling vergrijpen aan allopathische medicatie, daarmee |
| mogelijk alle homeopathische inspanningen tenietdoend, verdere homeopathische behandeling te |
| weigeren. |
| Substitutietherapie |
| Een uitzondering moeten worden gemaakt voor substitutietherapie. Wanneer van een bepaald orgaan de |
| functie totaal is uitgevallen is het niet met het leven verenigbaar om de patiënt, bijvoorbeeld, het gebruik |
| van insuline of cortisonen te ontzeggen. Dit is absoluut uitgesloten. Zulke substanties vullen aan wat in |
| het organisme volledige ontbreekt. Bij relatief lichte deficiënties, zoals ouderdomsdiabetes, kan door |
| adequate antipsorische behandeling de behoefte aan substituerende insuline drastisch worden |
| verminderd of zelfs overbodig gemaakt. De verleiding terug te vallen op allopathische behandelwijzen |
| wordt geneutraliseerd door kennis en inzicht en daardoor opgedane ervaring. |
| Hahnemann zag zich soms bij voorbaat voor een hopeloze taak geplaatst. Wij hebben onszelf zonder |
| twijfel ook wel eens in zo‟n situatie bevonden. Of wij hier Hahnemann‟s advies moeten volgen of de |
| patiënt toch telkens opnieuw het voordeel van de twijfel moeten gunnen, zal per situatie verschillen en |
| uiteindelijk worden bepaald door de patiënt zelf of afhangen van het temperament en geduld van de |
| homeopaat. |
| Chronische Ziekten, blz. 138: |
| 166 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| schuld draagt en die hij niet bij machte is te veranderen, geduldig en gelijkmoedig te dragen, als |
| verdriet en gram onafwend-baar op hem afkomen zonder dat de arts in staat is deze grootste |
| levenverstoorders voorgoed van hem af te wenden? Laat dan de arts liever de behandeling van die |
| chronische ziekte opgeven en de zieke aan zijn lot overlaten. Want daar waar de levenshouding door |
| voortdurende aanvallen op de gemoedsgesteldheid wordt verstoord, kan zelfs de meest magistrale |
| behandelingsstrategie met optimaal uitgezochte en voor de lichamelijke aandoening passende genees- |
| middelen niets, helemaal niets goeds uitrichten voor welke chronische patiënt ook die onder |
| voortdurende zorg en narigheid gaat gebukt. Het is dwaasheid door te gaan met het mooiste bouwwerk, |
| als de grond eronder elke dag, hoe geleidelijk ook, door aanspoelende golven wordt ondermijnd.” |
| Chronische Ziekten, voetnoot 1, blz. 138: |
| “Tenzij de patiënt weinig of geen reden zou hebben voor zijn ontstemming of verdriet of vrijwel geen |
| aanleiding tot ergernis van buitenaf. Dan zou hij dus meer voor zijn affectieve stoornis behandeld |
| moeten worden met de antipsorische middelen die zijn resterende chronische ziektesymptomen ook |
| dekken. Dat zijn gevallen die niet alleen te genezen, maar vaak zelfs simpel te genezen zijn.” |
| Gezonde levenshouding – lotsbeschikking en karma |
| Wat Hahnemann lotsbeschikkingen noemt, noemen wij tegenwoordig karma. Het moge duidelijk zijn |
| dat homeopathische behandeling geenszins de individuele lotsbeschikking in de weg staat. Het is eerder |
| omgekeerd. Overeenkomstig Hahnemann‟s beschrijving van incidenten heeft homeopathie juist een |
| ondersteunende functie. De individuele levensomstandigheden en de reacties erop helpen ons het |
| passende geneesmiddel te vinden. Dit middel helpt de patiënt de voor hem „gezonde‟ verhouding ten |
| opzichte van zijn levensomstandigheden te vinden. Geduld is hier een schone zaak. |
| Ik herinner mij een patiënte die meteen na haar geboorte werd afgestaan door haar moeder. Voor haar |
| 16e levensjaar verloor zij beide pleegouders (door vroegtijdig overlijden) en haar pleegbroer (door een |
| bromfietsongeval). Zij voelde zich hierdoor opnieuw totaal alleen staan. Zij worstelde met kwesties |
| zoals: “Durf ik ooit kinderen te krijgen? Ik weet niet eens hoe dat moet! En durf ik me überhaupt nog |
| wel met mensen te verbinden?” |
| Tijdens de homeopathische behandeling kwam steeds sterker de drang opzetten op zoek te gaan naar |
| haar biologische moeder. Na lang wikken en wegen gaf zij er schoorvoetend aan toe. Ondanks het grote |
| geheim dat haar dochter in haar leven betekende reageerde de biologische moeder direct op het via een |
| officiële instantie gedane verzoek om contact. De verbinding werd voorzichtig hersteld. |
| Nu, jaren later, heeft zij een relatie en twee gezonde kinderen. |
| Soms blijken ogenschijnlijk maar ook daadwerkelijk tegenwerkende krachten de mens in staat te stellen |
| de levensdraad terug te vinden en op te pakken. |
| Naar mijn ervaring kan homeopathische behandeling karmische processen als geen ander ondersteunen. |
| Waar de uiteindelijke „oplossing‟ voor de levensproblematiek niet wordt gevonden, maakt het palliatieve |
| effect op de gevolgen van de levensomstandigheden, de behandeling toch zinvol. De omstandigheden |
| zelf veranderen niet, maar wel hoe ermee wordt omgegaan. Dan kunnen wij uit de vicieuze cirkel |
| vandaan komen en de behandeling van de psorische belasting van de levenskracht beginnen. |
| 167 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Samuel Hahnemann, Chronische Ziekten. |
| Samuel Hahnemann, Organon (1e, 4e, 5e en 6e editie). |
| Rima Handley, In search of the later Hahnemann. |
| J.T. Kent, Lectures on hom. philosophy |
| Roberts, Princeples and Art of Cure |
| Samuel Hahnemann, Lesserwriting |
| 168 |
| " class="SlidePreviewThumbnail_noScript__A7ZNU"/> |
| Organon en Chronische Ziekten |
| Ewald Stöteler |
| 1 |
| " data-testid="vertical-slide-image" fetchpriority="high" loading="eager" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-1-2048.jpg"/> |
| groot dat mijn cursisten soms spreken van omscholen in plaats van bijscholen. |
| De ervaringen van de afgelopen jaren hebben me ook geleerd dat het niet eenvoudig is de omslag naar de |
| homeopathie van Hahnemann te maken. Het vereist een heel andere manier van werken, hetgeen |
| grondige studie vereist. |
| Dat de homeopathie zoals door Hahnemann aangegeven in praktijk wordt gebracht, is gezien de |
| mondiale pathologische ontwikkelingen van het grootste belang. |
| De homeopatische geneeskunst kent vele stromingen, die zich vaak ver van Organon en Chronische |
| ziekten, hebben verwijderd. Dit heeft mij er mede toe aangezet dit boek te schrijven. |
| Het risico bestaat dat dit boek, slechts op onderdelen in praktijk wordt gebracht, zoals dit ook met |
| Organon en chronische ziekten nu het geval is. Dan ontstaat een gebrek aan overzicht, met consequenties |
| voor het resultaat van de behandeling van de patiënt. |
| Naar de toekomst acht ik bescherming van deze vernieuwing dan ook noodzakelijk. |
| Onder het copyright valt, dat dit boek op homeopathie opleidingen niet zonder meer als lesmateriaal |
| gebruikt mag worden Degene die de lessen verzorgt zal zich eerst moeten bekwamen en certificeren in |
| deze, zo andere, benaderingswijze. |
| Het is daarom dat de lezer van harte uitgenodigd wordt zich te scholen danwel bij te scholen in deze |
| benaderingwijze. |
| De bijscholingen worden verzorgd door de Stichting Hahnemann-homeopathie. |
| Voor verdere informatie kunt U zich richten tot: |
| www. scholingsweg@hahnemannhomeopathie.com |
| Door de Stichting Hahnemann-homeopathie zullen de deelnemers aan scholing en of bijscholing worden |
| getoetst en gecertificeerd. |
| De auteur. |
| 3 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-3-2048.jpg"/> |
| Patents Act, 1988, no part of this book may be reproduced, used as teaching material, stored or transmitted, in any form or by any means, |
| without the prior written permission of the publishers. Enquiries should be addressed to: |
| Emryss bv Publishers |
| Duinoordstraat 78 |
| 2023 WE Haarlem |
| The Netherlands |
| First edition feb 2003 |
| © 2003 Emryss bv Publishers |
| Haarlem, The Netherlands |
| Tel: +31 235 275060 // Fax: +31 235 259040 |
| CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG |
| Stöteler Ewald |
| Hahnemann begrijpen |
| / Ewald Stöteler.-Haarlem: Emryss bv |
| Cover: Olivier Bakker/Jenni Tree |
| Edited by: Gerda Zaalberg/Frans Vermeulen/ |
| Layout: Ary bakker |
| ISBN 90-76189-08-0 |
| Access code: Homoeopathy, Hahnemann, Organon, Chronische Ziekten. |
| 4 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-4-2048.jpg"/> |
| Als kind van zijn tijd is Hahnemann de vader der homoeopathie. Wij zijn, overdrachtelijk gezien, zijn |
| nazaten. Of wij zijn geestverwanten zijn mag worden betwijfeld. Hahnemann had er weinig hoop op met |
| zijn tijdgenoten, dus waarom zouden wij er aanspraak op mogen maken? Hij had zich geen bescheiden |
| doel gesteld, zoals blijkt uit zijn Voorwoord voor de eerste editie van Chronische Krankheiten [1828]: |
| "Maar in het mededelen van deze grote ontdekking aan de wereld moet ik tot mijn spijt betwijfelen of |
| mijn tijdgenoten de logische volgorde van mijn leer zullen begrijpen en of zij die nauwgezet zullen |
| navolgen en zo voor de lijdende mensheid het onbegrensde heil verwerven dat automatisch moet |
| voortvloeien uit getrouwe en stipte naleving van deze leer, of dat zij, afgeschrikt door het ongehoorde |
| van veel van deze onthullingen, ze niet liever onbeproefd en daardoor nutteloos laten." |
| Hahnemann was een kind van zijn tijd en we moeten zijn woorden lezen in die context, al neemt het niet |
| weg dat het hebben van baanbrekende ideeën en het overbrengen ervan niet vanzelfsprekend samengaan. |
| We moeten vaststellen, tot onze spijt wellicht, dat Hahnemann de ongelukkige combinatie in zich droeg |
| een geniale grondlegger en een beroerde pleitbezorger te zijn. |
| De commotie ontstond over Hahnemann‟s concept dat chronische ziekten berusten op chronische |
| miasma‟s, een denkbeeld dat hij eerder introduceerde in zijn Organon. Hij noemt syfilis en sycosis |
| [vijgwrat-tenziekte] twee "eigensoortige inwendige chronische miasmatische ziekten". "Maar onmetelijk |
| veel uitgebreider en dus veel belangrijker" dan deze twee "is het chronische miasma van de psora." In |
| Chronische Krankheiten noemt hij psora "de draak met duizend koppen", "de oudste en veelkoppigste |
| van alle miasmatische chronische ziekten" en "de moeder van alle ziekten". |
| Aldus herkent Hahnemann een drietal chronische ziektevormen die berusten op erfelijkheid of infectie. |
| Ze zijn meegekregen of in het individuele leven verworven. De basis van deze leer, de zogenaamde |
| miasmaleer, is nadien door talloze auteurs en homoeopaten becommentarieerd en van andere |
| benaderingen voorzien. Daar waar Voegeli met betrekking tot psora voornamelijk spreekt over |
| "assimilatiestoornissen van voor de opbouw van het organisme noodzakelijke mineralen", noemt Allen |
| zonde en schuld als grond van dit miasma. De interpretatie van de diverse miasma‟s is in de loop der tijd |
| geleidelijk veranderd. De laatste jaren, bijvoorbeeld, doet de visie van de Argentijnse homoeopaat |
| Elisalde de Masi opgang. Deze schrijft psora toe aan de "oorspronkelijke afscheiding van God". Dit |
| trauma werkt door in twee hoofdthema‟s: Een innerlijk gevoel van kwetsbaarheid, onzekerheid en angst, |
| en de projectie hiervan op de buitenwereld. Het gevoel van afscheiding, ook wel Zondeval of verlies van |
| het Paradijs genoemd, roept een nostalgisch verlangen op naar de beslotenheid en vreedzaamheid van de |
| oorspronkelijke eenheid, alsmede een schuldgevoel dit door eigen toedoen te hebben verspeeld. De |
| verbroken eenheid, in het groot de Zondeval, in het klein de geboorte [de val uit de baarmoeder], is het |
| fundament van psora en leidt tot het basale symptoom van dit miasma: een gevoel van gemis. |
| Psora als latente ziektetoestand komt tot ontwikkeling door bijvoorbeeld de onderdrukking van |
| fysiologische uitscheidingsprocessen [zweet, urine, ontlasting, menstruatie] of, zoals Hahnemann stelt, |
| door "het levensbeginsel verzwakkende hartstochten, door zorg en verdriet, maar vooral door |
| ondoelmatige geneeskundige behandeling". Een van de voornaamste verschijningsvormen van psora |
| werd door Hahnemann gezien als een jeukende huiduitslag: krätze. |
| Is Krätze de oorzaak van psora of verhoogt psora de vatbaarheid voor (Krätze)? Kunnen we psora |
| gelijkstellen aan zoiets als verlaagde weerstand of, om in moderne termen te spreken, verminderde |
| werking van het immuunsysteem? Belangrijker evenwel dan beantwoording van de eeuwenoude kip-of- |
| ei-vraag is: hoe lossen we het op? |
| Door getrouwe en stipte inachtneming van Hahnemann‟s ware leer, stelt Ewald Stöteler voor. Vergeten |
| bouwstenen van Hahnemann‟s leer, zoals de miasmaleer, de ziekteclassificatie en de toepassing van LM- |
| 5 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-5-2048.jpg"/> |
| andere bronnen. Het is een bouwwerk geworden waarop we kunnen voortbouwen. Er is grondleggend |
| werk verricht. En bovendien: Ewald Stöteler is een Nederlandse pleitbezorger op z‟n Hollands - |
| rechttoe-rechtaan: een die je niet onberoerd laat. |
| Frans Vermeulen, Molkom [Zweden]. |
| 6 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-6-2048.jpg"/> |
| Voorwoord 15 |
| Vernieuwend 15 |
| Bloeiperiode 16 |
| Ontwikkeling homeopathie 16 |
| Inleiding 19 |
| Organon en Chronische Ziekten 19 |
| J.T. Kent en nieuwe „meesters‟ 19 |
| LM-potenties, anti-miasmatische behandeling, ziekteclassificatie 22 |
| 1. Het holistisch mensbeeld 24 |
| Genetica 24 |
| Relativiteitstheorie 24 |
| Gevoel en emotie 26 |
| Denken 28 |
| Samenvatting 29 |
| 2. Ziekte en gezondheid 30 |
| Wat is gezond? 30 |
| Wat is ziek? 30 |
| Acute ziekten 32 |
| Chronische ziekten 33 |
| Iatrogene ziekten 33 |
| Onechte chronische ziekten 33 |
| 3. Belang en consequenties van de gelijksoortigheidsregel 35 |
| Gelijksoortigheidsregel 35 |
| Functioneel stoffelijk symptoom 35 |
| Lokalisatie 35 |
| Sensatie 37 |
| Modaliteit 38 |
| Concomitant 38 |
| Particular 39 |
| Emotionele- en gevoelssymptomen 40 |
| Oorzaak of „causa‟ 40 |
| Mentaal symptoom 41 |
| Generaliteiten 42 |
| Biografische gebeurtenissen, incidenten 45 |
| Erfelijke belasting 45 |
| Blokkade 46 |
| Geneesmiddelgebruik 46 |
| Samenvatting 48 |
| 4. De homeopathische anamnese 49 |
| Anamnese 49 |
| Repertorisatie 49 |
| Consult 50 |
| Onbevangen en opmerkzaam 50 |
| Gezond verstand 51 |
| 7 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-7-2048.jpg"/> |
| Eigen functioneren 53 |
| Methodiek 54 |
| Attent luisterende houding 57 |
| Hoofd-voeten-schema 58 |
| Open vragen 58 |
| Eigen waarneming homoeopaat 59 |
| „Acute‟ anamnese 62 |
| Samenvatting 63 |
| 5. Veranderingen binnen de homeopathische doctrine 64 |
| Geschiedenis van de homeopathie 64 |
| Aspecten van de homeopathie 65 |
| Classificatie van ziekten 68 |
| Acute ziekten - incidenten 68 |
| Chronische Ziekten, blz. 160: 69 |
| Chronische Ziekten, blz. 157 en 158: 71 |
| Illustratie 73 |
| Samenvatting 74 |
| Collectieve ziekten – epidemische ziekten 74 |
| Chronische Ziekten, blz. 161: 77 |
| Behandeling van de chronische ziekte 77 |
| „Acute‟ geneesmiddelen 78 |
| Acuut miasmatische ziekten 79 |
| 6. Ziekteclassificatie 80 |
| Chronische ziekten 80 |
| Chronische ziekten – ander uitgangspunt 81 |
| Actie = reactie 82 |
| Het Psora miasma 83 |
| Chronische ziekten, blz. 127: 85 |
| Antipsorica 86 |
| Chronische Ziekten, blz. 176: 86 |
| Het Sycotisch miasma 88 |
| Chronische Ziekten, blz. 103: 88 |
| Chronische Ziekten, blz. 105: 90 |
| Het Syfilitisch miasma 91 |
| Chronische Ziekten, blz. 106: 92 |
| Chronische Ziekten, blz. 109: 92 |
| De ziekteclassificatie centraal 94 |
| Samenvatting 94 |
| 7. Gebruik geneesmiddelen in relatie tot ziekteclassificatie 96 |
| Vijf verschillende geneesmiddelgroepen 96 |
| De vijf geneesmiddelrijken 96 |
| Symptomen en geneesmiddel 97 |
| Chronische Ziekten, blz. 4: 98 |
| Geneesmiddelen relaties 98 |
| Plantaardige en dierlijke geneesmiddelen 98 |
| Chronische Ziekten, blz. 5 en 6: 99 |
| 8 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-8-2048.jpg"/> |
| De minerale geneesmiddelen 101 |
| Chronische Ziekten, blz.176: 102 |
| Chronische Ziekten, blz. 161 en 162: 103 |
| Chronische Ziekten, blz. 161: 104 |
| Chronische Ziekten, blz. 158: 105 |
| Geneesmiddelen in afwisseling 105 |
| En in de Chronische Ziekten, blz. 161 en 162: 105 |
| De nosoden 107 |
| Chronische Ziekten, blz. 185: 109 |
| Tautopathische geneesmiddelen 110 |
| Overige homeotherapie – psora in juiste baan 112 |
| Psorische indifferentie 112 |
| Chronische Ziekten, blz. 156: 114 |
| Tussenmiddelen 115 |
| Chronische Ziekten, blz. 176: 115 |
| Chronische Ziekten, blz. 162, 163 en 164: 117 |
| Chronische Ziekten, blz. 127: 118 |
| Miasma als ziekte tendens 119 |
| Voorafgaande ontregeling 120 |
| Samenvatting 121 |
| 8. Analyse anamnese vanuit ziekteclassificatie 123 |
| Classificeren van ziekte 123 |
| Chronische Ziekten, blz. 1: 124 |
| Nuancering in de verschillende vormen van ziek-zijn 125 |
| Dynamis streeft naar overleven 127 |
| Casus menstruatieproblemen 129 |
| Ten eerste: constitutioneel 130 |
| Ten tweede: biografie 130 |
| Ten derde: biografisch/erfelijke tendensen 131 |
| Behandeling van kinderen 133 |
| Ziektetendensen en ziektesoorten 135 |
| Vragenlijst voor benadering casuïstiek vanuit ziekteclassificatie 138 |
| Vraag 1 Problematiek, realiteit, beeld 138 |
| Vraag 2 Symtomen, (leef)omstandigheden 139 |
| Vraag 3 Chronische ziekte, endogeen miasmatische oorzaak 139 |
| Vraag 4 Chronisch: dynamiek en verloop 140 |
| Vraag 5 Familiaire (erfelijke) ziektetendens 142 |
| Vraag 6 Geneesmiddelgebruik, iatrogene ziekte 143 |
| Vraag 7 Geblokkeerde reactie 144 |
| Chronische Ziekten, blz. 155: 144 |
| Chronische Ziekten, blz. 156: 145 |
| Richting aan de behandeling 145 |
| Samenvatting 146 |
| 9. Complementaire effecten 148 |
| Hiërarchie en geneesmiddelrelaties 148 |
| Antidote 148 |
| 9 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-9-2048.jpg"/> |
| Compatible 150 |
| Complementair 150 |
| Chronische Ziekten, blz. 157 en 158: 151 |
| Werking antipsorisch middel gaat door 152 |
| Lagere potenties 153 |
| Afwisseling van geneesmiddelen 153 |
| Chronische Ziekten, blz. 160: 155 |
| Chronische Ziekten, blz. 160 en 161: 156 |
| Verstorende invloeden 156 |
| Chronische Ziekten, blz. 161: 157 |
| Bewust gebruik van complementair effect 159 |
| Chronische Ziekten, blz. 161 en 162: 159 |
| Tussendoor gebruiken van speciale geneesmiddelen 160 |
| Chronische Ziekten, blz. 127: 161 |
| Ziekten in het voorgeslacht 163 |
| Behandeling van het jonge kind 164 |
| Latente tendensen herkennen 165 |
| Holistische totaalbenadering 165 |
| Ziektedynamica 166 |
| Samenvatting 169 |
| 10. De antipsorische behandeling als centraal thema 170 |
| Antipsorische behandeling 170 |
| Chronische Ziekten, blz. XX1: 171 |
| Ontwikkeling van de homeopathie 171 |
| Chronische Ziekten, blz. 5: 171 |
| Chronische Ziekten, blz. 6: 171 |
| „Chronische Ziekten, blz. 8: 172 |
| Psora gewekt 174 |
| „Chronische Ziekten, blz. 121: 175 |
| Chronische Ziekten, blz. 127: 175 |
| Karakter van psora 175 |
| Chronische Ziekten, blz. 11: 176 |
| Ontwikkeling psora miasma 177 |
| Chronische Ziekten, blz. 176: 177 |
| Primaire zorg van de Dynamis 178 |
| Voorschrijven op miasmatische achtergrond 180 |
| Samenvatting 181 |
| 11. Epidemische ziekten en de wisselziekten 182 |
| Blokkerend effect 182 |
| Appèl op de levenskracht 183 |
| Chronische Ziekten, blz. 161: 184 |
| Chronische Ziekten, blz. 163 en 164: 184 |
| Voortzetting van de chronische constitutionele behandeling 184 |
| Chronische Ziekten, blz. 163: 185 |
| Breekpunt in de biografie 185 |
| Wisselziekten – ritme, regelmaat, periodiciteit 186 |
| 10 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-10-2048.jpg"/> |
| 12. De behandeling van psychische ziekten 189 |
| Intensieve ziektegevallen – de psychisch zieke patiënt 189 |
| Eénzijdige ziekten - symptoomschaarste 189 |
| Grondige anamnese 191 |
| Afwisseling ook hier 193 |
| Een voorbeeld uit de casuistiek. 193 |
| Gebruik van psychofarmaca 194 |
| Psychische klachten door „oorzaak van buiten‟ 195 |
| Samenvatting 196 |
| 13. Gebruik van geneesmiddelpotenties in de homeopathie 198 |
| Hoge potenties 198 |
| Inzichtelijk homeopathisch handelen 199 |
| Twee verschillende potentiereeksen 200 |
| De bereiding van homeopathische geneesmiddelen 201 |
| Dynamisatieproces 203 |
| Chronische Ziekten, blz. 182: 203 |
| Vermoeiende proefnemingen 203 |
| Verdere ontwikkelingen 206 |
| Kennislacunes bij de beroepsgroep 207 |
| De LM potentie 208 |
| Bereiding van de LM potentie 208 |
| Samenvatting 213 |
| 14. Het gebruik van LM-potenties in de praktijk 214 |
| Verschillen tussen C- en LM-potenties 214 |
| In het oog springende verschillen 215 |
| Centesimale reeks 216 |
| Basisoplossing 218 |
| Niet ongemodificeerd herhalen 218 |
| Potentie, dosering en frequentie van inname afstemmen 219 |
| Diversiteit van geneesmiddelinnamen 221 |
| Homeopathische verergeringen 221 |
| Chronische Ziekten, blz. 105: 222 |
| Een andere ziektesoort als ingang 223 |
| Het geneesmiddel in oplossing 223 |
| Snuifdoses 224 |
| Zware pathologie 224 |
| Psora in de juiste baan 225 |
| Chronische endogeen miasmatische ziekte 226 |
| Chronische Ziekten, blz. 158: 227 |
| Eindverergering 227 |
| Chronische Ziekten, blz. 127: 228 |
| Diep constitutionele werking 228 |
| Genezing nadert voltooiing 229 |
| Tot de eindverergering toe 231 |
| Samenvatting 234 |
| 15. Olfactie als wijze van geneesmiddelinname 235 |
| 11 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-11-2048.jpg"/> |
| Chronische Ziekten, blz. 157: 236 |
| Chronische Ziekten, blz. 157, voetnoot 1: 237 |
| Chronische Ziekten, blz. 157: 237 |
| Chronische Ziekten, blz. 161: 238 |
| Chronische Ziekten, blz. 168: 238 |
| Betrouwbare geneesmiddelimpuls 239 |
| Samenvatting 240 |
| 16. Afwisseling van homeopathische geneesmiddelen 241 |
| Geen combinaties – geen middelen tegelijk 241 |
| Verschillende geneesmiddelen op verschillende tijdstippen 242 |
| Afwisseling, een voorbeeld 244 |
| Chronische Ziekten, blz. 168: 245 |
| „Chronische Ziekten, blz. 168, voetnoot 1: 246 |
| Chronische Ziekten, blz. 155: 247 |
| Chronische Ziekten, blz. 156: 247 |
| Reactiemoeheid 247 |
| Chronische Ziekten, blz. 161 en 162: 248 |
| Tussenziekten behandeld met afwisseling van middelen 248 |
| Chronische Ziekten, blz. 162: 249 |
| Samenwerking 250 |
| 17.Palliatieve behandeling: wanneer wel/niet behandelen 251 |
| Palliatief behandelen 251 |
| Plantaardige middelen 251 |
| Urgente en levensbedreigende situaties 252 |
| Tussendoor gebruik van allopathie 253 |
| Substitutietherapie 253 |
| Chronische Ziekten, blz. 138: 254 |
| Chronische Ziekten, voetnoot 1, blz. 138: 254 |
| Gezonde levenshouding – lotsbeschikking en karma 255 |
| 18. Literatuur 257 |
| Notities ruimte |
| 12 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-12-2048.jpg"/> |
| Vernieuwend |
| Het lijkt wat ambitieus een vernieuwend boek over homeopathie te willen schrijven. Het is mijns inziens |
| echter een gegeven dat de werken van Hahnemann heden ten dage niet meer intensief bestudeerd worden |
| en wellicht nog minder begrepen. Enerzijds is dit te verklaren door Hahnemann‟s soms moeilijke |
| schrijfstijl, anderzijds doordat de huidige homeopathie zich ver heeft verwijderd van de werkwijze van |
| Hahnemann zelf. Tijdens zijn leven heeft Hahnemann in de opeen-volgende publicaties van het Organon |
| steeds wijzigingen, nieuwe inzichten en ervaringen toegevoegd. Dit vroeg de nodige flexibiliteit van |
| Hahnemann‟s leerlingen, evenals het nu wellicht moeilijk zal zijn de conclusies in dit boek serieus te |
| nemen. |
| Het voor u liggende boek wil een brug vormen. Het wil een synthese zijn tussen wat Hahnemann heeft |
| geschreven in de zesde editie van het Organon en in de Chronische Ziekten. |
| De schrijver heeft niet de pretentie compleet te zijn. Er zijn veel aspecten in de homeopathische praktijk |
| aan te voeren die tegen-woordig anders worden uitgevoerd dan de grondlegger van de homeopathie heeft |
| aangegeven. Tezamen met vragen zoals : “waarom hebben wij dit nooit op de opleiding gehad?” en |
| verzoeken van deel-nemers aan mijn bijscholingen, heeft dit de aanzet gegeven tot het schrijven van dit |
| boek. Het lijdt geen twijfel dat sommige onderdelen van de homeopathische geneeswijze sinds |
| Hahnemann verder zijn ontwikkeld. De geneesmiddelleer [materia medica] heeft een grote vlucht |
| genomen en ook de filosofie kent een enorme diversiteit en veelzijdigheid. De praktijk heeft desondanks |
| geleerd dat veel van Hahnemann‟s werk tot op heden onvoldoende begrepen en doorgrond is en |
| bijgevolg onvoldoende in praktijk wordt gebracht. En dat terwijl deze informatie voor de homeopathie |
| nu en in de toekomst naar mijn mening zeer belangrijk is! |
| Bloeiperiode |
| In het begin van de twintigste eeuw maakte de homeopathie in Amerika een bloeiperiode door. Het |
| uiteindelijke resultaat was evenwel dat ze niet heeft kunnen waarmaken wat ze beloofde. We beleven in |
| de huidige tijd een opleving van de homeopathie, terwijl tegelijkertijd de allopathie [orthodoxe |
| geneeskunde] meer en meer haar greep verliest, zowel in de behandeling van chronische ziekten als in |
| die van infectieziekten. Door bacteriën verworven resistentie tegen antibiotica is een van de voornaamste |
| redenen. Op virale infecties, zoals bijvoorbeeld HIV, heeft men feitelijk helemaal geen antwoord.Vanuit |
| allopatische optiek bezien rampzalig,blijkt de hoeveelheid vaccins die we in onze kinderen kunnen |
| spuiten ook aan een maximum gebonden te zijn. In Nederland worden jaarlijks 1200 meldingen gemaakt |
| van zogenaamde entingschade, volgens artsen het topje van de ijsberg. De wetenschapper zit met de |
| handen in het haar; men spreekt al over het post-antibiotica tijdperk. Mondiaal zien we malaria, |
| tuberculose en andere besmettelijke ziekten hand over hand toenemen. Op termijn zal dit zeker een |
| bedreiging vormen voor de westerse wereld. De vraag rijst of de homeopathie wel een antwoord heeft op |
| de te verwachten pathologische ontwikkelingen. Zijn wij wel in staat een antwoord te geven op de |
| epidemische ziekten die in het verschiet liggen? Bezit de huidige homeopathie wél het juiste filosofische |
| en praktische kader om eventuele toekomstige ontwikkelingen het hoofd te kunnen bieden? Aan het |
| begin van de vorige eeuw kon de homeopathie de uitdaging niet aan en werd zij afgerekend op haar |
| falen. Blijven wij volgens dezelfde richtlijnen werken als de homeopaten aan het begin van de vorige |
| eeuw, dan kunnen we verwachten ook ditmaal tekort te schieten. Het noodzaakt ons tot verdere |
| 13 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-13-2048.jpg"/> |
| Ontwikkeling homeopathie |
| De ontwikkeling die Hahnemann tijdens zijn leven doormaakte deed veel van zijn leerlingen vroegtijdig |
| afhaken. Hahnemann raakte verwikkeld in heftige disputen met zijn toenmalige collega‟s. Hierdoor is de |
| indruk ontstaan dat homeopaten elkaar voortdurend bestrijden en naar het leven staan. Aan een |
| gezamenlijk streven werd zo veel afbreuk gedaan. |
| Bijvoorbeeld: de miasmaleer was, en is, voor veel homeopaten een blanco gebied. We lezen en leren er |
| van alles over, maar wat we er uiteindelijk mee doen komt onveranderlijk neer op: als je het juiste, |
| gelijksoortige, middel maar geeft. Met zo‟n conclusie hadden we ons de moeite kunnen besparen! |
| Dat we proberen het meest gelijksoortige geneesmiddel te vinden is een vanzelfsprekendheid. Met |
| kennis van de miasmaleer heeft het weinig uit te staan. |
| De zesde editie van het Organon was persklaar tijdens het leven van Hahnemann, maar werd na veel |
| moeilijkheden en hardnekkige onderhandelingen met de erfgenamen pas in 1921 gepubliceerd. Bijna |
| tachtig jaren verstreken waarin generaties homeopaten niet op de hoogte waren van de laatste inzichten |
| van de grondlegger. Dat dit heeft bijgedragen tot problemen met de miasmaleer behoeft geen betoog. |
| De ontwikkeling van de homeopathie stoelde in de tussentijd op de vierde editie van het Organon. De |
| vijfde editie werd genegeerd. Klaar-blijkelijk bevatte die onvoldoende wezenlijk nieuwe zaken, afgezien |
| van talrijke opmerkingen van Hahnemann over zogenaamde half-homeopaten. Het boek Chronische |
| Ziekten kon zich evenmin in overweldigende aandacht verheugen. |
| De zesde editie van het Organon geeft een volledige herziening van veel aspecten van de homeopathie, |
| in het bijzonder met betrekking tot het gebruik van potenties. In de zesde editie gaat het uitsluitend over |
| het gebruik van LM-potenties! Desondanks hebben LM-potenties nauwelijks voet aan de grond |
| gekregen in de homeopathische praktijk. |
| In het onderhavige boek komen de verschillende aspecten, zoals potentiegebruik, ziekteclassificatie, |
| gebruik van complementaire geneesmiddelen e.d. uitgebreid aan bod. Er wordt steeds gerelateerd aan |
| wat Hahnemann schrijft, inclusief citaten en bronvermelding. Organon betekent werktuig. Op het gebied |
| van de filosofie der homeopathie is het ons standaardwerk. Wanneer wij het Organon verbinden met de |
| Chronische Ziekten, speciaal met het praktische deel ervan, en dit intensief en kritisch bestuderen, dan |
| zien we welke aanwijzingen en consequenties deze werken tezamen bevatten voor uiteenlopende |
| facetten van de homeopathie, variërend van potentiekeuze tot geneesmiddelgebruik. |
| Tijdens seminars heb ik regelmatig uitspraken gehoord in de trant van: wij zijn Hahnemann voorbij. Dit |
| is, denk ik, geenszins het geval en ik wil het aantonen met de inhoud van dit boek. Het is eerder zo dat |
| wij nog vér te gaan hebben. De bestudering van dit boek kan voor de lezer een revolutie inhouden en |
| wellicht tot een totale herziening van de praktijkvoering leiden. Ingeslepen gewoonten en werkwijzen, te |
| veel autoriteit toedichten aan grote meesters kunnen het anderzijds moeilijk maken dit boek serieus te |
| nemen. Beoordeling van het waarheidsgehalte vereist grondige studie en onderzoek in de praktijk. Het |
| mag niet zo zijn dat wij homeopaten weigeren ons therapeutisch systeem tegen het licht te houden. Een |
| licht dat door Hahnemann zelf werd ontstoken teneinde de homeopathie te blijven verbeteren en |
| perfectioneren ten behoeve van de zieke medemens. |
| Om met Hahnemann te spreken: |
| Organon: Opmerkingen vooraf bij de eerste druk van 1810: |
| “Dat wil ik vooraf ter waarschuwing zeggen: indolentie, gemakzucht en eigenzinnigheid maken de |
| dienst aan het altaar der waarheid onmogelijk; slechts onbevangenheid en onvermoeide ijver stellen in |
| staat tot het heiligste van alle mensenwerk, de uitoefening van de ware geneeskunde. Hij die de |
| 14 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-14-2048.jpg"/> |
| Ewald Stöteler, Almelo, december 2002. |
| 15 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-15-2048.jpg"/> |
| Organon en Chronische Ziekten |
| Vanaf mijn eerste kennismaking met de homeopathie hebben Hahnemann‟s Organon en Chronische |
| Ziekten centraal gestaan in mijn praktijk. Als docent homeopathie heb ik de inhoud van beide werken |
| vanaf 1983 onderwezen. Gaandeweg werd mij duidelijk dat de manier waarop homeopathie in praktijk |
| gebracht werd en wordt, ver af staat van hoe Hahnemann haar ontwikkelde en toepaste. Hoe kritischer |
| wij het Organon en de Chronische Ziekten lezen, hoe groter en opvallender discrepantie er blijkt te |
| bestaan tussen Hahnemann‟s werkwijze en die van tegenwoordig. Ik wil benadrukken dat het |
| dogmatisch volgen van Hahnemann‟s geschriften niet mijn uitgangspunt is. Het gaat om het begrip van |
| wat hij schreef. We dienen in eerste instantie te onderzoeken of het logisch is of niet, of het in de |
| praktijk kan worden toegepast en, niet in de laatste plaats, of het ook zo werkt! Worden wij een betere |
| homeopaat indien wij Hahnemann‟s advies „Mach es nach, aber mach es genau nach‟ opvolgen? |
| Na Hahnemann‟s dood, in 1843, duurde het nog bijna tachtig jaar voordat de laatste, zesde editie van het |
| Organon werd gepubliceerd. In de tussenliggende jaren werkten homeopaten vanuit de vierde editie. |
| Hahnemann benadrukt in deze editie dat het effect van de medicinale impuls de tijd moet krijgen om |
| haar volledige werking te ontplooien, terwijl hij in de vijfde editie voorgeschreven medicatie vaker |
| herhaalt. Na Hahnemann ontwikkelden homeopaten zich volgens de richtlijnen van de vierde editie. De |
| meeste hedendaagse homeopaten doen dat nog steeds. |
| J.T. Kent en nieuwe meesters |
| De grootste invloed is ongetwijfeld uitgegaan van James Tyler Kent (1849-1916) en zijn tijdgenoten, die |
| vanuit de vierde editie werkten. Studenten werden, en worden nog steeds, opgeleid in de Kentiaanse |
| traditie die is gestoeld op de vierde editie van het Organon waarbij de Chronische Ziekten totaal geen |
| aandacht krijgt. De homeopathie die in de jaren erna ontstaat wordt gekenmerkt door het voorschrift van |
| een eenmalig geneesmiddel in een hoge centesimale potentie volgens een door Kent ontwikkelde reeks. |
| Hierbij dient het geneesmiddel, naar huidige terminologie, bij voorkeur voorgeschreven te worden op de |
| „essentie‟ van de patiënt. Centraal staat het vinden van het ultieme similimum, met als doel de patiënt te |
| genezen met een éénmalig geneesmiddelvoorschrift. Lukt dat niet dan heb je als homeopaat je werk niet |
| goed (genoeg) gedaan. |
| Er zijn door verschillende „meesters‟ veel even ingenieuze als onnavolgbare analysemethoden |
| ontwikkeld, de één nog indrukwekkender dan de ander. Dit heeft de ontwikkeling van jongere generaties |
| homeopaten zo sterk beïnvloed dat Hahnemann, behalve in naam, vrijwel vergeten schijnt. In |
| opleidingen wordt tegenwoordig zo weinig tijd besteed aan Organon en Chronische Ziekten dat |
| Hahnemann‟s gedachtengoed volledig op de achtergrond is geraakt. Opmerkingen als “hij is moeilijk te |
| lezen”, “het laat zich niet verenigen met wat wij op de opleiding leren” en “er zijn nu ook grote |
| meesters” geven de indruk dat Hahnemann achterhaald is. Dit kun je echter pas werkelijk |
| veronderstellen wanneer het werk van Hahnemann gekend en begrepen wordt en succes in de praktijk |
| ervan het bewijs is. Dan pas kunnen we de grondlegger als lichtend voorbeeld terzijde schuiven. Reeds |
| tijdens zijn leven ervaarde Hahnemann dat homeopaten het lieten afweten omdat zij zijn zich steeds |
| ontwikkelende inzichten niet begrepen, laat staan konden volgen. Daarmee wordt homeopathie snel |
| gereduceerd tot de meest fundamentele similia-regel, de eenmalige impuls van een geneesmiddel, |
| waarna langdurig op reactie wordt gewacht. Klaarblijkelijk wordt ervan uitgegaan dat er geen verschil |
| bestaat tussen het genezende vermogen van een plantaardig, dierlijk of mineraal geneesmiddel. Onder |
| het motto „wanneer het middel juist is, werkt het‟ en „wanneer het niet werkt dan ben ik geen goede |
| 16 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-16-2048.jpg"/> |
| dreiging die ontstaat is inflatie en vervlakking. De diepgang dreigt te verdwijnen en wat volgt is de jacht |
| op het „beeld‟, de essentie van de casus, wat vervolgens veelal niet voldoende oplevert. |
| Dit is één van de redenen waarom er zoveel meningen en stromingen in de homeopathie bestaan. |
| Zo af en toe valt ook eens het woord „miasma‟, met de haastige toevoeging dat er niet mee wordt |
| gewerkt en dat het ook niet van belang is zolang je het goede middel maar vindt. De rol die de docent |
| hierbij speelt is van groot, zo niet bepalend belang. De manier waarop de student de homeopathie krijgt |
| aangeleerd is de manier waarop de student later homeopathie bedrijft. En wanneer de kopstukken van de |
| homeopathische wereld zo homeopathie bedrijven, is er zeker geen reden meer om aan de juistheid van |
| deze benadering te twijfelen. Reden genoeg om die moeilijke Hahnemann niet te lezen, laat staan serieus |
| te nemen. Hij “leed waarschijnlijk toch al aan ouderdomsdementie” toen hij zijn zesde editie schreef. Zo |
| waren er ook de hardnekkige geruchten dat de zesde editie niet van Hahnemann zelf was, maar dat zijn |
| tweede vrouw, Melanie d‟Hervilly, er haar stempel op had gedrukt. Het is duidelijk dat mensen |
| bevooroordeeld zijn en niet de moeite nemen zich grondig te verdiepen in de oorspronkelijke bronnen. |
| Tijdens mijn lezingen hoor ik vaak: “Wanneer je praktiseert zoals staat beschreven in Organon en |
| Chronische Ziekten sta je zo alleen, er is bijna niemand die zo werkt.” |
| In Organon en Chronische Ziekten vinden we de neerslag van zo‟n vijftig jaar praktijk en ervaring, door |
| het genie C.F.S. Hahnemann genoteerd voor het nageslacht. |
| Vóórdat Hahnemann de homeopathie grondvestte bestond er geen homeopathische filosofie, geen |
| materia medica, geen analyse of repertorium, geen miasmaleer. Antipsorische geneesmiddelen waren |
| onbekend en gepotentieerde geneesmiddelen, daar had nog niemand zelfs maar over nagedacht. |
| Hahnemann heeft voor dit alles de basis gelegd en, zoals uit diepgaande studie blijkt, op onnavolgbare |
| wijze in woorden vervat. Hij was zijn en ook onze tijd ver vooruit. De werkelijke, onschatbare waarde |
| van Organon en Chronische Ziekten werd mij pas duidelijk na jaren van studie en lesgeven. Door |
| doorlopend met beide werken bezig te zijn, ze steeds opnieuw te bestuderen, ontwikkelde zich allengs |
| een samenhangend overzicht over de verschillende aspecten die erin worden behandeld. Gaandeweg |
| begreep ik de verbanden die Hahnemann min of meer als bekend veronderstelde en kennelijk voor |
| kennisgeving aannam. Het lijkt alsof hij het onnodig vond ze steeds uit te leggen en toe te lichten of |
| telkens opnieuw uit te werken; hij benoemt ze wel consequent. |
| LM-potenties, anti-miasmatische behandeling, ziekteclassificatie |
| In het begin van de jaren ‟80 kwam voor mij het gebruik van LM-potenties in beeld. De eerste jaren dat |
| ik ermee werkte waren hectisch maar ook verademend. De LM-potentie maakt het door zijn aard |
| mogelijk hem op vele verschillende momenten in de behandeling opnieuw als stimulus in te zetten. |
| Zoals met alles wat nieuw is, moest ik het eerst in de vingers krijgen. |
| Het zal ongetwijfeld een reden zijn voor collega-homeopaten om zich te verzetten tegen de |
| veranderingen die dit boek in gang wil zetten. |
| Voorts werd mij de zin en betekenis van een anti-miasmatische behandeling duidelijk. Ten tijde van |
| mijn ontdekking van het gebruik van LM-potenties was de essentie van zo‟n behandeling nog niet echt |
| tot me doorgedrongen. Pas door de classificatie van de verschillende soorten ziekten kreeg het begrip |
| „miasma‟ inhoud. Het werd mij helder toen ik begreep dat Hahnemann met miasma‟s de neiging tot een |
| soort latente fysiologisch-dynamische ontregeling [ziekten dus] koppelde aan het begrip |
| „ziekteclassificatie‟ of „soorten van ziek-zijn‟, ziekten van „buitenaf‟ en ziekten van „binnenuit‟. Tijdens |
| 17 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-17-2048.jpg"/> |
| ziekten‟ is. |
| De ziekteclassificatie en de daaraan gekoppelde antipsorische behandeling geeft tevens inhoud aan de |
| begrippen „acuut‟, „acuut miasmatische aandoening‟, „tussenziekten‟, „wisselziekten‟, „iatrogene |
| ziekten‟, „erfelijke predisposities‟, het sycotisch- en het syfilitisch miasma en de aard en intensiteit van |
| deze ziektetendensen. |
| Wanneer we op deze manier naar de homeopathische behandeling kijken, dan plaatst dit ook het gebruik |
| van de complementaire effecten van geneesmiddelen in een ander licht. Precies zoals Hahnemann zegt, |
| verklaart het dat er wezenlijke verschillen zijn tussen het genezend effect van nosoden en/of middelen |
| van plantaardige, dierlijke of minerale aard. Gebruik en toepassing van zulke middelen is vanuit de |
| invalshoek van „classificatie van ziekten‟ dringend toe aan een ingrijpende herziening, een herrijking. |
| Veel dogma‟s, taboes en roestige gewoonten moeten tegen het licht van Organon en Chronische Ziekten |
| worden gehouden en op hun logica, waarheidsgehalte en praktisch nut worden beproefd. Ik zal |
| herhaaldelijk beweringen en argumenten onderbouwen met citaten uit het Organon en de Chronische |
| Ziekten en tevens staven met praktijkvoorbeelden. Daardoor kan er geen twijfel bestaan dat Hahnemann |
| het op deze manier bedoelde én dat hij zelf daadwerkelijk zo werkte. Voor de aangehaalde paragrafen uit |
| het Organon heb ik de Nederlandse vertaling van O.E.A. Goetze uit 1983 vergeleken met de eerste |
| uitgave van de zesde editie uit 1921. Waar de Nederlandse versie niet alleen stilistisch doch ook |
| inhoudelijk afwijkt, heb ik de vertaling aangepast. Dat Hahnemann anders werkte dan in de huidige tijd |
| gebruikelijk is, blijkt onder meer uit Rima Handley‟s boek In search of the later Hahnemann. Zij |
| beschrijft een aantal van Hahnemann‟s casussen en laat er geen twijfel over bestaan dat zijn werkwijze |
| haar in verwarring brengt. Het boek kan de indruk wekken dat Hahnemann afweek van zijn vorige |
| inzichten. Dat is niet het geval. Zijn behandelingsmethode in 1843 is consistent met zijn aanwijzingen in |
| het Organon en de Chronische Ziekten uit resp. 1833 en 1828. |
| Rond de voorlaatste eeuwwisseling maakte homeopathie een bloeiperiode door. Desondanks kon de |
| belofte die ze inhield niet worden waargemaakt. Bijna is de homeopathie erdoor in de vergetelheid |
| geraakt. Het bijzondere van onze tijd is dat wij een herkansing krijgen, een renaissance beleven met de |
| mogelijkheid om homeopathie de plek in de samenleving te geven die haar toekomt. Het is de |
| verantwoordelijkheid van iedere homeopaat om de homeopathie zo goed als menselijkerwijs mogelijk is |
| in praktijk te brengen ten bate van de gezondheid van mens en mensheid. |
| Voor begrip, integratie en verdere ontwikkeling van de homeopathie zijn Hahnemann‟s Organon en de |
| Chronische Ziekten onmisbare oriëntatiepunten en wegwijzers. We zullen over persoonlijke |
| vooroordelen, meningen en dogma‟s moeten heenstappen, zodat we onszelf open kunnen stellen voor |
| verdere ontwikkeling, de ontwikkeling van de patiënt en de ontwikkeling van de homeopathie, waarbij |
| steeds het Organon en de Chronische Ziekten het referentiekader bieden. |
| Dit boek wil een bijdrage zijn aan dit proces. |
| 18 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-18-2048.jpg"/> |
| gezondheid alvorens we ons met de zieke mens kunnen gaan bezighouden. |
| Genetica |
| In onze „verlichte‟ tijd hebben wij de mens weten te reduceren tot zijn genetische draagvlak. Het |
| zogenaamde genoom is zojuist gecompleteerd. De mens is teruggebracht tot zijn materiële componenten. |
| Wetenschappers menen nu binnen niet al te lange tijd alle aangeboren erfelijke tendensen in kaart te |
| kunnen brengen, zodat er desgewenst vroegtijdig kan worden behandeld of geaborteerd. Werkgevers |
| zullen keuzes kunnen maken op basis van iemands genetisch paspoort. Verzekeringsmaatschappijen |
| krijgen de mogelijkheid om potentiële cliënten te weigeren zodat aandeelhouders geen risico lopen. |
| Vanuit de genetica bezien heeft alles betrekking op het stoffelijk aspect van de mens, op wat na het |
| overlijden als stoffelijk lichaam achterblijft. De genetica streeft ernaar alle menselijke eigenschappen te |
| verklaren vanuit de genetische structuur. Het sterk aanwezig zijn van bepaalde kenmerken wordt |
| toegeschreven aan de dominantie van een bepaald gen. Bij het vraagstuk betreffende het hoe en waarom |
| bepaalde genen dominant zijn en anderen recessief, raken we aan een vitaliteitsaspect waar |
| levensprocessen hun invloed doen gelden. |
| Relativiteitstheorie |
| In 1905 kwam Einstein met zijn relativiteitstheorie en de definitie E = Mc2. De essentie van |
| Einstein‟s theorie is dat materie, of massa, in feite bestaat uit energie, trilling of frequentie. Massa |
| bestaat uit min of meer gestolde energie; een waarheid die voor alle materie geldt. Bij kernenergie |
| maken we gebruik van in de materie latent aanwezige krachten. Maken we er een kernbom van, dan |
| komt alle in deze materie opgesloten energie plotseling vrij op uiterst destructieve wijze. De genetische |
| structuren van de mens bestaan eveneens uit materie en zijn bijgevolg uitgekristalliseerde energie. |
| Hahnemann had 150 jaar voor Einstein reeds inzicht in de diepere aspecten van de natuur. |
| In het Organon schrijft hij in de laatste zin van voetnoot 7 van §270: |
| “Derhalve zou men die materie in haar onbewerkte toestand eigenlijk alleen kunnen beschouwen als |
| bestaande uit deze onontplooide spirituele essentie.” |
| Het zijn „energetische‟ of „dynamische‟ elementen die bepalen of een gen dominant of recessief is. |
| Zo bestaat zelfs ons stoflichaam in essentie niet uit materie, maar uit gestolde, deels latente energie, Het |
| is daarmee de meest verdichte basis voor ons aardse leven. Hoe beperkt deze verdichting is blijkt uit het |
| feit dat het menselijk lichaam voor ongeveer tachtig procent uit water bestaat. Zonder water geen leven. |
| Water is vloeibaar en zo impressief dat het menselijk leven zich daarin tot uitdrukking kan brengen, met |
| het element water als levensdrager. Water is terug te voeren op één waterstofatoom en twee |
| zuurstofatomen. Een atoom bestaat uit een kern met één of meerdere schillen waarin zich elektronen |
| bevinden die om de kern cirkelen. |
| Dit alles toont direct de energetische stromen die het heelal besturen. Wanneer we zo naar het menselijk |
| lichaam kijken zien we de meest tot verstilling gebrachte energie voor ons. Het lijkt substantie, materie, |
| het is het in feite niet. Doordat het menselijk lichaam voor het grootste deel uit vloeibare substantie |
| bestaat kan de levenskracht zorg dragen voor groei en ontwikkeling. Het hele genoom, ons genetisch |
| meest uitgekristalliseerde materiaal, is niets als er zich geen andere energievorm (levenskracht, vitaliteit |
| of Dynamis) mee verbindt met behulp van de lichaamsvloeistoffen. |
| 19 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-19-2048.jpg"/> |
| zijn allemaal uitdrukkingen van activiteit, dynamiek; energie gekoppeld aan levenskracht en de |
| uitdrukking ervan in de vloeistoffen. Ook ademhaling, hartslag, spijsvertering, functioneren van lijf en |
| leden is uitdrukking van activiteit, van energiestromen, van functionaliteit. Het is deze dynamische |
| energie die zich zeer gevarieerd in het menselijk lichaam kan uitdrukken en ons in staat stelt onszelf |
| door middel van activiteiten in de buitenwereld tot uitdrukking te brengen. In handelen, doen en laten. |
| De zich in handelen uitende energie is als het ware vloeibaarder, minder vastgezet dan de meer gestolde |
| fysieke energie. Het is deze vitale levensenergie die de organiserende kracht vormt achter de |
| scheikundige processen die ten grondslag liggen aan gezond functioneren, innerlijk en uiterlijk. |
| Stoffelijk functioneren zonder betrokkenheid van de levenskracht is ondenkbaar. Zonder de |
| aanwezigheid van en de verbinding met deze vitale levenskracht is het lichaam dood en valt het |
| geleidelijk uiteen tot zijn minerale bouwstenen. Stof tot stof. Het stoflichaam, bestaande uit |
| vermaterialiseerde energie, kan niet zonder de energie die we vitaliteit of levenskracht noemen. Deze |
| energie, die Hahnemann de Dynamis noemt, geeft het stoflichaam leven en bouwt, herstelt en handhaaft |
| z‟n vorm. |
| Organon, §9 |
| “Als de mens gezond is, heerst de spirituele levenskracht (autocratie), die als Dynamis het stoffelijk |
| lichaam (het organisme) leven doet, onbeperkt. Ze houdt al zijn delen in een bewonderens-waardig |
| harmonische, levende werking, die zich uit in voelen en handelen, zó, dat de met verstand toegeruste |
| geest zich vrij van dit levende, gezonde werktuig kan bedienen voor de hogere bedoelingen van ons |
| bestaan.” |
| Het gezond functioneren van het stoflichaam (organisme) is volledig afhankelijk van de Dynamis. |
| Tegelijkertijd vormt dit gezonde organisme de basis voor een gezond gevoelsleven. |
| Gevoel en emotie |
| Het menselijk gevoels- en emotionele leven vormt, materieel gezien, een volgend probleem. Vanuit |
| materieel gezichtspunt kunnen we „gevoel‟ beschouwen als een afscheidingsprodukt van een of ander |
| orgaan. Als we de effecten van gevoelens, emoties en begeertes meten, zien we enkel hoe wij stoffelijk |
| en functioneel op „energetische onbalans‟ reageren. Beven, transpireren, hartkloppingen ontstaan omdat |
| wij iets zien dat ons gevoelsmatig raakt. Het resultaat is dat de bijnieren adrenaline afscheiden, met |
| fysiek-functionele reacties als gevolg. De aanleiding is niet materieel, maar, in dit geval, visueel. Dit |
| bewerkstelligt een energetische verandering op mentaal- of emotioneel dynamisch vlak. Het organisme |
| reageert dienovereenkomstig. Het is niet mogelijk de realiteit van gevoel stoffelijk aan te tonen. Wat we |
| kunnen waarnemen zijn uitsluitend de gevolgen, in handelingen of lichamelijke reacties. De ware |
| intensiteit van pijn of liefde is niet objectief meetbaar. Wat we zien is de reactie van de mens. Energie |
| op functioneel niveau (de vloeistofstromen) verloopt onbewust. Wanneer onze organen goed werken |
| blijft hun aanwezigheid onopgemerkt. Maar zijn wij ziek dan ervaren we de gevolgen van hun |
| disfunctioneren. Op gevoelsniveau is het bewustzijn sterker, ofschoon ook minder bewuste drijfveren |
| zich kenbaar kunnen maken. |
| Criminele handelingen worden dan toegeschreven aan verminderde toerekeningsvatbaarheid. De |
| voortdurende confrontatie met hoe wij ons voelen is zo subjectief en immaterieel dat er geen objectieve |
| diagnosestelling op kan worden losgelaten. Het meer of minder adequaat omschrijven van hoe wij ons |
| voelen kan, afhankelijk van de mate van bewustzijn, voor duidelijkheid of onduidelijkheid zorgen. Het |
| 20 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-20-2048.jpg"/> |
| Hier dienen omstanders de oorzaak en toedracht aan te geven of de hulpverlener moet de diagnose |
| stellen op basis van objectief waarneembare lichamelijke symptomen, wat in de gegeven |
| omstandigheden beduidend moeilijker kan zijn. Voor ieder mens kan blijheid, verdriet, pijn of genot iets |
| wezenlijk anders inhouden. |
| Het verschilt per individu hoe dingen worden beleefd en ervaren. Een objectief kleine gebeurtenis in het |
| verleden kan door de een vergeten zijn terwijl de ander er diepgaand door is veranderd. Objectief bezien |
| bestaat hier nauwelijks een verklaring voor. Gesteld kan worden dat gevoel („sensatie‟) als ervaring |
| gerelateerd is aan de inwendige zelfbeleving en dat begeerten en emoties mede sterk gekoppeld zijn aan |
| de buitenwereld. Zulke processen spelen zich af op dynamisch interactief vlak, hetzij verbonden met de |
| buitenwereld, hetzij met de binnenwereld. Onze organen, zintuigen, zenuwen, endocrien stelsel en |
| hersenen vormen het gereedschap waardoor deze processen lichamelijk en geestelijk geïntegreerd |
| kunnen plaatsvinden. |
| 21 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-21-2048.jpg"/> |
| menselijke eigenschap, het denken. Denken is van zo‟n verfijnd energetisch niveau dat het bijna |
| onpersoonlijk is. Of iets objectief waar of onwaar is hangt niet af van het gevoelsleven. Het denken kan |
| worden beheerst door het gevoelsleven, zoals bijvoorbeeld bij “hoe kan ik mezelf het meeste genot |
| verschaffen.” In zo‟n geval is er geen sprake van de zuiverste vorm van denken (de logica), maar van |
| een meer persoonsgebonden vorm. Dan is het denken ondergeschikt aan het gevoels- en begeerteleven. |
| Denken en mentale processen zijn zo immaterieel dat wij ze slechts kunnen aantonen op grond van |
| waartoe de mens in staat is, bijvoorbeeld op grond van creatieve scheppingen in dienst van mens en |
| mensheid. De homeopathie kunnen we precies zo zien. Het is een geschenk aan de mensheid dat |
| niemand voor zichzelf kan opeisen. |
| In geval van ziekelijk denken vormt het denken de aanzet tot ontdekkingen van diep pathologische en |
| mensheid bedreigende aard. Vanuit een korte-termijn-visie kunnen wij blij zijn met de ontwikkeling van |
| nucleaire technologie. Maar bekeken vanuit het nageslacht - de toekomstige mensheid - wordt het een |
| totaal andere zaak. |
| De effecten van mentale activiteit zijn stoffelijk meetbaar als electrische activiteit van de hersenen. Bij |
| de zieke mens is er een verstoring op één of meerdere niveaus van menselijk functioneren. Een |
| langdurige verstoring zal vanuit het primair aangedane niveau ook de andere wezensdelen aandoen, die |
| als het ware gaan meeresoneren in het ziekteproces. Zo kan het zijn dat de patiënt die zich reeds langere |
| tijd niet goed voelt uiteindelijk op stoffelijk niveau een maagzweer ontwikkelt. Ziekte op dynamisch |
| vlak wordt zo de oorzaak van stoffelijke afwijkingen, die zich ontwikkelen in overeenstemming met de |
| predispositie van de genetische constellatie. Aldus wordt het genetisch dominante patroon bepaald door |
| de gezonde of pathologische geaardheid van de Dynamis of levenskracht, die, zoals Hahnemann stelt in |
| §9, autocratisch en zelfstandig functioneert. Dezelfde factoren zijn bepalend of een erfelijke aanleg wel |
| of niet tot ontwikkeling komt. |
| 22 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-22-2048.jpg"/> |
| individuele levenskracht, met een gevoels- en emotioneel leven en een eigen denkwereld. Bij ziekte en |
| gezondheid spelen in de menselijke constitutie naast de genetische (erfelijk dynamische) factoren tevens |
| meer tijdgebonden invloeden, die niets met erfelijkheid te maken hebben, een belangrijke rol, namelijk: |
| opvoeding, omgeving en omstandigheden. Veel patiënten zijn onder behandeling om de dikwijls |
| jarenlange gevolgen te verwerken van wat er tijdens de opvoeding is misgegaan. Andere biografische |
| invloeden kunnen de mens eveneens veranderen en in onbalans brengen. Breekpunten zoals verdrietige |
| gebeurtenissen, ongevallen, overlijden van dierbaren, financiële zorgen e.d. werken doorgaans diep en |
| soms ziekmakend door. Zulke gebeurtenissen zijn niet direct materieel te noemen, maar hebben wel |
| stoffelijk waarneembare gevolgen. |
| Verstoring van de harmonische, levende samenhang manifesteert zich in een wijziging van de |
| subjectieve zelfbeleving, met gevoelsmatige veranderingen en klachten op alle niveaus. Deze |
| veranderingen in de zelfbeleving, deze subjectieve symptomatologie, vormt in de klassieke homeopathie |
| de leidraad om de verloren homeostase, de verstoorde energiebalans te herstellen. |
| 23 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-23-2048.jpg"/> |
| Het is niet eenvoudig een definitie van gezondheid te geven. Zo‟n definitie schiet allicht tekort en creëert |
| een scheef beeld. De WHO definieert het zo: “Gezondheid betekent de afwezigheid van psychisch en |
| lichamelijk lijden.” Deze definitie blijft in gebreke als diepgaand begrip van ziekte en gezondheid ons |
| doel is. |
| Wat is ziek? |
| We dienen ons allereerst af te vragen wat ziekte feitelijk is. Welke consequenties heeft ziekte? Hoe |
| openbaart zich dit? Wat kunnen we doen om de verloren balans te herstellen? Met zulke vragen belanden |
| wij op het terrein van de filosofie. Bij begripsvorming betreffende ziekte en gezondheid of voor de |
| creatie van een therapeutisch systeem is de beschikking over een filosofische achtergrond essentieel. |
| Deze achtergrond biedt ons de mogelijkheid de gevolgen van ons handelen te evalueren. Zonder filosofie |
| als richtlijn hobbelt de therapeut van incident naar incident en mist, als een kind in het donker, het zicht |
| op eventuele oorzaken en diepere pathologische processen. Filosofie verleent waarneming, deductie en |
| inductie een dieper inzicht in de achtergronden van pathologische processen en zodoende een beter zicht |
| op wat nodig is voor genezing. Het belang van de filosofie, die overigens altijd door ervaring bevestigd |
| dient te worden, vormt de basis van de homeopathie. Voor Hahnemann was de filosofie het |
| uitgangspunt. Hij ging zelfs zo ver dat hij patiënten, voor hij ze in behandeling nam, dikwijls eerst zijn |
| filosofisch standaardwerk, het Organon, liet lezen. Dit om vanuit ziek-zijn uit te kunnen komen bij beter |
| worden, zodat er voor de patiënt iets positiefs uit kon voortkomen in de zin van bewustzijnstoename en |
| verrijking van de levenskwaliteit. Aldus kan ziek-zijn een meerwaarde opleveren. Mensen die een |
| ernstig ziekbed hebben doorgemaakt zeggen vaak: “Het was een heel moeilijke periode, ik ben door een |
| diep dal gegaan; ik had niet gedacht het te halen, maar ik had het niet willen missen.” |
| De benadering van ziekte door de reguliere geneeskunde is primair gericht op het te diagnosticeren |
| symptoom, dat is: de stoffelijk aantoonbare afwijking. In deze methodiek is zij inmiddels ver gevorderd. |
| De nieuwste technieken worden ingezet en kosten noch moeite worden gespaard om ziekte de baas te |
| worden en uit te bannen. In Hahnemann‟s tijd paste de geneeskunde aderlatingen, bloedzuigers, purgeer- |
| en braakmiddelen toe; in de huidige tijd doen we het met antibiotica, antidepressiva, slaapmiddelen, |
| pijnstillers, cytostatica, bestraling, hormonale behandelingen, enzovoort. De therapie is gericht op het |
| laten verdwijnen van de symptomen, waarvan de vermeende oorzaak, zoals gezegd, bij voorkeur |
| stoffelijk aantoonbaar moet zijn. Helaas is het aantonen van stoffelijke veranderingen slechts in |
| ongeveer éénderde van de ziektegevallen mogelijk, zodat de ingezette allopathische behandeling, |
| zachtjes uitgedrukt, veelal onwetenschappelijk is te noemen. In alle overige gevallen wordt gesproken |
| van psychosomatische klachten, die, allopathisch gezien, in het gunstigste geval minder serieus genomen |
| hoeven te worden. |
| De homeopathie gaat uit van een totaal ander mensbeeld. Zij heeft een andere visie op ziekte en het |
| ontstaan ervan. Een visie waarin functionele, emotionele, mentale en psychische symptomen een |
| wezenlijk andere, veel belangrijker plek innemen bij de benadering van de patiënt en de beoordeling van |
| diens ziekelijke gesteldheid. |
| In §11 van het Organon, zesde editie, definieert Hahnemann ziekte aldus: |
| “Als de mens ziek wordt, is in het begin alleen deze zelf werkzame levenskracht (het levensbeginsel), die |
| overal in zijn organisme aanwezig is, „ontstemd‟ door de tegen het leven gerichte dynamische invloed |
| van een ziekmakend agens. Alleen een levensbeginsel dat tot zo‟n wanklank verworden is, kan het |
| 24 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-24-2048.jpg"/> |
| het organisme, geeft slechts kennis van haar ziekelijk ontstemd zijn, doordat het organisme in voelen en |
| handelen ziek blijkt (dat is de enige kant, die voor de zintuiglijke waarneming van de geneeskundige |
| open ligt). Dat wil zeggen: het ziek-zijn maakt zich kenbaar door ziekte-symptomen en door niets |
| anders.” |
| De ontstemming, de ontregeling van de dynamische levenskracht, manifesteert zich in het organisme |
| met ziektesymptomen, die zich op elk niveau kunnen openbaren. Ontregeling op functioneel niveau |
| heeft uiteindelijk ontregeling op emotioneel of mentaal niveau tot gevolg, waar het zich uit op een voor |
| de patiënt subjectieve wijze. De manier waarop de patiënt zijn symptomen ervaart en kan omschrijven is |
| zonder uitzondering individueel en subjectief. |
| Het is de ervaring van deze “unieke” patiënt in de eigen constitutie, met de eigen erfelijke |
| mogelijkheden en belastingen en de voor hem typerende sociale, economische en relationele |
| omstandigheden, ingebed in de eigen biografie. Hoe en waarom deze mens ziek is geworden is een |
| unieke, individuele en eenmalige gebeurtenis. De constellatie van diverse factoren maakt een holistische |
| benadering van ziekte noodzakelijk, indien wij de patiënt recht willen doen en iets wezenlijks bijdragen |
| in het genezingsproces. In de homeopathie is kennis van al deze aspecten en hun invloed op het individu |
| van doorslaggevend belang voor prognose, verloop en resultaat van de behandeling. |
| De eerste taak voor iedere geneeskundige zou het creëren moeten zijn van een goed totaalbeeld van de |
| patiënt, dat als basisinformatie dient en tijdens de behandeling steeds een referentiekader biedt om de |
| effecten van de therapie te verifiëren. |
| Het opnemen van alle ziektesymptomen betekent tegelijkertijd het noteren van het totale ziektebeeld. |
| Pas nadat alle informatie is verzameld kan het verkregen beeld worden beoordeeld. In het Organon |
| maakt Hahnemann daarnaast onderscheid tussen ziektevormen die verschillen in intensiteit, dynamiek en |
| heftigheid en die in de homeopathische behandeling mede overwogen, beoordeeld en behandeld dienen |
| te worden. Hij beschrijft de volgende ziektevormen: |
| Acute ziekten |
| Onder te verdelen in individuele en collectieve ziekten. |
| Individuele ziekten: doorgaans betreft het hier een persoon die ziek wordt (uit balans raakt) door |
| omstandigheden, invloeden van buitenaf, bijvoorbeeld een val van de trap die een hersenschudding tot |
| gevolg heeft. |
| Collectieve ziekten noemt Hahnemann in Chronische Ziekten „tussenziekten‟ of „morbi intercurrentes‟. |
| Dit betreft acute, infectueuze aandoeningen waartoe grotere groepen mensen gepredisponeerd zijn op |
| een bepaald moment in de tijd en die tot ziekte leiden, bijvoorbeeld kinderziekten, influenza, e.d. |
| Chronische ziekten |
| zijn gebaseerd op een chronische, onderliggende miasmatische verstoring, waarbij onderscheid wordt |
| gemaakt in chronische ziekten van venerische oorsprong enerzijds en van psorische origine anderzijds. |
| De ziekten van venerische origine worden onderverdeeld in ziekten gebaseerd op het syfilitisch miasma |
| en ziekten gebaseerd op het sycotisch miasma. |
| Volgens Hahnemann is de psorisch miasmatische belasting de grondoorzaak van alle chronische, niet |
| venerische, dus niet uit een geslachtelijke infectie ontstane ziekten. |
| Iatrogene ziekten |
| 25 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-25-2048.jpg"/> |
| onmogelijk nog iets aan de situatie te kunnen veranderen. Dat maakt iatro-gene ziekten tot de ergst |
| denkbare. |
| Onechte chronische ziekten |
| In het Organon schrijft Hahnemann in §77 |
| “Ten onrechte worden chronisch genoemd die ziekten, die mensen zich zelf op de hals halen doordat ze |
| zich voortdurend blootstellen aan schadelijke invloeden, die te vermijden zijn. Ze zijn te wijten aan het |
| genot van schadelijke dranken of voedingsmiddelen, aan allerlei uitspattingen, die de gezondheid |
| ondermijnen, aan het voortdurend ontberen van noodzakelijke levensbehoeften, aan verblijf in |
| ongezonde, vooral vochtige streken, aan leven in kelders, vochtige werkplaatsen, ongeventileerde |
| woningen. Ze komen door gebrek aan lichaamsbeweging of frisse lucht, door ongezonde overmatige |
| inspanning van lichaam of geest, door constante verdrietelijkheden, enz. Deze ongezonde toestanden, |
| die men zich zelf berokkend heeft, gaan bij verbetering van de leefwijze vanzelf over (als er niet ook nog |
| een chronisch miasma in het lichaam huist) en zijn de naam van chronische ziekten niet waard.” |
| In Organon en Chronische Ziekten beschrijft Hahnemann indringend de verschillende ziektevormen die |
| allen een andere positie innemen binnen de homeopathische behandeling. In de volgende hoofdstukken |
| worden ze besproken en uitgewerkt. |
| 26 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-26-2048.jpg"/> |
| Gelijksoortigheidsregel |
| De gelijksoortigheidsregel wordt gewoonlijk als de hoeksteen van de homeopathie gezien. Het door |
| Hahnemann ontdekte en voor de geneeskunst praktisch en hanteerbaar gemaakte principe berust op een |
| existentiële natuurwet en is onlosmakelijk verbonden met alles in het leven. |
| Basaal gezien houdt de gelijksoortigheidsregel in dat door de patiënt geproduceerde symptomen door het |
| homeopathisch geneesmiddel gekopieerd, geïmiteerd en daardoor op kunstmatige manier versterkt |
| moeten kunnen worden. |
| Anders gezegd: de symptomen van de natuurlijke ziekte waaraan de patiënt lijdt, moeten door het |
| homeopathisch middel bij een gezonde mens opgewekt kunnen worden. |
| Functioneel stoffelijk symptoom |
| Tot het symptoombeeld van de patiënt worden alle symptomen en klachten gerekend die maken dat de |
| gezondheid verstoord is en de patiënt zich ziek voelt. Zowel de door de patiënt ervaren subjectieve |
| symptomen - voor de geneesmiddelkeuze zijn deze meestal het belangrijkst - als de objectief |
| waarneembare pathologische verschijnselen worden in de anamnese meegenomen. Zo ontstaat het |
| totaalbeeld van de zieke en zijn ziekte. Een symptoom dient te voldoen aan bepaalde criteria: het kent |
| verschillende onderdelen die samen het totaalsymptoom vormen. Wanneer alle onderdelen van een |
| symptoom beschreven kunnen worden neemt de waarde van zo‟n symptoom toe met betrekking tot de |
| geneesmiddelkeuze. Er moet zoveel mogelijk worden uitgegaan van een totaalsymptoom omdat daarin |
| alle aspecten van de klacht tot uitdrukking komen. |
| Lokalisatie |
| Het eerste aspect van het totaalsymptoom is de lokalisatie: de plaats waar de klacht zich bevindt. De |
| ontregelde levenskracht zal zich manifesteren op een bepaalde plek in het lichaam. Voor de patiënt valt |
| dit meestal onder de noemer hoofdklacht: de klacht waarmee de patiënt binnenkomt. Bijvoorbeeld: |
| hoofdpijn, huiduitslag, maagpijn, e.d. Hier komt de patiënt voor, soms voorzien van een diagnose door |
| de reguliere geneeskunde, zoals migraine, clusterhoofdpijn, psoriasis enz. In de homeopathie is de |
| lokalisatie op zich dikwijls van ondergeschikt belang voor de geneesmiddelkeuze, tenzij die gepaard |
| gaat met een typerende karakteristiek. Bijvoorbeeld: hoofdpijn die altijd volgens een typisch patroon |
| verloopt, zich steevast voordoet in het voorhoofd en primair rechtszijdig is, om zich later te verplaatsen |
| naar de linkerkant. |
| Zulke informatie typeert de hoofdpijn en maakt een betere geneesmiddelkeuze mogelijk. Er dient op |
| basis van gelijksoortigheid een relatie te zijn tussen de plaats waar het ziek-zijn zich manifesteert en de |
| lokatie waarop het geneesmiddel het sterkst inwerkt. |
| De vraag die daar tijdens de homeopathische anamnese bij hoort is “waar”? Waar doet zich de klacht |
| voor? Kunt u de plaats zo nauwkeurig mogelijk beschrijven? Het homeopathisch geneesmiddel moet de |
| natuurlijke ziekte kunnen imiteren. Hoe nauwkeuriger het geneesmiddel de natuurlijke ziekte kopieert en |
| dus kunstmatig versterkt, in lokalisatie, verloop, uitstraling, verplaatsing e.d., hoe groter de kans op een |
| succesvol voorschrift. |
| Een ander aspect betreffende verplaatsing van symptomen is dat het, wanneer dit zich voordoet ná de |
| inname van het middel, de homeopaat informatie verschaft over het verloop van het ziekte- dan wel |
| genezingsproces. Hierop zijn de „regels van Hering‟ gebaseerd: |
| 27 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-27-2048.jpg"/> |
| Voor de meeste onderdelen van Hering‟s regels valt veel te zeggen, maar het enige dat werkelijk is |
| gebaseerd op het gelijksoortigheidsbeginsel is: “in omgekeerde volgorde van ontstaan.” Genezing die |
| zich “in omgekeerde volgorde van ontstaan” (ziekteontwikkeling) voltrekt, volgt per definitie de |
| Dynamis op zijn weg terug naar genezing en gezondheid. De andere onderdelen van Hering‟s regels |
| spreken voor zich doch zijn minder toegespitst op de individuele patiënt. Ze zijn meer geobjectiveerd en |
| minder gebaseerd op het gelijksoortigheidsbeginsel. Chronische huiduitslag die zich verplaatst van |
| boven naar beneden en naar polsen, handen, enkels en voeten trekt, kan reden zijn tot optimisme. Dat |
| kán, maar het is geen wet van Meden en Perzen. Bij een patiënt die reeds als kind ernstige huiduitslag op |
| het hoofd of in het gezicht had, kan het zo gaan dat het op de oude plaatsen het laatst verdwijnt, aldus de |
| „regel‟ in omgekeerde volgorde van ontstaan volgend. Het blijft zaak ieder individu als uniek te |
| beschouwen en de homeopathische behandeling, wil die succesvol zijn, gelijksoortig te laten zijn aan de |
| behoefte van deze specifieke, unieke, zieke mens. Als de homeopaat de patiënt probeert in te passen in |
| zijn begrip van homeopathie, ziekte, genezing en gezondheid, zonder de nadruk altijd te leggen op de |
| symptomen en de ziektevorm van de patiënt, dan doet ongelijksoortigheid zijn intrede in de behandeling. |
| De zogenaamde homeopathische „verergeringen‟ zijn hieruit te verklaren. |
| Sensatie |
| Het volgende aspect van het totaalsymptoom is de gewaarwording (sensatie). De gewaarwording |
| vertegenwoordigt de gevoelswaarde van de klacht. Hoe voelt de pijn, wat voor soort pijn is het? Het is |
| de “hoe” vraag die de patiënt uitnodigt zich verder te uiten en te omschrijven wat hij precies voelt. |
| Hoewel het meestal de gewaarwording van de pijn is die de patiënt hulp doet zoeken, valt het hem toch |
| vaak moeilijk om een nauwkeurige, subjectieve beschrijving van zijn gewaarwordingen te geven. |
| Kennelijk zijn er meer subjectieve pijnbelevingen mogelijk dan wij met woorden kunnen beschrijven. |
| Patiënten kunnen zich zo weinig bewust zijn van zichzelf dat het onmogelijk is te bepalen of een pijn |
| schrijnend, brandend, knijpend of pulserend is, dan wel stekend, knagend, bonkend, hamerend … etc. In |
| de subjectieve ervaring en beschrijving komt behalve het soort pijn eveneens in zekere zin tot |
| uitdrukking in welke mate de patiënt zichzelf kent. |
| Naast de waarde van de subjectieve symptoomomschrijving zien we het vermogen van de patiënt tot |
| zelfobservatie, wat een indicatie is voor zijn gevoeligheid. Dit levert informatie op en geldt als |
| symptoom en is daarom van belang voor de beeldvorming. Hoe gevoeliger de patiënt, hoe |
| gedetailleerder de symptomen worden verwoord en omschreven. De zo verkregen indruk van de |
| gevoeligheid moet worden meegewogen bij de bepaling van de dosering, potentie en frequentie. Deze |
| drie vallen onder de gelijksoortigheidsregel. Met andere woorden: ze dienen te corresponderen met de |
| gevoeligheid , zodat de stimulans tot zelfgenezing optimaal kan zijn. Uit de verkregen subjectieve |
| informatie kan eveneens worden afgeleid hoe de patiënt op het geneesmiddel zal reageren. |
| Modaliteit |
| De hoofdklacht(en) van de patiënt zijn onderhevig aan invloeden van buitenaf. De omstandigheden |
| waardoor de intensiteit van de klacht(en) afneemt of toeneemt worden modaliteiten genoemd. De |
| modaliteiten vormen het derde aspect van een totaalsymptoom. Ze bestaan uit zaken als |
| weersgesteldheid, temperatuur, vochtigheidsgraad, lichaamshouding e.d.; kortom, condities die de mate |
| van de klacht accentueren en gunstig of nadelig beïnvloeden. |
| 28 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-28-2048.jpg"/> |
| enigszins draaglijk te houden. |
| In dit geval zijn de modaliteiten: beter bij (>) op de rug liggen, in het donker, koud washandje. De |
| pijngewaarwording is barstend, de lokalisatie het voorhoofd. |
| Concomitant |
| Dat de patiënt huilt van pijn noemen we een concomiterend (begeleidend) symptoom. Een |
| concomiterend symptoom staat niet in direct oorzakelijk verband met de klacht, doch treedt wel |
| gelijktijdig op. Bij het bovengenoemde voorbeeld zijn huilen en overgeven de begeleidende symptomen |
| van de hoofdpijn. Zulke symptomen geven een acausaal verband aan en zijn heel belangrijk. |
| Wanneer een homeopathisch geneesmiddel dit typische, aparte, vreemde, acausale verband kan imiteren |
| en kunstmatig nabootsen dan neemt de kans sterk toe dat dit specifieke middel voor deze ziektesituatie |
| het juiste is. De aanwezigheid van één of meerdere concomiterende verschijnselen vermeerdert de |
| waarde van het symptoom. Bijgevolg neemt het in de analyse (methode om tot een geneesmiddelkeuze |
| te komen) een belangrijker plek in. |
| Het is vaak moeilijk om zulke begeleidende symptomen te weten te komen, hetzij omdat er geen |
| logische, duidelijke, directe relatie is met de klacht, hetzij omdat het voor hem zo gewoon is dat hij het |
| niet als symptoom ziet. Een patiënt die geïrriteerd raakt als hij klachten heeft, zal dat dikwijls als zo |
| normaal beschouwen dat hij het niet noemt als symptoom. |
| De homeopaat zal het hier moeten hebben van zijn eigen waarneming of van de observaties van mensen |
| die de patiënt goed kennen. |
| Naar eventuele begeleidende klachten moet altijd worden gevraagd. Heeft u tijdens de aanval nog andere |
| klachten? Hoe is dan de temperatuur, de stemming, de eetlust, de slaap, de transpiratie? Enzovoort. |
| Er zijn nog veel andere voorbeelden te geven van begeleidende symptomen. Het is aan de ervaring en |
| het waarnemingsvermogen van de homeopaat of deze belangrijke symptomen tijdens de anamnese naar |
| boven komen. |
| Particular |
| Het totaalsymptoom bestaat uit lokalisatie, gewaarwording, modaliteiten en concomiterende |
| symptomen. Totaalsymptomen behoren veelal tot de zogenaamde particulars. Particulars zeggen iets |
| over een onderdeel of een orgaan . Een particular heeft betrekking op, bijvoorbeeld, hoofdpijn, |
| maagpijn, longklachten, een gewricht. |
| De duidelijkheid en compleetheid van een symptoom of particular bepalen het belang ervan voor de |
| uiteindelijke geneesmiddelkeus. We spreken hier van een lichamelijke klacht, anders gezegd: een |
| „functioneel stoffelijk symptoom‟. Zulke symptomen zijn de taal waarvan de Dynamis zich bedient en |
| voor de homeopaat heel behulpzaam bij de geneesmiddelkeuze. |
| Naast het functioneel stoffelijke (totaal)symptoom kan de patiënt op termijn, min of meer voortkomend |
| uit de functionele ontregeling, een diepere verstoring manifesteren via emotionele of zelfs mentale |
| problematiek. Houdt de eerder genoemde hoofdpijn lang genoeg aan, dan kan de patiënt daar zeer |
| geïrriteerd of depressief door worden. |
| Duurt het nog langer en is er niets dat verlichting brengt, of wordt er onderdrukt, dan kan het zo zijn dat |
| de patiënt zijn levenslust verliest en suïcidaal wordt. |
| Emotionele- en gevoelssymptomen |
| 29 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-29-2048.jpg"/> |
| gevoelsleven betreffen. Het gevoelsleven omvat de intieme zelfbelevingssfeer: hoe voelt de patiënt zich |
| in zichzelf? Wat is zijn diepste gevoel van eigenheid? Bijvoorbeeld: de zelfbeleving, het gevoel van |
| zelfrespect en eigenwaarde van een adoptiekind is dikwijls wezenlijk anders dan die van het kind dat |
| opgroeit onder de liefhebbende zorg van de eigen ouders. Hoe diep werkt het non-verbale signaal van |
| afgestaan worden door de moeder door in het gevoel van zelfrespect van een kind? Hoe komt zo‟n kind |
| tot de overtuiging dat het de moeite waard is en tot de beleving dat er echt van hem wordt gehouden? |
| De omschrijving van het gevoelsleven is even divers als het leven zelf. Het gevoelsleven is betrokken bij |
| alles wat we ondernemen, hetzij vooraf als motivatie, als innerlijk referentiekader, hetzij achteraf als |
| conclusie. Voor zover het aan het ziek-zijn is gekoppeld, is het voor de homeopaat van belang het |
| gevoelsleven zo nauwkeurig mogelijk omschreven te krijgen. Hoe reageert de patiënt op belediging, |
| kwetsing, teleurstelling, blijdschap, eenzaamheid. Hoe is de stemming, het humeur, de |
| gemoedsgesteldheid? Hoe is de subjectieve beleving en hoe wordt deze geuit? |
| Organon, voetnoot 1, §90: |
| “B.v. hoe heeft de patiënt zich tijdens het consult gedragen; was hij uit zijn humeur, ruzieachtig, |
| haastig, huilerig, angstig, vertwijfeld of bedroefd, (voelde hij zich) getroost, kalm enz.?” |
| Oorzaak of ‘causa’ |
| Emoties zijn de uiting van een innerlijke overdaad aan gevoel. Meestal is er voor een emotionele |
| ontlading een aanleiding, die maakt dat de patiënt boos wordt, huilt, agressief of verdrietig is, troost wil |
| of dichtklapt. De gebeurtenis, op zich niet meer dan de aanleiding voor de emotionele ontlading, is in de |
| homeopathie van groot belang. Een dergelijke aanleiding wordt dikwijls als oorzaak gezien. In de |
| materia medica kunnen wij ze vinden onder het woord causa. |
| Bij „klachten na slecht nieuws‟ is het slechte nieuws weliswaar de aanleiding, maar de individuele |
| reactie op dat slechte nieuws zegt meer over de patiënt dan over het nieuws. Niet iedereen wordt ziek na |
| verdriet of teleurstelling. Het feit dat iemand er ziek van wordt, zegt veel over de gevoeligheid van de |
| persoon in kwestie maar ook over diens emotionele gesteldheid en weerbaarheid. De homeopathische |
| behandeling is erop gericht de patiënt tot een nieuwe balans te brengen. Hij zal hierdoor zoveel sterker |
| worden dat een vergelijkbaar voorval in de toekomst hem niet zo hevig ontregelt dat hij er letterlijk „ziek |
| van wordt‟. |
| Mentaal symptoom |
| Mentale symptomen zijn symptomen die te maken hebben met bewustzijn, denken en |
| concentratievermogen. De kijk op de wereld, het bepalen van wat belangrijk of minder belangrijk is |
| gebeurt op basis van keuzes die denkend worden gemaakt. Ziektesymptomen in de mentale sfeer hebben |
| vaak grote consequenties. Afhankelijk van de ernst en het overheersende karakter ervan, en de mate |
| waarin ze de integratie in het sociale leven beïnvloeden, bevorderen of verstoren, kunnen we ze |
| psychische of psychiatrische symptomen noemen. Mentale symptomen beïnvloeden de realiteitsbeleving |
| het sterkst. De levensvisie, de contacten, het functioneren op het werk, de omgang met intimi, |
| vergevingsgezindheid of haat, tevredenheid of ontevredenheid, worden ingegeven door hoe de patiënt |
| het leven ervaart en hoe hij er over denkt. |
| Bij ziekelijke ontregelingen krijgt iemand al rap het etiket „psychose‟ of „manie‟ opgeplakt. Voor de |
| homeopaat is het van het grootste belang in communicatie te komen met de patiënt om zo rechtstreeks |
| de symptomen te verkrijgen die het geïndiceerde geneesmiddel kunnen onthullen. Een onderscheid moet |
| 30 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-30-2048.jpg"/> |
| veel te heftig en uit verhouding met de aanleiding? |
| Organon, voetnoot §210: |
| “Dan ziet hij vaak ondankbaarheid, hardvochtigheid, buitengewone kwaadaardigheid naar voren |
| komen en de voor het mensdom meest beschamende en tegen de borst stuitende humeuren, en dat zijn |
| dan de eigenschappen geweest van deze patiënt in zijn vroegere, gezonde dagen. Wie in gezonde dagen |
| geduldig was blijkt vaak in ziekten bokkig, heftig, opvliegend, ook wel onverdraagzaam, eigenzinnig, een |
| andere keer ongeduldig en wanhopig. Wie eerst deugdzaam en preuts was, wordt nu seksueel ontremd |
| en schaamteloos. De pientere toont zich niet zelden stompzinnig, de gewoonlijk zwakbegaafde |
| daarentegen lijkt verstandiger en wie een trage denker was, wordt soms bij de pinken en besluitvaardig, |
| enz.” |
| Generaliteiten |
| Mentale, gevoels- en emotionele symptomen vallen onder de generaliteiten. Generaliteiten zijn |
| symptomen die betrekking hebben op de patiënt als geheel, op de gehele mens. Tot de generaliteiten |
| behoren o.a. of iemand van nature warm- of koudbloedig is, of hij liever binnen- of buitenshuis verkeert, |
| of hij een avond- of ochtendmens is, of er uitgesproken seizoensinvloeden zijn. |
| Verlangens, behoeften en begeertes worden tot de generaliteiten gerekend, bijvoorbeeld symptomen |
| betreffende voeding. Waar gaat de voorkeur naar uit? Heeft warm eten de voorkeur of brood, hebben we |
| trek in zoet, zuur, zout of bitter? Lust de patiënt, vlees, vis en gevogelte? Is er een aversie tegen of |
| overgevoeligheid voor bepaalde voedingsmiddelen? Hoe zit het met zuivelproducten? Welke wel en |
| welke niet? En alcohol, wijn, bier? Of wat anders? |
| Seksuele symptomen behoren tot het begeerteleven en daarmee tot de generaliteiten. Hoe is het gesteld |
| met libido, seksueel verlangen, passie? Verminderd, totaal afwezig of versterkt en nadrukkelijk |
| aanwezig? Is dit gedragsbepalend? Menstruatiesymptomen die een uitgesproken invloed hebben op |
| humeur, gemoedsgesteldheid en vitaliteit behoren eveneens tot de generaliteiten. |
| Verder vallen de slaapsymptomen hieronder. Wat is de favoriete slaaphouding, op de buik, op de rug? |
| Op de zijde, op welke? Is het mogelijk op de andere zijde te liggen? Moet hij bijna rechtop zitten om te |
| kunnen slapen? Of hoe anders? Het droomleven maakt ook deel uit van de generaliteiten. Nachtrust die |
| regelmatig of op vaste tijden is verstoord, zegt iets over de mens als geheel en is dus een generaliteit. |
| Bijvoorbeeld: “Om vier uur „s nachts word ik altijd wakker.” De mens wordt wakker, niet alleen z‟n voet |
| of z‟n arm. Generaliteiten geven het kader aan - een soort begrenzing - waarbinnen de patiënt zich |
| bevindt en waarbinnen de andere symptomen, de particulars, hun plaats hebben. |
| Hoe waren zwangerschap en bevalling? Zijn er tijdens de zwangerschap veel echo‟s gemaakt? Was er |
| sprake van een kunstverlossing, met keizersnede, tang of vacuüm? Waren er operaties in een latere |
| levensfase, zo ja waarvoor en met welk resultaat? Hoe was de reactie op vaccinaties? Heeft de patiënt |
| kinderziektes doorgemaakt en zo ja, welke? Hoe was de reactie daarop, was hij erg ziek? Heeft hij een |
| kinderziekte tweemaal gehad? Op welke leeftijd? Hoe was het tanden krijgen? Werd drinken en voeding |
| goed verdragen? |
| Was de patiënt op tijd met zijn ontwikkeling in kruipen, zitten, staan en lopen? Hoe was de tijd op de |
| kleuterschool en lagere school? Hebben zich daar gebeurtenissen voltrokken die de patiënt als zeer |
| ingrijpend heeft ervaren? Hoe was de sociale ontwikkeling? Was er sprake van goede vriendschappen of |
| werd de patiënt gepest, en zo ja met welke gevolgen? Hoe was de thuissituatie? Konden de ouders het |
| goed met elkaar vinden of was er altijd bonje? Was er sprake van een liefdevolle, veilige jeugd? Of hoe |
| anders? |
| 31 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-31-2048.jpg"/> |
| biografie en erfelijke belastingen. Aangezien de toestand van nu slechts de laatste schakel in het leven |
| van betrokkene is - heel het tot nu toe geleefde leven heeft bijgedragen tot hoe hij op dit moment in het |
| leven staat, in ziekte en in gezondheid - is de biografie in de homeopathie van het grootste belang. Alle |
| voorvallen die aanleiding waren voor zekere gebeurtenissen dienen tijdens de anamnese aan de orde te |
| komen, zodat ze meegewogen kunnen worden in het beoordelen van de rode draad in de |
| ziekteontwikkeling en in de bepaling van het geneesmiddel dat op het moment van het consult benodigd |
| is. |
| Organon, §93 |
| “Als de ziekte kortgeleden, of bij een chronische aandoening langer geleden, door een merkwaardige |
| gebeurtenis veroorzaakt is, dan zullen of de patiënt of tenminste de apart ondervraagde familieleden dat |
| wel aangeven, hetzij spontaan, uit eigen beweging of op voorzichtige navraag.” |
| Organon, voetnoot 1, §93: |
| “Eventueel beschamende aanleidingen, die de zieke of familie niet graag, in ieder geval niet uit zichzelf |
| bekennen, moet de dokter door verstandige en indirecte vragen of door ander privé-speurwerk trachten |
| op het spoor te komen. |
| Daartoe behoren: vergiftigingen of zelfmoordpoging, onanie, normale of perverse seksuele |
| uitspattingen, misbruik van wijn, likeuren, punch en andere stimulerende dranken, thee of koffie; |
| overdadig eten in het algemeen of speciaal van schadelijk voedsel; venerische of schurftinfectie, |
| ongelukkige liefde, jaloezie, huiselijke onvrede, ergernis, verdriet over een ongeluk dat de familie |
| getroffen heeft, ondergane mishandelingen, opgekropte wraakzucht, gekrenkte trots, financieel debacle, |
| bijgelovige vrees, honger of bijv. een lichaamsgebrek aan de genitaliën, een breuk, een prolaps enz.” |
| Belangrijk zijn deze symptomen alleen wanneer ze een (diepe) indruk hebben achtergelaten. De |
| symptomen zijn feitelijk ontstaan als reactie op omstandigheden die van buitenaf op de patiënt hebben |
| ingewerkt. Hoe vroeger in de jeugd deze ingrijpende gebeurtenissen hebben plaatsgevonden, hoe groter, |
| maar ook hoe onbewuster, de invloed in het leven en op de ontwikkeling waarschijnlijk is geweest, hoe |
| noodzakelijker het is om er aandacht aan te besteden om tot verwerking en oplossing van het probleem |
| te komen. |
| In de symptomatologie vinden we in dergelijke gevallen altijd indicaties, symptomen die verwijzen naar |
| de vroegere aanleidingen. De huidige symptomen vormen zo de brug naar vroegere gebeurtenissen die |
| de patiënt wezenlijk hebben beschadigd in zijn welbevinden. |
| Vroegere deprimerende gebeurtenissen kunnen de patiënt hinderen en zelfs totaal blokkeren op zijn weg |
| naar herstel. Zo kan een verkrachting in de kindertijd levenslang een gezonde seksuele relatie |
| verhinderen en het voor de patiënt onmogelijk maken een ander te vertrouwen en toe te laten. Het is |
| alsof in zulke gebeurtenissen tijd niet bestaat, en het organisme, ook na zeer lange tijd, als in een reflex |
| in een gelijkende staat van ontreddering blijft verkeren. |
| 32 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-32-2048.jpg"/> |
| symptomen beïnvloeden en mede bepalen. De homeopathie beschikt over geneesmiddelen die op basis |
| van het teweeg brengen van een gelijksoortige verstoring in het gevoelsleven een genezingsproces op |
| gang brengen en zodoende decennia in de biografie kunnen overbruggen. Het resultaat is dat de patiënt |
| oude, onverwerkte problemen kan integreren. De gebeurtenis zelf neemt het niet weg, maar deze wordt |
| wel van z‟n ziekmakende lading ontdaan. Is een belangrijk deel hiervan opgelost, dan kan er worden |
| begonnen met de behandeling van de symptomatologie die samenhangt met de miasmatische constitutie |
| van de patiënt. |
| Organon, §5: |
| “Voor zijn geneestaak heeft de arts de volgende hulpmiddelen nodig: |
| a. bij acute ziekte de gegevens van de meest waarschijnlijke aanleiding; |
| b. bij chronisch lijden de belangrijkste momenten uit de gehele ziektegeschiedenis, om de grondoorzaak |
| ervan op te sporen, die meestal berust op een chronisch miasma.” |
| Erfelijke belasting |
| In het symptoombeeld hebben we te maken met symptomen die een manifestatie zijn van familiare |
| tendensen. Komen er binnen een familie regelmatig bepaalde ernstige ziekten voor, of openbaren zich |
| telkens terugkerende of vergelijkbare ziektepatronen, dan is er gerede kans dat individuen geboren in |
| zo‟n familie met dezelfde ziektetendensen behept zijn. Het overwinnen van een bepaalde ziekte leidt tot |
| immuniteit. Wordt de ziekte niet overwonnen doch onderdrukt dan ontstaat er geen immuniteit, geen |
| kracht en toename van gezondheid, maar eerder een sluimertoestand die de genezingskansen belemmert. |
| Het nageslacht van zo‟n persoon wordt geboren met de positieve en sterke kwaliteiten van vader of |
| moeder, maar in gelijke mate met hun zwakten en tekortkomingen. Vanzelfsprekend kan een kind geen |
| verhoogde weerstand tegen chronische ziekten hebben indien de ouders die ook niet hadden. |
| Pathologische tendensen worden doorgegeven aan het nageslacht en maken zich in de kindertijd kenbaar |
| door middel van symptomen. In de klachten van het kind zijn kenmerken te vinden die met bepaalde |
| specifieke erfelijke belastingen te maken hebben. Het is aan de homeopaat de symptomen te herkennen |
| en adequaat te behandelen, zodat het kind niet aan dezelfde ziekten komt te lijden als zijn (voor)ouders. |
| Blokkade |
| Een belasting vanuit het voorgeslacht kan zich voordoen als een zogenaamde blokkade. Een patiënt met |
| astmatische klachten en veel reuma en astma in het voorgeslacht kan bijvoorbeeld het middel Tuberculi- |
| num, een nosode, nodig hebben om de impasse waarin hij terecht is gekomen, te doorbreken. Hierna kan |
| het op de chronische ziektesymptomen geïndiceerde geneesmiddel zijn werk gaan doen. Zo is een |
| blokkade slechts zolang een blokkade tot het passende geneesmiddel daarop voorgeschreven wordt. |
| Adequate homeopathische behandeling neutraliseert de ziekelijke tendensen in de patiënt en doorbreekt |
| de cyclus van recidiverende familiare ziekte-uitingen. Met het doorbreken van de pathogene |
| familietendensen staan deze een diepe genezende reactie op het geïndiceerde geneesmiddel niet langer in |
| de weg. |
| Geneesmiddelgebruik |
| 33 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-33-2048.jpg"/> |
| toxische doses, in de huidige tijd is het medicijngebruik waarschijnlijk een veelvoud van wat vroeger |
| gebruikelijk was. Daarbij worden tegenwoordig vrijwel uitsluitend synthetische medicamenten toegepast |
| die afkomstig zijn uit de chemische industrie. Deze zijn dikwijls moeilijk biologisch afbreekbaar. De |
| Dynamis heeft er de „handen‟ vol aan het organisme van deze belasting te bevrijden of onverwijderbaar |
| materiaal op te slaan in het structurele vet van het organisme. Zo kan er soms een blijvend ontregelend |
| effect uitgaan van gebruikte preparaten. Middelen als het DES-hormoon en softenon zijn hiervan |
| sprekende voorbeelden, maar ook de termijneffecten van prednison, narcotica, psychopharmaca e.d. |
| liegen er niet om. In anamnese en behandeling is het voormalig medicijngebruik en de werking ervan |
| van belang, met name wanneer er in het huidige symptoombeeld sporen van zijn terug te vinden. Voor |
| welke klachten zijn de medicijnen gebruikt en wat was het effect? Zijn de symptomen van de natuurlijke |
| chronische ziekte er tijdelijk of blijvend door veranderd? Indien mogelijk zal de homeopaat een |
| geneesmiddel inzetten om de Dynamis te ondersteunen in het soms zware karwei het organisme te |
| ontdoen van medicijnschade. |
| Organon, §74: |
| “Tot de chronische ziekten moeten we helaas ook nog die algemeen verbreide rekenen, die gecreëerd |
| zijn door de allopathische kuur-vormen benevens door het langdurig gebruik van sterk werkende, |
| drastische geneesmiddelen in grote en stijgende dosering.” |
| Organon, §75: |
| “Deze door allopathische on-heelkunst geproduceerde verknoei-ingen van het menselijk welzijn (het |
| ergste in de laatste tijd) zijn van alle chronische ziekten de treurigste en meest ongeneeslijke en ik |
| constateer met leedwezen, dat het schijnt dat daarvoor, als ze wat ver doorgevoerd zijn, wel nooit |
| geneesmiddelen uitgevonden of bedacht zullen kunnen worden.” |
| Al deze informatie is relevant voor het verkrijgen van een totaaloverzicht van de symptomen en |
| benodigd om tot een adequate behandeling te kunnen komen. Uiteraard heeft niet iedere patiënt |
| symptomen in elke genoemde categorie. Hoe meer en hoe groter de diversiteit van de pathologische |
| symptomatologie, hoe groter de kans dat we met een gecompliceerde situatie te maken hebben. |
| De homeopathische constitutiebehandeling is dienovereenkomstig moeilijker en zal meer tijd in beslag |
| nemen. Bij de analyse van de symptomen wacht de homeopaat een moeilijke taak. Hij moet zien te |
| onderscheiden welk symptoom of welke symptoomgroep bij welke ontregeling hoort en tevens waaraan |
| bij het geneesmiddelvoorschrift de voorrang moet worden gegeven. Deze complexiteit vormt een van de |
| grootste obstakels bij de behandeling van chronisch zieken, speciaal wanneer de homeopaat zijn |
| behandeling baseert op aanwijzingen uit de vierde editie van het Organon. |
| Omdat de zesde editie bijna tachtig jaar voor de buitenwereld verborgen werd gehouden door de erflaters |
| van Hahnemann‟s schriftelijke nalatenschap, heeft de verdere ontwikkeling van de homeopathie plaats |
| gevonden op basis van de vierde editie. Dit heeft grote consequenties gehad voor hoe homeopathie |
| hedentendage in praktijk wordt gebracht. |
| Samenvatting |
| In de anamnese is het verkrijgen van totaalsymptomen van groot gewicht. Het totaalsymptoom bestaat |
| uit de componenten lokalisatie, gewaarwording, modaliteit en concomiterend symptoom. Het |
| totaalsymptoom heeft voornamelijk betrekking op de lichaamsonderdelen van de patiënt, de zogenaamde |
| „particulars‟. |
| 34 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-34-2048.jpg"/> |
| slaapsymptomen, kortom alles dat iets zegt over de gehele persoon. |
| Biografische gebeurtenissen kunnen voor het voorschrijven van essentieel belang zijn. Alles wat in het |
| verleden grote indruk heeft gemaakt kan tot op de dag van vandaag doorwerken en een gunstige |
| geneesmiddelrespons blokkeren. Erfelijke familiaire pathologische tendensen moeten in het voorschrift |
| worden meegewogen, evenals elementen uit de actuele levenssituatie die de patiënt erg aangrijpen. |
| 35 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-35-2048.jpg"/> |
| Anamnese |
| Wanneer de homeopaat zich tijdens de anamnese een onjuist beeld van de patiënt vormt, is het |
| ondoenlijk het juiste geneesmiddel te vinden. Dit maakt dat de anamnese tot het middelpunt van de |
| homeopathische behandeling. Het resultaat van de behandeling staat of valt ermee. Bij de anamnese |
| hebben wij enerzijds te maken met het bewustzijn van de patiënt betreffende zijn eigen |
| gewaarwordingen, zijn opmerkingsgave en zijn talent om dit te verwoorden, en anderzijds met de |
| deskundigheid van de homeopaat om de juiste vragen te stellen en en te kunnen waarnemen en luisteren. |
| Hahnemann hechtte de grootste waarde aan de anamnese. |
| Organon, §104 |
| “Als eenmaal de totaliteit van de symptomen, die het ziektegeval in het bijzonder bepalen en kenmerken, |
| met andere woorden het ziektebeeld, van de ene of andere soort nauwkeurig is vastgelegd, dan is het |
| zwaarste werk gedaan.” |
| Repertorisatie |
| Dit betekent dat al het andere minder zwaar is. De ervaren homeopaat zal de juistheid hiervan kunnen |
| bevestigen. Na jaren van intensieve praktijkvoering valt het soms moeilijk op te brengen om |
| geïnteresseerd en betrokken te blijven luisteren naar de zoveelste patiënt. Daarentegen worden andere |
| onderdelen van de behandeling, zoals analyse, repertorisatie en geneesmiddelkeuze, door ervaring |
| gemakkelijker, al was het alleen maar omdat de parate kennis groeit met de jaren en de homeopaat heeft |
| leren durven vertrouwen op intuïtie en gevoel, gekoppeld aan ervaring. De homeopaat gebruikt tijdens |
| het consult zijn vaardigheden en kwaliteiten om de patiënt centraal te stellen en zo de noodzakelijke |
| informatie te verkrijgen voor de homeopathische constitutiebehandeling. |
| 36 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-36-2048.jpg"/> |
| onbevangenheid en gezond verstand, opmerkzame observatie en accuratesse bij de notering van het |
| ziektebeeld.” |
| Consult |
| Eigen beeld- en oordeelsvorming gaan de homeopaat parten spelen en tussen hem en patiënt staan |
| wanneer de homeopaat de anamnese niet onbevangen afneemt. Dit gevaar ligt maar al te vaak op de loer, |
| speciaal wanneer waardeoordelen als goed en kwaad, mooi en lelijk, eens en oneens, e.d. in het geding |
| zijn, om van eigen onverwerkte frustraties en ergernissen nog maar niet te spreken. Tijdens het consult |
| dient altijd de hulpvraag centraal te staan. Alle verkregen informatie dient in dit licht te worden bezien |
| en beoordeeld. Dit vereist een hoge mate van professionaliteit van de homeopaat: aan de ene kant moet |
| hij empathisch genoeg zijn om uit te nodigen tot het blootleggen van diepe zieleroerselen, aan de andere |
| kant moet hij voldoende afstand houden om tot een objectief oordeel te komen. |
| Organon, §98: |
| “Maar toch is aan de andere kant bij alle ziekten, maar vooral bij de chronische, bijzonder veel |
| omzichtigheid, bedachtzaamheid, mensen-kennis, voorzichtigheid in de vraagstelling en in hoge mate |
| geduld nodig, wil men het echte, volledige ziektebeeld tot in alle details nauwkeurig ontdekken.” |
| Onbevangen en opmerkzaam |
| Bij het afnemen van de anamnese wordt van de homeopaat verwacht dat hij beschikt over |
| onbevangenheid, gezond verstand, opmerkzame observatie, accuratesse, omzichtigheid, |
| bedachtzaamheid, mensenkennis, voorzichtigheid en in hoge mate geduld. In Hahnemann‟s optiek zijn |
| deze kwaliteiten de voorwaarden voor een goede anamnese. Uiteindelijk bepaalt de kwaliteit van de |
| homeopaat de mate van het resultaat van de behandeling! |
| Onbevangenheid impliceert openheid, openheid voor het wel en wee van een ander mens. Moeilijk |
| wordt het als de probleemstelling waarmee de patiënt komt als totaal oninteressant wordt ervaren, of |
| wanneer de patiënt in een situatie verkeert die grote gelijkenis vertoont met de privé-problemen van de |
| homeopaat. Dan wordt het lastig objectief te blijven, wat ertoe kan leiden dat we of een hekel krijgen |
| aan de patiënt of er verliefd op worden. Anders gezegd: we schieten door in onze antipathie of |
| sympathie. |
| Voor de homeopaat is het noodzakelijk om zicht te hebben op eigen gevoelsleven en drijfveren zodat |
| kan worden herkend wat van wie is. Het gaat tijdens het consult niet om de eigen gevoelens en energieën |
| van de homeopaat. Het terughouden ervan is van bepalend belang voor het goed verlopen van de |
| behandeling. |
| Anderzijds levert de waarneming van het gevoel, de kleur of de sfeer die de patiënt bij de homeopaat |
| oproept, een belangrijke aanvulling op voor de differentiaaldiagnose. De gevoelssfeer van het |
| geïndiceerde middel dient aan te sluiten bij de gevoelssfeer van de patiënt. De constatering of de patiënt |
| geïrriteerd, chagrijnig, opgewekt, depressief, onverschillig, gepassioneerd, sensueel of iets dergelijks is, |
| zegt veel over de gesteldheid van de betrokkene. Daarbij moeten wij er zorg voor dragen de patiënt niet |
| te beoordelen of te veroordelen op diens uitstraling, maar dit te laten meetellen bij de |
| geneesmiddelkeuze en behandeling. Een onbevooroordeelde houding van de homeopaat biedt de patiënt |
| de beste gelegenheid om zichzelf te zijn. |
| 37 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-37-2048.jpg"/> |
| hem of haar aan. |
| Gezond verstand |
| Na het nemen van de eerste hindernis op weg naar een anamnese die de patiënt recht doet, is er de vraag |
| naar „gezond verstand‟. Zonder gezond verstand komen we niet ver in de homeopathische praktijk. Bij |
| de anamnese, beeldvorming, analyse, repertorisatie, differentiaaldiagnose, vaststelling van de potentie en |
| de uiteindelijke behandeling, is het denkvermogen een voorwaarde om tot een juiste beoordeling van het |
| probleem te komen. |
| Zo zag de eerste editie van het Organon het licht onder de naam „Organon der RATIONELLEN |
| Heilkunde‟. Door praktijkervaring wordt het waarnemingsvermogen van de homeopaat gaandeweg |
| gescherpt, zodat hij steeds meer zal opmerken als hij zich daar op instelt. Voor de totstandkoming van |
| het totaalbeeld spelen alle zintuigen mee. Om tot bruikbare symptomen te komen zal wat wordt |
| waargenomen uiteraard omzichtig bij de patiënt worden nagevraagd. Wat tussen de regels doorklinkt - |
| de traan in de ooghoek, de gespannen trek om de mond, de blos op de wangen - levert observaties op die, |
| indien met respect bejegend, de brug kunnen slaan naar een werkelijke ontmoeting en een diep begrip. |
| Organon, §6: |
| “De onbevooroordeelde waarnemer weet hoe waardeloos boven-zinnelijke speculaties zijn, die niet |
| door ondervinding kunnen worden bevestigd. Hoe scherpzinnig hij ook moge zijn, hij moet het doen met |
| wat hij zintuiglijk aan de buitenkant kan waarnemen aan veranderingen in de toestand van lichaam en |
| geest, aan ziekte-verschijnselen, bijzonderheden en symptomen. Dat zijn dan afwijkingen van de |
| gezonde, voormalige toestand van degene, die nu ziek is, dus datgene: |
| wat de patiënt zelf voelt; |
| wat zijn omgeving aan hem waarneemt; |
| wat de arts zelf aan hem observeert. |
| Deze waarneembare verschijnselen tezamen vertegenwoordigen de ziekte in haar volle omvang, d.w.z. |
| ze vormen tezamen met elkaar het enig echte en enig denkbare ziektebeeld.” |
| Accuraat en alert |
| Accuratesse is in alle opzichten belangrijk. Accuraat en alert reageren maakt dat de patiënt voelt dat de |
| homeopaat werkelijk geïnteresseerd is, echt luistert en betrokken is, en ondertussen niet in gedachten |
| met andere zaken bezig is. Voor de patiënt is deze belangstelling direct voelbaar. Gaat hij weg met het |
| gevoel dat hij begrepen is, ontroerd, lachend of huilend, kortom geraakt, dan is de basis gelegd voor een |
| vertrouwensrelatie die noodzakelijk is voor een adequate begeleiding op weg naar gezondheid. Zo‟n |
| vertrouwensrelatie biedt ook de ruimte om hem indien nodig te confronteren met wat hij liever niet wil |
| horen. Bij het noteren van de symptoom is accuratesse een absoluut vereiste. Een nauwgezet genoteerde |
| eerste anamnese zal tijdens de volgende consulten als referentie dienen voor de beoordeling van de |
| reactie op de voorgeschreven geneesmiddelen. |
| Organon, §104: |
| “Dan heeft de geneeskundige dit beeld bij de behandeling van vooral de chronische ziekte altijd voor |
| ogen, hij kan het in alle details doorzien.” |
| 38 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-38-2048.jpg"/> |
| implicerend dat de patiënt met zijn zwakke, minst weerbare kant naar buiten dient te komen. Hierbij |
| hoort een passende, gelijksoortige houding van de kant van de homeopaat om een atmosfeer te scheppen |
| waarin een gedetailleerd totaalbeeld tot stand kan komen. Door ruwheid, grofheid, ongenuanceerdheid, |
| irritatie, haast, etc., van de homeopaat klapt de patiënt dicht en blijven belangrijke dingen ongezegd. De |
| ongepaste houding van de homeopaat vormt een nieuwe belemmering in het genezingsproces van de |
| patiënt. De wijze waarop de homeopaat met de patiënt omgaat is voor de patiënt homeopathie! Gaat de |
| homeopaat slecht met de patiënt om dan zal deze geneigd zijn, indien hij de behandeling stopt, |
| homeopathie als afgedaan te beschouwen, “want hij heeft immers al homeopathie geprobeerd.” |
| Eigen functioneren |
| De homeopaat dient het eigen functioneren grondig te evalueren. Zeker als de praktijk „niet loopt‟ - |
| patiënten haken af of komen niet eens opdagen - zouden we de hand eerst in eigen boezem moeten |
| steken. Zichzelf onder homeopathische behandeling stellen of zich onderwerpen aan intercollegiale |
| functioneringsgesprekken kan helpen om de eigenschappen te ontwikkelen die voor succes in de praktijk |
| benodigd zijn. |
| De patiënt die met een hulpvraag aanklopt bij een therapeut heeft recht op kwaliteit. Het mag daarom |
| niet zo zijn dat de therapeut weigert zich te laten aanspreken op het eigen functioneren. |
| Wie niet in andere mensen is geïnteresseerd zal niet snel de wens hebben om homeopaat te worden of te |
| zijn. Belangstelling voor de medemens leidt uiteindelijk tot de mensenkennis die in de praktijk |
| onontbeerlijk is. Mensenkennis speelt in allerlei facetten van de homeopathie een rol: in de |
| communicatie met de patiënt, in de duiding van de symptomen, in de manier waarop de symptomen |
| worden gebracht. Homeopathie beoefenen stelt ons in de gelegenheid om een diep inzicht in menselijke |
| drijfveren, in ziekte en gezondheid, te verkrijgen. Kortom, het levert mensenkennis op. Voorzichtigheid |
| is geboden als er voor de patiënt „beladen‟ onderwerpen ter sprake komen. |
| Een onderwerp waaraan voor de patiënt veel negatieve herinneringen kleven en dientengevolge veel |
| emoties, zal voor hem reden kunnen zijn om zijn best te doen z‟n gevoelens onder controle te houden. |
| „Onderdrukken‟ is misschien een beter woord. De homeopaat bevindt zich nu in een lastig parket. Is de |
| vraagstelling te confronterend en direct, dan kan de patiënt dichtklappen. Laat de vraagstelling te veel |
| ruimte, dan voelt de patiënt zich niet gezien en zal hij zeker zijn diepste zieleroerselen niet ter tafel |
| brengen. |
| Met volharding en geduld zal de homeopaat moeten proberen om de patiënt zo aan te moedigen dat hij |
| drempels durft te nemen die eerder permanente blokkades leken te zijn. |
| Patiënt is een Engels woord dat geduldig betekent. De wetten der gelijksoortigheid nopen de homeopaat |
| het overeenkomstige geduld te hebben, speciaal bij langdurig chronisch zieken en wanneer de |
| behandeling wordt gecompliceerd door problematische levensomstandigheden. |
| Methodiek |
| Naast het verwerven van de genoemde kwaliteiten beschikken wij in de homeopathie over methodieken |
| die het „vak‟ toegankelijker maken. De menselijke factor blijft evenwel de belangrijkste. De mate waarin |
| de homeopaat zichzelf gemotiveerd blijft scholen en ontwikkelen en de wijze waarop dit in praktijk |
| wordt gebracht zal uiteindelijk zijn deskundigheid bepalen. Hahnemann geeft deze aanwijzing: |
| Voorwoord, eerste editie Organon, 1810: |
| 39 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-39-2048.jpg"/> |
| tot het heiligste van alle mensenwerk, de uitoefening van de ware geneeskunde.” |
| De taak van de homeopaat is in eerste instantie een zo diep en natuurgetrouw mogelijk beeld van de |
| patiënt te krijgen. Hahnemann geeft een minutieuze beschrijving van dit proces van symptoomvergaring, |
| dat grofweg in drie delen wordt onderverdeeld. |
| Ten eerste is er de zogenaamde „vrije‟ anamnese. De patiënt vertelt zijn verhaal en de homeopaat treedt |
| niet sturend op. Uitsluitend met open vragen zal hij proberen de patiënt te stimuleren tot nadere |
| nuancering van de symptomen. Hij stemt zich volledig af op de patiënt en kiest de frequentie, stemming |
| en sfeer die bij de patiënt past. De eventuele drempels die anders opgeworpen zouden kunnen worden |
| blijven zo tot een minimum beperkt en de communicatie verloopt optimaal. Het kan nu gebeuren dat de |
| patiënt in deze fase van de anamnese heel erg ingaat op zijn levenssituatie en de rol van anderen erin, |
| zich toespitsend op hoe hij zich daaronder voelt - gekwetst, tekortgedaan, verdrietig, geërgerd. Hij legt |
| hier zo zwaar de nadruk op dat wij reeds in dit stadium kunnen zeggen dat het gesprek de richting opgaat |
| van een biografische anamnese. In zo‟n geval is het raadzaam om een geneesmiddel van plantaardige of |
| dierlijke oorsprong voor te schrijven op het biografisch incident, de levensomstandigheden, de interactie |
| tussen patiënt en buitenwereld. |
| Organon, §84: |
| “De patiënt vertelt hoe zijn klachten zich hebben ontwikkeld. De familieleden vertellen waarover hij |
| klaagt, hoe hij zich gedraagt en wat ze bij hem hebben waargenomen. De arts ziet, hoort en neemt met |
| zijn overige zintuigen waar, wat aan de zieke veranderd en ongewoon is. Hij schrijft alles precies op met |
| dezelfde bewoordingen, die de patiënt en de familieleden gebruikt hebben. Indien mogelijk, houdt hij zijn |
| mond en laat ze uitspreken zonder ze te onderbreken*, als ze niet naar bijkomstigheden afdwalen. Alleen |
| vraagt hij al in het begin aan hen of ze langzaam willen spreken, zodat hij ze met schrijven van wat hij |
| noodzakelijk vindt te noteren, kan bijhouden.” |
| * Organon, voetnoot §84: |
| “Iedere onderbreking stoort de gedachtengang van de vertellenden en naderhand schiet alles wat ze |
| eerst hadden willen zeggen, ze niet zo precies meer te binnen.” |
| “Hij schrijft alles op met precies dezelfde bewoordingen.” De patiënt spreekt meestal in de eerste |
| persoon enkelvoud en zegt dus “ik” heb last van dit of dat. Wat hij zegt wordt letterlijk genoteerd, dus in |
| de ik-vorm. Notaties in de derde persoon - “hij” vindt dit of dat - scheppen afstand. Het nalezen van in |
| de ik-vorm genoteerde symptomen spreekt het invoelend vermogen aan, met als resultaat een verfijnder |
| beeld van de zelfbeleving van de patiënt. |
| De kunst is om zo dicht mogelijk bij zijn symptoombeleving te komen en bijgevolg hem vrijuit te laten |
| praten. Storen we hem in zijn gedachtengang dan worden de symptomen niet meer spontaan verwoord. |
| Hiermee loopt de homeopaat het risico waardevolle informatie mis te lopen, die in de |
| differentiaaldiagnose (het onderscheid tussen de diverse middelen) van groot belang kan zijn. |
| Niet wat de homeopaat wil weten is van belang, maar wat de patiënt over zichzelf in eigen |
| bewoordingen kan en wil vertellen, maakt het vinden van het gelijksoortige geneesmiddel |
| mogelijk. |
| Dit accentueert de waarde van de vrije anamnese. De patiënt spreekt dan immers spontaan en in eigen |
| bewoordingen over zichzelf. Zo ontstaat het beste beeld van de patiënt, over zijn klachten en wat hem |
| bezig houdt, waarmee hij in zijn bewustzijn het meest bezig is. Het geïndiceerde geneesmiddel dient aan |
| te sluiten bij gevoelsbeleving, instelling en gedachtenleven van de patiënt. Het dient dezelfde sfeer te |
| ademen. |
| 40 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-40-2048.jpg"/> |
| hebben een verschillend verloop! Een anamnese wegens een acute klacht verloopt anders dan een |
| anamnese die het verkrijgen van het chronische of biografische beeld ten doel heeft. |
| Organon, §99: |
| “Over het algemeen genomen heeft de dokter het veel gemakkelijker als hij bij acute of pas kort geleden |
| ontstane ziekten de anamnese opneemt, omdat patiënt en familie alle bijzonderheden en afwijkingen van |
| de pas onlangs verloren gezondheid nog vers in het geheugen hebben en al die gegevens nog nieuw en |
| opvallend gebleven zijn. Weliswaar moet de arts ook hier alles weten, maar hij hoeft het veel minder na |
| te speuren. Het meeste zegt men hem uit zichzelf.” |
| Attent luisterende houding |
| Het lijkt tijdens zo‟n gesprek alsof de patiënt bijna „overloopt‟ en de omschrijvingen van de symptomen |
| als vanzelf opborrelen. Een attent luisterende houding en desnoods af en toe een vraag naar verdere |
| nuancering is voldoende om het actuele ziektebeeld in duidelijke, subjectieve symptomatologie |
| verwoord te krijgen. |
| Ook als de beschrijving van andere direct betrokkenen moet komen omdat de patiënt zelf te ziek is, |
| blijkt het veelal mogelijk een helder beeld van de zieke en zijn ziekte te krijgen. Wanneer er sprake is |
| van een incident in het leven van de patiënt, zal bij de juiste afstemming de communicatie toch als |
| vanzelf gaan, eventueel met een sporadische vraag ter verdere verduidelijking of om niet te veel af te |
| dwalen. Het meeste wordt als vanzelfsprekend verteld. Het spreekt voor zich dat de homeopaat geen |
| direct betrokkene en dus belanghebbende bij het gespreksonderwerp mag zijn. |
| Dit maakt het consult tot een veilige situatie voor de patiënt, waarbij de ander, de homeopaat, in het |
| „verhaal‟ van de patiënt de hulpvraag kan onderkennen en hierop adequaat kan voorschrijven. Acute |
| ziektesituaties zijn heftig, belastend en nadrukkelijk aanwezig en het kost de patiënt weinig moeite |
| spontaan z‟n symptomen naar voren te brengen. Een attent luisterende houding helpt om de |
| woordenstroom op gang te houden. |
| Met de anamnese van een chronisch zieke patiënt ligt het veelal anders. De dynamiek is ver te zoeken. |
| De patiënt heeft zich op onderdelen vaak geïdentificeerd met zijn ziek-zijn zodat het moeilijk kan zijn |
| om de relevante informatie duidelijk verwoord te krijgen. De klachten bestaan al zo lange tijd dat ze er |
| bijna bij horen. Een goed onderscheidingsvermogen is in zulke gevallen geen vanzelfsprekendheid. Het |
| komt nu aan op wat Hahnemann „omzichtigheid in de vraagstelling‟, „mensenkennis‟ en „geduld‟ noemt. |
| De symptomatologie is minder dynamisch en bijgevolg minder spectaculair. Het consult verloopt |
| moeizamer, zeker wanneer de patiënt weinig welwillend is om te vertellen. |
| Organon, §95: |
| “Het naspeuren van de hierboven genoemde en alle andere ziekteverschijnselen moet bij de chronische |
| ziekten zo zorgvuldig en uitvoerig mogelijk gebeuren en tot in het kleinste detail afdalen.” |
| Hoofd-voeten-schema |
| Tijdens de geleide anamnese wordt het hoofd-voeten-schema gevolgd om het organisch functioneren in |
| kaart te brengen. De daadwerkelijke klachten zijn tijdens de vrije anamnese naar voren gekomen, maar |
| behoeven wellicht nog nadere toelichting, tot in de kleinste details, teneinde „totaalsymptomen‟ te |
| verkrijgen. |
| 41 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-41-2048.jpg"/> |
| nadere details aan, die hij als volgt navraagt. Hij leest de aparte symptomen, die hem vermeld zijn, door |
| en vraagt bij het een en ander speciaal bijv.: wanneer gebeurde dit? Was het in de tijd vóór het huidige |
| medicijngebruik? Gedurende het medicijngebruik? Of pas een paar dagen na het staken ervan? Wat |
| voor pijn, welke sensatie, nauwkeurig beschreven, was het die zich op deze plek voordeed? Waar was |
| het precies? Kwam de pijn bij vlagen, apart, op verschillende tijdstippen? Of was het aanhoudend, |
| ononderbroken? Hoe lang duurde het? Op welke tijd van de dag of van de nacht, bij welke |
| lichaamshouding was het het ergst of ging het helemaal weg? Hoe was dit of dat genoemde verschijnsel |
| of die omstandigheid nu precies? Beschrijf het met duidelijke bewoordingen.” |
| Open vragen |
| Bij een correct afgenomen anamnese zullen de aanvullingen die bij navraag naar boven komen |
| symptomen opleveren die het individuele karakter van de klachten openbaren. Hoe meer van zulke |
| symptomen worden verkregen, hoe duidelijker het symptoombeeld wordt. Het is belangrijk open vragen |
| te stellen. Open vragen zijn vragen die niet met ja of nee beantwoord kunnen worden omdat de patiënt |
| anders het antwoord in de mond wordt gelegd, waardoor het antwoord en het symptoom in waarde |
| verminderen voor de analyse. Hoe meer de patiënt de mogelijkheid wordt geboden de symptomen op de |
| voor hem eigen en specifieke wijze te formuleren, hoe natuurgetrouwer het beeld dat het de homeopaat |
| oplevert. Gemoedsgesteldheid en humeur zijn daarbij gewichtige aspecten omdat zij het temperament, |
| denken en voelen blootleggen, aldus een goede geneesmiddelkeuze mogelijk makend. Vragen dienen in |
| algemene bewoordingen te worden gesteld, zodat de patiënt uitgenodigd wordt die gedetailleerd te |
| beantwoorden. |
| De generaliteiten - symptomen die de gehele patiënt betreffen - vormen daarbij een soort kader. Zij |
| geven min of meer de omgeving, de belevingssfeer, het karakter, de drijfveren weer en zijn dikwijls |
| typerend voor zowel de patiënt als voor de karakteristieken waaraan het geneesmiddel dient te voldoen. |
| Tot de generaliteiten rekenen we: de mentale en emotionele symptomen, de seksuele symptomen, de |
| symptomen betreffende de menstruatiecyclus, voorkeuren en afkeren met betrekking tot voedsel, het dag |
| en nachtritme van de patiënt, seizoensgevoeligheden etc. Het zijn symptomen waarvan de patiënt zegt: |
| dat ben ik. |
| Eigen waarneming homeopaat |
| De eigen waarneming van de homeopaat hoort eveneens te worden meegenomen bij de vorming van het |
| totaalbeeld. Bij de differentiaaldiagnose speelt niet alleen het symptoombeeld een belangrijke rol, doch |
| evenzeer de indruk die de homeopaat heeft opgedaan. Een emotie kan bijvoorbeeld veel verschillende |
| betekenissen hebben. Wat de emotie betekent valt niet altijd in woorden te vatten, maar het verschil in |
| gevoelswaarde kan niettemin toch ervaren worden. Dit gevoel stelt de homeopaat in staat de keuze te |
| beperken tot een bepaalde geneesmiddelgroep. |
| 42 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-42-2048.jpg"/> |
| haastig, huilerig, angstig, vertwijfeld of bedroefd, of getroost, kalm, enz.?” |
| Op grond hiervan is de vraag gerechtvaardigd en noodzakelijk waarom hij uit zijn humeur, ruzieachtig, |
| haastig, angstig, vertwijfeld of bedroefd is, zodat de symptomen genuanceerd kunnen worden en een |
| levende inhoud krijgen. Schaamte, verlegenheid of geslotenheid kunnen de communicatie bemoeilijken, |
| met name wanneer de klachten zijn voortgekomen uit specifieke gebeurtenissen waar de patiënt niet |
| trots op is of waarvoor hij zich geneert. |
| Organon, voetnoot 1, §93: |
| “Eventuele beschamende aanleidingen, die de zieke of familie niet graag, in ieder geval niet uit zichzelf |
| bekennen, moet de dokter door verstandige en indirecte vragen of door ander privé speurwerk trachten |
| op het spoor te komen. Daartoe behoren: vergiftiging of zelfmoordpoging, onanie, normale of perverse |
| seksuele uitspat-tingen, misbruik van wijn, likeuren, punch en andere stimulerende dranken, thee of |
| koffie; overdadig in eten in het algemeen of speciaal van schadelijk voedsel; venerische of |
| schurftinfectie, ongelukkige liefde, jaloezie, huiselijke onvrede, ergernis, verdriet dat de familie |
| getroffen heeft, ondergane mishandelingen, opgekropte wraakzucht, gekrenkte trots, financieel debacle, |
| bijgelovige vrees, honger of bijv. een lichaamsgebrek aan de genitaliën, een breuk, een prolaps, enz.” |
| In onze tijd kunnen wij daar nog aan toevoegen: druggebruik, verslaving aan allopathische medicatie, |
| computer-, tv-, koop- of andere verslaving etc. In de honderdvijftig jaar sinds Hahnemann is er weinig |
| veranderd in motivatie, begeerteleven en andere drijfveren van de mens. De mogelijkheden om het eigen |
| leven te verzieken zijn feitelijk alleen maar toegenomen. De adviezen ten aanzien van leefregels en |
| levenshygiëne die Hahnemann in het Organon in geeft zijn nog verbazingwekkend actueel. Inzicht in de |
| leefwijze, dieet en huiselijke gewoonten van de patiënt is belangrijk om ziekteverwekkende of |
| ziekteonderhoudende factoren op het spoor te komen. Desgewenst kan de patiënt zo worden geadviseerd |
| een en ander te veranderen, al spreekt het voor zich dat dit niet altijd eenvoudig te realiseren zal zijn. |
| Immers, verslavingen laten zich vaak moeilijk van de ene op de andere dag doorbreken en stopzetten. |
| Waar een verslaving het uiteindelijke succes van de behandeling in de weg staat, zal de patiënt er echter |
| op moeten worden gewezen dat hij zijn leefwijze dient te wijzigen om het genezingsproces een kans te |
| geven. |
| Organon, §94: |
| “Men moet nagaan wat daarvan ziekte kan verwekken of onderhouden, om door eliminatie daarvan de |
| genezing te kunnen bevorderen.” |
| Veel vrouwen, jonge meisjes zelfs, gebruiken tegenwoordig de pil. Hormoongebruik grijpt diep in de |
| menselijke constitutie in, beïnvloedt seksleven en seksuele behoeften en verstoort ernstig de onderlinge |
| samenwerking tussen de endocriene klieren. Allerlei latent pathologische tendensen kunnen door |
| pilgebruik manifest worden. Voor het nageslacht kan hormoongebruik eveneens ernstige gevolgen |
| hebben. De dochters van DES-moeders zijn daarvan een sprekend voorbeeld. Afwijkingen komen voor |
| tot in de tweede generatie, zoals bijvoorbeeld blijkt uit het verschijnsel hypospadie (verkeerd aangelegde |
| plasbuis) bij zonen van DES-dochters. |
| Jonge moeders die, ten gevolge van pilgebruik, na de bevalling lijden aan een postnatale depressie geven |
| aan hun kinderen een zekere emotionele belasting mee. Daarbij blijft het niet, want langdurig pilgebruik |
| kan functionele gevolgen hebben voor, bijvoorbeeld, de geestelijke ontwikkeling of de vruchtbaarheid |
| van het nageslacht. Natuurlijke geslachtshormonen, waarmee de menstruatiecyclus samenhangt, oefenen |
| 43 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-43-2048.jpg"/> |
| daarom aan de orde te komen. |
| Organon, voetnoot 1, §94: |
| ”Vooral moet men bij chronische ziekten van vrouwelijke patiënten rekening houden met zwangerschap, |
| steriliteit, lust tot geslachtsverkeer, bevallingen, miskramen, borstvoeding, vaginale afscheidingen en de |
| aard van de menstruatie. In het bijzonder moet men met betrekking tot het laatste niet vergeten te vragen |
| of ze te frequent of te laat komt, hoe lang ze duurt, ononderbroken of met stagnatie? Vooral echter |
| vragen wat voor lichamelijke of psychische klachten er mee gepaard gaan, welke sensaties en pijnen |
| voor, gedurende of na de beëindiging van de vloeiing. Heeft ze fluor albus? Van welke aard, met wat |
| voor sensaties erbij, hoeveel? En onder welke voorwaarden en na welke aanleiding treedt die op?” |
| Zo ontstaat geleidelijk een gedetailleerd totaalbeeld van de levenssfeer van de patiënt, hetgeen |
| „totaalanamnese‟ wordt genoemd. De totaalanamnese maakt een holistische benadering mogelijk. |
| Organon, §95: |
| “Het naspeuren van de hierboven genoemde en alle andere ziekte-verschijnselen moet bij chronische |
| ziekten zo zorgvuldig en uitvoerig mogelijk gebeuren en tot in de kleinste details afdalen. Dat is in de |
| eerste plaats nodig, omdat ze bij deze ziekten het eigenaardigst zijn, het minst lijken op de verschijnselen |
| bij snel verlopende ziekte-processen en voor de genezing, wil die slagen, niet nauwkeurig genoeg |
| genomen kunnen worden. Maar ook, omdat de patiënten zo gewend raken aan hun lange |
| lijdensgeschiedenis, dat ze op de kleinere, vaak zo tekenende (karakteristieke) nevenomstandig-heden, |
| die van grote invloed zijn op de geneesmiddelkeus, weinig of geen acht meer slaan.” |
| ‘Acute’ anamnese |
| Het opnemen van een acute anamnese is enigszins gemakkelijker. De hoeveelheid ziektesymptomen is |
| beperkt en zij dienen zich min of meer op een presenteerblaadje aan. Er hoeft meestal weinig te worden |
| nagevraagd: de symptomen borrelen spontaan op. Alhoewel de druk op de homeopaat toeneemt met de |
| ernst van de symptomen, is de geneesmiddelkeuze om dezelfde reden eenvoudiger: hoe heviger de |
| verschijnselen, hoe duidelijker ze zijn. |
| Organon, §104: |
| “Als eenmaal de totaliteit van de symptomen, die het ziektegeval in het bijzonder bepalen en kenmerken, |
| met andere woorden het ziektebeeld, van de een of andere soort nauwkeurig is vastgelegd, dan is het |
| zwaarste werk ook klaar.” |
| De noodzakelijke informatie op een goede manier verkrijgen is desondanks een veeleisende taak. Bij |
| acute ziekten is het simpeler omdat de symptomatologie zich beperkt tot een kleiner gebied, maar bij |
| chronische, langdurige klachten komt er meer bij kijken om tot een volledige inventarisatie te komen. |
| Zo‟n inventarisatie blijft namelijk niet beperkt tot de symptomen die zich ten tijde van de anamnese het |
| sterkst manifesteren, doch omvat tevens de symptomen uit het verleden en hun verloop. Voor een goede |
| beoordeling en een goed verloop van de behandeling hebben wij ze allemaal nodig. |
| Samenvatting |
| 44 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-44-2048.jpg"/> |
| omzichtigheid, bedachtzaamheid en voorzichtigheid. Deze eigenschappen zijn in hoge mate bepalend |
| voor de kwaliteit van de anamnese. |
| De anamnese bestaat uit twee onderdelen: de „vrije anamnese‟ en de „geleide anamnese‟. Tevens maken |
| de erfelijke tendensen en de biografie deel uit van de homeopathische anamnese, evenals de actuele |
| levensomstandigheden. |
| De patiënt dient omzichtig te worden aangesproken op zaken die de effectiviteit van de behandeling in |
| de weg staan, zoals dieet, medicijngebruik, verslavingen, e.d. |
| 45 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-45-2048.jpg"/> |
| Geschiedenis van de homeopathie |
| De geschiedenis van de homeopathie heeft zich tijdens het leven van Hahnemann tussen de jaren 1790 |
| en 1843 in fasen voltrokken. Het zou tot 1810 duren voordat het eerste Organon het levenslicht zag. |
| De tweede editie van het Organon stamt uit 1819, de derde verscheen in 1824 en de vierde in 1829. Met |
| name de vierde editie is door de Amerikaanse homeopaten gebruikt voor de verdere ontwikkeling van de |
| homeopathie. De vijfde editie werd door Hahnemann uitgebracht in 1833 en de zesde en laatste editie |
| tenslotte werd door hem afgerond in 1843. Door omstandigheden werd de uitgave van de zesde editie |
| bijna 80 jaar opgehouden, om in 1921 uiteindelijk te worden uitgebracht door Richard Haehl. |
| In de zes edities maakt de homeopathie een steeds verder voortschrijdende ontwikkeling door, die voor |
| de toenmalige homeopaten moeilijk te volgen was. Een belangrijk twistpunt was de ontwikkeling van |
| gepotentieerde geneesmiddelen voorbij het getal van Avogadro: het onstoffelijk of energetisch worden |
| van geneesmiddelen. |
| De discussie over het verschil in bruikbaarheid en effectiviteit van centesimale en LM-potenties duurt tot |
| op heden voort. |
| Tussen 1816 en 1827 werkte Hahnemann intensief aan een oplossing van het raadsel chronische ziekten. |
| Zijn bevindingen gaf hij weer in de Chronische Ziekten, waarvan de laatste editie verscheen in 1837. |
| Waar het Organon van paragraaf tot paragraaf de wetenschappelijk-filosofische grondslag van de |
| homeopathie beschrijft, komt in de Chronische Ziekten de praktische uitvoering ervan aan de orde. Tot |
| in detail wordt uit de doeken gedaan hoe wij de homeopathische behandeling van zieken moeten |
| aanpakken. Bij oppervlakkige beschouwing zouden wij tot de conclusie kunnen komen dat er |
| contradicties bestaan tussen wat Hahnemann stelt in het Organon en in praktijk brengt in de Chronische |
| Ziekten. Wanneer wij evenwel de totale inhoud van beide werken bestuderen, blijkt dat er van |
| tegenstellingen geen sprake is. Organon en Chronische Ziekten vullen elkaar aan; ze zijn elkaars |
| complementen. Het is aan de hedendaagse homeopaat om Hahnemann intensief te bestuderen en aldus |
| tot een nieuw begrip te komen van de wijze waarop Hahnemann de homeopathie gestalte heeft gegeven. |
| Het mogelijke resultaat is dat later ingeslepen ideeën en dogma‟s op de helling moeten. De toekomst van |
| de homeopathie zowel als het wel en wee van de zieke mensheid is te belangrijk om deze opgave af te |
| doen met een opmerking als “Wij zijn Hahnemann voorbij”. |
| De enige manier om het genie Hahnemann te overtreffen is hem helemaal begrijpen en daarna eventuele |
| verbeteringen aan te brengen. Eerst echter zullen we terug moeten naar de basis zoals die door |
| Hahnemann is gelegd. |
| Aspecten van de homeopathie |
| De verschillende aspecten van de homeopathie, zoals door Hahnemann beschreven, zullen in het |
| navolgende steeds worden teruggekoppeld naar en onderbouwd worden met passages uit Organon en |
| Chronische Ziekten. Er zal waarschijnlijk een ander beeld door ontstaan dan zoals wij tegenwoordig de |
| homeopathie voor ogen hebben. Omdat het op essentiële punten zo wezenlijk afwijkt van het geleerde |
| op homeopathische opleidingen zijn ruimdenkendheid en flexibiliteit gewenst, evenals een kritische en |
| op waarheid gerichte instelling. Het kan zijn dat de eigen praktijkvoering over de gehele linie grondig |
| moet worden herzien. Wanneer wij reeds gedurende langere tijd in de homeopathie werkzaam zijn, zal |
| dit ongetwijfeld geen eenvoudige opgave zijn. Het algemeen belang gaat echter boven eventuele |
| persoonlijke argumenten. We kunnen en mogen het streven de homeopathie te vervolmaken, of beter |
| 46 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-46-2048.jpg"/> |
| om de homeopathie verder te ontplooien. Laten we beginnen eens te kijken wat Hahnemann werkelijk |
| schreef in zijn beide standaardwerken. |
| De gelijksoortigheidsregel, de hoeksteen van de homeopathie, is op elk aspect van de homeopathie van |
| toepassing. Dit uitgangspunt wordt geweld aangedaan wanneer we het uitsluitend betrekking laten |
| hebben op de relatie tussen het natuurlijke ziektebeeld en de kunstmatige geneesmiddelziekte ofwel het |
| homeopathisch geneesmiddel. |
| Organon en Chronische Ziekten gaan over de behandeling van zieken, niet over het repareren van de |
| postkoets of over de huiselijke aangelegenheden van de schrijver: alle aspecten van zo‟n behandeling |
| worden onder de loupe genomen. Van doorslaggevend belang is hoe Hahnemann ziekte en gezondheid |
| zag. Daartoe zullen wij de betreffende paragrafen aan een nader onderzoek onderwerpen. |
| De meest complete omschrijving van het begrip gezondheid geeft hij in paragraaf negen. |
| Organon, §9: |
| “Als de mens gezond is, heerst de spirituele levenskracht (autocratie), die als Dynamis het stoffelijk |
| lichaam (het organisme) leven doet, onbeperkt. Ze houdt al zijn delen in een bewonderens-waardig |
| harmonische, levende werking, die zich uit in voelen en handelen, zó, dat de met verstand toegeruste |
| geest zich vrij van dit levende, gezonde werktuig kan bedienen voor de hogere bedoelingen van ons |
| bestaan.” |
| Met andere woorden, het lichaam is slechts het werktuig waardoor de mens zich op aarde kan uitdrukken |
| en zijn levensweg kan gaan, en zich „vrij‟ kan richten op de „hogere bedoelingen‟ van zijn individuele |
| bestaan. Gezondheid maakt dat de mens „vrij‟ gebruik kan maken van zijn stoffelijk voertuig, het |
| lichaam. Ziekte daarentegen bindt de mens aan zijn stoffelijk aspect omdat het ziek-zijn hem belemmert |
| in het gaan van zijn levensweg. Ziekte maakt „onvrij‟, ketent hem aan de stof door de belemmeringen die |
| het hem oplegt. Dat ziekte in spirituele zin een betekenis kan hebben en de mens kan spiegelen in zijn |
| gemaakte keuzes is een interessant gegeven; dit valt echter buiten het bestek van dit boek. |
| Organon, §253: |
| “Bij alle ziekten, vooral bij de snel ontstane (acute), is van de tekenen die een klein, niet voor iedereen |
| zichtbaar begin van verbetering of verergering aantonen, de toestand van de stemming en de hele |
| manier van doen van de patiënt het meest betrouwbaar en duidelijk. In het geval van een nog zo klein |
| begin van verbetering blijkt dat daaruit, dat de patiënt zich meer op zijn gemak voelt en geestelijk vrijer; |
| hij vat meer moed en hij gedraagt zich als het ware weer natuurlijker. Als er echter sprake is van ook |
| maar een heel klein beetje verergering, gebeurt het tegenovergestelde - de patiënt is bevangen, |
| onbeholpener, meelijwekkender in zijn stemming, zijn denken, zijn gedrag en in alle houdingen, posities |
| en handelingen. Men kan het bij nauwkeurige observatie gemakkelijk zien en aantonen, al is het niet in |
| woorden te beschrijven.” |
| De beschrijving van de effecten van ziek-zijn leert dat, als deze invloeden chronisch zijn, het leven van |
| de betrokkene er anders komt uit te zien dan mogelijkerwijs is bedoeld. De levensvisie verandert en te |
| maken keuzes komen in een ander verband en daglicht te staan. De mens wordt onvrij. De chronische |
| ziektelast zal de levensloop veranderen. Levenszin en levensgeluk worden nadelig beïnvloed en |
| uiteindelijk nadelig bepaald. In paragraaf 11 van het Organon gaat Hahnemann voor de eerste keer in op |
| het begrip ziekte. |
| Organon, §11: |
| 47 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-47-2048.jpg"/> |
| van een ziekmakend agens. Alleen een levensbeginsel dat tot zo‟n wanklank verworden is, kan het |
| organisme die nare gewaar-wordingen bezorgen en het zo abnormaal laten functioneren, dat we het ziek |
| noemen. Want deze kracht, die op zichzelf onzichtbaar is en alleen te merken door haar inwerkingen op |
| het organisme, geeft slechts kennis van haar ziekelijk ontstemd zijn, doordat het organisme in voelen en |
| handelen ziek blijkt (dat is de enige kant, die voor de zintuiglijke waarneming van de geneeskundige |
| open ligt). Dat wil zeggen: het ziek-zijn maakt zich kenbaar door ziekte-symptomen en door niets |
| anders.” |
| Het lichaam wordt gevormd door de levenskracht, die haar in stand houdt. Een gezonde levenskracht |
| creëert een gezond lichaam, een ongezonde levenskracht creëert een ongezond lichaam, inclusief de |
| bijbehorende bacteriën, virussen en pathologie. In paragraaf 11 brengt Hahnemann het begrip ziekte op |
| het niveau waar het hoort, op het dynamisch energetisch spirituele niveau. Hij geeft duidelijk aan dat |
| ziekte niet iets stoffelijks is. Iedere materiële verandering is het gevolg van een ontregeling van de |
| spirituele levenskracht, die aan het stoflichaam ten grondslag ligt. Het is een disfunctie van de Dynamis. |
| Hahnemann‟s benadering van het begrip ziekte verschaft ons meer inzicht in zijn werkwijze. |
| Classificatie van ziekten |
| In het Organon geeft Hahnemann vanaf §72 de „Indeling der Ziekten‟: |
| “De menselijke ziekten zijn te verdelen in twee groepen: |
| a. snel verlopende aandoeningen van het uit zijn evenwicht gebrachte „ontstemde‟ levensbeginsel. Ze |
| verlopen in een variërend, steeds beperkt tijdsbestek. Men noemt ze de acute ziekten. |
| b. die ziekten, die klein, vaak ongemerkt beginnen het levende organisme, ieder op haar eigen wijze, |
| dynamisch te ontregelen. Geleidelijk aan verwijdert het organisme zich daardoor steeds meer van de |
| gezonde toestand, zodat de automatische, onbewuste, vitale energie, de zg. levenskracht (het |
| levensbeginsel), die de gezondheid in stand behoort te houden, aan die ziekten van het begin af en in hun |
| hele verloop slechts onvoldoende, ondoel-matige en nutteloze weerstand biedt. |
| Ze kan ze op eigen kracht niet uitdoven, maar is, machteloos, genoodzaakt ze te laten voortwoekeren. |
| Het organisme moet zich steeds meer laten ontregelen tot uiteindelijke algehele vernietiging. Dat noemt |
| men chronische ziekten. Deze ontstaan door een „dynamische‟ infectie van een chronisch miasma.” |
| Acute ziekten - incidenten |
| Bij acute ziekten maakt Hahnemann onderscheid tussen twee grote groepen. |
| De eerste groep omvat incidenten, waaronder acute ziekten op basis van een externe aanleiding worden |
| verstaan. De acute ziekte voldoet aan bepaalde criteria: hij komt plotseling en snel op en vertoont een |
| heftig karakter. Bewustzijn en beleving worden er geheel door in beslag genomen. Onbehandeld zal de |
| acute ziekte zich na zijn natuurlijk verloop oplossen in herwonnen gezondheid. Was de patiënt echter al |
| erg verzwakt en heeft de acute aandoening een hevig verloop, dan kan er levensgevaar dreigen en komt |
| de patiënt misschien zelfs te overlijden. Wat bij „acute ziekten‟ - „incidenten‟ - het sterkst op de |
| voorgrond treedt, is de heftigheid en intensiteit van de verschijnselen. Hierin drukt zich tegelijkertijd de |
| onderliggende tendens uit van hoe en in welke mate de Dynamis is aangedaan. |
| Chronische Ziekten, blz. 160: |
| “Als incidenten die de kuur slechts tijdelijk storen, beschouw ik: overladen maag (die weer kan worden |
| opgeknapt door honger, d.w.z. alleen maar wat dunne soep gebruiken i.p.v. een maaltijd en een beetje |
| 48 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-48-2048.jpg"/> |
| Antimonium crudum in hoge potentie), kou op de maag door eten van fruit (aan Arsenicum laten |
| ruiken), klachten door spiritualiën (Nux vomica), bedorven maag met gastrische koorts, rillerigheid en |
| kou (Bryonia), enz….. |
| Ergernis die een inwendige, stille kommer, verdriet of schaamte teweegbrengt (vraagt om Ignatia). |
| Ergernis die toorn, heftigheid, hitte, geprikkeldheid produceert (behandelen met Chamomilla, maar met |
| Bryonia indien naast de geprikkeldheid ook rillerigheid en lichamelijke kou aanwezig zijn). Ergernis |
| met verontwaardiging, diepe innerlijke krenking (als men dan weggooit wat men juist in de hand heeft: |
| Staphisagria) en als er verontwaardiging is met stille (opgekropte) innerlijke krenking (hiervoor |
| Colocynthis). |
| Ongelukkige liefde met stil verdriet (Ignatia), ongelukkige liefde met jaloezie (Hyoscyamus). Een hevig |
| kouvatten (schrijf naast binnen blijven in kamer of in bed Nux Vomica voor, als diarree het gevolg was |
| Dulcamara, als pijnen volgen Coffea cruda, maar als koorts en hitte daaruit voortkomen Aconitum). |
| En op blz. 161: |
| Vertillen en verrekken (in enkele gevallen Arnica, maar het zekerst te verhelpen met Rhus |
| toxicodendron), kneuzingen en verwondingen door stompe voorwerpen (Arnica), brandwonden |
| (behandelen met omslagen van water met hoog gepotentieerde Arsenicum-dilutie of met urenlang |
| ononderbroken applicatie van in flink heet water verhitte alcohol). Tenslotte verzwakking door verlies |
| van lichaams-sappen en bloed (China) en heimwee met rode wangen (te verhelpen door Capsicum).” |
| Opvallend is dat incidenten zich kunnen manifesteren op verschillende niveaus, zowel op het |
| lichamelijk-functionele, alsook op het emotionele en mentale niveau . |
| Incidenten zijn altijd overheersend, dat wil zeggen ze bepalen gedurende een bepaalde periode de |
| levenssfeer van de patiënt. |
| Wie een been breekt of van de trap valt en zich vreselijk bezeert, heeft pijnen en andere symptomen die |
| zo belastend en bepalend zijn dat ze weinig ruimte laten voor de beleving van iets anders. De oorzaak is |
| functioneel. De emotionele gevolgen worden doorgaans veroorzaakt door de heftigheid van de |
| functionele oorzaak, de val. |
| Bij klachten ten gevolge van kouvatten, verbranding of vertillen geldt eveneens dat het emotionele |
| niveau sterker is aangedaan naarmate de functionele klachten erger zijn. Door de kracht van de externe |
| prikkel wordt de Dynamis uit balans gebracht. |
| Bij klachten als ergernis, verontwaardiging, teleurstelling, verdriet, kommer, krenking enz. is de patiënt |
| het eerst op het emotionele vlak aangedaan. De klachten op dynamisch-functioneel niveau zijn het |
| gevolg van de emotionele verstoring. |
| In al deze gevallen ligt de oorzaak van het lijden BUITEN de patiënt. De oorzaak is exogeen. De Dynamis |
| zelf is niet ziek, maar in een poging de balans te herstellen produceert zij de symptomen van een acute |
| ziekte. |
| In onze huidige dynamische samenleving, waar werken topsport is en de nadruk op jeugdigheid en |
| kracht wordt gelegd, wordt nog zelden gemeten met de menselijke maat. Mensen voelen zich veelvuldig |
| gekrenkt en gekwetst. Eén op de drie huwelijken strandt en eindigt met een echtscheiding, waarna de ex- |
| echtelieden hun onenigheden verder uitvechten over de hoofden van hun kroost. Vrijwel onvermijdelijk |
| raken alle betrokkenen, de kinderen incluis, hierdoor beschadigd. |
| Wat betreft de maatschappelijke carrière schijnt het tegenwoordig onwenselijk te zijn zich aan een |
| werkgever te „hechten‟. Regelmatig van baan veranderen hoort erbij, evenals stijgen op de |
| maatschappelijke ladder totdat uiteindelijk een niveau is bereikt waarop we niet meer functioneren. Dit |
| fenomeen heet het „Peter Principe‟. Het staat garant voor veel verdriet, onvrede en teleurstelling. Zulke |
| ziekmakende omstandigheden hebben grote gevolgen voor de betrokkenen. |
| 49 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-49-2048.jpg"/> |
| voortdurende bron van angst, verdriet en spanning vormen. Alle welvaart en materiële voorspoed ten |
| spijt, leeft menigeen met de spanning van geldzorgen op de achtergrond. Armoede mag een grote |
| spanningsbron zijn, rijkdom maakt mensen evenmin gelukkiger, zoals uit onderzoeken blijkt. |
| Vanzelfsprekend raakt niet iedereen aangedaan door tegenzittende omstandigheden; dat verschilt per |
| individu. Gevoeligheid maakt dat wij door een of andere indruk uit het lood geslagen worden, wat ons, |
| om met de woorden van Hahnemann te spreken, gevoelig maakt voor incidenten. Behandeling is alleen |
| dan noodzakelijk wanneer er symptomen zijn die om behandeling vragen. Uit de aanwezigheid van |
| symptomen blijkt dat de patiënt moeite heeft de balans en daarmee de gezondheid te herstellen. |
| Chronische Ziekten, blz. 157 en 158: |
| “Deze methode, het gepotentieerde middel laten inwerken op de patiënt door hem eraan te laten ruiken, |
| heeft grote voordelen bij de velerlei incidenten (tegenslagen), die de behandeling van de chronische |
| ziekten niet zelden plegen te storen en te onderbreken. Om die hindernissen weer zo snel mogelijk uit de |
| weg te ruimen, kan men de patiënt dan het beste het tegenmiddel ook in meer of minder sterkte via |
| olfactie (ruiken) laten ontvangen. |
| Dit garandeert de vlugste inwerking op de zenuwen en geeft zodoende ook het snelst baat, zodat de |
| voortzetting van de behandeling der chronische ziekte het minst wordt opgehouden. Ja, als het incident |
| op deze manier snel uit de weg wordt geruimd, werkt het tevoren ingenomen anti-psorische |
| geneesmiddel soms nog enige tijd door. In dat geval moet echter de dosis van het ruikmiddel tegen de |
| ziekelijke storing zo toegediend worden, dat zijn werking slechts juist toereikend is om het nadeel van de |
| tegenslag uit te wissen, zonder dieper te gaan of nog langer zijn werking voort te zetten.” |
| Hahnemann spreekt hier over de behandeling van de incidenten tijdens de chronische ziekte van de |
| patiënt. |
| De patiënt lijdt dus, volgens Hahnemann, aan een incident EN een chronische ziekte. Van de invloed van |
| het incident dient hij bevrijd te worden door een adequaat voorschrift tijdens en naast de behandeling |
| van de chronische ziekte. |
| Een adequaat voorschrift houdt in dat hij direct aan het passende geneesmiddel moet ruiken teneinde het |
| incident zo snel mogelijk te boven te komen. Olfactie garandeert een snel effect. Bovendien verstoort het |
| de chronische behandeling niet: „het tevoren ingenomen antipsorische geneesmiddel werkt dan soms nog |
| enige tijd door‟! |
| Een ander voorbeeld is de chronische patiënt die verstoord raakt door een incident. Hier wordt het |
| incident veroorzaakt door de levensomstandigheden die voortvloeien uit de chronisch constitutionele |
| ziektesituatie. Het incident is complementair of aanvullend ten opzichte van de chronische situatie. |
| Het zijn de specifieke leefsituatie en omstandigheden die gevoelig maken voor de inwerking van deze |
| speciale tegenslag, die incident genoemd wordt. |
| Chronische ziekten en incidenten zijn twee grootheden van verschillende orde die ieder op basis van |
| gelijksoortigheid behandeling nodig hebben. |
| Vergelijken we de aard van een incident met die van een chronische ziekte dan tonen zich wezenlijke |
| verschillen in kenmerken, geaardheid en dynamiek. De behandeling dient hiermee rekening te houden, |
| zowel in het geneesmiddelvoorschrift alsook in de potentiekeuze en de dosering. |
| Voor de behandeling van incidenten wijst Hahnemann vooral op niet antipsorische, plantaardige en |
| dierlijke geneesmiddelen, met als uitzondering de minerale middelen Arsenicum en Antimonium. |
| 50 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-50-2048.jpg"/> |
| Een tweedimensionaal plaatje is feitelijk ongeschikt om een driedimensionaal tijdsproces weer te geven. |
| Toch geeft de bloem een impressie van het pathologisch krachtenspel waaraan de mens kan blootstaan. |
| Ieder blaadje, ieder levensveld bezit een mogelijk ziekteverwekkende energie die de patiënt in onbalans |
| kan brengen, met in de kern, het hart, de grondoorzaak van ziekte, de psorisch verstoorde Dynamis. |
| Ieder blaadje bezit een andere dynamiek, een andere activiteit. De mate van pathologische activiteit, en |
| de eruit voortkomende symptomen, bepalen de grootte van ieder afzonderlijk blaadje. Hoe meer |
| symptomen samenhangen met, bijvoorbeeld, het blaadje incidenten, hoe meer dit de verhouding ten |
| opzichte van de andere blaadjes en daarmee de „kleur‟ van heel de bloem bepaalt. De symptomen - de |
| kleur van de gehele bloem - kunnen zich in relatief korte tijd wijzigen, afhankelijk van de verschillende |
| levensprocessen. De bloem ontwikkelt zich immers ook in de tijd, gedurende het leven. Afhankelijk van |
| de pathologische ontwikkelingsfase of de omstandigheden waarin de patiënt verkeert kan het |
| zwaartepunt van het symptoombeeld - de kleur van de bloem - anders komen te liggen. Dan zijn andere |
| geneesmiddelen geïndiceerd. Het leven laat zich moeilijk vangen in een plaatje, maar een dergelijke |
| schematische voorstelling kan helpen voor de beeldvorming. |
| Samenvatting |
| Resumerend kunnen we stellen dat „een incident‟ zich kenmerkt door: |
| --een buiten de patiënt liggende oorzaak (exogeen; de Dynamis zelf kan gezond zijn). De symptomen |
| zijn verklaarbaar vanuit de levensomstandigheden en gebeurtenissen. |
| --een plotseling opkomend klachtenpatroon met een heftig allesbepalend karakter (acuut). |
| --een over het algemeen kenmerkend snel verloop. |
| --uit zichzelf kunnen genezen. |
| --goed behandelbaar met niet antipsorische homeopathische geneesmiddelen. |
| Collectieve ziekten – epidemische ziekten |
| De tweede groep van acute ziekten noemt Hahnemann collectieve ziekten, tussenziekten of morbi |
| intercurrentes. Tegenwoordig noemen we ze epidemische ziekten. |
| Organon, §73: |
| “II. Collectieve ziekten: |
| Er zijn ziekten, die hier en daar (sporadisch) enkele mensen tegelijk aantasten, veroorzaakt door |
| atmosferische of tellurische invloeden en noxen, waarvoor maar enkele mensen op eenzelfde tijdstip |
| vatbaar zijn. Hieraan grenzen de ziekten, die door eenzelfde oorzaak veel mensen met sterk |
| overeenkomstige klachten epidemisch aantasten, ziekten, die dan gewoonlijk, als ze dicht opeen levende |
| mensenmassa‟s op hun weg vinden, besmettelijk (contagieus) plegen te worden. Dan ontstaan er |
| koortsende ziekten, elke keer van een eigen type, die, omdat ze van dezelfde oorsprong zijn, bij de |
| besmette mensen steeds een gelijksoortig ziektebeeld verwekken. Als men ze op haar beloop laat, gaat de |
| ziekte echter in een beperkte tijdsduur voorbij, met dodelijke afloop of met herstel. Oorlogsellende, |
| overstromingen en hongersnood zijn niet zelden de aanleiding en oorzaak ervan.” |
| 51 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-51-2048.jpg"/> |
| collectieve ziekten infectieus zijn en de een na de ander kunnen „aansteken‟, wat bij incidenten veel |
| minder het geval is. Collectieve ziekten zijn primair koortsende acute ziekten die grote groepen mensen |
| aandoen en die epidemische vormen kunnen aannemen. Influenza-achtige aandoeningen vallen onder de |
| collectieve ziekten. Dat „oorlogsellende, overstromingen en hongersnood niet zelden de aanleiding en |
| oorzaak zijn‟, zoals Hahnemann schrijft, geldt tot op de dag van vandaag. Wij horen vrijwel dagelijks in |
| de media over een dreigende epidemie in een of ander rampgebied. |
| Aanleiding en oorzaak zijn hier identiek en liggen buiten de mens. Ze hangen samen met de |
| levensomstandigheden en niet primair met de constitutie. Desondanks heeft de patiënt een bepaalde |
| ontvankelijkheid of gevoeligheid voor deze specifieke vorm van ziekte, een gevoeligheid die wellicht in |
| andere omstandigheden als „gezond‟ geclassificeerd kan worden. Er bestaat niet noodzakelijkerwijs een |
| endogene dynamische constitutionele predispositie om zo‟n ziekte te krijgen. Voorbeelden zijn tyfus, |
| cholera, dysenterie, kinkhoest, mazelen, Spaanse griep, pest, polio, Ebola e.d. Haast altijd raken grote |
| groepen mensen besmet en vallen er veel slachtoffers. Typische algemene kenmerken zijn acuutheid, |
| heftigheid, intensiteit, hoge koorts, diarree, uitdroging en uitputting. Voor chronisch zieken leiden ze |
| snel tot een crisis en eventueel de dood. |
| De differentiaaldiagnose ligt in zulke gevallen in de individualisering van de subjectieve symptomen; |
| symptomen die de ene patiënt onderscheiden van alle andere. Op grond van overeenkomende |
| symptomen bij meerdere patiënten, en hun reactie op het voorgeschreven geneesmiddel, kan tevens |
| worden voorgeschreven op de zogenaamde genus epidemicus van de collectieve ziekte. Het |
| geneesmiddel dient dan, gelijksoortig aan de ziektedynamiek, in frequent herhaalde doses te worden |
| toegediend tot er een duidelijke verbetering optreedt. Hoe heftiger en acuter de ziekte, hoe frequenter de |
| inname van het passende geneesmiddel. Wanneer een duidelijke curatieve respons optreedt moet de |
| frequentie worden verminderd om overstimulatie te voorkomen. |
| Organon, §102: |
| “Als men de symptomen van meer van zulke gevallen noteert, wordt het geschetste ziektebeeld steeds |
| vollediger. Niet door meer uitgebreidheid en omhaal van woorden, maar doordat het beeld meer |
| getypeerd, gekarakteriseerd wordt en de kenmerken van deze collectieve ziekte vollediger omvat. De |
| algemene verschijnselen (bijv. gebrek aan eetlust, aan slaap enz.) worden ten opzichte van dit |
| ziektebeeld nauwkeuriger bepaald en daartegenover treden de opvallende, speciale symptomen, die, |
| tenminste in deze combinatie, schaarser en maar bij enkele ziekten voorkomen, duidelijk naar voren en |
| vormen het kenmerkende van deze epidemie. Alle patiënten die door de huidige epidemie zijn aangetast, |
| hebben weliswaar een gelijke ziekte, voortgekomen uit één en dezelfde besmettingsbron, maar het |
| complete beeld van zo‟n epidemische ziekte en de totaliteit van haar symptomen kan men niet aan een |
| enkele patiënt waarnemen. Dat kan alleen uit het ziekteverloop van meerdere zieken van verschillende |
| lichamelijke condities volledig geabstraheerd en omschreven worden. De kennis van de totaliteit is |
| nodig om een overzicht te krijgen over het gehele ziektebeeld, zodat het voor die totaliteit meest |
| passende homeopathische geneesmiddel kan worden gekozen.” |
| Tussenziekten en incidenten kunnen de chronische constitutiebehandeling danig verstoren en |
| belemmeren. Dit is met name het geval indien de tussenziekte een lange nasleep heeft en de patiënt |
| langer dan alleen gedurende de acute fase in het herstel belemmerd wordt. We moeten nu proberen met |
| een goed voorschrift het herstel van de tussenziekte te bespoedigen. Immers, het doel van |
| homeopathische behandeling is de patiënt te bevrijden van zijn chronische ziekte. De tegenslagen en |
| collectieve ziekten die dit doel in de weg staan dienen uit de weg geruimd, opgelost te worden. Acute |
| ziekten die geen correct, dat is geen spontaan genezend verloop hebben, verstoren de chronische |
| 52 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-52-2048.jpg"/> |
| tussenziekten voornamelijk plantaardige, niet antipsorische geneesmiddelen, aangevuld met de minerale |
| middelen Arsenicum en Antimonium. |
| Chronische Ziekten, blz. 161: |
| “Maar we hebben gedurende de behandeling der chronische ziekten door antipsorica ook helemaal niet |
| zo zelden behoefte aan het overige niet antipsorische geneesmiddelarsenaal, nl. in die gevallen, waarin |
| tussenziekten (morbi intercurrentes), die epidemisch maar soms alleen sporadisch de mensen aantasten |
| en gewoonlijk door meteorische of tellurische oorzaken zijn ontstaan, onze chronische ziekten niet |
| onaangetast laten en op die manier de antipsorische kuur niet alleen maar storen, maar vaak gedurende |
| langere tijd onderbreken. Hier komen we te hulp met de overige homeotherapeutica die we al kenden, |
| om welke reden ik er hier niets over hoef te zeggen, behalve dan dat de antipsorische behandeling |
| volledig moet worden onderbroken, zolang de behandeling van de heersende en ook onze (chronische) |
| patiënt aantastende tussenziekte duurt, ook al kost het hem in het ergste geval een paar weken. |
| Maar ook hier is, als de aandoening niet al te erg was, de genoemde toepassing der geneesmiddelen |
| door ruiken aan een daarmee bevochtigd korreltje vaak als hulp afdoende, hetgeen de behandeling van |
| de acute ziekte bijzonder bekort.” |
| Behandeling van chronische ziekte |
| Na de behandeling van de tussenziekte wordt de verdere behandeling van de chronische ziekte weer ter |
| hand genomen. De acute collectieve ziekte is een bijkomende ziekte. De symptomen van de chronische |
| ziektetoestand verdwijnen door de heftigheid van de acute aandoening naar de achtergrond, waardoor ze |
| tijdelijk niet voor verdere behandeling in aanmerking komen. De Dynamis is sterk verminderd of zelfs |
| niet ontvankelijk voor beïnvloeding door het diepwerkende antantipsoricum. |
| De acute bijkomende ziekte „onderdrukt‟ de reeds langer bestaande chronische ziekte, wat een versnelde |
| ontwikkeling van chronische pathologie kan impliceren. |
| De toename van klachten resulteert in een acute ziekelijke verstoring, die soms samengaat met een |
| verergering van de chronische ziektetoestand. Bij patiënten met een gebrekkige vitaliteit betekent dit dat |
| wij voorzichtig moeten zijn met de eventuele herhaling van het geïndiceerde acute geneesmiddel. Een te |
| enthousiast voorschrijven kan namelijk tot ongewenste verergeringen leiden. Natuurlijke ziekten kunnen |
| elkaar onderdrukken en verergeren, net zoals overdosering met homeopathisch middelen kan |
| onderdrukken en verergeren. Voor een snel, mild en duurzaam herstel is het essentieel ook hier uit te |
| gaan van het gelijksoortigheidsprincipe, dat wil zeggen: de frequentie, potentie en dosering dienen |
| gelijksoortig te zijn aan intensiteit, dynamiek en verloop van het ziekteproces. |
| ‘Acute’ geneesmiddelen |
| De werking, diepte en aard van het antipsoricum zijn ongelijksoortig aan de conditie van de Dynamis |
| tijdens de tussenziekte. Het geneesmiddel, voorgeschreven op de chronische symptomen heeft een |
| wezenlijk andere dynamiek en bezit een geheel andere symptoombeeld. In zo‟n geval zoeken we naar |
| een geneesmiddel dat past bij de huidige, acute ziektetoestand. Dit geneesmiddel kan gevonden worden |
| bij de niet antipsorische middelen: middelen van plantaardige en dierlijke oorsprong. Bij „acute |
| geneesmiddelen‟ ligt het accent op plantaardige en dierlijke middelen, die als totaliteit complementair |
| zijn aan minerale antipsorische constitutiemiddelen. Ten opzichte van de chronische ziekte zien we de |
| acute ziekte als complementair, aanvullend, bijkomend. |
| 53 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-53-2048.jpg"/> |
| Belladonna-beeld zal vertonen tijdens een acute ziekte. Tussen veel acute middelen en antipsorica |
| bestaan complementaire verhoudingen. Precies zo kan een acute ziekte als complementair gezien worden |
| aan de chronische ziektetoestand. |
| Acuut miasmatische ziekten |
| De derde vorm van acute ziekten bestaat uit acuut miasmatische ziekten. Hier zijn twee vormen van. De |
| eerste vorm omvat de aandoeningen die zich gewoonlijk manifesteren als „acute kinderziekten‟. |
| Organon, §73: |
| “II. Collectieve ziekten |
| Tenslotte zijn er de steeds op dezelfde manier weer optredende, eigensoortige, acute miasma‟s (die |
| daarom bekend staan onder een vaste naam). Er zijn er die de mens maar éénmaal in zijn leven |
| aandoen, zoals pokken, mazelen, kinkhoest, de voormalige gladde lichtrode roodvonk van Sydenham en |
| de bof. Andere komen vaak op vrij overeenkomstige wijze terug, zoals de Levantijnse pest, de gele koorts |
| van de kustlanden, de Oost-Indische cholera enz.” |
| Een acuut miasmatische ziekte verloopt heftig. Kinderziekten vatten we op als een natuurlijke poging |
| het organisme te bevrijden van degeneratieve pathologische tendensen die het via overerving heeft |
| meegekregen. Hierin komt de relatie met de chronische constitutie naar voren. Globaal genomen doet |
| een acuut miasmatische manifestatie zich het vaakst voor als een constitutionele reactie op een incident |
| of tussenziekte. Het chronische beeld openbaart zich als een soort acute klacht, bijvoorbeeld: een astma- |
| aanval, huiduitslag die opnieuw uitbreekt, een dikkedarmontsteking, een acute tandwortelontsteking die |
| overgaat in een kaakabces. We hebben te maken met een opleving van de chronische ziekte, die het |
| karakter aanneemt van een hevige acute klacht. De acuut miasmatische ziekte kan zich in veel gedaanten |
| voordoen, veroorzaakt en gedreven door de onderliggende chronische ziektetoestand. Afhankelijk van de |
| gesteldheid van de chronische ondergrond kunnen relatief zwakke prikkels een acuut miasmatische |
| ziektecrisis oproepen. De hevige beginverergering die de homeopaat noodzaakt het gegeven middel te |
| antidoteren, behoort feitelijk tot de acuut miasmatische ziekten. Hetzelfde geldt voor chronische |
| klachten die als reactie op een homeopathisch middel dramatisch verergeren. |
| Acuut miasmatische ziekten die zich herhalen binnen een bepaald tijdsbestek, allergieën bijvoorbeeld, |
| worden wisselziekten genoemd. |
| 6. Ziekteclassificatie |
| 54 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-54-2048.jpg"/> |
| heeft weinig begrip gekregen. Veel homeopaten zeggen dat ze “niet met miasma‟s werken”. Wordt er |
| wel mee gewerkt dan staat te bezien of het werkelijk voor de behandelwijze inhoud en consequenties |
| heeft. Suggesties naar voren gebracht tijdens seminars zijn evenmin bevredigend. De kwestie wordt |
| dikwijls afgedaan met opmerkingen in de trant van “de miasmaleer is niet praktisch” en “als het |
| geneesmiddel maar goed is”. In de literatuur vinden we twee mogelijkheden: de miasmatische belasting |
| wordt gereduceerd tot een bacteriële c.q. virale belasting, of er wordt volstaan met de opsomming van |
| rijen symptomen. Voor de praktijk schieten we er niets mee op. Sommigen gaan nog een stap verder en |
| introduceren het bestaan van een tuberculinisch en een kanker miasma, met als toevoeging “dat er nog |
| meer zullen volgen”. De zaken worden er niet duidelijker op. Het gebrek aan kennis, kunde en begrip |
| gaat soms zelfs zo dat wij af en toe horen beweren dat Hahnemann aan het einde van zijn leven blijk gaf |
| van beginnende dementie. De zesde editie van het Organon en de miasmaleer zouden daarom niet |
| serieus genomen hoeven te worden. De bijdrage die Hahnemann aan de ontwikkeling van de |
| geneeskunst heeft geleverd zou personen die „Hahnemanniaanse‟ homeopathie bedrijven toch minstens |
| moeten verplichten om „open‟ te staan en zijn werken grondig te bestuderen. Overal in Organon en |
| Chronische Ziekten benadrukt Hahnemann het belang van de miasmatische antipsorische behandeling. |
| Organon, §5: |
| “Voor zijn geneestaak heeft de arts de volgende hulpmiddelen nodig: |
| a. bij acute ziekte de gegevens van de meest waarschijnlijke aanleiding. |
| b. bij chronisch lijden de belangrijkste momenten uit de gehele ziektegeschiedenis, om de grondoorzaak |
| ervan op te sporen, die meestal berust op een chronisch miasma.” |
| Om in de voetsporen van Hahnemann te treden en in zijn „geest‟ homeopathie te bedrijven, zullen we |
| ons intensief moeten bezighouden met de door hem nagelaten informatie om op basis van kennis en |
| inzicht inhoud te geven aan de door hem gehanteerde begrippen. Zonder inhoudelijke betekenis draagt |
| het woord psora niets bij aan de homeopathie. Hahnemann‟s ziekteclassificatie plaatst alle gehanteerde |
| begrippen in een zinvol verband. De begrippen en hun inhoud bieden een leidraad voor de |
| homeopathische praktijk die, naar mijn mening, op geen andere manier kan worden verkregen. |
| Zoals we hebben gezien zijn er acute ziekten en chronische ziekten. De acute ziekten hangen samen met |
| de omstandigheden, leefsituatie en buitenwereld van de patiënt. Aanleiding en oorzaak zijn exogeen; de |
| Dynamis zelf is niet per definitie ziek. De acute symptomen ontstaan doordat de Dynamis als reactie op |
| de sterke inwerking van het ziekmakend „agens‟ heftige „acute ziekte‟-symptomen produceert. |
| Chronische ziekten – ander uitgangspunt |
| Bij chronische ziekten ligt het heel anders. Daar is sprake van een duurzame ontregeling van het |
| natuurlijk herstelvermogen, waardoor de Dynamis (levenskracht) niet meer bij machte is het natuurlijk |
| evenwicht te herstellen tot een toestand van gezondheid. Chronische ziekte is zo bezien niet (meer) |
| primair afhankelijk van de buitenwereld of de omstandigheden. Zelfs bij optimale |
| levensomstandigheden zal een chronisch ziektebeeld zich verder ontwikkelen en uiteindelijk het leven |
| diepgaand ontregelen. Deze chronische ziekten zijn endogeen, verbonden aan een disfunctionerende |
| levenskracht. |
| De eerste besmetting met een chronisch miasma komt ten dele neer op een stoffelijke infectie. De |
| bacteriële besmetting is evenwel niet meer dan de stoffelijke vertegenwoorder van de dynamische |
| 55 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-55-2048.jpg"/> |
| Bij een chronisch miasma draagt de dynamische infectie van de levenskracht een soort symbiotisch |
| karakter, waardoor de infectie min of meer versmelt met de Dynamis. Vanaf de eerste besmetting zal het |
| pathologisch dynamisch chronisch miasma het gezond functioneren van de levenskracht blijvend |
| ontregelen. Vanaf het moment van besmetting wordt de chronisch miasmatische infectie endogeen, met |
| andere woorden: ze maakt deel uit van de individuele constitutie. De „ruimte‟ die deze disfunctie creëert |
| geeft bacteriële c.q. virale infecties de kans het organisme aan te vallen. Een gezonde Dynamis |
| daarentegen biedt bacteriële infecties geen kans zich te ontwikkelen. De levenskracht zal er door middel |
| van het haar ten dienste staande immuunsysteem direct mee afrekenen. Enkel wanneer de Dynamis |
| chronisch ontregeld (ziek en zwak) is kunnen microben, virussen e.d. in het organisme „voet aan de |
| grond‟ krijgen. De levenskracht kan op uiteenlopende manieren ontregeld zijn. |
| Actie = reactie |
| Op iedere prikkel die wordt uitgeoefend op een gezonde Dynamis komt een omgekeerd evenredige |
| reactie. Op een honderd procent actie reageert de Dynamis met een honderd procent reactie. De |
| fundamentele, dialectische natuurwet „actie = reactie‟ ligt aan de gehele schepping ten grondslag. De |
| Dynamis functioneert volgens hetzelfde grondprincipe, waarop wordt gedoeld met de term vis |
| medicatrix naturae, het zelfgenezende vermogen van de natuur. Bij chronische ziekte raakt het principe |
| van „actie = reactie‟ in het gedrang. Het zelfgenezende vermogen van de Natuur is verstoord geraakt. |
| Om die reden noemt Hahnemann een verstoring op dit niveau de grondoorzaak van chronische ziekte. |
| Dieper ziek kan de mens niet zijn. |
| Met miasmatische ziekten worden ziekten bedoeld die dynamisch endogeen zijn. Bij de miasmatische |
| ziekten wordt ervan uitgegaan dat de Dynamis zelf ziek is en derhalve niet meer gezond en curatief |
| kan reageren. |
| Bij miasmatische ziekten maakt Hahnemann onderscheid tussen venerische en niet-venerische ziekten. |
| De venerische ziekten noemde hij respectievelijk „Syfilis‟ en „Sycosis‟. Het chronisch niet-venerisch |
| miasma noemt hij „Psora‟. Het psora-miasma vormt volgens Hahnemann de grondoorzaak voor de |
| meeste chronische ziekten. |
| ‘Psora’ is in eerste instantie een exogene besmetting, die zich echter direct na de contaminatie op |
| symbiotische wijze verbindt met de Dynamis, de levenskracht, en zich manifesteert als een ontregeling |
| ervan. |
| Het Psora miasma |
| Hahnemann beschouwt het chronisch miasma psora als de grondoorzaak van chronische ziekten. De |
| vraag rijst wat onder „psora‟ moet worden verstaan. Hoe wordt de Dynamis aangedaan, met als gevolg |
| dat deze direct na de psorische infectie chronisch ziek is? |
| Organon, §80: |
| “Maar bij de psora laat het inwendige ontzagwekkende chronische miasma, eveneens pas na voltooide |
| inwendige aantasting van het hele organisme, van zich blijken door de specifieke huiduitslag, die soms |
| maar uit enkele papeltjes bestaat met een onverdraaglijk kriebelige, opwindende jeuk en een speciale |
| geur. Die psora is de echte fundamentele oorzaak en verwekker van bijna alle overige, veel |
| voorkomende, zelfs ontelbare ziektebeelden, die optreden onder zulke namen als …” |
| Het psorisch miasma wordt gekenmerkt door enkele primaire eigenschappen. Ten eerste de |
| incubatietijd, de periode die de Dynamis nodig heeft om te reageren. Gedurende de periode waarin de |
| herstelreactie (curatieve respons) uitblijft, neemt de inwendige dynamische verstoring toe. Na |
| 56 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-56-2048.jpg"/> |
| onvoldoende en incompleet. „Incubatietijd‟ betekent „vertraagd reageren‟ - de reactie van de Dynamis |
| treedt vertraagd op en het beperkte aantal blaasjes staat gelijk aan „incompleet reageren‟.Voor de goede |
| orde in het geval van psora als chronisch miasma spreken we niet over de schurftmijt maar over een |
| chronisch dynamische besmetting, die zich primair uit in blaasjeseczeem Verder hebben de blaasjes, die |
| als drukventiel voor het inwendige lijden fungeren, de neiging weer spontaan te verdwijnen, wat |
| typerend is voor het latent worden van het psorisch miasma. Zolang de blaasjes zich als uitdrukking van |
| psora op de huid bevinden, spreken we van „primaire psora‟. Primaire psora is nog eenvoudig te |
| genezen. De huiduitslag die spontaan of door onderdrukking verdwijnt, noemen we secundaire psora. |
| Deze vorm is verantwoordelijk voor het merendeel der symptomen die zich nadien ontwikkelen. Deze |
| zijn veel moeilijker te genezen. De patiënt is chronisch ziek, maar de symptomen waaruit dat in het |
| begin duidelijk zou kunnen worden verdwijnen veelal uit zichzelf weer naar de achtergrond. |
| „Traagheid, incomplete reacties en neiging latent te worden‟ karakteriseren het psorisch miasma en de |
| eruit voortvloeiende chronische ziekten. |
| Organon, §8: |
| “Als men bedenkt dat deze oeroude infectielont geleidelijk gedurende een paar honderd generaties vele |
| miljoenen menselijke organismen is doorgesmeuld en zodoende tot een onvoorstelbare ontwikkeling is |
| gekomen, is het enigszins te begrijpen hoe zij zich in zo talloos vele ziektebeelden van de mensheid kon |
| differentiëren. Vooral, als we in overweging nemen hoeveel factoren meewerken in de vorming van deze |
| grote verscheidenheid aan chronische ziekten (de secundaire symptomen van de psora), ongeacht al de |
| enorme variaties van aangeboren menselijke constitutietypen, zo oneindig verschillend van elkaar, dan |
| is het geen wonder dat het psorisch miasma in zo verschillende organismen met zoveel verschillende, |
| vaak permanente van binnenuit en buitenaf inwerkende noxen, ook zo‟n enorme variatie aan gebreken, |
| verval, ontstemmingen en kwalen kan produceren. En die werden in de oude ziekteleer onder een hele |
| serie eigen benamingen ten onrechte als op zichzelf staande ziekten opgevoerd.” |
| De kenmerken „traag‟, „incompleet‟, „te weinig‟, „te kort‟ en de neiging om latent te worden, zo |
| karakteristiek voor deze chronische, endogene verstoring van de Dynamis, maken dat het psorisch |
| miasma het tijdsmiasma kan wordt genoemd. De psorische kenmerken blijven zich gedurende heel het |
| chronische ziekteverloop manifesteren. Chronische ziekten die berusten op psora worden getypeerd door |
| een trage ontwikkeling, een incompleet en aspecifiek symptoombeeld en de gemakkelijke |
| „onderdrukking‟ ervan. Onderdrukking zal steeds een secundaire reactie en daarmee een verdere |
| ontregeling van de Dynamis tot gevolg hebben. Door het vertraagde, psorische reactiepatroon zal er |
| ogenschijnlijk geen verband bestaan tussen bijvoorbeeld de migraine van een paar jaar geleden en de |
| chronische maagklachten van nu. Psora vertroebelt onderliggende samenhangen en werkt zo |
| symptomatisch voorschrijven (voorschrijven op enkele symptomen) in de hand. Voorschrijven op een |
| beperkte groep symptomen, zonder rekening te houden met de psorische constitutielaag, betekent op |
| termijn een terugkeer van de oorspronkelijke, of ernstiger, symptomen. Duurzame genezing blijft |
| achterwege. Bij alle ziekten met een langdurig verloop of ontsproten aan een familiare erfelijke tendens |
| is het psorisch miasma de diepst onderliggende verstoring. Wanneer de psorische belasting reeds sedert |
| generaties zwaar op de leden van een familie drukt, is het ondenkbaar dat zo‟n belasting met één enkel |
| antipsorisch voorschrift kan worden opgelost. Een patiënt met eczeem die uit een familie komt waarin |
| huiduitslag een overheersend probleem is zal niet na één dosis van een antipsoricum van z‟n eczeem af |
| zijn. |
| Organon, §171: |
| 57 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-57-2048.jpg"/> |
| volgend middel gekozen worden naar bevind van de symptomengroep, die na uitwerking van het vorige |
| middel nog is overgebleven, op homeopathische gelijkenis.” |
| Chronische ziekten, blz. 127: |
| “Hier stuit ik op de merkwaardige omstandigheid dat absoluut iedere psoravorm - met uitzondering |
| van, zoals gezegd, de zo gemakkelijk inwendig te genezen, vers ontstane, door een nog niet verdreven |
| huiduitslag vergezelde - dat wil dus zeggen zowel de psora die nog binnenin sluimert, als ook die zich |
| tot één van de talloze uit haar voortgekomen chronische ziekten heeft ontplooid, zeer zelden door een |
| enkel antipsorisch middel kan worden genezen. Praktisch allemaal hebben ze, om tot volledige genezing |
| te geraken, de toepassing nodig van meerdere van deze geneesmiddelen en in de ergste gevallen ook wel |
| van vele na elkaar.” |
| De Dynamis is door de symbiotische, psorisch functionele ontregeling zozeer uit balans dat de patiënt |
| veelal door enkele opeenvolgende ziektestadia heen gaat. Het klachtenpatroon openbaart zich als „acuut |
| miasma‟ of er ontwikkelt zich op basis van onderdrukking of verlaagde vitaliteit, een ander, ernstiger |
| ziektebeeld. Met Dynamis, en patiënt, gaat het bergafwaarts. Het acuut doen verdwijnen van de |
| chronische symptomen is geen oplossing. Voor een duurzame genezing zullen de verstoringen |
| geleidelijk, in omgekeerde volgorde van hun ontstaan, moeten worden opgelost. Daarbij doorloopt de |
| patiënt alle voorgaande ziektestadia van de levenskracht. |
| Antipsorica |
| Sommige homeopathische middelen hebben een specifiek antipsorische werking. Ze worden antipsorica |
| genoemd. |
| De Dynamis heeft de grootste affiniteit met het element water. Als oerbron van het leven biedt water de |
| Dynamis de mogelijkheid zich optimaal uit te drukken. In het element water bevinden zich mineralen. |
| Deze mineralen worden door de Dynamis benut voor het creëren van het stoflichaam. Mineralen maken |
| het mogelijk dat de Dynamis het energetisch levensveld kan laten „stollen‟ tot waarneembare |
| lichamelijkheid. Behalve de affiniteit met water is er dus eveneens de affiniteit met het mineralenrijk |
| waaruit de menselijke constitutie is opgebouwd. De Dynamis bouwt het menselijk lichaam met behulp |
| van water en mineralen. Gaat er in het functioneren van de Dynamis iets fout, dan zal dit op grond van |
| de sterke wederzijdse affiniteit tussen Dynamis en mineralenrijk, voornamelijk gevolgen hebben voor de |
| kwalitatieve en later de kwantitatieve mineralenhuishouding. |
| Wij spreken daarom van een Sulphur-, Silicea-, Calcarea carbonica- of Phosphorus-constitutie. De |
| geneesmiddelen die het psorisch disfunctioneren van de Dynamis het diepst kunnen spiegelen zijn de |
| minerale geneesmiddelen. De antipsorische geneesmiddelen, die de Dynamis duurzaam kunnen |
| bevrijden van de psorische belasting, zijn voornamelijk afkomstig uit het mineralenrijk. De plantaardige |
| en dierlijke middelen behoren volgens Hahnemann tot de overige homeotherapeutica, die geïndiceerd |
| zijn bij „acute ziekten‟, „incidenten‟ en „collectieve ziekten‟. Duurzame genezing van chronische ziekten |
| hoeven we van deze geneesmiddelen in de regel niet te verwachten. |
| Chronische Ziekten, blz. 176: |
| “In het algemeen bleek uit hun pure werkingen dat de meeste aardsoorten, alkaliën en zuren, evenals de |
| daaruit samengestelde neutrale zouten, naast meerdere der metalen onmisbaar waren voor de genezing |
| van de haast ontelbare psorasymptomen. Ook leidde de overeenkomst in geaardheid tussen het |
| voornaamste antipsoricum, Sulphur, met Phosphor en andere brandbare substanties uit de planten- en |
| 58 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-58-2048.jpg"/> |
| Gedurende vele generaties heeft de psorische belasting zijn stempel op de mens en zijn ontwikkeling |
| gedrukt. Het te weinig, te kort, vertraagd en incompleet reageren kunnen we zodoende doortrekken naar |
| alle niveaus van menselijk functioneren. Ongenezen chronisch miasmatische belastingen blijven |
| verbonden met de Dynamis. |
| De chronisch pathologische belasting gaat met de conceptie over op de levenskracht van het nageslacht, |
| waarmee de basis wordt gevormd voor het ontstaan van chronische ziekten. Soms toont het zich vanaf de |
| geboorte in de vorm van, bijvoorbeeld, dauwworm, maar vaker komt de ware aard van psora pas op een |
| later tijdstip naar boven. Een gezond mens functioneert op alle niveaus gezond. Hij kan op iedere |
| levensgebeurtenis spontaan naar zijn innerlijke geaardheid reageren. Bij de psorische mens is dit niet het |
| geval. Wat zich op het functionele vlak openbaart als gebrekkig reageren, met chronische ziekte als |
| gevolg, manifesteert zich op het gevoels- en emotionele vlak als niet bij de eigen beleving kunnen |
| komen of er niet mee kunnen omgaan. |
| Op het mentale niveau veroorzaakt het, bijvoorbeeld, concentratiezwakte of een behoefte aan autoriteit |
| vanwege existentiële onzekerheid. Psora staat voor existentiële onzekerheid, angst om te leven. Het |
| zelfbeeld, het zelfvertrouwen of beter, het gebrek eraan, wordt mede beïnvloed en bepaald door de |
| psorische gesteldheid van de mens. |
| Het zijn dergelijke patronen die de homeopaat herkent als typerend voor Natrium, Sulphur, Phosphorus |
| e.d. Het zijn creaties van de Dynamis. |
| Hoe gezonder de Dynamis, hoe gezonder en duidelijker het beeld en hoe groter de kans op genezing. |
| Hoe zieker de Dynamis, hoe pathologischer de klachten en hoe moeilijker genezing kan worden bereikt, |
| speciaal wanneer het constitutionele beeld door veel eerdere behandelingen is verstoord, vertroebeld of |
| geblokkeerd. Een patiënt met een constitutioneel Natrium muriaticum-beeld zal in verschillende |
| levenssituaties anders reageren dan iemand met een Phosphorus-constitutie. Heel het sociale en |
| emotionele leven, en de gemaakte keuzes, worden mede bepaald door iemands constitutie. Bij psorische |
| patiënten overheersen twijfel, aarzeling en besluiteloosheid, resulterend in reacties die nét niet adequaat |
| genoeg zijn, zodat bijvoorbeeld de baan of relatie waarop zij hadden gehoopt aan hun neus voorbij gaat. |
| Het psorisch miasma houdt beperking in van de „vrije‟ ontwikkeling, waardoor een gezond mens, |
| „patiënt‟ ( „de geduldige‟) wordt. Geduldig tot hij uit de ketenen van zijn miasmatische belasting wordt |
| bevrijd. |
| Omdat hij hiertoe zelf niet bij machte is - niemand kan zichzelf aan de haren uit de put trekken - behoeft |
| hij een antipsorisch middel om de Dynamis op weg te helpen. |
| De antipsorische behandeling bevrijdt de dynamis van de ketenen van de psorische belasting, zodat „de |
| met verstand toegeruste geest zich vrij van dit levende, gezonde werktuig kan bedienen voor de hogere |
| bedoelingen van ons bestaan‟, zoals Hahnemann schrijft in §9 van het Organon. |
| Het Sycotisch miasma |
| Bij de psorische belasting leidt de verstoring van de Dynamis tot „tekort‟ en „gebrek‟. Het |
| tegenovergestelde is het geval bij de sycotische belasting. Op iedere prikkel die de Dynamis aanzet tot |
| reageren wordt overmatig gereageerd. De reactie wordt getypeerd door „te veel‟, „te heftig‟, „snel en |
| overdadig‟. De gonococcus bacterie is het voertuig dat het sycotische miasma overdraagt. |
| Voortkomend uit een besmetting met gonococcus en de eruit voortvloeiende „infectie‟ met het sycotisch |
| miasma tijdens geslachtsgemeenschap, ontstaat het primaire symptoom, de „druiper‟ of gonorroe. Het |
| eerste kenmerk is „toename‟, een vermeerdering van afscheiding uit de urethra, een teken van teveel of |
| overdaad. |
| 59 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-59-2048.jpg"/> |
| Gewoonlijk is bij deze soort druiper het secreet direct van het begin af aan dikachtig, als etter; het |
| urineren is weinig pijnlijk, maar het corpus penis enigszins hard gezwollen, ook wel aan de dorsale kant |
| bedekt met klierknobbels en erg pijnlijk bij aanraking.” |
| Dit geeft een globale indruk van het verloop van het sycotisch miasma. Centraal bij het sycotisch |
| miasma staan: heftigheid, ontsteking, pijngevoeligheid, pusvorming, klierzwellingen, wratvorming, |
| poliepvorming en andere excrescenties, al dan niet bloedend, e.d. Er is overmaat, „teveel‟ aan weefsel en |
| uitscheidingen. Dikwijls lijkt de patiënt zieker dan hij is. Anders gezegd: van deze vorm van ziek-zijn |
| geneest hij gemakkelijker dan van vergelijkbare symptomen ontsproten aan het psorisch miasma. Over |
| het algemeen heeft het ziekteproces een actief, beweeglijk, dynamisch verloop. De beleving, de |
| „zijnstoestand‟ is gevoeliger, heftiger, geprikkelder en extraverter dan die van de meer psorische patiënt. |
| Dit maakt dat de sycotische patiënt sneller geneest. Als er veel beweging, veel dynamische activiteit is, |
| is er navenant veel actiepotentiaal waaraan een homeopathisch middel kan appelleren. Een |
| genezingsreactie komt daardoor sneller tot stand. De Dynamis raakt besmet met het sycotisch miasma |
| door geslachtsverkeer en vervolgens, nadat gedurende de incubatietijd de Dynamis doordrongen en |
| verbonden is met de sycotisch-dynamische activiteit, ontstaat een ontregeling van de vitale |
| levensprocessen op basis van overreacties. |
| Vanaf het latent worden van de druiper, spontaan of door onderdrukking, zal de endogene sycotische |
| belasting bij vlagen, soms in afwisseling met de vaak onderliggende psorische diathese, het |
| reactiepatroon bepalen, bijvoorbeeld tijdens een acuut miasmatische ziektefase. |
| De hoedanigheden van het sycotisch miasma laten zich herkennen op alle levensniveaus. Karakteristiek |
| is de hang naar buitensporigheid. De sycotische mens kleedt zich opvallend, gedraagt zich extravert, |
| vindt alles normaal. “Alles moet kunnen.” Hij kent weinig grenzen en is op zoek naar de „kick‟ in het |
| bestaan. Hij doet zijn uiterste best niets in het leven te missen en zijn behoeften volledig te bevredigen. |
| Dit kan zich uiten op zowel het seksuele, financiële, relationele vlak als in de carrière. Sycotische |
| tendensen zijn waarneembaar in koopgedrag, in muziek of uitgaan, in de snelheid van auto of computer, |
| in bungee-jumping en wapenwedloop. Heel het leven is doorspekt met de behoefte aan meer, beter, |
| sneller, indrukwekkender, en dat alles ten koste van …? Het door sycotisch verlangen gestimuleerde |
| begeerteleven doet de mens streven naar zoveel mogelijk dingen voor zo weinig mogelijk geld, met de |
| eigen gezondheid en de planeet aarde als uiteindelijke verliezers. De planeet wordt ziek doordat de mens |
| zijn begeerte naar meer, meer, en nog meer wil bevredigen. De zich op aarde voltrekkende rampen |
| dragen naar signatuur dezelfde sycotische kenmerken van heftigheid, felheid, overdaad en exces. |
| In „sycosis‟ ontbreekt rust. Er is geen ontspanning, geen afstand, geen introspectie; er is uitsluitend |
| dynamiek, beweging, impuls en bevrediging. De westerse samenleving is een uitgesproken voorbeeld |
| van sycosis. Het westen consumeert pakweg 80% van de wereldenergievoorraad. Het sycotisch miasma |
| heeft het begeerteleven van veel mensen geïnfecteerd. |
| In ziekteprocessen zien we de sycotische „drive‟ eveneens terug. ADHD, allergieën, vaccinaties en de |
| schadelijke gevolgen ervan, de versnelde ontwikkeling van de jeugd - tanden wisselen op vijfjarige |
| leeftijd, menstruatie vanaf tien jaar, vervroegde seksuele activiteit, toename van seksueel overdraagbare |
| ziekten - allemaal afspiegelingen van sycotische tendensen. Te snel, te vroeg, te veel, overal overdaad. |
| Hahnemann besteedt in de Chronische Ziekten slechts drie bladzijden aan het sycotisch miasma. Als |
| medicatie noemt hij slechts twee hoofdmiddelen, namelijk het plantaardige middel Thuja en het minerale |
| middel Nitricum acidum. Dit tweetal komt aan bod wanneer de sycosis zuiver en op zichzelf staand |
| behandeld kan worden. |
| Reeds in Hahnemann‟s tijd was het zo dat een contaminatie en vermenging van twee of incidenteel van |
| drie miasma‟s plaatsvond. |
| 60 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-60-2048.jpg"/> |
| Net als bij het wekken van latente psora, vlamt de sycotische tendens op door levensomstandigheden. De |
| ziekte draagt veelal het kenmerk van een acute ziekte. |
| Eventuele chronische ziekten worden getypeerd door heftigheid, intensiteit in de beleving, de snelle |
| overgang tot pusvorming die, ongenezen blijvend, een permanent karakter gaat vertonen. |
| Chronische Ziekten, blz. 105: |
| “Was de zieke echter tegelijk ook door andere chronische ziekten aangetast, zoals gewoonlijk het geval |
| is na zulke agressieve kuren als bij condylomata door allopathische artsen worden toegepast, dan vindt |
| men vaak een ontwikkelde psora als complicatie van de sycosis, wanneer zoiets al latent in hem |
| aanwezig was, zoals erg vaak het geval is. Tevens zijn, als een slechte behandeling van een venerische |
| sjankerziekte is voorafgegaan, deze beide miasmata ook nog eens met syfilis gecombineerd. Dan is het |
| nodig allereerst het ergste deel, de psora, met de hierna genoemde, specifieke antipsorische |
| geneesmiddelen te hulp te komen en dan pas de voor de sycosis geïndiceerde middelen te gebruiken, eer |
| men de passende dosis van het beste kwik-preparaat, als hieronder te lezen, tegen de syfilis voorschrijft. |
| Daarna herhaalt men deze alternerende behandeling zo nodig, totdat volledig herstel is bereikt.” |
| De behandeling waarop Hahnemann hier in Chronische Ziekten doelt betreft patiënten die sycosis en/of |
| syfilis hebben doorgemaakt en tevens lijden aan latente, onderliggende psora, die of door eigen |
| besmetting is ontstaan of via overerving is meegekregen. |
| Zo zijn het sycotisch en het syfilitisch miasma altijd geënt op het diep daaronder liggende psorisch |
| miasma, als oudste verstoring. Bij de chronische ziektebehandeling moeten we voorschrijven op het |
| miasma dat zich qua symptomen en dynamiek het sterkst manifesteert. De verschuiving van symptomen |
| en miasmatische ondergrond maakt deel uit van een continu proces van wisselwerking met de |
| levensprocessen in binnen- en buitenwereld. Afhankelijk van de wisselwerking tussen constitutie en |
| omstandigheden, zal de patiënt al dan niet reageren met pathologische symptomen en is de gezondheid |
| verstoord. |
| Het Syfilitisch miasma |
| Het syfilitisch miasma behelst een verstoring van de Dynamis die deze doet reageren op overprikkeling |
| met ontregeling en daaruit voortkomende ontaarding van het aangedane orgaan. Destructie van weefsel |
| typeert de syfilitische reactie. |
| Zoals Hahnemann beschrijft in Chronische Ziekten gaat syfilis, indien gecompliceerd, meestal een |
| combinatie aan met psora, en slechts in sporadische gevallen met sycosis. Waarom dit zo is wordt |
| duidelijk wanneer we de kenmerken van beide venerische ziekten naast elkaar leggen. We zien dan dat |
| beide wat betreft het verloop van de symptomen een vergelijkbare dynamiek en snelheid bezitten. Ze |
| zijn zo gelijksoortig dat de een de ander verdringt of zelfs een infectie met het andere miasma belet. |
| Chronische Ziekten, blz. 106: |
| “Bij de behandeling van de venerische ziekte moeten drie toestanden worden onderscheiden: |
| 1. Ze is nog alleen en vertoont het bijbehorende locale symptoom, de sjanker, of, als ook deze is |
| weggewerkt, heeft ze tenminste nog het locale symptoom dat op gelijke wijze vicariërend voor de |
| inwendige aandoening optreedt, nl. de liesbuil (bubo, boulain) |
| 2. Ze is weliswaar nog alleen, d.w.z. nog zonder complicatie met een tweede of derde chronisch miasma, |
| maar is al beroofd van het plaatsvervangende locale symptoom zelf, de sjanker (en de bubo). |
| 61 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-61-2048.jpg"/> |
| . |
| Hahnemann had dagelijks te maken met syfilispatiënten („Franse ziekte‟). Het lijdt geen twijfel dat hij |
| tevens de verderfelijke gevolgen van de allopathische behandeling van syfilis heeft gezien. Syfilislijders |
| kregen zoveel pure kwikzilver toegediend dat ze na drie weken „spontaan‟ al hun tanden kwijt waren! |
| Gedurende de incubatietijd, die volgt op de besmetting met het syfilitisch miasma, werkt de destructieve |
| tendens van het miasma in op de Dynamis. Het primair affect manifesteert zich als sjanker, of soms als |
| bubo of liesbuil, een lymfeklierzwelling in de lies. De sjanker of syfilitische zweer is een lesie, een |
| verstoring van de natuurlijke continuïteit van de huid. Het primair affect draagt reeds het kenmerk van |
| weefseldestructie. In dit stadium is er feitelijk nog geen sprake van chronische ziekte, doch eerder van |
| een acute aandoening, die gemakkelijk homeopathisch te genezen is. |
| Chronische Ziekten, blz. 109: |
| “Want onder deze omstandigheden en als ze niet nog bovendien met psora is verwikkeld, kan men op |
| grond van veelvuldige ervaring en met reden beweren dat er geen chronisch miasma, geen uit een |
| miasma ontstane chronische ziekte op aarde bestaat, die geneeslijker en makkelijker te genezen zou zijn |
| dan deze.” |
| Volgens Hahnemann “is het syfilitisch miasma verreweg het eenvoudigst te genezen, terwijl de sycosis |
| het minst voorkomt” (in de huidige tijd wellicht meer). Genezing van psora daarentegen is het moeilijkst |
| en behoeft veel antipsorische middelen. Bij genezing van de achterliggende chronisch miasmatische |
| aandoening verdwijnt automatisch eveneens de bijbehorende bacteriële infectie. |
| Het syfilitisch miasma leidt tot vernietiging van weefsel. Bij de behandeling van patiënten met een |
| syfilitisch symptoombeeld spreekt het haast vanzelf dat het voorgeschreven middel snel |
| genezingsreacties moet uitlokken omdat het destructieve karakter van dit miasma anders wellicht weinig |
| meer te genezen overlaat! Het verdrijven van het primair affect, de sjanker, met uitwendige of inwendig |
| onderdrukkende middelen maakt de aandoening chronisch. |
| Dit heeft misvormingen en destructie van inwendige organen tot gevolg. Voor het eventuele nageslacht |
| houdt het aangeboren afwijkingen in, zoals bijvoorbeeld het syndroom van Down, spina bifida, |
| anencephalisme, e.d. In de primaire fase is een enkele dosis van het beste kwikmiddel (Mercurius |
| solubilis) toereikend om de sjanker en daarmee de syfilis in veertien dagen volledig te genezen. (Voor |
| psora in de primaire fase zijn drie maanden benodigd!). |
| De gevolgen van het syfilitisch miasma tonen zich eveneens op andere niveaus. Omdat syfilis reeds |
| generaties in de mensheid verankerd is, zien we de effecten bijna nog vaker op de minder stoffelijke, |
| meer spirituele niveaus. In onze westerse samenleving doch zeker ook wereldwijd kunnen we de |
| destructieve elementen en tendensen waarnemen. We denken hier aan zorgwekkende zaken zoals: het |
| gat in de ozonlaag, natuurrampen, globale opwarming, milieuverontreiniging, de conditie van het |
| drinkwater, BSE en varkenspest, toename van criminaliteit, vandalisme, moord en doodslag, |
| kinderporno, het de persoonlijkheid vernietigende religieus fanatisme c.q fundamentalisme, het gebruik |
| van massavernietigingswapens. |
| Vernietigingsdrang is weliswaar van alle tijden, maar we kunnen toch wel stellen dat de destructieve |
| capaciteit nooit eerder in de geschiedenis zo nadrukkelijk aanwezig is geweest en nooit in zo‟n mate dat |
| het gehele mondiale organisme op alle niveaus volledig vernietigd kon worden. Deze ontwikkeling heeft |
| zich voltrokken in een tijdsbestek van niet meer dan honderd jaar. Tegen de achtergrond van de |
| aardeontwikkeling beslaat dit een fractie van een ademteug in een mensenleven. De ontregelende, |
| desintegrerende en vernietigende tendensen van het syfilitisch miasma grijpen razendsnel om zich heen. |
| 62 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-62-2048.jpg"/> |
| gepaard gaan met acute fasen die om antisyfilitische middelen vragen. Bijvoorbeeld: de Sulphur-patiënt |
| (psorisch) die ‟s nachts zo‟n jeuk heeft dat het hem uit de slaap houdt heeft Mercurius nodig. |
| De ziekteclassificatie centraal |
| Uit grondige bestudering van Organon en Chronische Ziekten blijkt dat de ziekteclassificatie voor |
| Hahnemann centraal stond. Bij de chronische ziektebehandeling dient de „grondoorzaak‟ te worden |
| opgespoord en opgeheven. De grondoorzaak is het psorisch miasma. Het is het einddoel van de |
| behandeling. De niet antipsorische geneesmiddelen hebben een complementaire en ondersteunende |
| functie waar ziekte voortkomt uit incident, tussenziekte, sycosis of syfilis. |
| Het is de taak van de homeopaat om te beoordelen met welke ziektevorm hij te maken heeft. Hij kan zo |
| een prognose opstellen voor de actuele situatie en vaststellen wanneer de antipsorische behandeling |
| begonnen dan wel voorgezet kan worden. |
| De Dynamis kan uitsluitend op drie manieren chronisch endogeen verstoord zijn. Ze kan te weinig, te |
| veel of destructief reageren. Deze endogeen chronische verstoringen van het gezonde reactiepatroon van |
| de Dynamis noemt Hahnemann vanwege hun permanente symbiotische karakter, chronische miasma‟s. |
| De chronische miasma‟s laten zich herleiden tot drie verstoringen, die Hahnemann psora, sycosis en |
| syfilis noemt. Alle andere chronische verstoringen zijn variaties op dit drietal. |
| Samenvatting |
| Ziekteclassificatie en miasmaleer vormen de basis van de homeopathie. Bij ziekte |
| onderscheiden we acuut en chronisch. |
| Acute ziekten omvatten incidenten, collectieve ziekten en acuut miasmatische ziekten. Ze hebben een |
| exogene oorzaak. |
| Incidenten en epidemische ziekten zijn exogene verstoringen die de Dynamis weliswaar in onbalans |
| brengen en daardoor symptomen veroorzaken, maar waarbij de Dynamis zelf niet is aangetast. |
| Chronisch miasmatische belastingen zijn ziekten binnenin de mens (endogeen); drieledige ziekten van |
| de Dynamis. Ze berusten op een te zwak, een te sterk of een destructief reactiepatroon. Er zijn drie |
| chronisch miasmatische verstoringen: psora, sycosis en syfilis. |
| Endogeen miasmatisch dynamische verstoringen ontregelen de gezondheid van de mens chronisch, |
| waardoor hun pathogene invloed zich uiteindelijk op alle niveaus van het leven in binnen- en |
| buitenwereld doet gelden. |
| De vermeende tuberculinische en carcinogene tendenzen zijn geen op zichzelf staande miasma‟s maar |
| een gezamenlijke uitdrukking van spora, sycosis en syfilisch. |
| 63 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-63-2048.jpg"/> |
| Vijf geneesmiddelgroepen |
| Homeopathische geneesmiddelen komen uit verschillende bronnen, die globaal genomen in vijf groepen |
| zijn onder te verdelen. Ze hebben alle een specifieke relatie tot de verschillende door Hahnemann |
| onderscheiden ziektevormen. |
| De vijf geneesmiddelrijken |
| * Plantaardige geneesmiddelen (grondstoffen afkomstig uit het plantenrijk) |
| * Dierlijke geneesmiddelen (grondstoffen afkomstig uit het dierenrijk) |
| * Minerale geneesmiddelen (grondstoffen afkomstig uit het mineralenrijk) |
| * Nosoden (grondstoffen afgeleid van menselijke uitscheidings- of ziekteproducten) |
| * Tautopathische geneesmiddelen (grondstoffen afkomstig van allopathische medicijnen) |
| Van deze groepen worden de plantaardige, dierlijke en minerale geneesmiddelen het meest gebruikt. Zij |
| worden vrijwel uitsluitend voorgeschreven op symptoomgelijksoortigheid. De symptomen worden |
| vanuit het totale beeld geanalyseerd. Het geneesmiddel dat het meest overeenkomt met de |
| karakteristieke symptomen wordt voorgeschreven. Tussen de verschillende geneesmiddelrijken wordt |
| hierbij doorgaans geen onderscheid gemaakt. |
| Voor veel homeopaten doet zo‟n onderscheid er niet toe. Voorschrijven op de totaliteit van de |
| symptomen - bij voorkeur op de meest opvallende en kenmerkende - geeft de meeste zekerheid dat de |
| werking van het geneesmiddel correspondeert met de pathologische ontregeling van de Dynamis. |
| 64 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-64-2048.jpg"/> |
| volgende geneesmiddel wordt voorgeschreven. Bij een „goede‟ reactie bestaat het tweede voorschrift in |
| de regel uit hetzelfde geneesmiddel in een hogere potentie. Bij een ontoereikende reactie meent de |
| homeopaat zijn werk niet goed te hebben gedaan, met als gevolg dat hij naarstig op zoek gaat naar een |
| volgend, beter passend middel. Zo wordt de situatie van consult tot consult geëvalueerd met op de |
| achtergrond steeds het denkbeeld dat het laten verdwijnen van symptomen de opzet van de behandeling |
| is. Bijgevolg maakt het niet uit of de symptomen wegblijven na inzet van een plantaardig, dierlijk of |
| mineraal geneesmiddel of een nosode. Deze manier van voorschrijven wekt de indruk dat ieder |
| homeopathisch middel in staat is duurzame gezondheid te bewerkstelligen. Dit is niet het geval. |
| Plantaardige middelen missen vaak de dieptewerking, het specifieke effect op chronische ziekten, om |
| voor duurzame genezing te zorgen. Als tegenargument wordt dan aangevoerd dat veel patiënten worden |
| „genezen‟ met plantaardige middelen. Na de snelle verbetering op een plantaardig middel hoefde de |
| patiënt niet meer terug te komen. In het geval na anderhalf jaar een terugval optrad, reageerde de patiënt |
| opnieuw goed op, bijvoorbeeld, Pulsatilla. Dat de patiënt na anderhalf jaar terugvalt en andermaal goed |
| reageert op hetzelfde plantaardige middel, onderstreept feitelijk dat er helemaal geen sprake was van |
| blijvende genezing. Ofschoon we tevreden kunnen zijn wanneer een patiënt langere tijd goed reageert op |
| een middel, blijft desondanks een „snel, zacht en duurzaam herstel‟ het ideaal (Organon paragraaf 2). In |
| Organon en Chronische Ziekten geeft Hahnemann aanwijzingen hoe de diverse ziektemanifestaties |
| tegemoet moeten worden getreden. Hij verschaft ons een diep inzicht in het onderscheid tussen de |
| functies van de geneesmiddelen tijdens de behandeling, in relatie tot elkaar en tegen de achtergrond van |
| de classificatie van de ziektevormen. Alleen zo kan de patiënt efficiënt tot zelfgenezing worden |
| gestimuleerd. In de periode waarin Hahnemann de antipsorische minerale geneesmiddelen nog niet had |
| ontdekt, komt hij herhaaldelijk terug op de beperkingen van niet-antipsorische middelen: |
| Chronische Ziekten, blz. 4: |
| “Maar deze gunstige stilstand was toch nooit van lange duur en bij de terugkeer en steeds herhaalde |
| terugkeer van de klachten bleken tenslotte ook de best uitgekozen, tot dusver bekende homeopathische |
| geneesmiddelen in de meest passende dosis des te minder effectief naarmate ze vaker werden toegepast. |
| Op het laatst waren het niet meer dan zwakke palliativa.” |
| Geneesmiddelrelaties |
| Homeopathische middelen staan in bepaalde verhoudingen tot elkaar. We kennen onharmonische, |
| conflicterende relaties als inimical (vijandig) en antidoterend (tegenwerkend). Middelen die elkaar goed |
| verdragen heten compatible (verenigbaar) en following well (goed volgend). De beste relatie is |
| complementair (aanvullend). Bij de toepassing van centesimale potenties (C-potenties) moeten we bij |
| elke wijziging in het voorschrift nagaan of er niet een vijandige relatie bestaat tussen het nieuwe en het |
| voorafgaande middel, ook als er tussen beide een langere periode is verstreken. Houden we hiermee |
| geen rekening dan kunnen hevige verergeringen of zelfs een ziektecrisis of acuut miasmatische |
| aandoening het gevolg zijn. |
| Negatieve relaties - inimicals en incompatibles - spelen evenwel geen enkele rol meer indien we LM- |
| potenties gebruiken. Hahnemann heeft daarover in de zesde editie van het Organon uitgebreid |
| geschreven. Bij LM-potenties komen alle geneesmiddelen in een harmonische verhouding tot elkaar te |
| staan. Geneesmiddelen die in centesimale potentie onderling vijandig zijn maken de inzet van een |
| tussenmiddel noodzakelijk om die vijandigheid te overbruggen. Bij LM-potenties hoeft dat niet; zij |
| kunnen kort na elkaar en zonder risico van verergeringen voorgeschreven worden. Geneesmiddelrelaties |
| 65 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-65-2048.jpg"/> |
| Plantaardige en dierlijke geneesmiddelen |
| Deze middelen stammen uit de vroegste periode van de homeopathie. Tot ongeveer 1810 werkte |
| Hahnemann vrijwel uitsluitend met plantaardige en dierlijke middelen. Toen hem begon op te vallen dat |
| patiënten na verloop van tijd een terugval vertoonden, trok hij de logische conclusie dat er geen sprake |
| kon zijn van duurzaam herstel van de gezondheid, in weerwil van de goede resultaten van de |
| behandeling. |
| Chronische Ziekten, blz. 5 en 6: |
| “Waar kwam dat minder gunstige, ja zelfs ongunstige resultaat bij de voortgezette behandeling van de |
| niet-venerische chronische ziekten, zelfs door de homeopathie, vandaan? Waaraan lag het bij die |
| duizenden mislukte pogingen die overige ziektegevallen van chronische aard zo te genezen dat er een |
| duurzaam herstel uit voortkwam? Misschien lag het aan het nog te geringe aantal van de homeopa- |
| thische geneesmiddelen die op hun pure werking waren onderzocht! De leerlingen der homeopathie |
| troostten zich tot dusver met deze gedachte. |
| Maar haar grondlegger bevredigde deze uitvlucht of deze zogenaamde |
| troost nooit - alleen al daarom niet, omdat ook de van jaar tot jaar |
| toenemende nieuwe aanwas van onderzochte, krachtige geneesmiddelen |
| de genezing van de chronische (niet-venerische) ziekten geen stap verder |
| bracht. Terwijl toch acute ziekten (voor zover ze niet van begin af aan een |
| onvermijdelijk fatale prognose hadden) bij goed aangewend |
| homeopathisch geneesmiddelgebruik niet alleen redelijk werden opgelost, |
| maar met behulp van de nooit rustende kracht in ons organisme, die het |
| leven in stand houdt, spoedig en volledig plachten te herstellen!” |
| Bij de niet-venerische chronische ziekten bleken de gebruikte plantaardige en dierlijke middelen, hoe |
| sterk ze ook werkten, geen duurzame genezing te kunnen bewerkstelligen. De huidige trend om steeds |
| meer plantaardige of dierlijke middelen te introduceren zal de oplossing van chronische ziekten geen |
| stap dichterbij brengen. |
| Op enkele uitzonderingen na zijn plantaardige en dierlijke middelen meestal geïndiceerd voor acute |
| klachten. Het zijn „acute middelen‟. Toepassing ervan ligt niet zozeer in de chronische sfeer doch betreft |
| voornamelijk incidenten en collectieve ziekten, waarvan oorzaak en aanleiding exogeen zijn. Dergelijke |
| klachten wijken snel en permanent bij gebruik van plantaardige en dierlijke middelen. De behandeling |
| van acuut miasmatische ziekten ligt eveneens binnen hun bereik. Acute ziekten zijn zeer dynamisch: er |
| is veel beweging en een uitgesproken ziektetendens. De hoeveelheid symptomen is beperkt en dient zich |
| min of meer op een presenteerblaadje aan. Acute aandoeningen zijn analoog aan de ontwikkeling - groei, |
| bloei en afsterven - van de plant in de natuur. De plant groeit op de mineraalhoudende bodem waarin hij |
| is geworteld. Precies zo heeft de acute ziekte, speciaal een acuut miasmatische, zijn wortels verankerd in |
| de chronische ziektebodem die wij psora noemen. De acute ziekte impliceert een acute opleving van de |
| chronische miasmatische ondergrond. |
| 66 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-66-2048.jpg"/> |
| schrijven. Een acuut zieke patiënt is overgevoelig en zal door minerale middelen té diep wordt geraakt, |
| met allerlei verergeringen als resultaat. |
| De Belladonna-patiënt die tijdens of kort na een acute koortsaanval Calcarea carbonica krijgt |
| voorgeschreven loopt de gerede kans dat de koorts en de overige acute symptomen verergeren of weer |
| terugkomen. Acute ziekten zijn het werkterrein van plantaardige en dierlijke middelen. Na de acute |
| ziekte volgt terugkeer naar de chronische constellatie van voor de acute ziekte. De chronische ziekte |
| ontwikkelt zich nu verder met nieuwe en ernstiger klachten. |
| Hahnemann nam dit fenomeen waar tijdens de eerste jaren van de ontwikkeling van de homeopathie. |
| Het liet zijn onderzoekende geest niet los. Voor Hahnemann lag het antwoord niet in de ontwikkeling |
| van méér geneesmiddelen uit dezelfde natuurrijken; hij ging op zoek naar de onderliggende, ware aard |
| van chronische ziekten. |
| Chronische Ziekten, blz. 6: |
| “Waarom kan nu deze levenskracht, die, gestimuleerd door homeopathische middelen, geschapen is om |
| de integriteit van het organisme te herstellen en onvermoeibaar werkzaam blijft om de genezing te |
| voltooien, zelfs in zware acute ziekten, nu geen echte, blijvende genezing tot stand brengen bij |
| chronische kwalen, zelfs niet met behulp van de homeopathische middelen die de symptomen zo goed |
| mogelijk dekken? |
| Wat weerhoudt haar ervan? De beantwoording van deze zo vanzelfsprekende vraag moest mij wel leiden |
| tot de aard van de chronische ziekten. Het ging er dus om de reden op te sporen, waarom al die bij de |
| homeopathie bekende geneesmiddelen in de genoemde ziekten geen echte genezing teweegbrengen, om |
| een zo mogelijk beter, ja juist inzicht te verkrijgen in de werkelijke gesteldheid van die duizenden |
| chronische ziekten, die niet genezen worden - die ondanks de onomstotelijke waarheid van de |
| homeopathische geneeswet toch ongenezen blijven. Deze hoogst belangrijke opgave hield me in de jaren |
| 1816 en 1817 dag en nacht bezig en zie! |
| De Gever van alle goede dingen maakte dat ik geleidelijk in deze periode, door onophoudelijk na te |
| denken, onvermoeid te onderzoeken, trouw te observeren en zo nauwkeurig mogelijk proeven te nemen, |
| dat grootse probleem kon oplossen, tot heil van de mensheid.” |
| Hahnemann was aldus op zoek naar het oer-euvel. Het moest van chronisch miasmatische aard zijn want |
| het kon niet vanzelf worden overwonnen. Niet door de beste constitutie of conditie noch door de beste |
| leefregel. |
| Chronische Ziekten, blz. 7: |
| “Dat echter het gezochte oer-euvel daarenboven nog van miasmatisch – chronische aard moest zijn, |
| bleek mij duidelijk uit de omstandigheid dat het nooit, zodra het tot enige hoogte was toegenomen en |
| ontwikkeld, door de kracht van een sterke constitutie kon worden opgeheven. Ook wordt het nooit |
| overwonnen door een nog zo gezond dieet en geordende leefwijze; nooit dooft het vanzelf uit, maar met |
| de jaren verergert het, door overschakeling op andere, meer zorgelijke symptomen, tot aan het |
| levenseinde.” |
| De minerale geneesmiddelen |
| De aard van chronisch miasmatische ziekten stelt bepaalde kwaliteitseisen aan homeopathische |
| geneesmiddelen. Ze moeten het vermogen bezitten om de bron van het chronisch lijden genezend te |
| beïnvloeden. De aan dit gedachtenproces ontsproten miasmaleer en de bijbehorende materia medica zijn |
| 67 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-67-2048.jpg"/> |
| Antipsorica bestaan hoofdzakelijk uit minerale middelen, die in Hahnemann‟s tijd onbekend waren en |
| door hem zijn geïntroduceerd. |
| Chronische Ziekten, blz.176: |
| “In het algemeen bleek uit hun pure werkingen dat de meeste aardsoorten, alkaliën en zuren, evenals de |
| daaruit samengestelde neutrale zouten, naast meerdere der metalen onmisbaar waren voor de haast |
| ontelbare psorasymptomen. Ook leidde de overeenkomst in geaardheid tussen het voornaamste |
| antipsoricum, Sulphur, met Phosphorus en andere brandbare substanties uit de planten- en |
| mineralenwereld tot het gebruik van de laatstgenoemde, en enkele animale stoffen sloten zich daarbij |
| aan door analogie en opgedane ervaringen.” |
| Het gebruik van minerale middelen is vooral aangewezen bij de behandeling van chronische ziekten. |
| Slechts enkele plantaardige en dierlijke middelen bezitten een diepe antipsorische werking. De Dynamis |
| creëert en onderhoudt het stoffelijk lichaam en laat het functioneren. Er bestaat grote affiniteit tussen |
| Dynamis, het element water en het mineralenrijk. Immers, de Dynamis schept in het waterelement met |
| behulp van het mineralenrijk het menselijk lichaam. Een chronisch verstoorde Dynamis mondt uit in het |
| ontstaan van symptomen die te herleiden zijn tot een kwalitatieve verstoring in de |
| mineralenhuishouding. Dit komt tot uitdrukking in subjectieve, chronische symptomen, die bijvoorbeeld |
| kenmerkend zijn voor Sulphur of Natrium muriaticum. |
| Uit de intensive relatie tussen Dynamis en mineralenrijk volgt dat minerale middelen bij uitstek zijn |
| geschikt om genezend op de Dynamis in te werken wanneer er sprake is van een psorische belasting. |
| Daarom worden minerale middelen gezien als constitutiemiddelen. Plantaardige, dierlijke en |
| tautopathische middelen evenals de nosoden hebben een andere functie. De psorische belasting is |
| endogeen en eindigt, indien onbehandeld, pas met de dood. |
| Bij mineralen is er geen sprake van groeien, bloeien en afsterven. Het mineralenrijk is verbonden met |
| het menselijk bestaan. Net als de chronische ziekte, wijkt het mineralenrijk niet van de levende mens. De |
| kwaliteiten van het mineralenrijk kunnen derhalve worden aangewend om de Dynamis terug te brengen |
| naar een nieuwe, gezonde balans. |
| Behandeling van chronische ziekten met duurzaam resultaat is zonder minerale middelen niet mogelijk. |
| Voor de patiënt die na het doormaken van een acute of acuut miasmatische ziekte in rustiger vaarwater is |
| beland, is het van essentieel belang om een antipsorische behandeling te beginnen c.q. te continueren. |
| Chronische Ziekten, blz. 161 en 162: |
| “Een verstandige homeopathische arts zal al gauw het tijdstip in de gaten krijgen, waarop zijn |
| geneesmiddelen het herstel van de rondwarende intercurrente ziekte hebben voltooid en de chronische |
| (psorische) kwaal weer zijn eigen gang gaat. |
| Men zal echter na herstel van zo‟n heersende tussenziekte altijd zien dat de symptomen van de |
| oorspronkelijk chronische ziekte iets veranderd zijn en ook wel dat een ander deel van het lichaam meer |
| is aangetast. |
| De homeopathische arts zal dan zijn antipsoricum precies kiezen op grond van het nu overgebleven |
| ziektebeeld en niet zonder meer dat geven wat hij zich vóór de komst van de intercurrente ziekte had |
| voorgenomen.” |
| Met de kracht en dynamiek van een acute of acuut miasmatische ziekte kan het twee kanten op. De acute |
| aandoening kan effectief zijn doorgemaakt en geen al te grote aanslag op de vitaliteit hebben gedaan, |
| waardoor de patiënt een sprong voorwaarts maakt in zijn gezondheid. Tijdens de chronische |
| 68 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-68-2048.jpg"/> |
| Omgekeerd is het bij de acute ziekte die veel energie gekost en de reserves danig aangesproken heeft. |
| Dan schijnt de chronische ziekte zich door de verminderde weerbaarheid juist versneld te kunnen |
| ontwikkelen, met als resultaat een langdurige herstelperiode en toename van de chronische klachten. Bij |
| verzwakte patiënten is het daarom belangrijk om acute ziekten te behandelen met niet-minerale |
| middelen. |
| De duur van de acute ziekte kan ermee tot de helft of een kwart worden teruggebracht. De chronische |
| behandeling kan vervolgens met zo min mogelijk verlies van vitaliteit worden voortgezet met passende |
| minerale antipsorica. |
| Chronische Ziekten, blz. 161: |
| …“Maar ook hier is, als de aandoening niet al te erg was, de genoemde toepassing der benodigde |
| geneesmiddelen door ruiken aan een daarmee bevochtigd korreltje vaak als hulp afdoende, hetgeen de |
| behandeling van de acute ziekte bijzonder bekort.” |
| Bij een overigens gezonde patiënt kunnen we bij een incident of een tussenziekte volstaan met |
| behandeling met het geïndiceerde plantaardige of dierlijke middel. Bij acuut miasmatische ziekten is het |
| daarentegen van wezenlijk belang dat de onderliggende chronisch psorische belasting, direct na het |
| uitdoven van de acute ziekte, verder behandeld wordt met passende minerale antipsorische |
| constitutiemiddelen. |
| De acute toestand is complementair of aanvullend aan de chronisch psorische gesteldheid. Geprovoceerd |
| door een incident komt de patiënt vanuit de relatieve psorische rustsituatie in een acuut miasmatische |
| fase terecht. Deze wordt behandeld met niet-psorische, plantaardige of dierlijke middelen. Niet- |
| psorische (plantaardige, dierlijke, etc.) middelen zijn complementair aan antipsorische minerale |
| constitutiemiddelen. |
| De werking van beiden is echter van een totaal andere orde. Ze zijn zo wezenlijk verschillend dat ze |
| elkaar klaarblijkelijk niet storen wanneer ze kort na elkaar worden toegediend. |
| Het minerale, constitutioneel geïndiceerde middel werkt zelfs vaak beter wanneer het - indien |
| geïndiceerd - wordt voorafgegaan door het complementaire middel afkomstig uit planten- of dierenrijk. |
| Na een plantaardig middel als Pulsatilla, voorgeschreven voor een acute middenoorontsteking, kan het |
| daarna op de constitutionele symptomen gegeven middel, bijvoorbeeld Silicea, veel beter zijn werk |
| doen. Het is alsof de Dynamis gemakkelijker, vrijer en ongeremder kan reageren! De ervaren homeopaat |
| weet dat geneesmiddelen uit verschillende rijken elkaar niet in hun werking storen. Sulphur zal zijn |
| constitutionele werking staken wanneer na een val bijvoorbeeld geen Arnica wordt voorgeschreven. |
| Omgekeerd zal Sulphur dikwijls nog doorwerken wanneer er wel op het incident werd voorgeschreven, |
| wat blijkt uit het feit dat er geen terugval optreedt in de chronische ziekte. |
| Chronische Ziekten, blz. 158: |
| “Ja, als het incident op deze manier snel uit de weg wordt geruimd, werkt het tevoren ingenomen |
| antipsorische geneesmiddel soms nog enige tijd door.” |
| Geneesmiddelen in afwisseling |
| Zo kan het dus zijn dat er „kort‟ na elkaar diverse geneesmiddelen worden voorgeschreven op grond van |
| verschillende indicaties, tegen de achtergrond van de ziekteclassificatie. Het idee dat Hahnemann altijd |
| maar één middel tegelijk voorschreef, dienen we wat nader onder de loupe te nemen. Hahnemann |
| streefde naar het voorschrijven van één diepwerkend antipsoricum, doch alleen indien de patiënt op dat |
| middel ongehinderd en voorspoedig reageerde. Hahnemann schreef zowel slechts één geneesmiddel per |
| 69 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-69-2048.jpg"/> |
| Organon, §171: |
| “Bij de niet-venerische, dus meest voorkomende, door een psora ontstane chronische ziekte heeft men |
| voor herstel vaak meerdere antipsorische geneesmiddelen na elkaar nodig. Maar dan moet ieder |
| volgend middel gekozen worden naar bevind van de symptomengroep, die na uitwerking van het vorige |
| middel nog is overgebleven, op homeopathische gelijkenis.” |
| Slechts door het voorschrijven van minerale middelen - antipsorische constitutiemiddelen - wordt het |
| menselijk gestel, de constitutie, van chronische ziekte bevrijd en in balans gebracht. |
| Chronische Ziekten, blz. 161 en 162: |
| “Sinds ik leerde de langdurige ziekten en kwalen te genezen door homeopathische vernietiging van hun |
| psorische oorsprong, ontdekte ik dat de epidemisch heersende wisselkoortsen bijna ieder jaar qua |
| karakter en symptomen verschillend waren en derhalve ook bijna ieder jaar door een ander, |
| verschillend geneesmiddel specifiek te genezen. Het ene jaar met Arsenicum, een ander jaar met |
| Belladonna of met Antimonium crudum, met Spigelia, Aconitum, Ipecacuanha afgewisseld met Nux |
| vomica, Salmiak, Natrium muriaticum, Opium, Cina alleen of in afwisseling met Capsicum, met alleen |
| Capsicum, met Menyanthes trifoliata, Calcarea carbonica, Pulsatilla, een der beide Carbo-vormen, |
| Arnica alleen of in afwisseling met Ipeca-cuanha enz.” |
| Hahnemann wisselde geneesmiddelen af in acute situaties, bijvoorbeeld bij de bovengenoemde |
| tussenziekten. Hij vermeldt ook diepwerkende minerale constitutiemiddelen. Deze zijn geïndiceerd |
| wanneer de tussenziekte zoveel invloed heeft dat de chronische aandoening gaat meeresoneren, |
| waardoor de acute tussenziekte een acuut miasmatisch karakter krijgt. |
| Een tussenziekte, of epidemische ziekte, vormt een indicatie voor een geneesmiddel uit de „overige |
| homeotherapeutica‟ en niet voor een diepwerkend mineraal constitutiemiddel. Hahnemann wisselde |
| minerale en plantaardige middelen af op indicatie. Afwisseling van middelen op basis van een incident |
| en een acuut miasmatische aandoening was hem evenmin vreemd. Een mooi voorbeeld vinden we in |
| Richard Haehl‟s biografie van Hahnemann. |
| R. Haehl: “Samuel Hahnemann, his life and work”, deel 2, blz. 184: |
| (Hahnemann schrijft in een brief aan Stapf over de dood van zijn vrouw.) |
| “Verscheidene dagen voor haar overlijden werd ik ziek door een brief van Rummel, zo heftig en zo |
| ernstig dat ik met niemand kon spreken. Ik kon lezen noch schrijven. Moeizaam kwam ik een aantal |
| keren per dag van mijn bed om naar de stervende moeder te gaan (want ze had me zo gemist), zonder |
| haar te laten zien dat ik ziek was. Staphisagria en Arsenicum verscheidene keren per dag in |
| AFWISSELING ingenomen hebben mij gered, zodat ik herstellende was toen ze overleed.” |
| Het incident (de brief van Rummel die hem ergerde) en zijn stervende vrouw hadden hem zodanig uit |
| het lood geslagen dat er sprake was van een acuut miasmatische situatie. De hiervoor aangewezen |
| middelen, Staphisagria en Arsenicum, nam Hahnemann meerdere keren per dag in afwisseling in. Van |
| Arsenicum mogen we aannemen dat dit mogelijk een constitutiemiddel was voor Hahnemann gezien |
| zijn nauwgezetheid, punctualiteit en werklust. De jaarlijks terugkerende longklachten, waaraan hij |
| uiteindelijk in 1843 overleed, en zijn kleine tengere lichaamsbouw bevestigen dit vermoeden. |
| Hahnemann was zo perfectionistisch en betrouwbaar dat het Apotheker Lexicon, bestaande uit vier delen |
| en 1200 pagina‟s, dat hij tussen1793 en 1797 schreef, in Duitsland tot na 1900 het standaardwerk bleef. |
| De ironie wil dat Duitse apothekers gedurende honderd jaar hun allopathische medicamenten dienden te |
| 70 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-70-2048.jpg"/> |
| Afgaand op Hahnemann behoort afwisseling van geneesmiddelen op grond van een incident en de acuut |
| miasmatische symptomen derhalve tot de mogelijkheden. Deze middelen belemmeren elkaar niet. |
| Integendeel, ze ondersteunen en versterken elkaar. |
| Elk afzonderlijk geneesmiddel heeft binnen de groep waartoe het behoort een eigen werkingsgebied met |
| eigen dynamiek, mogelijkheden en beperkingen. De tijdsfactor, die qua frequentie en mogelijke |
| afwisseling van middelen moet worden gehanteerd, is relatief en afhankelijk van de te behandelen soort |
| ziekte. Bij acute ziekten worden geneesmiddelen doorgaans sneller herhaald dan bij chronische ziekten. |
| Dit noopt de homeopaat zich bij iedere patiënt af te vragen met welke ziektesoort hij te maken heeft, om |
| vervolgens zo gelijksoortig mogelijk voor te schrijven in relatie tot ziektedynamiek en ziekteverloop en |
| dosering, potentie en frequentie erop af te stemmen. |
| De nosoden |
| We merken in de praktijk hoe wezenlijk het is dat patiënten de mogelijkheid krijgen om ziekteprocessen |
| waarmee zij worden geconfronteerd goed door te maken. Niet goed doorgemaakte ziekten laten vaak tot |
| ver in de toekomst hun sporen na. Zulke sporen van vroegere ziekten komen we tijdens de behandeling |
| frequent tegen als reactie-blokkerende elementen. |
| Het gevolg is dat het passende middel niet lijkt te werken. Het probleem kan patiënt en homeopaat tot |
| wanhoop drijven als het zich herhaaldelijk voordoet. We spreken van een blokkade. Het genezingsproces |
| blokkeert en we moeten de oorzaak zien te vinden. Wat is er bij een blokkade aan de hand? |
| Wanneer er veel beweging en dynamiek is werkt een homeopathisch geneesmiddel, mits geïndiceerd, |
| meestal snel en zonder mankeren. Bij sterk verminderde dynamiek en beweging is de kans op het |
| uitblijven van reacties navenant groter. De Dynamis bevindt zich ogenschijnlijk in een toestand van |
| apathie en indifferentie, wat curatief reageren in de weg staat. Een blokkade treedt het makkelijkst op bij |
| het voorschrijven van een mineraal middel op het psorisch miasma. Na een slecht doorgemaakte acute |
| ziekte knapt de patiënt niet op. Door de verzwakking (vatbaarheid) is hij ziek geworden; hij is, |
| zogezegd, psorisch gepredisponeerd. |
| Door zijn constitutioneel psorische gesteldheid kan hij onvoldoende vitaliteit (weerstand) genereren om |
| de ziekte effectief door te maken en de bonus van toegenomen immuniteit te innen. In plaats daarvan |
| krijgen zijn klachten een slepend karakter. Hij komt er niet overheen. Chronische vermoeidheid of een |
| sterk verlaagde infectiedrempel zijn voorbeelden en voor de patiënt veelal reden voor homeopathische |
| behandeling om zo de verloren gezondheid terug te winnen. |
| In het repertorium vinden we dit probleem terug onder de rubriek „never been well since‟. Doorgemaakte |
| kinderziekten, tussenziekten of incidenten hebben zo‟n sterke uitwerking gehad dat herstel ervan zeer |
| moeizaam verliep of zelfs geheel uitbleef, zodat de chronische klachten geregeld de kop opsteken. |
| Een dergelijke gesteldheid kan worden doorgegeven aan het nageslacht en dan op vergelijkbare wijze |
| doorwerken in een predispositie voor ziekte. Tuberculose bij ouders of voorouders verhoogt voor het |
| nageslacht de kans op reuma, cara en allergieën. Het kan tevens de reactie op homeopathische |
| geneesmiddelen blokkeren, waardoor deze ontoereikend werken of reactie helemaal uitblijft. De |
| psorische, syfilitische of sycotische belasting als dynamisch resultaat van onopgeloste ziekteprocessen |
| wordt op vergelijkbare wijze doorgegeven. |
| Ziektevormen die zich in het voorgeslacht hebben voorgedaan en waartegen geen immuniteit is |
| verworven, kunnen in het nageslacht voor blokkades zorgen en zo ziekte veroorzaken of in stand |
| houden. In het repertorium vinden we de bijbehorende geneesmiddelen in het hoofdstuk „Generals‟ |
| onder de rubriek „Family history of‟…. |
| 71 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-71-2048.jpg"/> |
| Dynamis de ziekte niet de baas heeft kunnen worden. Het onopgeloste probleem vinden we terug als een |
| symptoombeeld dat gelijkenis vertoont met de voormalige problematiek. Bij tuberculose in het |
| voorgeslacht zien we de restsymptomen terug bij de kinderen die deze tendens hebben meegekregen. |
| Bijvoorbeeld: longklachten, vermagering en nachtzweten zijn niet ongewoon bij kinderen uit |
| tuberculeuze ouders. |
| Het niet goed doormaken van ziekten tijdens het leven en het optreden van bepaalde aandoeningen in het |
| voorgeslacht zijn, naast het onvoldoende reageren op passende middelen, aanwijzingen voor het gebruik |
| van nosoden. |
| De nosode biedt de Dynamis op een later tijdstip nogmaals de mogelijkheid tot de onderliggende |
| dynamische verstoring op te lossen. Daarna kan het aangewezen minerale antipsoricum een genezende |
| reactie oproepen en de mens van zijn psorische belasting, de grondoorzaak van chronische ziekte, |
| bevrijden. |
| Het gebruik van nosoden was in de tijd van Hahnemann niet aan de orde. Ze waren er domweg nog niet |
| en daarom vinden we er bij Hahnemann niet veel over terug. Hij neemt echter wel stelling tegen de |
| veronderstelling dat de toepassing van nosoden isopathie zou betreffen: |
| Chronische Ziekten, blz. 185: |
| “De dynamiseringsprocedure (potentiëring) brengt veranderingen aan in de stof en modificeert die, |
| evenals bladgoud na zijn potentiëring niet meer een in het menselijk lichaam inactief, onbewerkt |
| (blad)goud is, maar bij iedere trap van potentiëring meer en meer wordt gemodificeerd en veranderd. |
| Op die wijze gepotentieerd en gemodificeerd is ook de toe te dienen schurftsubstantie (Psorine) niet |
| meer “idem” met de onbewerkte, originele schurftsubstantie, maar slechts een similimum. Want tussen |
| idem en similimum bestaat voor wie kan nadenken geen tussenfase. Met andere woorden, tussen idem |
| en simile kan alleen similimum liggen. Isopathisch en aequale zijn misleidende termen. Als ze iets |
| betrouwbaars moeten betekenen, kunnen ze slechts similimum betekenen, omdat ze niet “idem” (tauton, |
| hetzelfde) zijn.” |
| Omdat nosoden gemaakt zijn van ziekteproducten nemen ze een andere plaats in voor de constitutie dan |
| de minerale antipsorica. |
| Ze hebben een ondersteunende functie voor de antipsorische behandeling. Ze kunnen de Dynamis niet |
| van het psorisch miasma bevrijden. Nosoden zijn gemaakt van het gevolg, het resultaat van ziekte en |
| spiegelen niet de psorische oorzaak. Ze spiegelen het moment waarop de Dynamis het bij bepaalde |
| ziekten heeft moeten laten afweten. |
| Wanneer er aanwijzingen zijn voor het inzetten van een nosode rijst de vraag of de nosode als solitair |
| middel gegeven moet worden of dat er op een andere manier mee omgegaan dient te worden. Wordt het |
| symptoombeeld in hoge mate bepaald wordt door verschijnselen die naar een nosode verwijzen, dan kan |
| deze als ware het een constitutiemiddel solitair worden voorgeschreven. |
| Erna zullen altijd één of meerdere minerale middelen moeten worden ingezet om de antipsorische |
| behandeling te vervolgen. Bij patiënten die aanvankelijk goed reageerden op een bepaald mineraal |
| middel en later niet meer dient de nosode om de weg vrij te maken voor het constitutiemiddel. Ofschoon |
| het symptoombeeld duidelijk op een of ander geneesmiddel kan wijzen, zijn er soms eveneens |
| symptomen die een nosode indiceren. In zo‟n geval dient de nosode gegeven te worden zodra de |
| vooruitgang in de genezing stagneert, eventueel in afwisseling met het aangewezen constitutiemiddel! |
| 72 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-72-2048.jpg"/> |
| we tautopathische middelen. Tautopathische middelen staan niet in relatie tot de menselijke constitutie |
| of tot de natuurlijke ziekte en zijn daarom feitelijk in letterlijke zin geen homeopathische |
| geneesmiddelen. Ze kunnen chronische ziekten niet duurzaam genezen. Wat is dan hun functie binnen |
| het homeopathisch geneesmiddelbestand? Allopathische medicijnen worden tegenwoordig in |
| overweldigende hoeveelheden toegepast. |
| De druk die zulke medicijnen op de constitutie uitoefenen is enorm. In de westerse wereld is één op de |
| drie patiënten ziek door allopathische behandeling(en). We noemen dit iatrogene ziekten. In |
| Hahnemann‟s tijd was het overmatig gebruik van allopathische medicamenten evenmin een |
| zeldzaamheid en ook toen had het verstrekkende gevolgen. |
| 73 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-73-2048.jpg"/> |
| verhouding meer tijd nodig. Allopathische wankunde was niet alleen onmachtig de natuurlijke ziekte te |
| genezen, maar produceerde vaak ook nog chronische geneesmiddelziekten erbij, en vooral die hebben |
| een veel langere tijd voor herstel nodig. Vaak zij ze zelfs ongeneeslijk geworden door de brute |
| roofaanslag op de krachten en lichaamsvochten van de patiënt (aderlatingen, laxaties enz.). Dit is |
| bijvoorbeeld het geval bij de vaak langdurig voortgezette toepassing van hoge doses sterk werkende |
| middelen, die voorgeschreven werden op grond van loze, foutieve veronderstellingen van hun beweerde |
| nut bij gevallen, die schenen te lijken op de actuele ziekte. |
| Denk aan het voorschrijven van inadequate mineraalbaden enz., kortom “de gebruikelijke heldendaden |
| van de allopathie in hun zogenaamde kuren.” |
| Allopathische medicatie heeft een drieledig effect. Ten eerste is de chemisch synthetische |
| verontreiniging van het stoflichaam biologisch moeilijk afbreekbaar. Het gevolg is overbelasting van de |
| organen die zorg dragen voor de ontgifting en reiniging van het organisme. Over de schadelijke effecten |
| op lange termijn is dikwijls weinig bekend. Zo af en toe wordt de wereld opgeschrikt door |
| verontrustende berichten en beginnen slachtoffers een rechtszaak om hun recht en genoegdoening te |
| halen. Een tweede effect, en zo mogelijker nog schadelijker, is dat de door de Dynamis gecreëerde |
| symptomen niet worden opgelost doch slechts afgeleid en onderdrukt. Hierdoor kan de levenskracht zich |
| niet meer uiten en door ziektesymptomen de spanning in het organisme verlichten. Zo vindt er verdere |
| blokkering en stagnatie van de dynamische energie plaats. Ten derde heeft allopathische medicatie altijd |
| een toename van pathologie ten gevolge. De patiënt wordt op termijn ernstiger ziek. |
| Overgevoeligheidsreacties zijn geen uitzondering. In de reguliere pharmacopee heten de risico‟s |
| eufemistisch bijwerkingen. De teweeggebrachte effecten kunnen een indicatie zijn om het betreffende |
| allopathische medicijn dat vervelende bijwerkingen gaf of langdurig werd ingenomen eens in |
| gepotentieerde vorm voor te schrijven. Dit kan een overweging zijn wanneer de patiënt niet adequaat op |
| de voorgeschreven homeopathische middelen reageert. De Dynamis wordt zo ondersteund in het |
| afrekenen met de belasting die voortkomt uit allopathisch medicijngebruik. Een tautopathisch middel |
| schept daarmee binnen de Dynamis de mogelijkheid voor de werking van andere homeopathische |
| geneesmiddelen. |
| Overige homeotherapeutica – psora in juiste baan |
| Dierlijke, plantaardige en tautopathische middelen en de nosoden werken niet genezend op de |
| grondoorzaak van ziekte die Hahnemann definieerde als psora. Met zulke middelen hoeven wij ten |
| aanzien van de genezing van de psorische belasting - de meest fundamentele verstoring van de natuurwet |
| „actie = reactie‟ - weinig hoop te koesteren. De geneesmiddelen om de Dynamis te helpen zich te |
| bevrijden van de psorische belasting komen voornamelijk uit het rijk van de antipsorische minerale |
| middelen. |
| De overige homeotherapeutica dienen, om met Hahnemann te spreken, “om de psora in de juiste baan te |
| brengen zodat het antipsorische minerale middel zijn genezende werk kan verrichten”. Ongeacht of het |
| een plantaardig, dierlijk of tautopathisch middel of een nosode is waarop de patiënt goed reageert, de |
| homeopaat weet dat die reactie niet werkelijk blijvende genezing kan inhouden indien de behandeling |
| niet wordt afgesloten met een diepwerkend mineraal antipsorisch constitutiemiddel. Dit |
| constitutiemiddel moet worden ingenomen totdat er een eindverergering optreedt. Wordt de afsluiting |
| met een mineraal antipsoricum nagelaten dan zullen na verloop van tijd de oude symptomen terugkomen |
| of er ontstaan nieuwe symptomen. |
| 74 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-74-2048.jpg"/> |
| Psorische indifferentie |
| De psorische diathese beïnvloedt de reacties op exogene prikkels. De homeostase (innerlijke balans) |
| wordt hierdoor steeds verder verstoord. Spontaan en direct reageren wordt vrijwel onmogelijk. Zulke |
| verstoorde, vertraagde en onvolledige reacties kunnen voor de goede observator op alle niveaus van |
| menselijk leven waarneembaar zijn. |
| Psorische belasting kan zowel leiden tot verminderde als tot overmatige reacties. In het eerste geval zien |
| we na een aanvankelijke verbetering, met een duidelijk en goed reactiepatroon, dat de reacties op het |
| volgende voorschrift zonder aanwijsbare reden afnemen. Soms gebeurt dit in een vroeg stadium van de |
| behandeling. De patiënt komt op consult en zegt: ”Het eerste middel dat u mij gaf heeft goed gewerkt. |
| De middelen die u mij daarna gaf hebben niets gedaan.” Het lijkt alsof de Dynamis niet meer is te |
| prikkelen tot genezende activiteit. Alsof de eerste goede reactie meteen alle reserves voor verder |
| reageren heeft opgebruikt! Ieder volgend geneesmiddel geeft wel eerst een beginverergering doch die |
| wordt niet gevolgd door een constructieve verbetering. |
| Elk geneesmiddel schijnt te werken en toch constateren we dat er in het klachtenpatroon niets wezenlijks |
| is veranderd. De gegeven middelen werden op de juiste indicaties voorgeschreven en aan de keuze van |
| potentie en dosering lag het evenmin. Het probleem ligt in eerste instantie niet bij de homeopaat, maar |
| bij het onvermogen van de Dynamis om te reageren op prikkels. De Dynamis verkeert in de |
| verlammende greep van de psorisch miasmatisch pathologische belasting, die normale, genezende |
| reacties verhindert. Deze greep kan zo sterk zijn dat er op nagenoeg ieder voorschrift een inadequate |
| reactie volgt. Het niet-reageren is het werkelijke probleem. Hierop moet de geneesmiddelkeuze worden |
| gericht. |
| Het middel waarmee zo‟n probleem wordt opgelost draagt het predikaat tussenmiddel. De bijbehorende |
| rubriek in het repertorium vinden we in het hoofdstuk Generals: „When well selected remedies fail to |
| act‟. Hier vinden we middelen die elk vanuit een verschillende achtergrond geïndiceerd zijn wanneer de |
| ogenschijnlijk „aangewezen‟ geneesmiddelen niet werken. Twee belangrijke middelen in deze rubriek |
| zijn Sulphur en Carbo vegetabilis. |
| Sulphur was voor Hahnemann het belangrijkste antipsoricum. Het middel wordt in de homeopathische |
| praktijk veelvuldig gebruikt, en wel in zo‟n mate dat Kent schrijft: “Men kan de deskundigheid van een |
| homeopaat niet aflezen aan de frequentie waarmee hij Sulphur voorschrijft.” |
| Sulphur neemt een bijzondere positie in de materia medica in. Het is zo frequent geïndiceerd omdat het |
| regelmatig voorkomt dat de Dynamis verminderd reageert! Hahnemann begon de behandeling |
| regelmatig met Sulphur of Hepar sulphuris. Hij deed dat om de casus te „openen‟ en de Dynamis tot |
| reactie te prikkelen. Zijn volgende voorschriften waren meer geïndividualiseerd en op de constitutie |
| afgestemd. |
| Klaarblijkelijk is het zinvol de Dynamis te bevrijden van een stukje psora teneinde ruimte te scheppen |
| voor vrije, curatieve reacties op de volgende middelen. De zwavel in ons organisme ligt ten grondslag |
| aan alle verbrandingsprocessen in het stoflichaam. |
| Zwavel maakt het de Dynamis mogelijk het stoflichaam te verwarmen en te doorleven. Daarom helpt |
| gepotentieerde zwavel, Sulphur, de Dynamis bij het verwarmen en vitaliseren van het stoflichaam. Mede |
| daardoor worden adequate reacties op andere, volgende homeopathische middelen gestimuleerd. |
| Dit was voor Hahnemann de reden om in veel gevallen de behandeling te beginnen met Sulphur. Door |
| de toegenomen vitaliteit die Sulphur uitlokt kan de Dynamis duidelijker symptomen produceren. |
| Daardoor worden een betere geneesmiddelkeuze en adequate, genezende reacties op het meer |
| constitutioneel geïndiceerde geneesmiddel mogelijk. Laten we na de reactiekracht van de Dynamis te |
| 75 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-75-2048.jpg"/> |
| patiënt. Er is geen specifiek Sulphur-beeld. Het min of meer gebrekkige specifieke beeld en de |
| ontoereikende reacties op eerdere voorschriften rechtvaardigen de conclusie dat de psorische |
| ontwikkeling zich zo manifesteert dat het genezingsproces stagneert. |
| Chronische Ziekten, blz. 156: |
| “Maar toch ontstaat er bij zeer langdurige en gecompliceerde, meestal tevoren allopathisch verknoeide |
| ziekten bijna altijd de noodzaak, van tijd tot tijd gedurende de kuur weer eens een dosis Sulphur of |
| Hepar sulphuris te geven (al naargelang de symptomen). Dat moet ook als de patiënten eerder al |
| verknoeid waren door grote allopathische zwaveldoses en door zwavelhoudende baden. In die gevallen |
| geven we eerst een dosis Mercurius C30. |
| ” |
| 76 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-76-2048.jpg"/> |
| reactie aan te zetten, zodat daaropvolgende constitutiemiddelen het te verwachten rendement zullen |
| opleveren. Sulphur en Hepar sulphuris komen in aanmerking bij gebrekkig en te weinig reageren; |
| Mercurius wanneer de Dynamis door grote doses zwavel in een toestand van overgevoeligheid is |
| geraakt, waarbij het acute karakter van de symptomen bepaalde syfilitische kenmerken vertoont. |
| Mercurius vormt hier het „acute deel‟ van Sulphur. Het neutraliseert de naar destructie neigende |
| psorische ACUUT MIASMATISCHE conditie. In zulke gevallen komt zelfs een syfilitisch middel als |
| Mercurius van pas bij de antipsorische behandeling! In plaats van op de constitutie worden de genoemde |
| middelen voorgeschreven op de dynamische of liever adynamische toestand: de psorische indifferentie |
| en de onmogelijkheid om daardoor tot curatieve reacties te komen. In dezelfde context worden door |
| Hahnemann ook Nux vomica en Pulsatilla genoemd. Beiden dienen evenwel voorgeschreven te worden |
| op de voor hen specifieke indicaties. |
| Chronische Ziekten, blz. 176: |
| “Maar toch zijn, zoals vanzelf spreekt, ook de overige, in de genees-middelproeven onderzochte |
| homeopathische middelen, Mercurius niet uitgezonderd, voor bepaalde toestanden bij de psorische |
| ziekten niet te ontberen.” |
| Geneesmiddelen als Sulphur en Carbo vegetabilis hebben in de homeopathische behandeling nog een |
| andere functie dan alleen die van constitutiemiddel. Wat betreft Carbo vegetabilis kunnen we zelfs |
| stellen dat een Carbo vegetabilis-constitutie niet bestaat. De houtskool-patiënt is de dood nabij, zoals dat |
| ook bij de Arsenicum album-patiënt het geval kan zijn. Een mens bezit niet in essentie een Carbo |
| vegetabilis-constitutie. Bij een patiënt die veel Carbo vegetabilis-symptomen vertoont komt na het |
| voorschrijven van dit middel, op basis van de toegenomen vitaliteit en reactiekracht, een beeld |
| tevoorschijn dat vraagt om een ander mineraal middel. De functie van de Carbo vegetabilis is de |
| levenskracht op een milde manier te stimuleren. De reguliere geneeskunde past houtskool toe vanwege |
| zijn ontgiftende en reinigende eigenschappen: bij een voedselvergiftiging bindt en neutraliseert |
| houtskool de toxische darminhoud. Homeopathisch gezien is Carbo vegetabilis geschikt voor patiënten |
| met een lange geschiedenis van spijsverteringsklachten, overprikkeling, disfunctioneren en diarree. Het |
| middel kan een grote diversiteit aan stoelgangklachten produceren. |
| Een belangrijke indicatie voor Carbo vegetabilis vinden we voorts bij de zuigeling met darmkrampjes en |
| overgevoeligheid voor alle voeding. Carbo vegetabilis neemt de overprikkeling weg en stimuleert een |
| goede geneesmiddelreactie. Het middel is geïndiceerd waar geneesmiddelen als Chamomilla en |
| Magnesium carbonicum niet of onvoldoende werken. Een zuigeling die geen moedermelk verdraagt zou |
| in de vrije natuur onvermijdelijk sterven. Wanneer de niet adequaat en sterk genoeg reagerende |
| levenskracht wordt geconfronteerd met de „doodskrachten‟ van Carbo vegetabilis wekt dit in de |
| Dynamis een vitaler reactiepatroon tot leven. Aldus bezit Carbo vegetabilis een milde antipsorische |
| werking, wat betekent dat tijdens de reactiefase van de Dynamis niet gelijk een voor de patiënt |
| belastende toename van ziektesymptomen volgt. Voor Carbo animalis gelden vergelijkbare indicaties. |
| Wanneer tijdens de behandeling van ernstige pathologie, bijvoorbeeld kanker, een stagnatie in de |
| geneesmiddelreacties optreedt, kunnen we met Carbo animalis de vitale reacties nieuw leven inblazen. In |
| het geneesmiddelbeeld van Carbo animalis vinden we de carcinogene tendens duidelijk terug. Zwakte, |
| net als bij Carbo vegetabilis, brandende pijnen en een sterk maligne tendens typeren Carbo animalis. |
| Ontsteking, zwelling en kankerachtige degeneratie van klierweefsel, zoals maagkanker, |
| baarmoederkanker, lymfeklierkanker, borst- of testikelkanker. |
| 77 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-77-2048.jpg"/> |
| Bij Carbo animalis treedt de dierlijke, emotionele en hormonale component sterker op de voorgrond, wat |
| blijkt uit de affiniteit van Carbo animalis met het endocriene stelsel, ontstekingen en maligniteit. |
| In zulke gevallen is gebruik van Carbo animalis noodzakelijk, in afwisseling met het constitutiemiddel |
| waarop, hoewel het was geïndiceerd, onvoldoende werd gereageerd. Een Carbo vegetabilis-constitutie |
| bestaat niet, net zo min als een Carbo animalis-constitutie. Beide diep en mild werkende antipsorische |
| middelen zijn als ondersteunend- en tussenmiddel onmisbaar in de homeopathische praktijk. Ze |
| verdienen te worden meegenomen in de differentiaaldiagnose wanneer Sulphur of Hepar sulfuris lijken |
| geïndiceerd. |
| Een andere aanwijzing voor middelen die de Dynamis tot constructieve reacties aanzetten is het herstel |
| van acute collectieve ziekten. Wanneer herstel bij ernstig verzwakte patiënten te veel tijd vraagt of |
| geheel uitblijft is de levenskracht door de acute ziekte zo uitgeput dat het lijkt alsof ze niet meer te |
| prikkelen is. Het herstel verloopt traag en slepend. De allopathie spreekt van de ziekte van Pfeiffer, |
| „burned out‟, myalgische encephalitis (ME) e.d. Door acute infectieziekten raken mensen soms voor |
| langere tijd uit de roulatie. |
| Voor oude mensen en chronisch zieken zijn acute infectieziekten soms zo‟n aanslag op hun vitaliteit dat |
| ze die niet meer te boven komen en overlijden. In zulke gevallen is het herstelvermogen van de Dynamis |
| door voorafgaande chronische psorische belasting dusdanig verzwakt dat acute stoornissen niet meer |
| verwerkt kunnen worden. |
| Dan zegt men dat de patiënt is overleden aan influenza, wat natuurlijk niet het geval is. De patiënt |
| overlijdt aan verregaande ontwikkeling van de chronische psorisch miasmatische belasting, |
| gecompliceerd tot een acuut miasmatische ziekte die de patiënt de crisis brengt waaraan hij komt te |
| overlijden. |
| Chronische Ziekten, blz. 162, 163 en 164: |
| “Wordt de dokter geroepen om zo‟n heersende ziekte te behandelen bij een patiënt die hij niet tevoren |
| als chronische patiënt in zijn praktijk had, dan zal het niet zelden voorkomen, vooral als de koorts nogal |
| fors was, dat hij ontdekt, als hij die overwonnen heeft met het middel dat ook bij de andere patiënten die |
| aan deze aandoening leden homeopathisch specifiek was, dat een volledig herstel ook bij goede voeding |
| en leefregels vaak niet lukken wil. Er komen bijzonderheden van andere aard opzetten (die we |
| gewoonlijk nasleep, naziekten noemen), die langzamerhand dreigen erger en chronisch te worden. In |
| zo‟n geval heeft de arts bijna steeds met een psora te maken, die zich tot een chronische ziekte aan het |
| ontwikkelen is. |
| De epidemische en sporadische koortsen hebben derhalve, net als de acuut miasmatische ziekten, als ze |
| niet spoedig heel duidelijk koers bepalen en zonder uitstel tot genezing overgaan, vaak antipsorische |
| ondersteuning nodig - zelfs als men voor die epidemische of acuut miasmatische aandoening een |
| specifiek homeopathisch middel zou hebben gevonden en op de juiste wijze toegepast. Gewoonlijk |
| behandelde ik dan na met Sulphur, tenzij de patiënt kort tevoren al een Sulphurhoudend geneesmiddel |
| had gebruikt. In dat geval moet men uit de reeks der overige antipsorica het nu passende gebruiken.” |
| Hahnemann‟s opmerking “gewoonlijk behandelde ik dan na met Sulphur” is enigszins raadselachtig en |
| lijkt, oppervlakkig gezien, in strijd met het gelijksoortigheidsbeginsel. Wanneer wij de opmerking echter |
| plaatsen tegen de achtergrond van Hahnemann‟s visie op de verschillende ziektevormen, zien we dat |
| Hahnemann zijn voorschriften baseerde op onderliggende miasmatische tendensen. Het vergt een andere |
| analysemethode dan de gebruikelijke. Sinds Hahnemann maakt de homeopathie een ontwikkeling door |
| waarbij steeds intensiever en op grond van gedetailleerder symptomen wordt gepoogd op de „essentie‟ |
| voor te schrijven. Hahnemann‟s ziekteclassificatie werpt de vraag op of zoiets als de „essentie‟ wel |
| 78 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-78-2048.jpg"/> |
| In elke afzonderlijke situatie kan de patiënt reageren vanuit zijn „essentie‟ en toch steeds een ander |
| geneesmiddel nodig hebben om de balans te herstellen. De mens heeft meer uitdrukkingsmogelijkheden |
| tot zijn beschikking dan wat wij in één geneesmiddelbeeld kunnen terugvinden. Bijgevolg hebben we |
| voor de chronische behandeling vrijwel altijd meerdere en verschillende middelen nodig, in |
| uiteenlopende potenties. |
| Chronische Ziekten, blz. 127: |
| “Hier stuit ik op de merkwaardige omstandigheid dat absoluut iedere psoravorm – met uitzondering |
| van, zoals gezegd, de zo gemakkelijk inwendig te genezen, vers ontstane, door een nog niet verdreven |
| huiduitslag vergezelde psora – dat wil dus zeggen zowel de psora die nog binnenin sluimert, alsook die |
| zich tot één van de talloze uit haar voortgekomen chronische ziekten heeft ontplooid, zeer zelden door |
| een enkel antipsorisch middel kan worden genezen. Praktisch allemaal hebben ze, om tot volledige |
| genezing te geraken, de toepassing nodig van meerdere van zulke geneesmiddelen en in de ergste |
| gevallen ook wel van vele na elkaar.” |
| Miasma als ziektetendens |
| In de homeopathie kennen we een grote diversiteit aan symptomen: van particulars tot mentals, van |
| generaliteiten tot desires en aversions, enz. In alle symptomen drukt zich iets uit. Achter de symptomen |
| schuilt een miasmatisch pathologisch dynamisch actiepotentiaal. Dit veroorzaakt de symptomen en is de |
| drijvende kracht erachter. Naar mate de immateriële dynamische verstoring actiever dan wel krachtiger |
| nemen de symptomen qua geaardheid, heftigheid en intensiteit navenant toe. |
| Deze achtergrondspanning verleent de symptomen hun kracht en dynamiek, hun progressieve dan wel |
| adynamische karakter. |
| De dynamische verstoring tendeert er naar zich op een bepaalde wijze in het menselijk organisme uit te |
| drukken. Zo kan de mens zich in iedere, zich aan hem voordoende levenssituatie op individueel |
| karakteristieke wijze uitdrukken, op een gezonde of ongezonde manier. De miasmatische belasting |
| verstoort het gezonde actie-reactiepatroon en maakt dat de mens niet in overeenstemming met de |
| aanleiding reageert. |
| We kunnen de miasmatische belasting zodoende omschrijven en definiëren als de mate waarin de mens |
| naar ziek worden neigt. Het miasma op zich vertegenwoordigt de latente of manifeste ziektetendens. In |
| essentie behandelt de klassiek homeopaat met zijn dynamische, gepotentieerde geneesmiddelen de |
| achter de symptomen schuilgaande miasmatische ziektetendens. Dit heeft het grote voordeel dat in een |
| vroeg en dus nog niet ernstig pathologisch stadium al kan worden ingegrepen, op voorwaarde dat wij |
| zicht hebben de achterliggende tendens. |
| Wanneer de homeopaat uit het summiere symptoombeeld reeds de carcinogene tendens kan opmaken en |
| weet dat er op de achtergrond een dergelijk proces gaande is dan hoeft hij niet te wachten tot er zich |
| daadwerkelijk een tumor heeft gevormd alvorens de predispositie te behandelen. |
| Wordt de predispositie niet doelgericht en adequaat behandeld dan zal de patiënt in de toekomst, in |
| weerwil van de genoten homeopathische behandeling, toch een reëel risico lopen maligniteit te |
| ontwikkelen. |
| Een andere miasmatisch pathologische achtergrond zal zich op een andere manier openbaren, |
| bijvoorbeeld als astma, reuma, maagzweer, hartinfarct of diabetes. De daadwerkelijke stoffelijke |
| ziekteuiting is niet meer dan het sluitstuk van het psorische drama dat zich dikwijls reeds veel jaren |
| heeft voortgesleept. De regels of „wetten‟ van Hering zijn gebaseerd op dezelfde wetmatigheid. Zolang |
| er uitgesproken pathologische tendensen op grond van erfelijkheid of biografie herkenbaar zijn en er niet |
| 79 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-79-2048.jpg"/> |
| voorradig is om de ongenezen pathologische ontwikkeling te voeden. |
| Voorafgaande ontregeling |
| Ziekteverschijnselen zijn het gevolg van de eraan voorafgaande ontregeling van de levenskracht. De |
| ontregeling van levenskracht of Dynamis is immaterieel. In eerste instantie verschijnen de symptomen |
| op het immateriële, dynamische niveau: de patiënt “voelt zich niet goed”. Een en ander drukt zich uit in |
| subjectieve symptomen. Materiële afwijkingen vallen nog niet waar te nemen. Worden zulke |
| symptomen onderdrukt of wordt de ontregeling van de Dynamis niet hersteld en genezen dan zal de |
| ziekte zich, afhankelijk van de achterliggende miasmatische belasting, na kortere of langere tijd |
| stoffelijk kenbaar maken. |
| De aandoening heeft nu een materiële component geschapen en is diagnosticeerbaar. De (terug)weg naar |
| genezing vergt in zo‟n geval meer tijd. Zolang de ziekte zich nog op het dynamische vlak van de |
| ontregeling van de levenskracht manifesteert als ziektetendens, blijkt het eenvoudiger genezende reacties |
| in gang te zetten. Het is de taak van de homeopaat om uit de activiteiten van de levenskracht te |
| destilleren welke symtomen uitdrukking zijn van welke pathologische tendens. |
| Welke symtomen horen bij de levensfase waarin de patiënt zich bevindt? Een provocerende puber |
| gedraagt zich overeenkomstig zijn levensfase, in tegenstelling tot de 65-jarige die zijn omgeving loopt |
| op te jutten. In het eerste geval heeft zoiets minder symptoomwaarde dan in het tweede. Zijn hierbij de |
| gedragssymptomen gerelateerd aan de levensomstandigheden en hieruit grotendeels verklaarbaar, dan |
| betekent het dat ze niet diep constitutioneel zijn en evenmin als zodanig moeten worden geduid. |
| Een plantaardig middel heeft de voorkeur indien de mentale gesteldheid verklaarbaar is vanuit de |
| levensomstandigheden. Het zal snel een genezende reactie oproepen. Heel anders ligt het wanneer de |
| patiënt een leven van conflicten achter de rug heeft vanwege non-conformistisch en provocerend gedrag. |
| Dit is veeleer een chronisch constitutionele gesteldheid, gebaseerd op een onderliggende chronisch |
| miasmatische verstoring. |
| Hier schrijven we diepwerkende antisyfilitische of antisycotische geneesmiddelen voor in afwisseling |
| met passende antisporische middelen en eventueel in afwisseling met de bijhorende nosoden als de |
| erfelijke belasting of de biografie daar aanleiding toe geeft. De homeopathische analyse op grond van de |
| juiste symptoomclassificatie heeft derhalve geen eliminerend doch een synthetiserend karakter. Ieder |
| symptoom krijgt zijn plek en wordt recht gedaan door middel van het voorschrift op basis van |
| gelijksoortigheid. |
| De patiënt wordt op basis van de op de juiste symptoomclassificatie voorgeschreven middelen bevrijd |
| van de onderliggende miasmatische pathologische tendensen, die anders in de toekomst onheil voor hem |
| in petto zouden hebben. Afhankelijk van het ontwikkelingsstadium zullen de basale miasmatische |
| verstoringen zich dus in meer of mindere mate doen gelden. |
| Onderkent de homeopaat ze niet dan kan hij slechts wachten tot de intensiteit toeneemt en daardoor het |
| pathologische beeld duidelijker wordt. In de tussentijd maakt de miasmatische tendens de patiënt echter |
| zieker, zodat de homeopaat door de presentatie van symptomen duidelijker signalen krijgt wat hem te |
| doen staat. Dit toont het belang van het in een vroeg stadium herkennen en onderkennen van |
| achterliggende pathologische tendensen! |
| Samenvatting |
| Homeopathische geneesmiddelen zijn onder te verdelen in vijf groepen: plantaardige, dierlijke, minerale |
| en tautopathische middelen en nosoden. |
| 80 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-80-2048.jpg"/> |
| ziekten, te weten: incidenten, collectieve ziekten en acuut miasmatische ziekten. Het betreft hier ziekten |
| van exogene origine die de levenskracht verstoren. |
| Tautopathische geneesmiddelen zijn passend waar gebruik van allopathische medicijnen een duurzame |
| blokkade van de Dynamis heeft bewerkstelligd. |
| Minerale geneesmiddelen ten slotte zijn constitutiemiddelen die worden voorgeschreven op een |
| endogeen miasmatische belasting van de levenskracht, met name de psorische. Het zijn de minerale |
| middelen die uiteindelijk genezing teweegbrengen. |
| 81 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-81-2048.jpg"/> |
| Classificeren van ziekte |
| Het classificeren van ziekte voordat we tot voorschrijven en behandeling kunnen overgaan heeft grote |
| consequenties voor de manier waarop met de door de patiënt verstrekte informatie wordt omgegaan. |
| Nadat de homeopaat zich een beeld heeft geschapen is de eerste vraag: met wat voor soort ziekte heb ik |
| hier te maken? |
| Organon, §104: |
| “Als eenmaal de totaliteit van de symptomen, die het ziektegeval in het bijzonder bepalen en kenmerken, |
| met andere woorden het ziektebeeld, van de een of andere soort nauwkeurig is vastgelegd, dan is het |
| zwaarste werk ook klaar.” |
| Met andere woorden: |
| Is er sprake van een acute ziekte gebaseerd op een incident of collectieve ziekte? |
| Is er sprake van een acute opleving van een chronisch constitutionele gesteldheid (acuut miasmatische |
| ziekte)? |
| Is er sprake van een chronisch constitutionele gesteldheid of is het de manifestatie van een familiare |
| erfelijke tendens? |
| Er is dikwijls sprake van een combinatie. Bijvoorbeeld: chronisch constitutionele klachten zijn |
| toegenomen of wisselen zich af met symptomen die horen bij de levensomstandigheden of bij acute |
| symptomen. |
| Het kan zijn dat een patiënt met chronisch eczeem veel te lijden heeft onder de spanningen van een |
| slechte relatie en een aanstaande echtscheiding. Of een van de kinderen is ziek, waardoor het eczeem, tot |
| dan rustig, weer hevig de kop opsteekt. |
| Herhalen wij in zo‟n situatie het eerder op de chronisch constitutionele gesteldheid voorgeschreven |
| minerale middel, dan heeft de aandoening - in de gegeven situatie - de neiging erger te worden door het |
| antipsorische en vitaliserende effect van het minerale middel. Met andere woorden, het minerale middel |
| is ongelijksoortig ten aanzien van de actuele, acute situatie en daarom niet passend. In de actuele, acute |
| situatie bundelt de levensenergie zich als het ware samen tot een beperkte groep symptomen van grote |
| intensiteit. |
| Dag en nacht is de patiënt min of meer bevangen door de actuele en zich als acute ziekte manifesterende |
| problematiek. De chronische klachten kunnen erdoor eveneens verergeren: de diepere constitutionele |
| symptomen gaan mee resoneren met de heftiger actuele ziektetoestand. De intensiteit van de klachten |
| noopt de patiënt hulp te zoeken. |
| Weigert de homeopaat voor te schrijven op de nieuwe situatie omdat het “mogelijk een verergering |
| betreft op het eerder ingenomen minerale middel” dan zoekt de patiënt zijn heil elders. Maar funderen |
| we ons oordeel op de ervaringen en inzichten in Hahnemann‟s Chronische Ziekten dan zullen we op de |
| actuele situatie een plantaardig of dierlijk middel met beperkte dieptewerking in gepaste potentie en |
| frequentie voorschrijven. Het eerder voorgeschreven constitutiemiddel kan daardoor ongestoord |
| doorwerken. |
| Chronische Ziekten, blz. 1: |
| “De homeopathische geneeskunst, zoals die in de geschriften van mij en mijn leerlingen is onderwezen, |
| heeft, mits serieus nagevolgd, tot dusver overduidelijk, op treffende wijze haar natuurlijke superioriteit |
| 82 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-82-2048.jpg"/> |
| optredende) koortsziekten. |
| De venerische ziekten werden door de homeopathie eveneens veel veiliger, met minder moeite en zonder |
| naweeën grondig genezen; deze verdelgde en genas namelijk het inwendige euvel, dat aan die ziekten te |
| grondslag lag, door het meest specifieke middel uitsluitend van binnen uit, zonder de plaatselijk |
| ontstane aandoeningen te storen of te vernietigen. Maar het getal van de overige langdurige ziekten op |
| heel de wereld was en bleef onvergelijkelijk veel groter, ja ontzagwekkend groot.” |
| 83 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-83-2048.jpg"/> |
| en ziekteprocessen. In het leven van de patiënt komen we zulke vormen en processen eveneens tegen. |
| Acute aandoeningen die binnen de constitutie zijn opgelost, zullen in de biografie en dus in de anamnese |
| geen rol van betekenis spelen. Anders gezegd, van acute ziekten die goed zijn genezen vinden we geen |
| sporen terug. En andersom: niet goed genezen acute ziekten laten sporen na. Niettemin hoeven wij bij |
| een patiënt die, bijvoorbeeld, niet goed de mazelen heeft doorgemaakt geen overduidelijk Morbillinum- |
| beeld [mazelen nosode] te verwachten. De tekenen zijn eerder sluipend en meer verborgen. |
| We merken ze dikwijls niet eens op en kennen ze bijgevolg niet de juiste waarde toe. De obstructie |
| vanuit het verleden creëert een blokkade in de reactie op, met name, het voorgeschreven antipsoricum. |
| Voorgeschreven middelen werken niet of slechts ten dele; de reactie is voor zowel patiënt als homeopaat |
| verre van bevredigend. Het niet (goed) doormaken van, bijvoorbeeld, mazelen heeft tot gevolg dat de |
| betrokkene niet kan afrekenen met een stuk erfelijke miasmatische belasting. Er kunnen vroegtijdige |
| pathologische ontwikkelingen uit voortvloeien, die de manifestatie zijn van de niet geneutraliseerde |
| erfelijke tendens die zich voordoet als endogeen chronisch constitutioneel klachtenpatroon. |
| Veel ernstige ziekten bij jonge kinderen zijn verklaarbaar vanuit deze achtergrond. Het niet kunnen |
| oplossen van erfelijke belasting met behulp van acute ziekten - kinderziekten - maakt dat het kind moet |
| opgroeien met de pathologische tendensen van het voorgeslacht. Deze kunnen zich reeds vroeg in het |
| kinderleven openbaren. Zoals gezegd, het is onwaarschijnlijk dat de patiënt een typisch Morbillinum- |
| beeld presenteert. De kans is veel groter dat hij komt met, laten we zeggen, constitutionele Calcarea |
| carbonica-symptomen. |
| Desondanks zal de reactie op dit constitutiemiddel beduidend beter zijn wanneer we het laten voorafgaan |
| door Morbillinum of, beter nog, deze twee geneesmiddelen in afwisseling geven. Hierdoor wordt de |
| „mazelen-blokkade‟ door Morbillinum opgeruimd. In de ontstane ruimte kan de Dynamis constitutioneel |
| curatief op Calcarea reageren. |
| Een carcinogene erfelijke tendens noodzaakt, bij niet genezend reageren op de voorgeschreven passende |
| geneesmiddelen, om het „blokkademiddel‟ Carcinosinum voor te schrijven. Bij kinderen geboren uit |
| tuberculeuze ouders stuiten we op de tuberculinische constitutielaag, die blokkerend werkt op het |
| zelfgenezende vermogen. Een Tuberculinum nosode slaat hier de brug naar een genezend constitutioneel |
| reactiepatroon en naar gezondheid. |
| Een vergelijkbare situatie doet zich voor bij geslachtsziekten in het voorgeslacht, waarbij het |
| homeopathisch analoge middel gevonden kan worden in Medorrhinum of Syphilinum. Het zou van |
| naïveteit en weinig praktijkervaring getuigen als we beweren dat met het éénmalig voorschrijven van de |
| desbetreffende nosode in een C-potentie de gehele achterliggende pathologische tendens kan worden |
| opgelost en verwijderd. Of de tendens opgelost is blijkt uitsluitend uit structureel genezende reacties op |
| het geïndiceerde constitutiemiddel. |
| Bij ongewijzigde symptomen vinden we telkens wanneer niet goed meer wordt gereageerd op het |
| passende constitutiemiddel, een indicatie voor de desbetreffende nosode. |
| Het probleem van ontoereikende reacties is derhalve te ondervangen door de nosode net zo lang in |
| afwisseling te geven met het geïndiceerde constitutiemiddel tot blijkt dat het reactievermogen van de |
| Dynamis niet langer wordt beperkt. De nosode kan dan worden weggelaten. |
| Door de grootschalige vaccinatieprogramma‟s en de pathologische constitutionele gevolgen ervan voor |
| het verdere leven is de toepassing van nosoden onvermijdelijk. Individueel geïndiceerde nosoden helpen |
| de gezondheid te (her)winnen. Neutralisatie en bevrijding van erfelijke ziektetendensen is |
| noodzakelijker dan ooit en wordt in de homeopathie bereikt met het gebruik van nosoden. |
| Behalve erfelijke tendensen kunnen ook andere stoorzenders de behandeling hinderen. Bijvoorbeeld: de |
| patiënt krijgt tijdens de constitutiebehandeling een ongeluk. Indien het een ernstig ongeval betreft dient |
| 84 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-84-2048.jpg"/> |
| Zo wordt Arnica montana gegeven bij kwetsuren van bot, pees, spier of beenvlies, (eventueel) in |
| afwisseling met middelen als Symphytum, Ruta of Rhus toxicodendron. De ervaring leert dat daardoor |
| herstel veel sneller optreedt. Hahnemann ging precies zo te werk, waarvan we voorbeelden vinden in |
| zijn Krankenjournale en Chronische Ziekten. |
| Organon, §248: |
| “Daarvan laat men de patiënt één of (in stijgende hoeveelheid) meerdere koffie- of theelepeltjes |
| innemen, bij langdurige ziekten dagelijks of om de dag, maar in acute ziekten alle 6, 4, 3, of 2 uur en in |
| de dringendste gevallen elk uur of nog vaker.” |
| Dynamis streeft naar overleven |
| Een acute situatie is zo overheersend dat een middel voor de chronische symptomen op zo‟n moment |
| absoluut niet aan de orde is. Het chronische symptoombeeld wordt door het geweld van het acute trauma |
| naar de achtergrond gedrukt. De Dynamis heeft alle energie nodig voor overleving. Zodra het beter gaat |
| met de patiënt komt de vraag aan de orde wanneer het verantwoord of zelfs noodzakelijk is de |
| chronische constitutiebehandeling voort te zetten. |
| De patiënt herstelt van het trauma en de chronische klachten steken weer nadrukkelijker de kop op. Wat |
| nu te doen? Enerzijds zijn er de restverschijnselen van het trauma, anderzijds vragen de chronische |
| klachten om aandacht. De enige onderlinge relatie die de symptomen hebben is dat zij optreden bij een |
| en dezelfde persoon in dezelfde tijdspanne. |
| De door het trauma opgeroepen symptomen hebben een exogene oorzaak, terwijl de andere voortkomen |
| uit de constitutionele gesteldheid van de Dynamis. Laatstgenoemden noemen we „miasmatisch endogeen |
| constitutioneel‟. Beide groepen, zowel de traumatische alsook de constitutionele, vragen een |
| geneesmiddel, inclusief de passende potentie en frequentie, dat overeenkomt met hun karakter en |
| dynamiek. |
| Van een geneesmiddel voorgeschreven op de hoofdpijnsymptomen na een ongeval kunnen we niet |
| verwachten dat het eveneens de chronische klachten duurzaam verbetert. De chronische klachten houden |
| geen verband met de exogene verstoring - het trauma - doch berusten op een endogeen miasmatische |
| ontregeling. |
| We moeten ons niet laten misleiden wanneer de chronische symptomen onder invloed van het |
| traumamiddel tijdelijk lijken te verbeteren. Bij psorische patiënten kan het zelfs zo zijn dat de |
| verbetering van de chronische symptomen enige tijd aanhoudt. Wanneer het passende antipsoricum niet |
| wordt gecontinueerd keren ze evenwel spoedig terug. Na inname van Ignatia vanwege een groot verdriet |
| kan, bijvoorbeeld, het gevoel ontstaan dat Ignatia een diepe (constitutionele) verbetering bewerkstelligt. |
| In werkelijkheid heeft Ignatia echter slechts de gevolgen van het emotionele incident helpen opruimen, |
| waarbij de voorspoedige verbetering voor ruimte heeft gezorgd. In de fundamentele Phosphorus- of |
| Natrium muriaticum gesteldheid of de Carcinosinum-blokkade brengt Ignatia geen verandering. |
| De chronisch antipsorische of hereditaire sfeer wordt door een middel als Ignatia niet permanent |
| beïnvloed, zodat de basale tendensen zich na verloop van tijd weer manifesteren. Tijdens anamnese en |
| analyse schemeren de constitutielagen en andere tendensen reeds door in de symptomen. We negeren ze |
| soms omdat ze niet van belang zijn bij de zogeheten klassieke manier van voorschrijven. |
| De gebruikelijke analysemethoden maken gebruik van de meest karakteristieke symptomen. Als minder |
| typerend opgevatte symptomen worden voorlopig terzijde geschoven. Aldus wordt via eliminatie van |
| minder belangrijke symptomen doorgedrongen tot de „essentie‟ van de casus, waarop vervolgens wordt |
| 85 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-85-2048.jpg"/> |
| Voorschrijven van het juiste geneesmiddel op de constitutie heeft vaak alleen zin wanneer er niet te |
| veel stoorzenders zijn die een curatieve reactie van de Dynamis belemmeren. |
| Een probleem dat zich hierbij geregeld voordoet is dat een kenmerkend symptoom, bijvoorbeeld met |
| betrekking tot verdriet, onterecht als endogeen constitutioneel symptoom wordt geduid en behandeld. In |
| werkelijkheid is het symptoom evenwel gerelateerd aan een incident, een voorval in het leven van de |
| patiënt. |
| Wordt nu het betreffende symptoom of de symptoomgroep bij de analyse, repertorisatie en |
| differentiaaldiagnose voor constitutioneel aangezien dan volgt de keuze van een mineraal middel. Maar |
| aangezien de gesteldheid alleen gerelateerd is aan het verdrietige voorval, is meewegen van |
| constitutionele symptomen voor de geneesmiddelkeuze - tijdens deze fase van het incident - niet aan de |
| orde en zelfs ongewenst. |
| Tempo en dynamiek van het minerale middel zijn doorgaans niet analoog aan snelheid en dynamiek van |
| het incident. Een mineraal middel dat wordt gegeven vanwege de gevolgen van een incident zal dieper |
| dan noodzakelijk inwerken, waardoor de constitutionele spanning toeneemt en de patiënt verslechtert. |
| Iedere verergering van symptomen wijst feitelijk op ongelijksoortigheid: van geneesmiddel, potentie, |
| dosering of frequentie. |
| Alle symptomen gerelateerd aan het incident dienen voor de geneesmiddelkeuze te worden |
| meegenomen. Bij een acuut voorval of incident is een plantaardige middel het geschiktst. De chronische |
| symptomen die zich tegelijkertijd blijven tonen geven dikwijls een vingerwijzing voor het minerale |
| constitutiemiddel dat spoedig na het plantaardige middel zal volgen. |
| Een gedegen onderscheidingsvermogen ten aanzien van het soort ziekte symptomen is bij de analyse van |
| de ziekteclassificatie van groot, misschien wel doorslaggevend belang voor effectieve behandeling. Om |
| de afzonderlijke symptomen van het ziektebeeld te kunnen analyseren en op waarde te schatten dient de |
| homeopaat te weten wat op welk moment moet worden behandeld. Symptomen geven weer hoe het |
| ervoor staat met de vitaliteit, de Dynamis en de pathologie. |
| Voor de meest gelijksoortige behandeling van de actuele toestand zullen we moeten begrijpen waar ieder |
| afzonderlijk symptoom vandaan komt. Elimineren of door elkaar halen van ziektesymptomen resulteert |
| in het voorschrijven van homeopathische middelen op een allopathische manier. |
| Genezing van psora zal zo uitblijven of slechts via omwegen kunnen worden bereikt. |
| Het voorschrift dekt niet de symptomen die de totaliteit van de ziektesoort weerspiegelen, terwijl daar |
| wel het zwaartepunt ligt. De volgende enigszins ingekorte casus moge ter illustratie dienen. |
| Casus menstruatieproblemen |
| Een jonge vrouw (34 jaar) komt onder behandeling vanwege menstruatieproblemen en tussentijds |
| bloedverlies. Ze heeft tien jaar lang de pil gebruikt maar is daar mee opgehouden toen ze kinderen wilde. |
| Ze werd vrijwel direct zwanger. Sinds de geboorte van haar dochtertje, drie jaar geleden, is de |
| menstruatie „van slag‟. De menstruatiepijnen zijn toegenomen. Soms is er krampende pijn waarbij ze |
| liefst plat op buik of rug in bed ligt. Graag een hete kruik op de buik, geen zin om op te staan. Beter door |
| warmte en bij alleen zijn. Ze wil met rust worden gelaten. Tegen de avond wordt de pijn wat minder. |
| Sinds de zwangerschap is de behoefte aan seks zodanig verminderd dat het bijna een aversie is |
| geworden. Dit leidt tot grote spanningen in de relatie. Onder de aanhoudende druk van haar partner geeft |
| ze weliswaar toe, maar ze ervaart het bijna als verkrachting. |
| 86 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-86-2048.jpg"/> |
| “Als ik van hem af wil moet ik als hij niet thuis is de koffers pakken en weggaan, anders komt het er |
| toch niet van. Bovendien durf ik er bij mijn ouders niet mee aan te komen want zij zijn stapel op hem en |
| ik kan toch niets goed doen, dat is altijd al zo. Daarnaast is mijn vader zo autoritair dat als ik bij mijn |
| ouders thuis zou komen, hij me zo weer terug naar huis brengt.” |
| Bij navraag blijkt oma van vaderszijde te zijn overleden aan borstkanker. Er komt veel allergie in de |
| familie voor. Patiënte zelf geeft aan twee keer (!) waterpokken te hebben gehad. |
| Een casus zoals wij ze dagelijks kunnen tegenkomen. Bij nadere beschouwing zijn er een drietal „lijnen‟ |
| of pathologische tendensen in te ontdekken. |
| Ten eerste: constitutioneel. |
| De menstruatieklachten en alle begeleidende symptomen. Het tussentijds bloedverlies, de > warmte, |
| alleen zijn, met rust gelaten willen worden, het op de buik slapen en de > tegen de avond. De |
| vermindering van het libido en de klachten na de zwangerschap. Aversie seks. Daarbij het tien jaar |
| pilgebruik. Het plaatje is compleet. Op basis van de constitutionele symptomen kan met een gerust hart |
| Sepia voorgeschreven worden. |
| Ten tweede: biografie. |
| De relatie staat op springen. Ze voelt zich kennelijk niet opgewassen tegen haar man, laat zich voor haar |
| gevoel steeds „gebruiken‟, „verkrachten‟ welhaast, en durft geen stelling te nemen. Het wellicht |
| onnodige (?) risico is dat ze haar koffers pakt en verdwijnt. De levensomstandigheden en de manier van |
| reageren wijzen op Staphisagria. |
| Ten derde: biografisch/erfelijke tendensen. |
| Dit betreft haar relatie met haar ouders, in het bijzonder de vader, door wie zij zich nogal heeft laten, en |
| nog laat, domineren. Voor haar gevoel kon ze nooit iets goed doen en bepalen haar ouders, in haar |
| beleving, nu nog voor haar wat er gaat gebeuren. |
| Daarnaast komt er in de familie bij oma borstkanker voor en heeft ze zelf tweemaal waterpokken gehad. |
| Kortom: indicaties voor Carcinosinum. |
| Wat te doen? Enkel Sepia op de constitutionele symptomen zou goed kunnen werken. Maar de |
| erfelijk/biografische tendensen en de aard van de relatie met haar echtgenoot zal Sepia ongemoeid laten. |
| Beginnen we met Carcinosinum, dan zal een stuk erfelijke belasting kunnen worden opgelost. Wellicht |
| wordt daarmee een bijdrage geleverd aan het ontstaan van meer evenwicht in de relatie doordat ze beter |
| voor zichzelf gaat opkomen. |
| Met Staphisagria blijven de constitutionele symptomen en de erfelijk/biografische tendensen buiten |
| schot en beperken wij ons tot de poging om wat ontspanning te brengen in een dreigende crisissituatie. |
| Aangezien Staphisagria en Carcinosinum ten dele overeenkomen in de tendens zich te laten overheersen, |
| heeft Carcinosinum hier een bredere relatie met de symptomatologie. Wanneer we de crisissituatie in |
| ogenschouw nemen heeft Carcinosinum bovendien de voorkeur boven Staphisagria. (Carcinosinum is |
| een nosode, Staphisagria is van plantaardige origine). |
| Sepia past bij de constitutionele symptomen en komt daardoor het meest overeen met de constitutioneel |
| miasmatisch endogene gesteldheid. (Sepia is een dierlijk middel dat desondanks door Hahnemann tot de |
| antipsorica werd gerekend.) |
| Sepia kan alleen worden gegeven, met het voor de hand liggende risico van toename van spanning in de |
| actuele levenssfeer. De carcinogene belasting is zowel in de erfelijke tendensen als in de individuele |
| levensloop te onderkennen. Carcinosinum zullen we zeker nodig hebben. |
| De beste mogelijkheid is om Carcinosinum en Sepia afwisselend te laten innemen. Bijvoorbeeld: ‟s |
| morgens Carcinosinum en ‟s middags Sepia. Zo schept Carcinosinum door het complementaire effect |
| 87 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-87-2048.jpg"/> |
| Staphisagria afwisselen. |
| Het accent van de geneesmiddelkeuze ligt dan op de biografie én de neiging zich te laten onderdrukken. |
| Dit weerspiegelt zich in de actuele „zichzelf niet kunnen zijn‟ situatie van Staphisagria. De afwisseling |
| van deze middelen kan maken dat ze bij zichzelf en haar eigen rust kan komen c.q blijven. |
| Volgens de gebruikelijke (Kentiaanse) methode zal Sepia het aangewezen middel zijn, dat wordt |
| voorgeschreven in eenmalige C-potentie. Komt er dan een crisis - zeker niet ondenkbaar – dan oordelen |
| we dat Staphisagria benodigd is. Of, blijft de crisis uit doch blijkt de patiënte het jaar erna een hevige |
| allergie te ontwikkelen, dan ontdekken we zonder gebruik van Carcinosinum geen greep op de casus te |
| kunnen krijgen. Tot die ontdekking zouden we anders ook wel zijn gekomen, want nadat enkele malen |
| een terugval is opgetreden, zijn we tot de conclusie gekomen dat er sprake is van een blokkade. Dan pas |
| schrijven we Carcinosinum voor. |
| Een dergelijk traject heeft een langere tijdsduur en de pathologie ontwikkelt zich intussen verder. De |
| pathologische tendensen bestonden al lang. Ze bestaan uit verschillende aan elkaar ongelijksoortige |
| grootheden die afzonderlijk behandeld dienen te worden. Als wij deze tendensen waarnemen en kunnen |
| definiëren dan is, op grond van de ziekteclassificatie en de complementaire relaties tussen |
| geneesmiddelen, het in afwisseling behandelen geïndiceerd en noodzakelijk. |
| Voor behandeling vanuit de ziekteclassificatie, zoals door Hahnemann beschreven, is ervaring van groot |
| belang. Het beoordelen van de etiologie van de symptomen vereist een bijna natuurlijke „feeling‟ voor |
| de ziekteontwikkeling van de patiënt. Het moet een soort tweede natuur worden de ontstaansreden en |
| herkomst van symptomen te definiëren. Benadering vanuit ziekteclassificatie moet uiteraard niet |
| verworden tot een star theoretisch model of dogma. Eenmaal bekend en ingewijd in de benadering van |
| ziektetendensen zal het de homeopaat flexibeler, adequater, zelfverzekerder en doeltreffender maken. De |
| beschikbare tijd wordt efficiënter en beter benut en de resultaten zijn voor beide partijen bevredigender. |
| Bij de behandeling van ADHD-patiëntjes die anders hun leven slijten onder invloed van Ritalin, maakt |
| het veel verschil of er wordt gewerkt vanuit de hier omschreven ziekteclassificatie of vanuit de |
| werkwijze van de traditionele Kentiaanse school. Het eenmalig voorschrijven van een geneesmiddel, |
| gekozen op de vermeende totaliteit van de symptomen, zal dikwijls een behoorlijke aanslag doen op het |
| geduld van de ouders en onderwijzers van het kind. Behandeld vanuit de Hahnemanniaanse optiek krijgt |
| zo‟n kind ‟s morgens de nosode, voorgeschreven op de erfelijke belasting, en later op de dag, een- tot |
| tweemaal daags, het passende constitutiemiddel. Bijvoorbeeld: „s ochtends Tuberculinum en later op de |
| dag met enige uren tussenpoos tweemaal een dosis Calcarea phosphorica. We hebben het hier uiteraard |
| over LM-potenties. De wachttijd tussen de onderlinge geneesmiddelinnames neemt progressief af en de |
| effect van de genezende potenties neemt daarmee dramatisch toe. De behandelduur kan op deze manier |
| sterk worden gereduceerd en is er veelal op korte termijn, dat is: binnen enkele weken, een duidelijke en |
| opvallende verbetering in de klachten te bespeuren. |
| Zeker in de behandeling van kinderen is een voorspoedige verbetering in het klachtenpatroon van het |
| grootste belang omdat de vorming van de persoonlijkheid mede gebeurt op basis van de ervaringen |
| tijdens het leven opgedaan. Hoe meer negatieve ervaringen, hoe meer negatieve reacties uit de omgeving |
| op het kind, hoe groter de kans op langdurige schade bijvoorbeeld in de ontwikkeling van het |
| zelfvertrouwen en het zelfbeeld van het patiëntje. Wanneer de omgeving overwegend open en positief op |
| het kind reageerd zal dit zeker het wereldbeeld van het kind gunstig beinvloedden. Van een steeds maar |
| weer negatieve benadering opgeroepen door het pathologische gedrag van het kind dat ongevoelig voor |
| pedagogische correcties, wordt op den duur geen van de betrokkenen werkelijk beter. |
| 88 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-88-2048.jpg"/> |
| Middels de classificatie van ziekten heeft Hahnemann ons een kader geboden waarbinnen we de |
| ziektesymptomen van de patiënt op een genuanceerde manier kunnen synthetiseren. Dit in plaats van het |
| elimineren van die symptomen die niet binnen ons beeld van karakteristieken passen. Alle door de |
| patiënt geproduceerde symptomen zijn te herleiden tot de symptomgroepen ofwel de ziektesoort waartoe |
| ze behoren. |
| We hoeven niet op voorhand symptomen te elimineren maar geven ze de plek die ze toekomt zodat ze |
| hun betekenis binnen de patiënt en voor diens homeopatische behandeling behouden, ook al leiden ze op |
| zich op dit moment niet tot voorschrijven. |
| Zo maakt de ziekteclassificatie van Hahnemann een werkelijke holistische benadering van de patiënt |
| mogelijk. Ze heeft namelijk een achtergrond waartegen ieder pathologisch symptoom geplaatst en |
| beoordeeld kan worden. |
| Het is slechts vanuit deze classificatie dat we een werkelijk beeld van de patiënt en van alle in hem |
| werkzame pathologische krachten kunnen verkrijgen. Op deze wijze komen we zo adequaat mogelijk tot |
| een diep werkende antipsorische behandeling, de behandeling van de grondoorzaak van zijn lijden. |
| Zo worden de ziektesymptomen in een anamnese gezien als zijnde het gevolg van een pathologische |
| tendens die uitgaat van één der door Hahnemann omschreven ziektevormen. |
| De symptomen zijn dan het gevolg van een overerfde miasmatische belasting, of het gevolg van een |
| directe besmetting met psora, sycosis of syphilis, ook kunnen de symptomen het gevolg zijn van een |
| incident of een epidemische ziekte. Een acuut miasmatisch ziekte is een ernstige situatie waarbij de |
| chronische klachten van de patiënt zich op basis van provocatie door exogene maar ook endogene |
| factoren, zich als een totaalpakket acuut gaan manifesteren. Dit is dan ook bijna per definitie een zeer |
| belastende en voor de patiënt bedreigende situatie. De door Hahnemann genoemde allopatische |
| geneesmiddelziekten noemen we in de huidige tijd, iatrogene ziekten. Ziekten die het gevolg zijn van |
| gebrek aan voeding of leefregel zijn volgens Hahnemann de naam chronische ziekte niet waard. De |
| diversiteit van de bij één of meerdere van deze ziektevormen behorende symptomen tonen zich in iedere |
| patiënt die we tijdens de praktijkvoering voor consultatie ontmoeten. Tijdens het afnemen van de |
| anamnese dienen we alle symptomen genoteerd te krijgen en in de analyse moeten we de symptomen de |
| juiste plek geven. Dan pas kan beoordeeld worden tot welke ziektegroepen de symptomen behoren. |
| Organon §77:…"Ten onrechte worden chronisch genoemd die ziekten, die mensen zichzelf op da hals |
| halen doordat ze zich voortdurend blootstellen aan schadelijke invloeden, die te vermijden zijn. Ze zijn |
| te wijten aan het genot van schadelijke dranken of voedingsmiddelen, aan allerlei uitspattingen, die de |
| gezondheid ondermijnen, aan het voortdurend ontberen van de noodzakelijke levensbehoeften, aan |
| verblijf in ongezonde, vooral vochtige streken, aan het leven in kelders, vochtige werkplaatsen, |
| ongeventileerde woningen. Ze komen door gebrek aan lichaamsbeweging of frisse lucht, door |
| ongezonde overmatige inspanning van lichaam of geest, door constante verdrietelijkheden, enz. |
| Deze ongezonde toestanden, die men zichzelf berokkend heeft, gaan bij verbetering van de leefwijze |
| vanzelf over (als er niet ook nog een chronisch miasma in het lichaam huist) en zijn de naam van |
| chronische ziekten niet waard….". |
| Voetnoot 1.§206:…" Laat U bij dergelijke informaties niet misleiden door de vaak vernomen |
| beweringen van patiënten of hun familieleden, wanneer ze als oorzaak van chronische, ja zelfs de ergste |
| en meest slepende ziekten enkel maar een vele jaren geleden gevatte kou aangeven (nat worden, koude |
| dronk na verhitting) of een destijds ondervonden schrik, een vertillen of een ergernis (ook wel |
| behekserij) enz. dit soort aanleidingen zijn veel te klein om in een gezond lichaam een slepende ziekte |
| 89 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-89-2048.jpg"/> |
| van een belangrijke, hardnekkige oude kwaal moeten veel belangrijkere oorzaken ten grondslag liggen |
| dan die ongemakken die men zich nog herinneren kan. |
| Voor een chronisch miasma kunnen die veronderstelde aanleidingen alleen maar provocerende factoren |
| zijn geweest….". |
| Zo kunnen er bij één en dezelfde patiënt meerdere symptomen behorende tot verschillende ziektesoorten |
| een rol spelen. Een Sulphur patiënt met een carcinogene familiare geschiedenis kan verzeild raken in een |
| slepende echtscheidingsprocedure of onder een auto komen. De carcinogene tendens die zich bij deze |
| patiënt uit in een sterk allergisch klachtenpatroon vraagt om behandeling, de Sulphur symptomen roepen |
| middels de jeukende huiduitslag om Sulphur en de conflictueuze relatie met de echtgenoot vraagt om |
| Staphisagria of Ignatia. De beschreven situatie is zeker niet utopisch te noemen. Dagelijks ziet de |
| homeopaat patiënten in zijn praktijk die met een dergelijke complexe problematiek en vraagstelling |
| komen waarbij de symptomen betreffende de verschillende ziektesoorten vrijwel continue door elkaar |
| lopen. Willen we werkelijk iets wezenlijks bijdragen aan een gunstig verloop en een duurzaam |
| genezingsproces dan kunnen we niet volstaan met het reduceren van de patiënt tot zijn vermeende |
| constitutiemiddel. Echter het volstaat in deze ook niet de patiënt uitsluitend Staphisagria of Ignatia voor |
| te schrijven omdat dit slechts de symptomen dekt die gerelateerd zijn aan de in dit geval huiselijke |
| omstandigheden. Carcinosinum zal een grote bijdrage leveren aan het neutraliseren van de erfelijke |
| carcinogene belasting, de patiënt wat vrijer maken, minder gevoelig voor een dominante omgeving en de |
| allergie doen afnemen, zal echter de constitutie van de patiënt niet verder kunnen optimaliseren. |
| Zo zal iedere patiënt met zijn eigen symptoomcomplex komen welke vervolgens uit elkaar gerafeld dient |
| te worden in welke symptomen bij welke ziektevorm horen. Pas dan is de tijd gekomen voor de bepaling |
| van de karakteristieke symptomen en vervolgens de symptoom waardering bij de verschillende |
| ziektevormen die in de patiënt een rol spelen, toe te passen. Het zwaartepunt dient dan bij de meest |
| urgente symptomen die de meest op de voorgrond tredende ziektesoort vertegenwoordigen te liggen. |
| Voor het bovengenoemde betekend dit dat wanneer de relationele problematiek zeer sterk op de |
| voorgrond treedt, bijvoorbeeld Staphisagria geïndiceerd is. Deze heftige emotionele toestand kan ten |
| gevolge hebben dat alle symptomen betreffende de huid en de allergie tijdelijk de wijk nemen en naar de |
| achtergrond verdwijnen. Het is de situatie waarbij volstaan kan worden met het voorschrijven van alleen |
| Staphisagria. Dit geneesmiddel zal de spanningen betreffende de relatieproblemen hanteerbaar maken en |
| de patiënt voor verdere emotionele escalatie behoeden. |
| Een andere, veelvoorkomend reactiepatroon is dat onder de onderhavige spanningen de huidsymptomen |
| gigantisch verergeren waarop Staphisagria geen afdoende antwoord blijkt te zijn. Veelal blijkt dan dat af |
| en toe een dosis Sulphur, in deze passend bij de constitutie van de patiënt, niet alleen de huiduitslag |
| rustiger zal maken maar ook een adequate reactie op de Staphisagria zal ondersteunen. Bij gevoelige |
| patiënten echter is het in deze wenselijk om Carbo vegetabilis of Carbo animalis te geven in plaats van |
| Sulphur, en de Sulphur pas dan voor te schrijven wanneer de dynamus weer in rustiger vaarwater is |
| teruggekeerd. Wanneer de patiënt weer in betere doen is dus. Afhankelijk van de symptomen, Carbo |
| vegetabilis en of animalis dienen in deze vanuit verschillende invalshoeken het zelfde doel als Sulphur. |
| Deze beide geneesmiddelen geven echter veelal een rustiger en dus voor de patiënt gunstiger |
| reactiepatroon te zien. Ook wanneer een patiënt heftig reageert op Psorinum is Carbo vegetabilis, of in |
| andere gevallen Thuya, een rust en genezing bevorderend complement. |
| Ook kan bij onze patiënt in Staphisagria omstandigheden de Carcinogene tendens zich middels de |
| genoemde allergische klachten manifesteren. Het voorschrijven van Carcinosinum zal de allergische |
| symptomen doen afnemen en de patiënt stimuleren meer zijn eigen plek en ruimte in te nemen, aldus de |
| Staphisagria direct ondersteunen in haar effect. In deze emotionele problematiek betreffende de neiging |
| 90 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-90-2048.jpg"/> |
| domination" en "from excessive parental control", en Staphisagria gerelateerd aan de actuele |
| problematiek die echter niet altijd een zware biografische of erfelijke voorgeschiedenis dient te hebben. |
| De Staphisagria situatie kan voor de patiënt in zijn of haar leven beperkt zijn tot de actuele situatie. |
| Vinden we echter meerdere voorbeelden in de biografie die gekarakteriseerd worden door de zelfde |
| „slachtofferige‟ Staphisagria kenmerken, dan kunnen we spreken over biografische incidenten, wat wil |
| zeggen dat er sprake is van recidiverende problematiek. |
| In de anamnese kunnen we een onderscheid maken m.b.t welke symptomen tot welke ziektegroep |
| behoren. |
| Tijdens het classificeren en waarderen van de symptomen zien we gaandeweg waar het zwaartepunt of |
| de zwaartepunten bij de onderhavige patiënt liggen. Aan de hand hiervan kan de homeopaat besluiten op |
| welke tendens(en)en op basis van welke symptomen bij de patiënt voorgeschreven dient te worden. |
| In de evaluatie en duiding van de symptomen van de patiënt is de juiste plaatsbepaling van de |
| symptomen van belang om te kunnen beoordelen met welke ziektevorm we bij iedere afzonderlijke |
| patiënt van doen hebben. Het is de juiste plaatsing van de symptomen die het eerste grote onderscheid |
| mogelijk maakt waarna de verdere details een verdere differentiatie richting geneesmiddelkeuze |
| mogelijk maken. |
| In het nu volgende stukje worden een aantal aanwijzingen gegeven hoe tot een juiste classificatie |
| gekomen kan worden. |
| Vragenlijst voor van het benaderen van casuïstiek vanuit de ziekteclassificatie van Hahnemann. |
| De bedoeling van deze vragenlijst is een hulp te zijn bij de benadering van het „beeld‟ en de |
| symptomatologie van de patiënt om vervolgens te kunnen beoordelen met welke soort ziekte we te |
| maken hebben. |
| Als we deze vragen goed kunnen beantwoorden moet het mogelijk zijn een goed gemotiveerde „ingang‟ |
| te kiezen voor de behandeling van iedere patiënt maar vooral de chronisch zieke patiënt. |
| De vragen verwijzen naar: incidenten (ook de zich herhalende biografische incidenten), tussenziekten |
| (collectieve ziekten, morbi intercurrentes of epidemische ziekten), acuut miasmatische ziekten, |
| chronisch miasmatische ziekten, (psorisch, sycotisch en syphilitisch) en de manifestaties van erfelijke |
| tendensen. |
| Het doel is te komen tot het voorschrijven van het op het psora miasma geïndiceerde antipsorisch |
| minerale constitutie middel, maar zo, dat er ook een gunstige, curatieve reactie verwacht mag en kan |
| worden. Vaak is er echter iets nodig, zeker in gecompliceerde ziektegevallen, om de psora „in de juiste |
| baan te brengen‟ pas waarna de patiënt goed adequaat en curatief kan reageren. |
| Vraag1 - Heb ik een goed beeld van de patiënt en zijn problematiek ?, correspondeert mijn beeld met de |
| realiteit van de patiënt ? Wat is het beeld, inclusief het ziektebeeld, dat ik van de patiënt heb? |
| Bijvoorbeeld: Met welke ziektevorm heb ik te maken? Betreft het een acute ziekte, een chronische |
| ziekte, een acuut miasmatische ziekte, een genees-middelziekte, of het uitbreken en manifesteren van |
| erfelijke tendensen? |
| Hoe heftig en intens of hoe traag en stroperig verloopt de symptomatologie? Wat is de dynamiek? |
| Vraag 2 - Zijn de symptomen van de patiënt verklaarbaar uit zijn of haar omstandigheden? |
| 91 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-91-2048.jpg"/> |
| bijvoorbeeld iets „heerst‟, een soort buikgriep, collectieve virale dan wel bacteriële infecties, etc. |
| In geval van een incident zijn de stoorfactoren vaak te vinden in de persoonlijke leefomstandigheden of |
| in de biografie van de patiënt. Deze stoorfactoren kunnen zich op alle gebieden van het menselijk leven |
| afspelen, op relationeel niveau, met partner, ouders of andere familie. Financiële of zakelijke perikelen, |
| onrechtsituaties verdrietelijkheden, tegenslagen, ergernissen frustraties, teleurstellingen, voor zover ze |
| gerelateerd zijn aan actuele problematiek. Heel belangrijk is natuurlijk wat er speelt in het persoonlijk |
| leven, hoe de patiënt deze problematiek ervaart en hoe hij vervolgens op deze omstandigheden reageert. |
| Dit alles is zeer illustratief beeldvormend en geeft een goed inzicht in welke symptomen in deze situatie |
| als karakteristiek gezien dienen te worden. Ieder mens reageert immers op gegeven omstandigheden op |
| een voor hem of haar specifieke wijze. |
| Dit onderscheid tussen de verschillende wijzen van reageren maakt een vervolgens een goede |
| geneesmiddelkeuze voor deze individuele patiënt die in dit „incident‟ betrokken is mogelijk. |
| Bij het voorschrijven van een geneesmiddel voor de patiënt op deze levenssituatie of omstandigheden |
| kies dan na analyse bij de gerepertoriseerde rubrieken bij voorkeur uit de plantaardige of dierlijke |
| middelen. Dit zijn de geneesmiddelen die de patiënt in deze het voorspoedigst uit de huidige impasse |
| kunnen halen en hem helpen de balans in het leven te hervinden, om de behandeling van de chronische |
| ziekte te kunnen continueren. |
| Vraag 3 - Is er in de leefwereld van de patiënt geen verklaring te vinden voor het klachtenpatroon, dan |
| kunnen we spreken van een chronische ziekte met een endogene miasmatische oorzaak |
| Als er in de leefomstandigheden van de patiënt geen aanleiding dan wel oorzaak te vinden is voor de |
| actuele symptomen van de patiënt dan kunnen we stellen dat de oorzaak voor de symptomen in de |
| constitutie van de patiënt gelegen moet zijn. Deze symptomen hebben dan een endogeen constitutionele |
| oorzaak en zijn dus psorisch, sycotisch of syphilitisch miasmatisch van origine.. |
| Hoe uitten de ziektesymptomen zich, acuut of chronisch? In geval van acuut miasmatische |
| symptomatologie bij de patiënt die al homeopatisch constitutioneel behandeld wordt, kan het tot op dat |
| moment gebruikte minerale constitutionele geneesmiddel dat immers passend is bij de miasmatische |
| constellatie, eerst een paar keer met kortere intervallen herhaald worden. Indien de patiënt hier niet |
| curatief op reageert is het noodzakelijk de ziektesymptomen te evalueren om vervolgens op de acute |
| symptomen een plantaardig of dierlijk geneesmiddel voor te schrijven. Veelal zal dit acute |
| homeopatische geneesmiddel complementair aan het minerale constitutiemiddel blijken te zijn. |
| Bij een nieuwe situatie, een voor de homeopaat nieuwe en onbekende patiënt is het verstandig op basis |
| van de acute symptomen bij voorkeur eerst een plantaardig of dierlijk geneesmiddel voorschrijven en dit |
| na herstel van de acute ziektesituatie te laten volgen door het geïndiceerde minerale constitutiemiddel. |
| Het is het minerale antipsorisch werkende geneesmiddel dat de genezing een duurzaam karakter zal |
| kunnen geven en de patiënt kan behoeden voor acuut miasmatische terugvallen in de chronische |
| gesteldheid. |
| Vraag 4 - Indien chronisch, hoe is het verloop van de ziektedynamie: psorisch, sycotisch, syphilitisch? |
| De snelheid in het verloop van de chronische symptomen geeft een indruk van hun miasmatische |
| achtergrond. De heftigheid in de dynamiek geeft tevens een goede indicatie voor de frequentie waarin |
| het passende geneesmiddel voorgeschreven dient te worden. |
| 92 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-92-2048.jpg"/> |
| in overeenstemming met de dynamiek, het karakter van het ziek zijn en de mate en het niveau van |
| ontwikkeling van de pathologie. Het geneesmiddel in deze situaties kan en zal veelal het mineraal |
| geïndiceerde constitutiemiddel zijn. De psora is in de juiste baan, de patiënt reageert curatief, er zijn |
| geen storende incidenten of epidemische ziekten. De constitutie van de patiënt is in relatieve rust, de |
| symptomen zijn duidelijk evenals het geïndiceerde geneesmiddel. In zo‟n situatie kan bij goed diep en |
| curatief reageren het minerale antipsorische geneesmiddel gegeven worden tot wat in de homeopathie de |
| „eindverergering‟ genoemd wordt. Met de eindverergering bedoelde Hahnemann de situatie dat de |
| patiënt na een langere periode gebruiken van het voor hem of haar minerale constitutie middel, aan het |
| eind van de innames een lichte terugval in de oorspronkelijke symptomatologie bespeurt. Dan dient de |
| patiënt te stoppen met de geneesmiddelinnames. Het begrip eindverergering is in deze uitsluitend |
| voorbehouden aan het minerale constitutiemiddel. |
| Organon §280:.."Zo lang het middel helpt en geen nieuwe hinderlijke symptomen oproept, wordt het in |
| geleidelijke verhoging zolang gecontinueerd tot de zieke, terwijl hij zich over het geheel beter voelt, een |
| of meer van zijn oude,oorspronkelijke klachten opnieuw in gematigde vorm begint te bespeuren. |
| Bij zo‟n geleidelijke verhoging van de zeer beperkte doses, die iedere keer door schudden zijn |
| gemodificeerd (§274), wijst zoiets erop dat de genezing dichtbij is. Het toont namelijk, dat het |
| levensbeginsel het bijna niet meer nodig heeft bewerkt te worden door de gelijkende geneesmiddelziekte, |
| om daardoor het gevoel voor de natuurlijke ziekte kwijt te raken ( §148). Het laat zien, dat het |
| levensbeginsel nu bevrijd raakt van de natuurlijke ziekte en alleen nog maar wat last begint te krijgen |
| van die homeopathische geneesmiddelziekte die men anders homeopatische verergering pleegt te |
| noemen…". |
| Zo vormt de eindverergering het teken dat de patiënt zeer waarschijnlijk is genezen van de psorisch |
| chronisch miasmatische ziekte. Alle andere homeopatische verergeringen die zich gedurende de |
| behandeling bij de minerale geneesmiddelen maar ook bij de niet minerale geneesmiddelen kunnen |
| voordoen, hebben een andere oorzaak en reden en verdienen derhalve niet het predikaat eindverergering. |
| Vraag 5 - Is er sprake van een klachtenpatroon behorende bij een ziekte-tendens zoals die in de familie |
| van de patiënt voorkomt? |
| De erfelijke belastingen vormen een indicatie voor het gebruik van de daarbij horende nosoden. De |
| hereditaire tendens ontstaat doordat de ziekten waarmee het voorgeslacht is geconfronteerd niet goed tot |
| een oplossing zijn gebracht en niet tot immuniteit aanleiding hebben gegeven. Zoals we ook de kleur van |
| de ogen en haren via overerving meekrijgen worden deze ziektetendensen ook als een soort aangeboren |
| „zwaktes‟ of pathologische tendens meegegeven. Heeft het voorgeslacht wel immuniteit als „vermogen‟ |
| opgebouwd, werkt dit op positieve wijze door in het nageslacht als verminderde predispositie, |
| verminderde vatbaarheid ofwel verhoogde immuniteit. |
| Afhankelijk van de duidelijkheid van het beeld betreffende de erfelijke belasting kan er alleen een |
| nosode voorgeschreven worden, of een nosode in afwisseling met een plantaardig of mineraal |
| geneesmiddel voorgeschreven op de overige symptomen (behorende bij het incident, de tussenziekte of |
| de constitutionele symptomen van de patiënt). Dit betekend dat de op de verschillende ziektesoorten |
| geïndiceerde geneesmiddelen in afwisseling voorgeschreven dienen te worden. In afwisseling omdat |
| beide gerechtvaardigd zijn door de zich manifesterende symptomatologie die te herleiden zijn naar hun |
| verschillende pathologische oorsprong. |
| 93 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-93-2048.jpg"/> |
| lagere L.M potentie dient te worden voorgeschreven. |
| De erfelijke belasting, als predispositie voor ziekte, zal anders blokkerend werken op de curatieve actie |
| van het minerale of plantaardige geneesmiddel of op de reactie van de dynamus daarop. Als de nosode |
| wat hoger gedynamiseerd wordt voorgeschreven dan het plantaardige of minerale geneesmiddel zien we |
| deze genezing blokkerende conflict- situatie niet meer of veel minder. |
| 94 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-94-2048.jpg"/> |
| middel (Een tautopatisch middel is een geneesmiddelpotentie gemaakt van het allopatische middel dat |
| het probleem veroorzaakt). |
| We spreken hier veelal van een situatie waarbij de patiënt of al een langere tijd een bepaald allopatisch |
| geneesmiddel heeft gebruikt, of door een allergische reactie op een bepaald medicament mogelijk schade |
| heeft opgelopen waardoor er deze niet meer op de geïndiceerde homeopatische geneesmiddelen kan |
| reageren. Het specifiek op deze „blokkade‟ voorschrijven zal dan veelal de oplossing blijken te zijn voor |
| de gerezen problemen. Als tautopatische middelen worden bijvoorbeeld gebruikt penicillinum bij het |
| gebruik en verkeerd reageren op penicilline, prednisolonum bij het misbruik en de gevolgen van |
| prednison etc. etc. De praktijk van alle dag staat bol van voorbeelden. Veelal worden echter eerst de |
| reeds bekende homeopatische geneesmiddelen voor deze situaties gebruikt zoals: Sepia bij pilgebruik, |
| Nux-v. bij gebruik van tranquillizers, Sulphur of Carbo-v. bij klachten ten gevolge van het gebruik van |
| antibiotica etc... Natuurlijk dient er ondanks de ogenschijnlijke oorzaak altijd op de symptomen te |
| worden voorgeschreven, veelal blijken het echter de genoemde middelen te zijn. |
| Is er voldoende zicht op de overige ziekte symptomatologie, dan kan er in overeenstemming met deze |
| symptomen (incident, tussenzieke, miasmatische belastingen etc.) voorgeschreven worden in afwisseling |
| met het geïndiceerde geneesmiddel bij de iatrogene ziekte. Door het complementaire effect versterken ze |
| elkaar in hun effect op de patiënt, daar waar ze indien onbehandeld elkaar alleen maar blokkeren. |
| Zo vinden we in het repertorium onder het hoofdstuk „generals‟ de sub rubriek „medicine‟ en „allopathic |
| abuse‟ de geneesmiddelen die dienstig zijn in het neutraliseren van de negatieve reacties op het gebruik |
| van diverse allopatische medicatie. Natuurlijk vertoont de patiënt ook hier niet het specifieke |
| constitutionele beeld van het homeopatisch geneesmiddel wat ter neutralisatie ingezet dient te worden. |
| Het is dan ook niet geïndiceerd als constitutiemiddel. Dit geneesmiddel wordt veelal op beperkte |
| symptomatologie ingezet. Merendeels omdat de patiënt op het geïndiceerde constitutiemiddel niet |
| adequaat reageerde. |
| Vraag 7 - Is er sprake van een geblokkeerd reactie patroon op het geïndiceerde en voorgeschreven |
| minerale constitutionele geneesmiddel ? Waardoor? |
| *Psorische indifferentie? |
| *Erfelijke belasting? |
| *geneesmiddelgebruik? |
| *omstandigheden, biografische elementen? |
| Schrijf dan voor op de verstorende factor. Reageert de patiënt goed op het geneesmiddel voorgeschreven |
| op de ziekteverwekkende of onderhoudende omstandigheden dan mogen we ook verwachten dat de |
| patiënt goed zal reageren op het dieper werkende antipsorische minerale constitutiemiddel. Dit kan dan |
| vervolgens voorgeschreven worden eventueel, zolang noodzakelijk, in afwisseling met het geneesmiddel |
| dat voorgeschreven werd op de acute ziektesituatie of blokkade. Dit tot een ongehinderde curatieve |
| reactie op het constitutionele minerale geneesmiddel plaatsvindt. Pas dan is het verantwoord het |
| ondersteunende geneesmiddel weg te laten. |
| De genoemde psorische indifferentie komen we in de behandeling van de patiënt daar tegen wanneer er |
| na een aanvankelijk positief en curatief reageren plotseling een eind gekomen lijkt te zijn aan de |
| gevoeligheid van de dynamus voor homeopatische prikkels. Wat we ook doen in potentie en dosering |
| met het geïndiceerde homeopatisch minerale constitutiemiddel, de patiënt reageert niet of met |
| verergeringen, welke vervolgens niet omgezet worden in verbeteringen in het welbevinden van de |
| 95 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-95-2048.jpg"/> |
| Chronische ziekten blz.155:.."overigens zal het, naarmate enige veranderingen in de symptomen |
| optreedt, ook hier vaak nuttig zijn tussen de doses pure Sulphur soms een kleine gift Hepar sulphuris te |
| voegen, eveneens in verschillende potentiegraden (als er van tijd tot tijd meerdere giften noodzakelijk |
| worden). Niet zelden kan ter afwisseling naar gelang van de omstandigheden een dosis Nux vomica C30 |
| of ook mercurius (C30) worden gegeven…".. |
| Dit voor wat betreft de behandeling van primaire psora die in deze fase nog min of meer het karakter |
| draagt van een acute ziekte. |
| Chronische ziekten blz. 156:.."Maar toch ontstaan er bij zeer langdurige en gecompliceerde, meestal |
| tevoren allopatisch verknoeide ziekten bijna altijd de noodzaak, van tijd tot tijd gedurende de kuur weer |
| eens een dosis Sulphur of Hepar sulphuris te geven (al naar gelang van de symptomen). Dat moet ook |
| als de patiënten al eerder verknoeid waren door grote allopatische zwaveldoses en door |
| zwavelhoudende baden. In die gevallen geven we eerst een dosis Mercurius C30. |
| Opvallend is dat Hahnemann kennelijk ongeacht de symptomen Mercurius gebruikt als antidote voor de |
| overdosering met zwavel. Vanuit de classificatie van ziekten is dit echter heel helder en inzichtelijk te |
| maken. |
| Zoals ook in alle bovengenoemde situaties veranderd de patiënt niet spoorslags in een constitutionele |
| Nux vomica of Mercurius patiënt. Constitutionele Nux vomica en Mercurius patiënten bestaan vanuit de |
| optiek van Hahnemann niet, en dus zijn de indicaties voor deze geneesmiddelen in bovengenoemde |
| situaties andere dan constitutionele. |
| De benadering vanuit Organon en Chronische ziekten, vanuit de ziekte-classificatie en de daaraan |
| gekoppelde miasmaleer brengt een veel groter begrip van de patiënt en de therapeutische mogelijkheden |
| van de homeopathie binnen het bereik van de homeopaat. |
| Als we onderkennen dat we alle elementen zoals we deze in de ziekteclassificatie omschreven vinden bij |
| al onze patiënten tegen kunnen komen geeft dat heel veel richting aan de behandeling door de |
| homeopaat. |
| Van nu af aan weet de homeopaat altijd wat hij aan het doen is, wat hij aan het behandelen is, met andere |
| woorden, waar de patiënt zich bevind in de constitutiebehandeling en waar hij naar toe moet, het geeft |
| duidelijker richting aan tijdens de behandeling. |
| Het is het doel om vanuit de periferie van de patiënt, vanuit de problemen in de biografische sfeer, mede |
| door hem te verlossen van de knellende erfelijke pathologische belastingen, te komen tot het |
| voorschrijven op de diepste endogene miasmatische verstoringen, voornamelijk de psorische. Dit om |
| door het neutraliseren van de psorische belasting de patiënt de mogelijkheid te geven een vernieuwde |
| gezondheid te verwerven. Zo hebben de plantaardige, de dierlijke geneesmiddelen, de tautopatische |
| middelen en de nosoden als functie het neutraliseren van die belemmeringen die de werkelijke endogene |
| antipsorische genezing door de minerale constitutionele geneesmiddelen in de weg staan. Ze staan als |
| het ware om de minerale middelen heen om hun werking mogelijk te maken te bevorderen en te |
| ondersteunen. Het is daarom dat Hahnemann ze benoemde als behorende tot de meer algemene of |
| overige homeopatherapie. In de praktijk van alle dag is het werken vanuit de achtergrond van de |
| ziekteclassificatie zeer praktisch en effectief. De verschillende geneesmiddelgroepen worden dan daar |
| gebruikt waar hun grootste geneeskrachtige vermogen ligt, en op dat moment dat het aan de orde is, |
| geïndiceerd door de geclassificeerde symptomatologie. |
| Het hebben van inzicht in de miasmatische belastingen, de ziekteclassificatie en ziektedynamica is bij |
| deze wijze van voorschrijven voorwaarde. |
| 96 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-96-2048.jpg"/> |
| pathologische tendens worden bepaald, en de bijbehorende geneesmiddelen worden voorgeschreven op |
| een wijze en in een frequentie passend bij hun dynamiek. Opdat als gevolg van het uiteindelijke |
| antipsorische effect van de behandeling de patiënt zich kan verheugen in een duurzaam herwonnen |
| gezondheid, hetgeen genezen wordt gemoemd. |
| Samenvatting: |
| Het einddoel van de homeopatische behandeling is de antipsorische behandeling van de dynamus. |
| In de analyse maken we gebruik van het classificeren van de symptomen van de patiënt als behorende bij |
| de verschillende ziektevormen. |
| Het classificeren is een synthetiserend proces (niet een eliminerend, symptoom verwijderend proces). |
| De holistische benadering van de patiënt wordt door het classificeren mogelijk. |
| Pathologische tendensen kunnen middels het classificeren al in een vroeg stadium onderkend worden. |
| De behandelmogelijkheden worden navenant effectiever. |
| 97 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-97-2048.jpg"/> |
| Zoals we in het voorgaande hoofdstuk hebben gezien heeft de patiënt over het algemeen te maken met |
| een diversiteit aan klachten die we vanuit de ziekteclassificatie omschrijven als uitdrukking van |
| verschillende ziektesoorten.(incident, miasmatisch, hereditair, epidemisch etc.) |
| Bij ieder ziektesoort hoort een groep geneesmiddelen waardoor er een hiërarchie tussen de verschillende |
| homeopatische geneesmiddelgroepen ontstaat. Zo komen de homeopatische geneesmiddelen in |
| onderlinge verhouding tot elkaar te staan. Het zijn deze onderlinge verhoudingen die we in de materia |
| medica terugvinden onder de vermelding geneesmiddelrelaties. Deze blijken bij het opeenvolgend |
| voorschrijven van homeopatische geneesmiddelen belangrijk te zijn. Zo kennen we een aantal |
| onderlinge verhoudingen tussen geneesmiddelen. |
| Wanneer onder de noemer geneesmiddelrelaties de onderlinge relatie wordt benoemd als antidote houdt |
| dit in dat de werking van het eerst gegeven geneesmiddel door het 2e en later gegeven geneesmiddel |
| wordt geantidoteerd. |
| Dit betekend dat het tevoren gegeven geneesmiddel wordt stopgezet en zijn werking niet langer kan |
| voortzetten. |
| Af en toe wordt van dit onderlinge vermogen van homeopatische geneesmiddelen bewust gebruik |
| gemaakt ten einde geneesmiddelverergeringen te voorkomen of weer in de hand te krijgen. De |
| homeopaath zoekt dan naar het geneesmiddel dat passend bij de symptomen zich tot het gegeven |
| geneesmiddel als antidote verhoudt. Vaak gebeurt het als een soort noodgreep die bij correct |
| voorschrijven slechts zelden hoeft te worden toegepast. |
| Er is echter een veel charmantere en mildere manier van het neutraliseren van een overreactie op |
| homeopatische geneesmiddelen. Deze wordt bij de L.M. methode veelvuldig wordt toegepast teneinde |
| een optimaal verloop in het genezingsproces te bewerkstelligen maar kan ook bij het gebruik van C |
| potenties zeer wel dienst doen. |
| Regelmatig wanneer er een verergering optreedt als reactie op een homeopatisch geneesmiddel is er |
| sprake van het gebruik van een onjuiste potentie, van een te grote of te frequente dosering. Het is de |
| combinatie van de hoogte van de potentie maar meestal vooral de hoeveelheid van het geneesmiddel dat |
| is ingenomen dat de verergering veroorzaakt. |
| Het gemakkelijkst en het meest geruisloos laat zich deze overreactie neutraliseren door hetzelfde |
| geneesmiddel, in de zelfde potentie, in een verder verdunde, dosis na slechts 2x schudden nogmaals te |
| geven en eventueel daarna nogmaals. |
| Totdat de dynamus zich weer op een milde en constructieve manier laat stimuleren. Hiervoor is echter |
| wel noodzakelijk dat de homeopaath het geneesmiddel in vloeibare vorm voorschrijft omdat alleen in |
| vloeibare vorm de verdere dynamisering van het geneesmiddel tussen iedere volgende inname mogelijk |
| wordt. Ook in de 4e editie van het Organon heeft Hahnemann zich hierover uitgelaten. |
| Organon 4e editie 1829, §269:…." Dat iedere artsenij het |
| duidelijkst en vergelijkbaarst in oplossing werkt maakt dat de verstandige genezer (Heilkünstler) alle |
| geneesmiddelen zo(in oplossing) voorschrijft die door hun natuur niet verlangen dat men ze in |
| poedervorm aanwend….".. |
| 98 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-98-2048.jpg"/> |
| reduceren wordt het 2e geneesmiddel slechts gelijksoortig aan het voorgaande en niet meer gelijk. Deze |
| dosis vormt dan tegelijkertijd de optimale prikkel voor het hierboven omschreven doel, het antidoteren |
| van de overreactie. Na het neutraliseren van de overreactie zal een volgende, meer passende dosis van |
| het geneesmiddel de dynamus tot de gewenste milde reactie kunnen stimuleren. |
| Innimical betekend vijandig, hetgeen wil zeggen dat de betreffende geneesmiddelen niet na elkaar |
| gegeven kunnen worden omdat dat voor de patiënt vervelende gevolgen kan hebben. Er kunnen heftige |
| verergeringen optreden tot een ziektecrisis aan toe, een risico dat men zeker loopt in geval van ernstige |
| pathologie of bij patiënten die substitutietherapie nodig hebben zoals bijvoorbeeld insuline. Dit |
| innimical fenomeen doet zich echter alleen voor bij het gebruik van C potenties. Als de homeopaath |
| L.M. potenties gebruikt komt dit nadeel van innimical relatie te vervallen en kunnen alle mogelijk |
| geïndiceerde geneesmiddelen naar behoefte door elkaar gebruikt worden zonder zat men bang hoeft te |
| zijn voor vervelende reacties vanwege onderlinge geneesmiddelconflicten. |
| Following well betekend zoals de woorden al aangeven dat de vermelde geneesmiddelen goed op elkaar |
| volgen. |
| Het laatst gegeven geneesmiddel wordt dan niet in zijn werking gehinderd door de mogelijke na effecten |
| van het daarvoor gegeven homeopatisch geneesmiddel. Het eerst gegeven geneesmiddel draagt echter |
| ook niet actief bij aan een betere reactie op het daaropvolgende. Deze geneesmiddelen bezitten zogezegd |
| wanneer in C potentie gegeven wel een positieve verhouding tot elkaar. Wederom wanneer |
| voorgeschreven wordt in L.M.potenties verdragen alle verschillende geneesmiddelen zich onderling |
| goed en komen in een complementaire verhouding tot elkaar te staan. |
| Compatible houdt in dat de invloeden van de verschillende geneesmiddelen elkaar verdragen, elkaar |
| niet verstoren maar ook niet elkanders werking ondersteunen of benadrukken. Meestal is de compatible |
| situatie die waarbij het eerste geneesmiddel waaneer zijn werkingsduur nog niet totaal verstreken is, in |
| zijn actie niet verstoord wordt door het tweede er bijkomende homeopatische geneesmiddel. Ze |
| verdragen elkaar en kunnen naast elkaar bestaan. Bij het voorschrijven van Centisimale potenties is dit |
| een geruststellende gedachte. Het zal in ieder geval de patiënt niet in problemen brengen, ook niet |
| wanneer een geneesmiddel onverhoeds onterecht zou zijn voorgeschreven. |
| De complementaire relatie wordt gezien als de meest positieve onderlinge relatie tussen verschillende |
| geneesmiddelen en is die relatie waarbij ze elkaar ondersteunen en versterken in hun onderlinge effect |
| op de patiënt. Het is dan alsof de effecten van de geneesmiddelen samenwerken, elkaar bevorderen en |
| een soort win-win situatie creëren. Het is deze verhouding die we complementair noemen. De |
| complementaire relatie is homeopatisch de meest wenselijke situatie omdat de rendementen van de |
| verschillende geneesmiddelen optimaal tot hun recht komen ten gunste van de patiënt. |
| Als er bij een volgend voorschrift tussen het nieuwe en het voor laatste geneesmiddel een |
| complementaire relatie bestaat, strekt dit tot aanbeveling van het nieuwe voorschrift. |
| Bestaat de complementaire relatie dan geniet het complementaire geneesmiddel bij „gelijk‟ geïndiceerd |
| zijn van een ander geneesmiddel, meestal de voorkeur. Het is dit vraagstuk dat speelt bij het gebruik van |
| C potenties. Wanneer de geneesmiddelen in L.M.potentie worden voorgeschreven spelen conflictrelaties |
| geen enkele rol meer en gaan alle geneesmiddelen zich als zijnde complementair aan elkaar gedragen. |
| 99 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-99-2048.jpg"/> |
| Chronische ziekten, ten opzichte van elkaar. |
| Zo kan iemand die chronisch psorisch ziek is ook onder een auto komen. Op dat moment is de Arnica |
| die geïndiceerd is op basis van het acute trauma complementair ten aan zien van de ziektesoort onder |
| welke deze patiënt met een chronische Sulphur constitutie gebukt gaat. Het is immers deze Sulphur |
| patiënt die het ongeluk ondergaat. |
| Een groot verschil tussen de Arnica staat van zijn, op basis van het acute incident, en de chronische |
| Sulphur constitutie is dat de eerste de laatste in alle opzichten zal domineren. |
| De heftigheid en de kracht van het incident, de acuut dynamische verstoring, zal de werking van de |
| daarvoor gegeven Sulphur sterk afremmen of zelfs totaal blokkeren. Geven we in deze situatie wel de |
| Arnica waar de patiënt middels de symptomen om vraagt, dan werkt de Sulphur vaak nog even door. |
| Chronische ziekten blz. 157:.."Deze methode, via ruiken het gepotentieerde middel op de patiënt te laten |
| inweken, heeft grote voordelen bij de velerlei incidenten (tegenslagen), die de behandeling van de |
| chronische ziekten niet zelden plegen te storen en te onderbreken. Om die hindernissen zo snel mogelijk |
| weer uit de weg te ruimen, kan men de patiënt dan het beste het tegenmiddel ook in meer of mindere |
| sterkte via ruiken laten ontvangen. Dit garandeert de vlugste inwerking op de zenuwen en geeft |
| zodoende ook het snelste baat, zodat de voortzetting van de behandeling der chronische ziekte ook het |
| minst wordt opgehouden. Ja, als het incident op deze manier snel uit de weg wordt geruimd, werkt het |
| tevoren ingenomen antipsorische geneesmiddel soms nog enige tijd door. In dat geval moet echter de |
| dosis van het ruikmiddel tegen de ziekelijke storing zo bemeten worden, dat zijn werking slechts juist |
| toereikend is om het nadeel van de tegenslag uit te wissen, zonder dieper te gaan of nog langer zijn |
| werking te kunnen voortzetten….". |
| Volgens de ervaring van Hahnemann is de dynamus bij machte, terwijl het zwaartepunt van dat moment |
| op het neutraliseren van het incident ligt, in de diepte de reactie op het tevoren ingenomen antipsorische |
| geneesmiddel voort te zetten. Ondanks het incident gaat de genezing van de chronische ziekte in de |
| diepte, omdat deze van een totaal andere intensiteit en kracht is, gewoon door. Zeker daar waar de |
| invloed van de tegenslag door passend homeopatisch voorschrijven tot een minimum beperkt wordt. |
| Het antipsorische geneesmiddel werkt door terwijl er een ander geneesmiddel (plantaardig of dierlijk van |
| origine) op het incident wordt voorgeschreven. Sterker nog wanneer de invloed van het incident zo snel |
| mogelijk wordt geneutraliseerd werk het tevoren ingenomen antipsorische geneesmiddel vaak nog enige |
| tijd door, terwijl het waarschijnlijk anders geblokkeerd zou worden door de gevolgen van het incident. |
| In deze werken de geneesmiddelen op het incident en de chronische ziekte als in complementaire |
| verhouding. |
| Toen Hahnemann in 1835 de Chronische ziekten schreef werkte hij nog uitsluitend met Centisimale |
| potenties, de potenties waarbij zich ook conflictrelaties voor kunnen doen. In de laatste 5 jaren van zijn |
| leven, de Parijse periode, heeft hij gewerkt aan en met de nieuwe potenties die alle beperkingen die aan |
| de C potenties kleven niet meer zouden blijken te bezitten. Volgens Hahnemann zijn de L.M. potenties |
| dan ook ver superieur aan de C potenties. |
| Organon voetnoot 1 §276:…"De lof, die in de laatste tijd door enkele homeopathen wordt toegezwaaid |
| aan de groter doses, berust voor een deel op het feit, dat ze de lagere potenties van de aan te wenden |
| medicijn gebruikten volgens de tot nu toe gebruikelijke wijze gedynamiseerd (zoals ook ikzelf vele jaren |
| bij gebrek aan beter weten heb gedaan) …….". |
| 100 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-100-2048.jpg"/> |
| doses bevatten daar deze potenties slechts 1op 100 worden verdund. |
| De verdunning van de L.M potentie is 1 op 50.000 en deze bevat dan ook een evenredig geringere dosis |
| van de oorspronkelijke geneesmidelsubstantie.. |
| Dat de conflictrelaties bij het gebruik van L.M. potenties verdwijnen heeft in de behandeling van de |
| incidenten het grote voordeel dat deze de behandeling van de chronische ziekte niet ingrijpend verstoord. |
| Dit is bij het correcte gebruik van C potenties al niet het geval. Bij L.M. gebruik kunnen we op basis van |
| het complementaire effect zelfs overwegen het acute geneesmiddel, zo lang het nodig blijkt, af te |
| wisselen met het geneesmiddel dat voorgeschreven was op de chronisch psorische constitutionele |
| symptomatologie. |
| Uit ervaring blijkt dan vervolgens dat het geneesmiddel voorgeschreven op de chronisch constitutionele |
| symptomen beter gaat werken wanneer het geneesmiddel op het incident, zolang er nog restanten van |
| zichtbaar zijn, er aan vooraf gaat. Het lijkt alsof het geneesmiddel dat de dynamus uit de acute situatie |
| helpt komen door zijn werking, een kanaliserend, een gezondheid bevorderend en vitaliserend effect |
| heeft op diezelfde levenskracht. Het bereidt de werking van het chronisch minerale geneesmiddel als het |
| ware voor. |
| Daardoor kan er vanuit deze verhoogde activiteit, in één doorgaande, vloeiende beweging veel meer |
| verbetering bewerkstelligt worden dan wanneer de stagnerende chronisch zieke dynamus, vanuit stasis, |
| in beweging gebracht moet worden. |
| In de afwisseling van het geneesmiddel, voorgeschreven op het incident, en het geneesmiddel |
| voorgeschreven op de chronisch psorisch ziektetoestand, komt de gezonde vitaliteit vrij gemaakt onder |
| invloed van het plantaardige of dierlijke middel voorgeschreven op het incident direct ter beschikking |
| voor een diepere curatieve reactie op het geneesmiddel voor de chronische ziekte. Dit geneesmiddel zal |
| vervolgens veel beter gaan werken en een hogere curatieve waarde opleveren. De geneesmiddel |
| werkingen sluiten elkaar niet uit maar versterken en ondersteunen elkaar door het op elkaar afgestemde, |
| complementaire curatieve effect op de levenskracht. |
| De patiënt die bij voortduring onder stress gebukt gaat zal vanwege zijn basale psorische gesteldheid |
| maar moeilijk tot de noodzakelijke, zijn leven verbeterende, ingrijpende keuzes geneigd zijn. Het gevolg |
| is meestal dat de patiënt doorgaat te volharden in het maken van dezelfde, tegen het eigen leven gerichte, |
| fouten. Dit gaat „goed‟ totdat de patiënt acuut ziek wordt en de zelfde, zelf vernietigende, leefwijze niet |
| meer volgehouden kan worden. De ontstane overmachtsituatie werkt dwingend en bepalend. |
| Met een hartinfarct of hersenbloeding in het ziekenhuis heb je als patiënt niet meer zo veel in te brengen. |
| Meestal wordt er in zo‟n situatie gewoon voor je beslist wat er moet gebeuren. |
| Bij de nog in de stress fase verkerende chronisch zieke patiënt zal het antipsorische minerale |
| constitutiemiddel veelal ook niet een optimaal reactiepatroon laten zien. Vaak zien we eerder nog een |
| versterking van de problematiek doordat de patiënt op basis van het feit dat hij zich wat beter voelt als |
| reactie nog harder gaat werken om toch maar vooral de in het vooruitzicht gestelde promotie niet mis te |
| lopen. |
| Dit gebeuren blijkt zeer schadelijk te zijn voor het rendement van de behandeling van de chronische |
| ziekte en dus voor de patiënt. |
| De werksituatie zouden we in deze kunnen definiëren als een incident met een biografisch karakter, |
| waarmee gezegd wil zijn dat deze patiënt vaak al vele jaren bezig is op deze pathologische wijze carrière |
| te maken. |
| 101 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-101-2048.jpg"/> |
| Staphisagria, Nux vomica, Rhust toxicodendron etc, etc. En dat terwijl we wellicht te maken hebben met |
| een constitutionele Silicea patiënt. |
| De Silicea zal de patiënt stimuleren om de chronische ziektesituatie te herstellen en om te zetten in een |
| nieuw en gezond evenwicht. Levensgroot is echter het risico dat onze patiënt vanuit de gestreste |
| leefsituatie de door de behandeling vrijgekomen energie per direct gaat aanwenden voor de competitie |
| met zijn collega‟s, in een verwoedde poging nu de „winst‟ binnen te halen. Aldus de verbetering die door |
| de Silicea bewerkstelligd is wederom in zijn pathologische carrière drang te investeren. Meer van |
| hetzelfde dreigt dan. |
| Wordt echter bijvoorbeeld op de vermeende „onrechtsituatie‟ op het werk, eerst gekozen voor een |
| geneesmiddel als Staphisagria of Nux vomica (natuurlijk op de karakteristieke, subjectieve symptomen |
| van de patiënt!), dan ontstaat er wat meer ruimte en rust, een wat minder geërgerde mentaal- emotionele |
| situatie. De patiënt krijgt daardoor de gelegenheid, dat wat tot voor kort super belangrijk leek, wat meer |
| te relativeren en kan wat meer „afstand‟ nemen. Het is in deze meer ontspannen ruimte, dat de |
| vervolgens ingenomen Silicea een veel dieper helend effect aan de dag kan leggen. |
| Omdat de patiënt de volgende dag toch weer naar zijn werk gaat, zich weer terug begeeft in dezelfde |
| stressvolle leefsituatie, is er bij voortduring de dreiging van terugval in oude patronen. |
| Door een tijdlang een geneesmiddel als Staphisagria of bijvoorbeeld Nux vomica in afwisseling te geven |
| met Silicea word de patiënt op een milde manier de mogelijkheid geboden keuzes te maken die leiden |
| naar het ontsnappen uit deze mogelijk dodelijke tredmolen. In deze worden Staphisagria of Nux vomica |
| op de leef- en werkomstandigheden van de patient voorgeschreven en Silicea op de chronische |
| constitutie. |
| Chronische ziekten blz.160:.."Als incidenten die de (antipsorische) kuur slechts tijdelijk storen, |
| beschouw ik:…..o.a. Ergernis met verontwaardiging, diepe innerlijke krenking (als men dan weggooit |
| wat men juist in de hand heeft: Staphisagria.) en als er verontwaardiging is met stille (opgekropte) |
| innerlijke krenking (hiervoor Colocynthis). Ongelukkige liefde met stil verdriet (Ignatia), ongelukkige |
| liefde met jaloezie (Hyoscyamus)….". |
| Wanneer zoals Hahnemann al beschrijft, deze incidenten de behandeling van de chronische ziekten |
| storen, hebben we in de o.a. hierboven beschreven plantaardige middelen, geneesmiddelen die niet |
| alleen de patiënt helpen het incident te overkomen maar vervolgens ook de werking van het dieper |
| werkende antipsorische geneesmiddel bevorderen. De ontwikkelingen in de westerse samenleving in de |
| laatste jaren wekt de indruk dat we in de leefomstandigheden van de mensen met veel van dergelijke |
| stress en stoorfactoren te maken hebben, en dat we dus frequent van de diensten van de plantaardige en |
| dierlijke geneesmiddelen gebruik dienen te maken. Bij een éénmalig centisimaal voorschrift en tussen de |
| verschillende doses „lang‟ wachten komen we dan, de leefomstandigheden in ogenschouw nemend, aan |
| het constitutioneel behandelen wellicht niet eens toe. |
| Deze op de verschillende ziektesoorten voorgeschreven geneesmiddelen dienen niet tegelijk worden |
| ingenomen, maar in afwisseling met elkaar. Er is sprake van een duidelijke functie ten opzicht van |
| elkaar. Het plantaardige geneesmiddel dient er aan mee te werken dat het op de chronische constitutie |
| werkende minerale geneesmiddel optimaal kan werken. Dus dient, in het geval van in afwisseling |
| voorschrijven, het plantaardige geneesmiddel voorafgaand aan het minerale geneesmiddel gegeven te |
| worden. |
| Onder de incidenten vallen niet alleen de meer emotionele en stress toestanden maar ook zaken als |
| kouvatten, voedselvergiftiging, klachten ten gevolge van schrik, verbrandingen, vertillen verrekken etc. |
| 102 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-102-2048.jpg"/> |
| gebruiken i.p.v. een maaltijd, en een beetje koffie drinken, dan bedorven maag door vet vlees, vooral |
| varkensvlees (herstel door honger en Pulsatilla),……Klachten door spiritualiën (Nux vomica), bedorven |
| maag met gastrische koorts, rillerigheid en kou (Bryonia )…..Vertillen en verrekken (in enkele gevallen |
| Arnica, maar het zekerst te verhelpen met Rhus toxicodendron)…". |
| Ook deze zaken kunnen als ze een wat heftiger verloop hebben de behandeling van de chronische ziekte |
| verstoren. Dit was in de tijd van Hahnemann al zo en is dat tot op de dag van vandaag. Vandaar dat |
| Hahnemann bij de beschrijving van de effecten van de incidenten ook aandacht besteed aan deze |
| verstorende invloeden en vervolgens aangeeft dat de homeopaath ook deze moet behandelen ten einde de |
| antipsorische behandeling zo spoedig mogelijk voort te kunnen zetten. |
| Zoals hij het beschrijft wordt er in deze situatie op een beperkte symptoomgroep voorgeschreven. Het |
| incident wordt als acute ziekte behandeld, waarbij het totaalbeeld van de acute ziekte is meestal zeer |
| beperkt is. Er wordt dan ook in dergelijke situaties zoals dat heet op sleutelsymptomen, de zogenaamde |
| key-notes, voorgeschreven. |
| Dit blijkt ook uit de beperkte symptomengroep die voor Hahnemann de indicatie zijn tot voorschrijven |
| van de betreffende plantaardige geneesmiddelen. Er wordt in deze dan ook niet op de constitutie voor |
| geschreven maar op een incident. |
| Wat voor de behandeling van de incidenten geld ten aanzien van hun storend effect op de behandeling |
| van de chronisch zieke patiënt geld ook voor de invloed van wat Hahnemann de tussenziekten of |
| collectieve ziekten noemt. Het zijn die ziekten die meestal als epidemieën hun weg door de wereld |
| banen. Ook hier geld wederom dat afhankelijk van de heftigheid en de ernst van de epidemie er al dan |
| niet behandeld moet worden. In de tijd van Hahnemann waren de epidemische ziekten kennelijk meer |
| aan de orde van de dag maar ook in de huidige tijd lijken we aan de vooravond te staan van opleving van |
| ingrijpende epidemische ziekten. |
| Zoals we kunnen zien gebeuren hebben dit soort besmettelijke, epidemische ziekten vaak een zeer lange |
| nasleep. |
| Jongeren kunnen lang te kampen hebben met de gevolgen van de ziekte van pfeiffer, maar ook een |
| ordinaire soort griep kan, indien onbehandeld, de behandeling van de chronisch zieke patiënt gedurende |
| langere tijd blokkeren. Het wel behandelen van deze acute ziekten dient dan ook niet alleen het doel het |
| lijden aan deze ziekte te bekorten maar zeer zeker ook daardoor de patiënt in de positie te brengen dat de |
| behandeling van zijn chronische ziekte op de meest efficiënte wijze doorgang kan vinden. |
| Chronische ziekten blz.161:… "Maar we hebben gedurende de behandeling der chronische ziekten door |
| antipsorica ook helemaal niet zo zelden behoefte aan de overige niet-antipsorische |
| geneesmiddelvoorraad, nl. in die gevallen, waarin tussenziekten (morbi intercurrentes), die epidemisch |
| maar soms alleen sporadisch de mensen aantasten en gewoonlijk door meteorische of tellurische |
| oorzaken zijn ontstaan, onze chronische ziekten niet onaangetast laten en op die manier de antipsorische |
| kuur niet alleen maar storen, maar vaak gedurende langere tijd onderbreken. Hier komen we te hulp met |
| de overige homeotherapie….". |
| Ook in het geval van de epidemische ziekten, is adequate behandeling, volgens Hahnemann met de |
| geneesmiddelen uit de sfeer van de overige homeotherapie gewenst. |
| Wat Hahnemann onder de overige homeotherapeutische geneesmiddelen verstond wordt duidelijk als we |
| de vermelde geneesmiddelen onder de incidenten op hun oorsprong bezien. |
| 103 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-103-2048.jpg"/> |
| Dientengevolge betreffen de overige homeotherapeutische geneesmiddelen, die middelen, die betrokken |
| worden uit een andere bron dan het mineralenrijk. |
| Het karakter van de zo genaamde epidemische ziekte draagt alle kenmerken van een acute ziekte. Ze |
| wordt ook als zodanig behandeld. De essentie van het acute ziektegebeuren drukt zich veelal uit in een |
| beperkte symptomen groep en dus hoort de behandeling hiervan relatief eenvoudig te zijn. De |
| symptomen worden de oplettende homeopaat als op een presenteerblaadje aangeleverd. |
| Organon §82:….."Bij acute ziekten vallen de hoofdsymptomen nl. |
| vlugger op en laten zich snellen inprenten en daarom is er voor de |
| anamnese veel minder tijd nodig en valt er veel minder na te vragen |
| (omdat het meeste zichzelf presenteert), dan bij de veel moeilijker |
| vindbare symptomen van een al meerdere jaren geleidelijk |
| voortgeschreden chronische ziekte….". |
| In de praktijk van de grondlegger van de homeopathie, Samuel Hahnemann, kwam het voor dat de |
| geïndiceerde homeopatische geneesmiddelen in afwisseling ook met korte intervallen gegeven werden. |
| Er werden, indien nodig, plantaardige en dierlijke geneesmiddelen op acute klachten in onderlinge |
| afwisseling voorgeschreven Ook werden geneesmiddelen op de acute symptomatologie in afwisseling |
| met dieper werkende antipsorische geneesmiddelen, op de onderliggende chronische constitutie |
| voorgeschreven. Bij een dergelijk gebruik van homeopatische geneesmiddelen maken we bewust |
| gebruik van het complementaire effect, hetgeen Hahnemann getuige zijn „Chronische ziekten‟ al in 1835 |
| tot een dagelijkse wijze van werken had gemaakt. |
| Chronische ziekten blz.161: ….".Sinds ik leerde de langdurige ziekten en kwalen te genezen door |
| homeopatische vernietiging van hun psorische oorsprong, ontdekte ik dat de epidemisch heersende |
| wisselkoortsen bijna ieder jaar qua karakter en symptomen verschillend waren en derhalve ook bijna |
| ieder jaar door een ander, verschillend geneesmiddel specifiek te genezen. Het ene jaar met Arsenicum, |
| een ander jaar met Belladonna of met Antimonium crudum, met Spigelia, Aconitum, Ipecacuanha |
| afgewisseld met Nux vomica, Samiak, Natrium muriaticum, Opium, Cina alleen of in afwisseling met |
| Capsicum, met Menianthes trifoliata, Calcarea carbonica, Pulsatilla, een der beide Carbo vormen, |
| Arnica alleen of in afwisseling met Ipecacuanha enz…..Ook in het begin van de kuur van een |
| epidemische wissselkoorts kan de homeopatisch arts het zekerst handelen door eerst iedere keer een |
| subtiele dosis Sulphur toe te dienen of in daarvoor geschikte gevallen Hepar sulphuris in een klein |
| korreltje of via eraan te ruiken. Dan moet hij de uitwerking enkele dagen afwachten, tot de eruit |
| resulterende verbetering weer stilstaat… omdat bij alle lijders aan wisselkoorst in elke epidemie |
| voornamelijk psora betrokken is, is in de aanvang van iedere behandeling van een epidemische |
| wisselkoorts een minieme dosis Sulphur of Hepar sulphuris van wezenlijk belang, waardoor de zieke met |
| des te meer zekerheid en gemak herstelt….". |
| Op basis van het wisselende beeld bij deze koortsende ziekten gaf Hahnemann op dat wisselende beeld |
| indien nodig in afwisseling de geïndiceerde plantaardige geneesmiddelen. Echter hij geeft ook |
| voorbeelden waar hij plantaardige geneesmiddelen met de dieper werkende minerale constitutionele |
| geneesmiddelen in afwisseling voorschrijft. De indicaties voor de plantaardige middelen vinden we ook |
| 104 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-104-2048.jpg"/> |
| Uitzondering vormen, zoals beschreven de meer algemeen antipsorisch vitaliserende geneesmiddelen als |
| Sulphur en Hepar sulphuris, maar ook zoals Hahnemann in bovengenoemd citaat beschrijft, in |
| afwisseling met een der beide Carbo vormen welke ook een sterk activerend en vitaliserend karakter |
| hebben echter milder werken dan Sulphur en Hepar sulphuris. |
| De plek van Sulphur en Hepar sulphuris is een dermate bijzondere dat Hahnemann stelt dat deze |
| geneesmiddelen vanwege hun antipsorische en daardoor vitaliserend effect aan het begin van iedere |
| epidemische acute ziekte gegeven dient te worden vanwege de psorische ondergrond en dat de patiënt |
| daardoor op de volgende geneesmiddelvoorschriften makkelijker geneest. Soms is door een dergelijk |
| voorschrift een volgend, voor de epidemie specifiek geneesmiddel, al helemaal niet meer nodig. |
| Aldus geeft hij een beschrijving van het complementaire effect dat Sulphur of Hepar sulphuris hebben |
| op de daarop volgende geneesmiddelen. |
| Ook in de behandeling van chronisch constitutionele ziektegevallen begon Hahnemann veelal de |
| behandeling met een dosis Sulphur of Hepar sulphuris om vervolgens een betere reactie op de daarna |
| aangewezen homeopatische geneesmiddelen te verkrijgen. |
| In de chronische ziekten zijn vele passages te vinden waar Hahnemann spreek over het tussendoor |
| gebruik van speciale geneesmiddelen teneinde de psora in de „juiste baan‟ te houden en een curatieve |
| reactie op de geïndiceerde antipsorische minerale constitutiemiddelen te bevorderen. |
| Dit gegeven verhoudt zich polair ten opzichte van wat doorgaans onder klassieke homeopathie verstaan |
| wordt. |
| Als onder klassieke homeopathie verstaan wordt het éénmalig voorschrijven van een centisimale |
| potentie, liefst op de „essentie‟ van de patiënt dan was Samuel Hahnemann niet wat er verstaan wordt |
| onder een klassiek homeopaat.. |
| Hahnemann had kennelijk een veel indringender en een meer begrip van wat we dienen te verstaan onder |
| ziekte, en wist tevens een weergaloos therapeutisch systeem neer te zetten wat in zijn tijd en tot op de |
| dag van vandaag onvoldoende begrepen is. Een van de belangrijkste elementen is het neutraliseren van |
| het dogma van het „ultieme similimum‟, vanuit de optiek van Hahnemann bezien is dit namelijk de |
| grootste onzin. Ook in de praktijk van alle dag zal de patiënt na het vermeende ultieme similimum, |
| voorgeschreven op de essentie van de patiënt, terugkomen met klachten ten gevolge van incident of |
| tussenziekte of gewoon met een verandering in het constitutionele beeld waardoor een ander, mineraal |
| antipsorisch geneesmiddel voorgeschreven dient te worden op de nieuw ontstane situatie. |
| Chronische ziekten Blz.127: …"Hier stuit ik op de merkwaardige omstandigheid, dat absoluut iedere |
| psoravorm- met uitzondering van, zoals al gezegd, de zo gemakkelijk inwendig te genezen, vers |
| ontstane, door een nog niet verdreven huiduitslag vergezelde – dat wil dus zeggen zowel de psora die |
| nog binnenin sluimert, alsook die zich tot één van de talloze uit haat voortgekomene chronische ziekten |
| heeft ontplooid, zeer zelden door een enkel antipsorisch middel kan worden genezen. Praktisch allemaal |
| hebben ze, om tot volledige genezing te geraken, de toepassing nodig van meerdere van deze |
| geneesmiddelen en in de ergste gevallen ook wel van vele na elkaar…. „. |
| Wil de homeopaat de homeopathie in praktijk brengen zoals deze door Hahnemann werd bedreven en |
| zoals deze in Organon en Chronische ziekten staat beschreven, dan wordt het begrijpen van de |
| miasmaleer en de overige ziektevormen als ziekteclassificatie van bepalend belang. Een juist begrip van |
| het verschil in dynamiek en virulentie van de verschillende pathologische ziektetendensen maakt de |
| juiste beoordeling en interpretatie van de symptomen mogelijk. Slechts hierdoor ontstaat de |
| 105 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-105-2048.jpg"/> |
| eenmalige dosering van een diep werkend antipsorisch mineraal constitutie middel, maar ook een snelle |
| afwisseling van geneesmiddelen voorgeschreven op een acuut ziekteproces en dat in afwisseling met het |
| op de chronische symptomen voorgeschreven minerale antimiasmatische geneesmiddel. Ook is de |
| afwisseling met Sulphur, Hepar sulphuris of een der beide Carbo vormen mogelijk om het curatieve |
| vermogen van de dynamus te vergroten. |
| Heeft de patiënt in de eigen biografie bijvoorbeeld syphilis of gonorrhoe doorgemaakt dan zal de |
| homeopaat inde anamnese extra aandacht besteden aan de vraag of er nog gevolgen van de desbetreffend |
| venerische ziekte aanwezig zijn. In dat geval zal de behandeling het eerst hierop gericht dienen te |
| worden. |
| Enerzijds omdat deze miasmatische belasting in dit stadium over het algemeen nog gemakkelijk te |
| genezen is en anderzijds omdat indien onbehandeld de miasmatische ontwikkeling gewoon progressief |
| voortgaat en naast het creëren van de aan haar aard eigen pathologie ook de antipsorische behandeling |
| danig kan blokkeren. Ook kan een soort versmelting met de psora aangegaan worden hetgeen de |
| behandeling alleen maar verder kan compliceren. |
| Organon §106:… "Voordat men met de behandeling van een chronische ziekte begint is het absoluut |
| noodzakelijk eerst met grote zorgvuldigheid na te gaan of de patiënt besmet is geweest met syphilis (of |
| eventueel gonorrhoe). Dan immers moet de behandeling uitsluitend hierop gericht zijn, als tenminste |
| alleen maar verschijnselen van syphilis (of van de veel minder vaak voorkomende condylomataziekte) |
| aanwezig zijn…". |
| Bijna altijd zijn ook deze acute syphilitische dan wel sycotische infecties geënt op een onderliggende |
| psorische basisgesteldheid, en dient de antisyphilitische of antisycotische behandeling altijd gevolgd te |
| worden door de antipsorische constitutionele behandeling. Ook in deze situatie is er sprake van een |
| complementaire verhouding al was het alleen maar omdat de verschillende ziektesoorten zich allemaal in |
| één en dezelfde mens, de patiënt afspelen. |
| In de behandeling van de chronisch zieke patiënt spelen ook de erfelijke factoren een rol die vanuit het |
| voorgeslacht op de volgende generatie worden overgedragen. Deze erfelijke pathologische tendensen |
| vinden hun oorsprong in de niet goed gecureerde ziektetoestanden van de vorige generatie. |
| Het zijn deze latent pathologische tendensen die de effectiviteit van de homeopathische behandeling |
| behoorlijk kunnen vertragen en blokkeren. Sterker nog wanneer deze voor eerst nog „latente‟ tendensen |
| onbehandeld blijven loopt de patiënt een behoorlijk risico op enig moment in zijn leven te maken te |
| krijgen met een ziektevorm die het gevolg is van deze erfelijke familiare belasting. Dit betekent dan dat |
| de patiënt wordt geconfronteerd met een plotselinge uitbraak van astma, reuma, eczeem, of kanker enz. |
| d.w.z. met datgene waaraan enkele of meerdere van zijn familieleden lijden of zijn gestorven. Deze |
| ziekten in het voorgeslacht waren ook toen al van chronisch miasmatische origine, dus de patiënt krijgt |
| via de overerving de chronisch miasmatische belastingen al mee overgedragen. Dit kan dan het karakter |
| hebben van een overerfde psora, sycosis of syphilis, maar ook gecompliceerdere belastingen waarin |
| bijvoorbeeld sycosis een duurzaam monsterverbond aangegaan is met het syphilitisch miasma en als |
| resultante de patiënt opzadelt met een zogenaamde tuberculinische of carcinogene belasting. |
| Het tuberculinische wordt wel eens per abuis als een apart op zichzelf staand miasma beschouwd. Bij |
| nadere beschouwing echter kan dit niet zo zijn en is het tuberculinische net als het carcinogene te |
| 106 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-106-2048.jpg"/> |
| Het gegeven dat we onze „zuigelingen‟ al vroeg na hun geboorte inenten tegen vele acute ziekten heeft |
| voor de zuigeling ook ten gevolge dat de natuurlijke antwoorden om tot een oplossing te komen van de |
| erfelijke belastingen van het kind worden afgenomen. Het kind mag in de huidige tijd geen |
| kinderziekten meer krijgen, kinderziekten welke het antwoord van moeder natuur zijn op de erfelijke |
| pathologische belastingen. Doordat de kinderen de relatief onschuldige kinderziekten niet meer mogen |
| doormaken vindt er een vroegtijdige manifestatie plaats van ernstige chronische ziekten bij jonge |
| kinderen. In de westerse wereld zien we dan ook als gevolg allergieën, mentaal en emotionele |
| stoornissen maar ook astma en andere bijna organische ziekten dramatisch toenemen. Zeer recent werd |
| er nog melding gemaakt van een explosieve toename van diabetes bij peuters, toevallig in dezelfde |
| periode dat er massaal is ingeënt tegen de meningococ-C. Kennelijk leven we in de medische |
| middeleeuwen. Het vaccineren en het daaruit voortvloeiende onheil betekent een enorme belasting voor |
| de constitutie gezien de van daaruit geprovoceerde pathologische ontwikkeling. Waarbij er voor de |
| kinderen naar de toekomst toe dan ook niet veel goeds valt te verwachten. |
| Geen wonder dat we veel van deze kinderen uiteindelijk ook in de homeopatische praktijk tegenkomen |
| voor behandeling. Zeker in de behandeling van het jonge kind speelt de beoordeling van de erfelijke |
| belastingen een grote rol. De biografie van het kind heeft meestal nog niet zulke zware sporen |
| getrokken, daarvoor heeft het kind veelal nog te kort geleefd. |
| De latente constitutionele miasmatische belasting heeft ook meer tijd nodig om tot wasdom te komen en |
| het gezonde leven te bedreigen. Wanneer er zich bij jonge kinderen dan ook ernstige problemen |
| voordoen kunnen we met vrij grote zekerheid stellen dat in deze vrijwel altijd de erfelijke tendensen op |
| zijn minst medeoorzaak zijn en in de behandeling dienen te worden betrokken tenzij er een duidelijk |
| incident de aanleiding en oorzaak vormde. |
| Echter ook wanneer er niet direct sprake is van ernstige problematiek dienen we bij alle patiënten maar |
| zeker ook bij het jonge kind te letten op de symptomen die duiden op het aanwezig zijn van mogelijk |
| dominante erfelijke belastingen. Dit opdat deze tijdens de homeopatische behandeling kunnen worden |
| geneutraliseerd. |
| Deze erfelijke tendens verhoudt zich tot de constitutie als complementair, aanvullend. Om tot genezing |
| van de hereditaire belastingen van de patiënt te komen maken we in de homeopathie gebruik van de |
| nosoden. |
| Het zijn geneesmiddelen afgeleid van ziekteprodukten die ontstaan zijn als gevolg van een ziekteproces. |
| Bij de patiënt die mogelijk belast is met chronische ziektetendensen van de familie, of blijft hangen in de |
| gevolgen van ziekten in de eigen biografie, kunnen de aangewezen nosoden de levenskracht spiegelen |
| waardoor deze belastingen eindelijk tot een oplossing worden gebracht. |
| Anders dan bij de incidenten en de tussenziekten is de erfelijke tendens een inactief gebeuren. Pas |
| wanneer op basis van een zich ontwikkelende psora en bijvoorbeeld tegenslagen in het leven er |
| aanleiding toe geven, kan deze tot dan toe latente tendens zich actief gaan manifesteren en de chronische |
| ziekte de kleur van de familiare belasting meegeven. |
| Latente tendensen herkennen |
| In een vroeger stadium zijn latente tendensen vaak wel te herkennen in het subjectieve symptoombeeld. |
| Bij de differentiaaldiagnose en de repertorisatie passeren ze mede de revue. Voor de keuze van een |
| nosode gelden andere regels dan voor een middel dat de chronisch constitutionele miasmatische |
| psorische laag moet dekken. Om een nosode voor te schrijven hoeft niet te worden gewacht tot een |
| typisch Tuberculinum-, Carcinosinum-, Syphilinum- of Medorrhinumbeeld zichtbaar is. Waar het beeld |
| al duidelijk op een nosode wijst mogen we redelijkerwijs aannemen dat de erfelijke belasting een |
| 107 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-107-2048.jpg"/> |
| tuberculinische laag vandaan komt. Zien we duidelijke constitutionele indicaties voor Calcarea |
| phosphorica, dan kan dit middel afwisselend met Tuberculinum worden gebruikt. |
| Net als bij de dierlijke en plantaardige middelen vinden we de indicaties voor nosodes regelmatig in de |
| keynote sfeer. Een uitgesproken voedingsvoorkeur, een bepaalde slaaphouding, een bepaalde vorm van |
| onrust, overmatig transpireren in combinatie met andere symptomen, het voorkomen van de |
| desbetreffende ziekte in het voorgeslacht of in de biografie en, als hoofdindicatie, niet goed reageren op |
| passende middelen - zijn vaak reden genoeg om te overwegen de nosode af te wisselen met het |
| geïndiceerde constitutiemiddel. |
| Holistische benadering |
| Pas wanneer we in de benadering en behandeling van de patiënt de diverse ziektesoorten, zoals die zich |
| als groepen complementaire symptomen aandienen, meenemen in de totale beeldvorming en daarna het |
| gehele symptoomcomplex volgens de aanwijzingen van Hahnemann classificeren, kunnen we met recht |
| spreken van een holistische totaalbenadering. Alle symptomen krijgen de plaats waar ze thuishoren; we |
| laten niets weg en hoeven niets te elimineren. We brengen het beeld naar een synthese, een |
| totaaloverzicht, op basis waarvan we door het classificeren van symptomen kunnen beoordelen waar in |
| de anamnese de zwaartepunten liggen. |
| Zo kunnen we zien wanneer de patiënt zich in relatief constitutionele rust bevindt, zodat kan worden |
| volstaan met het voorschrijven van het geïndiceerde minerale constitutiemiddel. In geval van ernstige |
| biografische problematiek of gevolgen van een epidemische ziekte of erfelijke belasting kan het zijn dat |
| de passende middelen in complementaire verhouding tot elkaar staan en in afwisseling voorgeschreven |
| moeten worden om “een snel, zacht en duurzaam herstel van de gezondheid” te bewerkstelligen. |
| Ziektedynamica |
| De diverse ziektevormen lopen onderling uiteen wat betreft intensiteit, heftigheid en dynamiek van de |
| symptomen. Acute ziekten zijn het meest dynamisch en heftig en dringen zich het sterkst op aan de |
| beleving van de patiënt. Betreft het een acuut miasmatische of een wisselziekte dan komt het element |
| van heftigheid soms nog sterker naar voren. Bij heftige en intense problemen moeten we altijd nagaan of |
| de symptomen niet onder een van deze ziektesoorten vallen. De keuze valt dan op een plantaardig of |
| dierlijk middel in frequente dosering (meerdere malen per dag). Bijvoorbeeld: we hebben te maken met |
| een acuut miasmatische aanval wanneer in het voorjaar de hyperallergische patiënt raad vraagt vanwege |
| een intense hooikoortsaanval. Alle slijmvliezen zijn opgezet. De oogleden zijn zo gezwollen dat hij bijna |
| niets kan zien. Hij wordt haast gek van de jeuk, snakt naar adem door de benauwdheid en loopt heel de |
| dag te niezen. |
| Gezien de ziektesoort en de aard der klachten is een mineraal antipsoricum ongewenst, en wel om twee |
| redenen: het werkt niet of het maakt de klachten erger. Beter is het een acuut plantaardig middel te geven |
| dat de symptomen dekt. Middelen als Nux vomica, Pulsatilla of Sabadilla zullen doorgaans verlichting |
| brengen, waardoor de „rust‟ terugkeert en de klachten in intensiteit en heftigheid afnemen. |
| Zelfs bij een duidelijke verbetering is het in zo‟n geval echter af te raden de inname snel te staken. Bij |
| periodiek terugkerende klachten betreft is het raadzaam het geneesmiddel, in sterk verminderde |
| frequentie weliswaar, door te laten gebruiken tot de risicoperiode achter de rug is. Een acuut plantaardig |
| middel, dat constitutioneel een relatief oppervlakkige werking heeft, kan tijdens de acute fase frequent |
| worden ingenomen en dan in een LM-potentie, naar behoefte iedere twee uur of nog vaker! Wanneer de |
| 108 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-108-2048.jpg"/> |
| In de periode waarin de acute klachten vrijwel naar de achtergrond zijn verdwenen en het chronische |
| beeld door de relatieve rust weer duidelijker naar voren komt, moeten we beoordelen wanneer kan |
| worden begonnen met het minerale antipsoricum. Doen we dit te voortvarend, we laten bijvoorbeeld het |
| minerale middel meteen tweemaal per dag innemen, dan is het risico groot dat de acute klachten |
| opnieuw opvlammen, speciaal indien we het plantaardige middel gelijktijdig met de start van het |
| minerale hebben gestopt. |
| De Dynamis is bezig vanuit een staat van grote opwinding af te dalen naar de frequentie van de |
| „psorische baan‟ doch is door de acute ontwikkelingen doorgaans nog hypersensibel. Op deze |
| hypersensibiliteit kunnen we inspelen door nu, tijdelijk, het plantaardige middel af te wisselen met het |
| passende, complementaire, minerale constitutiemiddel. Dat gaat zo: voorafgaand aan het minerale |
| middel wordt eerst het acute plantaardige middel ingezet. Zodra blijkt dat het minerale middel zonder |
| tegensputteren door de Dynamis wordt geaccepteerd en er geen verergeringen optreden, kan het |
| plantaardige middel worden weggelaten. Daarmee is de psora en de antipsorische behandeling in de |
| juiste baan geleid. |
| Bij een blokkade is het omgekeerd. In plaats van actief toont de blokkade zich veelal als een soort latente |
| tendens. De patiënt zegt dat hij zich sinds “die griepaanval van drie jaar geleden” nooit meer echt goed |
| heeft gevoeld. Of hij overleefde dertig jaar geleden maar net een meningitis ten gevolge van mazelen. Of |
| veel familieleden hebben reumatische klachten en hij begint nu bij belasting eveneens last te krijgen van |
| zijn gewrichten. |
| De aanwijzingen voor een nosode zijn hier in aanleg aanwezig en bij nadere beschouwing vinden we |
| misschien nog wel meer bevestiging. Zulke indicaties worden echter regelmatig overschaduwd door |
| symptomen die bij de miasmatische constitutie horen. Op de constitutionele symptomen wordt |
| voorgeschreven. We zullen kunnen constateren dat de psorische symptomen actiever, virulenter en |
| dynamischer zijn dan de symptomen van de veel passievere blokkade, die dienovereenkomstig wordt |
| gekenmerkt door symptoomschaarste. |
| De passieve blokkadesymptomen zijn tevens minder dynamisch en treden minder op de voorgrond dan |
| acute en acuut miasmatische verschijnselen. Het verschil in dynamiek is opvallend groot. De |
| adynamische en passiviteit bevorderende invloed van in het verleden niet goed doorgemaakte ziekten |
| staat genezend reageren van de Dynamis op de veelzijdige antipsorische symptomen en het passende |
| antipsoricum in de weg. Het vormt een blokkade. |
| De niet goed doorgemaakte ziekte uit het verleden en het onvermogen om relatief vrij op het minerale |
| constitutiemiddel te reageren vormen tijdens de antipsorische behandeling een voortdurende rem. De |
| patiënt reageert niet of onvoldoende op goed gekozen middelen. Frustratie is het gevolg en voor de |
| beginnende homeopaat niet zelden desillusie. De Dynamis is in zijn reacties dubbel gehandicapt: |
| enerzijds door de psorische belasting, anderzijds door de biografische of erfelijke blokkade. Hierdoor |
| lijkt de patiënt bijna ongeneeslijk. Afhankelijk van de duur van de blokkade en de mate waarin deze |
| genezende reacties in de weg staat, is het noodzakelijk de bij de blokkade passende nosode af te wisselen |
| met het antipsorische minerale constitutiemiddel. |
| De nosode heft de stagnatie van de Dynamis op, zodat deze ruimte krijgt om te reageren op het |
| constitutiemiddel. Zo ondersteunt de nosode de werking van het antipsoricum en zijn ze complementair |
| aan elkaar. |
| Een andere situatie die wij regelmatig in de praktijk tegenkomen is de volgende. Na aanvankelijk goede |
| en constructieve reacties op het minerale constitutiemiddel blijven verdere reacties uit. Het is alsof een |
| soort „reactiemoeheid‟ is opgetreden, die verdere vooruitgang in het genezingsproces belemmert. Alsof |
| een soort indifferente Dynamis verdere medewerking weigert. |
| 109 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-109-2048.jpg"/> |
| Dynamis te stimuleren op geïndiceerde constitutiemiddelen te reageren. Soms is het voldoende zulke |
| tussenmiddelen slechts eenmaal toe te dienen; andere keren moeten ze regelmatig worden herhaald. LM- |
| potenties lenen zich daartoe uitstekend en kunnen in dagelijkse afwisseling met het minerale |
| constitutiemiddel worden ingenomen. |
| Essentieel is dat wij weten wat we doen en welk doel wij willen bereiken. Dat wil zeggen: kunnen |
| herkennen van de indicaties voor de verschillende ziektesoorten en hun verschil in dynamiek; en weten |
| dat nosoden, plantaardige-, dierlijke- of tussenmiddelen dienen om de genezende reacties op het |
| minerale constitutionele antipsoricum te bespoedigen. |
| Samenvatting |
| Homeopathische middelen zijn aan elkaar gerelateerd in hun werking. Het beste effect hebben |
| complementair werkende middelen. Middelen toegediend in LM-potentie gaan zich gedragen als |
| complementair. Onder ziektedynamiek wordt de heftigheid en intensiteit van symptomen en |
| ziekteverloop verstaan. De achterliggende drijfveer is de miasmatische verstoring (psora, sycosis, |
| syphilis). Tussenmiddelen worden toegepast om de reactiekracht van de Dynamis te stimuleren. |
| 110 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-110-2048.jpg"/> |
| Antipsorische behandeling |
| Als een rode draad loopt door Organon en Chronische Ziekten de anti-psorische behandeling van |
| chronisch zieke patiënten. Ofschoon Hahnemann‟s geschriften hierover niets aan duidelijkheid te |
| wensen overlaten, wordt er in de huidige homeopathie over het algemeen weinig mee gewerkt. Als |
| eenzijdige beschrijving van pathologische tendensen die zich endogeen constitutioneel voltrekken, heeft |
| de miasmaleer inderdaad ook weinig praktische waarde. Zij wordt pas werkelijk praktisch en bruikbaar |
| indien zij als grondslag wordt gezien van de ziekteclassificatie. |
| Zodra we dit begrijpen en ermee uit de voeten kunnen, zullen we waarschijnlijk op geen andere manier |
| meer willen werken! |
| Reikwijdte en potentieel van de behandeling worden erdoor enorm vergroot. Wat Hahnemann ons met |
| de antipsorische behandeling heeft nagelaten is van een rijkdom die tot op heden door onkunde en |
| onbegrip te weinig in praktijk wordt gebracht. De kern van de ziekteclassificatie en de eraan gekoppelde |
| miasmaleer draait om het psorisch miasma. Psora vormt de diepste kern van de problematiek van de |
| patiënt. |
| Organon, §78: |
| “De echte, natuurlijke chronische ziekten zijn die welke door een chronisch miasma ontstaan. Aan |
| zichzelf overgelaten, zonder gebruik van specifieke geneesmiddelen ertegen, worden ze steeds erger. |
| Zelfs onder de beste psychische en lichamelijke leefregels nemen ze toch toe en teisteren de mens met |
| steeds erger lijden tot aan het einde van zijn leven. Naast de door geneeskundige mishandeling |
| teweeggebrachte (§74) zijn dit de talrijkste en grootste kwelgeesten van het menselijk geslacht, want |
| zelfs de sterkste lichamelijke constitutie, de meest geordende leefwijze en de meest actieve energie van |
| de levenskracht kunnen ze niet overwinnen.” |
| 111 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-111-2048.jpg"/> |
| tijdgenoten de logica van mijn leer wel zullen inzien. Zullen ze die zorgvuldig navolgen en de winst |
| behalen die de getrouwe, precieze opvolging van de voorschriften zonder mankeren moet opleveren? Of |
| zullen ze, afgeschrikt door het ongehoorde van sommige van deze uiteenzettingen, die liever onbenut |
| laten, zonder ze te hebben uitgeprobeerd en nagevolgd? |
| Ik mag tenminste niet de hoop koesteren dat het deze belangrijke mededelingen beter zal vergaan dan de |
| al tot dusver door mij gepresenteerde algemene homeopathie.” |
| Ontwikkeling van de homeopathie |
| In de jaren tussen 1816 en 1828 zocht Hahnemann naar de achterliggende oorzaak van chronische |
| ziekten. Het was in zijn tijd gebruikelijk om iedere klacht als een op zichzelf staand probleem te |
| behandelen. Op termijn gaf dit niet het gewenste resultaat omdat de onderliggende chronische ziekte |
| zich ongestoord verder kon ontwikkelen, de patiënt uiteindelijk meesleurend in een vrije val, tot de dood |
| aan toe. |
| Chronische Ziekten, blz. 5: |
| “Of het nu sneller verliep of langzamer, zo was en bleef de gang van zaken van zulke behandelingen bij |
| alle niet-venerische, belangrijke chronische ziekten, zelfs als die behandelingen precies volgens de leer |
| van de tot dan bekende homeopathische kunst leken te worden uitgevoerd. Het begin was verheugend, de |
| voortzetting minder gunstig en de afloop hopeloos.” |
| In dit stadium werkte Hahnemann voornamelijk met plantaardige en dierlijke middelen. Minerale |
| antipsorica waren hem nog onbekend, ja, hij had psora als zodanig nog niet onderkend, begrepen en |
| gedefinieerd. Het ongunstige verloop van de toenmalige homeopathische behandeling prikkelde |
| Hahnemann tot verregaand, grondig onderzoek. |
| Chronische Ziekten, blz. 6: |
| “Deze hoogst belangrijke opgave hield me in de jaren 1816 en 1817 dag en nacht bezig en zie! de Gever |
| van alle goede dingen maakte dat ik geleidelijk in deze periode, door steeds maar na te denken, |
| onvermoeid te onderzoeken, trouw te observeren en zo nauwkeurig mogelijk proeven te nemen, dat |
| grootse probleem kon oplossen, tot heil van de mensheid.” |
| Nauwkeurig onderzoek van chronische ziektegevallen leerde Hahne-mann dat alle betrokkenen in hun |
| voorgeschiedenis huiduitslag hadden gehad. Bij het merendeel der chronische patiënten was dit zo‟n |
| opvallende overeenkomst dat Hahnemann er de de bron inzag van de (niet-venerische) chronische |
| ziekten. Uit zijn omschrijving van de „aard der chronische ziekten‟ blijkt dat Hahnemann niet enkel |
| afging op zijn eigen waarnemingen. |
| De beschrijvingen van ziekten en ziektegevallen door andere auteurs hielpen hem tot zijn conclusies en |
| inzichten te komen betreffende pathologische ontwikkelingen voortkomend uit eerdere vormen van |
| huiduitslag. Uiteindelijk bracht het hem tot de ontdekking en vaststelling van het meest basale euvel, het |
| „Psora-miasma‟. |
| Chronische Ziekten, blz. 8: |
| “Zover was ik gekomen, toen ik bij mijn onderzoeken en observaties van zulke (niet-venerische) |
| chronische ziekten direct in het begin al waarnam dat de belemmering van de genezing van die |
| verschillende ziektegevallen (die bedrieglijk leken op eigensoortige, op zichzelf staande ziekten) op |
| 112 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-112-2048.jpg"/> |
| begin van alle ellende nadien gewoonlijk vanaf deze tijd. |
| Ook had bij soortgelijke chronische patiënten, die zo‟n besmetting niet toegaven, of ook wel, wat nog |
| vaker voorkwam, door onachtzaamheid niet opgemerkt of het zich in ieder geval niet konden herinneren, |
| mijn zorgvuldige speurwerk toch gewoonlijk uitgewezen dat zich kleine sporen ervan (enkele |
| schurftblaasjes, schimmels enz.) bij hen van tijd tot tijd, hoewel zelden, hadden voorgedaan als |
| onbedrieglijke tekenen van de voormalige besmetting van dit type.” |
| Psora wordt primair gedefinieerd als „een infectie of een besmetting‟. Dit rechtvaardigt de vraag: hoe |
| komt het dat de Dynamis niet in staat is deze psorische besmetting met haar vitale reactie ongedaan te |
| maken, terwijl dat met andere besmettingen wel gebeurt? Waarom verwerft zij, in tegenstelling tot wat |
| verwacht zou mogen worden, geen immuniteit tegen een vergelijkbare aanval in de toekomst? |
| Kennelijk is deze besmetting van een andere aard dan gebruikelijk. Het psorisch miasma kunnen we zien |
| als een besmetting die een soort parasitaire verbinding aangaat met de levenskracht zodra de Dynamis |
| geïnfecteerd, doordrongen en geïmpregneerd is. De Dynamis kan zich hier niet zonder hulp van ontdoen, |
| waardoor vanaf dat moment het functioneren van de levenskracht ziekelijk wordt beïnvloed. Zo gauw de |
| huiduitslag van de huid verdwijnt verandert zij in een chronische ziekte die in het organisme onzichtbaar |
| aanwezig blijft. |
| Het natuurwetmatige actie = reactie principe dat aan de activiteiten van de Dynamis ten grondslag ligt |
| raakt verstoord vanaf het moment van de psorische infectie, resulterend in disfunctie van de Dynamis. |
| De gezondheidsbalans, het natuurlijk evenwicht (homeostase) dat vóór de psorische infectie automatisch |
| door de Dynamis werd hersteld, raakt allengs meer verstoord en buigt steeds verder af van „gezondheid‟. |
| Psora maakt dat de Dynamis te traag en onvolledig reageert op prikkels. Voorts hebben de opgeroepen |
| symptomen als vanzelf de neiging om weer latent te worden. |
| Een dergelijke vertraagde en incomplete reactie kenmerkt alle psorische symptomatologie. Symptomen |
| treden een tijdje in meer of mindere mate op om vervolgens periodiek geheel of gedeeltelijk te |
| verdwijnen. De patiënt zou de indruk kunnen hebben aan de beterende hand te zijn. Niets is minder |
| waar. Bij lichte tegenslag, soms zelfs zonder directe aanleiding, vlammen de klachten weer op, dikwijls |
| erger of soms anders dan bij de voorgaande terugval. Spontaan verlaat de psorische belasting de |
| Dynamis nooit. Ze zal zich tijdens het leven steeds nadrukkelijker laten gelden, om uiteindelijk pas uit te |
| doven met het overlijden van de patiënt. |
| Organon, voetnoot 1, §78: |
| “Als de jongen zich ontplooit tot man, als bij het meisje de geregelde menstruatie begint en dit gepaard |
| gaat met een voor geest, ziel en lichaam weldadige leefwijze, blijven die chronische aandoeningen vaak |
| meerdere jaren onopgemerkt. De slachtoffers lijken dan in de ogen van familie en kennissen volkomen |
| gezond, alsof de hun door infectie of erfelijkheid ingeplante ziekte totaal verdwenen is. Maar ze komt in |
| de latere jaren, bij tegenwerkende gebeurtenissen en omstandigheden in het leven, onontkoombaar |
| opnieuw tevoorschijn en neemt des te sneller toe, naarmate het levensbeginsel door verzwakkende |
| hartstochten, door zorg en verdriet, maar vooral door ondoelmatige geneeskundige behandeling is |
| ondermijnd.” |
| Psora gewekt |
| Omstandigheden en gebeurtenissen (incidenten) kunnen de sluimerende en latente psora wekken tot de |
| manifestatie van een chronische ziekte. Zoals Hahnemann in bovenstaande voetnoot aanduidt wordt de |
| psorische belasting door infectie verkregen of door erfelijkheid ingeplant. In de huidige tijd is het niet |
| 113 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-113-2048.jpg"/> |
| praktijk! |
| Hahnemann beschrijft psora als een soort oermoeder, als grondoorzaak van alle chronische ziekten. Na |
| besmetting, soms al tijdens de gang door het geboortekanaal, maakt zij zich in het allereerste begin |
| kenbaar door een jeukende uitslag, die soms alleen maar bestaat uit enkele „papeltjes die wellustig |
| jeuken‟. De besmetting is een feit. |
| Nadat de levenskracht „dynamisch‟ geïnfecteerd en doordrongen is met de psorische besmetting |
| verschijnen er tijdens de primaire reactiefase van de Dynamis (actie = reactie) jeukende bultjes op de |
| huid. Wanneer dit een éérste reactie op de psorische infectie is spreken we van primaire psora. Zolang |
| de primaire manifestatie zich op de huid bevindt kan de patiënt nog gemakkelijk van de psorische |
| belasting worden genezen. |
| In de voetnoot bij §246 van de vijfde editie van het Organon schrijft Hahnemann dat primaire psora zich |
| het snelst laat genezen door de patiënt eenmaal per week gedurende twaalf à dertien weken een dosis |
| Sulphur te geven en Carbo vegetabilis wanneer dit onvoldoende werkt. |
| 114 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-114-2048.jpg"/> |
| inwendige aantasting van het gehele organisme, van zich blijken door de specifieke huiduitslag, die |
| soms maar uit enkele papeltjes bestaat met een onverdraaglijke kriebelige, opwindende jeuk en een |
| speciale geur.” |
| Chronische Ziekten, blz. 121: |
| “Het blijft derhalve een uitgemaakte zaak dat de genezing van de complete, verderfelijke psora door de |
| antipsorica alleen dan het gemakkelijkste plaats vindt als de oorspronkelijke schurftuitslag nog |
| aanwezig is.” |
| Zodra de primaire schurftuitslag hetzij spontaan, hetzij door medisch handelen van de huid verdwenen is |
| spreken we van secundaire psora. Alle chronische ziekten van psorische aard die we in de praktijk |
| tegenkomen behoren tot de ziekten ontsproten aan secundaire psora. Door hun geaardheid zijn deze |
| moeilijker te behandelen en neemt de behandeling langere tijd in beslag. |
| Chronische Ziekten, blz. 127: |
| “Hier stuit ik op de merkwaardige omstandigheid dat absoluut iedere psoravorm – met uitzondering |
| van, zoals gezegd, de zo gemakkelijk inwendig te genezen, vers ontstane, door een nog niet verdreven |
| huiduitslag vergezelde – dat wil dus zeggen zowel de psora die nog binnenin sluimert, als ook die zich |
| tot één van de talloze uit haar voortgekomen chronische ziekten heeft ontplooid, zeer zelden door een |
| enkel antipsorisch middel kan worden genezen. |
| Praktisch allemaal hebben ze, om tot volledige genezing te geraken, de toepassing nodig van meerdere |
| van deze geneesmiddelen en in de ergste gevallen ook wel van vele na elkaar.” |
| Karakter van psora |
| Het karakter van psora - de vertraging en verstoring van de Dynamis - vormt de diepst mogelijke |
| verstoring. De levenskracht kan op drie fundamentele manieren in haar werkzaamheid verstoord raken. |
| Ze kan met overdaad reageren (te veel), ze kan met vernietiging reageren (destructie) of ze kan te weinig |
| reageren (gebrekkig). |
| De laatste reactiewijze heet psora. |
| De twee andere reactiepatronen getuigen van meer vitaliteit en dynamiek en zijn daarom gemakkelijker |
| te behandelen en te verhelpen. Psora vergt meer tijd. De dynamiek en daarmee de ontvankelijkheid van |
| de psorisch besmette en belaste Dynamis is veel lastiger te prikkelen. Bovendien zijn er meer |
| geneesmiddelen benodigd. Aldus moet psora worden gezien als de grondoorzaak van de meeste |
| chronische ziekten. Psorische manifestaties zijn tot ver in de menselijke geschiedenis terug te vinden, |
| wat psora de oudste pathologische verstoring maakt. Psora is zo met het menselijk identiteitsgevoel |
| verweven dat bepaalde eigenschappen die wij onszelf toedichten psorisch ingekleurd zijn zonder dat wij |
| het ons realiseren. Sterker nog, wij ervaren de psorische beperkingen in onze constitutie veelal als |
| normaal. Wanneer we ons onvrij voelen, niet open en spontaan vanuit onszelf durven of kunnen |
| reageren, terwijl daartoe geen aanleiding is, kunnen we spreken van een uiting van de psorische |
| gesteldheid. Hebben we van nature de neiging om tegen dingen op te zien of faalangst te krijgen in |
| moeilijke situaties, dan is dit evenzeer een psorisch reactiepatroon. |
| Chronische Ziekten, blz. 11: |
| “De psora is het, die oudste, meest algemene, verderfelijkste en desondanks meest miskende chronisch- |
| miasmatische ziekte, die als sedert vele duizenden jaren de volken heeft mismaakt en gepijnigd, maar in |
| 115 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-115-2048.jpg"/> |
| wereld steeds meer wordt geteisterd. De psora is de oudste chronisch-miasmatische ziekte die wij |
| kennen.” |
| Na de acute behandeling van de gevolgen van een incident of epidemische ziekte komt altijd de |
| chronische constellatie en daarmee de behoefte aan een antipsorisch geneesmiddel naar boven. |
| Anders gezegd: een plantaardig of dierlijk middel of een nosode dient altijd te worden gevolgd door een |
| mineraal constitutiemiddel vanwege de constitutionele psorische belasting. Indien passend dient dit liefst |
| tot aan de eindverergering te worden toegediend, omdat anders de chronische constitutionele verstoring |
| onvoldoende wordt beïnvloed en de patiënt niet duurzaam geneest. |
| Ontwikkeling psora miasma |
| De ontwikkeling van het psorisch miasma kent globaal genomen twee fasen. |
| Eerst komt de primaire psora, die door onderdrukking of via overerving meegekregen, overgaat in |
| secundaire psora. In de praktijk zullen wij vrijwel uitsluitend met secundaire psora te maken krijgen. De |
| geaardheid van de psorische belasting is enkel te spiegelen door het passende geneesmiddel. De impuls |
| die het minerale antipsoricum geeft en de reactie erop van de Dynamis werken samen om de chronische |
| gevolgen van de psorische besmetting op te lossen. De ernst van de verstorende werking van het |
| psorisch miasma stelt tegelijkertijd een soort kwaliteitseis aan de benodigde geneesmiddelen om de |
| verstoring op te heffen. Niet ieder homeopathisch middel bezit die kwaliteit. De groep die zich door deze |
| kwaliteit onderscheidt noemen we antipsorische geneesmiddelen (antipsorica). Met deze term brengen |
| wij een hiërarchisch onderscheid aan in de diverse geneesmiddelgroepen. |
| De resterende middelen betitelt Hahnemann als de overige homeotherapeutica. De indicaties voor zulke |
| middelen liggen in andere ziektesoorten dan de psorische. Welke middelen tot de antipsorica worden |
| gerekend geeft Hahnemann aan in Chronische Ziekten: |
| Chronische Ziekten, blz. 176: |
| “In het algemeen bleek uit hun pure werkingen dat de meeste aardsoorten, alkaliën en zuren, evenals de |
| daaruit samengestelde neutrale zouten, naast meerdere der metalen onmisbaar waren voor de genezing |
| van de haast ontelbare psorasymptomen.” |
| De substanties die onderdeel uitmaken van het stoffelijk lichaam zijn dus bij machte zijn om de |
| psorisch verstoorde Dynamis tot zelfgenezing te stimuleren, mits toegediend in gepotentieerde, |
| gedynamiseerde vorm. Hoe groot de affiniteit tussen Dynamis en stoflichaam is lezen we in het |
| Organon. |
| Organon, §9: |
| “Als de mens gezond is, heerst de spirituele levenskracht (autocratie), die als Dynamis het stoffelijk |
| lichaam (het organisme) leven doet, onbeperkt. Ze houdt al zijn delen in een bewonderens-waardig |
| harmonische, levende werking, die zich uit in voelen en handelen, zó, dat de met verstand toegeruste |
| geest zich vrij van dit levende, gezonde werktuig kan bedienen voor de hogere bedoelingen van ons |
| bestaan.” |
| Primaire zorg van de Dynamis |
| 116 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-116-2048.jpg"/> |
| kwaliteiten”. De gezonde mens ontwikkelt zich volgens dit patroon. |
| Allereerst moet het organisme door de Dynamis in een gesteldheid worden gebracht die ontwikkeling |
| van hogere menselijke kwaliteiten mogelijk maakt. De ontwikkeling van het stoflichaam gaat aan de |
| ontwikkeling van het gevoelsleven en het geestelijke en spirituele leven vooraf. Het schept er min of |
| meer de voorwaarden voor. Gaat er deze ontwikkeling iets mis dan passen wij geneesmiddelen uit |
| dezelfde stoffelijke minerale sfeer toe om te stimuleren tot genezing, dat is: „wording‟ of, beter nog, |
| „zelfwording‟. |
| Omdat tussen Dynamis en stoflichaam de grootste affiniteit bestaat, zijn het speciaal de minerale |
| substanties waaruit het stoflichaam is opgebouwd die als homeopathisch antipsoricum werken. Een |
| ontregeling van de Dynamis heeft het eerst een uitwerking op de mineraalhuishouding van het |
| organisme, die bijgevolg (in gepotentieerde vorm) bij uitstek geschikt zijn om de disfunctie weer |
| ongedaan te maken. Het is Hahnemann‟s grote verdienste de minerale middelen voor de geneeskunst te |
| hebben ontsloten en tegelijkertijd de indicaties, vanuit de ziekteclassificatie, te hebben aangereikt! |
| Antipsorica optimaliseren daadwerkelijk de constitutie, die met iedere volgende geneesmiddelinname en |
| met ieder volgend geneesmiddel geleidelijk wordt bevrijd van de chronische psora die de gezondheid |
| bedreigt. De vooruitgang komt eveneens tot uitdrukking in de gezondere kwalitatieve en kwantitatieve |
| verhoudingen van de mineralen in het stoflichaam. Afhankelijk van de tijdsduur van de verstoring, zal |
| de levenskracht, onder invloed van de antipsorica, de mens steeds meer de mogelijkheid bieden de |
| gezondheid zo te beleven als in §9 omschreven staat. |
| Organon, §171: |
| “Bij de niet-venerische, dus meest voorkomende, door een psora ontstane chronische ziekten, heeft men |
| voor herstel vaak meerdere antipsorische geneesmiddelen na elkaar nodig. Maar dan moet ieder |
| volgend middel gekozen worden naar bevind van de symptomen-groep, die na uitwerking van het vorige |
| middel nog is overgebleven, op homeopathische gelijkenis.” |
| Duurzaam herstel van de gezondheid is uiteindelijk slechts mogelijk door adequate antipsorische |
| behandeling. Dit is het doel van de homeopathische behandeling. Alle overige ziektesoorten die dit |
| proces kunnen storen dienen homeopathisch met de passende middelen het hoofd te worden geboden, |
| zodat zo min mogelijk energie verloren gaat en, in de eerste plaats, om het hogere doel, adequate |
| antipsorische behandeling, mogelijk te maken. Alle niet-antipsorische middelen die tijdens de |
| behandeling worden ingezet zijn bijgevolg voorwaardescheppend voor het effectieve verloop van het |
| enige dat uiteindelijk duurzame genezing kan bewerkstelligen: de antipsorische behandeling. |
| Organon, §205: |
| “De homeopathische arts zal nooit een van de primaire symptomen van de chronische miasma‟s en ook |
| niet een van de stoornissen die er secundair uit zijn voortgekomen, plaatselijk behandelen (noch door |
| uitwendige, dynamisch werkzame noch door mechanische middelen). Maar als zich die primaire of |
| secundaire symptomen voordoen, zal hij alleen het grote miasma genezen dat er aan ten grondslag ligt. |
| Daardoor verdwijnen dan ook vanzelf zijn primaire en secundaire symptomen.” |
| 117 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-117-2048.jpg"/> |
| achtergrond. Miasmatische behandeling is de enige manier om constitutionele oorzaken aan te pakken. |
| De andere ziektesoorten zijn qua geaardheid ongelijksoortig aan de endogeen miasmatische |
| verstoringen. Plantaardige of dierlijke middelen brengen de constitutionele genezing geen stap dichterbij |
| wanneer wordt verzuimd tevens een antimiasmatisch mineraal middel in te zetten. |
| Heeft de patiënt echter een geslachtsziekte gehad dan moet de antipsorische behandeling worden |
| opgeschort en dient de geneesmiddelkeuze te berusten op de symptomen die nog van de geslachtsziekte |
| resteren. Hieruit blijkt het belang van goede navraag, ook naar zo‟n dikwijls delicaat onderwerp als |
| geslachtsziekte. |
| Organon, §206: |
| “Voordat men met de behandeling van een chronische ziekte begint, is het absoluut noodzakelijk eerst |
| met grote zorgvuldigheid na te gaan of de patiënt besmet is geweest met syfilis (of eventueel gonorroe). |
| Dan immers moet de behandeling uitsluitend hierop gericht zijn, als tenminste alleen maar |
| verschijnselen van syfilis (of van de veel minder vaak voorkomende condylomataziekte) aanwezig zijn.” |
| Een geslachtsziekte die zich in het bestaande symptoombeeld niet meer nadrukkelijk manifesteert kan |
| desondanks blokkerend werken op de antipsorische behandeling. Dit kan een reden zijn om de bij de |
| geslachtsziekte horende nosode voor te schrijven in afwisseling met het antipsoricum totdat uit de |
| ongeremde reactie op het antipsoricum blijkt dat er van een constitutionele venerische belasting geen |
| sprake meer is. De antipsorische behandeling is een ontwikkelingsweg. Indien goed bewandeld bevrijdt |
| deze van ziekelijke tendensen in de constitutie en de eruit voortvloeiende consequenties voor het ziels- |
| en geestelijk leven. Zo krijgt de patiënt weer een gezonde kijk op zichzelf en zijn leven. Hij maakt |
| andere keuzes, het leven krijgt meer diepgang en biedt meer bevrediging. |
| De Dynamis, en daarmee de mens, is gelouterd, gezuiverd en geheeld. Alle andere homeopathische |
| geneesmiddelen (plantaardig, dierlijk, tautopathisch en nosoden) functioneren enkel als ruimtescheppend |
| voor helende constitutionele reacties op minerale antipsorica. |
| Organon, §1: |
| “De hoogste en enige roeping van de arts is zieke mensen beter te maken, wat men genezen, helen |
| noemt.” |
| Samenvatting |
| Psora zorgt voor een dynamische verstoring van de levenskracht waardoor deze haar balans niet meer |
| kan herstellen. Het balansverlies leidt tot een chronisch ziekteprobleem dat nooit uit zichzelf kan en zal |
| verdwijnen. Psora kent twee stadia: primaire psora, waarbij zich de eerste uitslag nog op de huid |
| bevindt, en secundaire psora, die meteen ontstaat nadat de eerdere huiduitslag van de huid verdwijnt en |
| in het organisme onderduikt. Alle chronische klachten die naderhand optreden behoren tot de secundaire |
| psora. Psora is de oudste en diepste chronische verstoring die de mens teistert en die, door Hahnemann |
| “een duizendkoppig monster” genoemd, ontelbare chronische ziekten veroorzaakt. |
| De venerische chronische miasma‟s zijn van later datum en doorgaans geënt op psorische bodem. De |
| minerale middelen passen bij het psorisch miasma. Alle andere ziektevormen kunnen de antipsorische |
| behandeling verstoren en dienen derhalve behandeld te worden met de voor hun specifieke |
| geneesmiddelen. Genezing van de psorische belasting van de Dynamis is het doel van de |
| homeopathische behandeling. |
| 118 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-118-2048.jpg"/> |
| Blokkerend effect |
| Acute collectieve ziekten (epidemische ziekten) kunnen een korter of langer blokkerend effect hebben |
| op het verloop van de antipsorische constitutiebehandeling. Nauw in verband hiermee staan wat |
| Hahnemann wisselziekten noemt. Beiden kunnen gevolgen hebben voor de chronische |
| ziektebehandeling. |
| Een epidemische ziekte is van exogene aard. Het is een pathologische impuls van buitenaf, die grote |
| groepen mensen aandoet en bij een deel ervan ziektesymptomen oproept. Of en de mate waarin de |
| epidemische ziekte manifest wordt hangt af van de individuele gezondheid en miasmatische gesteldheid. |
| In die zin is de levenskracht erbij betrokken. Desondanks ontwikkelt de epidemische ziekte zich niet |
| primair vanuit een dynamische endogene ontregeling, doch dient zij te worden opgevat als een poging |
| van de levenskracht om onder druk van de (epidemische) ziekteverwekker de gezonde balans te |
| handhaven c.q. te herstellen. |
| Een epidemische ziekte kent een en dezelfde exogene oorzaak en vertoont een specifiek beeld, dat |
| „genus epidemicus‟ wordt genoemd. |
| Met het stijgen van het aantal „slachtoffers‟ komen de typische kenmerken van de epidemie aan het licht. |
| De genus epidemicus verschaft ons een totaaloverzicht, dat past bij Gelsemium, Eupatorium, Arsenicum |
| e.d. We kunnen zelfs de voor ieder middel typerende reacties voorspellen, omdat bij acute ziekten |
| dikwijls vergelijkbare reactiepatronen optreden. Dat neemt niet weg dat iedere epidemische ziekte |
| onbevooroordeeld wordt tegemoet getreden, in de wetenschap dat elke ziektesituatie eenmalig en uniek |
| is. Om met Hahnemann te spreken: |
| Organon, §100: |
| …“hij moet nooit vermoeden in plaats van waarneming zetten …” |
| Organon, §101: |
| “Het kan zijn, dat de arts tijdens een epidemie niet direct bij de eerste patiënt, die in zijn praktijk |
| voorkomt, het complete beeld ervan te zien krijgt. Elke zodanige collectieve ziekte toont immers pas bij |
| de observatie van meerdere gevallen het volledige beeld van haar symptomen en verschijnselen. |
| Maar toch kan de arts bij zorgvuldig onderzoek vaak al aan de eerste en tweede patiënt de werkelijke |
| toestand zo benaderen, dat hij er zich een karakteristiek beeld van kan vormen – en dan ook wel een |
| geschikt homeopathisch passend geneesmiddel voor hen vindt.” |
| Organon, §102: |
| “Alle patiënten die door de huidige epidemie zijn aangetast, hebben weliswaar een gelijke ziekte, |
| voortgekomen uit één en dezelfde besmettingsbron, maar het complete beeld van zo‟n epidemische ziekte |
| en de totaliteit van haar symptomen kan men niet aan een enkele patiënt waarnemen. Dat kan alleen uit |
| het ziekteverloop van meerdere zieken van verschillende lichamelijke condities volledig geabstraheerd |
| en omschreven worden. En de kennis van die totaliteit is nodig om een overzicht te krijgen over het |
| gehele ziektebeeld, zodat het voor die totaliteit meest passende homeopathische geneesmiddel kan |
| worden gekozen.” |
| Appèl op de levenskracht |
| 119 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-119-2048.jpg"/> |
| dat automatisch de chronische miasmatische gesteldheid gaat meevibreren en het tot een acuut |
| miasmatische ziekte maakt. Dan is de patiënt nog veel zieker. Oudere patiënten kunnen zelfs in de |
| risicofase komen te verkeren omdat zij dikwijls reeds lijden aan een ver ontwikkeld stadium van |
| chronisch ziekte. Sterfgevallen komen voor, die dan worden toegeschreven aan de griep. |
| De chronische ziekte wekken tot een acute uiting heeft een trager herstel tot gevolg. Het duurt langer eer |
| patiënten weer de „oude‟ zijn en vaak is het zo dat zij “sinds de griep” nooit meer de „oude‟ zijn |
| geworden. Verwezen wordt dan naar de ziekte van Pfeiffer, of een hevige griep (waarna de patiënt |
| diabetes ontwikkelde), of een hevige verkoudheid (waarna de patiënt astma kreeg) enz. Dit is de rubriek |
| „Never well since‟. |
| In de acute fase gebruiken wij geneesmiddelen uit de bij deze ziektegroep behorende plantaardige en |
| dierlijke remedies. |
| Chronische Ziekten, blz. 161: |
| “Hier komen we te hulp met de overige homeotherapeutica,… |
| Maar ook hier is, als de aandoening niet al te erg was, de genoemde toepassing der benodigde |
| geneesmiddelen door ruiken aan een daarmee bevochtigd korreltje vaak als hulp afdoende, hetgeen de |
| behandeling van de acute ziekte bijzonder bekort.” |
| Wanneer blijkt dat dit onvoldoende werkt vanwege een dreigende acuut miasmatische manifestatie moet |
| er antipsorische hulp worden ingeroepen. |
| Chronische Ziekten, blz. 163 en 164: |
| “De epidemische en sporadische koortsen hebben derhalve, net als de acute miasmatische ziekten, als ze |
| niet spoedig heel duidelijk koers bepalen en zonder uitstel tot genezing overgaan, vaak een antipsorische |
| assistentie nodig – zelfs als men voor die epidemische of acuut miasmatische aandoening een specifiek |
| homeopathisch middel zou hebben gevonden en op de juiste wijze toegepast. Gewoonlijk hielp ik dan na |
| met Sulphur, tenzij de patiënt kort tevoren al een Sulphurhoudend geneesmiddel had gebruikt. In dat |
| geval moet men uit de reeks der overige antipsorica het nu passende gebruiken.” |
| Voortzetting van de chronische constitutionele behandeling |
| Bij een epidemische ziekte wordt een antipsoricum alleen ingezet wanneer uit verloop en duur van het |
| herstel blijkt dat dit door de endogeen constitutioneel psorische belasting wordt vertraagd en |
| bemoeilijkt. Het komt in de praktijk geregeld voor dat wij de afweging moeten maken om een acute |
| ziekte wel of niet te behandelen. Met betrekking tot de continuering van de chronische |
| constitutiebehandeling is het meestal raadzaam wél tot behandeling over te gaan. Een acute ziekte die in |
| korte tijd en doelmatig wordt genezen bewerkstelligt een conditie die de reacties op het antipsoricum |
| verbeteren. |
| Chronische Ziekten, blz. 163: |
| “Er komen bijzonderheden van andere aard opzetten (die we gewoonlijk nasleep, naziekten noemen), |
| die langzamerhand dreigen erger en chronisch te worden. In zo‟n geval heeft de arts bijna steeds met |
| een psora te maken, die zich tot chronische ziekte aan het ontwikkelen is. Dus zal hij deze, volgens de |
| leer van dit boek, antipsorisch weten te genezen. Het is hier de plaats erop attent te maken dat de grote |
| epidemische ziekten, de mensenpokken, mazelen, purpura, roodvonk, kinkhoest, najaarsdysenterie en |
| 120 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-120-2048.jpg"/> |
| Zodoende kan bij vele tot zover herstelde patiënten de psora, die tevoren in hun binnenste sluimerde en |
| latent aanwezig was, snel actief worden hetzij in schurftachtige uitslagen of in andere chronische |
| kwalen. Als die niet naar behoren antipsorisch worden aangepakt, zullen ze, omdat nu het organisme |
| nog in zo‟n grote uitputting verkeert, in korte tijd een hoogtepunt bereiken. |
| In zo‟n geval verkondigt dan de gewone allopathische arts, als de patiënt na al zijn inadequate |
| maatregelen sterft – wat vaak gebeurt – dat hij gestorven is aan de gevolgen van de kinkhoest, de |
| mazelen enz. Maar deze gevolgen zijn de ontelbare chronische ziekten in de talloze vormen van |
| ontplooide psora, waarvan men tot dusver de oorsprong niet kende en die derhalve onbehandeld zijn |
| gebleven.” |
| Breekpunt in de biografie |
| Dat het doormaken van een heftig verlopende acute ziekte veel energie kost behoeft geen verder betoog. |
| Zelfs wanneer dit zich jaren geleden heeft voltrokken, maar de acute aandoening door de patiënt als |
| breekpunt in zijn leven wordt beschouwd, is er reden om er alsnog op voor te schrijven. Het zal anders |
| zo goed als zeker als een soort blokkade tijdens de behandeling opduiken, of het doet dat al meteen al, |
| waardoor de patiënt op geen enkel voorgeschreven middel adequaat reageert. Daarom is het van cruciaal |
| belang dat dergelijke breekpunten met de anamnese in kaart worden gebracht. Zo krijgen we er zicht op |
| of de patiënt een bepaalde nosode nodig heeft, bijvoorbeeld Variolinum. Het betekent geenszins dat hij |
| een „Variolinum-constitutie‟ heeft, want dat is onmogelijk. De Variolinum-toestand zit het |
| zelfgenezende vermogen in de weg. Zonder het oplossen van de blokkade kunnen de geïndiceerde |
| antipsorica hun werk niet naar behoren doen. |
| Wisselziekten – ritme, regelmaat, periodiciteit |
| Wisselziekten nemen een andere plaats in. |
| Bij epidemische ziekten gaat het vrijwel zonder uitzondering om koortsende infectieuze ziekten, terwijl |
| wisselziekten soms wel en soms niet met koorts gaan gepaard. Bovendien behoren ze niet tot de |
| besmettelijke infectieuze (epidemische) ziekten doch betreffen meestal één afzonderlijke patiënt. Gaan |
| zulke periodieke ziekten wél met koorts gepaard dan worden ze wisselkoortsen genoemd. |
| Organon, §233: |
| “De typische wisselziekten zijn die, waarbij op een vrij nauwkeurig bepaalde tijd, bij een schijnbaar |
| goede conditie, een steeds identieke ziekelijke toestand recidiveert en in een evenzo bepaalde tijd weer |
| ophoudt. Men vindt dit zowel bij de schijnbaar koortsloze, maar kenmerkend (op bepaalde tijden) |
| komende en gaande ziekelijke toestanden, alsook bij die met koorts – de veelsoortige wisselkoortsen.” |
| Wisselziekten kenmerken zich door een klachtenpatroon met een zeker ritme en regelmaat, een zekere |
| periodiciteit. De patiënt krijgt zomaar opnieuw die onverklaarbare koorts, of ieder voorjaar die lastige |
| hooikoorts, of elk najaar als het kouder wordt die piepende bronchitis. Het zijn ziekten die op gezette |
| tijden, met de regelmaat van een klok, hun stempel drukken op het welbevinden van de patiënt. |
| Organon, §234: |
| “De hier overwogen ziektetoestanden, die bij één enkele patiënt (want ze plegen niet sporadisch of |
| epidemisch voor te komen) op bepaalde tijden, typisch, recidiveren, schijnbaar zonder koorts, horen |
| steeds bij de groep van de chronische ziekten, meest de zuiver psorische, slechts zelden gecompliceerd |
| 121 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-121-2048.jpg"/> |
| te kunnen doven.” |
| Wisselziekten – chronische ziekten op psorische grondslag |
| Wisselziekten, ongeacht of ze koortsend zijn of niet, behoren tot de “chronische ziekten op psorische |
| grondslag”. Primair moeten ze daarom met antipsorische middelen worden behandeld. Het betreft veelal |
| aandoeningen van acute aard, waardoor ze enige gelijkenis vertonen met acuut miasmatische ziekten. |
| Anders dan de acuut miasmatische ziekte keert de wisselziekte echter steeds met een zekere regelmaat |
| terug. Ieder jaar gedurende een vaste periode wordt de patiënt geconfronteerd met hetzelfde probleem. |
| Hiermee is het begrip wisselziekte van toepassing op veel patiënten! |
| Patiënten wier klachten zich kenmerken door regelmaat kunnen mogelijk eveneens tot deze groep |
| worden gerekend. In de acute fase wordt er behandeld met de passende niet-antipsorische middelen. |
| Vervolgens, in de rustige fase, worden de antipsorica ingezet. |
| Zo wordt de patiënt met hardnekkige hooikoorts op carcinogene basis genezen in de winter door de |
| geïndiceerde antipsorica, eventueel in afwisseling met Carcinosinum. De patiënt met najaarsbronchitis |
| geneest in voorjaar en zomer. In de rustige fase kunnen de antipsorica in alle rust hun werk doen. Dit is |
| onmogelijk wanneer de Dynamis tijdens een acute fase in een staat van opwinding verkeert. Dooft het |
| wisselziekteachtige karakter van de klachten niet uit dan is als tussenmiddel China officinalis vereist. |
| De patiënt die na een tropenreis thuiskomt met een malaria-infectie zal beter reageren op de |
| antipsorische behandeling als hij tussendoor het middel China gebruikt. Zonder antipsorica zal hij niet |
| constitutioneel genezen. Maar zelfs met het juiste gebruik van passende antipsorica is met regelmaat |
| China officinalis nodig om de wisselkoortsachtige aard van het klachtenpatroon duurzaam te |
| doorbreken. China, als tussenmiddel, vormt zo tijdens de chronische constitutiebehandeling het |
| geneesmiddel voor de ontregeling van de Dynamis die zich op regelmatige, gezette tijden manifesteert. |
| De aard van de klacht is niet zo van belang. China neutraliseert de wisselkoortsachtige tendens, |
| waardoor de antipsorica voor de verdere genezing kunnen zorgen. Daar China een plantaardig middel is |
| ligt constitutionele genezing buiten haar werkingssfeer. |
| Samenvatting |
| Een epidemische ziekte is exogeen van origine en doet grotere groepen mensen aan. Afhankelijk van |
| leeftijd, vitaliteit en chronische ziekteontwikkeling kan de interferentie van de epidemische ziekte met |
| de chronische gesteldheid een ziektecrisis veroorzaken. Epidemische ziekten worden behandeld met de |
| voor hen specifieke middelen uit planten- of dierenrijk. |
| Epidemische ziekten hinderen de voortgang van de antipsorische behandeling. Niet goed |
| doormaken van een epidemische ziekte kan de antipsorische behandeling langdurig |
| blokkeren. |
| Wisselziekten zijn ziekten die zich met regelmatige tussenpozen voordoen bij één en dezelfde patiënt. Ze |
| behoren tot de psorische ziekten. Wisselziekten kunnen het karakter hebben van acuut miasmatische |
| ziekten. Om hun wisselkoortsachtige karakter te doorbreken is tijdens de antipsorische behandeling |
| dikwijls China officinalis vereist als tussenmiddel. |
| 122 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-122-2048.jpg"/> |
| Intensieve ziektegevallen – de psychisch zieke patiënt |
| Psychisch zieken en psychiatrische patiënten vergen intensieve begeleiding. In de dagelijkse praktijk |
| zijn er altijd wel één of twee patiënten bezig uit een psychische impasse te geraken. Het kan een |
| uitdaging zijn die onze kundigheid aardig op de proef stelt. Gelukkig is het merendeel van zulke |
| patiënten goed te behandelen. |
| Waarschijnlijk het moeilijkst zijn patiënten die reeds sinds de puberteit als „manisch depressief‟ zijn |
| gediagnosticeerd. Na jaren lithiumgebruik wenden zij zich tot de homeopaat, met als doel de lithium en |
| eventuele andere medicatie af te bouwen. Homeopathie boekt hier goede resultaten, al kan bij dergelijke |
| patiënten, ten gevolge van het onder het lithium „niet geleefde leven‟, het probleem optreden dat zij |
| moeite hebben de levensdraad weer terug te vinden c.q. op te pakken. |
| De ziekte is opgeheven maar de levensloop komt niet op gang. Vaker echter is het alsof zij onder de |
| stolp vandaan komen waaronder zij jarenlang hebben geleefd. De ontwikkelingen in het persoonlijk |
| leven hernemen hun loop. Gebeurtenissen lijken elkaar in sneltreinvaart op te volgen. Ineens is er de |
| jarenlang gewenste relatie of zwangerschap; nu lukt het wél die baan te verwerven of dat huis of die |
| studie. Het betekent dat de verstoring is opgeheven en het leven zijn loop neemt zoals het bedoeld was! |
| Een voor patiënt en homeopaat zeer bevredigende situatie! |
| Eénzijdige ziekten - symptoomschaarste |
| Hahnemann noemt de „psychische‟ ziekten „eenzijdige‟ ziekten. |
| Eenzijdige ziekten worden getypeerd door een eenzijdig symptoombeeld. Er is een uiterst beperkte |
| groep symptomen en meer valt er dikwijls niet te melden! |
| De beperkte doch nadrukkelijk op de voorgrond tredende symptoomgroep laat alle andere symptomen |
| naar de achtergrond verdwijnen. Genezing wordt daardoor moeilijker. Hoe uitgebreider en verscheidener |
| de symptomen, hoe gemakkelijker de rode draad en een passend geneesmiddel zijn te vinden. Behalve |
| het mentaal/emotionele beeld hebben we ook nog plaatselijke totaalsymptomen, generaliteiten, eventuele |
| concomiterende symptomen e.d., waardoor een gefundeerder geneesmiddel keuze mogelijk wordt. |
| Wanneer enkel mentale symptomen present zijn wordt een differentiaaldiagnose tussen mogelijk |
| geïndiceerde geneesmiddelen aanzienlijk lastiger. |
| Psychische ziekten zijn dus eenzijdig ziekten. De psychische verschijnselen, psychosen, wanen e.d. |
| treden sterk op de voorgrond en vragen zo alle aandacht. In de praktijk lijkt het vrijwel onmogelijk en |
| soms zelfs ongepast het hoofd-voeten-schema na te vragen, alsof we de aandacht van het werkelijke |
| probleem willen afleiden. |
| Bij de psychotische patiënt met identiteitsverlies hebben we aan symptomen uitsluitend wat zich op het |
| moment manifesteert en wat wij zelf kunnen waarnemen of van familieleden horen. We moeten het doen |
| met een beperkt aantal symptomen, die nagenoeg allemaal samenhangen met de zelfbeleving van de |
| patiënt en diens verstoorde relatie met de omgeving. Ofschoon we te maken hebben met een „acute |
| ziekte‟ (!) is er toch veelal sprake van een chronische psorische achtergrond. |
| Organon, §210: |
| “Bij de psora horen bijna alle ziekten, die ik eerder als “eenzijdig” betitelde. Die schijnen door deze |
| eenzijdige symptomatologie (waarbij ten opzichte van het enkele prominente symptoom alle overige |
| ziekteverschijnselen als het ware in het niet vallen) moeilijker te genezen. Tot deze soort horen de |
| 123 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-123-2048.jpg"/> |
| de affectieve en mentale gesteldheid gealtereerd.” |
| Psychische aandoeningen ontspruiten aan de psorische gesteldheid. Ze komen als eenzijdige uiting het |
| eerst als een acuut miasmatisch ziekte aan het oppervlak, de vorm aannemend van beperkte eenzijdige |
| psychische problematiek, bijvoorbeeld een psychose. |
| De ware oorzaak is evenwel de onderliggende psorische basisverstoring van de levenskracht. |
| De intense psychische problematiek berust op een onderliggende functionele verstoring van de Dynamis. |
| De psychische ontregeling werkt min of meer als een drukventiel waardoor de psorisch-dynamische |
| spanning die ervoor, soms jarenlang, werd opgebouwd kan ontsnappen. |
| Organon, §215: |
| “Bijna al die zogenaamde „geestes- en zielsziekten‟ zijn niet anders dan lichamelijke ziekten. Maar het |
| voor elk van hen typische symptoom van verstandelijke of affectieve ontstemming versterkt zich, vlugger |
| of langzamer, onder gelijktijdige vermindering van de lichamelijke symptomen, net zolang totdat het |
| zich tenslotte opvallend eenzijdig, haast als een locale stoornis in de onzichtbare fijne organen van |
| geestes- of gemoedsgesteldheid nestelt.” |
| Grondige anamnese |
| Het spreekt vanzelf dat een grondige anamnese onontbeerlijk is. In een echt acute fase is dit echter |
| onmogelijk. We moeten de patiënt eerst in rustiger vaarwater zien te krijgen. De psychose is het topje |
| van de ijsberg, die door adequaat voorschrijven voorlopig wordt verankerd. Nu komt het erop aan de |
| drijvende kracht achter de acuut miasmatische psychotische aandoening aan te pakken! Ongenezen en |
| beroofd van de psychische uitlaatklep zal de psorische predispositie zich hergroeperen en wederom |
| proberen de gezondheid duurzaam te ontregelen. De overvolle psychiatrische inrichtingen getuigen |
| ervan hoe dikwijls de psorische predispositie hierin slaagt. |
| Organon, §221: |
| “Maar als vanuit de gewone toestand van rust er plotseling een psychose of manie uitbreekt (door |
| schrik, ergernis, door spiritualiën enz.) als een acute ziekte, dan kan die, ofschoon bijna zonder |
| uitzondering ontstaan vanuit inwendige psora, als een eruit oplaaiende vlam, in haar acute begin niet |
| direct met antipsorica behandeld worden. |
| Eerst moeten hier de aangegeven middelen uit de groep van de overige |
| beproefde medicamenten1 in hoog gepotentieerde, minieme |
| homeopathische dosering worden toegepast om de acute toestand zover |
| weg te werken dat de psora voorshands terugkeert in haar vorige, bijna |
| latente staat, waarin de patiënt hersteld lijkt.” |
| Voetnoot1 b.v. Aconitum, Belladonna, Stramonium, Hyoscyamus, Mercurius enz. |
| Paragraaf 221 beschrijft hoe de vrijwel latente psora, de rustsituatie, door een incident, schrik, ergernis, |
| alcohol wordt gebracht tot de productie van acute klachten, “als een eruit oplaaiende vlam”. Het resultaat |
| is een acuut miasmatische ziekte, met op de achtergrond een al langer bestaand chronisch probleem. |
| Door een externe „trigger‟ wordt de mettertijd opgebouwde interne pathologische spanning als het ware |
| tot ontploffing gebracht en ontstaat een acute ziekte. Als geneesmiddelen voor zulke condities noemt |
| Hahnemann enkele niet-antipsorische plantaardige middelen en het niet-antipsorische metaal Mercurius. |
| 124 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-124-2048.jpg"/> |
| dieper werkende minerale constitutiemiddelen. Laten we het inzetten van de dieper werkende minerale |
| antipsorica na dan laten we de psorisch pathologische ondergrond in tact. |
| Deze zal na verloop van tijd opnieuw opvlammen en andermaal de eenzijdige psychische aandoening |
| voortbrengen. Hahnemann adviseert de genoemde middelen toe te passen in hoge potentie en minimale |
| dosering. In de terminologie van de zesde editie van het Organon betekent dit: LM-potenties. |
| Organon, §222: |
| “Toch mag men zo‟n patiënt, die van een acute psychose door de genoemde niet-psorische |
| geneesmiddelen is hersteld, nooit als genezen beschouwen. Integendeel, er is geen tijd te verliezen. Men |
| moet hem direct door een verdere antipsorische, misschien ook antisyfilitische behandeling helemaal |
| bevrijden van het chronische miasma. Dat is namelijk weliswaar weer latent geworden, maar van nu af |
| aan zeer geneigd te recidiveren met aanvallen van de doorgemaakte waan- of affectieve ziekte. |
| Pas na voltooide behandeling is er geen soortgelijke, toekomstige aanval meer te vrezen, als de patiënt |
| tenminste zijn dieetregime en een geordende leefwijze trouw blijft.” |
| Afwisseling ook hier |
| Plantaardige, niet-antipsorische middelen hebben een stabiliserend effect op patiënten die net uit een |
| psychose komen. Sterke psychische schommelingen worden zo voorkomen. Afhankelijk van de duur |
| van de psychose is het aan te bevelen enige tijd door te gaan met het plantaardige middel en geleidelijk, |
| in afwisseling ermee, het antisporische minerale constitutiemiddel te introduceren. Omdat het de |
| constitutie dieper beïnvloed kan het minerale middel anders een toename van de psychische klachten |
| teweegbrengen. |
| Het plantaardige middel kan achterwege worden gelaten zodra blijkt dat het minerale middel goed wordt |
| verdragen. Het kan eventueel achter de hand worden gehouden worden om bij calamiteiten en sterke |
| schommelingen opnieuw dienst te doen als stabilisator, als acuut complement van het chronische |
| constitutiemiddel. |
| Een voorbeeld uit de casuistiek. |
| Een vrouw die door het verlies van haar kind in een psychose terechtkomt, waarvan de symptomen op |
| Ignatia wijzen, loopt het risico van recidivering indien de inname van dit middel te snel wordt gestaakt. |
| Werkelijk genezen kan Ignatia de constitutionele tendens echter niet, om de simpele reden dat het niet |
| behoort tot de antipsorica. Voor duurzame genezing van de psorische gesteldheid zijn de |
| complementaire minerale middelen vereist. De materia medica vermeldt met name Natrium muriaticum, |
| Aurum, Phosphoricum acidum en Sepia. (Hahnemann ziet Sepia als een der weinige antipsorica van |
| dierlijke origine.) Alle minerale geneesmiddelen met diepe antipsorische werking kunnen feitelijk |
| dienen als complement van Ignatia, op voorwaarde dat de symptomen erop wijzen! |
| Voor het duurzaam hervinden van haar innerlijke stabiliteit zal de moeder het op basis van |
| symptoomgelijksoortigheid geïndiceerde minerale antipsorische geneesmiddel nodig hebben. |
| Krijgt ze het dan, ondanks de inname van dit geneesmiddel af en toe toch nog echt „te kwaad‟, dan kan |
| ze op die erg moeilijke momenten de Ignatia eventueel nog gebruiken. |
| 125 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-125-2048.jpg"/> |
| psychotische patiënt. Zij hebben veel meegemaakt en hun geduld en incasseringsvermogen zijn danig op |
| de proef gesteld. Behalve de patiënt zelf zijn zij eveneens gebaat bij een goed verloop van de |
| behandeling. Een stabiele sociale omgeving is voor de psychisch zieke tijdens de herstelfase een |
| belangrijke factor. Alle genezing belemmerende factoren zouden van hem weggehouden moeten |
| worden. |
| Zwaar psychisch verstoorde patiënten zijn niet in huiselijke kring op te vangen en zullen moeten worden |
| opgenomen in een psychiatrisch zieken-huis. Helaas staat dit vrijwel gelijk aan het voorgeschreven |
| krijgen van allopathische medicatie, waardoor onderdrukking en daarmee toename van pathologie in de |
| hand wordt gewerkt. |
| Organon, voetnoot 1, §229: |
| “Het herstel van paranoïde, maniakale, en melancholische patiënten is alleen in een daarvoor speciaal |
| ingericht instituut te bewerkstelligen, niet in de eigen familiekring.” |
| Organon, §223: |
| “Laat men echter de antipsorische (of ook wel antisyfilitische) behande-ling achterwege, dan is het |
| vrijwel zeker te verwachten dat spoedig een nieuwe en meer hardnekkige aanval van de psychose |
| optreedt, terwijl er nog minder aanleiding toe is dan de eerste keer. En ondertussen ontwikkelt de psora |
| zich dan compleet en de patiënt belandt hetzij in een periodieke of continue psychische desintegratie, die |
| dan veel moeilijker antipsorisch kan worden genezen.” |
| Gebruik van psychofarmaca |
| Tegenwoordig zitten zulke psychische en psychiatrische patiënten vaak zwaar onder de medicijnen, die |
| de “continue psychische desintegratie” camoufleren. De psorisch pathologische tendens wordt, |
| ogenschijnlijk, aan banden gelegd met een arsenaal chemisch-synthetische middelen. Het effect ervan op |
| zowel geest als lichaam laat zich raden. |
| Homeopathische behandeling zal lange tijd in beslag nemen. |
| “Kunnen stoppen met de allopathische medicatie” is dikwijls wat de patiënt verlangt van de |
| homeopathische behandeling. Tegelijkertijd bestaat er zo‟n medicijnafhankelijkheid en zo‟n (niet |
| onterechte) angst voor een nieuwe psychose dat de moed tot het afbouwen van de medicatie in de |
| schoenen zinkt. |
| Ook hier biedt het gebruik van LM-potenties grote voordelen. De LM-potentie maakt het mogelijk de |
| allopathische medicatie heel geleidelijk af te bouwen, zonder dat zich crisissituaties voordoen. In |
| weerwil van de allopathische medicatie zal de LM-potentie, indien meerdere malen daags ingenomen, |
| toch een beperkt antipsorisch effect kunnen bewerkstelligen. |
| Daartoe kan nog worden bijgedragen door het passende middel af te wisselen met een geneesmiddel dat |
| de werking van de psychofarmaca enigszins neutraliseert. Samen zijn deze middelen doorgaans |
| toereikend om de allopathische medicatie te kunnen afbouwen. Het antipsorisch effect van het |
| homeopathisch geneesmiddel zal erdoor alleen maar meer toenemen. De eerste stap op de lange |
| genezingsweg is gezet. |
| Psychische klachten door ‘oorzaak van buiten’ |
| Het merendeel der psychische ziekten ontstaat door een oplaaiende psora. Maar er zijn uitzonderingen: |
| bijvoorbeeld bij mensen die zoveel tegenslagen in hun leven te verwerken hebben gekregen dat ze er niet |
| 126 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-126-2048.jpg"/> |
| constitutie echter niet buiten schot. Waar de situatie in de beginfase nog betrekkelijk simpel |
| behandelbaar is, kunnen we na verloop van tijd niet zonder antipsorica. |
| Terwijl de eerder beschreven psychische ziekten een afspiegeling zijn van een ver ontwikkelde |
| sluimerende psora, draait het er bij de exogene variaties op uit dat in de levenskracht, ontregeld door |
| tegenslagen, de erin verankerde, latente psorische tendens wordt gewekt. Dit echter vaak pas na langere |
| tijd |
| Het onderscheid tussen beide vormen - de geestesziekte vanuit de geest of vanuit de ontregelde |
| levenskracht - is relatief eenvoudig te maken. |
| 127 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-127-2048.jpg"/> |
| bestaan, of die nu echt uit lichamelijke ziekte zou zijn voortgekomen of veeleer door opvoedingsfouten, |
| slechte gewoonten, verdorven zeden, verwaarlozing van de geest, bijgeloof of onwetendheid zou zijn |
| ontstaan. In dat geval kan men het volgende als criterium hanteren. Al zulke aberraties nemen af en |
| verbeteren door begrijpend en welwillend toespreken, door troost-gevende argumenten of door ernstige |
| en verstandige uiteenzettingen. |
| Maar een echte waan- of affectstoornis op somatische bodem wordt er snel door verergerd. De |
| melancholie wordt nog depressiever, klagender, meer ontroostbaar en teruggetrokken, maligne |
| paranoïdie wordt er nog meer door verbitterd en wartaal wordt duidelijk nog onzinniger.” |
| Bij geestesziekte gebaseerd op exogene oorzaken kunnen alle therapieën helpen die we tegenwoordig |
| kennen. |
| De mogelijk latent op de achtergrond sluimerende psorische, of soms ook syfilitische, predispositie kan |
| evenwel niet zo worden opgelost. Zodra de geestesziekte primair op somatische bodem is ontstaan, dat |
| wil zeggen: op basis van een dynamische psorische of soms ook syfilitische ontregeling van de |
| Dynamis, haalt bijvoorbeeld psychotherapie niet veel meer uit omdat er basaal geen „gezond‟ stuk meer |
| is aan te spreken in de patiënt. Alle therapeutische input zal uiteindelijk in geen andere output resulteren |
| dan in een toename van de klachten. |
| Pas wanneer de balans van de psorisch of syfilitisch belaste Dynamis is hersteld door antipsorische c.q. |
| antisyfilitische behandeling kan de patiënt beter op z‟n verantwoordelijkheid worden aangesproken en is |
| er een voedingsbodem geschapen voor psychotherapie. |
| Samenvatting |
| De psychische ziekten behoren tot de eenzijdige ziekten waarbij, door het verschuiven van het |
| symptoombeeld, de lichamelijke symptomen naar de achtergrond zijn verdwenen. De psychische ziekten |
| komen voor het merendeel voort uit een onderliggende psora. |
| Psychische ziekten kunnen tevens ontstaan door langdurige of ingrijpende tegenslagen. Dan compliceert |
| de psychische gesteldheid zich vaak later met de fundamenteel psorische verstoring. Zulke psychische |
| aandoeningen van buitenaf reageren goed op andere therapieën, in tegenstelling tot psychische ziekten |
| veroorzaakt door psora. |
| In de acute fase worden psychische ziekten behandeld met plantaardige en dierlijke middelen. Zo gauw |
| de acute fase achter de rug is moet antipsorisch worden behandeld om terugval te voorkomen. |
| 128 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-128-2048.jpg"/> |
| Hoge potenties |
| Reeds tijdens Hahnemann‟s leven was het gebruik van hoger gepotentieerde geneesmiddelen een |
| controversiële kwestie. De verschijning van Chronische Ziekten in 1828 en de erin beschreven |
| antipsorische geneesmiddelen, die vrijwel uitsluitend - naar de toenmalige maatstaven - in hoge |
| potenties moesten worden voorgeschreven, riepen grote spanningen op in de groep volgelingen van de |
| pasgeboren nieuwe geneeskunst. Het voorwoord van de uitgever (Richard Haehl) van de eerste uitgave |
| der zesde editie (1921) beschrijft de toenmalige sfeer aldus: |
| (Januari 1821) “Hahnemann had met de buitenwereld, afgezien van zijn patiënten, weinig verbinding en |
| voeling meer in deze periode. Hij was tot inwoner van Köthen geworden. Ook met zijn eigen leerlingen |
| en collega‟s bleef de persoonlijke omgang tot een klein groepje beperkt, die hem af en toe in Köthen |
| bezochten en met wie hij een levendige briefwisseling onderhield. De verenigingsambities van de |
| homeopathische artsen, die hij over het algemeen wantrouwend, vaak zelfs afwijzend bejegende, |
| ondersteunde en stimuleerde hij geenszins. |
| Ook de wetenschappelijke en schrijversactiviteiten verdwenen meer en meer naar de achtergrond. |
| Slechts op twee uiteenlopende gebieden vlamden ze nog een keer op. |
| In 1828 verscheen „Die Chronische Krankheiten, ihre eigentümliche Natur und homöopathische |
| heilung.‟ |
| Door de publicatie van Chronische Ziekten werd de vervreemding van Hahnemann ten opzichte van een |
| groot deel der homeopathische artsen openlijke vijandschap. Hahnemann wilde alle chronische ziekten |
| baseren op slechts drie chronische miasma‟s: Syfilis, Sycosis en Psora (waarvan de laatste de |
| verderfelijkste ziekte zou zijn) die zich bovendien sinds vele duizenden jaren van geslacht op geslacht |
| zouden hebben voortgeplant. |
| Dit werd door de homeopathische artsen gelijkelijk afgewezen als de door Hahnemann aanbevolen |
| antipsorische geneesmiddelen. Bij zijn voorschriften was hij tot steeds hogere verdunningsgraden |
| overgegaan. |
| Uiteindelijk verklaarde hij de 30ste centesimale potentie de werkzaamste. Hiervan liet hij veelal slechts |
| en maanzaad-groot korreltje nemen, waarna hij 30, 40, 50 en meer dagen afwachtte (vierde editie |
| Organon). |
| De „wetenschappelijk-kritische‟ richting in de Homeopathie wees zowel de psorische ziekteverwekker |
| alsook de lang werkende hoge potenties van de hand en verweet de „zuivere homeopaten‟ een |
| gedachteloze eed op het woord van de meester. Hahnemann op zijn beurt noemde de homeopaten van de |
| „wetenschappelijke‟ richting „halfhomeopaten‟, die hij voor veel gevaarlijker vijanden van zijn |
| homeopathie hield dan de publieke tegenstanders. De langdurige en heftige strijd tussen de |
| Hahnemannianen en de halfhomeopaten werd tenslotte door een scherp aanvalsartikel op 23 oktober |
| 1832 in het „Leipziger Tagesblatt‟ openbaar gemaakt.” |
| Inzichtelijk homeopathisch handelen |
| Er moesten in de „homeopathische school‟ enkele harde noten worden gekraakt. De miasmaleer, of |
| beter: de ziekteclassificatie, bleef in Hahnemann‟s tijd onbegrepen en werd tot op de dag van vandaag |
| nooit de basis voor inzichtelijk homeopathisch handelen. Door vooroordeel en onwetendheid werden (en |
| worden) daarnaast de potenties beschreven in de zesde editie van het Organon niet of nauwelijks in de |
| praktijk gebruikt. De diverse stromingen die de homeopathie kent begonnen reeds tijdens Hahnemann‟s |
| leven. |
| 129 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-129-2048.jpg"/> |
| latere vierde editie van het Organon vormde de basis voor de manier waarop de homeopathie door de |
| Amerikaanse homeopaten werd ontwikkeld. |
| De praktische aanwijzingen in Chronische Ziekten over ziekteclassificatie en miasmaleer werden niet in |
| de praktijkvoering geïntegreerd. Dit heeft grote consequenties gehad voor de ontwikkeling van de |
| homeopathie. |
| Blinde navolging van Hahnemann gaat natuurlijk te ver, maar anderzijds is het weinig beter hem te |
| passeren zonder minimaal grondig kennis te hebben genemen van wat hij ons heeft nagelaten. |
| De verdieping van de praktijkvoering, de deskundigheid en het begrip van de homeopathie die dit |
| oplevert kan naar mijn idee op geen enkele andere wijze worden verkregen. Het getuigt niet alleen van |
| respect, maar ook van zelfinzicht, wanneer we in overeenstemming met de woorden van Dr. Wilhelm |
| Schwarzhaupt in het voorwoord van de hernieuwde uitgave der zesde editie van het Organon in 1955 |
| concluderen: |
| “Indringende studie heeft mij ertoe gebracht er van af te zien het werk van Hahnemann in moderne |
| taalvorm te gieten. Niet als laatste op basis van mijn wens piëteitsvol en in alle bescheidenheid achter |
| het genie van Hahnemann terug te treden.” |
| Twee verschillende potentiereeksen |
| De homeopathie kent twee verschillende potentiereeksen. Het oudst zijn de centesimale- of C-potenties, |
| waarmee Hahnemann gedurende langere tijd verwoed experimenteerde om te beantwoorden aan het door |
| hem zelf geformuleerde axioma. Dit axioma is hij zijn gehele leven trouw gebleven: “Het hoogste ideaal |
| van genezen is een snel, zachtzinnig en duurzaam herstel van de gezondheid.” |
| En met betrekking tot de werking van geneesmiddelen: “Het door mij aangegeven procédé maakt |
| medicijnen van hoogste activiteitsontplooiing en mildste werking, die echter, mits goed gekozen, alle |
| zieke plekken geneeskrachtig beïnvloeden.” Bij zijn streven naar het meest zachtzinnige herstel stuitte hij |
| steeds opnieuw op het probleem van potentie en dosering. |
| Propageerde Hahnemann in de vierde editie van het Organon nog de eenmalige snuifdosis (olfactie), om |
| vervolgens 30, 40, 50 dagen of langer af te wachten, in de vijfde editie adviseert Hahnemann het |
| geneesmiddel - zeker bij primaire psora - in een wekelijks ritme in te nemen. |
| In het hoofdstuk over het technische gedeelte in het derde deel der Chronische Ziekten, gepubliceerd in |
| 1837, schrijft Hahnemann dat homeopathische potenties bij voorkeur in vloeibare vorm moeten worden |
| toegepast en voor iedere inname enkele malen moeten worden geschud. Op deze wijze gaf Hahnemann |
| ook de naar onze begrippen „lagere‟ C-potenties om de dag, of. zoals hij zelf schrijft, “bij voorkeur |
| iedere dag”: |
| Chronische Ziekten, Engelse uitgave, aanhangsel “Concerning the technical part of homeopathy”: |
| “In chronische ziektegevallen heb ik ervaren dat het beste één dosis (d.w.z. een lepel vol) van een |
| oplossing van het passende geneesmiddel gegeven kan worden; ten minste iedere twee dagen, maar |
| gewoonlijk iedere dag.” |
| De voortdurende experimenten met geneesmiddelen en potenties in verschillende doses hadden het |
| bereiken van een ideaal tot doel: “een snel, zachtzinnig en duurzaam herstel”. Hahnemann‟s activiteiten |
| resulteerden in de jaren 1837-1843 in de ontwikkeling van een revolutionair nieuwe potentiewijze, die |
| hij in de achttien maanden voorafgaand aan het laatste half jaar vóór zijn dood, in zijn 87ste levensjaar, |
| alsnog in de laatste editie van het Organon verwerkte. |
| Organon, §275: |
| 130 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-130-2048.jpg"/> |
| dosis. Geeft men namelijk een te krachtige dosis van een middel, ook al is het voor de onderhavige |
| ziektetoestand volkomen goed homeopathisch gekozen, dan zal die gift beslist, ongeacht de weldadige |
| aard van het middel op zichzelf, desondanks schade berokkenen alleen al door de grootte en de in dit |
| geval onnodige, veel te sterke impressie die ervan uitgaat op de levenskracht.” |
| Gezien het doorslaggevende belang van de soort potentie en de eraan gekoppelde dosis is het voor |
| Hahnemann een levenslange zoektocht geweest om geneesmiddelpotenties te ontwikkelen die aan het |
| gestelde doel beantwoorden. Een zoektocht die is uitgemond in een ontdekking waarmee wij ons |
| voordeel kunnen doen. |
| De bereiding van homeopathische geneesmiddelen |
| De door Hahnemann gebruikte potentiëringsschaal was tot de vijfde editie van het Organon de C- |
| potentie. Bij de C-potentie is de verdunningsgraad van de geneesmiddelhoeveelheid ten opzichte van de |
| draagsubstantie 1:100. Substanties die niet direct oplosbaar zijn in vloeistof worden eerst door |
| verwrijving met melksuiker tot een niveau gebracht waarop ze wel opgelost kunnen worden in water of |
| alcohol. De grens waarna alle vaste substanties oplosbaar zijn in vloeistof ligt bij de miljoenvoudige |
| verdunning, dat is: C3. Moeilijk oplosbare stoffen worden zodoende eerst tot een miljoenvoudige |
| verdunning - C3 - verwreven met melksuiker. |
| Deze procedure is identiek voor de bereiding van C-potenties én LM-potenties. Pas vanaf de C3 treden |
| er in de bereiding wezenlijke verschillen op. |
| Het potentiëringsproces maakt de latente geneesmiddelkrachten vrij die in de materie verscholen liggen. |
| De wegen voor het vrij maken van deze latente energie zijn bij C- of LM-potenties verschillend. |
| Organon, §269: |
| “De homeopathische geneeskunst haalt voor haar speciale behoefte de innerlijke, spirituele, medicinale |
| krachten van de ruwe grondstoffen te voorschijn door middel van een geheel eigen |
| behandeling,”waardoor ze allemaal pas echt bijzonder, ja zelfs onmetelijk „doordringend‟ actief en |
| dienstig worden, zelfs die substanties onder hen, die in onbewerkte toestand niet de minste medicinale |
| kracht op het menselijk lichaam laten blijken. Deze merkwaardige verandering in de eigenschappen van |
| natuurlijke stoffen ontwikkeld door mechanische inwerking op hun kleinste partikels, door verwrijven en |
| schudden (terwijl ze door middel van een indifferente droge of vloeibare substantie van elkaar |
| gescheiden zijn), de latente dynamische krachten die tevoren onopgemerkt, als het ware sluimerend in |
| hen verborgen waren (§11) en vooral invloed kunnen uitoefenen op het levensbeginsel, op de conditie |
| van dierlijk leven. Daarom wordt deze bewerking van die stoffen dynamiseren of potentiëren genoemd |
| (ontwikkelen van artsenijkracht) en de ontstane producten dynamiseringen ofwel potenties in |
| verschillende graden.” |
| Organon, voetnoot 2, §269: |
| “Net zo ontwikkelt wrijven van de geneesmiddelsubstantie en schudden van de oplossing ervan |
| (dynamisering, potentiëring) de geneeskundige, in haar verborgen krachten en ontplooit die steeds |
| meer. Men zou misschien mogen zeggen, dat het de materie spiritualiseert.” |
| Organon, §270: |
| 131 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-131-2048.jpg"/> |
| genomen.” |
| Dynamisatieproces |
| Het “spiritualiseren van de materie” vindt stapsgewijs plaats, volgens een procedure die in totaal drie uur |
| in beslag neemt. |
| Een derde deel van honderd grein melksuiker wordt in een vijzel gedaan met daarop één grein van het te |
| dynamiseren geneesmiddel. Dit wordt omgeroerd en vervolgens met de stamper gedurende zes à zeven |
| minuten krachtig verwreven. Daarna wordt het mengsel gedurende drie à vier minuten bijeengeschraapt |
| en dan opnieuw zes à zeven minuten verwreven, gevolgd door nog eens drie à vier minuten van |
| bijeenschrapen. |
| Hierna wordt het tweede derde deel van de melksuiker toegevoegd en zes à zeven minuten ermee |
| verwreven, gevolgd door drie à vier minuten schrapen. Daarna zes à zeven minuten verwrijven en drie à |
| vier minuten schrapen. Nu, na veertig minuten, wordt het laatste derde deel van de melksuiker |
| toegevoegd. Weer volgt zes à zeven minuten verwijven en drie à vier minuten schrapen en tenslotte de |
| laatste keer zes à zeven minuten verwrijven en drie à vier minuten schrapen. |
| Zo wordt de eerste honderd grein van het geneesmiddel in wording verwreven en is na één uur de |
| potentie C1 ontstaan. |
| Om C2 te maken wordt 1 grein van de C1 vermengd met het eerste derde deel van de tweede honderd |
| delen melksuiker, waarna op precies dezelfde wijze wordt te werk gegaan als bij de bereiding van de C1. |
| Dus in drie keer 20 minuten met afwisselend verwrijven en schrapen. Zo is na twee uur de potentie C2 |
| bereikt. Volgens exact hetzelfde procédé wordt tenslotte de C3 potentie bereid. |
| Organon, voetnoot 11, §270: |
| “Dat zijn de drie trappen van de droge poedertrituratie, welke, als ze correct zijn uitgevoerd, al een |
| goed begin gemaakt hebben met de activiteitsontplooiing (dynamisering) van de medicijnsubstantie.” |
| Voor de bereiding van de volgende C-potenties (1:100) wordt deze procedure gevolgd: |
| Chronische Ziekten, blz. 182: |
| “De eerste oplossing kan niet in pure alcohol gebeuren, omdat melksuiker niet oplost in alcohol. |
| Derhalve vindt de eerste oplossing plaats door gelijke delen water en alcohol. Daarom worden bij een |
| grein van het beschreven, door wrijven miljoenvoudig (C3) gepoten-tieerde, medicinale poeder 50 |
| druppels gedestilleerd water gevoegd. Dit wordt door enkele keren het flesje om zijn as te laten draaien |
| gemakkelijk opgelost; vervolgens worden er 50 druppels goede alcohol aan toegevoegd en zo het slechts |
| voor tweederde met dit mengsel gevuld en met een stop gesloten flesje twee keer (dus met twee |
| neerwaartse slagen van de arm) geschud.” |
| Met de verkregen vloeistof C4 worden kleine, niet-medicinale globuli geïmpregneerd, die nadat ze op |
| vloeipapier vlug zijn gedroogd in een flesje worden opgeslagen met het etiket „C4‟. Bij de bereiding van |
| de C5 potentie wordt gebruik gemaakt van de lagere C4. Eén korreltje van de C4 potentie wordt opgelost |
| in 1 druppel water. Vervolgens worden er 99 of 100 druppels alcohol aan toegevoegd. Deze oplossing |
| wordt wederom slechts tweemaal geschud. Met de verkregen oplossing worden opnieuw |
| melksuikerkorrels geïmpregneerd en daarna snel gedroogd. De verkregen potentie is „C5‟. Zo kan met |
| dit procédé vervolgen tot in de hoogste potentiegraden. |
| Voor alle duidelijkheid wil hier gezegd zijn dat bij de correcte bereiding van de centesimale potenties |
| iedere volgende potentie tijdens het bereidingsproces slechts tweemaal geschud wordt. De |
| dynamisatiegraad neemt dus bij iedere volgende trap met twee schudslagen toe. |
| 132 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-132-2048.jpg"/> |
| schudden. De mate van dynamisering tussen de onderlinge elkaar opvolgende potenties is derhalve |
| beperkt. Indien goed bereid is de veelgebruikte C30 potentie dus minder dan 60 keer geschud.Tot C3 is |
| er namelijk alleen sprake van verwrijving Volgens Hahnemann wordt deze beperking in de |
| dynamiseringsmogelijkheden opgelegd door het geringe verdunningsmedium van 1:100. |
| Homeopathische geneesmiddelen die anders worden gemaakt wijken af van Hahnemann‟s aanwijzingen. |
| Organon, voetnoot 6, §270: |
| “Toen men nog volgens het aanvankelijke voorschrift, steeds een volle druppel van de dilutie van lage |
| potentie voegde bij 100 druppels 96%-alcohol om hogere potenties te maken, was de verhouding van |
| het verdunningsmedium ten opzichte van de daarin te dynamiseren hoeveelheid geneesmiddel (100 op 1) |
| veel te krap bemeten dan dat veel van zulke schudslagen, zonder dat men teveel geweld moest gebruiken, |
| in staat zouden zijn de krachten van de gebruikte geneesmiddelsubstantie naar behoren en in hoge mate |
| tot ontplooiing te brengen. Vermoeiende proefnemingen hebben me daarvan overtuigd.” |
| Vermoeiende proefnemingen |
| We mogen er gevoeglijk vanuit gaan dat het inderdaad “vermoeiende proefnemingen” zijn geweest die |
| Hahnemann overtuigden. Bij het schrijven van het Apotheker Lexicon, tussen 1793 tot 1797geschreven, |
| verbeterde Hahnemann de eerdere editie door alle vermelde proeven te onderwerpen aan een kritisch |
| onderzoek. In voetnoten gaf hij dan zijn commentaar om vervolgens een betere, door hemzelf |
| ontwikkelde procedure aan te bevelen. Wellicht ten overvloede zij vermeld dat het door Hahnemann |
| geschreven Apotheker Lexicon, in Duitsland hét handboek voor de apotheker, zo‟n honderd jaar lang als |
| standaardwerk in gebruik is geweest! Met dezelfde nauwgezetheid als waarmee hij het Apotheker |
| Lexicon schreef, zal hij de “vermoeiende proefnemingen” hebben uitgevoerd om tot de bereiding van |
| optimaal werkende potenties te komen. Dit ten behoeve van zijn eigen patiënten, maar zeker ook ten |
| voordele van het homeopathisch nageslacht. |
| De centesimale potenties hielden tijdens Hahnemann‟s leven lang stand. Met de jaren kwam verandering |
| in de wijze waarop ze werden voorgeschreven. Hahnemann heeft veel geexperimenteerd met het |
| voorschrijven van geneesmiddelen in potenties, in droge en in vloeibare vorm, in snijfdosis en met |
| verschillende frequenties van inname van het middel. Deze nam geleidelijk toe van één keer in de paar |
| maanden, bij duidelijke terugkeer van symptomen, tot in 1835 één keer in de week gedurende twaalf tot |
| dertien weken bij een „vers‟ ontstane psora (voetnoot §246, vijfde editie Organon). Uiteindelijk werden |
| de C-potenties, zoals Hahnemann in 1837 beschrijft, ook bij chronische ziektegevallen om de dag of |
| zelfs bij voorkeur dagelijks gegeven. Dit onder de voorwaarde dat de het geneesmiddel in vloeibare |
| vorm werd verstrekt en vóór iedere toediening één of meerdere keren geschud. Tijdens dit stadium van |
| Hahnemann‟s ontwikkeling - in 1837 - zien we de directe voorloper van de manier waarop latere LM- |
| potenties worden voorgeschreven. In Chronische Ziekten vinden we herhaaldelijk dat de |
| geneesmiddeltoediening plaatsvond door ruiken aan medicinale geneesmiddelkorrels of aan een |
| oplossing van 40%-alcohol waarin het geneesmiddel was opgelost. Op verzoek van zijn leerlingen, die |
| bang waren dat de meer materieel ingestelde beroepsgenoten moeite zouden hebben met de snuifdoses |
| en dit daarom de homeopathische zaak geen goed zou doen, heeft Hahnemann, die zelf deze wijze van |
| praktiseren hanteerde, de snuifdosis als wijze van inname in de zesde editie van het Organon |
| onderbelicht gelaten. |
| Organon, §248: |
| 133 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-133-2048.jpg"/> |
| drie of vier dagen moet worden geroken, dan moet ook dit flesje voor elk ruiken acht à tien maal |
| krachtig worden geschud.” |
| Dat het homeopathisch geneesmiddel op diverse manieren kan worden toegediend spreekt ook uit §284 |
| van zesde editie van het Organon: |
| “Behalve de tong, de mond en de maag, die meestal bij het medicijn innemen worden geraakt, zijn in het |
| bijzonder ook de neus en de ademorganen ontvankelijk voor de inwerking van geneesmiddelen in |
| vloeibare vorm, door middel van ruiken en van inademen via de mond.” |
| Verdere ontwikkelingen |
| De gebruikelijke methode van éénmalige inname van een droge korrel van een homeopathisch |
| geneesmiddel correspondeert met de wijze waarop Hahnemann homeopathie bedreef vóór 1828. Dit is |
| de periode vóór de publicatie van Chronische Ziekten, waarin de ervaringen opgedaan tussen 1816 en |
| 1828 zijn vervat. Vér voor 1828 werkte Hahnemann klaarblijkelijk al niet meer op de manier die |
| tegenwoordig voor menig homeopaat nog wél steeds gebruikelijk is! Voor Hahnemann moesten toen de |
| vruchtbaarste jaren nog komen. De conclusie moet zijn dat latere homeopaten, voor wat betreft |
| Hahnemann, genoegen hebben genomen met de vroegere, minder ontwikkelde vorm van homeopathie. |
| In de „Parijse periode‟ ontwikkelde Hahnemann een totaal nieuwe potentiereeks, de zogenaamde LM- |
| potenties. Toen de zesde editie van het Organon in 1921 werd uitgebracht stuitte wederom een aspect |
| van de homeopathie op onbegrip van de beroepsgroep. Ditmaal ging het om de compleet andere |
| methode van potentiegebruik. Nadat eerder de ziekteclassificatie en de miasmaleer niet begrepen en dus |
| niet in praktijk waren gebracht, gebeurde nu hetzelfde met LM-potenties. Aangevoerde redenen waarom |
| de nieuwe LM-potenties weinig tot niet werden gebruikt, behelsten de eigenaardigste redenaties. |
| “LM werkt minder krachtig dan C” tot en met de mening dat “Hahnemann in de Parijse periode seniel |
| werd”, of dat “de zesde editie niet van zijn hand was”. Afgezien van het feit dat Richard Haehl in de |
| eerste uitgave een complete verklaring en verantwoording geeft voor de authenticiteit van het manuscript |
| van de zesde editie, is de praktijk de ultieme test. In plaats van met bizarre excuses te komen zou het |
| beter zijn toe te geven dat de totaal nieuwe methode zo verschilt van wat ons is geleerd dat wij tijd nodig |
| hebben om aan de verandering te wennen. |
| Kennislacunes bij de beroepsgroep |
| Een boek als Chronische Ziekten is tot nu toe slecht begrepen, wat de vraag doet rijzen of dit met de |
| zesde editie van het Organon wellicht ook niet het geval is. Navraag bij zowel praktizijns als studenten |
| heeft mij geleerd dat homeopathieopleidingen aan beide standaardwerken nauwelijks aandacht besteden. |
| De student mag ze op eigen houtje bestuderen. Studenten worden opgeleid volgens de heersende opinie |
| binnen de school of van de docent. Wordt er wel gedoceerd uit Organon en Chronische Ziekten, dan |
| blijkt de hedendaagse werkwijze sterk af te wijken van de manier waarop Hahnemann de laatste twintig |
| (!) jaar van zijn leven praktiseerde! |
| Hahnemann‟s werk wordt op homeopathieopleidingen dikwijls overschaduwd door het werk van latere |
| meesters. Vroeger waren dat Kent, Hering, Allen, Lippe, e.d., nu zijn het Vithoulkas, Sankaran, e.d.. Al |
| met al zijn de wijsheden en ervaringen van de grondlegger van de homeopathie hierdoor overvleugeld. |
| De homeopathie heeft erdoor zeker een andere ontwikkeling doorgemaakt dan in de lijn van Hahnemann |
| had gelegen. Door de fundamenteel onvolkomen ontwikkeling van de homeopathie van vóór 1820, is de |
| latere ontwikkeling, berustend op de vierde editie van het Organon, eveneens onvolkomen. Bijgevolg |
| 134 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-134-2048.jpg"/> |
| een nachtkaars uit door onenigheid en strijd, die uiteindelijk voortkwam uit ONBEVREDIGENDE |
| RESULTATEN. Voor een belangrijk deel ligt de oorzaak van de versplintering in de homeopathie in het |
| onbegrip van wat Hahnemann de laatste twintig jaar van zijn leven nog aan de homeopathie heeft |
| toegevoegd. Verlaten van de bron draagt het risico van versnippering in zich. Veel verschillende |
| meningen gaan op, die elkaar bestrijden en die of hun relatie met de bron nooit hebben gehad of die |
| inmiddels allang zijn verloren. |
| Om te oordelen over Hahnemann‟s geschriften zullen wij die eerst grondig moeten bestuderen. |
| De LM-potentie |
| Mede dankzij zijn liefhebbende echtgenote Melanie was Hahnemann op het einde van zijn leven nog |
| intensief werkzaam in de praktijk. In deze periode ontwikkelde hij een nieuwe wijze van potentiëren met |
| als doel een milde en toch diepe en krachtige geneesmiddelwerking. Driekwart van zijn twee laatste |
| levensjaren besteedde hij aan het herschrijven van de vijfde editie van het Organon. In een brief |
| gedateerd 20 februari 1842 schrijft Hahnemann aan zijn uitgever Schaub: |
| “Zojuist heb ik na 18 maanden werken de zesde editie afgerond van mijn Organon, welke de mogelijk |
| meest volmaakte is.” |
| Deze editie van het Organon is geheel geënt op de nieuwe wijze van potentiëren en voorschrijven. |
| Bereiding van de LM-potentie |
| Zoals we hebben gezien bestaat er tot en met de C3 geen verschil in de bereiding van een C- of LM- |
| potentie. De C3 vormt de basis voor de verdere bereiding van de hogere dynamisatiegraden (potenties) |
| van zowel de C-reeks als de LM‟s. |
| Bij de bereiding van LM-potenties is de werkwijze als volgt: |
| Organon, §270: |
| “Om redenen die verderop in de voetnoot zijn aangegeven, wordt nu eerst van dit poeder (C3) één |
| bgrein opgelost in 500 druppels van een mengsel, bestaande uit één deel 90%-alcohol en vier delen |
| gedestilleerd water. Hiervan wordt één enkele druppel in een flesje gedaan. Daar voegt men 100 |
| druppels 96%-alcohol (spiritus fortior) aan toe en geeft dan het toegekurkte flesje met de hand 100 |
| krachtige schudstoten tegen een hard, maar toch elastisch voorwerp. Dit is dan het geneesmiddel in de |
| eerste dynamiseringsgraad. Daarmee worden fijne suikerglobuli eerst goed bevochtigd, dan vlug op |
| vloeipapier uitgespreid, gedroogd en in een toegekurkt flesje bewaard met het etiket van de eerste |
| potentiegraad(I). Van deze potentie wordt slechts één globulus genomen om verder te dynamiseren.” |
| Eerst wordt dus één grein opgelost in vijfhonderd druppels vloeistof en dit mengsel wordt niet geschud. |
| Van deze oplossing wordt één enkele druppel (één-vijfhonderdste deel) opgelost in honderd druppels |
| 96%-alcohol. |
| Vijfhonderd maal honderd is 50.000, de verdunningsverhouding van de basisvloeistof. Het volume van |
| de C3 verwrijving wordt hiermee 50.000 keer verkleind. |
| Door honderd keer krachtig schudden wordt de geneesmiddeloplossing gedynamiseerd en de eerste LM- |
| potentie, nog in vloeibare vorm, verkregen. Hiermee geïmpregneerde globuli worden opgeslagen als LM |
| 1. De LM kan worden verstrekt in de vorm van korrels of, gebruikelijker, in vloeibare vorm. De |
| miniscule globuli horen de grootte van een “maanzaadje” te hebben, zodat vijfhonderd ervan nog niet |
| 135 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-135-2048.jpg"/> |
| Ter bereiding van de hogere potenties (dynamisaties) wordt één korrel opgelost in één druppel water. |
| Een globule van een grootte die in staat is één-vijfhonderdste deel van één druppel water op te nemen! |
| We wachten tot de korrel is opgelost en voegen er vervolgens honderd druppels 96%-alcohol (= 2ml) |
| aan toe. Het flesje met de oplossing wordt 100 maal krachtig geschud tegen een hard doch elastisch |
| voorwerp. Zo neemt met iedere stap van potentiëring het volume van de oplossing ten opzichte van de |
| massa van de geneesmiddelsubstantie met de factor 50.000 toe. |
| Met de nu ontstane oplossing worden weer globuli bevochtigd en vervolgens snel gedroogd op |
| vloeipapier. Zo krijgen we de LM 2. |
| Om hogere potenties te bereiden wordt steeds één globule van de lagere dynamisatie opgelost in één |
| druppel water. Daarna volgen de toevoeging van honderd druppels 96%-alcohol (factor 50.000) en |
| honderd krachtige schudslagen om de hogere potentiegraad te verkrijgen, waarmee dan opnieuw |
| globules bevochtigd kunnen worden. |
| Organon, §270: |
| “Door deze bewerking van ruwe geneesmiddelsubstanties ontstaan preparaten, die pas op deze manier |
| het volle vermogen verkrijgen de door het lijden aangetaste delen in het zieke organisme op de juiste |
| wijze te treffen en zodoende, door een gelijkende kunstmatige ziekteaandoening te creëren, dat het in die |
| delen aanwezige levensprincipe de gewaarwording van de natuurlijke ziekte verliest. Door deze |
| mechanische bewerking, als ze volgens het bovenstaand voorschrift naar behoren is uitgevoerd, wordt |
| bereikt dat de geneesmiddelsubstantie, die zich in ruwe toestand alleen maar als materie, soms zelfs als |
| niet-medicinale materie aan ons presenteert, zich door middel van zulke steeds hogere dynamiseringen |
| eindelijk helemaal tot een geestachtige, spirituele geneesmiddelkracht verfijnt en omvormt, die op |
| zichzelf weliswaar voor ons niet meer zintuiglijk waarneembaar is, maar waarvoor de medicinaal |
| geworden globulus al in droge vorm, maar nog veel meer als die weer in water is opgelost, de drager |
| wordt. In deze toestand bevestigt hij de heilzame werking van die onzichtbare kracht in het zieke |
| lichaam.” |
| Voor Hahnemann waren de nieuwe LM-potenties superieur. |
| Organon, voetnoot 7, §270: |
| “Deze bewering kan men niet onwaarschijnlijk noemen, als men bedenkt dat bij deze manier van |
| dynamiseren (waarvan ik constateerde, na veel moeizame proeven en controleproeven, dat de |
| preparaten het meest actief en tegelijk het zachtste werkten, dat wil dus zeggen het meest volmaakt) de |
| materie van het middel bij iedere dynamiseringstrap 50.000 keer verminderd wordt en desondanks |
| ongelooflijk veel aan kracht wint. |
| Hierdoor wordt het bijzonder waarschijnlijk dat de materie zich door zulke dynamiseringen |
| (ontplooiingen van haar echte, innerlijke medicinale essentie) op het laatst volledig oplost in haar |
| individuele spirituele wezen. Derhalve zou men die materie in haar onbewerkte toestand eigenlijk alleen |
| kunnen beschouwen als bestaande uit deze onontplooide spirituele essentie.” |
| Het moet wel ervaring zijn geweest die Hahnemann zo lyrisch maakte over de nieuwe |
| potentiëringsmethode! Wanneer we Hahnemann in het Organon op zijn woord mogen geloven had het |
| gebruik van C-potenties na deze ontdekking afgedaan. Het geven van „ruimte‟ - het noodzakelijke |
| volume aan de geneesmiddeloplossing - maakt het klaarblijkelijk mogelijk dat de geneesmiddelkracht |
| zich door de honderd schudslagen optimaal kan ontwikkelen. Het beoogde doel - “snel, zacht en |
| 136 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-136-2048.jpg"/> |
| Organon, voetnoot 1, §275: |
| “De lof, die de laatste tijd door enkele homeopaten wordt toegezwaaid aan de grotere doses, (de C- |
| potentie is slechts 1:100 verdund en dus is de dosis veel groter) berust voor een deel op het feit dat ze de |
| lagere potenties van het aan te wenden medicijn gebruikten, volgens de tot nu toe gebruikelijke wijze |
| gedynamiseerd (zoals ook ikzelf vele jaren bij gebrek aan beter weten heb gedaan…)” |
| Bezien we de LM-potenties in het licht van de miasmaleer, de ziekteclassificatie en het benutten van de |
| complementaire effecten van geneesmiddelen, dan heeft het gebruik ervan veel voordelen boven het in |
| die zin verouderde gebruik van C-potenties. Het in de dagelijkse praktijk integreren van de laatste door |
| Hahnemann gedane ontdekkingen is de uitdaging waarmee de hedendaagse homeopathie wordt |
| geconfronteerd! |
| Een effectieve manier om van een Lm1 een Lm2 te maken: |
| 1. Doe één korreltje Lm1 in een 5ml flesje voeg vervolgens één druppel gedestileerd water toe en laat |
| het korrelje oplossen; |
| 2. Voeg 2ml (=100 druppels) 96% drink alcohol toe. sla het flesje100 maal zeer krachtig op een dik |
| boek. |
| 3. Giet het flesje bijna leeg; voeg nu de inhoud van een buisje lac-sac (2ml) toe en beweeg dit flesje |
| zodat dat alle korreltjes bevochtigd (nat) worden. |
| 4. Schud nu de inhoud van het flesje in een koffiefilter en vouw het filter dicht. Beweeg het filter met |
| daarin de korrels horizontaal, zodat de overtollige alcohol in het filter gaat en zodoende vervliegt. |
| 5.Label het buisje met lm2 en de naam van het geneesmiddel. Maak een vouw in het koffiefilter en giet |
| de medicinaal gemaakte korrels terug in het buisje. De Lm2 is klaar. |
| Bij het voorschrijven aan de patiënt wordt 1 korrel opgelost in 2 ml alcohol 6% tot 40%. Voor iedere |
| inname, na een aantal schudslagen, doet de patiënt een snuifdosis . |
| Met het aantal schudslagen regel je de dynamisatie. Tesamen met de inname frequentie, EN DE DIEPTE |
| VAN HET OPSNUIVEN, regel je de dosering. |
| Na totaal 100 schudslagen moet je over wegen naar een hogere potentie te gaan. Immers tussen iedere |
| lm potentie zitten 100 schudslagen. ZOLANG EEN POTENTIE ECHTER NOG DUIDELIJK |
| VERBETERINGEN BEWERKSTELLIGD DEZELDE POTENTIE DOORGEBRUIKEN |
| Organon § 271: |
| "Als de arts zijn homoeopatische geneesmiddelen zelf klaar maakt, wat hij redelijkerwijs, om mensen te |
| bevrijden van hun ziekten, altijd zou moeten doen, dan kan hij, als hij voor de genezing het uitgeperste |
| sap mischien niet nodig heeft, de verse plant zelf gebruiken. Dan kan hij met minder uitgangsmateriaal |
| volstaan. Hij doet dan bijv. Een paar grein ervan in een mortier om het met driemaal 100 grein |
| melksuiker op een miljoenste verdunning te brengen (§ 270) en dan de verdere potentiëring van een |
| opgeloste kleine fractie daarvan via schudden ter hand te nemen. Dit is een werkwijze, die men ook met |
| de overige, onbewerkte geneesmiddelsustanties van droge of olieachtige aard in acht moet nemen". |
| bVoetnoot 1 |
| Totdat de overheid eindelijk inzicht krijgt in de onmisbaarheid van volmaakt toebereide homoeopatische |
| geneesmiddelen en die door een deskundige, onpartijdige instantie zal laten maken. Die geneesmiddelen |
| moeten dan aan de homoeopatische artsen van het land, die in homoeopatische ziekenhuizen in de |
| 137 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-137-2048.jpg"/> |
| genezing overtuigd zou kunnen zijn, maar ze ook aan zijn patiënten (rijk en arm) zonder betaling zou |
| kunnen verstrekken. |
| Het zelf bereiden en verder potentiëren van homoeopatische geneesmiddelpotenties is kennelijk vanuit |
| de optiek van Hahnemann min of meer een voorwaarde. |
| Samenvatting |
| Tot en met de C3 verwrijving is de bereiding van C- en LM potentie identiek. De C-potentiereeks wordt |
| bereid via de verdunningsverhouding 1:100 en wordt met iedere potentiestap gedynamiseerd door |
| tweemaal schudden. |
| De LM-potentie wordt bereid via de verdunningverhouding 1:50.000 en wordt met iedere potentiestap |
| gedynamiseerd door honderd maal schudden. |
| De LM wordt ook wel geschreven als 0/1, 0/2, 0/3 enz.; dit verwijst naar de methode met de globule. |
| De LM-potentie is volgens Hahnemann “de meest volmaakte potentie”. Desondanks is het gebruik ervan |
| in de homeopathie nooit echt goed doorgedrongen. |
| 138 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-138-2048.jpg"/> |
| Verschillen tussen C- en LM-potenties |
| De toepassing van LM-potenties verschilt op veel punten van die van C-potenties. Mede daardoor is |
| gebruik van LM-potenties in de afgelopen tachtig jaar niet echt van de grond gekomen. |
| Bovendien besteden literatuur, opleidingen en seminars nauwelijks aandacht aan dit type potentie. |
| Laten we eens kijken naar de verschillen. Wie ook wel eens LM-potenties wil „proberen‟ moet zich |
| realiseren dat „proberen‟ meer inhoudt dan het vervangen van een C-potentie door een LM-potentie. Het |
| is een leerproces waarbij hij bereid moet zijn om weer vanaf het allereerste begin te beginnen. |
| LM-potenties zijn namelijk heel anders dan C-potenties. De reactiepatronen verschillen, de dosering |
| verschilt, het aantal schudslagen en de verdunningsgraad zijn per situatie anders, en de innamefrequentie |
| hangt af van het individu en de pathologie. De werkwijze verschilt hemelsbreed van de eenmalige |
| inname van een C-potentie. Niet iedereen is genegen zo‟n leerproces aan te gaan, doorgaans vanuit het |
| idee dat LM-potenties bewerkelijker zijn dan C-potenties. |
| Het onder de knie krijgen van de methode vergt een zekere inspanning, maar daarna vragen LM- |
| potenties niet veel meer werk dan C-potenties. De inspanning die wij ons moeten getroosten zou feitelijk |
| geen criterium mogen zijn. De herhaaldelijke confrontatie met de beperkingen van C-potenties en het |
| willen optimaliseren van de homeopathische behandeling zijn veel rechtmatiger beweegredenen! |
| Zeker bij gecompliceerde gevallen of bij patiënten met ernstige fysieke pathologie zullen LM-potenties |
| dikwijls uitkomst bieden. Maar ook bij de minder diep chronisch zieke patiënt kunnen we niet om de |
| voordelen van LM-potenties heen. Hahnemann beschrijft hoe de toepassing van LM‟s de |
| behandelingsduur tot één-derde of zelfs één kwart van de gebruikelijke duur kan bekorten. |
| 139 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-139-2048.jpg"/> |
| de zieke veel aan gelegen zijn deze tijdsduur, indien mogelijk, te verkorten tot een helft of een kwart |
| ervan of zelfs nog korter, zodat een veel sneller herstel zou kunnen worden verkregen.” |
| Opvallende verschillen |
| Enkele opvallende verschillen met C-potenties zijn: |
| - Een LM-potentie kan, ook bij chronische gevallen, dagelijks of desnoods meerdere malen per dag |
| worden ingenomen. Dit geldt ook voor geneesmiddelen met een lange werkingsduur, zoals de minerale |
| constitutiemiddelen. |
| - De LM-potentie wordt uitsluitend in vloeibare vorm toegepast, |
| Ook ruiken aan het geneesmiddel opgelost in alcohol wordt in het Organon als mogelijkheid |
| aangegeven. |
| Organon, §246: |
| “Zolang in een kuur vooruitgang gezien wordt en er nog DUIDELIJKE SPECTATULAIRE verbetering |
| (uiterst zeldzaam) is betekent dit altijd dat - zolang dit aanhoudt - iedere herhaling van welk |
| medicijngebruik dan ook absoluut uitgesloten is.” (zie ook voetnoot §246) |
| Het woord kuur wordt door Hahnemann in Organon en Chronische Ziekten steeds gebruikt in |
| samenhang met de antipsorische behandeling. Bij ziektevormen die een tijdelijk karakter dragen, zoals |
| incidenten en tussenziekten, spreekt hij doorgaans niet over een kuur. Zodra de acute klachten over zijn |
| wordt de inname van het acute middel afgebouwd en gestaakt. Bij op de chronische klachten |
| geïndiceerde constitutiemiddelen is dit niet zo. Tijdens de antipsorische kuur worden er geen andere |
| geneesmiddelen ingezet indien de patiënt duidelijk verbetert en wordt evenmin het eerdere geneesmiddel |
| herhaald. |
| Het draait hier om het begrip duidelijke vooruitgang. Bij een terugval of het optreden van een andere |
| ziektevorm (incident, tussenziekte, etc.) wordt zo spoedig mogelijk op de nieuwe situatie |
| voorgeschreven. Zolang er sprake is van een geleidelijke verbetering handhaven we de inname van het |
| geneesmiddel in de gegeven frequentie en wordt het vóór iedere inname steeds enkele malen geschud. |
| Organon, §280: |
| “Zolang het middel helpt en geen nieuwe hinderlijke symptomen oproept, wordt het in geleidelijke |
| verhoging zolang gecontinueerd ...” |
| Centesimale reeks |
| De centesimale potenties bestaan in een bepaalde reeks waarbij de tussenliggende of intermediaire |
| potenties worden overgeslagen, zoals in het Kentiaanse schema, 30-200-M-10M-50M-CM-MM. (Flux |
| dynamisatie) |
| Bij LM-potenties wordt daarentegen iedere opvolgende potentie gebruikt. De dynamisatieverschillen |
| tussen de opeenvolgende potenties zijn dermate groot (honderd maal schudden + 50.000 maal |
| verdunnen) dat iedere dynamisatiegraad zijn effectiviteit zal aantonen. We starten de behandeling met de |
| laagste potentie graden |
| 140 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-140-2048.jpg"/> |
| deze moeilijkheden volkomen opgeheven. Hetzelfde welgekozen medicijn kan nu dagelijks doorgebruikt |
| worden en indien nodig zelfs maanden lang. Dat gaat dan zo, dat als de lagere potentie na één of twee |
| weken op is, men bij de behandeling van chronische ziekten op dezelfde manier op hogere potenties |
| overgaat (want bij de hierna uiteengezette, nieuwe manier van dynamiseren begint men met het |
| gebruiken van de laagste potentiëringsgraden).” |
| Is een bepaalde potentie uitgewerkt, wat zich toont in stagneren van de vooruitgang of in een terugval, |
| dan wordt overgegaan op een hogere, meestal volgende potentie: 0/1, 0/2, 0/3, 0/4, enz. Bij acute ziekten |
| werkt een potentie soms maar kort, zodat sneller moet worden overgegaan op een hogere. Bij chronische |
| gevallen kan één potentie dikwijls twee tot soms wel zes weken lang effectief zijn en vaak nog langer. |
| Zolang een bepaalde LM-potentie positieve effecten heeft wordt de inname ervan niet gestaakt en wordt |
| de potentie (nog) niet verhoogd. We willen het maximale uit iedere potentie halen. Te snelle overgang |
| op een hogere potentie kan de Dynamis problemen bezorgen met de gemaakte, (te) grote stap in |
| potentie. Dit blijkt uit een toename van klachten en het moeilijker kunnen vinden van de juiste dosering. |
| De dosering is juist wanneer de levenskracht er niet eerst met een verergering op reageert doch meteen |
| alle vrijgemaakte energie omzet in een verbetering van de klachten. |
| De LM-potentie wordt dagelijks in vloeibare vorm gebruikt. Hiertoe wordt één geneesmiddelkorreltje |
| opgelost in een bepaalde hoeveelheid water en een klein beetje alcohol toegevoegd om bederf te |
| voorkomen |
| Organon, voetnoot §248: |
| “In 40, 30, 20, 15 of 8 eetlepels water onder toevoeging van een beetje alcohol of een stukje houtskool |
| om de oplossing voor bederf te vrijwaren. Als men houtskool gebruikt, dan moet men die aan een draad |
| in de fles laten hangen en deze er alleen uittrekken als de fles geschud moet worden. De oplossing van |
| het geneesmiddelkorreltje (want meer dan één globulus heeft men er van een behoorlijk gedynamiseerd |
| geneesmiddel zelden voor nodig) in een zeer grote hoeveelheid water kan men vervangen doordat men |
| van een oplossing in bv. maar zeven à acht eetlepels water, na voorafgaand krachtig schudden van de |
| fles, één eetlepel in een glas water doet (van acht à tien eetlepels inhoud), dit vervolgens meermalen |
| krachtig omroert en hiervan de patiënt een bepaalde dosis toedient. Als de zieke bijzonder prikkelbaar |
| en gevoelig is, dan neemt men uit dit zo krachtig omgeroerde glas weer een thee- of koffielepel vol, die |
| men in een tweede glas water krachtig mengt, om daarvan de patiënt een koffielepel vol (of iets meer) te |
| geven. Er zijn patiënten die zo reagibel zijn dat het nodig is een derde of vierde glas op dezelfde manier |
| klaar te maken om een voor hen passende verdunning van de geneesmiddeloplossing te verkrijgen.” |
| 141 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-141-2048.jpg"/> |
| absolute hoeveelheid: bijvoorbeeld 100 ml. De basisoplossing wordt vóór de toediening van een |
| volgende dosis enkele malen krachtig geschud. |
| Organon, §248: |
| “Daartoe wordt de oplossing van het geneesmiddel vóór iedere toediening opnieuw gepotentieerd (met |
| bijv. 2, 4, 8, 10, of 12 schudslagen van de fles). |
| Niet ongemodificeerd herhalen |
| Het geneesmiddel wordt dus niet ongemodificeerd (ongeschud) herhaald. |
| Van de basisoplossing wordt 1 thee- of koffielepel genomen en deze wordt opgelost in een glas met |
| vijftig à honderd ml water. Deze oplossing wordt kort en krachtig geroerd. Van de aldus verkregen |
| oplossing kunnen één of meerdere thee- of koffielepels worden ingenomen, eventueel, afhankelijk van |
| de klachten, één of meerdere malen per dag. Het doel ervan is om de kunstmatige geneesmiddelprikkel |
| (wat een homeopathisch middel feitelijk is) precies af te stemmen op de gevoeligheid van de patiënt. |
| Geneesmiddelverergeringen worden zo voorkomen en genezing wordt optimaal gestimuleerd. Op deze |
| manier kunnen wij met de dosering nauwkeurig inspelen op de gevoeligheid en situatie. De opzet is het |
| voorkomen van verergeringen, die gelijk staan aan energieverlies en dus per saldo negatief zijn. |
| Patiënten wier vitaliteit op een laag pitje staat kunnen er niet nog eens een verslechtering bij hebben. |
| Homeopathische verergeringen hebben geen meerwaarde voor het ziekteproces en, volgens Hahnemann, |
| evenmin voor de bewustwording van de patiënt: |
| Organon, §253: |
| “Een nog zo klein begin van verbetering blijkt eruit dat de patiënt zich meer op zijn gemak voelt en |
| geestelijk vrijer; hij vat meer moed en hij gedraagt zich als het ware weer natuurlijker. Als er echter |
| sprake is van ook maar een heel klein beetje verergering, gebeurt het tegenovergestelde - de patiënt is |
| bevangener, onbeholpener, meelij-wekkender in zijn stemming, zijn denken, zijn gedrag en in alle |
| houdingen, posities en handelingen. Men kan het bij nauwkeurige observatie gemakkelijk zien en |
| aantonen, al is het niet in woorden te beschrijven.” |
| Organon, voetnoot §253: |
| “Als een dosis onnodig groter is, werkt ze zelfs bij het homeopathisch meest passende middel te heftig. |
| Dan verstoort ze in het begin de geestelijke en stemmingstoestand te erg en te langdurig om bij de |
| patiënt spoedig de verbetering te kunnen gewaarworden, om nog maar te zwijgen van de andere nadelen |
| (§276) van al te grote doses. Hierbij moge ik opmerken dat tegen deze zo dwingende regel het meest |
| gezondigd wordt door eigenwijze beginners in de homeopathie en door artsen die uit de oude school |
| overgaan tot de homeopathische geneeskunde. Deze mensen zijn door oude vooroordelen in zulke |
| gevallen huiverig voor de minimale doses van de hoge geneesmiddel-potenties. Daardoor missen ze de |
| grote voordelen en de zegeningen van deze methode, die in duizend ervaringen als de meest heilzame |
| bevonden werd. Ze kunnen niet presteren, waartoe de echte homeopathie in staat is en geven zich te |
| onrechte voor haar leerlingen uit.” |
| Potentie, dosering en frequentie van inname afstemmen op gevoeligheid |
| Geneesmiddelveregeringen passen niet bij het doel van een “snel, zacht en duurzaam herstel van de |
| gezondheid”. |
| 142 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-142-2048.jpg"/> |
| De hoge innamefrequentie, soms zelfs meerdere keren daags, verhoogt het genezende effect van het |
| geneesmiddel en bekort daarmee de behandelduur. |
| Over het gebruik van C-potenties merkt Hahnemann op: |
| Organon, §246: |
| “Bij meer chronische ziekten daarentegen kan één dosis van een passend gekozen homeopathisch |
| middel het weliswaar soms ook wel klaar spelen de hulp te verschaffen waartoe dat middel in zo‟n geval |
| krachtens zijn aard in staat is, als men maar 40, 50, 60, 100 dagen afwacht. Maar aan de ene kant is |
| zoiets zelden het geval en aan de andere kant moet er de arts zowel als de zieke veel aan gelegen zijn |
| deze tijdsduur, indien mogelijk, te verkorten tot een helft of een kwart ervan of zelfs nog korter, zodat |
| een veel sneller herstel kan worden verkregen. En dat is ook, zoals de laatste, vaak herhaalde |
| ervaringen mij hebben geleerd, heel goed te doen als men de volgende voorwaarden in acht neemt: |
| Ten eerste moet het medicament in alle zorgvuldigheid heel nauwkeurig homeopathisch gekozen zijn. |
| Ten tweede moet het hoog gepotentieerd (in Hahnemann‟s optiek dus in LM potentie), in water opgelost, |
| in behoorlijk kleine dosis toegediend worden met zulke tussenpozen als de ervaring het meest geschikt |
| bevonden heeft om de behandeling zo vlug mogelijk te laten verlopen. Dit echter met dien verstande dat |
| iedere dosis in potentie-graad iets verschillend moet zijn van de vorige en de volgende.” |
| En in de voetnoot van §247 over LM-potenties: |
| “Maar als iedere dosis in haar dynamisatiegraad wordt gemodificeerd, zoals ik hier nu leer, vindt zelfs |
| een vakere herhaling der giften geen aanstoot, al zou het middel ook nog zo hoog, met nog zoveel |
| schudslagen gepotentieerd zijn. |
| Men zou haast kunnen stellen dat ook het best uitgekozen homeopathisch middel pas als het in meerdere |
| verschillende vormen wordt toegediend, de ziekelijke ontstemming het meest efficiënt van het |
| levensprincipe kan verdrijven en bij chronische ziekten opheffen.” |
| En in §248: |
| “Als men ter behandeling alleen een flesje gebruikt (met een klein beetje verdunde alcohol, ± 4 gr. 40%, |
| waarin een globulus van het geneesmiddel door schudden is opgelost), waaraan dagelijks of om de twee, |
| drie of vier dagen moet worden geroken, dan moet ook dit flesje voor elk ruiken 8 à 10 maal krachtig |
| worden geschud.” |
| 143 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-143-2048.jpg"/> |
| Desondanks doet zich de eigenaardige situatie voor dat Hahnemann‟s volgelingen deze hint nauwelijks |
| ter harte hebben genomen. |
| Diversiteit van geneesmiddelinnamen |
| De dosering en toediening van homeopathische geneesmiddelen kent grote diversiteit en variatie. |
| Sommige patiënten behoeven driemaal daags een dosis, die voor inname tien keer moet worden geschud, |
| terwijl twee keer per week, met twee schudslagen voor inname, het maximum is voor anderen. |
| Sommigen reageren het best op olfactie, anderen moeten het medicijn enkele malen extra verdunnen. Bij |
| LM-potenties wordt niet alleen het geneesmiddelvoorschrift op het individu afgestemd doch ook de |
| wijze van inname. De wijze van inname hangt samen met de gevoeligheid, de mate van |
| ziekteontwikkeling en de ziektesoort c.q. hoe diep de pathologie in de constitutie is verankerd. Uit de |
| reacties op de gekozen potentie, dosis en frequentie kunnen we veel aflezen. Bij te sterke of te zwakke |
| reactie hoeft vaak alleen het aantal schudslagen te worden aangepast. |
| Maar talloze andere variaties zijn mogelijk, uiteenlopend van heel weinig tot heel vaak schudden; van |
| olfactie tot extra verdunning met één of meerdere glazen. Bovendien kan de innamefrequentie naar |
| behoefte worden veranderd. Een goede interpretatie van de reacties stelt ons in staat de potentie, |
| dosering en frequentie zo te kiezen dat deze gelijksoortig zijn aan de gevoeligheid en de behoefte van de |
| patiënt. |
| Homeopathische verergeringen |
| Bij chronische ziekten op endogeen miasmatische psorische basis dienen we aan het begin van de |
| behandeling bedacht te zijn op acuut miasmatische manifestaties, die soms wel „homeopathische |
| verergering‟ of „beginverslechtering‟ worden genoemd. De Dynamis, die lang gebukt is gegaan onder |
| het juk van het psorisch miasma, grijpt dan de door het geneesmiddel geboden mogelijkheid aan om zich |
| gedeeltelijk van het juk te bevrijden door middel van een heftige reactie. De acuut opspelende |
| chronische symptomen kunnen voor lastige situaties zorgen. Niet zelden zien wij dergelijke reacties bij |
| patiënten met, bijvoorbeeld, chronische huidklachten of astma. Uit ervaring weten we in zulke gevallen |
| voorzichtig te moeten zijn met een middel als Sulphur, omdat het de vitaliteit zo sterk stimuleert dat |
| hevige reacties ontstaan. Ieder antipsorisch geneesmiddel kan begineffecten geven waar patiënt noch |
| homeopaat echt blij mee is. Soms wordt het excuus aangevoerd dat de ziekte „eruit‟ moet, wat |
| miasmatisch gezien natuurlijk nonsens is. Lang aanhoudende homeopathische verergeringen hebben |
| menige patiënt ertoe gebracht z‟n heil bij de orthodoxe geneeskunde te zoeken en doen bovendien de |
| naam van de homeopathie geen goed. |
| Aan het begin van de chronische ziektebehandeling moeten we ervoor waken de stimulans die het |
| homeopathisch middel geeft niet al te ver op te voeren. Het aantal schudslagen voor iedere inname kan |
| beter wat laag worden gehouden, bijvoorbeeld twee- of vijfmaal in plaats van twaalf. Blijkt na een aantal |
| innamen dat reacties moeizaam op gang komen, dan kan het aantal schudslagen geleidelijk worden |
| opgevoerd, evenals de frequentie van inname. |
| Bij het optreden van duidelijke reacties is het andersom: de innamefrequentie moet meteen worden |
| verminderd, bijvoorbeeld van drie- naar eenmaal per dag. Dit om overprikkeling en overstimulatie te |
| voorkomen. De psorisch belaste levenskracht in beweging krijgen vereist meer energie dan hem in |
| beweging houden. Bij de zogeheten „psorische indifferentie‟ starten we van meet af aan met een middel |
| dat specifiek op dit probleem inwerkt, zoals bijvoorbeeld Hepar sulphuris, Sulphur, Carbo vegetabilis of |
| 144 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-144-2048.jpg"/> |
| Chronische Ziekten, blz. 105: |
| “Dan is het nodig allereerst het ergste deel, nl. de psora, met de hierna genoemde, specifiek |
| antipsorische geneesmiddelen te hulp te komen en dan pas de voor de sycosis geïndiceerde middelen te |
| gebruiken, eer men de passende dosis van het beste kwik-preparaat, als hieronder te lezen voor de syfilis |
| voorschrijft.” |
| Een andere ziektesoort als ingang |
| Een andere methode om de chronische behandeling te starten is het kiezen van een andere ziektesoort als |
| ingang. We denken hier aan plantaardige of dierlijke middelen, die op de psorische constitutie geen |
| invloed hebben. |
| Bij een patiënt die na een ernstig trauma een duidelijke persoonlijkheidsverandering heeft ondergaan, |
| leidt deze specifieke combinatie ons op het spoor van Natrium sulphuricum. Maar omdat we niet kunnen |
| inschatten hoe de patiënt op de inname van dit minerale constitutiemiddel zal reageren, doen we er |
| verstandig aan eerst een geneesmiddel te kiezen op de oorzaak op zich, in dit geval bijvoorbeeld Arnica. |
| Arnica is van plantaardige origine, werkt daardoor minder diep en brengt de patiënt dus minder snel in |
| moeilijkheden. Uit de reactie op Arnica - een middel dat verband houdt met de klachtenoorzaak - kunnen |
| we vervolgens opmaken of de levenskracht in staat is duidelijk en curatief te reageren. Is de reactie op de |
| Arnica bevredigend dan mogen we aannemen dat genezende reacties op een dieper werkend middel |
| eveneens mogelijk zijn. Aldus kunnen we overgaan op Natrium sulphuricum, eventueel tijdelijk in |
| afwisseling met Arnica. |
| Zo kunnen we bij chronische huidklachten kiezen om eerst Carbo vegetabilis, Mercurius of een |
| plantaardig analoog middel in te zetten om de casus te „openen‟. Daarna volgen constitutiemiddelen. |
| Van plantaardige middelen weten we dat ze geen duurzame genezing kunnen bewerkstelligen, hoe |
| hoopgevend hun effect aanvankelijk ook mag zijn. |
| Zodra we de Dynamis in beweging hebben gekregen is deze gemakkelijker te stimuleren tot diep |
| curatieve reacties zonder dat we bang hoeven te zijn voor hevige reacties. |
| Antipsorica zoals Sulphur, Hepar sulphuris, Carbo vegetabilis e.d. leggen feitelijk de basis voor de |
| oplossing van de psorische lethargie waarin de levenskracht verkeert. Gewekt uit z‟n lethargie kan de |
| Dynamis doelgericht en genezend reageren op het passende minerale constitutiemiddel. De reacties |
| verbeteren, de voorgeschreven middelen werken beter, kortom de behandeling slaat beter aan. |
| Het geneesmiddel in oplossing |
| Overgevoelige patiënten kunnen het best worden behandeld met LM-potenties in extra verdunning. De |
| prikkel kan zo nauwkeurig worden afgestemd op de situatie. Het kan zijn dat het beste resultaat wordt |
| verkregen met slechts tweemaal schudden van de basisoplossing en inname van de verdunning uit het |
| derde glas. Het aantal schudslagen kan naar behoefte worden opgevoerd, net zoals de verdunning kan |
| worden vergroot (bijv.: tiende glas) of verkleind (bijv.: eerste glas). |
| Snuifdoses |
| Het gebruiksvriendelijkst is oplossing van het geneesmiddel in een klein flesje met wat 40%-alcohol, |
| waaraan naar believen kan worden geroken (§248), nadat het flesje eerst twee- tot twaalfmaal is |
| geschud. Voor veel patiënten is deze wijze van innemen de sterkste dosering. Het beste advies is om |
| 145 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-145-2048.jpg"/> |
| de snuifdosis neemt af naarmate het alcoholpercentage lager is en de patiënt lichter aan de oplossing |
| ruikt. Bij overgevoelige patiënten die wij het geneesmiddel toch via ruiken willen toedienen is het |
| bijgevolg raadzaam met een lager alcoholpercentage te beginnen. |
| Zware pathologie |
| Bij ernstige pathologie met organische veranderingen is het ziek-zijn tot in het lichamelijke afgedaald. |
| Dit is per definitie een vergevorderde endogeen miasmatische toestand. De patiënt is ernstig ziek. We |
| moeten hier bijzonder voorzichtig zijn met zowel de potentiehoogte als het aantal schudslagen tussen de |
| afzonderlijke geneesmiddelinnames. Wanneer de Dynamis te sterk wordt geprikkeld zal zij namelijk op |
| de stoffelijke beperkingen stuiten, die vervolgens een curatieve dynamische reactie in de weg staan. De |
| lichamelijke belemmeringen blokkeren het vrijelijk reageren van de Dynamis. Bij reversibele pathologie |
| zal de levenskracht door frequente doch zeer lichte prikkeling ertoe moeten worden bewogen het |
| ziekteproces om te keren. Het aantal schudslagen, evenals de dosering van het geneesmiddel, behoort |
| aan de lage kant te zijn zodat de levenskracht op even milde wijze kan reageren op de |
| geneesmiddelprikkel. Aan frequente inname valt niet te ontkomen omdat het effect van de eenmalige |
| geneesmiddeldosis vrij snel wordt opgebruikt door de pathologisch dynamische gesteldheid van de |
| levenskracht. |
| In dergelijke gevallen kan de basisoplossing, bijvoorbeeld, tweemaal worden geschud en één theelepel |
| ervan over vijf glazen worden verdund. Uit dit vijfde glas kan dan gedurende één dag drie- tot vijfmaal |
| een theelepel worden ingenomen, nadat de oplossing voor iedere inname is omgeroerd. De volgende dag |
| wordt het procédé van voren af aan herhaald: tweemaal schudden van de basisoplossing, één theelepel |
| ervan over vijf glazen verdunnen, drie- tot vijfmaal een theelepel innemen, na roeren van de oplossing. |
| Organon, voetnoot §248: |
| “Iedere dag giet men de rest van het zo klaargemaakte glas (of van de meerdere glazen) weg, zodat het |
| iedere dag opnieuw moet worden bereid.” |
| Psora in de juiste baan |
| Bij zware pathologie dienen we na te gaan of er belemmerende omstandigheden zijn die een goede |
| reactie op het antimiasmatische geneesmiddel in de weg staan. Zijn er incidenten die gevolgen hebben |
| gehad? Zijn er symptomen die op een erfelijk miasmatische belasting wijzen? Het is raadzaam eerst op |
| deze aspecten voor te schrijven, omdat ze de reactie op het constitutiemiddel kunnen blokkeren. Dit |
| dient met even grote voorzichtigheid te gebeuren als bij het voorschrijven van een constitutiemiddel. Het |
| doel is toename van vitaliteit, om de simpele reden dat vitaliteit benodigd is om genezend op het |
| constitutiemiddel te kunnen reageren. Hahnemann zou zeggen dat het van overheersend belang is “psora |
| in de juiste baan” te brengen om de chronische behandeling kans van slagen te geven! Tendensen uit het |
| voorgeslacht zijn evenwel allerminst gemakkelijk op te lossen. Nosoden brengen rust in de situatie en |
| geven een schijnbare verbetering. Schijnbaar, want zo gauw het minerale constitutiemiddel wordt |
| ingezet laten de reacties erop te wensen over. Het is moeilijk om de doeltreffendste dosis en frequentie te |
| bepalen. Om een curatieve respons op het antipsoricum te bevorderen kunnen we het best de nosode in |
| afwisseling met het constitutiemiddel laten innemen. |
| Het effect is maximaal wanneer de nosode in een hogere potentie wordt toegediend dan het |
| antipsorische constitutiemiddel. |
| 146 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-146-2048.jpg"/> |
| middelen dat doen in andere situaties. |
| Bij chronische ziektegevallen kan het homeopathisch geneesmiddel, in dit geval dus ook het minerale |
| antipsoricum, dagelijks of om de dag gegeven worden. Diepwerkende minerale antipsorica, die anders |
| slechts incidenteel kunnen worden herhaald, kunnen dus dagelijks en soms zelfs meerdere malen daags |
| worden ingenomen indien ze worden toegediend in LM-potentie. Met de innamefrequentie neemt de |
| geneeskrachtige werking evenredig toe. Bij eventuele blokkerende tendensen, erfelijk overgedragen of |
| tijdens het leven verkregen, kan inname eveneens gescheiden in afwisseling met de passende nosode c.q. |
| met de overige homeotherapeutica (middelen van plantaardige en/of dierlijke origine, geïndiceerd op |
| chronische gevolgen van incidenten of epidemieën). Bij acute ziekten kunnen we de innamefrequentie |
| desgewenst nog opvoeren. Het geneesmiddel kan na een aantal keren te zijn geschud of omgeroerd ieder |
| uur of nog vaker worden ingenomen. |
| Organon, §248: |
| “Daarvan laat men de patiënt een of (in stijgende hoeveelheid) meerdere koffie – of theelepeltjes |
| innemen, bij langdurige ziekten dagelijks of om de dag, maar in acute ziekten alle 6, 4, 3 of 2 uur en in |
| dringendste gevallen elk uur of nog vaker. Op die manier kan bij chronische ziekten ieder goed |
| homeopathisch gekozen middel, zelfs die met op zichzelf een lange werkingsduur, dagelijks, |
| maandenlang worden ingenomen met toenemend resultaat.” |
| Chronische endogeen miasmatische ziekte |
| Een geneesmiddel dat maandenlang met goed resultaat wordt gebruikt wijst erop dat we te maken |
| hebben met een chronische endogeen miasmatische ziekte op psorische grondslag. Bij alle andere |
| ziektevormen is de behandelduur namelijk veel korter. Bij acute ziekten kan de innamefrequentie heel |
| hoog liggen en is de periode waarin het middel is geïndiceerd relatief kort. Chronische ziekten geven een |
| ander patroon te zien: het constitutiemiddel wordt soms gedurende maanden dagelijks of om de dag |
| toegediend. Ook als er verbetering optreedt wordt de inname niet gestopt. Daar de LM-reeks dertig |
| opeenvolgende potenties beslaat kunnen we het constitutiemiddel in stijgende potentie langdurig |
| benutten. De praktijk wijst uit dat die dertig potenties vrijwel nooit allemaal benodigd zijn om genezing |
| te bewerkstelligen. Daarbij stemmen we de potentie en de verdunningsgraad af op de pathologie en de |
| individuele gevoeligheid. In de regel is het goed mogelijk de dosering zo te regelen dat het middel |
| frequent kan worden ingenomen, zodat snel genezing intreedt. |
| Voor alle homeopathische geneesmiddelen - behalve de antipsorische - geldt dat ze gedurende een |
| beperkte periode worden ingenomen. De ziekte soorten waarvoor deze regel opgaat hebben per definitie |
| een beperkte invloed en zijn over het algemeen niet diep constitutioneel verankerd. |
| Chronische Ziekten, blz. 158: |
| “Ja als het incident op deze manier snel uit de weg wordt geruimd, werkt het tevoren ingenomen |
| antipsorische geneesmiddel soms nog enige tijd door. In dat geval moet echter de dosis van het |
| ruikmiddel tegen de ziekelijke storing zo bemeten worden dat zijn werking juist toereikend is om het |
| nadeel van de tegenslag uit te wissen, zonder dieper te gaan of nog langer zijn werking te kunnen |
| voortzetten.” |
| Eindverergering |
| 147 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-147-2048.jpg"/> |
| constitutiemiddelen. |
| Voor een blijvend resultaat moet met de inname van minerale antipsorica worden doorgegaan tot zich de |
| zogenaamde eindverergering voordoet. Hieronder wordt de terugkeer in milde vorm van een of meerdere |
| van de oorspronkelijke klachten verstaan nadat gedurende langere tijd het minerale antipsoricum is |
| ingenomen. Na de voortschrijdende verbetering die in deze periode optrad, wijst de eindverergering erop |
| dat het tijd is de inname te beëindigen. |
| Alle andere verergeringen tijdens een homeopathische behandeling kunnen weliswaar reacties op |
| geneesmiddelinname zijn, maar zijn beslist geen eindverergeringen in de zin zoals Hahnemann het |
| bedoelde. Tussen de antipsorische middelen en de overige homeotherapeutica bestaan wezenlijke |
| verschillen. Niettemin zullen bij de antipsorische behandeling dikwijls eveneens meerdere antipsorica na |
| elkaar benodigd zijn. In Organon en Chronische Ziekten gaat Hahnemann herhaaldelijk in op dit |
| fenomeen. |
| Organon, §171: |
| “Bij de niet-venerische, dus de meest voorkomende door psora ontstane chronische ziekten heeft men |
| voor herstel vaak meerdere antipsorische geneesmiddelen na elkaar nodig. Maar dan moet ieder |
| volgend middel gekozen worden naar bevind van de symptomen-groep, die na uitwerking van het vorige |
| middel nog is overgebleven, op homeopathische gelijkenis.” |
| Chronische Ziekten, blz. 127: |
| “Hier stuit ik op de merkwaardige omstandigheid dat absoluut iedere psoravorm – met uitzondering |
| van, zoals gezegd, de zo gemakkelijk inwendig te genezen, vers ontstane, door een nog niet verdreven |
| huiduitslag vergezelde – dat wil dus zeggen zowel de psora die nog binnenin sluimert, als ook die zich |
| tot één van de talloze uit haar voortgekomen chronische ziekten heeft ontplooid, zeer zelden door een |
| enkel antipsorisch middel kan worden genezen. Praktisch allemaal hebben ze, om tot volledige genezing |
| te geraken, de toepassing nodig van meerdere van deze geneesmiddelen en in de ergste gevallen ook wel |
| van vele na elkaar.” |
| Diep constitutionele werking |
| Een antipsorisch geneesmiddel dat over een langere innameperiode, zonder dat er andere middelen aan |
| te pas hoeven te komen, structurele verbeteringen teweegbrengt, duidt erop dat de psora in de „juiste |
| baan‟ is. Het geneesmiddel werkt diep constitutioneel. De gezondheid vertoont een stijgende lijn, |
| genezing komt naderbij. Hier kunnen we de genoemde eindverergering verwachten. |
| Gedurende langere tijd is een diepwerkend mineraal antipsoricum gebruikt, dat uiteindelijk genezing |
| heeft helpen bewerkstelligen. Nu, tot besluit van de innameperiode, komen de oorspronkelijke klachten |
| in lichte mate terug. Dit is een teken dat een verzadigingspunt is bereikt; waarschijnlijk zal geen |
| medicatie meer nodig zijn. |
| Organon, §280: |
| “Zolang het middel helpt en geen nieuwe hinderlijke symptomen oproept, wordt het in geleidelijke |
| verhoging zolang gecontinueerd tot de zieke, terwijl hij zich over het geheel beter voelt, een of meer van |
| zijn oude, oorspronkelijke klachten opnieuw in gematigde vorm begint te bespeuren. |
| Bij zo‟n geleidelijke verhoging van de zeer beperkte doses, die iedere keer door schudden zijn |
| gemodificeerd (§247), wijst zoiets erop dat de genezing dichtbij is. Het toont namelijk dat het |
| levensbeginsel het bijna niet meer nodig heeft bewerkt te worden door de gelijkende geneesmiddelziekte, |
| 148 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-148-2048.jpg"/> |
| van die homeopathische geneesmiddelziekte die men anders homeopathische verergering pleegt te |
| noemen.” |
| Genezing nadert voltooiing |
| De genezing nadert zijn voltooiing. De patiënt lijdt niet aan een epidemische ziekte of aan de gevolgen |
| van een incident. Er is geen sprake van een acuut miasmatische stoornis, noch van de manifestatie van |
| een pathologische erfelijke tendens. Eventuele syfilitische of sycotische belastingen behoren eveneens |
| tot het verleden. Al deze problemen zijn opgelost, opgeruimd en opgeheven. Nu is de psora in de „juiste |
| baan‟. Het beeld is duidelijk en de patiënt reageert goed, constructief en curatief. Vervolgens |
| manifesteert zich de eindverergering. Een of meerdere van de oorspronkelijke klachten steekt in lichte |
| mate weer de kop op. De behandeling kan nu worden gestaakt om te zien of de patiënt zonder |
| geneesmiddel kan. Dit is het geval wanneer de klachten wegblijven die bij het oorspronkelijke |
| chronische ziektepatroon behoorden. |
| Organon, §281: |
| “Om hier zekerheid over te krijgen, laat men de patiënt 8, 10, 15 dagen zonder medicijn en geeft hem |
| intussen enkel wat poeders melksuiker. Als dan die paar laatste klachten alleen maar afkomstig zijn van |
| het geneesmiddel, dat de voormalige, oorspronkelijke ziekte nabootste, dan gaan die binnen enkele |
| dagen of uren over. Is er dan in deze medicijnvrije dagen, als de patiënt voortgaat verstandig te leven, |
| niets meer van de oorspronkelijke ziekte te merken, dan is hij zeer waarschijnlijk genezen. Zouden zich |
| echter in die laatste dagen nog sporen van de voormalige ziektesymptomen vertonen, dan zijn dat nog |
| overblijfselen van de oorspronkelijke ziekte, die dus nog niet helemaal is uitgedoofd. Die moeten dan |
| opnieuw op de aangegeven manier met hogere dynamiseringsgraden van het middel worden |
| behandeld.” |
| We zien hoe voorzichtig Hahnemann is in de beoordeling of iemand „genezen‟ is. Beoordelen of de |
| patiënt is genezen van de diepst mogelijke - psorische - verstoring vraagt tijd. Het sterke, de vitale |
| reactie vertragende element van psora maakt dit miasma niet voor niets het „tijdsmiasma‟. |
| In de praktijk zijn patiënten er al in een eerder stadium dan dat van „waarschijnlijk genezen‟ moeilijk toe |
| te bewegen de geneesmiddelinname voort te zetten, in het bijzonder wanneer de symptomen zich slechts |
| sporadisch en in veel lichtere mate voordoen. Toch is juist hier de continuering van het minerale |
| antipsoricum van het grootste belang. Ook de veel mildere symptomen zijn namelijk van psorische |
| origine. Laten wij ze ongemoeid en onbehandeld laten, dan recidiveert de chronische ziekte komen de |
| klachten terug. Dan kan het moeilijker zijn om het psora-monster weer te kooien. De door de terugval |
| teleurgestelde patiënt voelt er weinig voor de behandeling voort te zetten omdat hij de schuld voor het |
| falen van de behandeling bij de homeopaat legt. |
| DE ENIG WERKELIJKE ZEKERHEID VAN DE GENEZING VAN CHRONISCHE ZIEKTEN BESTAAT UIT |
| HET DOORGAAN MET HET INNEMEN VAN HET ANTIPSORISCHE GENEESMIDDEL TOT DE |
| EINDVERERGERING. |
| Wanneer zich in de medicijnvrije dagen en gedurende een langere periode na het staken ervan geen van |
| de oorspronkelijke klachten meer voordoen hebben we echte zekerheid. |
| In §281 beschrijft Hahnemann de methode om de geneesmiddelinnamen plotseling te staken bij |
| terugkeer van oude symptomen tijdens het geneesmiddelgebruik. In de praktijk doet zich de situatie voor |
| dat de patiënt reeds eerder vindt zonder geneesmiddel te moeten kunnen. Psora is evenwel van een |
| 149 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-149-2048.jpg"/> |
| De endogeen psorische, syfilitische en/of sycotische miasmatische belasting kan door de Dynamis niet |
| zelf worden opgelost. Zou dat mogelijk zijn, dan zou er geen chronische ziekte zijn opgetreden. De |
| miasma-tische belasting speelt bij alles een rol. Zo ook is het zelfbeeld van de patiënt gekleurd door zijn |
| miasma! |
| Behalve de geneesmiddelinname plotseling en abrupt te stoppen kan worden overwogen dit proces |
| geleidelijker te laten verlopen. Het geneesmiddel wordt langzaam afgebouwd: de intervallen tussen de |
| afzonderlijke doses worden vergroot, of de doses worden verkleind. |
| Organon, §248: |
| “Maar als zich daarentegen bij bijna dagelijkse herhaling van het volkomen homeopathische middel |
| aan het eind van de behandeling van een chronische ziekte zogenaamde homeopathische vererge-ringen |
| voordoen (§161), zodat het restant van de ziekte weer wat schijnt op te laaien, (doordat de |
| geneesmiddelziekte, die zo lijkt op de oorspronkelijke, zich nu nog bijna alleen manifesteert), dan |
| moeten de doses óf nog meer verkleind worden en met langere intervallen herhaald, óf ze moeten |
| misschien meerdere dagen geheel worden gestaakt. Dan kan men zien of het herstel het misschien ook |
| zonder geneesmiddelhulp kan stellen en in dat geval zullen die schijnsymptomen, die alleen maar van |
| een teveel van de homeo-pathische medicijn afkomstig waren, eveneens vanzelf verdwijnen, waarna |
| ongestoorde gezondheid overblijft.” |
| Tot de eindverergering toe |
| Voor volledige genezing dient het antipsorische middel te worden ingenomen tot de eindverergering toe. |
| Pas dan kunnen we zeker zijn dat genezing een feit is. Aan het eind van de behandeling kan het |
| geneesmiddel plotseling of geleidelijk worden gestopt. |
| Afbouwen heeft het voordeel dat door het abrupte afbreken niet een soort „vrije val‟ optreedt. Wanneer |
| tijdens het afbouwen de klachten geleidelijk toenemen, zal de patiënt des te gemotiveerder tot |
| hernieuwde geneesmiddelinname overgaan. Ook bij kinderen, waarbij het belang van het verder geven |
| van het geneesmiddel soms moeilijk te motiveren is, geniet het geleidelijk afbouwen van het |
| geneesmiddel de voorkeur. |
| Bij de overige ziektevormen heeft het plotseling staken van de verdere geneesmiddelinname in het |
| algemeen geen nadelig effect. In de herstelfase van een acute ziekte kan inname van een middel de |
| patiënt behoeden voor terugval. Het herstel wordt bespoedigd als het middel met grotere intervallen nog |
| één of meerdere dagen wordt voortgezet. Vormde de acute fase een tijdelijke onderbreking van de |
| chronische behandeling, dan kan onder hoede van het acute middel het chronische constitutiemiddel |
| reeds één of twee keer worden ingezet. |
| Als de toediening van het dieper werkende constitutiemiddel geen terugval van de acute symptomen tot |
| gevolg heeft, kan het acute middel worden weggelaten. Deze methode heeft het voordeel dat de door de |
| acute ziekte opgeroepen dynamiek en beweeglijkheid, het actie-potentiaal, van de Dynamis direct wordt |
| benut voor de reactie op het chronische constitutiemiddel. Het betekent eveneens dat wij gelijksoortig |
| handelen aan het proces waarin de Dynamis is betrokken, wat een optimale toepassing van het |
| gelijksoortigheidsprincipe is ten gunste van de patiënt. Een praktijkvoorbeeld ter illustratie: |
| Een kind met een Calcarea carbonica-constitutie ontwikkelt na een bezoek aan de kapper de typische |
| Belladonna koorts. Haar moeder belt na drie dagen dat de koorts niet wil verdwijnen. Na Belladonna zal |
| de koorts in de regel snel wijken. De verhoogde activiteit van de Dynamis tijdens de koorts zal |
| geleidelijk tot bedaren komen. Koorts is een uitdrukking van vitaliteit en zouden we nu te lang wachten |
| met het passende constitutiemiddel - Calcarea carbonica - dan valt de Dynamis weer terug in z‟n |
| 150 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-150-2048.jpg"/> |
| De levenskracht reageert veel alerter en het rendement van de Calcarea carbonica voor de |
| constitutiebehandeling is veel groter. De chronische klachten zullen progressiever verdwijnen, zodat er |
| ook minder kans bestaat op de terugkeer van koorts. Belladonna past bij de acute fase, in dit geval: |
| koorts ten gevolge van een incident (haren knippen). Calcarea carbonica past bij de constitutionele |
| symptomen. Zowel de verschillende symptoomgroepen als de passende middelen zijn complementair en |
| ondersteunen elkaar in hun genezende effecten. |
| Naarmate ziekte zich meer op een dynamisch vlak afspeelt en minder is verstoffelijkt, zal de |
| behandeling over het algemeen gemakkelijker verlopen. |
| De geneesmiddelrespons voltrekt zich sneller. Bepaling van de juiste dosering geeft eveneens weinig |
| problemen. In situaties waarbij het chronische ziekteproces in relatieve kalmte verloopt kan het |
| constitutiemiddel zonder probleem één- of tweemaal daags worden voorgeschreven, met toenemend |
| resultaat. Vanwege de minimale kans op overprikkeling doen hier het aantal schudslagen of de dosis er |
| ook minder toe. |
| We kunnen min of meer een standaarddosis als uitgangspunt kiezen om die te wijzigen als er aanleiding |
| toe is. Een standaard dosis waarop doorgaans goed wordt gereageerd is: vijf keer schudden en |
| vervolgens één- of tweemaal daags ruiken aan het flesje waarin het geneesmiddel is opgelost in 30 of |
| 40%-alcohol. Of een theelepeltje nemen uit het eerste glas van de verdunning van de basisoplossing. |
| Anders wordt wanneer de basale rust ontbreekt. Bijvoorbeeld: patiënten die doorlopend problemen |
| hebben en er zwaar gefrustreerd door raken. De problemen kunnen positieve reacties op een mineraal |
| constitutiemiddel danig verstoren. Soms lukt het de stoornis op te heffen door de dosis te verkleinen en |
| de frequentie te verhogen. Maar lang niet altijd! Hier is sprake van storende invloeden van buitenaf, |
| terwijl het minerale geneesmiddel werd gekozen op de endogeen miasmatische constitutie. Daarmee is |
| het minerale geneesmiddel qua geaardheid ongelijksoortig aan de aard van de exogene verstoring. Er |
| dient op de exogene verstoring een andersoortig middel (bijvoorbeeld van plantaardige of dierlijke |
| origine) te worden voorgeschreven. |
| Zolang op de omstandigheden moet worden voorgeschreven ligt de chronische behandeling echter stil. |
| In zo‟n situatie is het gerechtvaardigd om beide middelen af te wisselen. Voor de patiënt die door de |
| stress van moeilijke levensomstandigheden bijvoorbeeld zijn mooi genezende huiduitslag weer tot |
| bloedens toe openkrabt is het gerechtvaardigd, ja zelfs noodzakelijk, om naast het constitutiemiddel |
| complementair op de omstandigheden voor te schrijven wil hij kunnen genezen. |
| Zo kan het in deze situatie zijn dat Natrium muriaticum wordt gekozen op de constitutie en Apis of |
| Ignatia op de omstandigheden. Mits vooraf gegeven, zorgt Apis ervoor dat het constitutiemiddel |
| Natrium muriaticum beter wordt verdragen en verwerkt. |
| Zonder de toediening van Apis zouden, bijvoorbeeld, roodheid, zwelling en branden van de huid na de |
| inname van Natrium muriaticum dermate toenemen dat de ruimte die wordt gewonnen tijdens de |
| reactiefase, weer wordt verspeeld met de eerstvolgende inname van het minerale constitutiemiddel. |
| Afhankelijk van de ziektesoort waarop ze worden voorgeschreven, zijn LM-potenties na kortere of |
| langere tijd uitgewerkt. Bij chronische klachten kunnen dat wel vier tot zes weken zijn. Tegen het einde |
| van zo‟n periode treedt dan een lichte terugval op, waaruit blijkt dat de genomen potentie z‟n invloed |
| begint te verliezen. We kunnen nu het effect nog een tijdje rekken door het middel voor iedere inname |
| vaker te laten schudden. Als dit niet of slechts kortstondig werkt is het tijd voor een hogere potentie van |
| hetzelfde middel. |
| Samenvatting |
| 151 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-151-2048.jpg"/> |
| ingenomen, afhankelijk van de aard der klachten. De LM reeks gaat van 0/1 tot en met 0/30. Alle |
| opvolgende potenties kunnen wordt gebruikt zolang de patiënt het geneesmiddel nodig heeft. LM leent |
| zich uitstekend voor complementair voorschrijven. |
| Dosering kan op velerlei wijzen worden aangepast aan de behoefte: het aantal schudslagen, de grootte |
| van de dosis en de frequentie van inname. |
| Onder eindverergering verstaan we een lichte terugkeer van de oorspronkelijke symptomen aan het slot |
| van de innamereeks van een antipsorisch constitutiemiddel. |
| 152 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-152-2048.jpg"/> |
| Ruik- of snuifdosering |
| Homeopathische middelen kunnen op uiteenlopende manieren worden toegediend. Dosering en methode |
| van inname willen in de homeopa-thische praktijk nog wel eens een stiefkindje zijn, laat staan dat de |
| snuifdosis wordt toegepast. Veel homeopaten houden zich hier niet mee bezig. De gebruikelijke |
| methode is een korrel C 30 droog onder de tong en af en toe een C 200, onder het motto: “Wanneer het |
| middel goed is werkt het altijd.” Voor Hahnemann lag het niet zo simpel. Integendeel, de bepaling van |
| de juiste dosering heeft hem veel hoofdbrekens gekost. |
| Organon, §275: |
| “Dat een geneesmiddel precies past voor een bepaalde zieke berust niet alleen op de juiste |
| homeopathische keus ervan, maar evenzeer op de vereiste goede grootte of liever gezegd kleinheid van |
| de dosis. Geeft men namelijk een te krachtige dosis van een middel, ook al is het voor de onderhavige |
| ziektetoestand volkomen goed homeopathisch gekozen, dan zal de gift beslist, ongeacht de weldadige |
| aard van het middel op zichzelf, desondanks schade berokkenen alleen al door de grootte en de in dit |
| geval onnodige, veel te sterke impressie die er vanuit gaat op de levenskracht.” |
| Hahnemann heeft het in deze paragraaf over de zieke en niet over de ziekte. Het geneesmiddel werkt op |
| de ziekte, terwijl de dosering overeen dient te komen met de gevoeligheid van de zieke. Om onnodige |
| verergeringen te voorkomen, moet de dosis zo goed mogelijk op de gevoeligheid worden afgestemd. In |
| weerwil van de lovende bewoordingen waarin Hahnemann zich over olfactie uitlaat heeft deze methode |
| in de praktijk nauwelijks navolging gevonden. Sterker nog, er wordt met grote scepsis op gereageerd. |
| 153 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-153-2048.jpg"/> |
| tegenstaan of buitengewoon welgevallig zijn. De zuigeling vindt de tepel door de geur. Geuren roepen |
| herinneringen op, ze voeren ons terug in de tijd. “Zo rook het vroeger bij oma”, wat gepaard gaat met de |
| bijbehorende emoties. |
| De nervus olfactorius behoort tot het zogenaamde limbische systeem: de oerhersenen. Alles wat via het |
| reukorgaan binnenkomt raakt ons daarom zeer diep. Afgezien van het feit dat olfactie voor de patiënt de |
| gebruiksvriendelijkste methode is, werkt een aldus toegediend geneesmiddel minstens even diep en |
| waarschijnlijk zelfs dieper dan bij de traditionele methode. Het is de moeite waard om de snuifmethode |
| eens op z‟n merites uit te testen. Laat patiënten het eens proberen en hoor wat zij ervan vinden! |
| Chronische Ziekten, blz. 157: |
| “Daarenboven is er geen betere manier om een dosis van een homeopathisch middel voor uiterst |
| prikkelbare patiënten te temperen en te verlagen, dan door de methode van ruiken aan een stopflesje, |
| waarin een zeer klein korreltje ligt dat met het gekozen middel in hoge potentie is bevochtigd. De zieke |
| houdt de opening van het flesje aan een neusgat en ademt een ogenblik een beetje ervan in. Over het |
| algemeen kan men met deze manier van ruiken de kracht van ieder gepotentieerd middel in elke |
| gewenste dosering aan de patiënt toedienen. |
| In het reukflesje kunnen zich een of meer van zulke medicinale korreltjes, ook grotere, bevinden en als |
| de dokter zijn patiënt langer en sterker daaruit laat opsnuiven, dan kan hij de dosis wel honderd keer zo |
| sterk maken als het eerst genoemde kleinste snuifje. Ook houdt op deze manier de werking van de kracht |
| van het gepotentieerde geneesmiddel, die via het ruiken op zo‟n groot oppervlak indringt (als van de |
| neusholte en longen samen), niet minder lang aan, dan wanneer een kleine massieve dosis via mond en |
| slokdarm zou zijn ingenomen.” |
| De snuifdosis in de vorm van een droog korreltje in een flesje is geschikt als eenmalige dosering voor |
| overgevoelige patiënten. Willen we dezelfde potentie herhalen dan kan deze namelijk niet met een of |
| meer schudslagen verder worden gedynamiseerd. Daartoe moet het geneesmiddelkorreltje eerst worden |
| opgelost in water (met wat alcohol om bederf tegen te gaan). Pas in vloeibare vorm kan het middel |
| verder worden gedynamiseerd. Willen we bij overgevoelige patiënten de snuifdosis aanhouden, dan |
| houden we het alcoholpercentage zo laag mogelijk en laten we de patiënt er licht aan ruiken. Voor de |
| meeste patiënten met „normale‟ gevoeligheid vormt een wat hoger alcoholpercentage (30 of 40%) geen |
| enkel probleem. Een bijkomend voordeel is dat zo‟n middel jarenlang z‟n werkzaamheid behoudt en |
| minder te lijden heeft van ongunstige omstandigheden zoals hitte en zonlicht. Voorts kan de snuifdosis |
| ook worden toegepast bij patiënten die hun reukvermogen kwijt zijn. |
| Chronische Ziekten, blz. 157, voetnoot 1: |
| “Ook mensen, die zonder reukzin geboren zijn of hem door ziekte zijn kwijtgeraakt, kunnen dezelfde |
| hulp verwachten van het inademen via een van beide neusgaten, waar ze de opening van het flesje |
| insteken en zo iets van de ervan uitgaande onmerkbare damp inhaleren, net zo goed als zij die met de |
| fijnste reukzin begiftigd zijn. Hieruit volgt, dat reeds de enkel maar tastgevoelige zenuwen de |
| geneeskrachtige impressie aannemen en onstuitbaar op het hele zenuwstelsel voortplanten.” |
| Ongeacht hun origine (plantaardig, dierlijk, mineraal, nosode enz.) kunnen alle homeopathische |
| geneesmiddelen worden toegediend via de methode van ruiken aan het geneesmiddel in droge of |
| vloeibare vorm. Het garandeert de meest directe en snelste manier van geneesmiddelopname. Het is een |
| methode die zijn geschiktheid in de praktijk heeft bewezen. |
| 154 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-154-2048.jpg"/> |
| voordelen bij de velerlei incidenten (tegenslagen), die de behandeling van de chronische ziekten niet |
| zelden plegen te storen en te onderbreken. Om die hindernissen zo snel mogelijk weer uit de weg te |
| ruimen, kan men de patiënt dan het beste het tegenmiddel ook in meer of mindere sterkte via ruiken laten |
| ontvangen. Dit garandeert de vlugste inwerking op de zenuwen en geeft zodoende ook het snelst baat…” |
| Chronische Ziekten, blz. 161: |
| “Maar ook hier is, als de aandoening niet al te erg was, de genoemde toepassing der benodigde |
| geneesmiddelen door ruiken aan een daarmee bevochtigd korreltje vaak als hulp afdoende, hetgeen de |
| behandeling van de acute ziekte bijzonder bekort.” |
| Het eerste citaat gaat over de toepassing van snuifdoses bij incidenten, het tweede over die bij collectieve |
| ziekten of tussenziekten. De snelle inname en het eruit voortvloeiende directe effect op zenuwstelsel en |
| Dynamis maken snuiven tot een uiterst doelmatige toedieningsmethode. En niet alleen in de hierboven |
| genoemde acute situaties! Algemeen bekend is het gunstige effect van Nux vomica bij zoiets acuuts als |
| menstruatiepijn: |
| Chronische Ziekten, blz. 168: |
| “Is zo‟n vrouw echter erg gevoelig en zwak van zenuwgestel, dan moet ze, totdat ze beter begint te |
| worden, bijna elke keer 72 uur na het begin van de menstruatie eenmaal aan zo‟n globulus ruiken |
| ongeacht de voortzetting van de antipsorische behandeling.” |
| Het resultaat is tweeledig. Er wordt beter gereageerd op de antipsorische behandeling en de menstruatie |
| verloopt beter (na enkele snuifdoses van Nux vomica). |
| Organon, §248: |
| “Als men ter behandeling alleen een flesje gebruikt (met een klein beetje verdunde alcohol, ± 4 gr. 40%, |
| waarin een globulus van het geneesmiddel door schudden is opgelost), waaraan dagelijks of om de twee, |
| drie of vier dagen moet worden geroken, …” |
| Dit citaat laat Hahnemann volgen op de beschrijving van de eindverergering, met een repeterende |
| inname van om de een tot vier dagen. Hij geeft ermee aan dat ook chronische psorisch miasmatische |
| ziekten uitstekend met olfactie kunnen worden behandeld. |
| 155 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-155-2048.jpg"/> |
| zochten en door mij of mijn assistenten werden behandeld, wiens chronische of acute ziekte we niet |
| behandeld hebben met de meest gelukkige resultaten, uitsluitend middels deze methode van olfactie |
| (ruiken, opsnuiven). Ik ben overtuigd geraakt (hetgeen ik voorheen nooit zou hebben geloofd) dat via |
| deze methode van olfactie de kracht van het geneesmiddel op, tenminste, dezelfde sterkte, en dat op |
| mildere wijze, op de patiënt inwerkt. Dat het even lang werkt als wanneer het geneesmiddel via de mond |
| is ingenomen en dat dientengevolge de intervallen waarin de olfactie herhaald zou moeten worden niet |
| korter zou hoeven zijn dan in geval van inslikken van een meer materiële dosis via de mond.” |
| Betrouwbare geneesmiddelimpuls |
| De toedieningswijze van een homeopathisch geneesmiddel moet aan zekere criteria voldoen. We moeten |
| erop kunnen vertrouwen dat de geneesmiddelimpuls goed is en daadwerkelijk aankomt. Een directe en |
| snelle werking is een extra bonus. Misverstanden over de wijze van inname moeten worden voorkomen. |
| Het moet gebruiksvriendelijk te zijn. De dosering dient zo exact mogelijk afgestemd te kunnen worden |
| op de behoefte van de patiënt. Toediening door middel van ruiken aan korrel of oplossing voldoet aan al |
| deze criteria. We laten Hahnemann het laatste woord erover: |
| Organon, vijfde editie, voetnoot §288: |
| “Al hetgeen homeopathie vermag te genezen (en wat kan het niet genezen behalve hetgeen toebehoort |
| aan het gebied van de chirurgische aandoeningen?) van de meest ernstige chronische ziekten die niet |
| geruïneerd zijn door de allopathie, maar ook de acute ziekten, worden het meest veilig en zeker genezen |
| door deze methode van ruiken.” |
| 156 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-156-2048.jpg"/> |
| oplossing. Toediening door middel van olfactie leent zich voor alle ziektevormen en alle |
| geneesmiddelen. Door het alcoholpercentage of de mate van snuiven aan te passen kan de dosering |
| worden afgestemd op de gevoeligheid van iedere patiënt. Van alle innamemethodes is dit de |
| gebruiksvriendelijkste. |
| 157 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-157-2048.jpg"/> |
| Geen combinaties – geen middelen tegelijk |
| In het Organon vinden we regelmatig vermaningen dat er geen combinaties van geneesmiddelen |
| gegeven dienen te worden en dat er geen geneesmiddelen tegelijk toegediend mogen worden. |
| Dat geneesmiddelen niet gecombineerd dienen te worden spreekt vanzelf. Samenvoegen van substanties |
| ter bereiding van geneesmiddelen resulteert in wederzijdse chemische beïnvloeding. Als dit niet |
| geschiedt met steeds exact dezelfde substanties in precies dezelfde hoeveelheden en identieke |
| verhoudingen qua warmte en vochtigheidsgraad, lopen we de kans verschillende en daarmee anders |
| werkzame geneesmiddelen te verkrijgen. De homeopathie zal erdoor aan betrouwbaarheid verliezen. |
| Hahnemann doelt tevens op de antipsorische behandeling. |
| Bij één constitutie kunnen niet twee verschillende anti-psorische middelen passen, althans niet op |
| hetzelfde moment. Een individu kan niet tegelijkertijd een Natrium muriaticum- én een Phosphorus type |
| zijn. De kans is klein dat twee op de constitutie voorgeschreven (minerale) middelen in afwisseling |
| gegeven zullen worden. |
| En zo dit al het geval is, dan zal het in afwisseling zijn en NOOIT tegelijkertijd. Bijvoorbeeld: het ene |
| minerale middel wordt voorgeschreven op de constitutie en het andere omdat adequate reacties |
| uitblijven. Middelen zoals Sulphur, Carbo vegetabilis, Carbo animalis, Hepar e.d. kunnen tijdelijk als |
| hulpmiddel worden ingezet om de constitutionele respons te verbeteren. Zulke middelen vallen onder de |
| noemer tussenmiddelen indien met C-potenties wordt gewerkt. |
| Organon, §273: |
| “Voor geen enkel geval van efficiënte therapie is het nodig, en daarom alleen al is het ontoelaatbaar, |
| meer dan één enkele, enkelvoudige, geneesmiddelsubstantie tegelijk bij een patiënt aan te wenden. Ik |
| kan niet inzien dat er ook maar de minste twijfel zou kunnen bestaan over de vraag of het natuurlijker en |
| verstandiger is, maar één enkele, enkelvoudige, goed gekende, medicinale substantie tegelijk bij een |
| ziekte voor te schrijven, dan een mengsel van meerdere verschillende middelen. In de enige echte, |
| eenvoudige geneeskunde, de enige die zich houdt aan de natuur, de homeopathie, is het absoluut uit den |
| boze de patiënt twee verschillende geneesmiddelen tegelijk toe te dienen.” |
| Verschillende geneesmiddelen op verschillende tijdstippen |
| Hahnemann‟s woorden sluiten andere interpretaties uit. Hierover kunnen geen misverstanden bestaan. |
| Eén geneesmiddel tegelijk voor de behandeling van één ziekte. Echter, bij de aanwezigheid van |
| verschillende pathologische tendensen (ziekten) worden verschillende geneesmiddelen op uiteenlopende |
| tijdstippen gegeven, namelijk als daar door het karakter van de ziektetendensen aanleiding toe is. Dit kan |
| eventueel op verschillende momenten op één dag of bijvoorbeeld om de dag. Hahnemann classificeert de |
| geneesmiddelen volgens een duidelijke hiërarchie: ze zijn antipsorisch werkzaam of ze zijn het niet. |
| Ditzelfde onderscheid speelt een rol in de afwisseling van geneesmiddelen. In acute situaties wisselde |
| Hahnemann soms ook plantaardige geneesmiddelen kort na elkaar af. |
| Het afwisselen van middelen sluit aan bij Hahnemann‟s concept van de verschillende ziektevormen en |
| dit concept is op zijn beurt in overeenstemming met de levende werkelijkheid van alledag. In het |
| Organon laat Hahnemann zich er zo over uit: |
| Organon, voetnoot §40: |
| 158 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-158-2048.jpg"/> |
| organisme voorkomt, ieder in de voor haar geschikte delen. Genezing komt dan ook tot stand door de |
| passende afwisseling van de beste middelen tegen syfilis en scabies, elk in de juiste toebereiding en |
| dosering.” |
| Iedere afzonderlijke ziektesoort vraagt behandeling met geneesmiddelen die op basis van |
| gelijksoortigheid de achterliggende pathologische tendens kunnen uitdoven. Zo kent iedere ziektesoort |
| haar eigen geneesmiddelgroep. |
| Richard Haehl: „Samuel Hahnemann, his life and work‟, deel 1, p. 177, over cholera: |
| “Als de ziekte zich ontwikkeld had tot in het tweede of derde stadium, adviseerde Hahnemann het pure |
| gebruik van Cuprum, Veratrum album, Bryonia en Rhus toxicodendron, de laatste twee in afwisseling |
| met elkaar.” |
| En in deel 2, blz. 217, uit 1832: Hahnemann‟s brief aan Bönninghausen: |
| “Ik wilde je ook nog meedelen dat mijn assistent Dr. Lehman (die in een opmerkelijk korte tijd een |
| scherp en capabel homeopaat geworden is, na zeventien jaar allopathische praktijkvoering) de |
| afgelopen vier maanden alle patiënten met ontzettend goede resultaten behandelde, en alleen middels |
| snuifdoses (met in meerdere of mindere mate sterk ruiken), waarbij, afhankelijk van de omstandigheden, |
| het geneesmiddel iedere 7, 10 of 14 dagen werd herhaald, of het werd toegestaan zijn werking een |
| aantal weken te continueren. Soms werd het in afwisseling gegeven met het volgende best geïndiceerde |
| geneesmiddel.” |
| Het betreft hier een brief uit 1832, dus lang voor de ontwikkeling van LM-potenties. Het is nog in een |
| vroeg stadium van het sneller herhalen van geneesmiddelen (één keer per week), wat pas zo rond 1835 |
| de regel werd. Tevens wordt olfactie ter sprake gebracht en het herhalen dan wel afwisselen van |
| geneesmiddelen binnen een relatief korte periode. Ondanks dat wij er bij lang werkende middelen vanuit |
| kunnen gaan dat de eerdere dosis nog werkzaam is, blijken middelen - met toenemend succes - sneller te |
| kunnen worden herhaald, eventueel in afwisseling met andere passende geneesmiddelen. |
| In een brief van 27 april 1832 schrijft W. Gross aan Hahnemann: |
| “Ik had mezelf al verzoend met het idee spoedig te zullen overlijden en toch, in tegenstelling tot alle |
| menselijke verwachtingen, had ik het goede geluk de brandende koorts te zien verdwijnen binnen zeven |
| dagen, enkel door het gebruik van dat geweldige homeopathische geneesmiddel tegen de meest ernstige |
| ontstekingen Aconitum, met behulp van een paar secondaire geneesmiddelen zoals Bryonia, Cannabis, |
| Nux vomica en Pulsatilla, voor enkele van de andere symptomen. Na de achtste dag begon het herstel.” |
| (Richard Haehl, „Samuel Hahnemann, his life and work‟, deel 2, blz. 229) |
| In Gross‟ brief wordt niet rechtstreeks gesproken van in afwisseling genomen middelen, maar uit de |
| context kunnen we afleiden dat Aconitum het hoofdmiddel was en vier andere middelen eveneens |
| werden ingezet in een tijdsbestek van zeven dagen. We mogen op z‟n minst concluderen dat de middelen |
| een goed complementair effect hadden. Het bijzondere is dat het met C-potenties werd bereikt. Op grond |
| van de aard der gekozen geneesmiddelen en de intensiteit van de klachten kunnen we vaststellen dat |
| Gross leed aan een „acute ziekte‟ of „collectieve- of tussenziekte‟. Gezien de hevigheid van de klachten |
| was Gross‟ achterliggende miasmatische constitutie klaarblijkelijk nog onbehandeld gebleven. |
| Anders lag het toen Hahnemann zelf ziek werd. |
| 159 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-159-2048.jpg"/> |
| “Verscheidene dagen voor haar overlijden werd ik ziek door een brief |
| van Rummel, zo heftig en zo ernstig dat ik met niemand kon spreken, ik |
| kon lezen noch schrijven. Moeizaam kwam ik een aantal keren per dag |
| van mijn bed om naar de stervende moeder te gaan (want ze had mij zo |
| gemist) zonder haar te laten zien dat ik ziek was. Staphisagria en |
| Arsenicum verscheidene keren per dag in afwisseling ingenomen hebben |
| mij gered, zodat ik herstellende was toen zij overleed. De ontrieving door |
| een staatsbegrafenis (verplicht hier), het begeleiden van mijn twee |
| dochters, het verdelen van het (behoorlijke) materiële erfgoed, en daarbij |
| een terugval in die soort van zenuwkoorts, die mij opnieuw gedurende een |
| dag of drie, vier van al mijn krachten beroofde.” |
| Afwisseling, een voorbeeld |
| Hier is sprake van drieërlei ziekmakende omstandigheden. Hahnemann‟s vrouw ligt op sterven, wat hem |
| diep aangrijpt. Er wordt een brief bezorgd die Hahnemann zo ontstelt dat hij enkele dagen niet kan |
| praten. Hierin vinden we de indicatie voor Staphisagria tegen (ten derde) een constitutionele Arsenicum- |
| achtergrond. Beide geneesmiddelen, in afwisseling ingenomen, helpen de dan 76-jarige Hahnemann er |
| weer bovenop. |
| Deze twee incidenten, het overlijden van zijn vrouw en de brief van Rummel (Staph.), grepen |
| Hahnemann zo aan dat de constitutie als reactie acuut miasmatische (Ars.) „zenuwkoorts‟ produceerde. |
| Verschillende ziektevormen die om verschillende medicatie vragen. |
| Over de toepassing van Sulphur bij het psorisch miasma schrijft Hahnemann in het voorwoord van |
| Bönninghausen‟s Repertory of anti-psoric remedies het volgende: |
| “Het is beter, om in plaats van deze doses (Sulphur) in snelle opeenvolging te geven na bijvoorbeeld |
| drie doses een passend intermediair geneesmiddel toe te dienen. Nux vomica, bijvoorbeeld, gedurende |
| acht of tien dagen, want de constitutie verzet zich vaak tegen het ongestoord door laten werken van |
| meerdere doses Sulphur, hoe noodzakelijk dat geneesmiddel ook is voor de chronische conditie. Door de |
| werking van deze intermediaire geneesmiddelen is de natuur meer genegen de gecontinueerde doses van |
| Sulphur rustig te laten werken, met een goede uitwerking op het systeem.” |
| (in: Richard Haehl: „Samuel Hahnemann, his life and work‟, deel 2, blz. 249) |
| Frequente dosering van Sulphur geeft, zeker bij C-potenties, problemen vanwege het sterk antipsorische |
| effect en de daardoor heftige reactie van de Dynamis. Deze toestand van overprikkeling en |
| overstimulatie wordt in balans gebracht door het intermediaire Nux vomica. Daarna neemt de Dynamis |
| aan meerdere doses Sulphur geen aanstoot meer, maar kan hij het geboden actiepotentiaal curatief |
| aanwenden tegen de psorische belasting. Vergelijkbare voorbeelden vinden we in Chronische Ziekten: |
| 160 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-160-2048.jpg"/> |
| kan wel, indien nodig, op de vierde dag na het begin, dus ongeveer 96 uur erna, worden toegediend. |
| Maar als de menses totnogtoe gewoonlijk te vroeg begonnen of te hevig waren of meerdere dagen bleven |
| voortsudderen, is het vaak nodig die vierde dag eerst een kleine dosis Nux vomica te laten ruiken (een |
| enkele globulus, met een hoge potentie bevochtigd) en dan pas vier tot zes dagen later het antipsoricum. |
| Is zo‟n vrouw echter erg gevoelig en zwak van zenuwgestel, dan moet ze, totdat ze beter begint te |
| worden, bijna elke keer 72 uur na het begin van de menstruatie eenmaal aan zo‟n korreltje ruiken, |
| ongeacht de voortzetting van de antipsorische behandeling.” |
| „Chronische Ziekten, blz. 168, voetnoot 1: |
| “Bij zo‟n ziekelijke gesteldheid der menses bereikt men in de behandeling van chronische ziekten niets |
| zonder het vermelde tussendoor gebruik van Nux vomica. Dit middel kan hierbij de door zo‟n |
| ongeordend regelverloop steeds weer opgeroepen disharmonie in de zenuwfuncties weer doen |
| accorderen en zo de overgevoeligheid en overprikkeldheid tot bedaren brengen, die anders voor de |
| heilzame werking van de antipsorica een onoverkomelijke hindernis zouden vormen.” |
| Als de menstruatieperiode een „dynamisch‟ dieptepunt in de maand vormt kunnen we met het |
| antipsorische constitutiemiddel beter nog even wachten. Het ligt voor de hand dat het antipsoricum door |
| z‟n dieptewerking zou kunnen zorgen voor een omgekeerd homeopathisch effect, dat wil zeggen: hevige |
| verergeringen. |
| Het „dynamisch dieptepunt‟, op te vatten als acuut miasmatische gesteldheid, wordt hier geneutraliseerd |
| door het intermediaire gebruik van Nux vomica. De passende antipsorica gaan erdoor beter hun werk |
| doen. Sterker nog, als we nalaten Nux vomica in te zetten en dus niets aan de ziekelijke gesteldheid van |
| de menses doen, haalt de chronische behandeling niets uit. Nux vomica wordt gegeven ongeacht de |
| voortzetting van de antipsorische behandeling. |
| De antipsorische behandeling is in dit geval slechts mogelijk omdat er tussendoor Nux vomica, in |
| afwisseling, wordt gegeven. Hahnemann kwam hiermee in 1835, toen hij nog uitsluitend met C- |
| potenties en een bijgevolg lagere innamefrequentie werkte. Door hun aard lenen LM-potenties zich |
| daarentegen bij uitstek voor toediening van diverse geneesmiddelen met kortere tussenpozen.Vanzelf |
| sprekend gerechtvaardigd door de symtomen behorende bij de onderliggende ziektesoort |
| Chronische Ziekten, blz. 155: |
| “Overigens zal het, naarmate enige verandering in de symptomen optreedt, ook hier vaak nuttig zijn |
| tussen de doses pure Sulphur soms een kleine gift Hepar sulphuris te voegen, eveneens in verschillende |
| potentiegraden (als er van tijd tot tijd meerdere giften noodzakelijk worden). Niet zelden kan ook ter |
| afwisseling naar gelang de omstandigheden een dosis Nux vomica (C30) of Mercurius (C30) worden |
| gegeven.” |
| De bij de psorische constitutie passende Sulphur en Hepar sulphuris worden afgewisseld met de door de |
| omstandigheden geïndiceerde Nux vomica en Mercurius, die allebei geen antipsorische |
| constitutiemiddelen zijn. Bij de chronische constitutiebehandeling met de minerale anti-psorica is zo nu |
| en dan het tussendoor gebruiken van Sulphur en Hepar en met enige regelmaat Mercurius geïndiceerd. |
| Chronische Ziekten, blz. 156: |
| “Maar toch ontstaat er bij zeer langdurige en gecompliceerde, meestal tevoren allopathisch verknoeide |
| ziekten bijna altijd de noodzaak, van tijd tot tijd gedurende de kuur weer eens een dosis Sulphur of |
| Hepar sulphuris te geven (al naar gelang de symptomen). Dat moet ook als de patiënten eerder al |
| 161 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-161-2048.jpg"/> |
| Reactiemoeheid |
| Zelfs de chronische behandeling met minerale antipsorica maakt van tijd tot tijd een dosis Sulphur, |
| Hepar sulphuris of soms Mercurius noodzakelijk. Bij Sulphur en Hepar sulphuris is dat vanwege de |
| achterliggende reactiemoeheid, de psorische indifferentie. Door deze antipsorica wordt de Dynamis tot |
| reageren gestimuleerd. De geïndiceerde constitutionele minerale antipsorica kunnen zo beter hun werk |
| doen. Omdat de levenskracht soms de neiging heeft om of niet, of te heftig, te reageren, zijn Mercurius |
| en soms Nux vomica in het andere uiterste de tegenhangers van Sulphur en Hepar sulphuris. Bij |
| minerale constitutiemiddelen die met name ‟s avonds en ‟s nachts sterke verergeringen uitlokken, |
| denken we aan Mercurius om de opgeroepen, bijna acuut miasmatische toestand weer tot bedaren te |
| brengen. De Dynamis wordt ermee tot constructieve reacties aangezet, speciaal wanneer eerder grote |
| materiële doses zwavel of mineraalbaden zijn toegediend. |
| Zo ken ik het geval van een vrouw met ernstige longinfiltraten en bronchi-ëctasiën die, na drie bezoeken |
| aan een mineraal bad in Zwitserland, acuut miasmatische longproblemen ontwikkelde waarbij zij er na |
| een longontsteking op het nippertje met het leven vanaf kwam. |
| Een ander voorbeeld van het afwisselen van homeopathische middelen: |
| Chronische Ziekten, blz. 161 en 162: |
| “Sinds ik leerde de langdurige ziekten en kwalen te genezen door homeopathische vernietiging van hun |
| psorische oorsprong, ontdekte ik dat de epidemisch heersende wisselkoortsen bijna ieder jaar qua |
| karakter en symptomen verschillend waren en derhalve ook bijna ieder jaar door een ander, |
| verschillend geneesmiddel specifiek te genezen. Het ene jaar met Arsenicum, een ander jaar met |
| Belladonna of met Antimonium crudum, met Spigelia, Aconitum, Ipecacuanha afgewisseld met Nux |
| vomica, Salmiak, Natrium muriaticum, Opium, Cina alleen of in afwisseling met Capsicum, met alleen |
| Capsicum, met Menianthes trifoliata, Calcarea carbonica, Pulsatilla, een der beide Carbo-vormen, |
| Arnica alleen of in afwisseling met Ipecacuanha enz.” |
| Tussenziekten behandeld met afwisseling van middelen |
| Dit citaat uit Chronische Ziekten laat zien we hoe Hahnemann bij de behandeling van epidemische |
| ziekten, door hem ook wel tussenziekten genoemd, geneesmiddelen afwisselde binnen de behandeling |
| van één ziektebeeld. Let wel: in afwisseling, niet tegelijkertijd. Verder valt op dat hij eveneens |
| afwisselde met antipsorica die op de constitutie en niet op een acute ziekte worden voorgeschreven. |
| Geneesmiddelen als Natrium muriaticum en Calcarea carbonica zijn beide diepwerkende |
| constitutiemiddelen. Dat Arsenicum en Antimonium crudum ten tonele verschijnen hoeft geen verbazing |
| te wekken omdat ze allebei regelmatig zijn aangewezen bij ziektetoestanden die een acuut miasmatisch |
| karakter dragen. Voorts zien we dat Hahnemann afwisselde met één der beide Carbo‟s om, |
| overeenkomstig hun aard, de dreigende reactiemoeheid - de psorische indifferentie - het hoofd te bieden. |
| Verderop in dezelfde voetnoot: |
| Chronische Ziekten, blz. 162: |
| “Ook in het begin van de kuur van een epidemische wisselkoorts kan de homeopathische arts het zekerst |
| handelen door iedere keer een subtiele dosis Sulphur toe te dienen of in de daarvoor geschikte gevallen |
| Hepar sulphuris in een klein korreltje of via eraan te ruiken. Dan moet hij enkele dagen afwachten, tot |
| de eruit voortvloeiende verbetering weer stilstaat. |
| 162 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-162-2048.jpg"/> |
| bij alle lijders aan wisselkoorts in elke epidemie voornamelijk psora betrokken is, is in de aanvang van |
| iedere behandeling van een epidemische wisselkoorts een minieme dosis Sulphur of Hepar sulphuris van |
| wezenlijk belang, waardoor de zieke met des te meer zekerheid en gemak herstelt.” |
| Reeds voor de ziekte, de wisselkoorts in dit geval, echt doorzet geeft Hahnemann vooraf een dosis |
| Sulphur om het potentiële gebrek aan reactievermogen in de kiem te smoren. Kan de Dynamis het vanaf |
| dan, door de verbetering van de psorische ondergrond, alleen klaren dan is geen ander, niet-antipsorisch |
| geneesmiddel benodigd. Maar als het herstel stagneert, kan alsnog het bij de genus epidemicus passende |
| acute plantaardige of dierlijke middel worden ingezet. |
| Het acute middel heeft een betere uitwerking omdat de levenskracht dankzij Sulphur vitaler reageert. |
| Afwisselen van geneesmiddelen is feitelijk niets nieuws. Denk bijvoorbeeld aan de patiënt die na een val |
| - twee weken na het laatste constitutionele voorschrift - toch maar even Arnica komt halen! |
| 163 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-163-2048.jpg"/> |
| toegemeten vanuit de ziekteclassificatie. Het beoogde doel is het bewerkstelligen van een diepe, |
| genezende respons op het passende minerale antipsorische constitutiemiddel. Zodra dit doel is bereikt |
| wordt uitsluitend het constitutiemiddel gebruikt. Middelen worden soms met heel korte tussenpozen |
| afgewisseld. |
| 164 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-164-2048.jpg"/> |
| Palliatief behandelen |
| De homeopathie heeft veel te bieden bij onomkeerbare ziekteprocessen. Homeopathische behandeling |
| betekent voor patiënten met een irreversibele ziekte vaak een weldaad, bijvoorbeeld met betrekking tot |
| pijnbestrijding. Tot op het laatst van het ziekteproces kan de patiënt relatief pijnvrij worden gehouden, |
| zonder dat toevlucht hoeft te worden genomen tot bewustzijnsverlagende medicijnen. We doelen hier op |
| ernstig zieke patiënten die naar een kwalititief goede laatste levensfase streven met behulp van |
| homeopathie. Voor patiënt zowel als homeopaat is dit een intensieve en enerverende gebeurtenis. |
| Van doorslaggevend belang is intensief, meestal dagelijks contact, speciaal bij ernstig lijden. De |
| homeopaat moet continue aanspreekbaar zijn om desgewenst het geneesmiddel te wijzigen of de |
| dosering of innamefrequentie bij te stellen. De chronische gesteldheid is in zulke gevallen een |
| doorlopende ziektetoestand, die overeenkomsten vertoont met acuut miasmatische ziekten. |
| Plantaardige middelen |
| Met plantaardige middelen bereiken we in zulke ernstige situaties dikwijls het meest. Omdat genezing |
| niet meer mogelijk is kunnen we diepwerkende antipsorica beter achterwege laten. De chronisch |
| miasmatische ziekteconditie is onomkeerbaar en volgt haar eigen verloop. Desondanks kunnen de |
| machteloze activiteiten van de Dynamis de patiënt wel in een toestand van totale ontreddering brengen. |
| Ze roeren zich op een voor de patiënt belastende en uitputtende manier. Deze door pathologie |
| gedomineerde toestand wordt door passende homeopathische middelen min of meer draaglijk gehouden, |
| zodat bijvoorbeeld niet naar bewustzijnsdempende opiumderivaten hoeft te worden gegrepen. |
| Urgente en levensbedreigende situaties |
| Organon, voetnoot 1, §67: |
| “Een uitzondering vormen de zeer urgente gevallen, waar door levensgevaar of doodsdreiging voor de |
| werking van homeopathische middelen geen enkele tijd, geen uren, zelfs geen kwartieren, nauwelijks |
| minuten ter beschikking staan. |
| Bij plotselinge accidenten bij tevoren gezonde mensen, zoals ademstilstand, schijndood door bliksem, |
| verstikking, bevriezing, verdrinking enz. is het geoorloofd en zinvol een palliativum toe te passen, |
| bijvoorbeeld matige elektrische prikkels, sterke koffie-clysmata, prikkelende reukstoffen, geleidelijke |
| verwarming en dergelijke. |
| Daardoor worden om te beginnen de prikkelbaarheid en het gevoel, dus het fysieke leven, in ieder geval |
| weer opgewekt. Is iemand dan weer gereanimeerd, dan neemt het spel van de orgaanfuncties zijn |
| gezonde loop als tevoren, omdat hier geen ziekte maar alleen blokkade en onderdrukking van de op |
| zichzelf gezonde levenskracht hoefde te worden weggenomen.” |
| Vanuit homeopathische optiek zijn allopatische prikkels alleen dan geïndiceerd wanneer de levenskracht |
| door oorzaken van buitenaf niet meer kan voldoen aan haar meest basale taak: instandhouding van het |
| leven. Voor Hahnemann was de toepassing van allopathische medicatie als palliatief tijdens de |
| homeopathische behandeling uitgesloten. Het was hem een doorn in het oog: |
| Organon, voetnoot 11, §67: |
| 165 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-165-2048.jpg"/> |
| palliatieven door te drukken, samen met andere verderfelijke allopathische rommel. En dat alleen om |
| zich de moeite te sparen voor ieder geval het passende homeopathische geneesmiddel op te zoeken. Zo |
| kunnen ze gemakkelijk homeopathische artsen lijken zonder het echt te zijn. Hun daden zijn er ook naar, |
| in één woord verderfelijk.” |
| En verder in Organon, voetnoot 1, §148, waar hij doelt op de heren (en dames tegenwoordig) van de |
| van-alles-wat-sekte: |
| “Wie zou het wagen zulk lichtzinnig, schadelijk gebroed de eer aan te doen ze naar de naam van de zeer |
| moeizame, maar ook heilzame kunst „homeopathische geneesheren‟ te noemen? Het is te hopen, dat zij |
| hun gerechte loon niet ontgaan en zelf, eens ziek geworden, op dezelfde manier worden behandeld!” |
| Tussendoor gebruik van allopathie |
| Rancune ten aanzien van hen die „zijn‟ homeopathie in diskrediet brengen en daarmee de patiënten |
| tekort doen, kan Hahnemann niet worden ontzegd! Het roept de vraag op of het tussendoor gebruiken |
| van willekeurig welke allopathische medicatie de levenskracht tegenwerkt en daarmee de genezing - het |
| doel van de homeopathische behandeling. |
| Ieder onderdrukkend allopathisch medicijn vertraagt het herstel en zodoende de genezing. Het is niet |
| ondenkbaar dat frequent allopathisch gebruik de homeopathische behandeling op den duur volledig |
| ondermijnt. Dat de patiënt dit soort medicatie - op eigen houtje - gedurende de homeopathische |
| behandeling inneemt moet dan ook worden afgeraden. |
| Het zou eigenlijk niet mogen voorkomen dat de homeopaat adviseert dergelijk medicijngebruik af te |
| bouwen. Wie weet hoe een en ander op grond van de ziekteclassificatie homeopathisch kan worden |
| opgelost, kan erop staan dat de allopathische medicatie zo snel mogelijk wordt gestaakt. Het is hier een |
| overweging om patiënten die zich bij herhaling vergrijpen aan allopathische medicatie, daarmee |
| mogelijk alle homeopathische inspanningen tenietdoend, verdere homeopathische behandeling te |
| weigeren. |
| Substitutietherapie |
| Een uitzondering moeten worden gemaakt voor substitutietherapie. Wanneer van een bepaald orgaan de |
| functie totaal is uitgevallen is het niet met het leven verenigbaar om de patiënt, bijvoorbeeld, het gebruik |
| van insuline of cortisonen te ontzeggen. Dit is absoluut uitgesloten. Zulke substanties vullen aan wat in |
| het organisme volledige ontbreekt. Bij relatief lichte deficiënties, zoals ouderdomsdiabetes, kan door |
| adequate antipsorische behandeling de behoefte aan substituerende insuline drastisch worden |
| verminderd of zelfs overbodig gemaakt. De verleiding terug te vallen op allopathische behandelwijzen |
| wordt geneutraliseerd door kennis en inzicht en daardoor opgedane ervaring. |
| Hahnemann zag zich soms bij voorbaat voor een hopeloze taak geplaatst. Wij hebben onszelf zonder |
| twijfel ook wel eens in zo‟n situatie bevonden. Of wij hier Hahnemann‟s advies moeten volgen of de |
| patiënt toch telkens opnieuw het voordeel van de twijfel moeten gunnen, zal per situatie verschillen en |
| uiteindelijk worden bepaald door de patiënt zelf of afhangen van het temperament en geduld van de |
| homeopaat. |
| Chronische Ziekten, blz. 138: |
| 166 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-166-2048.jpg"/> |
| schuld draagt en die hij niet bij machte is te veranderen, geduldig en gelijkmoedig te dragen, als |
| verdriet en gram onafwend-baar op hem afkomen zonder dat de arts in staat is deze grootste |
| levenverstoorders voorgoed van hem af te wenden? Laat dan de arts liever de behandeling van die |
| chronische ziekte opgeven en de zieke aan zijn lot overlaten. Want daar waar de levenshouding door |
| voortdurende aanvallen op de gemoedsgesteldheid wordt verstoord, kan zelfs de meest magistrale |
| behandelingsstrategie met optimaal uitgezochte en voor de lichamelijke aandoening passende genees- |
| middelen niets, helemaal niets goeds uitrichten voor welke chronische patiënt ook die onder |
| voortdurende zorg en narigheid gaat gebukt. Het is dwaasheid door te gaan met het mooiste bouwwerk, |
| als de grond eronder elke dag, hoe geleidelijk ook, door aanspoelende golven wordt ondermijnd.” |
| Chronische Ziekten, voetnoot 1, blz. 138: |
| “Tenzij de patiënt weinig of geen reden zou hebben voor zijn ontstemming of verdriet of vrijwel geen |
| aanleiding tot ergernis van buitenaf. Dan zou hij dus meer voor zijn affectieve stoornis behandeld |
| moeten worden met de antipsorische middelen die zijn resterende chronische ziektesymptomen ook |
| dekken. Dat zijn gevallen die niet alleen te genezen, maar vaak zelfs simpel te genezen zijn.” |
| Gezonde levenshouding – lotsbeschikking en karma |
| Wat Hahnemann lotsbeschikkingen noemt, noemen wij tegenwoordig karma. Het moge duidelijk zijn |
| dat homeopathische behandeling geenszins de individuele lotsbeschikking in de weg staat. Het is eerder |
| omgekeerd. Overeenkomstig Hahnemann‟s beschrijving van incidenten heeft homeopathie juist een |
| ondersteunende functie. De individuele levensomstandigheden en de reacties erop helpen ons het |
| passende geneesmiddel te vinden. Dit middel helpt de patiënt de voor hem „gezonde‟ verhouding ten |
| opzichte van zijn levensomstandigheden te vinden. Geduld is hier een schone zaak. |
| Ik herinner mij een patiënte die meteen na haar geboorte werd afgestaan door haar moeder. Voor haar |
| 16e levensjaar verloor zij beide pleegouders (door vroegtijdig overlijden) en haar pleegbroer (door een |
| bromfietsongeval). Zij voelde zich hierdoor opnieuw totaal alleen staan. Zij worstelde met kwesties |
| zoals: “Durf ik ooit kinderen te krijgen? Ik weet niet eens hoe dat moet! En durf ik me überhaupt nog |
| wel met mensen te verbinden?” |
| Tijdens de homeopathische behandeling kwam steeds sterker de drang opzetten op zoek te gaan naar |
| haar biologische moeder. Na lang wikken en wegen gaf zij er schoorvoetend aan toe. Ondanks het grote |
| geheim dat haar dochter in haar leven betekende reageerde de biologische moeder direct op het via een |
| officiële instantie gedane verzoek om contact. De verbinding werd voorzichtig hersteld. |
| Nu, jaren later, heeft zij een relatie en twee gezonde kinderen. |
| Soms blijken ogenschijnlijk maar ook daadwerkelijk tegenwerkende krachten de mens in staat te stellen |
| de levensdraad terug te vinden en op te pakken. |
| Naar mijn ervaring kan homeopathische behandeling karmische processen als geen ander ondersteunen. |
| Waar de uiteindelijke „oplossing‟ voor de levensproblematiek niet wordt gevonden, maakt het palliatieve |
| effect op de gevolgen van de levensomstandigheden, de behandeling toch zinvol. De omstandigheden |
| zelf veranderen niet, maar wel hoe ermee wordt omgegaan. Dan kunnen wij uit de vicieuze cirkel |
| vandaan komen en de behandeling van de psorische belasting van de levenskracht beginnen. |
| 167 |
| " data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-167-2048.jpg"/> |
| Samuel Hahnemann, Chronische Ziekten. |
| Samuel Hahnemann, Organon (1e, 4e, 5e en 6e editie). |
| Rima Handley, In search of the later Hahnemann. |
| J.T. Kent, Lectures on hom. philosophy |
| Roberts, Princeples and Art of Cure |
| Samuel Hahnemann, Lesserwriting |
| 168 |
" data-testid="vertical-slide-image" loading="lazy" decoding="async" data-nimg="fill" style="position:absolute;height:100%;width:100%;left:0;top:0;right:0;bottom:0;color:transparent" src="https://image.slidesharecdn.com/ewaldstoteler-hahnemanbegrijpenw4-101003093340-phpapp01/75/Ewald-Stoteler-Hahnemann-Begrijpen-168-2048.jpg"/>Ewald Stoteler - Hahnemann Begrijpen
|
| Praktijkgerichtesynthese van |
| Organon en Chronische Ziekten |
| Ewald Stöteler |
| 1 |
| |
| Gebruik van hetboek. |
| De homeopathie van Hahnemann verschilt wezenlijk van de dagelijkse praktijk. Deze verschillen zijn zo |
| groot dat mijn cursisten soms spreken van omscholen in plaats van bijscholen. |
| De ervaringen van de afgelopen jaren hebben me ook geleerd dat het niet eenvoudig is de omslag naar de |
| homeopathie van Hahnemann te maken. Het vereist een heel andere manier van werken, hetgeen |
| grondige studie vereist. |
| Dat de homeopathie zoals door Hahnemann aangegeven in praktijk wordt gebracht, is gezien de |
| mondiale pathologische ontwikkelingen van het grootste belang. |
| De homeopatische geneeskunst kent vele stromingen, die zich vaak ver van Organon en Chronische |
| ziekten, hebben verwijderd. Dit heeft mij er mede toe aangezet dit boek te schrijven. |
| Het risico bestaat dat dit boek, slechts op onderdelen in praktijk wordt gebracht, zoals dit ook met |
| Organon en chronische ziekten nu het geval is. Dan ontstaat een gebrek aan overzicht, met consequenties |
| voor het resultaat van de behandeling van de patiënt. |
| Naar de toekomst acht ik bescherming van deze vernieuwing dan ook noodzakelijk. |
| Onder het copyright valt, dat dit boek op homeopathie opleidingen niet zonder meer als lesmateriaal |
| gebruikt mag worden Degene die de lessen verzorgt zal zich eerst moeten bekwamen en certificeren in |
| deze, zo andere, benaderingswijze. |
| Het is daarom dat de lezer van harte uitgenodigd wordt zich te scholen danwel bij te scholen in deze |
| benaderingwijze. |
| De bijscholingen worden verzorgd door de Stichting Hahnemann-homeopathie. |
| Voor verdere informatie kunt U zich richten tot: |
| www. scholingsweg@hahnemannhomeopathie.com |
| Door de Stichting Hahnemann-homeopathie zullen de deelnemers aan scholing en of bijscholing worden |
| getoetst en gecertificeerd. |
| De auteur. |
| 3 |
| All rights reserved.Apart from any fair dealing for the purpose of private study, research, criticism or review, as permitted under the |
| Copyright, Designs and |
| Patents Act, 1988, no part of this book may be reproduced, used as teaching material, stored or transmitted, in any form or by any means, |
| without the prior written permission of the publishers. Enquiries should be addressed to: |
| Emryss bv Publishers |
| Duinoordstraat 78 |
| 2023 WE Haarlem |
| The Netherlands |
| First edition feb 2003 |
| © 2003 Emryss bv Publishers |
| Haarlem, The Netherlands |
| Tel: +31 235 275060 // Fax: +31 235 259040 |
| CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG |
| Stöteler Ewald |
| Hahnemann begrijpen |
| / Ewald Stöteler.-Haarlem: Emryss bv |
| Cover: Olivier Bakker/Jenni Tree |
| Edited by: Gerda Zaalberg/Frans Vermeulen/ |
| Layout: Ary bakker |
| ISBN 90-76189-08-0 |
| Access code: Homoeopathy, Hahnemann, Organon, Chronische Ziekten. |
| 4 |
| |
| Als kind vanzijn tijd is Hahnemann de vader der homoeopathie. Wij zijn, overdrachtelijk gezien, zijn |
| nazaten. Of wij zijn geestverwanten zijn mag worden betwijfeld. Hahnemann had er weinig hoop op met |
| zijn tijdgenoten, dus waarom zouden wij er aanspraak op mogen maken? Hij had zich geen bescheiden |
| doel gesteld, zoals blijkt uit zijn Voorwoord voor de eerste editie van Chronische Krankheiten [1828]: |
| "Maar in het mededelen van deze grote ontdekking aan de wereld moet ik tot mijn spijt betwijfelen of |
| mijn tijdgenoten de logische volgorde van mijn leer zullen begrijpen en of zij die nauwgezet zullen |
| navolgen en zo voor de lijdende mensheid het onbegrensde heil verwerven dat automatisch moet |
| voortvloeien uit getrouwe en stipte naleving van deze leer, of dat zij, afgeschrikt door het ongehoorde |
| van veel van deze onthullingen, ze niet liever onbeproefd en daardoor nutteloos laten." |
| Hahnemann was een kind van zijn tijd en we moeten zijn woorden lezen in die context, al neemt het niet |
| weg dat het hebben van baanbrekende ideeën en het overbrengen ervan niet vanzelfsprekend samengaan. |
| We moeten vaststellen, tot onze spijt wellicht, dat Hahnemann de ongelukkige combinatie in zich droeg |
| een geniale grondlegger en een beroerde pleitbezorger te zijn. |
| De commotie ontstond over Hahnemann‟s concept dat chronische ziekten berusten op chronische |
| miasma‟s, een denkbeeld dat hij eerder introduceerde in zijn Organon. Hij noemt syfilis en sycosis |
| [vijgwrat-tenziekte] twee "eigensoortige inwendige chronische miasmatische ziekten". "Maar onmetelijk |
| veel uitgebreider en dus veel belangrijker" dan deze twee "is het chronische miasma van de psora." In |
| Chronische Krankheiten noemt hij psora "de draak met duizend koppen", "de oudste en veelkoppigste |
| van alle miasmatische chronische ziekten" en "de moeder van alle ziekten". |
| Aldus herkent Hahnemann een drietal chronische ziektevormen die berusten op erfelijkheid of infectie. |
| Ze zijn meegekregen of in het individuele leven verworven. De basis van deze leer, de zogenaamde |
| miasmaleer, is nadien door talloze auteurs en homoeopaten becommentarieerd en van andere |
| benaderingen voorzien. Daar waar Voegeli met betrekking tot psora voornamelijk spreekt over |
| "assimilatiestoornissen van voor de opbouw van het organisme noodzakelijke mineralen", noemt Allen |
| zonde en schuld als grond van dit miasma. De interpretatie van de diverse miasma‟s is in de loop der tijd |
| geleidelijk veranderd. De laatste jaren, bijvoorbeeld, doet de visie van de Argentijnse homoeopaat |
| Elisalde de Masi opgang. Deze schrijft psora toe aan de "oorspronkelijke afscheiding van God". Dit |
| trauma werkt door in twee hoofdthema‟s: Een innerlijk gevoel van kwetsbaarheid, onzekerheid en angst, |
| en de projectie hiervan op de buitenwereld. Het gevoel van afscheiding, ook wel Zondeval of verlies van |
| het Paradijs genoemd, roept een nostalgisch verlangen op naar de beslotenheid en vreedzaamheid van de |
| oorspronkelijke eenheid, alsmede een schuldgevoel dit door eigen toedoen te hebben verspeeld. De |
| verbroken eenheid, in het groot de Zondeval, in het klein de geboorte [de val uit de baarmoeder], is het |
| fundament van psora en leidt tot het basale symptoom van dit miasma: een gevoel van gemis. |
| Psora als latente ziektetoestand komt tot ontwikkeling door bijvoorbeeld de onderdrukking van |
| fysiologische uitscheidingsprocessen [zweet, urine, ontlasting, menstruatie] of, zoals Hahnemann stelt, |
| door "het levensbeginsel verzwakkende hartstochten, door zorg en verdriet, maar vooral door |
| ondoelmatige geneeskundige behandeling". Een van de voornaamste verschijningsvormen van psora |
| werd door Hahnemann gezien als een jeukende huiduitslag: krätze. |
| Is Krätze de oorzaak van psora of verhoogt psora de vatbaarheid voor (Krätze)? Kunnen we psora |
| gelijkstellen aan zoiets als verlaagde weerstand of, om in moderne termen te spreken, verminderde |
| werking van het immuunsysteem? Belangrijker evenwel dan beantwoording van de eeuwenoude kip-of- |
| ei-vraag is: hoe lossen we het op? |
| Door getrouwe en stipte inachtneming van Hahnemann‟s ware leer, stelt Ewald Stöteler voor. Vergeten |
| bouwstenen van Hahnemann‟s leer, zoals de miasmaleer, de ziekteclassificatie en de toepassing van LM- |
| 5 |
| potenties, worden doorEwald weer tot hoekstenen gemaakt. Zijn betoog berust op de zesde editie van de |
| Organon en op Chronische Ziekten. Een van de pareltjes ervan is het alterneren van twee remedies uit |
| andere bronnen. Het is een bouwwerk geworden waarop we kunnen voortbouwen. Er is grondleggend |
| werk verricht. En bovendien: Ewald Stöteler is een Nederlandse pleitbezorger op z‟n Hollands - |
| rechttoe-rechtaan: een die je niet onberoerd laat. |
| Frans Vermeulen, Molkom [Zweden]. |
| 6 |
| |
| Gebruik van ditboek 3 |
| Voorwoord 15 |
| Vernieuwend 15 |
| Bloeiperiode 16 |
| Ontwikkeling homeopathie 16 |
| Inleiding 19 |
| Organon en Chronische Ziekten 19 |
| J.T. Kent en nieuwe „meesters‟ 19 |
| LM-potenties, anti-miasmatische behandeling, ziekteclassificatie 22 |
| 1. Het holistisch mensbeeld 24 |
| Genetica 24 |
| Relativiteitstheorie 24 |
| Gevoel en emotie 26 |
| Denken 28 |
| Samenvatting 29 |
| 2. Ziekte en gezondheid 30 |
| Wat is gezond? 30 |
| Wat is ziek? 30 |
| Acute ziekten 32 |
| Chronische ziekten 33 |
| Iatrogene ziekten 33 |
| Onechte chronische ziekten 33 |
| 3. Belang en consequenties van de gelijksoortigheidsregel 35 |
| Gelijksoortigheidsregel 35 |
| Functioneel stoffelijk symptoom 35 |
| Lokalisatie 35 |
| Sensatie 37 |
| Modaliteit 38 |
| Concomitant 38 |
| Particular 39 |
| Emotionele- en gevoelssymptomen 40 |
| Oorzaak of „causa‟ 40 |
| Mentaal symptoom 41 |
| Generaliteiten 42 |
| Biografische gebeurtenissen, incidenten 45 |
| Erfelijke belasting 45 |
| Blokkade 46 |
| Geneesmiddelgebruik 46 |
| Samenvatting 48 |
| 4. De homeopathische anamnese 49 |
| Anamnese 49 |
| Repertorisatie 49 |
| Consult 50 |
| Onbevangen en opmerkzaam 50 |
| Gezond verstand 51 |
| 7 |
| |
| Omzichtig en bedachtzaam 53 |
| Eigen functioneren 53 |
| Methodiek 54 |
| Attent luisterende houding 57 |
| Hoofd-voeten-schema 58 |
| Open vragen 58 |
| Eigen waarneming homoeopaat 59 |
| „Acute‟ anamnese 62 |
| Samenvatting 63 |
| 5. Veranderingen binnen de homeopathische doctrine 64 |
| Geschiedenis van de homeopathie 64 |
| Aspecten van de homeopathie 65 |
| Classificatie van ziekten 68 |
| Acute ziekten - incidenten 68 |
| Chronische Ziekten, blz. 160: 69 |
| Chronische Ziekten, blz. 157 en 158: 71 |
| Illustratie 73 |
| Samenvatting 74 |
| Collectieve ziekten – epidemische ziekten 74 |
| Chronische Ziekten, blz. 161: 77 |
| Behandeling van de chronische ziekte 77 |
| „Acute‟ geneesmiddelen 78 |
| Acuut miasmatische ziekten 79 |
| 6. Ziekteclassificatie 80 |
| Chronische ziekten 80 |
| Chronische ziekten – ander uitgangspunt 81 |
| Actie = reactie 82 |
| Het Psora miasma 83 |
| Chronische ziekten, blz. 127: 85 |
| Antipsorica 86 |
| Chronische Ziekten, blz. 176: 86 |
| Het Sycotisch miasma 88 |
| Chronische Ziekten, blz. 103: 88 |
| Chronische Ziekten, blz. 105: 90 |
| Het Syfilitisch miasma 91 |
| Chronische Ziekten, blz. 106: 92 |
| Chronische Ziekten, blz. 109: 92 |
| De ziekteclassificatie centraal 94 |
| Samenvatting 94 |
| 7. Gebruik geneesmiddelen in relatie tot ziekteclassificatie 96 |
| Vijf verschillende geneesmiddelgroepen 96 |
| De vijf geneesmiddelrijken 96 |
| Symptomen en geneesmiddel 97 |
| Chronische Ziekten, blz. 4: 98 |
| Geneesmiddelen relaties 98 |
| Plantaardige en dierlijke geneesmiddelen 98 |
| Chronische Ziekten, blz. 5 en 6: 99 |
| 8 |
| Chronische Ziekten, blz.6: 100 |
| Chronische Ziekten, blz. 7: 101 |
| De minerale geneesmiddelen 101 |
| Chronische Ziekten, blz.176: 102 |
| Chronische Ziekten, blz. 161 en 162: 103 |
| Chronische Ziekten, blz. 161: 104 |
| Chronische Ziekten, blz. 158: 105 |
| Geneesmiddelen in afwisseling 105 |
| En in de Chronische Ziekten, blz. 161 en 162: 105 |
| De nosoden 107 |
| Chronische Ziekten, blz. 185: 109 |
| Tautopathische geneesmiddelen 110 |
| Overige homeotherapie – psora in juiste baan 112 |
| Psorische indifferentie 112 |
| Chronische Ziekten, blz. 156: 114 |
| Tussenmiddelen 115 |
| Chronische Ziekten, blz. 176: 115 |
| Chronische Ziekten, blz. 162, 163 en 164: 117 |
| Chronische Ziekten, blz. 127: 118 |
| Miasma als ziekte tendens 119 |
| Voorafgaande ontregeling 120 |
| Samenvatting 121 |
| 8. Analyse anamnese vanuit ziekteclassificatie 123 |
| Classificeren van ziekte 123 |
| Chronische Ziekten, blz. 1: 124 |
| Nuancering in de verschillende vormen van ziek-zijn 125 |
| Dynamis streeft naar overleven 127 |
| Casus menstruatieproblemen 129 |
| Ten eerste: constitutioneel 130 |
| Ten tweede: biografie 130 |
| Ten derde: biografisch/erfelijke tendensen 131 |
| Behandeling van kinderen 133 |
| Ziektetendensen en ziektesoorten 135 |
| Vragenlijst voor benadering casuïstiek vanuit ziekteclassificatie 138 |
| Vraag 1 Problematiek, realiteit, beeld 138 |
| Vraag 2 Symtomen, (leef)omstandigheden 139 |
| Vraag 3 Chronische ziekte, endogeen miasmatische oorzaak 139 |
| Vraag 4 Chronisch: dynamiek en verloop 140 |
| Vraag 5 Familiaire (erfelijke) ziektetendens 142 |
| Vraag 6 Geneesmiddelgebruik, iatrogene ziekte 143 |
| Vraag 7 Geblokkeerde reactie 144 |
| Chronische Ziekten, blz. 155: 144 |
| Chronische Ziekten, blz. 156: 145 |
| Richting aan de behandeling 145 |
| Samenvatting 146 |
| 9. Complementaire effecten 148 |
| Hiërarchie en geneesmiddelrelaties 148 |
| Antidote 148 |
| 9 |
| Inimical 149 |
| Follows well 150 |
| Compatible 150 |
| Complementair 150 |
| Chronische Ziekten, blz. 157 en 158: 151 |
| Werking antipsorisch middel gaat door 152 |
| Lagere potenties 153 |
| Afwisseling van geneesmiddelen 153 |
| Chronische Ziekten, blz. 160: 155 |
| Chronische Ziekten, blz. 160 en 161: 156 |
| Verstorende invloeden 156 |
| Chronische Ziekten, blz. 161: 157 |
| Bewust gebruik van complementair effect 159 |
| Chronische Ziekten, blz. 161 en 162: 159 |
| Tussendoor gebruiken van speciale geneesmiddelen 160 |
| Chronische Ziekten, blz. 127: 161 |
| Ziekten in het voorgeslacht 163 |
| Behandeling van het jonge kind 164 |
| Latente tendensen herkennen 165 |
| Holistische totaalbenadering 165 |
| Ziektedynamica 166 |
| Samenvatting 169 |
| 10. De antipsorische behandeling als centraal thema 170 |
| Antipsorische behandeling 170 |
| Chronische Ziekten, blz. XX1: 171 |
| Ontwikkeling van de homeopathie 171 |
| Chronische Ziekten, blz. 5: 171 |
| Chronische Ziekten, blz. 6: 171 |
| „Chronische Ziekten, blz. 8: 172 |
| Psora gewekt 174 |
| „Chronische Ziekten, blz. 121: 175 |
| Chronische Ziekten, blz. 127: 175 |
| Karakter van psora 175 |
| Chronische Ziekten, blz. 11: 176 |
| Ontwikkeling psora miasma 177 |
| Chronische Ziekten, blz. 176: 177 |
| Primaire zorg van de Dynamis 178 |
| Voorschrijven op miasmatische achtergrond 180 |
| Samenvatting 181 |
| 11. Epidemische ziekten en de wisselziekten 182 |
| Blokkerend effect 182 |
| Appèl op de levenskracht 183 |
| Chronische Ziekten, blz. 161: 184 |
| Chronische Ziekten, blz. 163 en 164: 184 |
| Voortzetting van de chronische constitutionele behandeling 184 |
| Chronische Ziekten, blz. 163: 185 |
| Breekpunt in de biografie 185 |
| Wisselziekten – ritme, regelmaat, periodiciteit 186 |
| 10 |
| Wisselziekten – chronischeziekten op psorische grondslag 187 |
| Samenvatting 188 |
| 12. De behandeling van psychische ziekten 189 |
| Intensieve ziektegevallen – de psychisch zieke patiënt 189 |
| Eénzijdige ziekten - symptoomschaarste 189 |
| Grondige anamnese 191 |
| Afwisseling ook hier 193 |
| Een voorbeeld uit de casuistiek. 193 |
| Gebruik van psychofarmaca 194 |
| Psychische klachten door „oorzaak van buiten‟ 195 |
| Samenvatting 196 |
| 13. Gebruik van geneesmiddelpotenties in de homeopathie 198 |
| Hoge potenties 198 |
| Inzichtelijk homeopathisch handelen 199 |
| Twee verschillende potentiereeksen 200 |
| De bereiding van homeopathische geneesmiddelen 201 |
| Dynamisatieproces 203 |
| Chronische Ziekten, blz. 182: 203 |
| Vermoeiende proefnemingen 203 |
| Verdere ontwikkelingen 206 |
| Kennislacunes bij de beroepsgroep 207 |
| De LM potentie 208 |
| Bereiding van de LM potentie 208 |
| Samenvatting 213 |
| 14. Het gebruik van LM-potenties in de praktijk 214 |
| Verschillen tussen C- en LM-potenties 214 |
| In het oog springende verschillen 215 |
| Centesimale reeks 216 |
| Basisoplossing 218 |
| Niet ongemodificeerd herhalen 218 |
| Potentie, dosering en frequentie van inname afstemmen 219 |
| Diversiteit van geneesmiddelinnamen 221 |
| Homeopathische verergeringen 221 |
| Chronische Ziekten, blz. 105: 222 |
| Een andere ziektesoort als ingang 223 |
| Het geneesmiddel in oplossing 223 |
| Snuifdoses 224 |
| Zware pathologie 224 |
| Psora in de juiste baan 225 |
| Chronische endogeen miasmatische ziekte 226 |
| Chronische Ziekten, blz. 158: 227 |
| Eindverergering 227 |
| Chronische Ziekten, blz. 127: 228 |
| Diep constitutionele werking 228 |
| Genezing nadert voltooiing 229 |
| Tot de eindverergering toe 231 |
| Samenvatting 234 |
| 15. Olfactie als wijze van geneesmiddelinname 235 |
| 11 |
| |
| Invloed van geuren 236 |
| Chronische Ziekten, blz. 157: 236 |
| Chronische Ziekten, blz. 157, voetnoot 1: 237 |
| Chronische Ziekten, blz. 157: 237 |
| Chronische Ziekten, blz. 161: 238 |
| Chronische Ziekten, blz. 168: 238 |
| Betrouwbare geneesmiddelimpuls 239 |
| Samenvatting 240 |
| 16. Afwisseling van homeopathische geneesmiddelen 241 |
| Geen combinaties – geen middelen tegelijk 241 |
| Verschillende geneesmiddelen op verschillende tijdstippen 242 |
| Afwisseling, een voorbeeld 244 |
| Chronische Ziekten, blz. 168: 245 |
| „Chronische Ziekten, blz. 168, voetnoot 1: 246 |
| Chronische Ziekten, blz. 155: 247 |
| Chronische Ziekten, blz. 156: 247 |
| Reactiemoeheid 247 |
| Chronische Ziekten, blz. 161 en 162: 248 |
| Tussenziekten behandeld met afwisseling van middelen 248 |
| Chronische Ziekten, blz. 162: 249 |
| Samenwerking 250 |
| 17.Palliatieve behandeling: wanneer wel/niet behandelen 251 |
| Palliatief behandelen 251 |
| Plantaardige middelen 251 |
| Urgente en levensbedreigende situaties 252 |
| Tussendoor gebruik van allopathie 253 |
| Substitutietherapie 253 |
| Chronische Ziekten, blz. 138: 254 |
| Chronische Ziekten, voetnoot 1, blz. 138: 254 |
| Gezonde levenshouding – lotsbeschikking en karma 255 |
| 18. Literatuur 257 |
| Notities ruimte |
| 12 |
| |
| Vernieuwend |
| Het lijkt watambitieus een vernieuwend boek over homeopathie te willen schrijven. Het is mijns inziens |
| echter een gegeven dat de werken van Hahnemann heden ten dage niet meer intensief bestudeerd worden |
| en wellicht nog minder begrepen. Enerzijds is dit te verklaren door Hahnemann‟s soms moeilijke |
| schrijfstijl, anderzijds doordat de huidige homeopathie zich ver heeft verwijderd van de werkwijze van |
| Hahnemann zelf. Tijdens zijn leven heeft Hahnemann in de opeen-volgende publicaties van het Organon |
| steeds wijzigingen, nieuwe inzichten en ervaringen toegevoegd. Dit vroeg de nodige flexibiliteit van |
| Hahnemann‟s leerlingen, evenals het nu wellicht moeilijk zal zijn de conclusies in dit boek serieus te |
| nemen. |
| Het voor u liggende boek wil een brug vormen. Het wil een synthese zijn tussen wat Hahnemann heeft |
| geschreven in de zesde editie van het Organon en in de Chronische Ziekten. |
| De schrijver heeft niet de pretentie compleet te zijn. Er zijn veel aspecten in de homeopathische praktijk |
| aan te voeren die tegen-woordig anders worden uitgevoerd dan de grondlegger van de homeopathie heeft |
| aangegeven. Tezamen met vragen zoals : “waarom hebben wij dit nooit op de opleiding gehad?” en |
| verzoeken van deel-nemers aan mijn bijscholingen, heeft dit de aanzet gegeven tot het schrijven van dit |
| boek. Het lijdt geen twijfel dat sommige onderdelen van de homeopathische geneeswijze sinds |
| Hahnemann verder zijn ontwikkeld. De geneesmiddelleer [materia medica] heeft een grote vlucht |
| genomen en ook de filosofie kent een enorme diversiteit en veelzijdigheid. De praktijk heeft desondanks |
| geleerd dat veel van Hahnemann‟s werk tot op heden onvoldoende begrepen en doorgrond is en |
| bijgevolg onvoldoende in praktijk wordt gebracht. En dat terwijl deze informatie voor de homeopathie |
| nu en in de toekomst naar mijn mening zeer belangrijk is! |
| Bloeiperiode |
| In het begin van de twintigste eeuw maakte de homeopathie in Amerika een bloeiperiode door. Het |
| uiteindelijke resultaat was evenwel dat ze niet heeft kunnen waarmaken wat ze beloofde. We beleven in |
| de huidige tijd een opleving van de homeopathie, terwijl tegelijkertijd de allopathie [orthodoxe |
| geneeskunde] meer en meer haar greep verliest, zowel in de behandeling van chronische ziekten als in |
| die van infectieziekten. Door bacteriën verworven resistentie tegen antibiotica is een van de voornaamste |
| redenen. Op virale infecties, zoals bijvoorbeeld HIV, heeft men feitelijk helemaal geen antwoord.Vanuit |
| allopatische optiek bezien rampzalig,blijkt de hoeveelheid vaccins die we in onze kinderen kunnen |
| spuiten ook aan een maximum gebonden te zijn. In Nederland worden jaarlijks 1200 meldingen gemaakt |
| van zogenaamde entingschade, volgens artsen het topje van de ijsberg. De wetenschapper zit met de |
| handen in het haar; men spreekt al over het post-antibiotica tijdperk. Mondiaal zien we malaria, |
| tuberculose en andere besmettelijke ziekten hand over hand toenemen. Op termijn zal dit zeker een |
| bedreiging vormen voor de westerse wereld. De vraag rijst of de homeopathie wel een antwoord heeft op |
| de te verwachten pathologische ontwikkelingen. Zijn wij wel in staat een antwoord te geven op de |
| epidemische ziekten die in het verschiet liggen? Bezit de huidige homeopathie wél het juiste filosofische |
| en praktische kader om eventuele toekomstige ontwikkelingen het hoofd te kunnen bieden? Aan het |
| begin van de vorige eeuw kon de homeopathie de uitdaging niet aan en werd zij afgerekend op haar |
| falen. Blijven wij volgens dezelfde richtlijnen werken als de homeopaten aan het begin van de vorige |
| eeuw, dan kunnen we verwachten ook ditmaal tekort te schieten. Het noodzaakt ons tot verdere |
| 13 |
| ontwikkeling. Al metal voldoende reden om ons, in alle openheid, opnieuw te verdiepen in de |
| geschriften die Hahnemann ons heeft nagelaten. |
| Ontwikkeling homeopathie |
| De ontwikkeling die Hahnemann tijdens zijn leven doormaakte deed veel van zijn leerlingen vroegtijdig |
| afhaken. Hahnemann raakte verwikkeld in heftige disputen met zijn toenmalige collega‟s. Hierdoor is de |
| indruk ontstaan dat homeopaten elkaar voortdurend bestrijden en naar het leven staan. Aan een |
| gezamenlijk streven werd zo veel afbreuk gedaan. |
| Bijvoorbeeld: de miasmaleer was, en is, voor veel homeopaten een blanco gebied. We lezen en leren er |
| van alles over, maar wat we er uiteindelijk mee doen komt onveranderlijk neer op: als je het juiste, |
| gelijksoortige, middel maar geeft. Met zo‟n conclusie hadden we ons de moeite kunnen besparen! |
| Dat we proberen het meest gelijksoortige geneesmiddel te vinden is een vanzelfsprekendheid. Met |
| kennis van de miasmaleer heeft het weinig uit te staan. |
| De zesde editie van het Organon was persklaar tijdens het leven van Hahnemann, maar werd na veel |
| moeilijkheden en hardnekkige onderhandelingen met de erfgenamen pas in 1921 gepubliceerd. Bijna |
| tachtig jaren verstreken waarin generaties homeopaten niet op de hoogte waren van de laatste inzichten |
| van de grondlegger. Dat dit heeft bijgedragen tot problemen met de miasmaleer behoeft geen betoog. |
| De ontwikkeling van de homeopathie stoelde in de tussentijd op de vierde editie van het Organon. De |
| vijfde editie werd genegeerd. Klaar-blijkelijk bevatte die onvoldoende wezenlijk nieuwe zaken, afgezien |
| van talrijke opmerkingen van Hahnemann over zogenaamde half-homeopaten. Het boek Chronische |
| Ziekten kon zich evenmin in overweldigende aandacht verheugen. |
| De zesde editie van het Organon geeft een volledige herziening van veel aspecten van de homeopathie, |
| in het bijzonder met betrekking tot het gebruik van potenties. In de zesde editie gaat het uitsluitend over |
| het gebruik van LM-potenties! Desondanks hebben LM-potenties nauwelijks voet aan de grond |
| gekregen in de homeopathische praktijk. |
| In het onderhavige boek komen de verschillende aspecten, zoals potentiegebruik, ziekteclassificatie, |
| gebruik van complementaire geneesmiddelen e.d. uitgebreid aan bod. Er wordt steeds gerelateerd aan |
| wat Hahnemann schrijft, inclusief citaten en bronvermelding. Organon betekent werktuig. Op het gebied |
| van de filosofie der homeopathie is het ons standaardwerk. Wanneer wij het Organon verbinden met de |
| Chronische Ziekten, speciaal met het praktische deel ervan, en dit intensief en kritisch bestuderen, dan |
| zien we welke aanwijzingen en consequenties deze werken tezamen bevatten voor uiteenlopende |
| facetten van de homeopathie, variërend van potentiekeuze tot geneesmiddelgebruik. |
| Tijdens seminars heb ik regelmatig uitspraken gehoord in de trant van: wij zijn Hahnemann voorbij. Dit |
| is, denk ik, geenszins het geval en ik wil het aantonen met de inhoud van dit boek. Het is eerder zo dat |
| wij nog vér te gaan hebben. De bestudering van dit boek kan voor de lezer een revolutie inhouden en |
| wellicht tot een totale herziening van de praktijkvoering leiden. Ingeslepen gewoonten en werkwijzen, te |
| veel autoriteit toedichten aan grote meesters kunnen het anderzijds moeilijk maken dit boek serieus te |
| nemen. Beoordeling van het waarheidsgehalte vereist grondige studie en onderzoek in de praktijk. Het |
| mag niet zo zijn dat wij homeopaten weigeren ons therapeutisch systeem tegen het licht te houden. Een |
| licht dat door Hahnemann zelf werd ontstoken teneinde de homeopathie te blijven verbeteren en |
| perfectioneren ten behoeve van de zieke medemens. |
| Om met Hahnemann te spreken: |
| Organon: Opmerkingen vooraf bij de eerste druk van 1810: |
| “Dat wil ik vooraf ter waarschuwing zeggen: indolentie, gemakzucht en eigenzinnigheid maken de |
| dienst aan het altaar der waarheid onmogelijk; slechts onbevangenheid en onvermoeide ijver stellen in |
| staat tot het heiligste van alle mensenwerk, de uitoefening van de ware geneeskunde. Hij die de |
| 14 |
| geneeskunst in dezegeest beoefent, staat vlak bij de Godheid, de Schepper der werelden, wiens mensen |
| hij helpt in stand te houden en wiens goedkeuring zijn hart driewerf gelukkig maakt.” |
| Ewald Stöteler, Almelo, december 2002. |
| 15 |
| |
| Organon en ChronischeZiekten |
| Vanaf mijn eerste kennismaking met de homeopathie hebben Hahnemann‟s Organon en Chronische |
| Ziekten centraal gestaan in mijn praktijk. Als docent homeopathie heb ik de inhoud van beide werken |
| vanaf 1983 onderwezen. Gaandeweg werd mij duidelijk dat de manier waarop homeopathie in praktijk |
| gebracht werd en wordt, ver af staat van hoe Hahnemann haar ontwikkelde en toepaste. Hoe kritischer |
| wij het Organon en de Chronische Ziekten lezen, hoe groter en opvallender discrepantie er blijkt te |
| bestaan tussen Hahnemann‟s werkwijze en die van tegenwoordig. Ik wil benadrukken dat het |
| dogmatisch volgen van Hahnemann‟s geschriften niet mijn uitgangspunt is. Het gaat om het begrip van |
| wat hij schreef. We dienen in eerste instantie te onderzoeken of het logisch is of niet, of het in de |
| praktijk kan worden toegepast en, niet in de laatste plaats, of het ook zo werkt! Worden wij een betere |
| homeopaat indien wij Hahnemann‟s advies „Mach es nach, aber mach es genau nach‟ opvolgen? |
| Na Hahnemann‟s dood, in 1843, duurde het nog bijna tachtig jaar voordat de laatste, zesde editie van het |
| Organon werd gepubliceerd. In de tussenliggende jaren werkten homeopaten vanuit de vierde editie. |
| Hahnemann benadrukt in deze editie dat het effect van de medicinale impuls de tijd moet krijgen om |
| haar volledige werking te ontplooien, terwijl hij in de vijfde editie voorgeschreven medicatie vaker |
| herhaalt. Na Hahnemann ontwikkelden homeopaten zich volgens de richtlijnen van de vierde editie. De |
| meeste hedendaagse homeopaten doen dat nog steeds. |
| J.T. Kent en nieuwe meesters |
| De grootste invloed is ongetwijfeld uitgegaan van James Tyler Kent (1849-1916) en zijn tijdgenoten, die |
| vanuit de vierde editie werkten. Studenten werden, en worden nog steeds, opgeleid in de Kentiaanse |
| traditie die is gestoeld op de vierde editie van het Organon waarbij de Chronische Ziekten totaal geen |
| aandacht krijgt. De homeopathie die in de jaren erna ontstaat wordt gekenmerkt door het voorschrift van |
| een eenmalig geneesmiddel in een hoge centesimale potentie volgens een door Kent ontwikkelde reeks. |
| Hierbij dient het geneesmiddel, naar huidige terminologie, bij voorkeur voorgeschreven te worden op de |
| „essentie‟ van de patiënt. Centraal staat het vinden van het ultieme similimum, met als doel de patiënt te |
| genezen met een éénmalig geneesmiddelvoorschrift. Lukt dat niet dan heb je als homeopaat je werk niet |
| goed (genoeg) gedaan. |
| Er zijn door verschillende „meesters‟ veel even ingenieuze als onnavolgbare analysemethoden |
| ontwikkeld, de één nog indrukwekkender dan de ander. Dit heeft de ontwikkeling van jongere generaties |
| homeopaten zo sterk beïnvloed dat Hahnemann, behalve in naam, vrijwel vergeten schijnt. In |
| opleidingen wordt tegenwoordig zo weinig tijd besteed aan Organon en Chronische Ziekten dat |
| Hahnemann‟s gedachtengoed volledig op de achtergrond is geraakt. Opmerkingen als “hij is moeilijk te |
| lezen”, “het laat zich niet verenigen met wat wij op de opleiding leren” en “er zijn nu ook grote |
| meesters” geven de indruk dat Hahnemann achterhaald is. Dit kun je echter pas werkelijk |
| veronderstellen wanneer het werk van Hahnemann gekend en begrepen wordt en succes in de praktijk |
| ervan het bewijs is. Dan pas kunnen we de grondlegger als lichtend voorbeeld terzijde schuiven. Reeds |
| tijdens zijn leven ervaarde Hahnemann dat homeopaten het lieten afweten omdat zij zijn zich steeds |
| ontwikkelende inzichten niet begrepen, laat staan konden volgen. Daarmee wordt homeopathie snel |
| gereduceerd tot de meest fundamentele similia-regel, de eenmalige impuls van een geneesmiddel, |
| waarna langdurig op reactie wordt gewacht. Klaarblijkelijk wordt ervan uitgegaan dat er geen verschil |
| bestaat tussen het genezende vermogen van een plantaardig, dierlijk of mineraal geneesmiddel. Onder |
| het motto „wanneer het middel juist is, werkt het‟ en „wanneer het niet werkt dan ben ik geen goede |
| 16 |
| homeopaat want ikkon het goede middel niet vinden‟, wordt er op het similimum gejaagd. Dit leidde tot |
| de ontwikkeling van zoveel mogelijk remedies, zodat we er nu meer dan 1500 hebben! De grootste |
| dreiging die ontstaat is inflatie en vervlakking. De diepgang dreigt te verdwijnen en wat volgt is de jacht |
| op het „beeld‟, de essentie van de casus, wat vervolgens veelal niet voldoende oplevert. |
| Dit is één van de redenen waarom er zoveel meningen en stromingen in de homeopathie bestaan. |
| Zo af en toe valt ook eens het woord „miasma‟, met de haastige toevoeging dat er niet mee wordt |
| gewerkt en dat het ook niet van belang is zolang je het goede middel maar vindt. De rol die de docent |
| hierbij speelt is van groot, zo niet bepalend belang. De manier waarop de student de homeopathie krijgt |
| aangeleerd is de manier waarop de student later homeopathie bedrijft. En wanneer de kopstukken van de |
| homeopathische wereld zo homeopathie bedrijven, is er zeker geen reden meer om aan de juistheid van |
| deze benadering te twijfelen. Reden genoeg om die moeilijke Hahnemann niet te lezen, laat staan serieus |
| te nemen. Hij “leed waarschijnlijk toch al aan ouderdomsdementie” toen hij zijn zesde editie schreef. Zo |
| waren er ook de hardnekkige geruchten dat de zesde editie niet van Hahnemann zelf was, maar dat zijn |
| tweede vrouw, Melanie d‟Hervilly, er haar stempel op had gedrukt. Het is duidelijk dat mensen |
| bevooroordeeld zijn en niet de moeite nemen zich grondig te verdiepen in de oorspronkelijke bronnen. |
| Tijdens mijn lezingen hoor ik vaak: “Wanneer je praktiseert zoals staat beschreven in Organon en |
| Chronische Ziekten sta je zo alleen, er is bijna niemand die zo werkt.” |
| In Organon en Chronische Ziekten vinden we de neerslag van zo‟n vijftig jaar praktijk en ervaring, door |
| het genie C.F.S. Hahnemann genoteerd voor het nageslacht. |
| Vóórdat Hahnemann de homeopathie grondvestte bestond er geen homeopathische filosofie, geen |
| materia medica, geen analyse of repertorium, geen miasmaleer. Antipsorische geneesmiddelen waren |
| onbekend en gepotentieerde geneesmiddelen, daar had nog niemand zelfs maar over nagedacht. |
| Hahnemann heeft voor dit alles de basis gelegd en, zoals uit diepgaande studie blijkt, op onnavolgbare |
| wijze in woorden vervat. Hij was zijn en ook onze tijd ver vooruit. De werkelijke, onschatbare waarde |
| van Organon en Chronische Ziekten werd mij pas duidelijk na jaren van studie en lesgeven. Door |
| doorlopend met beide werken bezig te zijn, ze steeds opnieuw te bestuderen, ontwikkelde zich allengs |
| een samenhangend overzicht over de verschillende aspecten die erin worden behandeld. Gaandeweg |
| begreep ik de verbanden die Hahnemann min of meer als bekend veronderstelde en kennelijk voor |
| kennisgeving aannam. Het lijkt alsof hij het onnodig vond ze steeds uit te leggen en toe te lichten of |
| telkens opnieuw uit te werken; hij benoemt ze wel consequent. |
| LM-potenties, anti-miasmatische behandeling, ziekteclassificatie |
| In het begin van de jaren ‟80 kwam voor mij het gebruik van LM-potenties in beeld. De eerste jaren dat |
| ik ermee werkte waren hectisch maar ook verademend. De LM-potentie maakt het door zijn aard |
| mogelijk hem op vele verschillende momenten in de behandeling opnieuw als stimulus in te zetten. |
| Zoals met alles wat nieuw is, moest ik het eerst in de vingers krijgen. |
| Het zal ongetwijfeld een reden zijn voor collega-homeopaten om zich te verzetten tegen de |
| veranderingen die dit boek in gang wil zetten. |
| Voorts werd mij de zin en betekenis van een anti-miasmatische behandeling duidelijk. Ten tijde van |
| mijn ontdekking van het gebruik van LM-potenties was de essentie van zo‟n behandeling nog niet echt |
| tot me doorgedrongen. Pas door de classificatie van de verschillende soorten ziekten kreeg het begrip |
| „miasma‟ inhoud. Het werd mij helder toen ik begreep dat Hahnemann met miasma‟s de neiging tot een |
| soort latente fysiologisch-dynamische ontregeling [ziekten dus] koppelde aan het begrip |
| „ziekteclassificatie‟ of „soorten van ziek-zijn‟, ziekten van „buitenaf‟ en ziekten van „binnenuit‟. Tijdens |
| 17 |
| dit proces werdhet als vanzelf duidelijk dat de mens niet “dieper” ziek kan zijn dan wanneer hij lijdt aan |
| op het psora-miasma gebaseerde ziekte. Daarom schrijft Hahnemann dat „psora de wortel van alle |
| ziekten‟ is. |
| De ziekteclassificatie en de daaraan gekoppelde antipsorische behandeling geeft tevens inhoud aan de |
| begrippen „acuut‟, „acuut miasmatische aandoening‟, „tussenziekten‟, „wisselziekten‟, „iatrogene |
| ziekten‟, „erfelijke predisposities‟, het sycotisch- en het syfilitisch miasma en de aard en intensiteit van |
| deze ziektetendensen. |
| Wanneer we op deze manier naar de homeopathische behandeling kijken, dan plaatst dit ook het gebruik |
| van de complementaire effecten van geneesmiddelen in een ander licht. Precies zoals Hahnemann zegt, |
| verklaart het dat er wezenlijke verschillen zijn tussen het genezend effect van nosoden en/of middelen |
| van plantaardige, dierlijke of minerale aard. Gebruik en toepassing van zulke middelen is vanuit de |
| invalshoek van „classificatie van ziekten‟ dringend toe aan een ingrijpende herziening, een herrijking. |
| Veel dogma‟s, taboes en roestige gewoonten moeten tegen het licht van Organon en Chronische Ziekten |
| worden gehouden en op hun logica, waarheidsgehalte en praktisch nut worden beproefd. Ik zal |
| herhaaldelijk beweringen en argumenten onderbouwen met citaten uit het Organon en de Chronische |
| Ziekten en tevens staven met praktijkvoorbeelden. Daardoor kan er geen twijfel bestaan dat Hahnemann |
| het op deze manier bedoelde én dat hij zelf daadwerkelijk zo werkte. Voor de aangehaalde paragrafen uit |
| het Organon heb ik de Nederlandse vertaling van O.E.A. Goetze uit 1983 vergeleken met de eerste |
| uitgave van de zesde editie uit 1921. Waar de Nederlandse versie niet alleen stilistisch doch ook |
| inhoudelijk afwijkt, heb ik de vertaling aangepast. Dat Hahnemann anders werkte dan in de huidige tijd |
| gebruikelijk is, blijkt onder meer uit Rima Handley‟s boek In search of the later Hahnemann. Zij |
| beschrijft een aantal van Hahnemann‟s casussen en laat er geen twijfel over bestaan dat zijn werkwijze |
| haar in verwarring brengt. Het boek kan de indruk wekken dat Hahnemann afweek van zijn vorige |
| inzichten. Dat is niet het geval. Zijn behandelingsmethode in 1843 is consistent met zijn aanwijzingen in |
| het Organon en de Chronische Ziekten uit resp. 1833 en 1828. |
| Rond de voorlaatste eeuwwisseling maakte homeopathie een bloeiperiode door. Desondanks kon de |
| belofte die ze inhield niet worden waargemaakt. Bijna is de homeopathie erdoor in de vergetelheid |
| geraakt. Het bijzondere van onze tijd is dat wij een herkansing krijgen, een renaissance beleven met de |
| mogelijkheid om homeopathie de plek in de samenleving te geven die haar toekomt. Het is de |
| verantwoordelijkheid van iedere homeopaat om de homeopathie zo goed als menselijkerwijs mogelijk is |
| in praktijk te brengen ten bate van de gezondheid van mens en mensheid. |
| Voor begrip, integratie en verdere ontwikkeling van de homeopathie zijn Hahnemann‟s Organon en de |
| Chronische Ziekten onmisbare oriëntatiepunten en wegwijzers. We zullen over persoonlijke |
| vooroordelen, meningen en dogma‟s moeten heenstappen, zodat we onszelf open kunnen stellen voor |
| verdere ontwikkeling, de ontwikkeling van de patiënt en de ontwikkeling van de homeopathie, waarbij |
| steeds het Organon en de Chronische Ziekten het referentiekader bieden. |
| Dit boek wil een bijdrage zijn aan dit proces. |
| 18 |
| 1. Het holistischmensbeeld |
| Wanneer wij geneeskunst willen beoefenen zullen we eerst moeten uiteenzetten wat we verstaan onder |
| gezondheid alvorens we ons met de zieke mens kunnen gaan bezighouden. |
| Genetica |
| In onze „verlichte‟ tijd hebben wij de mens weten te reduceren tot zijn genetische draagvlak. Het |
| zogenaamde genoom is zojuist gecompleteerd. De mens is teruggebracht tot zijn materiële componenten. |
| Wetenschappers menen nu binnen niet al te lange tijd alle aangeboren erfelijke tendensen in kaart te |
| kunnen brengen, zodat er desgewenst vroegtijdig kan worden behandeld of geaborteerd. Werkgevers |
| zullen keuzes kunnen maken op basis van iemands genetisch paspoort. Verzekeringsmaatschappijen |
| krijgen de mogelijkheid om potentiële cliënten te weigeren zodat aandeelhouders geen risico lopen. |
| Vanuit de genetica bezien heeft alles betrekking op het stoffelijk aspect van de mens, op wat na het |
| overlijden als stoffelijk lichaam achterblijft. De genetica streeft ernaar alle menselijke eigenschappen te |
| verklaren vanuit de genetische structuur. Het sterk aanwezig zijn van bepaalde kenmerken wordt |
| toegeschreven aan de dominantie van een bepaald gen. Bij het vraagstuk betreffende het hoe en waarom |
| bepaalde genen dominant zijn en anderen recessief, raken we aan een vitaliteitsaspect waar |
| levensprocessen hun invloed doen gelden. |
| Relativiteitstheorie |
| In 1905 kwam Einstein met zijn relativiteitstheorie en de definitie E = Mc2. De essentie van |
| Einstein‟s theorie is dat materie, of massa, in feite bestaat uit energie, trilling of frequentie. Massa |
| bestaat uit min of meer gestolde energie; een waarheid die voor alle materie geldt. Bij kernenergie |
| maken we gebruik van in de materie latent aanwezige krachten. Maken we er een kernbom van, dan |
| komt alle in deze materie opgesloten energie plotseling vrij op uiterst destructieve wijze. De genetische |
| structuren van de mens bestaan eveneens uit materie en zijn bijgevolg uitgekristalliseerde energie. |
| Hahnemann had 150 jaar voor Einstein reeds inzicht in de diepere aspecten van de natuur. |
| In het Organon schrijft hij in de laatste zin van voetnoot 7 van §270: |
| “Derhalve zou men die materie in haar onbewerkte toestand eigenlijk alleen kunnen beschouwen als |
| bestaande uit deze onontplooide spirituele essentie.” |
| Het zijn „energetische‟ of „dynamische‟ elementen die bepalen of een gen dominant of recessief is. |
| Zo bestaat zelfs ons stoflichaam in essentie niet uit materie, maar uit gestolde, deels latente energie, Het |
| is daarmee de meest verdichte basis voor ons aardse leven. Hoe beperkt deze verdichting is blijkt uit het |
| feit dat het menselijk lichaam voor ongeveer tachtig procent uit water bestaat. Zonder water geen leven. |
| Water is vloeibaar en zo impressief dat het menselijk leven zich daarin tot uitdrukking kan brengen, met |
| het element water als levensdrager. Water is terug te voeren op één waterstofatoom en twee |
| zuurstofatomen. Een atoom bestaat uit een kern met één of meerdere schillen waarin zich elektronen |
| bevinden die om de kern cirkelen. |
| Dit alles toont direct de energetische stromen die het heelal besturen. Wanneer we zo naar het menselijk |
| lichaam kijken zien we de meest tot verstilling gebrachte energie voor ons. Het lijkt substantie, materie, |
| het is het in feite niet. Doordat het menselijk lichaam voor het grootste deel uit vloeibare substantie |
| bestaat kan de levenskracht zorg dragen voor groei en ontwikkeling. Het hele genoom, ons genetisch |
| meest uitgekristalliseerde materiaal, is niets als er zich geen andere energievorm (levenskracht, vitaliteit |
| of Dynamis) mee verbindt met behulp van de lichaamsvloeistoffen. |
| 19 |
| De fysiologie laatzien welk een heersende rol de energetische component in ons organisme speelt. In het |
| levende organisme is er doorlopend sprake van stofwisseling, van opbouw, afbraak, herstel en groei. Dit |
| zijn allemaal uitdrukkingen van activiteit, dynamiek; energie gekoppeld aan levenskracht en de |
| uitdrukking ervan in de vloeistoffen. Ook ademhaling, hartslag, spijsvertering, functioneren van lijf en |
| leden is uitdrukking van activiteit, van energiestromen, van functionaliteit. Het is deze dynamische |
| energie die zich zeer gevarieerd in het menselijk lichaam kan uitdrukken en ons in staat stelt onszelf |
| door middel van activiteiten in de buitenwereld tot uitdrukking te brengen. In handelen, doen en laten. |
| De zich in handelen uitende energie is als het ware vloeibaarder, minder vastgezet dan de meer gestolde |
| fysieke energie. Het is deze vitale levensenergie die de organiserende kracht vormt achter de |
| scheikundige processen die ten grondslag liggen aan gezond functioneren, innerlijk en uiterlijk. |
| Stoffelijk functioneren zonder betrokkenheid van de levenskracht is ondenkbaar. Zonder de |
| aanwezigheid van en de verbinding met deze vitale levenskracht is het lichaam dood en valt het |
| geleidelijk uiteen tot zijn minerale bouwstenen. Stof tot stof. Het stoflichaam, bestaande uit |
| vermaterialiseerde energie, kan niet zonder de energie die we vitaliteit of levenskracht noemen. Deze |
| energie, die Hahnemann de Dynamis noemt, geeft het stoflichaam leven en bouwt, herstelt en handhaaft |
| z‟n vorm. |
| Organon, §9 |
| “Als de mens gezond is, heerst de spirituele levenskracht (autocratie), die als Dynamis het stoffelijk |
| lichaam (het organisme) leven doet, onbeperkt. Ze houdt al zijn delen in een bewonderens-waardig |
| harmonische, levende werking, die zich uit in voelen en handelen, zó, dat de met verstand toegeruste |
| geest zich vrij van dit levende, gezonde werktuig kan bedienen voor de hogere bedoelingen van ons |
| bestaan.” |
| Het gezond functioneren van het stoflichaam (organisme) is volledig afhankelijk van de Dynamis. |
| Tegelijkertijd vormt dit gezonde organisme de basis voor een gezond gevoelsleven. |
| Gevoel en emotie |
| Het menselijk gevoels- en emotionele leven vormt, materieel gezien, een volgend probleem. Vanuit |
| materieel gezichtspunt kunnen we „gevoel‟ beschouwen als een afscheidingsprodukt van een of ander |
| orgaan. Als we de effecten van gevoelens, emoties en begeertes meten, zien we enkel hoe wij stoffelijk |
| en functioneel op „energetische onbalans‟ reageren. Beven, transpireren, hartkloppingen ontstaan omdat |
| wij iets zien dat ons gevoelsmatig raakt. Het resultaat is dat de bijnieren adrenaline afscheiden, met |
| fysiek-functionele reacties als gevolg. De aanleiding is niet materieel, maar, in dit geval, visueel. Dit |
| bewerkstelligt een energetische verandering op mentaal- of emotioneel dynamisch vlak. Het organisme |
| reageert dienovereenkomstig. Het is niet mogelijk de realiteit van gevoel stoffelijk aan te tonen. Wat we |
| kunnen waarnemen zijn uitsluitend de gevolgen, in handelingen of lichamelijke reacties. De ware |
| intensiteit van pijn of liefde is niet objectief meetbaar. Wat we zien is de reactie van de mens. Energie |
| op functioneel niveau (de vloeistofstromen) verloopt onbewust. Wanneer onze organen goed werken |
| blijft hun aanwezigheid onopgemerkt. Maar zijn wij ziek dan ervaren we de gevolgen van hun |
| disfunctioneren. Op gevoelsniveau is het bewustzijn sterker, ofschoon ook minder bewuste drijfveren |
| zich kenbaar kunnen maken. |
| Criminele handelingen worden dan toegeschreven aan verminderde toerekeningsvatbaarheid. De |
| voortdurende confrontatie met hoe wij ons voelen is zo subjectief en immaterieel dat er geen objectieve |
| diagnosestelling op kan worden losgelaten. Het meer of minder adequaat omschrijven van hoe wij ons |
| voelen kan, afhankelijk van de mate van bewustzijn, voor duidelijkheid of onduidelijkheid zorgen. Het |
| 20 |
| grootste probleem inde acute praktijk vormt de bewusteloze patiënt die niet kan vertellen wat zijn |
| klachten zijn. |
| Hier dienen omstanders de oorzaak en toedracht aan te geven of de hulpverlener moet de diagnose |
| stellen op basis van objectief waarneembare lichamelijke symptomen, wat in de gegeven |
| omstandigheden beduidend moeilijker kan zijn. Voor ieder mens kan blijheid, verdriet, pijn of genot iets |
| wezenlijk anders inhouden. |
| Het verschilt per individu hoe dingen worden beleefd en ervaren. Een objectief kleine gebeurtenis in het |
| verleden kan door de een vergeten zijn terwijl de ander er diepgaand door is veranderd. Objectief bezien |
| bestaat hier nauwelijks een verklaring voor. Gesteld kan worden dat gevoel („sensatie‟) als ervaring |
| gerelateerd is aan de inwendige zelfbeleving en dat begeerten en emoties mede sterk gekoppeld zijn aan |
| de buitenwereld. Zulke processen spelen zich af op dynamisch interactief vlak, hetzij verbonden met de |
| buitenwereld, hetzij met de binnenwereld. Onze organen, zintuigen, zenuwen, endocrien stelsel en |
| hersenen vormen het gereedschap waardoor deze processen lichamelijk en geestelijk geïntegreerd |
| kunnen plaatsvinden. |
| 21 |
| |
| Verlopen deze processengezond dan kan de balans dusdanig zijn dat er ruimte is voor de meest |
| menselijke eigenschap, het denken. Denken is van zo‟n verfijnd energetisch niveau dat het bijna |
| onpersoonlijk is. Of iets objectief waar of onwaar is hangt niet af van het gevoelsleven. Het denken kan |
| worden beheerst door het gevoelsleven, zoals bijvoorbeeld bij “hoe kan ik mezelf het meeste genot |
| verschaffen.” In zo‟n geval is er geen sprake van de zuiverste vorm van denken (de logica), maar van |
| een meer persoonsgebonden vorm. Dan is het denken ondergeschikt aan het gevoels- en begeerteleven. |
| Denken en mentale processen zijn zo immaterieel dat wij ze slechts kunnen aantonen op grond van |
| waartoe de mens in staat is, bijvoorbeeld op grond van creatieve scheppingen in dienst van mens en |
| mensheid. De homeopathie kunnen we precies zo zien. Het is een geschenk aan de mensheid dat |
| niemand voor zichzelf kan opeisen. |
| In geval van ziekelijk denken vormt het denken de aanzet tot ontdekkingen van diep pathologische en |
| mensheid bedreigende aard. Vanuit een korte-termijn-visie kunnen wij blij zijn met de ontwikkeling van |
| nucleaire technologie. Maar bekeken vanuit het nageslacht - de toekomstige mensheid - wordt het een |
| totaal andere zaak. |
| De effecten van mentale activiteit zijn stoffelijk meetbaar als electrische activiteit van de hersenen. Bij |
| de zieke mens is er een verstoring op één of meerdere niveaus van menselijk functioneren. Een |
| langdurige verstoring zal vanuit het primair aangedane niveau ook de andere wezensdelen aandoen, die |
| als het ware gaan meeresoneren in het ziekteproces. Zo kan het zijn dat de patiënt die zich reeds langere |
| tijd niet goed voelt uiteindelijk op stoffelijk niveau een maagzweer ontwikkelt. Ziekte op dynamisch |
| vlak wordt zo de oorzaak van stoffelijke afwijkingen, die zich ontwikkelen in overeenstemming met de |
| predispositie van de genetische constellatie. Aldus wordt het genetisch dominante patroon bepaald door |
| de gezonde of pathologische geaardheid van de Dynamis of levenskracht, die, zoals Hahnemann stelt in |
| §9, autocratisch en zelfstandig functioneert. Dezelfde factoren zijn bepalend of een erfelijke aanleg wel |
| of niet tot ontwikkeling komt. |
| 22 |
| |
| De mens iseen uniek wezen met zijn eigen gestolde genetisch-erfelijke materiaal en een eigen |
| individuele levenskracht, met een gevoels- en emotioneel leven en een eigen denkwereld. Bij ziekte en |
| gezondheid spelen in de menselijke constitutie naast de genetische (erfelijk dynamische) factoren tevens |
| meer tijdgebonden invloeden, die niets met erfelijkheid te maken hebben, een belangrijke rol, namelijk: |
| opvoeding, omgeving en omstandigheden. Veel patiënten zijn onder behandeling om de dikwijls |
| jarenlange gevolgen te verwerken van wat er tijdens de opvoeding is misgegaan. Andere biografische |
| invloeden kunnen de mens eveneens veranderen en in onbalans brengen. Breekpunten zoals verdrietige |
| gebeurtenissen, ongevallen, overlijden van dierbaren, financiële zorgen e.d. werken doorgaans diep en |
| soms ziekmakend door. Zulke gebeurtenissen zijn niet direct materieel te noemen, maar hebben wel |
| stoffelijk waarneembare gevolgen. |
| Verstoring van de harmonische, levende samenhang manifesteert zich in een wijziging van de |
| subjectieve zelfbeleving, met gevoelsmatige veranderingen en klachten op alle niveaus. Deze |
| veranderingen in de zelfbeleving, deze subjectieve symptomatologie, vormt in de klassieke homeopathie |
| de leidraad om de verloren homeostase, de verstoorde energiebalans te herstellen. |
| 23 |
| 2. Ziekte engezondheid |
| Wat is gezond? |
| Het is niet eenvoudig een definitie van gezondheid te geven. Zo‟n definitie schiet allicht tekort en creëert |
| een scheef beeld. De WHO definieert het zo: “Gezondheid betekent de afwezigheid van psychisch en |
| lichamelijk lijden.” Deze definitie blijft in gebreke als diepgaand begrip van ziekte en gezondheid ons |
| doel is. |
| Wat is ziek? |
| We dienen ons allereerst af te vragen wat ziekte feitelijk is. Welke consequenties heeft ziekte? Hoe |
| openbaart zich dit? Wat kunnen we doen om de verloren balans te herstellen? Met zulke vragen belanden |
| wij op het terrein van de filosofie. Bij begripsvorming betreffende ziekte en gezondheid of voor de |
| creatie van een therapeutisch systeem is de beschikking over een filosofische achtergrond essentieel. |
| Deze achtergrond biedt ons de mogelijkheid de gevolgen van ons handelen te evalueren. Zonder filosofie |
| als richtlijn hobbelt de therapeut van incident naar incident en mist, als een kind in het donker, het zicht |
| op eventuele oorzaken en diepere pathologische processen. Filosofie verleent waarneming, deductie en |
| inductie een dieper inzicht in de achtergronden van pathologische processen en zodoende een beter zicht |
| op wat nodig is voor genezing. Het belang van de filosofie, die overigens altijd door ervaring bevestigd |
| dient te worden, vormt de basis van de homeopathie. Voor Hahnemann was de filosofie het |
| uitgangspunt. Hij ging zelfs zo ver dat hij patiënten, voor hij ze in behandeling nam, dikwijls eerst zijn |
| filosofisch standaardwerk, het Organon, liet lezen. Dit om vanuit ziek-zijn uit te kunnen komen bij beter |
| worden, zodat er voor de patiënt iets positiefs uit kon voortkomen in de zin van bewustzijnstoename en |
| verrijking van de levenskwaliteit. Aldus kan ziek-zijn een meerwaarde opleveren. Mensen die een |
| ernstig ziekbed hebben doorgemaakt zeggen vaak: “Het was een heel moeilijke periode, ik ben door een |
| diep dal gegaan; ik had niet gedacht het te halen, maar ik had het niet willen missen.” |
| De benadering van ziekte door de reguliere geneeskunde is primair gericht op het te diagnosticeren |
| symptoom, dat is: de stoffelijk aantoonbare afwijking. In deze methodiek is zij inmiddels ver gevorderd. |
| De nieuwste technieken worden ingezet en kosten noch moeite worden gespaard om ziekte de baas te |
| worden en uit te bannen. In Hahnemann‟s tijd paste de geneeskunde aderlatingen, bloedzuigers, purgeer- |
| en braakmiddelen toe; in de huidige tijd doen we het met antibiotica, antidepressiva, slaapmiddelen, |
| pijnstillers, cytostatica, bestraling, hormonale behandelingen, enzovoort. De therapie is gericht op het |
| laten verdwijnen van de symptomen, waarvan de vermeende oorzaak, zoals gezegd, bij voorkeur |
| stoffelijk aantoonbaar moet zijn. Helaas is het aantonen van stoffelijke veranderingen slechts in |
| ongeveer éénderde van de ziektegevallen mogelijk, zodat de ingezette allopathische behandeling, |
| zachtjes uitgedrukt, veelal onwetenschappelijk is te noemen. In alle overige gevallen wordt gesproken |
| van psychosomatische klachten, die, allopathisch gezien, in het gunstigste geval minder serieus genomen |
| hoeven te worden. |
| De homeopathie gaat uit van een totaal ander mensbeeld. Zij heeft een andere visie op ziekte en het |
| ontstaan ervan. Een visie waarin functionele, emotionele, mentale en psychische symptomen een |
| wezenlijk andere, veel belangrijker plek innemen bij de benadering van de patiënt en de beoordeling van |
| diens ziekelijke gesteldheid. |
| In §11 van het Organon, zesde editie, definieert Hahnemann ziekte aldus: |
| “Als de mens ziek wordt, is in het begin alleen deze zelf werkzame levenskracht (het levensbeginsel), die |
| overal in zijn organisme aanwezig is, „ontstemd‟ door de tegen het leven gerichte dynamische invloed |
| van een ziekmakend agens. Alleen een levensbeginsel dat tot zo‟n wanklank verworden is, kan het |
| 24 |
| organisme die naregewaar-wordingen bezorgen en het zo abnormaal laten functioneren, dat we het ziek |
| noemen. Want deze kracht, die op zichzelf onzichtbaar is en alleen te merken door haar inwerkingen op |
| het organisme, geeft slechts kennis van haar ziekelijk ontstemd zijn, doordat het organisme in voelen en |
| handelen ziek blijkt (dat is de enige kant, die voor de zintuiglijke waarneming van de geneeskundige |
| open ligt). Dat wil zeggen: het ziek-zijn maakt zich kenbaar door ziekte-symptomen en door niets |
| anders.” |
| De ontstemming, de ontregeling van de dynamische levenskracht, manifesteert zich in het organisme |
| met ziektesymptomen, die zich op elk niveau kunnen openbaren. Ontregeling op functioneel niveau |
| heeft uiteindelijk ontregeling op emotioneel of mentaal niveau tot gevolg, waar het zich uit op een voor |
| de patiënt subjectieve wijze. De manier waarop de patiënt zijn symptomen ervaart en kan omschrijven is |
| zonder uitzondering individueel en subjectief. |
| Het is de ervaring van deze “unieke” patiënt in de eigen constitutie, met de eigen erfelijke |
| mogelijkheden en belastingen en de voor hem typerende sociale, economische en relationele |
| omstandigheden, ingebed in de eigen biografie. Hoe en waarom deze mens ziek is geworden is een |
| unieke, individuele en eenmalige gebeurtenis. De constellatie van diverse factoren maakt een holistische |
| benadering van ziekte noodzakelijk, indien wij de patiënt recht willen doen en iets wezenlijks bijdragen |
| in het genezingsproces. In de homeopathie is kennis van al deze aspecten en hun invloed op het individu |
| van doorslaggevend belang voor prognose, verloop en resultaat van de behandeling. |
| De eerste taak voor iedere geneeskundige zou het creëren moeten zijn van een goed totaalbeeld van de |
| patiënt, dat als basisinformatie dient en tijdens de behandeling steeds een referentiekader biedt om de |
| effecten van de therapie te verifiëren. |
| Het opnemen van alle ziektesymptomen betekent tegelijkertijd het noteren van het totale ziektebeeld. |
| Pas nadat alle informatie is verzameld kan het verkregen beeld worden beoordeeld. In het Organon |
| maakt Hahnemann daarnaast onderscheid tussen ziektevormen die verschillen in intensiteit, dynamiek en |
| heftigheid en die in de homeopathische behandeling mede overwogen, beoordeeld en behandeld dienen |
| te worden. Hij beschrijft de volgende ziektevormen: |
| Acute ziekten |
| Onder te verdelen in individuele en collectieve ziekten. |
| Individuele ziekten: doorgaans betreft het hier een persoon die ziek wordt (uit balans raakt) door |
| omstandigheden, invloeden van buitenaf, bijvoorbeeld een val van de trap die een hersenschudding tot |
| gevolg heeft. |
| Collectieve ziekten noemt Hahnemann in Chronische Ziekten „tussenziekten‟ of „morbi intercurrentes‟. |
| Dit betreft acute, infectueuze aandoeningen waartoe grotere groepen mensen gepredisponeerd zijn op |
| een bepaald moment in de tijd en die tot ziekte leiden, bijvoorbeeld kinderziekten, influenza, e.d. |
| Chronische ziekten |
| zijn gebaseerd op een chronische, onderliggende miasmatische verstoring, waarbij onderscheid wordt |
| gemaakt in chronische ziekten van venerische oorsprong enerzijds en van psorische origine anderzijds. |
| De ziekten van venerische origine worden onderverdeeld in ziekten gebaseerd op het syfilitisch miasma |
| en ziekten gebaseerd op het sycotisch miasma. |
| Volgens Hahnemann is de psorisch miasmatische belasting de grondoorzaak van alle chronische, niet |
| venerische, dus niet uit een geslachtelijke infectie ontstane ziekten. |
| Iatrogene ziekten |
| 25 |
| ontstaan door (allopathisch)geneesmiddelgebruik. Wanneer de negatieve gevolgen ontstaan door zulke |
| (chemisch-synthetische) geneesmiddelen te ver zijn voortgeschreden is het volgens Hahnemann veelal |
| onmogelijk nog iets aan de situatie te kunnen veranderen. Dat maakt iatro-gene ziekten tot de ergst |
| denkbare. |
| Onechte chronische ziekten |
| In het Organon schrijft Hahnemann in §77 |
| “Ten onrechte worden chronisch genoemd die ziekten, die mensen zich zelf op de hals halen doordat ze |
| zich voortdurend blootstellen aan schadelijke invloeden, die te vermijden zijn. Ze zijn te wijten aan het |
| genot van schadelijke dranken of voedingsmiddelen, aan allerlei uitspattingen, die de gezondheid |
| ondermijnen, aan het voortdurend ontberen van noodzakelijke levensbehoeften, aan verblijf in |
| ongezonde, vooral vochtige streken, aan leven in kelders, vochtige werkplaatsen, ongeventileerde |
| woningen. Ze komen door gebrek aan lichaamsbeweging of frisse lucht, door ongezonde overmatige |
| inspanning van lichaam of geest, door constante verdrietelijkheden, enz. Deze ongezonde toestanden, |
| die men zich zelf berokkend heeft, gaan bij verbetering van de leefwijze vanzelf over (als er niet ook nog |
| een chronisch miasma in het lichaam huist) en zijn de naam van chronische ziekten niet waard.” |
| In Organon en Chronische Ziekten beschrijft Hahnemann indringend de verschillende ziektevormen die |
| allen een andere positie innemen binnen de homeopathische behandeling. In de volgende hoofdstukken |
| worden ze besproken en uitgewerkt. |
| 26 |
| 3. Belang enconsequenties van de gelijksoortigheidsregel |
| Gelijksoortigheidsregel |
| De gelijksoortigheidsregel wordt gewoonlijk als de hoeksteen van de homeopathie gezien. Het door |
| Hahnemann ontdekte en voor de geneeskunst praktisch en hanteerbaar gemaakte principe berust op een |
| existentiële natuurwet en is onlosmakelijk verbonden met alles in het leven. |
| Basaal gezien houdt de gelijksoortigheidsregel in dat door de patiënt geproduceerde symptomen door het |
| homeopathisch geneesmiddel gekopieerd, geïmiteerd en daardoor op kunstmatige manier versterkt |
| moeten kunnen worden. |
| Anders gezegd: de symptomen van de natuurlijke ziekte waaraan de patiënt lijdt, moeten door het |
| homeopathisch middel bij een gezonde mens opgewekt kunnen worden. |
| Functioneel stoffelijk symptoom |
| Tot het symptoombeeld van de patiënt worden alle symptomen en klachten gerekend die maken dat de |
| gezondheid verstoord is en de patiënt zich ziek voelt. Zowel de door de patiënt ervaren subjectieve |
| symptomen - voor de geneesmiddelkeuze zijn deze meestal het belangrijkst - als de objectief |
| waarneembare pathologische verschijnselen worden in de anamnese meegenomen. Zo ontstaat het |
| totaalbeeld van de zieke en zijn ziekte. Een symptoom dient te voldoen aan bepaalde criteria: het kent |
| verschillende onderdelen die samen het totaalsymptoom vormen. Wanneer alle onderdelen van een |
| symptoom beschreven kunnen worden neemt de waarde van zo‟n symptoom toe met betrekking tot de |
| geneesmiddelkeuze. Er moet zoveel mogelijk worden uitgegaan van een totaalsymptoom omdat daarin |
| alle aspecten van de klacht tot uitdrukking komen. |
| Lokalisatie |
| Het eerste aspect van het totaalsymptoom is de lokalisatie: de plaats waar de klacht zich bevindt. De |
| ontregelde levenskracht zal zich manifesteren op een bepaalde plek in het lichaam. Voor de patiënt valt |
| dit meestal onder de noemer hoofdklacht: de klacht waarmee de patiënt binnenkomt. Bijvoorbeeld: |
| hoofdpijn, huiduitslag, maagpijn, e.d. Hier komt de patiënt voor, soms voorzien van een diagnose door |
| de reguliere geneeskunde, zoals migraine, clusterhoofdpijn, psoriasis enz. In de homeopathie is de |
| lokalisatie op zich dikwijls van ondergeschikt belang voor de geneesmiddelkeuze, tenzij die gepaard |
| gaat met een typerende karakteristiek. Bijvoorbeeld: hoofdpijn die altijd volgens een typisch patroon |
| verloopt, zich steevast voordoet in het voorhoofd en primair rechtszijdig is, om zich later te verplaatsen |
| naar de linkerkant. |
| Zulke informatie typeert de hoofdpijn en maakt een betere geneesmiddelkeuze mogelijk. Er dient op |
| basis van gelijksoortigheid een relatie te zijn tussen de plaats waar het ziek-zijn zich manifesteert en de |
| lokatie waarop het geneesmiddel het sterkst inwerkt. |
| De vraag die daar tijdens de homeopathische anamnese bij hoort is “waar”? Waar doet zich de klacht |
| voor? Kunt u de plaats zo nauwkeurig mogelijk beschrijven? Het homeopathisch geneesmiddel moet de |
| natuurlijke ziekte kunnen imiteren. Hoe nauwkeuriger het geneesmiddel de natuurlijke ziekte kopieert en |
| dus kunstmatig versterkt, in lokalisatie, verloop, uitstraling, verplaatsing e.d., hoe groter de kans op een |
| succesvol voorschrift. |
| Een ander aspect betreffende verplaatsing van symptomen is dat het, wanneer dit zich voordoet ná de |
| inname van het middel, de homeopaat informatie verschaft over het verloop van het ziekte- dan wel |
| genezingsproces. Hierop zijn de „regels van Hering‟ gebaseerd: |
| 27 |
| “Symptomen dienen teverdwijnen van boven naar beneden, van binnen naar buiten, van een belangrijk |
| naar een minder belangrijk orgaan en in omgekeerde volgorde van ontstaan.” |
| Voor de meeste onderdelen van Hering‟s regels valt veel te zeggen, maar het enige dat werkelijk is |
| gebaseerd op het gelijksoortigheidsbeginsel is: “in omgekeerde volgorde van ontstaan.” Genezing die |
| zich “in omgekeerde volgorde van ontstaan” (ziekteontwikkeling) voltrekt, volgt per definitie de |
| Dynamis op zijn weg terug naar genezing en gezondheid. De andere onderdelen van Hering‟s regels |
| spreken voor zich doch zijn minder toegespitst op de individuele patiënt. Ze zijn meer geobjectiveerd en |
| minder gebaseerd op het gelijksoortigheidsbeginsel. Chronische huiduitslag die zich verplaatst van |
| boven naar beneden en naar polsen, handen, enkels en voeten trekt, kan reden zijn tot optimisme. Dat |
| kán, maar het is geen wet van Meden en Perzen. Bij een patiënt die reeds als kind ernstige huiduitslag op |
| het hoofd of in het gezicht had, kan het zo gaan dat het op de oude plaatsen het laatst verdwijnt, aldus de |
| „regel‟ in omgekeerde volgorde van ontstaan volgend. Het blijft zaak ieder individu als uniek te |
| beschouwen en de homeopathische behandeling, wil die succesvol zijn, gelijksoortig te laten zijn aan de |
| behoefte van deze specifieke, unieke, zieke mens. Als de homeopaat de patiënt probeert in te passen in |
| zijn begrip van homeopathie, ziekte, genezing en gezondheid, zonder de nadruk altijd te leggen op de |
| symptomen en de ziektevorm van de patiënt, dan doet ongelijksoortigheid zijn intrede in de behandeling. |
| De zogenaamde homeopathische „verergeringen‟ zijn hieruit te verklaren. |
| Sensatie |
| Het volgende aspect van het totaalsymptoom is de gewaarwording (sensatie). De gewaarwording |
| vertegenwoordigt de gevoelswaarde van de klacht. Hoe voelt de pijn, wat voor soort pijn is het? Het is |
| de “hoe” vraag die de patiënt uitnodigt zich verder te uiten en te omschrijven wat hij precies voelt. |
| Hoewel het meestal de gewaarwording van de pijn is die de patiënt hulp doet zoeken, valt het hem toch |
| vaak moeilijk om een nauwkeurige, subjectieve beschrijving van zijn gewaarwordingen te geven. |
| Kennelijk zijn er meer subjectieve pijnbelevingen mogelijk dan wij met woorden kunnen beschrijven. |
| Patiënten kunnen zich zo weinig bewust zijn van zichzelf dat het onmogelijk is te bepalen of een pijn |
| schrijnend, brandend, knijpend of pulserend is, dan wel stekend, knagend, bonkend, hamerend … etc. In |
| de subjectieve ervaring en beschrijving komt behalve het soort pijn eveneens in zekere zin tot |
| uitdrukking in welke mate de patiënt zichzelf kent. |
| Naast de waarde van de subjectieve symptoomomschrijving zien we het vermogen van de patiënt tot |
| zelfobservatie, wat een indicatie is voor zijn gevoeligheid. Dit levert informatie op en geldt als |
| symptoom en is daarom van belang voor de beeldvorming. Hoe gevoeliger de patiënt, hoe |
| gedetailleerder de symptomen worden verwoord en omschreven. De zo verkregen indruk van de |
| gevoeligheid moet worden meegewogen bij de bepaling van de dosering, potentie en frequentie. Deze |
| drie vallen onder de gelijksoortigheidsregel. Met andere woorden: ze dienen te corresponderen met de |
| gevoeligheid , zodat de stimulans tot zelfgenezing optimaal kan zijn. Uit de verkregen subjectieve |
| informatie kan eveneens worden afgeleid hoe de patiënt op het geneesmiddel zal reageren. |
| Modaliteit |
| De hoofdklacht(en) van de patiënt zijn onderhevig aan invloeden van buitenaf. De omstandigheden |
| waardoor de intensiteit van de klacht(en) afneemt of toeneemt worden modaliteiten genoemd. De |
| modaliteiten vormen het derde aspect van een totaalsymptoom. Ze bestaan uit zaken als |
| weersgesteldheid, temperatuur, vochtigheidsgraad, lichaamshouding e.d.; kortom, condities die de mate |
| van de klacht accentueren en gunstig of nadelig beïnvloeden. |
| 28 |
| Bijvoorbeeld: een hoofdpijnpatiëntdie huilt en overgeeft van de pijn. Hij ligt op de rug in bed, in het |
| donker, met een koud washandje op het voorhoofd. Zo weet hij de barstende pijn in het voorhoofd |
| enigszins draaglijk te houden. |
| In dit geval zijn de modaliteiten: beter bij (>) op de rug liggen, in het donker, koud washandje. De |
| pijngewaarwording is barstend, de lokalisatie het voorhoofd. |
| Concomitant |
| Dat de patiënt huilt van pijn noemen we een concomiterend (begeleidend) symptoom. Een |
| concomiterend symptoom staat niet in direct oorzakelijk verband met de klacht, doch treedt wel |
| gelijktijdig op. Bij het bovengenoemde voorbeeld zijn huilen en overgeven de begeleidende symptomen |
| van de hoofdpijn. Zulke symptomen geven een acausaal verband aan en zijn heel belangrijk. |
| Wanneer een homeopathisch geneesmiddel dit typische, aparte, vreemde, acausale verband kan imiteren |
| en kunstmatig nabootsen dan neemt de kans sterk toe dat dit specifieke middel voor deze ziektesituatie |
| het juiste is. De aanwezigheid van één of meerdere concomiterende verschijnselen vermeerdert de |
| waarde van het symptoom. Bijgevolg neemt het in de analyse (methode om tot een geneesmiddelkeuze |
| te komen) een belangrijker plek in. |
| Het is vaak moeilijk om zulke begeleidende symptomen te weten te komen, hetzij omdat er geen |
| logische, duidelijke, directe relatie is met de klacht, hetzij omdat het voor hem zo gewoon is dat hij het |
| niet als symptoom ziet. Een patiënt die geïrriteerd raakt als hij klachten heeft, zal dat dikwijls als zo |
| normaal beschouwen dat hij het niet noemt als symptoom. |
| De homeopaat zal het hier moeten hebben van zijn eigen waarneming of van de observaties van mensen |
| die de patiënt goed kennen. |
| Naar eventuele begeleidende klachten moet altijd worden gevraagd. Heeft u tijdens de aanval nog andere |
| klachten? Hoe is dan de temperatuur, de stemming, de eetlust, de slaap, de transpiratie? Enzovoort. |
| Er zijn nog veel andere voorbeelden te geven van begeleidende symptomen. Het is aan de ervaring en |
| het waarnemingsvermogen van de homeopaat of deze belangrijke symptomen tijdens de anamnese naar |
| boven komen. |
| Particular |
| Het totaalsymptoom bestaat uit lokalisatie, gewaarwording, modaliteiten en concomiterende |
| symptomen. Totaalsymptomen behoren veelal tot de zogenaamde particulars. Particulars zeggen iets |
| over een onderdeel of een orgaan . Een particular heeft betrekking op, bijvoorbeeld, hoofdpijn, |
| maagpijn, longklachten, een gewricht. |
| De duidelijkheid en compleetheid van een symptoom of particular bepalen het belang ervan voor de |
| uiteindelijke geneesmiddelkeus. We spreken hier van een lichamelijke klacht, anders gezegd: een |
| „functioneel stoffelijk symptoom‟. Zulke symptomen zijn de taal waarvan de Dynamis zich bedient en |
| voor de homeopaat heel behulpzaam bij de geneesmiddelkeuze. |
| Naast het functioneel stoffelijke (totaal)symptoom kan de patiënt op termijn, min of meer voortkomend |
| uit de functionele ontregeling, een diepere verstoring manifesteren via emotionele of zelfs mentale |
| problematiek. Houdt de eerder genoemde hoofdpijn lang genoeg aan, dan kan de patiënt daar zeer |
| geïrriteerd of depressief door worden. |
| Duurt het nog langer en is er niets dat verlichting brengt, of wordt er onderdrukt, dan kan het zo zijn dat |
| de patiënt zijn levenslust verliest en suïcidaal wordt. |
| Emotionele- en gevoelssymptomen |
| 29 |
| Behalve functioneel stoffelijkesymptomen kennen we ook emotionele- en gevoelssymptomen, waarbij |
| een duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen emotionele symptomen en symptomen die het |
| gevoelsleven betreffen. Het gevoelsleven omvat de intieme zelfbelevingssfeer: hoe voelt de patiënt zich |
| in zichzelf? Wat is zijn diepste gevoel van eigenheid? Bijvoorbeeld: de zelfbeleving, het gevoel van |
| zelfrespect en eigenwaarde van een adoptiekind is dikwijls wezenlijk anders dan die van het kind dat |
| opgroeit onder de liefhebbende zorg van de eigen ouders. Hoe diep werkt het non-verbale signaal van |
| afgestaan worden door de moeder door in het gevoel van zelfrespect van een kind? Hoe komt zo‟n kind |
| tot de overtuiging dat het de moeite waard is en tot de beleving dat er echt van hem wordt gehouden? |
| De omschrijving van het gevoelsleven is even divers als het leven zelf. Het gevoelsleven is betrokken bij |
| alles wat we ondernemen, hetzij vooraf als motivatie, als innerlijk referentiekader, hetzij achteraf als |
| conclusie. Voor zover het aan het ziek-zijn is gekoppeld, is het voor de homeopaat van belang het |
| gevoelsleven zo nauwkeurig mogelijk omschreven te krijgen. Hoe reageert de patiënt op belediging, |
| kwetsing, teleurstelling, blijdschap, eenzaamheid. Hoe is de stemming, het humeur, de |
| gemoedsgesteldheid? Hoe is de subjectieve beleving en hoe wordt deze geuit? |
| Organon, voetnoot 1, §90: |
| “B.v. hoe heeft de patiënt zich tijdens het consult gedragen; was hij uit zijn humeur, ruzieachtig, |
| haastig, huilerig, angstig, vertwijfeld of bedroefd, (voelde hij zich) getroost, kalm enz.?” |
| Oorzaak of ‘causa’ |
| Emoties zijn de uiting van een innerlijke overdaad aan gevoel. Meestal is er voor een emotionele |
| ontlading een aanleiding, die maakt dat de patiënt boos wordt, huilt, agressief of verdrietig is, troost wil |
| of dichtklapt. De gebeurtenis, op zich niet meer dan de aanleiding voor de emotionele ontlading, is in de |
| homeopathie van groot belang. Een dergelijke aanleiding wordt dikwijls als oorzaak gezien. In de |
| materia medica kunnen wij ze vinden onder het woord causa. |
| Bij „klachten na slecht nieuws‟ is het slechte nieuws weliswaar de aanleiding, maar de individuele |
| reactie op dat slechte nieuws zegt meer over de patiënt dan over het nieuws. Niet iedereen wordt ziek na |
| verdriet of teleurstelling. Het feit dat iemand er ziek van wordt, zegt veel over de gevoeligheid van de |
| persoon in kwestie maar ook over diens emotionele gesteldheid en weerbaarheid. De homeopathische |
| behandeling is erop gericht de patiënt tot een nieuwe balans te brengen. Hij zal hierdoor zoveel sterker |
| worden dat een vergelijkbaar voorval in de toekomst hem niet zo hevig ontregelt dat hij er letterlijk „ziek |
| van wordt‟. |
| Mentaal symptoom |
| Mentale symptomen zijn symptomen die te maken hebben met bewustzijn, denken en |
| concentratievermogen. De kijk op de wereld, het bepalen van wat belangrijk of minder belangrijk is |
| gebeurt op basis van keuzes die denkend worden gemaakt. Ziektesymptomen in de mentale sfeer hebben |
| vaak grote consequenties. Afhankelijk van de ernst en het overheersende karakter ervan, en de mate |
| waarin ze de integratie in het sociale leven beïnvloeden, bevorderen of verstoren, kunnen we ze |
| psychische of psychiatrische symptomen noemen. Mentale symptomen beïnvloeden de realiteitsbeleving |
| het sterkst. De levensvisie, de contacten, het functioneren op het werk, de omgang met intimi, |
| vergevingsgezindheid of haat, tevredenheid of ontevredenheid, worden ingegeven door hoe de patiënt |
| het leven ervaart en hoe hij er over denkt. |
| Bij ziekelijke ontregelingen krijgt iemand al rap het etiket „psychose‟ of „manie‟ opgeplakt. Voor de |
| homeopaat is het van het grootste belang in communicatie te komen met de patiënt om zo rechtstreeks |
| de symptomen te verkrijgen die het geïndiceerde geneesmiddel kunnen onthullen. Een onderscheid moet |
| 30 |
| worden gemaakt inde oorzaken waardoor de patiënt in deze situatie is beland. Is een directe gebeurtenis |
| de aanleiding? Is de reactie direct verklaarbaar naar aanleiding van deze gebeurtenis? Of is de reactie |
| veel te heftig en uit verhouding met de aanleiding? |
| Organon, voetnoot §210: |
| “Dan ziet hij vaak ondankbaarheid, hardvochtigheid, buitengewone kwaadaardigheid naar voren |
| komen en de voor het mensdom meest beschamende en tegen de borst stuitende humeuren, en dat zijn |
| dan de eigenschappen geweest van deze patiënt in zijn vroegere, gezonde dagen. Wie in gezonde dagen |
| geduldig was blijkt vaak in ziekten bokkig, heftig, opvliegend, ook wel onverdraagzaam, eigenzinnig, een |
| andere keer ongeduldig en wanhopig. Wie eerst deugdzaam en preuts was, wordt nu seksueel ontremd |
| en schaamteloos. De pientere toont zich niet zelden stompzinnig, de gewoonlijk zwakbegaafde |
| daarentegen lijkt verstandiger en wie een trage denker was, wordt soms bij de pinken en besluitvaardig, |
| enz.” |
| Generaliteiten |
| Mentale, gevoels- en emotionele symptomen vallen onder de generaliteiten. Generaliteiten zijn |
| symptomen die betrekking hebben op de patiënt als geheel, op de gehele mens. Tot de generaliteiten |
| behoren o.a. of iemand van nature warm- of koudbloedig is, of hij liever binnen- of buitenshuis verkeert, |
| of hij een avond- of ochtendmens is, of er uitgesproken seizoensinvloeden zijn. |
| Verlangens, behoeften en begeertes worden tot de generaliteiten gerekend, bijvoorbeeld symptomen |
| betreffende voeding. Waar gaat de voorkeur naar uit? Heeft warm eten de voorkeur of brood, hebben we |
| trek in zoet, zuur, zout of bitter? Lust de patiënt, vlees, vis en gevogelte? Is er een aversie tegen of |
| overgevoeligheid voor bepaalde voedingsmiddelen? Hoe zit het met zuivelproducten? Welke wel en |
| welke niet? En alcohol, wijn, bier? Of wat anders? |
| Seksuele symptomen behoren tot het begeerteleven en daarmee tot de generaliteiten. Hoe is het gesteld |
| met libido, seksueel verlangen, passie? Verminderd, totaal afwezig of versterkt en nadrukkelijk |
| aanwezig? Is dit gedragsbepalend? Menstruatiesymptomen die een uitgesproken invloed hebben op |
| humeur, gemoedsgesteldheid en vitaliteit behoren eveneens tot de generaliteiten. |
| Verder vallen de slaapsymptomen hieronder. Wat is de favoriete slaaphouding, op de buik, op de rug? |
| Op de zijde, op welke? Is het mogelijk op de andere zijde te liggen? Moet hij bijna rechtop zitten om te |
| kunnen slapen? Of hoe anders? Het droomleven maakt ook deel uit van de generaliteiten. Nachtrust die |
| regelmatig of op vaste tijden is verstoord, zegt iets over de mens als geheel en is dus een generaliteit. |
| Bijvoorbeeld: “Om vier uur „s nachts word ik altijd wakker.” De mens wordt wakker, niet alleen z‟n voet |
| of z‟n arm. Generaliteiten geven het kader aan - een soort begrenzing - waarbinnen de patiënt zich |
| bevindt en waarbinnen de andere symptomen, de particulars, hun plaats hebben. |
| Hoe waren zwangerschap en bevalling? Zijn er tijdens de zwangerschap veel echo‟s gemaakt? Was er |
| sprake van een kunstverlossing, met keizersnede, tang of vacuüm? Waren er operaties in een latere |
| levensfase, zo ja waarvoor en met welk resultaat? Hoe was de reactie op vaccinaties? Heeft de patiënt |
| kinderziektes doorgemaakt en zo ja, welke? Hoe was de reactie daarop, was hij erg ziek? Heeft hij een |
| kinderziekte tweemaal gehad? Op welke leeftijd? Hoe was het tanden krijgen? Werd drinken en voeding |
| goed verdragen? |
| Was de patiënt op tijd met zijn ontwikkeling in kruipen, zitten, staan en lopen? Hoe was de tijd op de |
| kleuterschool en lagere school? Hebben zich daar gebeurtenissen voltrokken die de patiënt als zeer |
| ingrijpend heeft ervaren? Hoe was de sociale ontwikkeling? Was er sprake van goede vriendschappen of |
| werd de patiënt gepest, en zo ja met welke gevolgen? Hoe was de thuissituatie? Konden de ouders het |
| goed met elkaar vinden of was er altijd bonje? Was er sprake van een liefdevolle, veilige jeugd? Of hoe |
| anders? |
| 31 |
| Wanneer we demens op boven beschreven wijze bezien krijgen we een goed overzicht over de algehele |
| toestand op dit moment in de tijd. Het is een beeld van de mens, los van zijn geschiedenis in eigen |
| biografie en erfelijke belastingen. Aangezien de toestand van nu slechts de laatste schakel in het leven |
| van betrokkene is - heel het tot nu toe geleefde leven heeft bijgedragen tot hoe hij op dit moment in het |
| leven staat, in ziekte en in gezondheid - is de biografie in de homeopathie van het grootste belang. Alle |
| voorvallen die aanleiding waren voor zekere gebeurtenissen dienen tijdens de anamnese aan de orde te |
| komen, zodat ze meegewogen kunnen worden in het beoordelen van de rode draad in de |
| ziekteontwikkeling en in de bepaling van het geneesmiddel dat op het moment van het consult benodigd |
| is. |
| Organon, §93 |
| “Als de ziekte kortgeleden, of bij een chronische aandoening langer geleden, door een merkwaardige |
| gebeurtenis veroorzaakt is, dan zullen of de patiënt of tenminste de apart ondervraagde familieleden dat |
| wel aangeven, hetzij spontaan, uit eigen beweging of op voorzichtige navraag.” |
| Organon, voetnoot 1, §93: |
| “Eventueel beschamende aanleidingen, die de zieke of familie niet graag, in ieder geval niet uit zichzelf |
| bekennen, moet de dokter door verstandige en indirecte vragen of door ander privé-speurwerk trachten |
| op het spoor te komen. |
| Daartoe behoren: vergiftigingen of zelfmoordpoging, onanie, normale of perverse seksuele |
| uitspattingen, misbruik van wijn, likeuren, punch en andere stimulerende dranken, thee of koffie; |
| overdadig eten in het algemeen of speciaal van schadelijk voedsel; venerische of schurftinfectie, |
| ongelukkige liefde, jaloezie, huiselijke onvrede, ergernis, verdriet over een ongeluk dat de familie |
| getroffen heeft, ondergane mishandelingen, opgekropte wraakzucht, gekrenkte trots, financieel debacle, |
| bijgelovige vrees, honger of bijv. een lichaamsgebrek aan de genitaliën, een breuk, een prolaps enz.” |
| Belangrijk zijn deze symptomen alleen wanneer ze een (diepe) indruk hebben achtergelaten. De |
| symptomen zijn feitelijk ontstaan als reactie op omstandigheden die van buitenaf op de patiënt hebben |
| ingewerkt. Hoe vroeger in de jeugd deze ingrijpende gebeurtenissen hebben plaatsgevonden, hoe groter, |
| maar ook hoe onbewuster, de invloed in het leven en op de ontwikkeling waarschijnlijk is geweest, hoe |
| noodzakelijker het is om er aandacht aan te besteden om tot verwerking en oplossing van het probleem |
| te komen. |
| In de symptomatologie vinden we in dergelijke gevallen altijd indicaties, symptomen die verwijzen naar |
| de vroegere aanleidingen. De huidige symptomen vormen zo de brug naar vroegere gebeurtenissen die |
| de patiënt wezenlijk hebben beschadigd in zijn welbevinden. |
| Vroegere deprimerende gebeurtenissen kunnen de patiënt hinderen en zelfs totaal blokkeren op zijn weg |
| naar herstel. Zo kan een verkrachting in de kindertijd levenslang een gezonde seksuele relatie |
| verhinderen en het voor de patiënt onmogelijk maken een ander te vertrouwen en toe te laten. Het is |
| alsof in zulke gebeurtenissen tijd niet bestaat, en het organisme, ook na zeer lange tijd, als in een reflex |
| in een gelijkende staat van ontreddering blijft verkeren. |
| 32 |
| |
| Biografischegebeurtenissen of incidenten, zelfs van langere of zeer lange tijd terug, kunnen de huidige |
| symptomen beïnvloeden en mede bepalen. De homeopathie beschikt over geneesmiddelen die op basis |
| van het teweeg brengen van een gelijksoortige verstoring in het gevoelsleven een genezingsproces op |
| gang brengen en zodoende decennia in de biografie kunnen overbruggen. Het resultaat is dat de patiënt |
| oude, onverwerkte problemen kan integreren. De gebeurtenis zelf neemt het niet weg, maar deze wordt |
| wel van z‟n ziekmakende lading ontdaan. Is een belangrijk deel hiervan opgelost, dan kan er worden |
| begonnen met de behandeling van de symptomatologie die samenhangt met de miasmatische constitutie |
| van de patiënt. |
| Organon, §5: |
| “Voor zijn geneestaak heeft de arts de volgende hulpmiddelen nodig: |
| a. bij acute ziekte de gegevens van de meest waarschijnlijke aanleiding; |
| b. bij chronisch lijden de belangrijkste momenten uit de gehele ziektegeschiedenis, om de grondoorzaak |
| ervan op te sporen, die meestal berust op een chronisch miasma.” |
| Erfelijke belasting |
| In het symptoombeeld hebben we te maken met symptomen die een manifestatie zijn van familiare |
| tendensen. Komen er binnen een familie regelmatig bepaalde ernstige ziekten voor, of openbaren zich |
| telkens terugkerende of vergelijkbare ziektepatronen, dan is er gerede kans dat individuen geboren in |
| zo‟n familie met dezelfde ziektetendensen behept zijn. Het overwinnen van een bepaalde ziekte leidt tot |
| immuniteit. Wordt de ziekte niet overwonnen doch onderdrukt dan ontstaat er geen immuniteit, geen |
| kracht en toename van gezondheid, maar eerder een sluimertoestand die de genezingskansen belemmert. |
| Het nageslacht van zo‟n persoon wordt geboren met de positieve en sterke kwaliteiten van vader of |
| moeder, maar in gelijke mate met hun zwakten en tekortkomingen. Vanzelfsprekend kan een kind geen |
| verhoogde weerstand tegen chronische ziekten hebben indien de ouders die ook niet hadden. |
| Pathologische tendensen worden doorgegeven aan het nageslacht en maken zich in de kindertijd kenbaar |
| door middel van symptomen. In de klachten van het kind zijn kenmerken te vinden die met bepaalde |
| specifieke erfelijke belastingen te maken hebben. Het is aan de homeopaat de symptomen te herkennen |
| en adequaat te behandelen, zodat het kind niet aan dezelfde ziekten komt te lijden als zijn (voor)ouders. |
| Blokkade |
| Een belasting vanuit het voorgeslacht kan zich voordoen als een zogenaamde blokkade. Een patiënt met |
| astmatische klachten en veel reuma en astma in het voorgeslacht kan bijvoorbeeld het middel Tuberculi- |
| num, een nosode, nodig hebben om de impasse waarin hij terecht is gekomen, te doorbreken. Hierna kan |
| het op de chronische ziektesymptomen geïndiceerde geneesmiddel zijn werk gaan doen. Zo is een |
| blokkade slechts zolang een blokkade tot het passende geneesmiddel daarop voorgeschreven wordt. |
| Adequate homeopathische behandeling neutraliseert de ziekelijke tendensen in de patiënt en doorbreekt |
| de cyclus van recidiverende familiare ziekte-uitingen. Met het doorbreken van de pathogene |
| familietendensen staan deze een diepe genezende reactie op het geïndiceerde geneesmiddel niet langer in |
| de weg. |
| Geneesmiddelgebruik |
| 33 |
| Een volgend belangrijkelement bij de behandeling is het huidige en voormalige geneesmiddelgebruik. |
| Was er in de tijd van Hahnemann al sprake van veelvuldig gebruik van medicinale substanties in soms |
| toxische doses, in de huidige tijd is het medicijngebruik waarschijnlijk een veelvoud van wat vroeger |
| gebruikelijk was. Daarbij worden tegenwoordig vrijwel uitsluitend synthetische medicamenten toegepast |
| die afkomstig zijn uit de chemische industrie. Deze zijn dikwijls moeilijk biologisch afbreekbaar. De |
| Dynamis heeft er de „handen‟ vol aan het organisme van deze belasting te bevrijden of onverwijderbaar |
| materiaal op te slaan in het structurele vet van het organisme. Zo kan er soms een blijvend ontregelend |
| effect uitgaan van gebruikte preparaten. Middelen als het DES-hormoon en softenon zijn hiervan |
| sprekende voorbeelden, maar ook de termijneffecten van prednison, narcotica, psychopharmaca e.d. |
| liegen er niet om. In anamnese en behandeling is het voormalig medicijngebruik en de werking ervan |
| van belang, met name wanneer er in het huidige symptoombeeld sporen van zijn terug te vinden. Voor |
| welke klachten zijn de medicijnen gebruikt en wat was het effect? Zijn de symptomen van de natuurlijke |
| chronische ziekte er tijdelijk of blijvend door veranderd? Indien mogelijk zal de homeopaat een |
| geneesmiddel inzetten om de Dynamis te ondersteunen in het soms zware karwei het organisme te |
| ontdoen van medicijnschade. |
| Organon, §74: |
| “Tot de chronische ziekten moeten we helaas ook nog die algemeen verbreide rekenen, die gecreëerd |
| zijn door de allopathische kuur-vormen benevens door het langdurig gebruik van sterk werkende, |
| drastische geneesmiddelen in grote en stijgende dosering.” |
| Organon, §75: |
| “Deze door allopathische on-heelkunst geproduceerde verknoei-ingen van het menselijk welzijn (het |
| ergste in de laatste tijd) zijn van alle chronische ziekten de treurigste en meest ongeneeslijke en ik |
| constateer met leedwezen, dat het schijnt dat daarvoor, als ze wat ver doorgevoerd zijn, wel nooit |
| geneesmiddelen uitgevonden of bedacht zullen kunnen worden.” |
| Al deze informatie is relevant voor het verkrijgen van een totaaloverzicht van de symptomen en |
| benodigd om tot een adequate behandeling te kunnen komen. Uiteraard heeft niet iedere patiënt |
| symptomen in elke genoemde categorie. Hoe meer en hoe groter de diversiteit van de pathologische |
| symptomatologie, hoe groter de kans dat we met een gecompliceerde situatie te maken hebben. |
| De homeopathische constitutiebehandeling is dienovereenkomstig moeilijker en zal meer tijd in beslag |
| nemen. Bij de analyse van de symptomen wacht de homeopaat een moeilijke taak. Hij moet zien te |
| onderscheiden welk symptoom of welke symptoomgroep bij welke ontregeling hoort en tevens waaraan |
| bij het geneesmiddelvoorschrift de voorrang moet worden gegeven. Deze complexiteit vormt een van de |
| grootste obstakels bij de behandeling van chronisch zieken, speciaal wanneer de homeopaat zijn |
| behandeling baseert op aanwijzingen uit de vierde editie van het Organon. |
| Omdat de zesde editie bijna tachtig jaar voor de buitenwereld verborgen werd gehouden door de erflaters |
| van Hahnemann‟s schriftelijke nalatenschap, heeft de verdere ontwikkeling van de homeopathie plaats |
| gevonden op basis van de vierde editie. Dit heeft grote consequenties gehad voor hoe homeopathie |
| hedentendage in praktijk wordt gebracht. |
| Samenvatting |
| In de anamnese is het verkrijgen van totaalsymptomen van groot gewicht. Het totaalsymptoom bestaat |
| uit de componenten lokalisatie, gewaarwording, modaliteit en concomiterend symptoom. Het |
| totaalsymptoom heeft voornamelijk betrekking op de lichaamsonderdelen van de patiënt, de zogenaamde |
| „particulars‟. |
| 34 |
| Generaliteiten zijn symptomendie iets zeggen over de gehele mens. Tot de generaliteiten behoren het |
| geestelijke- en emotionele leven; het gevoels- en begeerteleven; verlangens en aversies; |
| slaapsymptomen, kortom alles dat iets zegt over de gehele persoon. |
| Biografische gebeurtenissen kunnen voor het voorschrijven van essentieel belang zijn. Alles wat in het |
| verleden grote indruk heeft gemaakt kan tot op de dag van vandaag doorwerken en een gunstige |
| geneesmiddelrespons blokkeren. Erfelijke familiaire pathologische tendensen moeten in het voorschrift |
| worden meegewogen, evenals elementen uit de actuele levenssituatie die de patiënt erg aangrijpen. |
| 35 |
| 4. De homeopathischeanamnese |
| Anamnese |
| Wanneer de homeopaat zich tijdens de anamnese een onjuist beeld van de patiënt vormt, is het |
| ondoenlijk het juiste geneesmiddel te vinden. Dit maakt dat de anamnese tot het middelpunt van de |
| homeopathische behandeling. Het resultaat van de behandeling staat of valt ermee. Bij de anamnese |
| hebben wij enerzijds te maken met het bewustzijn van de patiënt betreffende zijn eigen |
| gewaarwordingen, zijn opmerkingsgave en zijn talent om dit te verwoorden, en anderzijds met de |
| deskundigheid van de homeopaat om de juiste vragen te stellen en en te kunnen waarnemen en luisteren. |
| Hahnemann hechtte de grootste waarde aan de anamnese. |
| Organon, §104 |
| “Als eenmaal de totaliteit van de symptomen, die het ziektegeval in het bijzonder bepalen en kenmerken, |
| met andere woorden het ziektebeeld, van de ene of andere soort nauwkeurig is vastgelegd, dan is het |
| zwaarste werk gedaan.” |
| Repertorisatie |
| Dit betekent dat al het andere minder zwaar is. De ervaren homeopaat zal de juistheid hiervan kunnen |
| bevestigen. Na jaren van intensieve praktijkvoering valt het soms moeilijk op te brengen om |
| geïnteresseerd en betrokken te blijven luisteren naar de zoveelste patiënt. Daarentegen worden andere |
| onderdelen van de behandeling, zoals analyse, repertorisatie en geneesmiddelkeuze, door ervaring |
| gemakkelijker, al was het alleen maar omdat de parate kennis groeit met de jaren en de homeopaat heeft |
| leren durven vertrouwen op intuïtie en gevoel, gekoppeld aan ervaring. De homeopaat gebruikt tijdens |
| het consult zijn vaardigheden en kwaliteiten om de patiënt centraal te stellen en zo de noodzakelijke |
| informatie te verkrijgen voor de homeopathische constitutiebehandeling. |
| 36 |
| |
| “Dit individualiserendeonderzoek van een ziektegeval vereist van de geneeskundige alleen maar |
| onbevangenheid en gezond verstand, opmerkzame observatie en accuratesse bij de notering van het |
| ziektebeeld.” |
| Consult |
| Eigen beeld- en oordeelsvorming gaan de homeopaat parten spelen en tussen hem en patiënt staan |
| wanneer de homeopaat de anamnese niet onbevangen afneemt. Dit gevaar ligt maar al te vaak op de loer, |
| speciaal wanneer waardeoordelen als goed en kwaad, mooi en lelijk, eens en oneens, e.d. in het geding |
| zijn, om van eigen onverwerkte frustraties en ergernissen nog maar niet te spreken. Tijdens het consult |
| dient altijd de hulpvraag centraal te staan. Alle verkregen informatie dient in dit licht te worden bezien |
| en beoordeeld. Dit vereist een hoge mate van professionaliteit van de homeopaat: aan de ene kant moet |
| hij empathisch genoeg zijn om uit te nodigen tot het blootleggen van diepe zieleroerselen, aan de andere |
| kant moet hij voldoende afstand houden om tot een objectief oordeel te komen. |
| Organon, §98: |
| “Maar toch is aan de andere kant bij alle ziekten, maar vooral bij de chronische, bijzonder veel |
| omzichtigheid, bedachtzaamheid, mensen-kennis, voorzichtigheid in de vraagstelling en in hoge mate |
| geduld nodig, wil men het echte, volledige ziektebeeld tot in alle details nauwkeurig ontdekken.” |
| Onbevangen en opmerkzaam |
| Bij het afnemen van de anamnese wordt van de homeopaat verwacht dat hij beschikt over |
| onbevangenheid, gezond verstand, opmerkzame observatie, accuratesse, omzichtigheid, |
| bedachtzaamheid, mensenkennis, voorzichtigheid en in hoge mate geduld. In Hahnemann‟s optiek zijn |
| deze kwaliteiten de voorwaarden voor een goede anamnese. Uiteindelijk bepaalt de kwaliteit van de |
| homeopaat de mate van het resultaat van de behandeling! |
| Onbevangenheid impliceert openheid, openheid voor het wel en wee van een ander mens. Moeilijk |
| wordt het als de probleemstelling waarmee de patiënt komt als totaal oninteressant wordt ervaren, of |
| wanneer de patiënt in een situatie verkeert die grote gelijkenis vertoont met de privé-problemen van de |
| homeopaat. Dan wordt het lastig objectief te blijven, wat ertoe kan leiden dat we of een hekel krijgen |
| aan de patiënt of er verliefd op worden. Anders gezegd: we schieten door in onze antipathie of |
| sympathie. |
| Voor de homeopaat is het noodzakelijk om zicht te hebben op eigen gevoelsleven en drijfveren zodat |
| kan worden herkend wat van wie is. Het gaat tijdens het consult niet om de eigen gevoelens en energieën |
| van de homeopaat. Het terughouden ervan is van bepalend belang voor het goed verlopen van de |
| behandeling. |
| Anderzijds levert de waarneming van het gevoel, de kleur of de sfeer die de patiënt bij de homeopaat |
| oproept, een belangrijke aanvulling op voor de differentiaaldiagnose. De gevoelssfeer van het |
| geïndiceerde middel dient aan te sluiten bij de gevoelssfeer van de patiënt. De constatering of de patiënt |
| geïrriteerd, chagrijnig, opgewekt, depressief, onverschillig, gepassioneerd, sensueel of iets dergelijks is, |
| zegt veel over de gesteldheid van de betrokkene. Daarbij moeten wij er zorg voor dragen de patiënt niet |
| te beoordelen of te veroordelen op diens uitstraling, maar dit te laten meetellen bij de |
| geneesmiddelkeuze en behandeling. Een onbevooroordeelde houding van de homeopaat biedt de patiënt |
| de beste gelegenheid om zichzelf te zijn. |
| 37 |
| Op geen enkelewijze mag er een „dreiging‟ van de homeopaat naar de patiënt uitgaan. Globaal genomen |
| kunnen we zeggen: de homeopaat veroordeelt de patiënt niet en knoopt evenmin een privérelatie met |
| hem of haar aan. |
| Gezond verstand |
| Na het nemen van de eerste hindernis op weg naar een anamnese die de patiënt recht doet, is er de vraag |
| naar „gezond verstand‟. Zonder gezond verstand komen we niet ver in de homeopathische praktijk. Bij |
| de anamnese, beeldvorming, analyse, repertorisatie, differentiaaldiagnose, vaststelling van de potentie en |
| de uiteindelijke behandeling, is het denkvermogen een voorwaarde om tot een juiste beoordeling van het |
| probleem te komen. |
| Zo zag de eerste editie van het Organon het licht onder de naam „Organon der RATIONELLEN |
| Heilkunde‟. Door praktijkervaring wordt het waarnemingsvermogen van de homeopaat gaandeweg |
| gescherpt, zodat hij steeds meer zal opmerken als hij zich daar op instelt. Voor de totstandkoming van |
| het totaalbeeld spelen alle zintuigen mee. Om tot bruikbare symptomen te komen zal wat wordt |
| waargenomen uiteraard omzichtig bij de patiënt worden nagevraagd. Wat tussen de regels doorklinkt - |
| de traan in de ooghoek, de gespannen trek om de mond, de blos op de wangen - levert observaties op die, |
| indien met respect bejegend, de brug kunnen slaan naar een werkelijke ontmoeting en een diep begrip. |
| Organon, §6: |
| “De onbevooroordeelde waarnemer weet hoe waardeloos boven-zinnelijke speculaties zijn, die niet |
| door ondervinding kunnen worden bevestigd. Hoe scherpzinnig hij ook moge zijn, hij moet het doen met |
| wat hij zintuiglijk aan de buitenkant kan waarnemen aan veranderingen in de toestand van lichaam en |
| geest, aan ziekte-verschijnselen, bijzonderheden en symptomen. Dat zijn dan afwijkingen van de |
| gezonde, voormalige toestand van degene, die nu ziek is, dus datgene: |
| wat de patiënt zelf voelt; |
| wat zijn omgeving aan hem waarneemt; |
| wat de arts zelf aan hem observeert. |
| Deze waarneembare verschijnselen tezamen vertegenwoordigen de ziekte in haar volle omvang, d.w.z. |
| ze vormen tezamen met elkaar het enig echte en enig denkbare ziektebeeld.” |
| Accuraat en alert |
| Accuratesse is in alle opzichten belangrijk. Accuraat en alert reageren maakt dat de patiënt voelt dat de |
| homeopaat werkelijk geïnteresseerd is, echt luistert en betrokken is, en ondertussen niet in gedachten |
| met andere zaken bezig is. Voor de patiënt is deze belangstelling direct voelbaar. Gaat hij weg met het |
| gevoel dat hij begrepen is, ontroerd, lachend of huilend, kortom geraakt, dan is de basis gelegd voor een |
| vertrouwensrelatie die noodzakelijk is voor een adequate begeleiding op weg naar gezondheid. Zo‟n |
| vertrouwensrelatie biedt ook de ruimte om hem indien nodig te confronteren met wat hij liever niet wil |
| horen. Bij het noteren van de symptoom is accuratesse een absoluut vereiste. Een nauwgezet genoteerde |
| eerste anamnese zal tijdens de volgende consulten als referentie dienen voor de beoordeling van de |
| reactie op de voorgeschreven geneesmiddelen. |
| Organon, §104: |
| “Dan heeft de geneeskundige dit beeld bij de behandeling van vooral de chronische ziekte altijd voor |
| ogen, hij kan het in alle details doorzien.” |
| 38 |
| |
| Alsbijna vanzelfsprekend noemt Hahnemann de kwaliteiten omzichtigheid en bedachtzaamheid, |
| implicerend dat de patiënt met zijn zwakke, minst weerbare kant naar buiten dient te komen. Hierbij |
| hoort een passende, gelijksoortige houding van de kant van de homeopaat om een atmosfeer te scheppen |
| waarin een gedetailleerd totaalbeeld tot stand kan komen. Door ruwheid, grofheid, ongenuanceerdheid, |
| irritatie, haast, etc., van de homeopaat klapt de patiënt dicht en blijven belangrijke dingen ongezegd. De |
| ongepaste houding van de homeopaat vormt een nieuwe belemmering in het genezingsproces van de |
| patiënt. De wijze waarop de homeopaat met de patiënt omgaat is voor de patiënt homeopathie! Gaat de |
| homeopaat slecht met de patiënt om dan zal deze geneigd zijn, indien hij de behandeling stopt, |
| homeopathie als afgedaan te beschouwen, “want hij heeft immers al homeopathie geprobeerd.” |
| Eigen functioneren |
| De homeopaat dient het eigen functioneren grondig te evalueren. Zeker als de praktijk „niet loopt‟ - |
| patiënten haken af of komen niet eens opdagen - zouden we de hand eerst in eigen boezem moeten |
| steken. Zichzelf onder homeopathische behandeling stellen of zich onderwerpen aan intercollegiale |
| functioneringsgesprekken kan helpen om de eigenschappen te ontwikkelen die voor succes in de praktijk |
| benodigd zijn. |
| De patiënt die met een hulpvraag aanklopt bij een therapeut heeft recht op kwaliteit. Het mag daarom |
| niet zo zijn dat de therapeut weigert zich te laten aanspreken op het eigen functioneren. |
| Wie niet in andere mensen is geïnteresseerd zal niet snel de wens hebben om homeopaat te worden of te |
| zijn. Belangstelling voor de medemens leidt uiteindelijk tot de mensenkennis die in de praktijk |
| onontbeerlijk is. Mensenkennis speelt in allerlei facetten van de homeopathie een rol: in de |
| communicatie met de patiënt, in de duiding van de symptomen, in de manier waarop de symptomen |
| worden gebracht. Homeopathie beoefenen stelt ons in de gelegenheid om een diep inzicht in menselijke |
| drijfveren, in ziekte en gezondheid, te verkrijgen. Kortom, het levert mensenkennis op. Voorzichtigheid |
| is geboden als er voor de patiënt „beladen‟ onderwerpen ter sprake komen. |
| Een onderwerp waaraan voor de patiënt veel negatieve herinneringen kleven en dientengevolge veel |
| emoties, zal voor hem reden kunnen zijn om zijn best te doen z‟n gevoelens onder controle te houden. |
| „Onderdrukken‟ is misschien een beter woord. De homeopaat bevindt zich nu in een lastig parket. Is de |
| vraagstelling te confronterend en direct, dan kan de patiënt dichtklappen. Laat de vraagstelling te veel |
| ruimte, dan voelt de patiënt zich niet gezien en zal hij zeker zijn diepste zieleroerselen niet ter tafel |
| brengen. |
| Met volharding en geduld zal de homeopaat moeten proberen om de patiënt zo aan te moedigen dat hij |
| drempels durft te nemen die eerder permanente blokkades leken te zijn. |
| Patiënt is een Engels woord dat geduldig betekent. De wetten der gelijksoortigheid nopen de homeopaat |
| het overeenkomstige geduld te hebben, speciaal bij langdurig chronisch zieken en wanneer de |
| behandeling wordt gecompliceerd door problematische levensomstandigheden. |
| Methodiek |
| Naast het verwerven van de genoemde kwaliteiten beschikken wij in de homeopathie over methodieken |
| die het „vak‟ toegankelijker maken. De menselijke factor blijft evenwel de belangrijkste. De mate waarin |
| de homeopaat zichzelf gemotiveerd blijft scholen en ontwikkelen en de wijze waarop dit in praktijk |
| wordt gebracht zal uiteindelijk zijn deskundigheid bepalen. Hahnemann geeft deze aanwijzing: |
| Voorwoord, eerste editie Organon, 1810: |
| 39 |
| “Dit wil ikvooraf ter waarschuwing zeggen: indolentie, gemakzucht en eigenzinnigheid maken de dienst |
| aan het altaar der waarheid onmogelijk; slechts onbevangenheid en onvermoeide ijver stellen in staat |
| tot het heiligste van alle mensenwerk, de uitoefening van de ware geneeskunde.” |
| De taak van de homeopaat is in eerste instantie een zo diep en natuurgetrouw mogelijk beeld van de |
| patiënt te krijgen. Hahnemann geeft een minutieuze beschrijving van dit proces van symptoomvergaring, |
| dat grofweg in drie delen wordt onderverdeeld. |
| Ten eerste is er de zogenaamde „vrije‟ anamnese. De patiënt vertelt zijn verhaal en de homeopaat treedt |
| niet sturend op. Uitsluitend met open vragen zal hij proberen de patiënt te stimuleren tot nadere |
| nuancering van de symptomen. Hij stemt zich volledig af op de patiënt en kiest de frequentie, stemming |
| en sfeer die bij de patiënt past. De eventuele drempels die anders opgeworpen zouden kunnen worden |
| blijven zo tot een minimum beperkt en de communicatie verloopt optimaal. Het kan nu gebeuren dat de |
| patiënt in deze fase van de anamnese heel erg ingaat op zijn levenssituatie en de rol van anderen erin, |
| zich toespitsend op hoe hij zich daaronder voelt - gekwetst, tekortgedaan, verdrietig, geërgerd. Hij legt |
| hier zo zwaar de nadruk op dat wij reeds in dit stadium kunnen zeggen dat het gesprek de richting opgaat |
| van een biografische anamnese. In zo‟n geval is het raadzaam om een geneesmiddel van plantaardige of |
| dierlijke oorsprong voor te schrijven op het biografisch incident, de levensomstandigheden, de interactie |
| tussen patiënt en buitenwereld. |
| Organon, §84: |
| “De patiënt vertelt hoe zijn klachten zich hebben ontwikkeld. De familieleden vertellen waarover hij |
| klaagt, hoe hij zich gedraagt en wat ze bij hem hebben waargenomen. De arts ziet, hoort en neemt met |
| zijn overige zintuigen waar, wat aan de zieke veranderd en ongewoon is. Hij schrijft alles precies op met |
| dezelfde bewoordingen, die de patiënt en de familieleden gebruikt hebben. Indien mogelijk, houdt hij zijn |
| mond en laat ze uitspreken zonder ze te onderbreken*, als ze niet naar bijkomstigheden afdwalen. Alleen |
| vraagt hij al in het begin aan hen of ze langzaam willen spreken, zodat hij ze met schrijven van wat hij |
| noodzakelijk vindt te noteren, kan bijhouden.” |
| * Organon, voetnoot §84: |
| “Iedere onderbreking stoort de gedachtengang van de vertellenden en naderhand schiet alles wat ze |
| eerst hadden willen zeggen, ze niet zo precies meer te binnen.” |
| “Hij schrijft alles op met precies dezelfde bewoordingen.” De patiënt spreekt meestal in de eerste |
| persoon enkelvoud en zegt dus “ik” heb last van dit of dat. Wat hij zegt wordt letterlijk genoteerd, dus in |
| de ik-vorm. Notaties in de derde persoon - “hij” vindt dit of dat - scheppen afstand. Het nalezen van in |
| de ik-vorm genoteerde symptomen spreekt het invoelend vermogen aan, met als resultaat een verfijnder |
| beeld van de zelfbeleving van de patiënt. |
| De kunst is om zo dicht mogelijk bij zijn symptoombeleving te komen en bijgevolg hem vrijuit te laten |
| praten. Storen we hem in zijn gedachtengang dan worden de symptomen niet meer spontaan verwoord. |
| Hiermee loopt de homeopaat het risico waardevolle informatie mis te lopen, die in de |
| differentiaaldiagnose (het onderscheid tussen de diverse middelen) van groot belang kan zijn. |
| Niet wat de homeopaat wil weten is van belang, maar wat de patiënt over zichzelf in eigen |
| bewoordingen kan en wil vertellen, maakt het vinden van het gelijksoortige geneesmiddel |
| mogelijk. |
| Dit accentueert de waarde van de vrije anamnese. De patiënt spreekt dan immers spontaan en in eigen |
| bewoordingen over zichzelf. Zo ontstaat het beste beeld van de patiënt, over zijn klachten en wat hem |
| bezig houdt, waarmee hij in zijn bewustzijn het meest bezig is. Het geïndiceerde geneesmiddel dient aan |
| te sluiten bij gevoelsbeleving, instelling en gedachtenleven van de patiënt. Het dient dezelfde sfeer te |
| ademen. |
| 40 |
| Het behoort totde kunst van het afnemen van de anamnese wanneer de homeopaat zich kan laten leiden |
| door hetgeen de patiënt het meest bezig houdt. Gesprekken betreffende verschillende ziektesituaties |
| hebben een verschillend verloop! Een anamnese wegens een acute klacht verloopt anders dan een |
| anamnese die het verkrijgen van het chronische of biografische beeld ten doel heeft. |
| Organon, §99: |
| “Over het algemeen genomen heeft de dokter het veel gemakkelijker als hij bij acute of pas kort geleden |
| ontstane ziekten de anamnese opneemt, omdat patiënt en familie alle bijzonderheden en afwijkingen van |
| de pas onlangs verloren gezondheid nog vers in het geheugen hebben en al die gegevens nog nieuw en |
| opvallend gebleven zijn. Weliswaar moet de arts ook hier alles weten, maar hij hoeft het veel minder na |
| te speuren. Het meeste zegt men hem uit zichzelf.” |
| Attent luisterende houding |
| Het lijkt tijdens zo‟n gesprek alsof de patiënt bijna „overloopt‟ en de omschrijvingen van de symptomen |
| als vanzelf opborrelen. Een attent luisterende houding en desnoods af en toe een vraag naar verdere |
| nuancering is voldoende om het actuele ziektebeeld in duidelijke, subjectieve symptomatologie |
| verwoord te krijgen. |
| Ook als de beschrijving van andere direct betrokkenen moet komen omdat de patiënt zelf te ziek is, |
| blijkt het veelal mogelijk een helder beeld van de zieke en zijn ziekte te krijgen. Wanneer er sprake is |
| van een incident in het leven van de patiënt, zal bij de juiste afstemming de communicatie toch als |
| vanzelf gaan, eventueel met een sporadische vraag ter verdere verduidelijking of om niet te veel af te |
| dwalen. Het meeste wordt als vanzelfsprekend verteld. Het spreekt voor zich dat de homeopaat geen |
| direct betrokkene en dus belanghebbende bij het gespreksonderwerp mag zijn. |
| Dit maakt het consult tot een veilige situatie voor de patiënt, waarbij de ander, de homeopaat, in het |
| „verhaal‟ van de patiënt de hulpvraag kan onderkennen en hierop adequaat kan voorschrijven. Acute |
| ziektesituaties zijn heftig, belastend en nadrukkelijk aanwezig en het kost de patiënt weinig moeite |
| spontaan z‟n symptomen naar voren te brengen. Een attent luisterende houding helpt om de |
| woordenstroom op gang te houden. |
| Met de anamnese van een chronisch zieke patiënt ligt het veelal anders. De dynamiek is ver te zoeken. |
| De patiënt heeft zich op onderdelen vaak geïdentificeerd met zijn ziek-zijn zodat het moeilijk kan zijn |
| om de relevante informatie duidelijk verwoord te krijgen. De klachten bestaan al zo lange tijd dat ze er |
| bijna bij horen. Een goed onderscheidingsvermogen is in zulke gevallen geen vanzelfsprekendheid. Het |
| komt nu aan op wat Hahnemann „omzichtigheid in de vraagstelling‟, „mensenkennis‟ en „geduld‟ noemt. |
| De symptomatologie is minder dynamisch en bijgevolg minder spectaculair. Het consult verloopt |
| moeizamer, zeker wanneer de patiënt weinig welwillend is om te vertellen. |
| Organon, §95: |
| “Het naspeuren van de hierboven genoemde en alle andere ziekteverschijnselen moet bij de chronische |
| ziekten zo zorgvuldig en uitvoerig mogelijk gebeuren en tot in het kleinste detail afdalen.” |
| Hoofd-voeten-schema |
| Tijdens de geleide anamnese wordt het hoofd-voeten-schema gevolgd om het organisch functioneren in |
| kaart te brengen. De daadwerkelijke klachten zijn tijdens de vrije anamnese naar voren gekomen, maar |
| behoeven wellicht nog nadere toelichting, tot in de kleinste details, teneinde „totaalsymptomen‟ te |
| verkrijgen. |
| 41 |
| |
| “Zijn devertellers klaar met wat ze uit zichzelf wilden zeggen, dan vult de arts bij ieder symptoom de |
| nadere details aan, die hij als volgt navraagt. Hij leest de aparte symptomen, die hem vermeld zijn, door |
| en vraagt bij het een en ander speciaal bijv.: wanneer gebeurde dit? Was het in de tijd vóór het huidige |
| medicijngebruik? Gedurende het medicijngebruik? Of pas een paar dagen na het staken ervan? Wat |
| voor pijn, welke sensatie, nauwkeurig beschreven, was het die zich op deze plek voordeed? Waar was |
| het precies? Kwam de pijn bij vlagen, apart, op verschillende tijdstippen? Of was het aanhoudend, |
| ononderbroken? Hoe lang duurde het? Op welke tijd van de dag of van de nacht, bij welke |
| lichaamshouding was het het ergst of ging het helemaal weg? Hoe was dit of dat genoemde verschijnsel |
| of die omstandigheid nu precies? Beschrijf het met duidelijke bewoordingen.” |
| Open vragen |
| Bij een correct afgenomen anamnese zullen de aanvullingen die bij navraag naar boven komen |
| symptomen opleveren die het individuele karakter van de klachten openbaren. Hoe meer van zulke |
| symptomen worden verkregen, hoe duidelijker het symptoombeeld wordt. Het is belangrijk open vragen |
| te stellen. Open vragen zijn vragen die niet met ja of nee beantwoord kunnen worden omdat de patiënt |
| anders het antwoord in de mond wordt gelegd, waardoor het antwoord en het symptoom in waarde |
| verminderen voor de analyse. Hoe meer de patiënt de mogelijkheid wordt geboden de symptomen op de |
| voor hem eigen en specifieke wijze te formuleren, hoe natuurgetrouwer het beeld dat het de homeopaat |
| oplevert. Gemoedsgesteldheid en humeur zijn daarbij gewichtige aspecten omdat zij het temperament, |
| denken en voelen blootleggen, aldus een goede geneesmiddelkeuze mogelijk makend. Vragen dienen in |
| algemene bewoordingen te worden gesteld, zodat de patiënt uitgenodigd wordt die gedetailleerd te |
| beantwoorden. |
| De generaliteiten - symptomen die de gehele patiënt betreffen - vormen daarbij een soort kader. Zij |
| geven min of meer de omgeving, de belevingssfeer, het karakter, de drijfveren weer en zijn dikwijls |
| typerend voor zowel de patiënt als voor de karakteristieken waaraan het geneesmiddel dient te voldoen. |
| Tot de generaliteiten rekenen we: de mentale en emotionele symptomen, de seksuele symptomen, de |
| symptomen betreffende de menstruatiecyclus, voorkeuren en afkeren met betrekking tot voedsel, het dag |
| en nachtritme van de patiënt, seizoensgevoeligheden etc. Het zijn symptomen waarvan de patiënt zegt: |
| dat ben ik. |
| Eigen waarneming homeopaat |
| De eigen waarneming van de homeopaat hoort eveneens te worden meegenomen bij de vorming van het |
| totaalbeeld. Bij de differentiaaldiagnose speelt niet alleen het symptoombeeld een belangrijke rol, doch |
| evenzeer de indruk die de homeopaat heeft opgedaan. Een emotie kan bijvoorbeeld veel verschillende |
| betekenissen hebben. Wat de emotie betekent valt niet altijd in woorden te vatten, maar het verschil in |
| gevoelswaarde kan niettemin toch ervaren worden. Dit gevoel stelt de homeopaat in staat de keuze te |
| beperken tot een bepaalde geneesmiddelgroep. |
| 42 |
| |
| “Bijv. hoe heeft de patiënt zich tijdens het consult gedragen; was hij uit zijn humeur, ruzieachtig, |
| haastig, huilerig, angstig, vertwijfeld of bedroefd, of getroost, kalm, enz.?” |
| Op grond hiervan is de vraag gerechtvaardigd en noodzakelijk waarom hij uit zijn humeur, ruzieachtig, |
| haastig, angstig, vertwijfeld of bedroefd is, zodat de symptomen genuanceerd kunnen worden en een |
| levende inhoud krijgen. Schaamte, verlegenheid of geslotenheid kunnen de communicatie bemoeilijken, |
| met name wanneer de klachten zijn voortgekomen uit specifieke gebeurtenissen waar de patiënt niet |
| trots op is of waarvoor hij zich geneert. |
| Organon, voetnoot 1, §93: |
| “Eventuele beschamende aanleidingen, die de zieke of familie niet graag, in ieder geval niet uit zichzelf |
| bekennen, moet de dokter door verstandige en indirecte vragen of door ander privé speurwerk trachten |
| op het spoor te komen. Daartoe behoren: vergiftiging of zelfmoordpoging, onanie, normale of perverse |
| seksuele uitspat-tingen, misbruik van wijn, likeuren, punch en andere stimulerende dranken, thee of |
| koffie; overdadig in eten in het algemeen of speciaal van schadelijk voedsel; venerische of |
| schurftinfectie, ongelukkige liefde, jaloezie, huiselijke onvrede, ergernis, verdriet dat de familie |
| getroffen heeft, ondergane mishandelingen, opgekropte wraakzucht, gekrenkte trots, financieel debacle, |
| bijgelovige vrees, honger of bijv. een lichaamsgebrek aan de genitaliën, een breuk, een prolaps, enz.” |
| In onze tijd kunnen wij daar nog aan toevoegen: druggebruik, verslaving aan allopathische medicatie, |
| computer-, tv-, koop- of andere verslaving etc. In de honderdvijftig jaar sinds Hahnemann is er weinig |
| veranderd in motivatie, begeerteleven en andere drijfveren van de mens. De mogelijkheden om het eigen |
| leven te verzieken zijn feitelijk alleen maar toegenomen. De adviezen ten aanzien van leefregels en |
| levenshygiëne die Hahnemann in het Organon in geeft zijn nog verbazingwekkend actueel. Inzicht in de |
| leefwijze, dieet en huiselijke gewoonten van de patiënt is belangrijk om ziekteverwekkende of |
| ziekteonderhoudende factoren op het spoor te komen. Desgewenst kan de patiënt zo worden geadviseerd |
| een en ander te veranderen, al spreekt het voor zich dat dit niet altijd eenvoudig te realiseren zal zijn. |
| Immers, verslavingen laten zich vaak moeilijk van de ene op de andere dag doorbreken en stopzetten. |
| Waar een verslaving het uiteindelijke succes van de behandeling in de weg staat, zal de patiënt er echter |
| op moeten worden gewezen dat hij zijn leefwijze dient te wijzigen om het genezingsproces een kans te |
| geven. |
| Organon, §94: |
| “Men moet nagaan wat daarvan ziekte kan verwekken of onderhouden, om door eliminatie daarvan de |
| genezing te kunnen bevorderen.” |
| Veel vrouwen, jonge meisjes zelfs, gebruiken tegenwoordig de pil. Hormoongebruik grijpt diep in de |
| menselijke constitutie in, beïnvloedt seksleven en seksuele behoeften en verstoort ernstig de onderlinge |
| samenwerking tussen de endocriene klieren. Allerlei latent pathologische tendensen kunnen door |
| pilgebruik manifest worden. Voor het nageslacht kan hormoongebruik eveneens ernstige gevolgen |
| hebben. De dochters van DES-moeders zijn daarvan een sprekend voorbeeld. Afwijkingen komen voor |
| tot in de tweede generatie, zoals bijvoorbeeld blijkt uit het verschijnsel hypospadie (verkeerd aangelegde |
| plasbuis) bij zonen van DES-dochters. |
| Jonge moeders die, ten gevolge van pilgebruik, na de bevalling lijden aan een postnatale depressie geven |
| aan hun kinderen een zekere emotionele belasting mee. Daarbij blijft het niet, want langdurig pilgebruik |
| kan functionele gevolgen hebben voor, bijvoorbeeld, de geestelijke ontwikkeling of de vruchtbaarheid |
| van het nageslacht. Natuurlijke geslachtshormonen, waarmee de menstruatiecyclus samenhangt, oefenen |
| 43 |
| een sterke invloeduit op het functionele, emotionele en relationele welbevinden van de vrouw. Tijdens |
| de anamnese dienen het seksuele leven, de menstruatiecyclus en de gesteldheid rond de menstruatie |
| daarom aan de orde te komen. |
| Organon, voetnoot 1, §94: |
| ”Vooral moet men bij chronische ziekten van vrouwelijke patiënten rekening houden met zwangerschap, |
| steriliteit, lust tot geslachtsverkeer, bevallingen, miskramen, borstvoeding, vaginale afscheidingen en de |
| aard van de menstruatie. In het bijzonder moet men met betrekking tot het laatste niet vergeten te vragen |
| of ze te frequent of te laat komt, hoe lang ze duurt, ononderbroken of met stagnatie? Vooral echter |
| vragen wat voor lichamelijke of psychische klachten er mee gepaard gaan, welke sensaties en pijnen |
| voor, gedurende of na de beëindiging van de vloeiing. Heeft ze fluor albus? Van welke aard, met wat |
| voor sensaties erbij, hoeveel? En onder welke voorwaarden en na welke aanleiding treedt die op?” |
| Zo ontstaat geleidelijk een gedetailleerd totaalbeeld van de levenssfeer van de patiënt, hetgeen |
| „totaalanamnese‟ wordt genoemd. De totaalanamnese maakt een holistische benadering mogelijk. |
| Organon, §95: |
| “Het naspeuren van de hierboven genoemde en alle andere ziekte-verschijnselen moet bij chronische |
| ziekten zo zorgvuldig en uitvoerig mogelijk gebeuren en tot in de kleinste details afdalen. Dat is in de |
| eerste plaats nodig, omdat ze bij deze ziekten het eigenaardigst zijn, het minst lijken op de verschijnselen |
| bij snel verlopende ziekte-processen en voor de genezing, wil die slagen, niet nauwkeurig genoeg |
| genomen kunnen worden. Maar ook, omdat de patiënten zo gewend raken aan hun lange |
| lijdensgeschiedenis, dat ze op de kleinere, vaak zo tekenende (karakteristieke) nevenomstandig-heden, |
| die van grote invloed zijn op de geneesmiddelkeus, weinig of geen acht meer slaan.” |
| ‘Acute’ anamnese |
| Het opnemen van een acute anamnese is enigszins gemakkelijker. De hoeveelheid ziektesymptomen is |
| beperkt en zij dienen zich min of meer op een presenteerblaadje aan. Er hoeft meestal weinig te worden |
| nagevraagd: de symptomen borrelen spontaan op. Alhoewel de druk op de homeopaat toeneemt met de |
| ernst van de symptomen, is de geneesmiddelkeuze om dezelfde reden eenvoudiger: hoe heviger de |
| verschijnselen, hoe duidelijker ze zijn. |
| Organon, §104: |
| “Als eenmaal de totaliteit van de symptomen, die het ziektegeval in het bijzonder bepalen en kenmerken, |
| met andere woorden het ziektebeeld, van de een of andere soort nauwkeurig is vastgelegd, dan is het |
| zwaarste werk ook klaar.” |
| De noodzakelijke informatie op een goede manier verkrijgen is desondanks een veeleisende taak. Bij |
| acute ziekten is het simpeler omdat de symptomatologie zich beperkt tot een kleiner gebied, maar bij |
| chronische, langdurige klachten komt er meer bij kijken om tot een volledige inventarisatie te komen. |
| Zo‟n inventarisatie blijft namelijk niet beperkt tot de symptomen die zich ten tijde van de anamnese het |
| sterkst manifesteren, doch omvat tevens de symptomen uit het verleden en hun verloop. Voor een goede |
| beoordeling en een goed verloop van de behandeling hebben wij ze allemaal nodig. |
| Samenvatting |
| 44 |
| De anamnese ishet hart van de homeopathische behandeling. Een goede anamnese opstellen vergt |
| diverse kwaliteiten: openheid, geduld, onbevangenheid, accuratesse, gezond verstand, mensen-kennis, |
| omzichtigheid, bedachtzaamheid en voorzichtigheid. Deze eigenschappen zijn in hoge mate bepalend |
| voor de kwaliteit van de anamnese. |
| De anamnese bestaat uit twee onderdelen: de „vrije anamnese‟ en de „geleide anamnese‟. Tevens maken |
| de erfelijke tendensen en de biografie deel uit van de homeopathische anamnese, evenals de actuele |
| levensomstandigheden. |
| De patiënt dient omzichtig te worden aangesproken op zaken die de effectiviteit van de behandeling in |
| de weg staan, zoals dieet, medicijngebruik, verslavingen, e.d. |
| 45 |
| 5. Veranderingen binnende homeopathische doctrine |
| Geschiedenis van de homeopathie |
| De geschiedenis van de homeopathie heeft zich tijdens het leven van Hahnemann tussen de jaren 1790 |
| en 1843 in fasen voltrokken. Het zou tot 1810 duren voordat het eerste Organon het levenslicht zag. |
| De tweede editie van het Organon stamt uit 1819, de derde verscheen in 1824 en de vierde in 1829. Met |
| name de vierde editie is door de Amerikaanse homeopaten gebruikt voor de verdere ontwikkeling van de |
| homeopathie. De vijfde editie werd door Hahnemann uitgebracht in 1833 en de zesde en laatste editie |
| tenslotte werd door hem afgerond in 1843. Door omstandigheden werd de uitgave van de zesde editie |
| bijna 80 jaar opgehouden, om in 1921 uiteindelijk te worden uitgebracht door Richard Haehl. |
| In de zes edities maakt de homeopathie een steeds verder voortschrijdende ontwikkeling door, die voor |
| de toenmalige homeopaten moeilijk te volgen was. Een belangrijk twistpunt was de ontwikkeling van |
| gepotentieerde geneesmiddelen voorbij het getal van Avogadro: het onstoffelijk of energetisch worden |
| van geneesmiddelen. |
| De discussie over het verschil in bruikbaarheid en effectiviteit van centesimale en LM-potenties duurt tot |
| op heden voort. |
| Tussen 1816 en 1827 werkte Hahnemann intensief aan een oplossing van het raadsel chronische ziekten. |
| Zijn bevindingen gaf hij weer in de Chronische Ziekten, waarvan de laatste editie verscheen in 1837. |
| Waar het Organon van paragraaf tot paragraaf de wetenschappelijk-filosofische grondslag van de |
| homeopathie beschrijft, komt in de Chronische Ziekten de praktische uitvoering ervan aan de orde. Tot |
| in detail wordt uit de doeken gedaan hoe wij de homeopathische behandeling van zieken moeten |
| aanpakken. Bij oppervlakkige beschouwing zouden wij tot de conclusie kunnen komen dat er |
| contradicties bestaan tussen wat Hahnemann stelt in het Organon en in praktijk brengt in de Chronische |
| Ziekten. Wanneer wij evenwel de totale inhoud van beide werken bestuderen, blijkt dat er van |
| tegenstellingen geen sprake is. Organon en Chronische Ziekten vullen elkaar aan; ze zijn elkaars |
| complementen. Het is aan de hedendaagse homeopaat om Hahnemann intensief te bestuderen en aldus |
| tot een nieuw begrip te komen van de wijze waarop Hahnemann de homeopathie gestalte heeft gegeven. |
| Het mogelijke resultaat is dat later ingeslepen ideeën en dogma‟s op de helling moeten. De toekomst van |
| de homeopathie zowel als het wel en wee van de zieke mensheid is te belangrijk om deze opgave af te |
| doen met een opmerking als “Wij zijn Hahnemann voorbij”. |
| De enige manier om het genie Hahnemann te overtreffen is hem helemaal begrijpen en daarna eventuele |
| verbeteringen aan te brengen. Eerst echter zullen we terug moeten naar de basis zoals die door |
| Hahnemann is gelegd. |
| Aspecten van de homeopathie |
| De verschillende aspecten van de homeopathie, zoals door Hahnemann beschreven, zullen in het |
| navolgende steeds worden teruggekoppeld naar en onderbouwd worden met passages uit Organon en |
| Chronische Ziekten. Er zal waarschijnlijk een ander beeld door ontstaan dan zoals wij tegenwoordig de |
| homeopathie voor ogen hebben. Omdat het op essentiële punten zo wezenlijk afwijkt van het geleerde |
| op homeopathische opleidingen zijn ruimdenkendheid en flexibiliteit gewenst, evenals een kritische en |
| op waarheid gerichte instelling. Het kan zijn dat de eigen praktijkvoering over de gehele linie grondig |
| moet worden herzien. Wanneer wij reeds gedurende langere tijd in de homeopathie werkzaam zijn, zal |
| dit ongetwijfeld geen eenvoudige opgave zijn. Het algemeen belang gaat echter boven eventuele |
| persoonlijke argumenten. We kunnen en mogen het streven de homeopathie te vervolmaken, of beter |
| 46 |
| gezegd onszelf alshomeopaat verder te ontwikkelen, als drijvende kracht voor de praktijkvoering niet |
| veronachtzamen. Een volledige integratie van Organon en Chronische Ziekten vormt een degelijke basis |
| om de homeopathie verder te ontplooien. Laten we beginnen eens te kijken wat Hahnemann werkelijk |
| schreef in zijn beide standaardwerken. |
| De gelijksoortigheidsregel, de hoeksteen van de homeopathie, is op elk aspect van de homeopathie van |
| toepassing. Dit uitgangspunt wordt geweld aangedaan wanneer we het uitsluitend betrekking laten |
| hebben op de relatie tussen het natuurlijke ziektebeeld en de kunstmatige geneesmiddelziekte ofwel het |
| homeopathisch geneesmiddel. |
| Organon en Chronische Ziekten gaan over de behandeling van zieken, niet over het repareren van de |
| postkoets of over de huiselijke aangelegenheden van de schrijver: alle aspecten van zo‟n behandeling |
| worden onder de loupe genomen. Van doorslaggevend belang is hoe Hahnemann ziekte en gezondheid |
| zag. Daartoe zullen wij de betreffende paragrafen aan een nader onderzoek onderwerpen. |
| De meest complete omschrijving van het begrip gezondheid geeft hij in paragraaf negen. |
| Organon, §9: |
| “Als de mens gezond is, heerst de spirituele levenskracht (autocratie), die als Dynamis het stoffelijk |
| lichaam (het organisme) leven doet, onbeperkt. Ze houdt al zijn delen in een bewonderens-waardig |
| harmonische, levende werking, die zich uit in voelen en handelen, zó, dat de met verstand toegeruste |
| geest zich vrij van dit levende, gezonde werktuig kan bedienen voor de hogere bedoelingen van ons |
| bestaan.” |
| Met andere woorden, het lichaam is slechts het werktuig waardoor de mens zich op aarde kan uitdrukken |
| en zijn levensweg kan gaan, en zich „vrij‟ kan richten op de „hogere bedoelingen‟ van zijn individuele |
| bestaan. Gezondheid maakt dat de mens „vrij‟ gebruik kan maken van zijn stoffelijk voertuig, het |
| lichaam. Ziekte daarentegen bindt de mens aan zijn stoffelijk aspect omdat het ziek-zijn hem belemmert |
| in het gaan van zijn levensweg. Ziekte maakt „onvrij‟, ketent hem aan de stof door de belemmeringen die |
| het hem oplegt. Dat ziekte in spirituele zin een betekenis kan hebben en de mens kan spiegelen in zijn |
| gemaakte keuzes is een interessant gegeven; dit valt echter buiten het bestek van dit boek. |
| Organon, §253: |
| “Bij alle ziekten, vooral bij de snel ontstane (acute), is van de tekenen die een klein, niet voor iedereen |
| zichtbaar begin van verbetering of verergering aantonen, de toestand van de stemming en de hele |
| manier van doen van de patiënt het meest betrouwbaar en duidelijk. In het geval van een nog zo klein |
| begin van verbetering blijkt dat daaruit, dat de patiënt zich meer op zijn gemak voelt en geestelijk vrijer; |
| hij vat meer moed en hij gedraagt zich als het ware weer natuurlijker. Als er echter sprake is van ook |
| maar een heel klein beetje verergering, gebeurt het tegenovergestelde - de patiënt is bevangen, |
| onbeholpener, meelijwekkender in zijn stemming, zijn denken, zijn gedrag en in alle houdingen, posities |
| en handelingen. Men kan het bij nauwkeurige observatie gemakkelijk zien en aantonen, al is het niet in |
| woorden te beschrijven.” |
| De beschrijving van de effecten van ziek-zijn leert dat, als deze invloeden chronisch zijn, het leven van |
| de betrokkene er anders komt uit te zien dan mogelijkerwijs is bedoeld. De levensvisie verandert en te |
| maken keuzes komen in een ander verband en daglicht te staan. De mens wordt onvrij. De chronische |
| ziektelast zal de levensloop veranderen. Levenszin en levensgeluk worden nadelig beïnvloed en |
| uiteindelijk nadelig bepaald. In paragraaf 11 van het Organon gaat Hahnemann voor de eerste keer in op |
| het begrip ziekte. |
| Organon, §11: |
| 47 |
| “Als de mensziek wordt, is in het begin alleen deze zelf werkzame levenskracht (het levensbeginsel), die |
| overal in zijn organisme aanwezig is, „ontstemd‟ door de tegen het leven gerichte dynamische invloed |
| van een ziekmakend agens. Alleen een levensbeginsel dat tot zo‟n wanklank verworden is, kan het |
| organisme die nare gewaar-wordingen bezorgen en het zo abnormaal laten functioneren, dat we het ziek |
| noemen. Want deze kracht, die op zichzelf onzichtbaar is en alleen te merken door haar inwerkingen op |
| het organisme, geeft slechts kennis van haar ziekelijk ontstemd zijn, doordat het organisme in voelen en |
| handelen ziek blijkt (dat is de enige kant, die voor de zintuiglijke waarneming van de geneeskundige |
| open ligt). Dat wil zeggen: het ziek-zijn maakt zich kenbaar door ziekte-symptomen en door niets |
| anders.” |
| Het lichaam wordt gevormd door de levenskracht, die haar in stand houdt. Een gezonde levenskracht |
| creëert een gezond lichaam, een ongezonde levenskracht creëert een ongezond lichaam, inclusief de |
| bijbehorende bacteriën, virussen en pathologie. In paragraaf 11 brengt Hahnemann het begrip ziekte op |
| het niveau waar het hoort, op het dynamisch energetisch spirituele niveau. Hij geeft duidelijk aan dat |
| ziekte niet iets stoffelijks is. Iedere materiële verandering is het gevolg van een ontregeling van de |
| spirituele levenskracht, die aan het stoflichaam ten grondslag ligt. Het is een disfunctie van de Dynamis. |
| Hahnemann‟s benadering van het begrip ziekte verschaft ons meer inzicht in zijn werkwijze. |
| Classificatie van ziekten |
| In het Organon geeft Hahnemann vanaf §72 de „Indeling der Ziekten‟: |
| “De menselijke ziekten zijn te verdelen in twee groepen: |
| a. snel verlopende aandoeningen van het uit zijn evenwicht gebrachte „ontstemde‟ levensbeginsel. Ze |
| verlopen in een variërend, steeds beperkt tijdsbestek. Men noemt ze de acute ziekten. |
| b. die ziekten, die klein, vaak ongemerkt beginnen het levende organisme, ieder op haar eigen wijze, |
| dynamisch te ontregelen. Geleidelijk aan verwijdert het organisme zich daardoor steeds meer van de |
| gezonde toestand, zodat de automatische, onbewuste, vitale energie, de zg. levenskracht (het |
| levensbeginsel), die de gezondheid in stand behoort te houden, aan die ziekten van het begin af en in hun |
| hele verloop slechts onvoldoende, ondoel-matige en nutteloze weerstand biedt. |
| Ze kan ze op eigen kracht niet uitdoven, maar is, machteloos, genoodzaakt ze te laten voortwoekeren. |
| Het organisme moet zich steeds meer laten ontregelen tot uiteindelijke algehele vernietiging. Dat noemt |
| men chronische ziekten. Deze ontstaan door een „dynamische‟ infectie van een chronisch miasma.” |
| Acute ziekten - incidenten |
| Bij acute ziekten maakt Hahnemann onderscheid tussen twee grote groepen. |
| De eerste groep omvat incidenten, waaronder acute ziekten op basis van een externe aanleiding worden |
| verstaan. De acute ziekte voldoet aan bepaalde criteria: hij komt plotseling en snel op en vertoont een |
| heftig karakter. Bewustzijn en beleving worden er geheel door in beslag genomen. Onbehandeld zal de |
| acute ziekte zich na zijn natuurlijk verloop oplossen in herwonnen gezondheid. Was de patiënt echter al |
| erg verzwakt en heeft de acute aandoening een hevig verloop, dan kan er levensgevaar dreigen en komt |
| de patiënt misschien zelfs te overlijden. Wat bij „acute ziekten‟ - „incidenten‟ - het sterkst op de |
| voorgrond treedt, is de heftigheid en intensiteit van de verschijnselen. Hierin drukt zich tegelijkertijd de |
| onderliggende tendens uit van hoe en in welke mate de Dynamis is aangedaan. |
| Chronische Ziekten, blz. 160: |
| “Als incidenten die de kuur slechts tijdelijk storen, beschouw ik: overladen maag (die weer kan worden |
| opgeknapt door honger, d.w.z. alleen maar wat dunne soep gebruiken i.p.v. een maaltijd en een beetje |
| 48 |
| koffie drinken), verderbedorven maag door vet vlees, vooral varkensvlees (herstel door honger en |
| Pulsatilla), bedorven maag met oprispen na het eten en vooral misselijkheid en braakneiging (hiervoor |
| Antimonium crudum in hoge potentie), kou op de maag door eten van fruit (aan Arsenicum laten |
| ruiken), klachten door spiritualiën (Nux vomica), bedorven maag met gastrische koorts, rillerigheid en |
| kou (Bryonia), enz….. |
| Ergernis die een inwendige, stille kommer, verdriet of schaamte teweegbrengt (vraagt om Ignatia). |
| Ergernis die toorn, heftigheid, hitte, geprikkeldheid produceert (behandelen met Chamomilla, maar met |
| Bryonia indien naast de geprikkeldheid ook rillerigheid en lichamelijke kou aanwezig zijn). Ergernis |
| met verontwaardiging, diepe innerlijke krenking (als men dan weggooit wat men juist in de hand heeft: |
| Staphisagria) en als er verontwaardiging is met stille (opgekropte) innerlijke krenking (hiervoor |
| Colocynthis). |
| Ongelukkige liefde met stil verdriet (Ignatia), ongelukkige liefde met jaloezie (Hyoscyamus). Een hevig |
| kouvatten (schrijf naast binnen blijven in kamer of in bed Nux Vomica voor, als diarree het gevolg was |
| Dulcamara, als pijnen volgen Coffea cruda, maar als koorts en hitte daaruit voortkomen Aconitum). |
| En op blz. 161: |
| Vertillen en verrekken (in enkele gevallen Arnica, maar het zekerst te verhelpen met Rhus |
| toxicodendron), kneuzingen en verwondingen door stompe voorwerpen (Arnica), brandwonden |
| (behandelen met omslagen van water met hoog gepotentieerde Arsenicum-dilutie of met urenlang |
| ononderbroken applicatie van in flink heet water verhitte alcohol). Tenslotte verzwakking door verlies |
| van lichaams-sappen en bloed (China) en heimwee met rode wangen (te verhelpen door Capsicum).” |
| Opvallend is dat incidenten zich kunnen manifesteren op verschillende niveaus, zowel op het |
| lichamelijk-functionele, alsook op het emotionele en mentale niveau . |
| Incidenten zijn altijd overheersend, dat wil zeggen ze bepalen gedurende een bepaalde periode de |
| levenssfeer van de patiënt. |
| Wie een been breekt of van de trap valt en zich vreselijk bezeert, heeft pijnen en andere symptomen die |
| zo belastend en bepalend zijn dat ze weinig ruimte laten voor de beleving van iets anders. De oorzaak is |
| functioneel. De emotionele gevolgen worden doorgaans veroorzaakt door de heftigheid van de |
| functionele oorzaak, de val. |
| Bij klachten ten gevolge van kouvatten, verbranding of vertillen geldt eveneens dat het emotionele |
| niveau sterker is aangedaan naarmate de functionele klachten erger zijn. Door de kracht van de externe |
| prikkel wordt de Dynamis uit balans gebracht. |
| Bij klachten als ergernis, verontwaardiging, teleurstelling, verdriet, kommer, krenking enz. is de patiënt |
| het eerst op het emotionele vlak aangedaan. De klachten op dynamisch-functioneel niveau zijn het |
| gevolg van de emotionele verstoring. |
| In al deze gevallen ligt de oorzaak van het lijden BUITEN de patiënt. De oorzaak is exogeen. De Dynamis |
| zelf is niet ziek, maar in een poging de balans te herstellen produceert zij de symptomen van een acute |
| ziekte. |
| In onze huidige dynamische samenleving, waar werken topsport is en de nadruk op jeugdigheid en |
| kracht wordt gelegd, wordt nog zelden gemeten met de menselijke maat. Mensen voelen zich veelvuldig |
| gekrenkt en gekwetst. Eén op de drie huwelijken strandt en eindigt met een echtscheiding, waarna de ex- |
| echtelieden hun onenigheden verder uitvechten over de hoofden van hun kroost. Vrijwel onvermijdelijk |
| raken alle betrokkenen, de kinderen incluis, hierdoor beschadigd. |
| Wat betreft de maatschappelijke carrière schijnt het tegenwoordig onwenselijk te zijn zich aan een |
| werkgever te „hechten‟. Regelmatig van baan veranderen hoort erbij, evenals stijgen op de |
| maatschappelijke ladder totdat uiteindelijk een niveau is bereikt waarop we niet meer functioneren. Dit |
| fenomeen heet het „Peter Principe‟. Het staat garant voor veel verdriet, onvrede en teleurstelling. Zulke |
| ziekmakende omstandigheden hebben grote gevolgen voor de betrokkenen. |
| 49 |
| „Zorgen om dekinderen‟ zijn waarschijnlijk zo oud als de mensheid, maar de huidige maatschappelijke |
| ontwikkelingen lijken met zich mee te brengen dat zij nu meer gerechtvaardigd zijn en voor ouders een |
| voortdurende bron van angst, verdriet en spanning vormen. Alle welvaart en materiële voorspoed ten |
| spijt, leeft menigeen met de spanning van geldzorgen op de achtergrond. Armoede mag een grote |
| spanningsbron zijn, rijkdom maakt mensen evenmin gelukkiger, zoals uit onderzoeken blijkt. |
| Vanzelfsprekend raakt niet iedereen aangedaan door tegenzittende omstandigheden; dat verschilt per |
| individu. Gevoeligheid maakt dat wij door een of andere indruk uit het lood geslagen worden, wat ons, |
| om met de woorden van Hahnemann te spreken, gevoelig maakt voor incidenten. Behandeling is alleen |
| dan noodzakelijk wanneer er symptomen zijn die om behandeling vragen. Uit de aanwezigheid van |
| symptomen blijkt dat de patiënt moeite heeft de balans en daarmee de gezondheid te herstellen. |
| Chronische Ziekten, blz. 157 en 158: |
| “Deze methode, het gepotentieerde middel laten inwerken op de patiënt door hem eraan te laten ruiken, |
| heeft grote voordelen bij de velerlei incidenten (tegenslagen), die de behandeling van de chronische |
| ziekten niet zelden plegen te storen en te onderbreken. Om die hindernissen weer zo snel mogelijk uit de |
| weg te ruimen, kan men de patiënt dan het beste het tegenmiddel ook in meer of minder sterkte via |
| olfactie (ruiken) laten ontvangen. |
| Dit garandeert de vlugste inwerking op de zenuwen en geeft zodoende ook het snelst baat, zodat de |
| voortzetting van de behandeling der chronische ziekte het minst wordt opgehouden. Ja, als het incident |
| op deze manier snel uit de weg wordt geruimd, werkt het tevoren ingenomen anti-psorische |
| geneesmiddel soms nog enige tijd door. In dat geval moet echter de dosis van het ruikmiddel tegen de |
| ziekelijke storing zo toegediend worden, dat zijn werking slechts juist toereikend is om het nadeel van de |
| tegenslag uit te wissen, zonder dieper te gaan of nog langer zijn werking voort te zetten.” |
| Hahnemann spreekt hier over de behandeling van de incidenten tijdens de chronische ziekte van de |
| patiënt. |
| De patiënt lijdt dus, volgens Hahnemann, aan een incident EN een chronische ziekte. Van de invloed van |
| het incident dient hij bevrijd te worden door een adequaat voorschrift tijdens en naast de behandeling |
| van de chronische ziekte. |
| Een adequaat voorschrift houdt in dat hij direct aan het passende geneesmiddel moet ruiken teneinde het |
| incident zo snel mogelijk te boven te komen. Olfactie garandeert een snel effect. Bovendien verstoort het |
| de chronische behandeling niet: „het tevoren ingenomen antipsorische geneesmiddel werkt dan soms nog |
| enige tijd door‟! |
| Een ander voorbeeld is de chronische patiënt die verstoord raakt door een incident. Hier wordt het |
| incident veroorzaakt door de levensomstandigheden die voortvloeien uit de chronisch constitutionele |
| ziektesituatie. Het incident is complementair of aanvullend ten opzichte van de chronische situatie. |
| Het zijn de specifieke leefsituatie en omstandigheden die gevoelig maken voor de inwerking van deze |
| speciale tegenslag, die incident genoemd wordt. |
| Chronische ziekten en incidenten zijn twee grootheden van verschillende orde die ieder op basis van |
| gelijksoortigheid behandeling nodig hebben. |
| Vergelijken we de aard van een incident met die van een chronische ziekte dan tonen zich wezenlijke |
| verschillen in kenmerken, geaardheid en dynamiek. De behandeling dient hiermee rekening te houden, |
| zowel in het geneesmiddelvoorschrift alsook in de potentiekeuze en de dosering. |
| Voor de behandeling van incidenten wijst Hahnemann vooral op niet antipsorische, plantaardige en |
| dierlijke geneesmiddelen, met als uitzondering de minerale middelen Arsenicum en Antimonium. |
| 50 |
| |
| Een tweedimensionaalplaatje is feitelijk ongeschikt om een driedimensionaal tijdsproces weer te geven. |
| Toch geeft de bloem een impressie van het pathologisch krachtenspel waaraan de mens kan blootstaan. |
| Ieder blaadje, ieder levensveld bezit een mogelijk ziekteverwekkende energie die de patiënt in onbalans |
| kan brengen, met in de kern, het hart, de grondoorzaak van ziekte, de psorisch verstoorde Dynamis. |
| Ieder blaadje bezit een andere dynamiek, een andere activiteit. De mate van pathologische activiteit, en |
| de eruit voortkomende symptomen, bepalen de grootte van ieder afzonderlijk blaadje. Hoe meer |
| symptomen samenhangen met, bijvoorbeeld, het blaadje incidenten, hoe meer dit de verhouding ten |
| opzichte van de andere blaadjes en daarmee de „kleur‟ van heel de bloem bepaalt. De symptomen - de |
| kleur van de gehele bloem - kunnen zich in relatief korte tijd wijzigen, afhankelijk van de verschillende |
| levensprocessen. De bloem ontwikkelt zich immers ook in de tijd, gedurende het leven. Afhankelijk van |
| de pathologische ontwikkelingsfase of de omstandigheden waarin de patiënt verkeert kan het |
| zwaartepunt van het symptoombeeld - de kleur van de bloem - anders komen te liggen. Dan zijn andere |
| geneesmiddelen geïndiceerd. Het leven laat zich moeilijk vangen in een plaatje, maar een dergelijke |
| schematische voorstelling kan helpen voor de beeldvorming. |
| Samenvatting |
| Resumerend kunnen we stellen dat „een incident‟ zich kenmerkt door: |
| --een buiten de patiënt liggende oorzaak (exogeen; de Dynamis zelf kan gezond zijn). De symptomen |
| zijn verklaarbaar vanuit de levensomstandigheden en gebeurtenissen. |
| --een plotseling opkomend klachtenpatroon met een heftig allesbepalend karakter (acuut). |
| --een over het algemeen kenmerkend snel verloop. |
| --uit zichzelf kunnen genezen. |
| --goed behandelbaar met niet antipsorische homeopathische geneesmiddelen. |
| Collectieve ziekten – epidemische ziekten |
| De tweede groep van acute ziekten noemt Hahnemann collectieve ziekten, tussenziekten of morbi |
| intercurrentes. Tegenwoordig noemen we ze epidemische ziekten. |
| Organon, §73: |
| “II. Collectieve ziekten: |
| Er zijn ziekten, die hier en daar (sporadisch) enkele mensen tegelijk aantasten, veroorzaakt door |
| atmosferische of tellurische invloeden en noxen, waarvoor maar enkele mensen op eenzelfde tijdstip |
| vatbaar zijn. Hieraan grenzen de ziekten, die door eenzelfde oorzaak veel mensen met sterk |
| overeenkomstige klachten epidemisch aantasten, ziekten, die dan gewoonlijk, als ze dicht opeen levende |
| mensenmassa‟s op hun weg vinden, besmettelijk (contagieus) plegen te worden. Dan ontstaan er |
| koortsende ziekten, elke keer van een eigen type, die, omdat ze van dezelfde oorsprong zijn, bij de |
| besmette mensen steeds een gelijksoortig ziektebeeld verwekken. Als men ze op haar beloop laat, gaat de |
| ziekte echter in een beperkte tijdsduur voorbij, met dodelijke afloop of met herstel. Oorlogsellende, |
| overstromingen en hongersnood zijn niet zelden de aanleiding en oorzaak ervan.” |
| 51 |
| Collectieve- of epidemischeziekten zijn ziekten die van buiten de mens komen en zich, net als |
| incidenten, kenmerken door een voorbijgaand karakter. Een groot verschil met de incidenten is dat |
| collectieve ziekten infectieus zijn en de een na de ander kunnen „aansteken‟, wat bij incidenten veel |
| minder het geval is. Collectieve ziekten zijn primair koortsende acute ziekten die grote groepen mensen |
| aandoen en die epidemische vormen kunnen aannemen. Influenza-achtige aandoeningen vallen onder de |
| collectieve ziekten. Dat „oorlogsellende, overstromingen en hongersnood niet zelden de aanleiding en |
| oorzaak zijn‟, zoals Hahnemann schrijft, geldt tot op de dag van vandaag. Wij horen vrijwel dagelijks in |
| de media over een dreigende epidemie in een of ander rampgebied. |
| Aanleiding en oorzaak zijn hier identiek en liggen buiten de mens. Ze hangen samen met de |
| levensomstandigheden en niet primair met de constitutie. Desondanks heeft de patiënt een bepaalde |
| ontvankelijkheid of gevoeligheid voor deze specifieke vorm van ziekte, een gevoeligheid die wellicht in |
| andere omstandigheden als „gezond‟ geclassificeerd kan worden. Er bestaat niet noodzakelijkerwijs een |
| endogene dynamische constitutionele predispositie om zo‟n ziekte te krijgen. Voorbeelden zijn tyfus, |
| cholera, dysenterie, kinkhoest, mazelen, Spaanse griep, pest, polio, Ebola e.d. Haast altijd raken grote |
| groepen mensen besmet en vallen er veel slachtoffers. Typische algemene kenmerken zijn acuutheid, |
| heftigheid, intensiteit, hoge koorts, diarree, uitdroging en uitputting. Voor chronisch zieken leiden ze |
| snel tot een crisis en eventueel de dood. |
| De differentiaaldiagnose ligt in zulke gevallen in de individualisering van de subjectieve symptomen; |
| symptomen die de ene patiënt onderscheiden van alle andere. Op grond van overeenkomende |
| symptomen bij meerdere patiënten, en hun reactie op het voorgeschreven geneesmiddel, kan tevens |
| worden voorgeschreven op de zogenaamde genus epidemicus van de collectieve ziekte. Het |
| geneesmiddel dient dan, gelijksoortig aan de ziektedynamiek, in frequent herhaalde doses te worden |
| toegediend tot er een duidelijke verbetering optreedt. Hoe heftiger en acuter de ziekte, hoe frequenter de |
| inname van het passende geneesmiddel. Wanneer een duidelijke curatieve respons optreedt moet de |
| frequentie worden verminderd om overstimulatie te voorkomen. |
| Organon, §102: |
| “Als men de symptomen van meer van zulke gevallen noteert, wordt het geschetste ziektebeeld steeds |
| vollediger. Niet door meer uitgebreidheid en omhaal van woorden, maar doordat het beeld meer |
| getypeerd, gekarakteriseerd wordt en de kenmerken van deze collectieve ziekte vollediger omvat. De |
| algemene verschijnselen (bijv. gebrek aan eetlust, aan slaap enz.) worden ten opzichte van dit |
| ziektebeeld nauwkeuriger bepaald en daartegenover treden de opvallende, speciale symptomen, die, |
| tenminste in deze combinatie, schaarser en maar bij enkele ziekten voorkomen, duidelijk naar voren en |
| vormen het kenmerkende van deze epidemie. Alle patiënten die door de huidige epidemie zijn aangetast, |
| hebben weliswaar een gelijke ziekte, voortgekomen uit één en dezelfde besmettingsbron, maar het |
| complete beeld van zo‟n epidemische ziekte en de totaliteit van haar symptomen kan men niet aan een |
| enkele patiënt waarnemen. Dat kan alleen uit het ziekteverloop van meerdere zieken van verschillende |
| lichamelijke condities volledig geabstraheerd en omschreven worden. De kennis van de totaliteit is |
| nodig om een overzicht te krijgen over het gehele ziektebeeld, zodat het voor die totaliteit meest |
| passende homeopathische geneesmiddel kan worden gekozen.” |
| Tussenziekten en incidenten kunnen de chronische constitutiebehandeling danig verstoren en |
| belemmeren. Dit is met name het geval indien de tussenziekte een lange nasleep heeft en de patiënt |
| langer dan alleen gedurende de acute fase in het herstel belemmerd wordt. We moeten nu proberen met |
| een goed voorschrift het herstel van de tussenziekte te bespoedigen. Immers, het doel van |
| homeopathische behandeling is de patiënt te bevrijden van zijn chronische ziekte. De tegenslagen en |
| collectieve ziekten die dit doel in de weg staan dienen uit de weg geruimd, opgelost te worden. Acute |
| ziekten die geen correct, dat is geen spontaan genezend verloop hebben, verstoren de chronische |
| 52 |
| behandeling. Om dechronische behandeling zo snel mogelijk te kunnen voortzetten moet daarom bij |
| acute ziekten doelmatig worden ingegrepen. Hahnemann gebruikte voor de behandeling van |
| tussenziekten voornamelijk plantaardige, niet antipsorische geneesmiddelen, aangevuld met de minerale |
| middelen Arsenicum en Antimonium. |
| Chronische Ziekten, blz. 161: |
| “Maar we hebben gedurende de behandeling der chronische ziekten door antipsorica ook helemaal niet |
| zo zelden behoefte aan het overige niet antipsorische geneesmiddelarsenaal, nl. in die gevallen, waarin |
| tussenziekten (morbi intercurrentes), die epidemisch maar soms alleen sporadisch de mensen aantasten |
| en gewoonlijk door meteorische of tellurische oorzaken zijn ontstaan, onze chronische ziekten niet |
| onaangetast laten en op die manier de antipsorische kuur niet alleen maar storen, maar vaak gedurende |
| langere tijd onderbreken. Hier komen we te hulp met de overige homeotherapeutica die we al kenden, |
| om welke reden ik er hier niets over hoef te zeggen, behalve dan dat de antipsorische behandeling |
| volledig moet worden onderbroken, zolang de behandeling van de heersende en ook onze (chronische) |
| patiënt aantastende tussenziekte duurt, ook al kost het hem in het ergste geval een paar weken. |
| Maar ook hier is, als de aandoening niet al te erg was, de genoemde toepassing der geneesmiddelen |
| door ruiken aan een daarmee bevochtigd korreltje vaak als hulp afdoende, hetgeen de behandeling van |
| de acute ziekte bijzonder bekort.” |
| Behandeling van chronische ziekte |
| Na de behandeling van de tussenziekte wordt de verdere behandeling van de chronische ziekte weer ter |
| hand genomen. De acute collectieve ziekte is een bijkomende ziekte. De symptomen van de chronische |
| ziektetoestand verdwijnen door de heftigheid van de acute aandoening naar de achtergrond, waardoor ze |
| tijdelijk niet voor verdere behandeling in aanmerking komen. De Dynamis is sterk verminderd of zelfs |
| niet ontvankelijk voor beïnvloeding door het diepwerkende antantipsoricum. |
| De acute bijkomende ziekte „onderdrukt‟ de reeds langer bestaande chronische ziekte, wat een versnelde |
| ontwikkeling van chronische pathologie kan impliceren. |
| De toename van klachten resulteert in een acute ziekelijke verstoring, die soms samengaat met een |
| verergering van de chronische ziektetoestand. Bij patiënten met een gebrekkige vitaliteit betekent dit dat |
| wij voorzichtig moeten zijn met de eventuele herhaling van het geïndiceerde acute geneesmiddel. Een te |
| enthousiast voorschrijven kan namelijk tot ongewenste verergeringen leiden. Natuurlijke ziekten kunnen |
| elkaar onderdrukken en verergeren, net zoals overdosering met homeopathisch middelen kan |
| onderdrukken en verergeren. Voor een snel, mild en duurzaam herstel is het essentieel ook hier uit te |
| gaan van het gelijksoortigheidsprincipe, dat wil zeggen: de frequentie, potentie en dosering dienen |
| gelijksoortig te zijn aan intensiteit, dynamiek en verloop van het ziekteproces. |
| ‘Acute’ geneesmiddelen |
| De werking, diepte en aard van het antipsoricum zijn ongelijksoortig aan de conditie van de Dynamis |
| tijdens de tussenziekte. Het geneesmiddel, voorgeschreven op de chronische symptomen heeft een |
| wezenlijk andere dynamiek en bezit een geheel andere symptoombeeld. In zo‟n geval zoeken we naar |
| een geneesmiddel dat past bij de huidige, acute ziektetoestand. Dit geneesmiddel kan gevonden worden |
| bij de niet antipsorische middelen: middelen van plantaardige en dierlijke oorsprong. Bij „acute |
| geneesmiddelen‟ ligt het accent op plantaardige en dierlijke middelen, die als totaliteit complementair |
| zijn aan minerale antipsorische constitutiemiddelen. Ten opzichte van de chronische ziekte zien we de |
| acute ziekte als complementair, aanvullend, bijkomend. |
| 53 |
| Bivoorbeeld: het plantaardigemiddel Belladonna heeft grote affiniteit met zijn minerale complement |
| Calcarea carbonica. In de praktijk betekent dit dat de Calcarea carbonica patiënt gemakkelijk een |
| Belladonna-beeld zal vertonen tijdens een acute ziekte. Tussen veel acute middelen en antipsorica |
| bestaan complementaire verhoudingen. Precies zo kan een acute ziekte als complementair gezien worden |
| aan de chronische ziektetoestand. |
| Acuut miasmatische ziekten |
| De derde vorm van acute ziekten bestaat uit acuut miasmatische ziekten. Hier zijn twee vormen van. De |
| eerste vorm omvat de aandoeningen die zich gewoonlijk manifesteren als „acute kinderziekten‟. |
| Organon, §73: |
| “II. Collectieve ziekten |
| Tenslotte zijn er de steeds op dezelfde manier weer optredende, eigensoortige, acute miasma‟s (die |
| daarom bekend staan onder een vaste naam). Er zijn er die de mens maar éénmaal in zijn leven |
| aandoen, zoals pokken, mazelen, kinkhoest, de voormalige gladde lichtrode roodvonk van Sydenham en |
| de bof. Andere komen vaak op vrij overeenkomstige wijze terug, zoals de Levantijnse pest, de gele koorts |
| van de kustlanden, de Oost-Indische cholera enz.” |
| Een acuut miasmatische ziekte verloopt heftig. Kinderziekten vatten we op als een natuurlijke poging |
| het organisme te bevrijden van degeneratieve pathologische tendensen die het via overerving heeft |
| meegekregen. Hierin komt de relatie met de chronische constitutie naar voren. Globaal genomen doet |
| een acuut miasmatische manifestatie zich het vaakst voor als een constitutionele reactie op een incident |
| of tussenziekte. Het chronische beeld openbaart zich als een soort acute klacht, bijvoorbeeld: een astma- |
| aanval, huiduitslag die opnieuw uitbreekt, een dikkedarmontsteking, een acute tandwortelontsteking die |
| overgaat in een kaakabces. We hebben te maken met een opleving van de chronische ziekte, die het |
| karakter aanneemt van een hevige acute klacht. De acuut miasmatische ziekte kan zich in veel gedaanten |
| voordoen, veroorzaakt en gedreven door de onderliggende chronische ziektetoestand. Afhankelijk van de |
| gesteldheid van de chronische ondergrond kunnen relatief zwakke prikkels een acuut miasmatische |
| ziektecrisis oproepen. De hevige beginverergering die de homeopaat noodzaakt het gegeven middel te |
| antidoteren, behoort feitelijk tot de acuut miasmatische ziekten. Hetzelfde geldt voor chronische |
| klachten die als reactie op een homeopathisch middel dramatisch verergeren. |
| Acuut miasmatische ziekten die zich herhalen binnen een bepaald tijdsbestek, allergieën bijvoorbeeld, |
| worden wisselziekten genoemd. |
| 6. Ziekteclassificatie |
| 54 |
| |
| Hahnemann‟s stellingdat „chronische ziekten die ziekten zijn die berusten op een chronisch miasma‟ |
| heeft weinig begrip gekregen. Veel homeopaten zeggen dat ze “niet met miasma‟s werken”. Wordt er |
| wel mee gewerkt dan staat te bezien of het werkelijk voor de behandelwijze inhoud en consequenties |
| heeft. Suggesties naar voren gebracht tijdens seminars zijn evenmin bevredigend. De kwestie wordt |
| dikwijls afgedaan met opmerkingen in de trant van “de miasmaleer is niet praktisch” en “als het |
| geneesmiddel maar goed is”. In de literatuur vinden we twee mogelijkheden: de miasmatische belasting |
| wordt gereduceerd tot een bacteriële c.q. virale belasting, of er wordt volstaan met de opsomming van |
| rijen symptomen. Voor de praktijk schieten we er niets mee op. Sommigen gaan nog een stap verder en |
| introduceren het bestaan van een tuberculinisch en een kanker miasma, met als toevoeging “dat er nog |
| meer zullen volgen”. De zaken worden er niet duidelijker op. Het gebrek aan kennis, kunde en begrip |
| gaat soms zelfs zo dat wij af en toe horen beweren dat Hahnemann aan het einde van zijn leven blijk gaf |
| van beginnende dementie. De zesde editie van het Organon en de miasmaleer zouden daarom niet |
| serieus genomen hoeven te worden. De bijdrage die Hahnemann aan de ontwikkeling van de |
| geneeskunst heeft geleverd zou personen die „Hahnemanniaanse‟ homeopathie bedrijven toch minstens |
| moeten verplichten om „open‟ te staan en zijn werken grondig te bestuderen. Overal in Organon en |
| Chronische Ziekten benadrukt Hahnemann het belang van de miasmatische antipsorische behandeling. |
| Organon, §5: |
| “Voor zijn geneestaak heeft de arts de volgende hulpmiddelen nodig: |
| a. bij acute ziekte de gegevens van de meest waarschijnlijke aanleiding. |
| b. bij chronisch lijden de belangrijkste momenten uit de gehele ziektegeschiedenis, om de grondoorzaak |
| ervan op te sporen, die meestal berust op een chronisch miasma.” |
| Om in de voetsporen van Hahnemann te treden en in zijn „geest‟ homeopathie te bedrijven, zullen we |
| ons intensief moeten bezighouden met de door hem nagelaten informatie om op basis van kennis en |
| inzicht inhoud te geven aan de door hem gehanteerde begrippen. Zonder inhoudelijke betekenis draagt |
| het woord psora niets bij aan de homeopathie. Hahnemann‟s ziekteclassificatie plaatst alle gehanteerde |
| begrippen in een zinvol verband. De begrippen en hun inhoud bieden een leidraad voor de |
| homeopathische praktijk die, naar mijn mening, op geen andere manier kan worden verkregen. |
| Zoals we hebben gezien zijn er acute ziekten en chronische ziekten. De acute ziekten hangen samen met |
| de omstandigheden, leefsituatie en buitenwereld van de patiënt. Aanleiding en oorzaak zijn exogeen; de |
| Dynamis zelf is niet per definitie ziek. De acute symptomen ontstaan doordat de Dynamis als reactie op |
| de sterke inwerking van het ziekmakend „agens‟ heftige „acute ziekte‟-symptomen produceert. |
| Chronische ziekten – ander uitgangspunt |
| Bij chronische ziekten ligt het heel anders. Daar is sprake van een duurzame ontregeling van het |
| natuurlijk herstelvermogen, waardoor de Dynamis (levenskracht) niet meer bij machte is het natuurlijk |
| evenwicht te herstellen tot een toestand van gezondheid. Chronische ziekte is zo bezien niet (meer) |
| primair afhankelijk van de buitenwereld of de omstandigheden. Zelfs bij optimale |
| levensomstandigheden zal een chronisch ziektebeeld zich verder ontwikkelen en uiteindelijk het leven |
| diepgaand ontregelen. Deze chronische ziekten zijn endogeen, verbonden aan een disfunctionerende |
| levenskracht. |
| De eerste besmetting met een chronisch miasma komt ten dele neer op een stoffelijke infectie. De |
| bacteriële besmetting is evenwel niet meer dan de stoffelijke vertegenwoorder van de dynamische |
| 55 |
| infectie die achterde bacteriële schuil gaat. De bacterie is het voertuig waardoor de dynamisch |
| chronische ziekte-impuls, die de levenskracht permanent zal ontregelen, wordt overgedragen. |
| Bij een chronisch miasma draagt de dynamische infectie van de levenskracht een soort symbiotisch |
| karakter, waardoor de infectie min of meer versmelt met de Dynamis. Vanaf de eerste besmetting zal het |
| pathologisch dynamisch chronisch miasma het gezond functioneren van de levenskracht blijvend |
| ontregelen. Vanaf het moment van besmetting wordt de chronisch miasmatische infectie endogeen, met |
| andere woorden: ze maakt deel uit van de individuele constitutie. De „ruimte‟ die deze disfunctie creëert |
| geeft bacteriële c.q. virale infecties de kans het organisme aan te vallen. Een gezonde Dynamis |
| daarentegen biedt bacteriële infecties geen kans zich te ontwikkelen. De levenskracht zal er door middel |
| van het haar ten dienste staande immuunsysteem direct mee afrekenen. Enkel wanneer de Dynamis |
| chronisch ontregeld (ziek en zwak) is kunnen microben, virussen e.d. in het organisme „voet aan de |
| grond‟ krijgen. De levenskracht kan op uiteenlopende manieren ontregeld zijn. |
| Actie = reactie |
| Op iedere prikkel die wordt uitgeoefend op een gezonde Dynamis komt een omgekeerd evenredige |
| reactie. Op een honderd procent actie reageert de Dynamis met een honderd procent reactie. De |
| fundamentele, dialectische natuurwet „actie = reactie‟ ligt aan de gehele schepping ten grondslag. De |
| Dynamis functioneert volgens hetzelfde grondprincipe, waarop wordt gedoeld met de term vis |
| medicatrix naturae, het zelfgenezende vermogen van de natuur. Bij chronische ziekte raakt het principe |
| van „actie = reactie‟ in het gedrang. Het zelfgenezende vermogen van de Natuur is verstoord geraakt. |
| Om die reden noemt Hahnemann een verstoring op dit niveau de grondoorzaak van chronische ziekte. |
| Dieper ziek kan de mens niet zijn. |
| Met miasmatische ziekten worden ziekten bedoeld die dynamisch endogeen zijn. Bij de miasmatische |
| ziekten wordt ervan uitgegaan dat de Dynamis zelf ziek is en derhalve niet meer gezond en curatief |
| kan reageren. |
| Bij miasmatische ziekten maakt Hahnemann onderscheid tussen venerische en niet-venerische ziekten. |
| De venerische ziekten noemde hij respectievelijk „Syfilis‟ en „Sycosis‟. Het chronisch niet-venerisch |
| miasma noemt hij „Psora‟. Het psora-miasma vormt volgens Hahnemann de grondoorzaak voor de |
| meeste chronische ziekten. |
| ‘Psora’ is in eerste instantie een exogene besmetting, die zich echter direct na de contaminatie op |
| symbiotische wijze verbindt met de Dynamis, de levenskracht, en zich manifesteert als een ontregeling |
| ervan. |
| Het Psora miasma |
| Hahnemann beschouwt het chronisch miasma psora als de grondoorzaak van chronische ziekten. De |
| vraag rijst wat onder „psora‟ moet worden verstaan. Hoe wordt de Dynamis aangedaan, met als gevolg |
| dat deze direct na de psorische infectie chronisch ziek is? |
| Organon, §80: |
| “Maar bij de psora laat het inwendige ontzagwekkende chronische miasma, eveneens pas na voltooide |
| inwendige aantasting van het hele organisme, van zich blijken door de specifieke huiduitslag, die soms |
| maar uit enkele papeltjes bestaat met een onverdraaglijk kriebelige, opwindende jeuk en een speciale |
| geur. Die psora is de echte fundamentele oorzaak en verwekker van bijna alle overige, veel |
| voorkomende, zelfs ontelbare ziektebeelden, die optreden onder zulke namen als …” |
| Het psorisch miasma wordt gekenmerkt door enkele primaire eigenschappen. Ten eerste de |
| incubatietijd, de periode die de Dynamis nodig heeft om te reageren. Gedurende de periode waarin de |
| herstelreactie (curatieve respons) uitblijft, neemt de inwendige dynamische verstoring toe. Na |
| 56 |
| besmetting door hetpsorisch miasma doet de Dynamis er zo‟n zes tot veertien dagen over om het |
| primaire symptoom - de huidreactie - te produceren. Zoals Hahnemann zegt, toont het zich dikwijls |
| onvoldoende en incompleet. „Incubatietijd‟ betekent „vertraagd reageren‟ - de reactie van de Dynamis |
| treedt vertraagd op en het beperkte aantal blaasjes staat gelijk aan „incompleet reageren‟.Voor de goede |
| orde in het geval van psora als chronisch miasma spreken we niet over de schurftmijt maar over een |
| chronisch dynamische besmetting, die zich primair uit in blaasjeseczeem Verder hebben de blaasjes, die |
| als drukventiel voor het inwendige lijden fungeren, de neiging weer spontaan te verdwijnen, wat |
| typerend is voor het latent worden van het psorisch miasma. Zolang de blaasjes zich als uitdrukking van |
| psora op de huid bevinden, spreken we van „primaire psora‟. Primaire psora is nog eenvoudig te |
| genezen. De huiduitslag die spontaan of door onderdrukking verdwijnt, noemen we secundaire psora. |
| Deze vorm is verantwoordelijk voor het merendeel der symptomen die zich nadien ontwikkelen. Deze |
| zijn veel moeilijker te genezen. De patiënt is chronisch ziek, maar de symptomen waaruit dat in het |
| begin duidelijk zou kunnen worden verdwijnen veelal uit zichzelf weer naar de achtergrond. |
| „Traagheid, incomplete reacties en neiging latent te worden‟ karakteriseren het psorisch miasma en de |
| eruit voortvloeiende chronische ziekten. |
| Organon, §8: |
| “Als men bedenkt dat deze oeroude infectielont geleidelijk gedurende een paar honderd generaties vele |
| miljoenen menselijke organismen is doorgesmeuld en zodoende tot een onvoorstelbare ontwikkeling is |
| gekomen, is het enigszins te begrijpen hoe zij zich in zo talloos vele ziektebeelden van de mensheid kon |
| differentiëren. Vooral, als we in overweging nemen hoeveel factoren meewerken in de vorming van deze |
| grote verscheidenheid aan chronische ziekten (de secundaire symptomen van de psora), ongeacht al de |
| enorme variaties van aangeboren menselijke constitutietypen, zo oneindig verschillend van elkaar, dan |
| is het geen wonder dat het psorisch miasma in zo verschillende organismen met zoveel verschillende, |
| vaak permanente van binnenuit en buitenaf inwerkende noxen, ook zo‟n enorme variatie aan gebreken, |
| verval, ontstemmingen en kwalen kan produceren. En die werden in de oude ziekteleer onder een hele |
| serie eigen benamingen ten onrechte als op zichzelf staande ziekten opgevoerd.” |
| De kenmerken „traag‟, „incompleet‟, „te weinig‟, „te kort‟ en de neiging om latent te worden, zo |
| karakteristiek voor deze chronische, endogene verstoring van de Dynamis, maken dat het psorisch |
| miasma het tijdsmiasma kan wordt genoemd. De psorische kenmerken blijven zich gedurende heel het |
| chronische ziekteverloop manifesteren. Chronische ziekten die berusten op psora worden getypeerd door |
| een trage ontwikkeling, een incompleet en aspecifiek symptoombeeld en de gemakkelijke |
| „onderdrukking‟ ervan. Onderdrukking zal steeds een secundaire reactie en daarmee een verdere |
| ontregeling van de Dynamis tot gevolg hebben. Door het vertraagde, psorische reactiepatroon zal er |
| ogenschijnlijk geen verband bestaan tussen bijvoorbeeld de migraine van een paar jaar geleden en de |
| chronische maagklachten van nu. Psora vertroebelt onderliggende samenhangen en werkt zo |
| symptomatisch voorschrijven (voorschrijven op enkele symptomen) in de hand. Voorschrijven op een |
| beperkte groep symptomen, zonder rekening te houden met de psorische constitutielaag, betekent op |
| termijn een terugkeer van de oorspronkelijke, of ernstiger, symptomen. Duurzame genezing blijft |
| achterwege. Bij alle ziekten met een langdurig verloop of ontsproten aan een familiare erfelijke tendens |
| is het psorisch miasma de diepst onderliggende verstoring. Wanneer de psorische belasting reeds sedert |
| generaties zwaar op de leden van een familie drukt, is het ondenkbaar dat zo‟n belasting met één enkel |
| antipsorisch voorschrift kan worden opgelost. Een patiënt met eczeem die uit een familie komt waarin |
| huiduitslag een overheersend probleem is zal niet na één dosis van een antipsoricum van z‟n eczeem af |
| zijn. |
| Organon, §171: |
| 57 |
| “Bij de niet-venerische,dus de meest voorkomende, door psora ontstane chronische ziekten heeft men |
| voor herstel vaak meerdere antipsorische geneesmiddelen na elkaar nodig. Maar dan moet ieder |
| volgend middel gekozen worden naar bevind van de symptomengroep, die na uitwerking van het vorige |
| middel nog is overgebleven, op homeopathische gelijkenis.” |
| Chronische ziekten, blz. 127: |
| “Hier stuit ik op de merkwaardige omstandigheid dat absoluut iedere psoravorm - met uitzondering |
| van, zoals gezegd, de zo gemakkelijk inwendig te genezen, vers ontstane, door een nog niet verdreven |
| huiduitslag vergezelde - dat wil dus zeggen zowel de psora die nog binnenin sluimert, als ook die zich |
| tot één van de talloze uit haar voortgekomen chronische ziekten heeft ontplooid, zeer zelden door een |
| enkel antipsorisch middel kan worden genezen. Praktisch allemaal hebben ze, om tot volledige genezing |
| te geraken, de toepassing nodig van meerdere van deze geneesmiddelen en in de ergste gevallen ook wel |
| van vele na elkaar.” |
| De Dynamis is door de symbiotische, psorisch functionele ontregeling zozeer uit balans dat de patiënt |
| veelal door enkele opeenvolgende ziektestadia heen gaat. Het klachtenpatroon openbaart zich als „acuut |
| miasma‟ of er ontwikkelt zich op basis van onderdrukking of verlaagde vitaliteit, een ander, ernstiger |
| ziektebeeld. Met Dynamis, en patiënt, gaat het bergafwaarts. Het acuut doen verdwijnen van de |
| chronische symptomen is geen oplossing. Voor een duurzame genezing zullen de verstoringen |
| geleidelijk, in omgekeerde volgorde van hun ontstaan, moeten worden opgelost. Daarbij doorloopt de |
| patiënt alle voorgaande ziektestadia van de levenskracht. |
| Antipsorica |
| Sommige homeopathische middelen hebben een specifiek antipsorische werking. Ze worden antipsorica |
| genoemd. |
| De Dynamis heeft de grootste affiniteit met het element water. Als oerbron van het leven biedt water de |
| Dynamis de mogelijkheid zich optimaal uit te drukken. In het element water bevinden zich mineralen. |
| Deze mineralen worden door de Dynamis benut voor het creëren van het stoflichaam. Mineralen maken |
| het mogelijk dat de Dynamis het energetisch levensveld kan laten „stollen‟ tot waarneembare |
| lichamelijkheid. Behalve de affiniteit met water is er dus eveneens de affiniteit met het mineralenrijk |
| waaruit de menselijke constitutie is opgebouwd. De Dynamis bouwt het menselijk lichaam met behulp |
| van water en mineralen. Gaat er in het functioneren van de Dynamis iets fout, dan zal dit op grond van |
| de sterke wederzijdse affiniteit tussen Dynamis en mineralenrijk, voornamelijk gevolgen hebben voor de |
| kwalitatieve en later de kwantitatieve mineralenhuishouding. |
| Wij spreken daarom van een Sulphur-, Silicea-, Calcarea carbonica- of Phosphorus-constitutie. De |
| geneesmiddelen die het psorisch disfunctioneren van de Dynamis het diepst kunnen spiegelen zijn de |
| minerale geneesmiddelen. De antipsorische geneesmiddelen, die de Dynamis duurzaam kunnen |
| bevrijden van de psorische belasting, zijn voornamelijk afkomstig uit het mineralenrijk. De plantaardige |
| en dierlijke middelen behoren volgens Hahnemann tot de overige homeotherapeutica, die geïndiceerd |
| zijn bij „acute ziekten‟, „incidenten‟ en „collectieve ziekten‟. Duurzame genezing van chronische ziekten |
| hoeven we van deze geneesmiddelen in de regel niet te verwachten. |
| Chronische Ziekten, blz. 176: |
| “In het algemeen bleek uit hun pure werkingen dat de meeste aardsoorten, alkaliën en zuren, evenals de |
| daaruit samengestelde neutrale zouten, naast meerdere der metalen onmisbaar waren voor de genezing |
| van de haast ontelbare psorasymptomen. Ook leidde de overeenkomst in geaardheid tussen het |
| voornaamste antipsoricum, Sulphur, met Phosphor en andere brandbare substanties uit de planten- en |
| 58 |
| mineralenwereld tot hetgebruik van laatstgenoemden, en enkele animale stoffen sloten daarbij aan door |
| analogie en opgedane ervaring.” |
| Gedurende vele generaties heeft de psorische belasting zijn stempel op de mens en zijn ontwikkeling |
| gedrukt. Het te weinig, te kort, vertraagd en incompleet reageren kunnen we zodoende doortrekken naar |
| alle niveaus van menselijk functioneren. Ongenezen chronisch miasmatische belastingen blijven |
| verbonden met de Dynamis. |
| De chronisch pathologische belasting gaat met de conceptie over op de levenskracht van het nageslacht, |
| waarmee de basis wordt gevormd voor het ontstaan van chronische ziekten. Soms toont het zich vanaf de |
| geboorte in de vorm van, bijvoorbeeld, dauwworm, maar vaker komt de ware aard van psora pas op een |
| later tijdstip naar boven. Een gezond mens functioneert op alle niveaus gezond. Hij kan op iedere |
| levensgebeurtenis spontaan naar zijn innerlijke geaardheid reageren. Bij de psorische mens is dit niet het |
| geval. Wat zich op het functionele vlak openbaart als gebrekkig reageren, met chronische ziekte als |
| gevolg, manifesteert zich op het gevoels- en emotionele vlak als niet bij de eigen beleving kunnen |
| komen of er niet mee kunnen omgaan. |
| Op het mentale niveau veroorzaakt het, bijvoorbeeld, concentratiezwakte of een behoefte aan autoriteit |
| vanwege existentiële onzekerheid. Psora staat voor existentiële onzekerheid, angst om te leven. Het |
| zelfbeeld, het zelfvertrouwen of beter, het gebrek eraan, wordt mede beïnvloed en bepaald door de |
| psorische gesteldheid van de mens. |
| Het zijn dergelijke patronen die de homeopaat herkent als typerend voor Natrium, Sulphur, Phosphorus |
| e.d. Het zijn creaties van de Dynamis. |
| Hoe gezonder de Dynamis, hoe gezonder en duidelijker het beeld en hoe groter de kans op genezing. |
| Hoe zieker de Dynamis, hoe pathologischer de klachten en hoe moeilijker genezing kan worden bereikt, |
| speciaal wanneer het constitutionele beeld door veel eerdere behandelingen is verstoord, vertroebeld of |
| geblokkeerd. Een patiënt met een constitutioneel Natrium muriaticum-beeld zal in verschillende |
| levenssituaties anders reageren dan iemand met een Phosphorus-constitutie. Heel het sociale en |
| emotionele leven, en de gemaakte keuzes, worden mede bepaald door iemands constitutie. Bij psorische |
| patiënten overheersen twijfel, aarzeling en besluiteloosheid, resulterend in reacties die nét niet adequaat |
| genoeg zijn, zodat bijvoorbeeld de baan of relatie waarop zij hadden gehoopt aan hun neus voorbij gaat. |
| Het psorisch miasma houdt beperking in van de „vrije‟ ontwikkeling, waardoor een gezond mens, |
| „patiënt‟ ( „de geduldige‟) wordt. Geduldig tot hij uit de ketenen van zijn miasmatische belasting wordt |
| bevrijd. |
| Omdat hij hiertoe zelf niet bij machte is - niemand kan zichzelf aan de haren uit de put trekken - behoeft |
| hij een antipsorisch middel om de Dynamis op weg te helpen. |
| De antipsorische behandeling bevrijdt de dynamis van de ketenen van de psorische belasting, zodat „de |
| met verstand toegeruste geest zich vrij van dit levende, gezonde werktuig kan bedienen voor de hogere |
| bedoelingen van ons bestaan‟, zoals Hahnemann schrijft in §9 van het Organon. |
| Het Sycotisch miasma |
| Bij de psorische belasting leidt de verstoring van de Dynamis tot „tekort‟ en „gebrek‟. Het |
| tegenovergestelde is het geval bij de sycotische belasting. Op iedere prikkel die de Dynamis aanzet tot |
| reageren wordt overmatig gereageerd. De reactie wordt getypeerd door „te veel‟, „te heftig‟, „snel en |
| overdadig‟. De gonococcus bacterie is het voertuig dat het sycotische miasma overdraagt. |
| Voortkomend uit een besmetting met gonococcus en de eruit voortvloeiende „infectie‟ met het sycotisch |
| miasma tijdens geslachtsgemeenschap, ontstaat het primaire symptoom, de „druiper‟ of gonorroe. Het |
| eerste kenmerk is „toename‟, een vermeerdering van afscheiding uit de urethra, een teken van teveel of |
| overdaad. |
| 59 |
| |
| “Voetnoot 1: |
| Gewoonlijk is bij deze soort druiper het secreet direct van het begin af aan dikachtig, als etter; het |
| urineren is weinig pijnlijk, maar het corpus penis enigszins hard gezwollen, ook wel aan de dorsale kant |
| bedekt met klierknobbels en erg pijnlijk bij aanraking.” |
| Dit geeft een globale indruk van het verloop van het sycotisch miasma. Centraal bij het sycotisch |
| miasma staan: heftigheid, ontsteking, pijngevoeligheid, pusvorming, klierzwellingen, wratvorming, |
| poliepvorming en andere excrescenties, al dan niet bloedend, e.d. Er is overmaat, „teveel‟ aan weefsel en |
| uitscheidingen. Dikwijls lijkt de patiënt zieker dan hij is. Anders gezegd: van deze vorm van ziek-zijn |
| geneest hij gemakkelijker dan van vergelijkbare symptomen ontsproten aan het psorisch miasma. Over |
| het algemeen heeft het ziekteproces een actief, beweeglijk, dynamisch verloop. De beleving, de |
| „zijnstoestand‟ is gevoeliger, heftiger, geprikkelder en extraverter dan die van de meer psorische patiënt. |
| Dit maakt dat de sycotische patiënt sneller geneest. Als er veel beweging, veel dynamische activiteit is, |
| is er navenant veel actiepotentiaal waaraan een homeopathisch middel kan appelleren. Een |
| genezingsreactie komt daardoor sneller tot stand. De Dynamis raakt besmet met het sycotisch miasma |
| door geslachtsverkeer en vervolgens, nadat gedurende de incubatietijd de Dynamis doordrongen en |
| verbonden is met de sycotisch-dynamische activiteit, ontstaat een ontregeling van de vitale |
| levensprocessen op basis van overreacties. |
| Vanaf het latent worden van de druiper, spontaan of door onderdrukking, zal de endogene sycotische |
| belasting bij vlagen, soms in afwisseling met de vaak onderliggende psorische diathese, het |
| reactiepatroon bepalen, bijvoorbeeld tijdens een acuut miasmatische ziektefase. |
| De hoedanigheden van het sycotisch miasma laten zich herkennen op alle levensniveaus. Karakteristiek |
| is de hang naar buitensporigheid. De sycotische mens kleedt zich opvallend, gedraagt zich extravert, |
| vindt alles normaal. “Alles moet kunnen.” Hij kent weinig grenzen en is op zoek naar de „kick‟ in het |
| bestaan. Hij doet zijn uiterste best niets in het leven te missen en zijn behoeften volledig te bevredigen. |
| Dit kan zich uiten op zowel het seksuele, financiële, relationele vlak als in de carrière. Sycotische |
| tendensen zijn waarneembaar in koopgedrag, in muziek of uitgaan, in de snelheid van auto of computer, |
| in bungee-jumping en wapenwedloop. Heel het leven is doorspekt met de behoefte aan meer, beter, |
| sneller, indrukwekkender, en dat alles ten koste van …? Het door sycotisch verlangen gestimuleerde |
| begeerteleven doet de mens streven naar zoveel mogelijk dingen voor zo weinig mogelijk geld, met de |
| eigen gezondheid en de planeet aarde als uiteindelijke verliezers. De planeet wordt ziek doordat de mens |
| zijn begeerte naar meer, meer, en nog meer wil bevredigen. De zich op aarde voltrekkende rampen |
| dragen naar signatuur dezelfde sycotische kenmerken van heftigheid, felheid, overdaad en exces. |
| In „sycosis‟ ontbreekt rust. Er is geen ontspanning, geen afstand, geen introspectie; er is uitsluitend |
| dynamiek, beweging, impuls en bevrediging. De westerse samenleving is een uitgesproken voorbeeld |
| van sycosis. Het westen consumeert pakweg 80% van de wereldenergievoorraad. Het sycotisch miasma |
| heeft het begeerteleven van veel mensen geïnfecteerd. |
| In ziekteprocessen zien we de sycotische „drive‟ eveneens terug. ADHD, allergieën, vaccinaties en de |
| schadelijke gevolgen ervan, de versnelde ontwikkeling van de jeugd - tanden wisselen op vijfjarige |
| leeftijd, menstruatie vanaf tien jaar, vervroegde seksuele activiteit, toename van seksueel overdraagbare |
| ziekten - allemaal afspiegelingen van sycotische tendensen. Te snel, te vroeg, te veel, overal overdaad. |
| Hahnemann besteedt in de Chronische Ziekten slechts drie bladzijden aan het sycotisch miasma. Als |
| medicatie noemt hij slechts twee hoofdmiddelen, namelijk het plantaardige middel Thuja en het minerale |
| middel Nitricum acidum. Dit tweetal komt aan bod wanneer de sycosis zuiver en op zichzelf staand |
| behandeld kan worden. |
| Reeds in Hahnemann‟s tijd was het zo dat een contaminatie en vermenging van twee of incidenteel van |
| drie miasma‟s plaatsvond. |
| 60 |
| In onze tijdis zo‟n vermenging vaker regel dan uitzondering, in het bijzonder omdat kinderen de |
| dynamisch miasmatische tendensen van hun ouders en voorouders „latent‟ meekrijgen door overerving. |
| Net als bij het wekken van latente psora, vlamt de sycotische tendens op door levensomstandigheden. De |
| ziekte draagt veelal het kenmerk van een acute ziekte. |
| Eventuele chronische ziekten worden getypeerd door heftigheid, intensiteit in de beleving, de snelle |
| overgang tot pusvorming die, ongenezen blijvend, een permanent karakter gaat vertonen. |
| Chronische Ziekten, blz. 105: |
| “Was de zieke echter tegelijk ook door andere chronische ziekten aangetast, zoals gewoonlijk het geval |
| is na zulke agressieve kuren als bij condylomata door allopathische artsen worden toegepast, dan vindt |
| men vaak een ontwikkelde psora als complicatie van de sycosis, wanneer zoiets al latent in hem |
| aanwezig was, zoals erg vaak het geval is. Tevens zijn, als een slechte behandeling van een venerische |
| sjankerziekte is voorafgegaan, deze beide miasmata ook nog eens met syfilis gecombineerd. Dan is het |
| nodig allereerst het ergste deel, de psora, met de hierna genoemde, specifieke antipsorische |
| geneesmiddelen te hulp te komen en dan pas de voor de sycosis geïndiceerde middelen te gebruiken, eer |
| men de passende dosis van het beste kwik-preparaat, als hieronder te lezen, tegen de syfilis voorschrijft. |
| Daarna herhaalt men deze alternerende behandeling zo nodig, totdat volledig herstel is bereikt.” |
| De behandeling waarop Hahnemann hier in Chronische Ziekten doelt betreft patiënten die sycosis en/of |
| syfilis hebben doorgemaakt en tevens lijden aan latente, onderliggende psora, die of door eigen |
| besmetting is ontstaan of via overerving is meegekregen. |
| Zo zijn het sycotisch en het syfilitisch miasma altijd geënt op het diep daaronder liggende psorisch |
| miasma, als oudste verstoring. Bij de chronische ziektebehandeling moeten we voorschrijven op het |
| miasma dat zich qua symptomen en dynamiek het sterkst manifesteert. De verschuiving van symptomen |
| en miasmatische ondergrond maakt deel uit van een continu proces van wisselwerking met de |
| levensprocessen in binnen- en buitenwereld. Afhankelijk van de wisselwerking tussen constitutie en |
| omstandigheden, zal de patiënt al dan niet reageren met pathologische symptomen en is de gezondheid |
| verstoord. |
| Het Syfilitisch miasma |
| Het syfilitisch miasma behelst een verstoring van de Dynamis die deze doet reageren op overprikkeling |
| met ontregeling en daaruit voortkomende ontaarding van het aangedane orgaan. Destructie van weefsel |
| typeert de syfilitische reactie. |
| Zoals Hahnemann beschrijft in Chronische Ziekten gaat syfilis, indien gecompliceerd, meestal een |
| combinatie aan met psora, en slechts in sporadische gevallen met sycosis. Waarom dit zo is wordt |
| duidelijk wanneer we de kenmerken van beide venerische ziekten naast elkaar leggen. We zien dan dat |
| beide wat betreft het verloop van de symptomen een vergelijkbare dynamiek en snelheid bezitten. Ze |
| zijn zo gelijksoortig dat de een de ander verdringt of zelfs een infectie met het andere miasma belet. |
| Chronische Ziekten, blz. 106: |
| “Bij de behandeling van de venerische ziekte moeten drie toestanden worden onderscheiden: |
| 1. Ze is nog alleen en vertoont het bijbehorende locale symptoom, de sjanker, of, als ook deze is |
| weggewerkt, heeft ze tenminste nog het locale symptoom dat op gelijke wijze vicariërend voor de |
| inwendige aandoening optreedt, nl. de liesbuil (bubo, boulain) |
| 2. Ze is weliswaar nog alleen, d.w.z. nog zonder complicatie met een tweede of derde chronisch miasma, |
| maar is al beroofd van het plaatsvervangende locale symptoom zelf, de sjanker (en de bubo). |
| 61 |
| 3. Ze isreeds met een andere chronische ziekte, d.w.z. met een reeds ontwikkelde psora gecompliceerd, |
| hetzij met nog aanwezig lokaal symptoom of nadat dit al plaatselijk verdreven is.” |
| . |
| Hahnemann had dagelijks te maken met syfilispatiënten („Franse ziekte‟). Het lijdt geen twijfel dat hij |
| tevens de verderfelijke gevolgen van de allopathische behandeling van syfilis heeft gezien. Syfilislijders |
| kregen zoveel pure kwikzilver toegediend dat ze na drie weken „spontaan‟ al hun tanden kwijt waren! |
| Gedurende de incubatietijd, die volgt op de besmetting met het syfilitisch miasma, werkt de destructieve |
| tendens van het miasma in op de Dynamis. Het primair affect manifesteert zich als sjanker, of soms als |
| bubo of liesbuil, een lymfeklierzwelling in de lies. De sjanker of syfilitische zweer is een lesie, een |
| verstoring van de natuurlijke continuïteit van de huid. Het primair affect draagt reeds het kenmerk van |
| weefseldestructie. In dit stadium is er feitelijk nog geen sprake van chronische ziekte, doch eerder van |
| een acute aandoening, die gemakkelijk homeopathisch te genezen is. |
| Chronische Ziekten, blz. 109: |
| “Want onder deze omstandigheden en als ze niet nog bovendien met psora is verwikkeld, kan men op |
| grond van veelvuldige ervaring en met reden beweren dat er geen chronisch miasma, geen uit een |
| miasma ontstane chronische ziekte op aarde bestaat, die geneeslijker en makkelijker te genezen zou zijn |
| dan deze.” |
| Volgens Hahnemann “is het syfilitisch miasma verreweg het eenvoudigst te genezen, terwijl de sycosis |
| het minst voorkomt” (in de huidige tijd wellicht meer). Genezing van psora daarentegen is het moeilijkst |
| en behoeft veel antipsorische middelen. Bij genezing van de achterliggende chronisch miasmatische |
| aandoening verdwijnt automatisch eveneens de bijbehorende bacteriële infectie. |
| Het syfilitisch miasma leidt tot vernietiging van weefsel. Bij de behandeling van patiënten met een |
| syfilitisch symptoombeeld spreekt het haast vanzelf dat het voorgeschreven middel snel |
| genezingsreacties moet uitlokken omdat het destructieve karakter van dit miasma anders wellicht weinig |
| meer te genezen overlaat! Het verdrijven van het primair affect, de sjanker, met uitwendige of inwendig |
| onderdrukkende middelen maakt de aandoening chronisch. |
| Dit heeft misvormingen en destructie van inwendige organen tot gevolg. Voor het eventuele nageslacht |
| houdt het aangeboren afwijkingen in, zoals bijvoorbeeld het syndroom van Down, spina bifida, |
| anencephalisme, e.d. In de primaire fase is een enkele dosis van het beste kwikmiddel (Mercurius |
| solubilis) toereikend om de sjanker en daarmee de syfilis in veertien dagen volledig te genezen. (Voor |
| psora in de primaire fase zijn drie maanden benodigd!). |
| De gevolgen van het syfilitisch miasma tonen zich eveneens op andere niveaus. Omdat syfilis reeds |
| generaties in de mensheid verankerd is, zien we de effecten bijna nog vaker op de minder stoffelijke, |
| meer spirituele niveaus. In onze westerse samenleving doch zeker ook wereldwijd kunnen we de |
| destructieve elementen en tendensen waarnemen. We denken hier aan zorgwekkende zaken zoals: het |
| gat in de ozonlaag, natuurrampen, globale opwarming, milieuverontreiniging, de conditie van het |
| drinkwater, BSE en varkenspest, toename van criminaliteit, vandalisme, moord en doodslag, |
| kinderporno, het de persoonlijkheid vernietigende religieus fanatisme c.q fundamentalisme, het gebruik |
| van massavernietigingswapens. |
| Vernietigingsdrang is weliswaar van alle tijden, maar we kunnen toch wel stellen dat de destructieve |
| capaciteit nooit eerder in de geschiedenis zo nadrukkelijk aanwezig is geweest en nooit in zo‟n mate dat |
| het gehele mondiale organisme op alle niveaus volledig vernietigd kon worden. Deze ontwikkeling heeft |
| zich voltrokken in een tijdsbestek van niet meer dan honderd jaar. Tegen de achtergrond van de |
| aardeontwikkeling beslaat dit een fractie van een ademteug in een mensenleven. De ontregelende, |
| desintegrerende en vernietigende tendensen van het syfilitisch miasma grijpen razendsnel om zich heen. |
| 62 |
| In onze tijdgaat het syfilitisch miasma doorgaans een verbinding aan met het psorisch miasma, alsof het |
| erop is geënt. Bij individuele patiënten uit zich dit in chronische ziekten van algemeen psorische aard die |
| gepaard gaan met acute fasen die om antisyfilitische middelen vragen. Bijvoorbeeld: de Sulphur-patiënt |
| (psorisch) die ‟s nachts zo‟n jeuk heeft dat het hem uit de slaap houdt heeft Mercurius nodig. |
| De ziekteclassificatie centraal |
| Uit grondige bestudering van Organon en Chronische Ziekten blijkt dat de ziekteclassificatie voor |
| Hahnemann centraal stond. Bij de chronische ziektebehandeling dient de „grondoorzaak‟ te worden |
| opgespoord en opgeheven. De grondoorzaak is het psorisch miasma. Het is het einddoel van de |
| behandeling. De niet antipsorische geneesmiddelen hebben een complementaire en ondersteunende |
| functie waar ziekte voortkomt uit incident, tussenziekte, sycosis of syfilis. |
| Het is de taak van de homeopaat om te beoordelen met welke ziektevorm hij te maken heeft. Hij kan zo |
| een prognose opstellen voor de actuele situatie en vaststellen wanneer de antipsorische behandeling |
| begonnen dan wel voorgezet kan worden. |
| De Dynamis kan uitsluitend op drie manieren chronisch endogeen verstoord zijn. Ze kan te weinig, te |
| veel of destructief reageren. Deze endogeen chronische verstoringen van het gezonde reactiepatroon van |
| de Dynamis noemt Hahnemann vanwege hun permanente symbiotische karakter, chronische miasma‟s. |
| De chronische miasma‟s laten zich herleiden tot drie verstoringen, die Hahnemann psora, sycosis en |
| syfilis noemt. Alle andere chronische verstoringen zijn variaties op dit drietal. |
| Samenvatting |
| Ziekteclassificatie en miasmaleer vormen de basis van de homeopathie. Bij ziekte |
| onderscheiden we acuut en chronisch. |
| Acute ziekten omvatten incidenten, collectieve ziekten en acuut miasmatische ziekten. Ze hebben een |
| exogene oorzaak. |
| Incidenten en epidemische ziekten zijn exogene verstoringen die de Dynamis weliswaar in onbalans |
| brengen en daardoor symptomen veroorzaken, maar waarbij de Dynamis zelf niet is aangetast. |
| Chronisch miasmatische belastingen zijn ziekten binnenin de mens (endogeen); drieledige ziekten van |
| de Dynamis. Ze berusten op een te zwak, een te sterk of een destructief reactiepatroon. Er zijn drie |
| chronisch miasmatische verstoringen: psora, sycosis en syfilis. |
| Endogeen miasmatisch dynamische verstoringen ontregelen de gezondheid van de mens chronisch, |
| waardoor hun pathogene invloed zich uiteindelijk op alle niveaus van het leven in binnen- en |
| buitenwereld doet gelden. |
| De vermeende tuberculinische en carcinogene tendenzen zijn geen op zichzelf staande miasma‟s maar |
| een gezamenlijke uitdrukking van spora, sycosis en syfilisch. |
| 63 |
| 7. Gebruik geneesmiddelenin relatie tot ziekteclassificatie |
| Vijf geneesmiddelgroepen |
| Homeopathische geneesmiddelen komen uit verschillende bronnen, die globaal genomen in vijf groepen |
| zijn onder te verdelen. Ze hebben alle een specifieke relatie tot de verschillende door Hahnemann |
| onderscheiden ziektevormen. |
| De vijf geneesmiddelrijken |
| * Plantaardige geneesmiddelen (grondstoffen afkomstig uit het plantenrijk) |
| * Dierlijke geneesmiddelen (grondstoffen afkomstig uit het dierenrijk) |
| * Minerale geneesmiddelen (grondstoffen afkomstig uit het mineralenrijk) |
| * Nosoden (grondstoffen afgeleid van menselijke uitscheidings- of ziekteproducten) |
| * Tautopathische geneesmiddelen (grondstoffen afkomstig van allopathische medicijnen) |
| Van deze groepen worden de plantaardige, dierlijke en minerale geneesmiddelen het meest gebruikt. Zij |
| worden vrijwel uitsluitend voorgeschreven op symptoomgelijksoortigheid. De symptomen worden |
| vanuit het totale beeld geanalyseerd. Het geneesmiddel dat het meest overeenkomt met de |
| karakteristieke symptomen wordt voorgeschreven. Tussen de verschillende geneesmiddelrijken wordt |
| hierbij doorgaans geen onderscheid gemaakt. |
| Voor veel homeopaten doet zo‟n onderscheid er niet toe. Voorschrijven op de totaliteit van de |
| symptomen - bij voorkeur op de meest opvallende en kenmerkende - geeft de meeste zekerheid dat de |
| werking van het geneesmiddel correspondeert met de pathologische ontregeling van de Dynamis. |
| 64 |
| |
| Nazes tot acht weken komt de patiënt terug. De dan aanwezige symptomen worden opgenomen en het |
| volgende geneesmiddel wordt voorgeschreven. Bij een „goede‟ reactie bestaat het tweede voorschrift in |
| de regel uit hetzelfde geneesmiddel in een hogere potentie. Bij een ontoereikende reactie meent de |
| homeopaat zijn werk niet goed te hebben gedaan, met als gevolg dat hij naarstig op zoek gaat naar een |
| volgend, beter passend middel. Zo wordt de situatie van consult tot consult geëvalueerd met op de |
| achtergrond steeds het denkbeeld dat het laten verdwijnen van symptomen de opzet van de behandeling |
| is. Bijgevolg maakt het niet uit of de symptomen wegblijven na inzet van een plantaardig, dierlijk of |
| mineraal geneesmiddel of een nosode. Deze manier van voorschrijven wekt de indruk dat ieder |
| homeopathisch middel in staat is duurzame gezondheid te bewerkstelligen. Dit is niet het geval. |
| Plantaardige middelen missen vaak de dieptewerking, het specifieke effect op chronische ziekten, om |
| voor duurzame genezing te zorgen. Als tegenargument wordt dan aangevoerd dat veel patiënten worden |
| „genezen‟ met plantaardige middelen. Na de snelle verbetering op een plantaardig middel hoefde de |
| patiënt niet meer terug te komen. In het geval na anderhalf jaar een terugval optrad, reageerde de patiënt |
| opnieuw goed op, bijvoorbeeld, Pulsatilla. Dat de patiënt na anderhalf jaar terugvalt en andermaal goed |
| reageert op hetzelfde plantaardige middel, onderstreept feitelijk dat er helemaal geen sprake was van |
| blijvende genezing. Ofschoon we tevreden kunnen zijn wanneer een patiënt langere tijd goed reageert op |
| een middel, blijft desondanks een „snel, zacht en duurzaam herstel‟ het ideaal (Organon paragraaf 2). In |
| Organon en Chronische Ziekten geeft Hahnemann aanwijzingen hoe de diverse ziektemanifestaties |
| tegemoet moeten worden getreden. Hij verschaft ons een diep inzicht in het onderscheid tussen de |
| functies van de geneesmiddelen tijdens de behandeling, in relatie tot elkaar en tegen de achtergrond van |
| de classificatie van de ziektevormen. Alleen zo kan de patiënt efficiënt tot zelfgenezing worden |
| gestimuleerd. In de periode waarin Hahnemann de antipsorische minerale geneesmiddelen nog niet had |
| ontdekt, komt hij herhaaldelijk terug op de beperkingen van niet-antipsorische middelen: |
| Chronische Ziekten, blz. 4: |
| “Maar deze gunstige stilstand was toch nooit van lange duur en bij de terugkeer en steeds herhaalde |
| terugkeer van de klachten bleken tenslotte ook de best uitgekozen, tot dusver bekende homeopathische |
| geneesmiddelen in de meest passende dosis des te minder effectief naarmate ze vaker werden toegepast. |
| Op het laatst waren het niet meer dan zwakke palliativa.” |
| Geneesmiddelrelaties |
| Homeopathische middelen staan in bepaalde verhoudingen tot elkaar. We kennen onharmonische, |
| conflicterende relaties als inimical (vijandig) en antidoterend (tegenwerkend). Middelen die elkaar goed |
| verdragen heten compatible (verenigbaar) en following well (goed volgend). De beste relatie is |
| complementair (aanvullend). Bij de toepassing van centesimale potenties (C-potenties) moeten we bij |
| elke wijziging in het voorschrift nagaan of er niet een vijandige relatie bestaat tussen het nieuwe en het |
| voorafgaande middel, ook als er tussen beide een langere periode is verstreken. Houden we hiermee |
| geen rekening dan kunnen hevige verergeringen of zelfs een ziektecrisis of acuut miasmatische |
| aandoening het gevolg zijn. |
| Negatieve relaties - inimicals en incompatibles - spelen evenwel geen enkele rol meer indien we LM- |
| potenties gebruiken. Hahnemann heeft daarover in de zesde editie van het Organon uitgebreid |
| geschreven. Bij LM-potenties komen alle geneesmiddelen in een harmonische verhouding tot elkaar te |
| staan. Geneesmiddelen die in centesimale potentie onderling vijandig zijn maken de inzet van een |
| tussenmiddel noodzakelijk om die vijandigheid te overbruggen. Bij LM-potenties hoeft dat niet; zij |
| kunnen kort na elkaar en zonder risico van verergeringen voorgeschreven worden. Geneesmiddelrelaties |
| 65 |
| kunnen we aanwendenals extra argument voor het voorschrift van een middel dat bekend staat als |
| complementair aan het laatst voorgeschreven middel. |
| Plantaardige en dierlijke geneesmiddelen |
| Deze middelen stammen uit de vroegste periode van de homeopathie. Tot ongeveer 1810 werkte |
| Hahnemann vrijwel uitsluitend met plantaardige en dierlijke middelen. Toen hem begon op te vallen dat |
| patiënten na verloop van tijd een terugval vertoonden, trok hij de logische conclusie dat er geen sprake |
| kon zijn van duurzaam herstel van de gezondheid, in weerwil van de goede resultaten van de |
| behandeling. |
| Chronische Ziekten, blz. 5 en 6: |
| “Waar kwam dat minder gunstige, ja zelfs ongunstige resultaat bij de voortgezette behandeling van de |
| niet-venerische chronische ziekten, zelfs door de homeopathie, vandaan? Waaraan lag het bij die |
| duizenden mislukte pogingen die overige ziektegevallen van chronische aard zo te genezen dat er een |
| duurzaam herstel uit voortkwam? Misschien lag het aan het nog te geringe aantal van de homeopa- |
| thische geneesmiddelen die op hun pure werking waren onderzocht! De leerlingen der homeopathie |
| troostten zich tot dusver met deze gedachte. |
| Maar haar grondlegger bevredigde deze uitvlucht of deze zogenaamde |
| troost nooit - alleen al daarom niet, omdat ook de van jaar tot jaar |
| toenemende nieuwe aanwas van onderzochte, krachtige geneesmiddelen |
| de genezing van de chronische (niet-venerische) ziekten geen stap verder |
| bracht. Terwijl toch acute ziekten (voor zover ze niet van begin af aan een |
| onvermijdelijk fatale prognose hadden) bij goed aangewend |
| homeopathisch geneesmiddelgebruik niet alleen redelijk werden opgelost, |
| maar met behulp van de nooit rustende kracht in ons organisme, die het |
| leven in stand houdt, spoedig en volledig plachten te herstellen!” |
| Bij de niet-venerische chronische ziekten bleken de gebruikte plantaardige en dierlijke middelen, hoe |
| sterk ze ook werkten, geen duurzame genezing te kunnen bewerkstelligen. De huidige trend om steeds |
| meer plantaardige of dierlijke middelen te introduceren zal de oplossing van chronische ziekten geen |
| stap dichterbij brengen. |
| Op enkele uitzonderingen na zijn plantaardige en dierlijke middelen meestal geïndiceerd voor acute |
| klachten. Het zijn „acute middelen‟. Toepassing ervan ligt niet zozeer in de chronische sfeer doch betreft |
| voornamelijk incidenten en collectieve ziekten, waarvan oorzaak en aanleiding exogeen zijn. Dergelijke |
| klachten wijken snel en permanent bij gebruik van plantaardige en dierlijke middelen. De behandeling |
| van acuut miasmatische ziekten ligt eveneens binnen hun bereik. Acute ziekten zijn zeer dynamisch: er |
| is veel beweging en een uitgesproken ziektetendens. De hoeveelheid symptomen is beperkt en dient zich |
| min of meer op een presenteerblaadje aan. Acute aandoeningen zijn analoog aan de ontwikkeling - groei, |
| bloei en afsterven - van de plant in de natuur. De plant groeit op de mineraalhoudende bodem waarin hij |
| is geworteld. Precies zo heeft de acute ziekte, speciaal een acuut miasmatische, zijn wortels verankerd in |
| de chronische ziektebodem die wij psora noemen. De acute ziekte impliceert een acute opleving van de |
| chronische miasmatische ondergrond. |
| 66 |
| Bij acute ziektevormenzijn plantaardige en dierlijke middelen onmisbaar. Dikwijls is het zelfs niet |
| zonder risico om in zulke situaties de dieper werkende minerale antipsorische geneesmiddelen voor te |
| schrijven. Een acuut zieke patiënt is overgevoelig en zal door minerale middelen té diep wordt geraakt, |
| met allerlei verergeringen als resultaat. |
| De Belladonna-patiënt die tijdens of kort na een acute koortsaanval Calcarea carbonica krijgt |
| voorgeschreven loopt de gerede kans dat de koorts en de overige acute symptomen verergeren of weer |
| terugkomen. Acute ziekten zijn het werkterrein van plantaardige en dierlijke middelen. Na de acute |
| ziekte volgt terugkeer naar de chronische constellatie van voor de acute ziekte. De chronische ziekte |
| ontwikkelt zich nu verder met nieuwe en ernstiger klachten. |
| Hahnemann nam dit fenomeen waar tijdens de eerste jaren van de ontwikkeling van de homeopathie. |
| Het liet zijn onderzoekende geest niet los. Voor Hahnemann lag het antwoord niet in de ontwikkeling |
| van méér geneesmiddelen uit dezelfde natuurrijken; hij ging op zoek naar de onderliggende, ware aard |
| van chronische ziekten. |
| Chronische Ziekten, blz. 6: |
| “Waarom kan nu deze levenskracht, die, gestimuleerd door homeopathische middelen, geschapen is om |
| de integriteit van het organisme te herstellen en onvermoeibaar werkzaam blijft om de genezing te |
| voltooien, zelfs in zware acute ziekten, nu geen echte, blijvende genezing tot stand brengen bij |
| chronische kwalen, zelfs niet met behulp van de homeopathische middelen die de symptomen zo goed |
| mogelijk dekken? |
| Wat weerhoudt haar ervan? De beantwoording van deze zo vanzelfsprekende vraag moest mij wel leiden |
| tot de aard van de chronische ziekten. Het ging er dus om de reden op te sporen, waarom al die bij de |
| homeopathie bekende geneesmiddelen in de genoemde ziekten geen echte genezing teweegbrengen, om |
| een zo mogelijk beter, ja juist inzicht te verkrijgen in de werkelijke gesteldheid van die duizenden |
| chronische ziekten, die niet genezen worden - die ondanks de onomstotelijke waarheid van de |
| homeopathische geneeswet toch ongenezen blijven. Deze hoogst belangrijke opgave hield me in de jaren |
| 1816 en 1817 dag en nacht bezig en zie! |
| De Gever van alle goede dingen maakte dat ik geleidelijk in deze periode, door onophoudelijk na te |
| denken, onvermoeid te onderzoeken, trouw te observeren en zo nauwkeurig mogelijk proeven te nemen, |
| dat grootse probleem kon oplossen, tot heil van de mensheid.” |
| Hahnemann was aldus op zoek naar het oer-euvel. Het moest van chronisch miasmatische aard zijn want |
| het kon niet vanzelf worden overwonnen. Niet door de beste constitutie of conditie noch door de beste |
| leefregel. |
| Chronische Ziekten, blz. 7: |
| “Dat echter het gezochte oer-euvel daarenboven nog van miasmatisch – chronische aard moest zijn, |
| bleek mij duidelijk uit de omstandigheid dat het nooit, zodra het tot enige hoogte was toegenomen en |
| ontwikkeld, door de kracht van een sterke constitutie kon worden opgeheven. Ook wordt het nooit |
| overwonnen door een nog zo gezond dieet en geordende leefwijze; nooit dooft het vanzelf uit, maar met |
| de jaren verergert het, door overschakeling op andere, meer zorgelijke symptomen, tot aan het |
| levenseinde.” |
| De minerale geneesmiddelen |
| De aard van chronisch miasmatische ziekten stelt bepaalde kwaliteitseisen aan homeopathische |
| geneesmiddelen. Ze moeten het vermogen bezitten om de bron van het chronisch lijden genezend te |
| beïnvloeden. De aan dit gedachtenproces ontsproten miasmaleer en de bijbehorende materia medica zijn |
| 67 |
| Hahnemann‟s verdienste eneen geschenk aan de mensheid en de geneeskunst. Chronische ziekten |
| vergen een nieuwe groep geneesmiddelen, door Hahnemann antipsorica genoemd. |
| Antipsorica bestaan hoofdzakelijk uit minerale middelen, die in Hahnemann‟s tijd onbekend waren en |
| door hem zijn geïntroduceerd. |
| Chronische Ziekten, blz.176: |
| “In het algemeen bleek uit hun pure werkingen dat de meeste aardsoorten, alkaliën en zuren, evenals de |
| daaruit samengestelde neutrale zouten, naast meerdere der metalen onmisbaar waren voor de haast |
| ontelbare psorasymptomen. Ook leidde de overeenkomst in geaardheid tussen het voornaamste |
| antipsoricum, Sulphur, met Phosphorus en andere brandbare substanties uit de planten- en |
| mineralenwereld tot het gebruik van de laatstgenoemde, en enkele animale stoffen sloten zich daarbij |
| aan door analogie en opgedane ervaringen.” |
| Het gebruik van minerale middelen is vooral aangewezen bij de behandeling van chronische ziekten. |
| Slechts enkele plantaardige en dierlijke middelen bezitten een diepe antipsorische werking. De Dynamis |
| creëert en onderhoudt het stoffelijk lichaam en laat het functioneren. Er bestaat grote affiniteit tussen |
| Dynamis, het element water en het mineralenrijk. Immers, de Dynamis schept in het waterelement met |
| behulp van het mineralenrijk het menselijk lichaam. Een chronisch verstoorde Dynamis mondt uit in het |
| ontstaan van symptomen die te herleiden zijn tot een kwalitatieve verstoring in de |
| mineralenhuishouding. Dit komt tot uitdrukking in subjectieve, chronische symptomen, die bijvoorbeeld |
| kenmerkend zijn voor Sulphur of Natrium muriaticum. |
| Uit de intensive relatie tussen Dynamis en mineralenrijk volgt dat minerale middelen bij uitstek zijn |
| geschikt om genezend op de Dynamis in te werken wanneer er sprake is van een psorische belasting. |
| Daarom worden minerale middelen gezien als constitutiemiddelen. Plantaardige, dierlijke en |
| tautopathische middelen evenals de nosoden hebben een andere functie. De psorische belasting is |
| endogeen en eindigt, indien onbehandeld, pas met de dood. |
| Bij mineralen is er geen sprake van groeien, bloeien en afsterven. Het mineralenrijk is verbonden met |
| het menselijk bestaan. Net als de chronische ziekte, wijkt het mineralenrijk niet van de levende mens. De |
| kwaliteiten van het mineralenrijk kunnen derhalve worden aangewend om de Dynamis terug te brengen |
| naar een nieuwe, gezonde balans. |
| Behandeling van chronische ziekten met duurzaam resultaat is zonder minerale middelen niet mogelijk. |
| Voor de patiënt die na het doormaken van een acute of acuut miasmatische ziekte in rustiger vaarwater is |
| beland, is het van essentieel belang om een antipsorische behandeling te beginnen c.q. te continueren. |
| Chronische Ziekten, blz. 161 en 162: |
| “Een verstandige homeopathische arts zal al gauw het tijdstip in de gaten krijgen, waarop zijn |
| geneesmiddelen het herstel van de rondwarende intercurrente ziekte hebben voltooid en de chronische |
| (psorische) kwaal weer zijn eigen gang gaat. |
| Men zal echter na herstel van zo‟n heersende tussenziekte altijd zien dat de symptomen van de |
| oorspronkelijk chronische ziekte iets veranderd zijn en ook wel dat een ander deel van het lichaam meer |
| is aangetast. |
| De homeopathische arts zal dan zijn antipsoricum precies kiezen op grond van het nu overgebleven |
| ziektebeeld en niet zonder meer dat geven wat hij zich vóór de komst van de intercurrente ziekte had |
| voorgenomen.” |
| Met de kracht en dynamiek van een acute of acuut miasmatische ziekte kan het twee kanten op. De acute |
| aandoening kan effectief zijn doorgemaakt en geen al te grote aanslag op de vitaliteit hebben gedaan, |
| waardoor de patiënt een sprong voorwaarts maakt in zijn gezondheid. Tijdens de chronische |
| 68 |
| ziektebehandeling komt ditverschijnsel geregeld voor. Bij kinderen zien we het meestal na een |
| kinderziekte: na de crisis is het kind veranderd en als herboren. |
| Omgekeerd is het bij de acute ziekte die veel energie gekost en de reserves danig aangesproken heeft. |
| Dan schijnt de chronische ziekte zich door de verminderde weerbaarheid juist versneld te kunnen |
| ontwikkelen, met als resultaat een langdurige herstelperiode en toename van de chronische klachten. Bij |
| verzwakte patiënten is het daarom belangrijk om acute ziekten te behandelen met niet-minerale |
| middelen. |
| De duur van de acute ziekte kan ermee tot de helft of een kwart worden teruggebracht. De chronische |
| behandeling kan vervolgens met zo min mogelijk verlies van vitaliteit worden voortgezet met passende |
| minerale antipsorica. |
| Chronische Ziekten, blz. 161: |
| …“Maar ook hier is, als de aandoening niet al te erg was, de genoemde toepassing der benodigde |
| geneesmiddelen door ruiken aan een daarmee bevochtigd korreltje vaak als hulp afdoende, hetgeen de |
| behandeling van de acute ziekte bijzonder bekort.” |
| Bij een overigens gezonde patiënt kunnen we bij een incident of een tussenziekte volstaan met |
| behandeling met het geïndiceerde plantaardige of dierlijke middel. Bij acuut miasmatische ziekten is het |
| daarentegen van wezenlijk belang dat de onderliggende chronisch psorische belasting, direct na het |
| uitdoven van de acute ziekte, verder behandeld wordt met passende minerale antipsorische |
| constitutiemiddelen. |
| De acute toestand is complementair of aanvullend aan de chronisch psorische gesteldheid. Geprovoceerd |
| door een incident komt de patiënt vanuit de relatieve psorische rustsituatie in een acuut miasmatische |
| fase terecht. Deze wordt behandeld met niet-psorische, plantaardige of dierlijke middelen. Niet- |
| psorische (plantaardige, dierlijke, etc.) middelen zijn complementair aan antipsorische minerale |
| constitutiemiddelen. |
| De werking van beiden is echter van een totaal andere orde. Ze zijn zo wezenlijk verschillend dat ze |
| elkaar klaarblijkelijk niet storen wanneer ze kort na elkaar worden toegediend. |
| Het minerale, constitutioneel geïndiceerde middel werkt zelfs vaak beter wanneer het - indien |
| geïndiceerd - wordt voorafgegaan door het complementaire middel afkomstig uit planten- of dierenrijk. |
| Na een plantaardig middel als Pulsatilla, voorgeschreven voor een acute middenoorontsteking, kan het |
| daarna op de constitutionele symptomen gegeven middel, bijvoorbeeld Silicea, veel beter zijn werk |
| doen. Het is alsof de Dynamis gemakkelijker, vrijer en ongeremder kan reageren! De ervaren homeopaat |
| weet dat geneesmiddelen uit verschillende rijken elkaar niet in hun werking storen. Sulphur zal zijn |
| constitutionele werking staken wanneer na een val bijvoorbeeld geen Arnica wordt voorgeschreven. |
| Omgekeerd zal Sulphur dikwijls nog doorwerken wanneer er wel op het incident werd voorgeschreven, |
| wat blijkt uit het feit dat er geen terugval optreedt in de chronische ziekte. |
| Chronische Ziekten, blz. 158: |
| “Ja, als het incident op deze manier snel uit de weg wordt geruimd, werkt het tevoren ingenomen |
| antipsorische geneesmiddel soms nog enige tijd door.” |
| Geneesmiddelen in afwisseling |
| Zo kan het dus zijn dat er „kort‟ na elkaar diverse geneesmiddelen worden voorgeschreven op grond van |
| verschillende indicaties, tegen de achtergrond van de ziekteclassificatie. Het idee dat Hahnemann altijd |
| maar één middel tegelijk voorschreef, dienen we wat nader onder de loupe te nemen. Hahnemann |
| streefde naar het voorschrijven van één diepwerkend antipsoricum, doch alleen indien de patiënt op dat |
| middel ongehinderd en voorspoedig reageerde. Hahnemann schreef zowel slechts één geneesmiddel per |
| 69 |
| keer voor alsgeneesmiddelen in afwisseling! De goede redenen die hij daarvoor had kunnen voor ons |
| eveneens van betekenis zijn. |
| Organon, §171: |
| “Bij de niet-venerische, dus meest voorkomende, door een psora ontstane chronische ziekte heeft men |
| voor herstel vaak meerdere antipsorische geneesmiddelen na elkaar nodig. Maar dan moet ieder |
| volgend middel gekozen worden naar bevind van de symptomengroep, die na uitwerking van het vorige |
| middel nog is overgebleven, op homeopathische gelijkenis.” |
| Slechts door het voorschrijven van minerale middelen - antipsorische constitutiemiddelen - wordt het |
| menselijk gestel, de constitutie, van chronische ziekte bevrijd en in balans gebracht. |
| Chronische Ziekten, blz. 161 en 162: |
| “Sinds ik leerde de langdurige ziekten en kwalen te genezen door homeopathische vernietiging van hun |
| psorische oorsprong, ontdekte ik dat de epidemisch heersende wisselkoortsen bijna ieder jaar qua |
| karakter en symptomen verschillend waren en derhalve ook bijna ieder jaar door een ander, |
| verschillend geneesmiddel specifiek te genezen. Het ene jaar met Arsenicum, een ander jaar met |
| Belladonna of met Antimonium crudum, met Spigelia, Aconitum, Ipecacuanha afgewisseld met Nux |
| vomica, Salmiak, Natrium muriaticum, Opium, Cina alleen of in afwisseling met Capsicum, met alleen |
| Capsicum, met Menyanthes trifoliata, Calcarea carbonica, Pulsatilla, een der beide Carbo-vormen, |
| Arnica alleen of in afwisseling met Ipeca-cuanha enz.” |
| Hahnemann wisselde geneesmiddelen af in acute situaties, bijvoorbeeld bij de bovengenoemde |
| tussenziekten. Hij vermeldt ook diepwerkende minerale constitutiemiddelen. Deze zijn geïndiceerd |
| wanneer de tussenziekte zoveel invloed heeft dat de chronische aandoening gaat meeresoneren, |
| waardoor de acute tussenziekte een acuut miasmatisch karakter krijgt. |
| Een tussenziekte, of epidemische ziekte, vormt een indicatie voor een geneesmiddel uit de „overige |
| homeotherapeutica‟ en niet voor een diepwerkend mineraal constitutiemiddel. Hahnemann wisselde |
| minerale en plantaardige middelen af op indicatie. Afwisseling van middelen op basis van een incident |
| en een acuut miasmatische aandoening was hem evenmin vreemd. Een mooi voorbeeld vinden we in |
| Richard Haehl‟s biografie van Hahnemann. |
| R. Haehl: “Samuel Hahnemann, his life and work”, deel 2, blz. 184: |
| (Hahnemann schrijft in een brief aan Stapf over de dood van zijn vrouw.) |
| “Verscheidene dagen voor haar overlijden werd ik ziek door een brief van Rummel, zo heftig en zo |
| ernstig dat ik met niemand kon spreken. Ik kon lezen noch schrijven. Moeizaam kwam ik een aantal |
| keren per dag van mijn bed om naar de stervende moeder te gaan (want ze had me zo gemist), zonder |
| haar te laten zien dat ik ziek was. Staphisagria en Arsenicum verscheidene keren per dag in |
| AFWISSELING ingenomen hebben mij gered, zodat ik herstellende was toen ze overleed.” |
| Het incident (de brief van Rummel die hem ergerde) en zijn stervende vrouw hadden hem zodanig uit |
| het lood geslagen dat er sprake was van een acuut miasmatische situatie. De hiervoor aangewezen |
| middelen, Staphisagria en Arsenicum, nam Hahnemann meerdere keren per dag in afwisseling in. Van |
| Arsenicum mogen we aannemen dat dit mogelijk een constitutiemiddel was voor Hahnemann gezien |
| zijn nauwgezetheid, punctualiteit en werklust. De jaarlijks terugkerende longklachten, waaraan hij |
| uiteindelijk in 1843 overleed, en zijn kleine tengere lichaamsbouw bevestigen dit vermoeden. |
| Hahnemann was zo perfectionistisch en betrouwbaar dat het Apotheker Lexicon, bestaande uit vier delen |
| en 1200 pagina‟s, dat hij tussen1793 en 1797 schreef, in Duitsland tot na 1900 het standaardwerk bleef. |
| De ironie wil dat Duitse apothekers gedurende honderd jaar hun allopathische medicamenten dienden te |
| 70 |
| bereiden volgens deaanwijzingen van de grondlegger van de homeopathie! In zijn grondige werkwijze |
| klinkt een fikse portie Arsenicum door. |
| Afgaand op Hahnemann behoort afwisseling van geneesmiddelen op grond van een incident en de acuut |
| miasmatische symptomen derhalve tot de mogelijkheden. Deze middelen belemmeren elkaar niet. |
| Integendeel, ze ondersteunen en versterken elkaar. |
| Elk afzonderlijk geneesmiddel heeft binnen de groep waartoe het behoort een eigen werkingsgebied met |
| eigen dynamiek, mogelijkheden en beperkingen. De tijdsfactor, die qua frequentie en mogelijke |
| afwisseling van middelen moet worden gehanteerd, is relatief en afhankelijk van de te behandelen soort |
| ziekte. Bij acute ziekten worden geneesmiddelen doorgaans sneller herhaald dan bij chronische ziekten. |
| Dit noopt de homeopaat zich bij iedere patiënt af te vragen met welke ziektesoort hij te maken heeft, om |
| vervolgens zo gelijksoortig mogelijk voor te schrijven in relatie tot ziektedynamiek en ziekteverloop en |
| dosering, potentie en frequentie erop af te stemmen. |
| De nosoden |
| We merken in de praktijk hoe wezenlijk het is dat patiënten de mogelijkheid krijgen om ziekteprocessen |
| waarmee zij worden geconfronteerd goed door te maken. Niet goed doorgemaakte ziekten laten vaak tot |
| ver in de toekomst hun sporen na. Zulke sporen van vroegere ziekten komen we tijdens de behandeling |
| frequent tegen als reactie-blokkerende elementen. |
| Het gevolg is dat het passende middel niet lijkt te werken. Het probleem kan patiënt en homeopaat tot |
| wanhoop drijven als het zich herhaaldelijk voordoet. We spreken van een blokkade. Het genezingsproces |
| blokkeert en we moeten de oorzaak zien te vinden. Wat is er bij een blokkade aan de hand? |
| Wanneer er veel beweging en dynamiek is werkt een homeopathisch geneesmiddel, mits geïndiceerd, |
| meestal snel en zonder mankeren. Bij sterk verminderde dynamiek en beweging is de kans op het |
| uitblijven van reacties navenant groter. De Dynamis bevindt zich ogenschijnlijk in een toestand van |
| apathie en indifferentie, wat curatief reageren in de weg staat. Een blokkade treedt het makkelijkst op bij |
| het voorschrijven van een mineraal middel op het psorisch miasma. Na een slecht doorgemaakte acute |
| ziekte knapt de patiënt niet op. Door de verzwakking (vatbaarheid) is hij ziek geworden; hij is, |
| zogezegd, psorisch gepredisponeerd. |
| Door zijn constitutioneel psorische gesteldheid kan hij onvoldoende vitaliteit (weerstand) genereren om |
| de ziekte effectief door te maken en de bonus van toegenomen immuniteit te innen. In plaats daarvan |
| krijgen zijn klachten een slepend karakter. Hij komt er niet overheen. Chronische vermoeidheid of een |
| sterk verlaagde infectiedrempel zijn voorbeelden en voor de patiënt veelal reden voor homeopathische |
| behandeling om zo de verloren gezondheid terug te winnen. |
| In het repertorium vinden we dit probleem terug onder de rubriek „never been well since‟. Doorgemaakte |
| kinderziekten, tussenziekten of incidenten hebben zo‟n sterke uitwerking gehad dat herstel ervan zeer |
| moeizaam verliep of zelfs geheel uitbleef, zodat de chronische klachten geregeld de kop opsteken. |
| Een dergelijke gesteldheid kan worden doorgegeven aan het nageslacht en dan op vergelijkbare wijze |
| doorwerken in een predispositie voor ziekte. Tuberculose bij ouders of voorouders verhoogt voor het |
| nageslacht de kans op reuma, cara en allergieën. Het kan tevens de reactie op homeopathische |
| geneesmiddelen blokkeren, waardoor deze ontoereikend werken of reactie helemaal uitblijft. De |
| psorische, syfilitische of sycotische belasting als dynamisch resultaat van onopgeloste ziekteprocessen |
| wordt op vergelijkbare wijze doorgegeven. |
| Ziektevormen die zich in het voorgeslacht hebben voorgedaan en waartegen geen immuniteit is |
| verworven, kunnen in het nageslacht voor blokkades zorgen en zo ziekte veroorzaken of in stand |
| houden. In het repertorium vinden we de bijbehorende geneesmiddelen in het hoofdstuk „Generals‟ |
| onder de rubriek „Family history of‟…. |
| 71 |
| Het niet goeddoormaken van een ziekteproces laat, zoals gezegd, sporen na in de constitutionele |
| reactiemogelijkheden van de patiënt. Feitelijk is er een reactie-onmogelijkheid ontstaan doordat de |
| Dynamis de ziekte niet de baas heeft kunnen worden. Het onopgeloste probleem vinden we terug als een |
| symptoombeeld dat gelijkenis vertoont met de voormalige problematiek. Bij tuberculose in het |
| voorgeslacht zien we de restsymptomen terug bij de kinderen die deze tendens hebben meegekregen. |
| Bijvoorbeeld: longklachten, vermagering en nachtzweten zijn niet ongewoon bij kinderen uit |
| tuberculeuze ouders. |
| Het niet goed doormaken van ziekten tijdens het leven en het optreden van bepaalde aandoeningen in het |
| voorgeslacht zijn, naast het onvoldoende reageren op passende middelen, aanwijzingen voor het gebruik |
| van nosoden. |
| De nosode biedt de Dynamis op een later tijdstip nogmaals de mogelijkheid tot de onderliggende |
| dynamische verstoring op te lossen. Daarna kan het aangewezen minerale antipsoricum een genezende |
| reactie oproepen en de mens van zijn psorische belasting, de grondoorzaak van chronische ziekte, |
| bevrijden. |
| Het gebruik van nosoden was in de tijd van Hahnemann niet aan de orde. Ze waren er domweg nog niet |
| en daarom vinden we er bij Hahnemann niet veel over terug. Hij neemt echter wel stelling tegen de |
| veronderstelling dat de toepassing van nosoden isopathie zou betreffen: |
| Chronische Ziekten, blz. 185: |
| “De dynamiseringsprocedure (potentiëring) brengt veranderingen aan in de stof en modificeert die, |
| evenals bladgoud na zijn potentiëring niet meer een in het menselijk lichaam inactief, onbewerkt |
| (blad)goud is, maar bij iedere trap van potentiëring meer en meer wordt gemodificeerd en veranderd. |
| Op die wijze gepotentieerd en gemodificeerd is ook de toe te dienen schurftsubstantie (Psorine) niet |
| meer “idem” met de onbewerkte, originele schurftsubstantie, maar slechts een similimum. Want tussen |
| idem en similimum bestaat voor wie kan nadenken geen tussenfase. Met andere woorden, tussen idem |
| en simile kan alleen similimum liggen. Isopathisch en aequale zijn misleidende termen. Als ze iets |
| betrouwbaars moeten betekenen, kunnen ze slechts similimum betekenen, omdat ze niet “idem” (tauton, |
| hetzelfde) zijn.” |
| Omdat nosoden gemaakt zijn van ziekteproducten nemen ze een andere plaats in voor de constitutie dan |
| de minerale antipsorica. |
| Ze hebben een ondersteunende functie voor de antipsorische behandeling. Ze kunnen de Dynamis niet |
| van het psorisch miasma bevrijden. Nosoden zijn gemaakt van het gevolg, het resultaat van ziekte en |
| spiegelen niet de psorische oorzaak. Ze spiegelen het moment waarop de Dynamis het bij bepaalde |
| ziekten heeft moeten laten afweten. |
| Wanneer er aanwijzingen zijn voor het inzetten van een nosode rijst de vraag of de nosode als solitair |
| middel gegeven moet worden of dat er op een andere manier mee omgegaan dient te worden. Wordt het |
| symptoombeeld in hoge mate bepaald wordt door verschijnselen die naar een nosode verwijzen, dan kan |
| deze als ware het een constitutiemiddel solitair worden voorgeschreven. |
| Erna zullen altijd één of meerdere minerale middelen moeten worden ingezet om de antipsorische |
| behandeling te vervolgen. Bij patiënten die aanvankelijk goed reageerden op een bepaald mineraal |
| middel en later niet meer dient de nosode om de weg vrij te maken voor het constitutiemiddel. Ofschoon |
| het symptoombeeld duidelijk op een of ander geneesmiddel kan wijzen, zijn er soms eveneens |
| symptomen die een nosode indiceren. In zo‟n geval dient de nosode gegeven te worden zodra de |
| vooruitgang in de genezing stagneert, eventueel in afwisseling met het aangewezen constitutiemiddel! |
| 72 |
| |
| Allopathische medicijnendie door potentiëring homeopathische geneesmiddelen zijn geworden noemen |
| we tautopathische middelen. Tautopathische middelen staan niet in relatie tot de menselijke constitutie |
| of tot de natuurlijke ziekte en zijn daarom feitelijk in letterlijke zin geen homeopathische |
| geneesmiddelen. Ze kunnen chronische ziekten niet duurzaam genezen. Wat is dan hun functie binnen |
| het homeopathisch geneesmiddelbestand? Allopathische medicijnen worden tegenwoordig in |
| overweldigende hoeveelheden toegepast. |
| De druk die zulke medicijnen op de constitutie uitoefenen is enorm. In de westerse wereld is één op de |
| drie patiënten ziek door allopathische behandeling(en). We noemen dit iatrogene ziekten. In |
| Hahnemann‟s tijd was het overmatig gebruik van allopathische medicamenten evenmin een |
| zeldzaamheid en ook toen had het verstrekkende gevolgen. |
| 73 |
| |
| “De chronische(en vooral de gecompliceerde) aandoeningen hebben voor hun genezing naar |
| verhouding meer tijd nodig. Allopathische wankunde was niet alleen onmachtig de natuurlijke ziekte te |
| genezen, maar produceerde vaak ook nog chronische geneesmiddelziekten erbij, en vooral die hebben |
| een veel langere tijd voor herstel nodig. Vaak zij ze zelfs ongeneeslijk geworden door de brute |
| roofaanslag op de krachten en lichaamsvochten van de patiënt (aderlatingen, laxaties enz.). Dit is |
| bijvoorbeeld het geval bij de vaak langdurig voortgezette toepassing van hoge doses sterk werkende |
| middelen, die voorgeschreven werden op grond van loze, foutieve veronderstellingen van hun beweerde |
| nut bij gevallen, die schenen te lijken op de actuele ziekte. |
| Denk aan het voorschrijven van inadequate mineraalbaden enz., kortom “de gebruikelijke heldendaden |
| van de allopathie in hun zogenaamde kuren.” |
| Allopathische medicatie heeft een drieledig effect. Ten eerste is de chemisch synthetische |
| verontreiniging van het stoflichaam biologisch moeilijk afbreekbaar. Het gevolg is overbelasting van de |
| organen die zorg dragen voor de ontgifting en reiniging van het organisme. Over de schadelijke effecten |
| op lange termijn is dikwijls weinig bekend. Zo af en toe wordt de wereld opgeschrikt door |
| verontrustende berichten en beginnen slachtoffers een rechtszaak om hun recht en genoegdoening te |
| halen. Een tweede effect, en zo mogelijker nog schadelijker, is dat de door de Dynamis gecreëerde |
| symptomen niet worden opgelost doch slechts afgeleid en onderdrukt. Hierdoor kan de levenskracht zich |
| niet meer uiten en door ziektesymptomen de spanning in het organisme verlichten. Zo vindt er verdere |
| blokkering en stagnatie van de dynamische energie plaats. Ten derde heeft allopathische medicatie altijd |
| een toename van pathologie ten gevolge. De patiënt wordt op termijn ernstiger ziek. |
| Overgevoeligheidsreacties zijn geen uitzondering. In de reguliere pharmacopee heten de risico‟s |
| eufemistisch bijwerkingen. De teweeggebrachte effecten kunnen een indicatie zijn om het betreffende |
| allopathische medicijn dat vervelende bijwerkingen gaf of langdurig werd ingenomen eens in |
| gepotentieerde vorm voor te schrijven. Dit kan een overweging zijn wanneer de patiënt niet adequaat op |
| de voorgeschreven homeopathische middelen reageert. De Dynamis wordt zo ondersteund in het |
| afrekenen met de belasting die voortkomt uit allopathisch medicijngebruik. Een tautopathisch middel |
| schept daarmee binnen de Dynamis de mogelijkheid voor de werking van andere homeopathische |
| geneesmiddelen. |
| Overige homeotherapeutica – psora in juiste baan |
| Dierlijke, plantaardige en tautopathische middelen en de nosoden werken niet genezend op de |
| grondoorzaak van ziekte die Hahnemann definieerde als psora. Met zulke middelen hoeven wij ten |
| aanzien van de genezing van de psorische belasting - de meest fundamentele verstoring van de natuurwet |
| „actie = reactie‟ - weinig hoop te koesteren. De geneesmiddelen om de Dynamis te helpen zich te |
| bevrijden van de psorische belasting komen voornamelijk uit het rijk van de antipsorische minerale |
| middelen. |
| De overige homeotherapeutica dienen, om met Hahnemann te spreken, “om de psora in de juiste baan te |
| brengen zodat het antipsorische minerale middel zijn genezende werk kan verrichten”. Ongeacht of het |
| een plantaardig, dierlijk of tautopathisch middel of een nosode is waarop de patiënt goed reageert, de |
| homeopaat weet dat die reactie niet werkelijk blijvende genezing kan inhouden indien de behandeling |
| niet wordt afgesloten met een diepwerkend mineraal antipsorisch constitutiemiddel. Dit |
| constitutiemiddel moet worden ingenomen totdat er een eindverergering optreedt. Wordt de afsluiting |
| met een mineraal antipsoricum nagelaten dan zullen na verloop van tijd de oude symptomen terugkomen |
| of er ontstaan nieuwe symptomen. |
| 74 |
| Voor de patiëntbetekent dit „een nieuwe ziekte‟, voor de homeopaat een na langere tijd hernieuwde |
| opleving van de niet werkelijk genezen psorische belasting. |
| Psorische indifferentie |
| De psorische diathese beïnvloedt de reacties op exogene prikkels. De homeostase (innerlijke balans) |
| wordt hierdoor steeds verder verstoord. Spontaan en direct reageren wordt vrijwel onmogelijk. Zulke |
| verstoorde, vertraagde en onvolledige reacties kunnen voor de goede observator op alle niveaus van |
| menselijk leven waarneembaar zijn. |
| Psorische belasting kan zowel leiden tot verminderde als tot overmatige reacties. In het eerste geval zien |
| we na een aanvankelijke verbetering, met een duidelijk en goed reactiepatroon, dat de reacties op het |
| volgende voorschrift zonder aanwijsbare reden afnemen. Soms gebeurt dit in een vroeg stadium van de |
| behandeling. De patiënt komt op consult en zegt: ”Het eerste middel dat u mij gaf heeft goed gewerkt. |
| De middelen die u mij daarna gaf hebben niets gedaan.” Het lijkt alsof de Dynamis niet meer is te |
| prikkelen tot genezende activiteit. Alsof de eerste goede reactie meteen alle reserves voor verder |
| reageren heeft opgebruikt! Ieder volgend geneesmiddel geeft wel eerst een beginverergering doch die |
| wordt niet gevolgd door een constructieve verbetering. |
| Elk geneesmiddel schijnt te werken en toch constateren we dat er in het klachtenpatroon niets wezenlijks |
| is veranderd. De gegeven middelen werden op de juiste indicaties voorgeschreven en aan de keuze van |
| potentie en dosering lag het evenmin. Het probleem ligt in eerste instantie niet bij de homeopaat, maar |
| bij het onvermogen van de Dynamis om te reageren op prikkels. De Dynamis verkeert in de |
| verlammende greep van de psorisch miasmatisch pathologische belasting, die normale, genezende |
| reacties verhindert. Deze greep kan zo sterk zijn dat er op nagenoeg ieder voorschrift een inadequate |
| reactie volgt. Het niet-reageren is het werkelijke probleem. Hierop moet de geneesmiddelkeuze worden |
| gericht. |
| Het middel waarmee zo‟n probleem wordt opgelost draagt het predikaat tussenmiddel. De bijbehorende |
| rubriek in het repertorium vinden we in het hoofdstuk Generals: „When well selected remedies fail to |
| act‟. Hier vinden we middelen die elk vanuit een verschillende achtergrond geïndiceerd zijn wanneer de |
| ogenschijnlijk „aangewezen‟ geneesmiddelen niet werken. Twee belangrijke middelen in deze rubriek |
| zijn Sulphur en Carbo vegetabilis. |
| Sulphur was voor Hahnemann het belangrijkste antipsoricum. Het middel wordt in de homeopathische |
| praktijk veelvuldig gebruikt, en wel in zo‟n mate dat Kent schrijft: “Men kan de deskundigheid van een |
| homeopaat niet aflezen aan de frequentie waarmee hij Sulphur voorschrijft.” |
| Sulphur neemt een bijzondere positie in de materia medica in. Het is zo frequent geïndiceerd omdat het |
| regelmatig voorkomt dat de Dynamis verminderd reageert! Hahnemann begon de behandeling |
| regelmatig met Sulphur of Hepar sulphuris. Hij deed dat om de casus te „openen‟ en de Dynamis tot |
| reactie te prikkelen. Zijn volgende voorschriften waren meer geïndividualiseerd en op de constitutie |
| afgestemd. |
| Klaarblijkelijk is het zinvol de Dynamis te bevrijden van een stukje psora teneinde ruimte te scheppen |
| voor vrije, curatieve reacties op de volgende middelen. De zwavel in ons organisme ligt ten grondslag |
| aan alle verbrandingsprocessen in het stoflichaam. |
| Zwavel maakt het de Dynamis mogelijk het stoflichaam te verwarmen en te doorleven. Daarom helpt |
| gepotentieerde zwavel, Sulphur, de Dynamis bij het verwarmen en vitaliseren van het stoflichaam. Mede |
| daardoor worden adequate reacties op andere, volgende homeopathische middelen gestimuleerd. |
| Dit was voor Hahnemann de reden om in veel gevallen de behandeling te beginnen met Sulphur. Door |
| de toegenomen vitaliteit die Sulphur uitlokt kan de Dynamis duidelijker symptomen produceren. |
| Daardoor worden een betere geneesmiddelkeuze en adequate, genezende reacties op het meer |
| constitutioneel geïndiceerde geneesmiddel mogelijk. Laten we na de reactiekracht van de Dynamis te |
| 75 |
| prikkelen dan zienwe regelmatig dat de geneesmiddelreactie te kort, niet diep genoeg, of onvolledig is. |
| Sulphur wordt dus niet voorgeschreven als constitutiemiddel, want in essentie betreft het geen Sulphur- |
| patiënt. Er is geen specifiek Sulphur-beeld. Het min of meer gebrekkige specifieke beeld en de |
| ontoereikende reacties op eerdere voorschriften rechtvaardigen de conclusie dat de psorische |
| ontwikkeling zich zo manifesteert dat het genezingsproces stagneert. |
| Chronische Ziekten, blz. 156: |
| “Maar toch ontstaat er bij zeer langdurige en gecompliceerde, meestal tevoren allopathisch verknoeide |
| ziekten bijna altijd de noodzaak, van tijd tot tijd gedurende de kuur weer eens een dosis Sulphur of |
| Hepar sulphuris te geven (al naargelang de symptomen). Dat moet ook als de patiënten eerder al |
| verknoeid waren door grote allopathische zwaveldoses en door zwavelhoudende baden. In die gevallen |
| geven we eerst een dosis Mercurius C30. |
| ” |
| 76 |
| |
| Hahnemann wendt Sulphur,Hepar sulphuris en Mercurius aan als tussenmiddelen om de Dynamis tot |
| reactie aan te zetten, zodat daaropvolgende constitutiemiddelen het te verwachten rendement zullen |
| opleveren. Sulphur en Hepar sulphuris komen in aanmerking bij gebrekkig en te weinig reageren; |
| Mercurius wanneer de Dynamis door grote doses zwavel in een toestand van overgevoeligheid is |
| geraakt, waarbij het acute karakter van de symptomen bepaalde syfilitische kenmerken vertoont. |
| Mercurius vormt hier het „acute deel‟ van Sulphur. Het neutraliseert de naar destructie neigende |
| psorische ACUUT MIASMATISCHE conditie. In zulke gevallen komt zelfs een syfilitisch middel als |
| Mercurius van pas bij de antipsorische behandeling! In plaats van op de constitutie worden de genoemde |
| middelen voorgeschreven op de dynamische of liever adynamische toestand: de psorische indifferentie |
| en de onmogelijkheid om daardoor tot curatieve reacties te komen. In dezelfde context worden door |
| Hahnemann ook Nux vomica en Pulsatilla genoemd. Beiden dienen evenwel voorgeschreven te worden |
| op de voor hen specifieke indicaties. |
| Chronische Ziekten, blz. 176: |
| “Maar toch zijn, zoals vanzelf spreekt, ook de overige, in de genees-middelproeven onderzochte |
| homeopathische middelen, Mercurius niet uitgezonderd, voor bepaalde toestanden bij de psorische |
| ziekten niet te ontberen.” |
| Geneesmiddelen als Sulphur en Carbo vegetabilis hebben in de homeopathische behandeling nog een |
| andere functie dan alleen die van constitutiemiddel. Wat betreft Carbo vegetabilis kunnen we zelfs |
| stellen dat een Carbo vegetabilis-constitutie niet bestaat. De houtskool-patiënt is de dood nabij, zoals dat |
| ook bij de Arsenicum album-patiënt het geval kan zijn. Een mens bezit niet in essentie een Carbo |
| vegetabilis-constitutie. Bij een patiënt die veel Carbo vegetabilis-symptomen vertoont komt na het |
| voorschrijven van dit middel, op basis van de toegenomen vitaliteit en reactiekracht, een beeld |
| tevoorschijn dat vraagt om een ander mineraal middel. De functie van de Carbo vegetabilis is de |
| levenskracht op een milde manier te stimuleren. De reguliere geneeskunde past houtskool toe vanwege |
| zijn ontgiftende en reinigende eigenschappen: bij een voedselvergiftiging bindt en neutraliseert |
| houtskool de toxische darminhoud. Homeopathisch gezien is Carbo vegetabilis geschikt voor patiënten |
| met een lange geschiedenis van spijsverteringsklachten, overprikkeling, disfunctioneren en diarree. Het |
| middel kan een grote diversiteit aan stoelgangklachten produceren. |
| Een belangrijke indicatie voor Carbo vegetabilis vinden we voorts bij de zuigeling met darmkrampjes en |
| overgevoeligheid voor alle voeding. Carbo vegetabilis neemt de overprikkeling weg en stimuleert een |
| goede geneesmiddelreactie. Het middel is geïndiceerd waar geneesmiddelen als Chamomilla en |
| Magnesium carbonicum niet of onvoldoende werken. Een zuigeling die geen moedermelk verdraagt zou |
| in de vrije natuur onvermijdelijk sterven. Wanneer de niet adequaat en sterk genoeg reagerende |
| levenskracht wordt geconfronteerd met de „doodskrachten‟ van Carbo vegetabilis wekt dit in de |
| Dynamis een vitaler reactiepatroon tot leven. Aldus bezit Carbo vegetabilis een milde antipsorische |
| werking, wat betekent dat tijdens de reactiefase van de Dynamis niet gelijk een voor de patiënt |
| belastende toename van ziektesymptomen volgt. Voor Carbo animalis gelden vergelijkbare indicaties. |
| Wanneer tijdens de behandeling van ernstige pathologie, bijvoorbeeld kanker, een stagnatie in de |
| geneesmiddelreacties optreedt, kunnen we met Carbo animalis de vitale reacties nieuw leven inblazen. In |
| het geneesmiddelbeeld van Carbo animalis vinden we de carcinogene tendens duidelijk terug. Zwakte, |
| net als bij Carbo vegetabilis, brandende pijnen en een sterk maligne tendens typeren Carbo animalis. |
| Ontsteking, zwelling en kankerachtige degeneratie van klierweefsel, zoals maagkanker, |
| baarmoederkanker, lymfeklierkanker, borst- of testikelkanker. |
| 77 |
| Bij Carbo vegetabilisspeelt de plantaardige grondsubstantie een belangrijke rol, wat zich openbaart in |
| de milde, functionele ondersteuning van de Dynamis. |
| Bij Carbo animalis treedt de dierlijke, emotionele en hormonale component sterker op de voorgrond, wat |
| blijkt uit de affiniteit van Carbo animalis met het endocriene stelsel, ontstekingen en maligniteit. |
| In zulke gevallen is gebruik van Carbo animalis noodzakelijk, in afwisseling met het constitutiemiddel |
| waarop, hoewel het was geïndiceerd, onvoldoende werd gereageerd. Een Carbo vegetabilis-constitutie |
| bestaat niet, net zo min als een Carbo animalis-constitutie. Beide diep en mild werkende antipsorische |
| middelen zijn als ondersteunend- en tussenmiddel onmisbaar in de homeopathische praktijk. Ze |
| verdienen te worden meegenomen in de differentiaaldiagnose wanneer Sulphur of Hepar sulfuris lijken |
| geïndiceerd. |
| Een andere aanwijzing voor middelen die de Dynamis tot constructieve reacties aanzetten is het herstel |
| van acute collectieve ziekten. Wanneer herstel bij ernstig verzwakte patiënten te veel tijd vraagt of |
| geheel uitblijft is de levenskracht door de acute ziekte zo uitgeput dat het lijkt alsof ze niet meer te |
| prikkelen is. Het herstel verloopt traag en slepend. De allopathie spreekt van de ziekte van Pfeiffer, |
| „burned out‟, myalgische encephalitis (ME) e.d. Door acute infectieziekten raken mensen soms voor |
| langere tijd uit de roulatie. |
| Voor oude mensen en chronisch zieken zijn acute infectieziekten soms zo‟n aanslag op hun vitaliteit dat |
| ze die niet meer te boven komen en overlijden. In zulke gevallen is het herstelvermogen van de Dynamis |
| door voorafgaande chronische psorische belasting dusdanig verzwakt dat acute stoornissen niet meer |
| verwerkt kunnen worden. |
| Dan zegt men dat de patiënt is overleden aan influenza, wat natuurlijk niet het geval is. De patiënt |
| overlijdt aan verregaande ontwikkeling van de chronische psorisch miasmatische belasting, |
| gecompliceerd tot een acuut miasmatische ziekte die de patiënt de crisis brengt waaraan hij komt te |
| overlijden. |
| Chronische Ziekten, blz. 162, 163 en 164: |
| “Wordt de dokter geroepen om zo‟n heersende ziekte te behandelen bij een patiënt die hij niet tevoren |
| als chronische patiënt in zijn praktijk had, dan zal het niet zelden voorkomen, vooral als de koorts nogal |
| fors was, dat hij ontdekt, als hij die overwonnen heeft met het middel dat ook bij de andere patiënten die |
| aan deze aandoening leden homeopathisch specifiek was, dat een volledig herstel ook bij goede voeding |
| en leefregels vaak niet lukken wil. Er komen bijzonderheden van andere aard opzetten (die we |
| gewoonlijk nasleep, naziekten noemen), die langzamerhand dreigen erger en chronisch te worden. In |
| zo‟n geval heeft de arts bijna steeds met een psora te maken, die zich tot een chronische ziekte aan het |
| ontwikkelen is. |
| De epidemische en sporadische koortsen hebben derhalve, net als de acuut miasmatische ziekten, als ze |
| niet spoedig heel duidelijk koers bepalen en zonder uitstel tot genezing overgaan, vaak antipsorische |
| ondersteuning nodig - zelfs als men voor die epidemische of acuut miasmatische aandoening een |
| specifiek homeopathisch middel zou hebben gevonden en op de juiste wijze toegepast. Gewoonlijk |
| behandelde ik dan na met Sulphur, tenzij de patiënt kort tevoren al een Sulphurhoudend geneesmiddel |
| had gebruikt. In dat geval moet men uit de reeks der overige antipsorica het nu passende gebruiken.” |
| Hahnemann‟s opmerking “gewoonlijk behandelde ik dan na met Sulphur” is enigszins raadselachtig en |
| lijkt, oppervlakkig gezien, in strijd met het gelijksoortigheidsbeginsel. Wanneer wij de opmerking echter |
| plaatsen tegen de achtergrond van Hahnemann‟s visie op de verschillende ziektevormen, zien we dat |
| Hahnemann zijn voorschriften baseerde op onderliggende miasmatische tendensen. Het vergt een andere |
| analysemethode dan de gebruikelijke. Sinds Hahnemann maakt de homeopathie een ontwikkeling door |
| waarbij steeds intensiever en op grond van gedetailleerder symptomen wordt gepoogd op de „essentie‟ |
| voor te schrijven. Hahnemann‟s ziekteclassificatie werpt de vraag op of zoiets als de „essentie‟ wel |
| 78 |
| bestaat. Is hetniet veeleer zo dat de patiënt in iedere afzonderlijke, ziekmakende levenssituatie op |
| individueel typerende, karakteristieke wijze zal reageren? |
| In elke afzonderlijke situatie kan de patiënt reageren vanuit zijn „essentie‟ en toch steeds een ander |
| geneesmiddel nodig hebben om de balans te herstellen. De mens heeft meer uitdrukkingsmogelijkheden |
| tot zijn beschikking dan wat wij in één geneesmiddelbeeld kunnen terugvinden. Bijgevolg hebben we |
| voor de chronische behandeling vrijwel altijd meerdere en verschillende middelen nodig, in |
| uiteenlopende potenties. |
| Chronische Ziekten, blz. 127: |
| “Hier stuit ik op de merkwaardige omstandigheid dat absoluut iedere psoravorm – met uitzondering |
| van, zoals gezegd, de zo gemakkelijk inwendig te genezen, vers ontstane, door een nog niet verdreven |
| huiduitslag vergezelde psora – dat wil dus zeggen zowel de psora die nog binnenin sluimert, alsook die |
| zich tot één van de talloze uit haar voortgekomen chronische ziekten heeft ontplooid, zeer zelden door |
| een enkel antipsorisch middel kan worden genezen. Praktisch allemaal hebben ze, om tot volledige |
| genezing te geraken, de toepassing nodig van meerdere van zulke geneesmiddelen en in de ergste |
| gevallen ook wel van vele na elkaar.” |
| Miasma als ziektetendens |
| In de homeopathie kennen we een grote diversiteit aan symptomen: van particulars tot mentals, van |
| generaliteiten tot desires en aversions, enz. In alle symptomen drukt zich iets uit. Achter de symptomen |
| schuilt een miasmatisch pathologisch dynamisch actiepotentiaal. Dit veroorzaakt de symptomen en is de |
| drijvende kracht erachter. Naar mate de immateriële dynamische verstoring actiever dan wel krachtiger |
| nemen de symptomen qua geaardheid, heftigheid en intensiteit navenant toe. |
| Deze achtergrondspanning verleent de symptomen hun kracht en dynamiek, hun progressieve dan wel |
| adynamische karakter. |
| De dynamische verstoring tendeert er naar zich op een bepaalde wijze in het menselijk organisme uit te |
| drukken. Zo kan de mens zich in iedere, zich aan hem voordoende levenssituatie op individueel |
| karakteristieke wijze uitdrukken, op een gezonde of ongezonde manier. De miasmatische belasting |
| verstoort het gezonde actie-reactiepatroon en maakt dat de mens niet in overeenstemming met de |
| aanleiding reageert. |
| We kunnen de miasmatische belasting zodoende omschrijven en definiëren als de mate waarin de mens |
| naar ziek worden neigt. Het miasma op zich vertegenwoordigt de latente of manifeste ziektetendens. In |
| essentie behandelt de klassiek homeopaat met zijn dynamische, gepotentieerde geneesmiddelen de |
| achter de symptomen schuilgaande miasmatische ziektetendens. Dit heeft het grote voordeel dat in een |
| vroeg en dus nog niet ernstig pathologisch stadium al kan worden ingegrepen, op voorwaarde dat wij |
| zicht hebben de achterliggende tendens. |
| Wanneer de homeopaat uit het summiere symptoombeeld reeds de carcinogene tendens kan opmaken en |
| weet dat er op de achtergrond een dergelijk proces gaande is dan hoeft hij niet te wachten tot er zich |
| daadwerkelijk een tumor heeft gevormd alvorens de predispositie te behandelen. |
| Wordt de predispositie niet doelgericht en adequaat behandeld dan zal de patiënt in de toekomst, in |
| weerwil van de genoten homeopathische behandeling, toch een reëel risico lopen maligniteit te |
| ontwikkelen. |
| Een andere miasmatisch pathologische achtergrond zal zich op een andere manier openbaren, |
| bijvoorbeeld als astma, reuma, maagzweer, hartinfarct of diabetes. De daadwerkelijke stoffelijke |
| ziekteuiting is niet meer dan het sluitstuk van het psorische drama dat zich dikwijls reeds veel jaren |
| heeft voortgesleept. De regels of „wetten‟ van Hering zijn gebaseerd op dezelfde wetmatigheid. Zolang |
| er uitgesproken pathologische tendensen op grond van erfelijkheid of biografie herkenbaar zijn en er niet |
| 79 |
| op werd voorgeschreven,loopt de patiënt het risico dat zulke tendensen zich stoffelijk gaan |
| manifesteren. Sterker nog, hoe gezonder de patiënt over het algemeen is, hoe meer energie en vitaliteit er |
| voorradig is om de ongenezen pathologische ontwikkeling te voeden. |
| Voorafgaande ontregeling |
| Ziekteverschijnselen zijn het gevolg van de eraan voorafgaande ontregeling van de levenskracht. De |
| ontregeling van levenskracht of Dynamis is immaterieel. In eerste instantie verschijnen de symptomen |
| op het immateriële, dynamische niveau: de patiënt “voelt zich niet goed”. Een en ander drukt zich uit in |
| subjectieve symptomen. Materiële afwijkingen vallen nog niet waar te nemen. Worden zulke |
| symptomen onderdrukt of wordt de ontregeling van de Dynamis niet hersteld en genezen dan zal de |
| ziekte zich, afhankelijk van de achterliggende miasmatische belasting, na kortere of langere tijd |
| stoffelijk kenbaar maken. |
| De aandoening heeft nu een materiële component geschapen en is diagnosticeerbaar. De (terug)weg naar |
| genezing vergt in zo‟n geval meer tijd. Zolang de ziekte zich nog op het dynamische vlak van de |
| ontregeling van de levenskracht manifesteert als ziektetendens, blijkt het eenvoudiger genezende reacties |
| in gang te zetten. Het is de taak van de homeopaat om uit de activiteiten van de levenskracht te |
| destilleren welke symtomen uitdrukking zijn van welke pathologische tendens. |
| Welke symtomen horen bij de levensfase waarin de patiënt zich bevindt? Een provocerende puber |
| gedraagt zich overeenkomstig zijn levensfase, in tegenstelling tot de 65-jarige die zijn omgeving loopt |
| op te jutten. In het eerste geval heeft zoiets minder symptoomwaarde dan in het tweede. Zijn hierbij de |
| gedragssymptomen gerelateerd aan de levensomstandigheden en hieruit grotendeels verklaarbaar, dan |
| betekent het dat ze niet diep constitutioneel zijn en evenmin als zodanig moeten worden geduid. |
| Een plantaardig middel heeft de voorkeur indien de mentale gesteldheid verklaarbaar is vanuit de |
| levensomstandigheden. Het zal snel een genezende reactie oproepen. Heel anders ligt het wanneer de |
| patiënt een leven van conflicten achter de rug heeft vanwege non-conformistisch en provocerend gedrag. |
| Dit is veeleer een chronisch constitutionele gesteldheid, gebaseerd op een onderliggende chronisch |
| miasmatische verstoring. |
| Hier schrijven we diepwerkende antisyfilitische of antisycotische geneesmiddelen voor in afwisseling |
| met passende antisporische middelen en eventueel in afwisseling met de bijhorende nosoden als de |
| erfelijke belasting of de biografie daar aanleiding toe geeft. De homeopathische analyse op grond van de |
| juiste symptoomclassificatie heeft derhalve geen eliminerend doch een synthetiserend karakter. Ieder |
| symptoom krijgt zijn plek en wordt recht gedaan door middel van het voorschrift op basis van |
| gelijksoortigheid. |
| De patiënt wordt op basis van de op de juiste symptoomclassificatie voorgeschreven middelen bevrijd |
| van de onderliggende miasmatische pathologische tendensen, die anders in de toekomst onheil voor hem |
| in petto zouden hebben. Afhankelijk van het ontwikkelingsstadium zullen de basale miasmatische |
| verstoringen zich dus in meer of mindere mate doen gelden. |
| Onderkent de homeopaat ze niet dan kan hij slechts wachten tot de intensiteit toeneemt en daardoor het |
| pathologische beeld duidelijker wordt. In de tussentijd maakt de miasmatische tendens de patiënt echter |
| zieker, zodat de homeopaat door de presentatie van symptomen duidelijker signalen krijgt wat hem te |
| doen staat. Dit toont het belang van het in een vroeg stadium herkennen en onderkennen van |
| achterliggende pathologische tendensen! |
| Samenvatting |
| Homeopathische geneesmiddelen zijn onder te verdelen in vijf groepen: plantaardige, dierlijke, minerale |
| en tautopathische middelen en nosoden. |
| 80 |
| Nosoden zijn geïndiceerdbij problemen ten gevolge van erfelijke belastingen of bij het niet te boven |
| komen van crises. De indicaties voor plantaardige en dierlijke middelen liggen voornamelijk bij de acute |
| ziekten, te weten: incidenten, collectieve ziekten en acuut miasmatische ziekten. Het betreft hier ziekten |
| van exogene origine die de levenskracht verstoren. |
| Tautopathische geneesmiddelen zijn passend waar gebruik van allopathische medicijnen een duurzame |
| blokkade van de Dynamis heeft bewerkstelligd. |
| Minerale geneesmiddelen ten slotte zijn constitutiemiddelen die worden voorgeschreven op een |
| endogeen miasmatische belasting van de levenskracht, met name de psorische. Het zijn de minerale |
| middelen die uiteindelijk genezing teweegbrengen. |
| 81 |
| 8. Analyse vanuitziekteclassificatie |
| Classificeren van ziekte |
| Het classificeren van ziekte voordat we tot voorschrijven en behandeling kunnen overgaan heeft grote |
| consequenties voor de manier waarop met de door de patiënt verstrekte informatie wordt omgegaan. |
| Nadat de homeopaat zich een beeld heeft geschapen is de eerste vraag: met wat voor soort ziekte heb ik |
| hier te maken? |
| Organon, §104: |
| “Als eenmaal de totaliteit van de symptomen, die het ziektegeval in het bijzonder bepalen en kenmerken, |
| met andere woorden het ziektebeeld, van de een of andere soort nauwkeurig is vastgelegd, dan is het |
| zwaarste werk ook klaar.” |
| Met andere woorden: |
| Is er sprake van een acute ziekte gebaseerd op een incident of collectieve ziekte? |
| Is er sprake van een acute opleving van een chronisch constitutionele gesteldheid (acuut miasmatische |
| ziekte)? |
| Is er sprake van een chronisch constitutionele gesteldheid of is het de manifestatie van een familiare |
| erfelijke tendens? |
| Er is dikwijls sprake van een combinatie. Bijvoorbeeld: chronisch constitutionele klachten zijn |
| toegenomen of wisselen zich af met symptomen die horen bij de levensomstandigheden of bij acute |
| symptomen. |
| Het kan zijn dat een patiënt met chronisch eczeem veel te lijden heeft onder de spanningen van een |
| slechte relatie en een aanstaande echtscheiding. Of een van de kinderen is ziek, waardoor het eczeem, tot |
| dan rustig, weer hevig de kop opsteekt. |
| Herhalen wij in zo‟n situatie het eerder op de chronisch constitutionele gesteldheid voorgeschreven |
| minerale middel, dan heeft de aandoening - in de gegeven situatie - de neiging erger te worden door het |
| antipsorische en vitaliserende effect van het minerale middel. Met andere woorden, het minerale middel |
| is ongelijksoortig ten aanzien van de actuele, acute situatie en daarom niet passend. In de actuele, acute |
| situatie bundelt de levensenergie zich als het ware samen tot een beperkte groep symptomen van grote |
| intensiteit. |
| Dag en nacht is de patiënt min of meer bevangen door de actuele en zich als acute ziekte manifesterende |
| problematiek. De chronische klachten kunnen erdoor eveneens verergeren: de diepere constitutionele |
| symptomen gaan mee resoneren met de heftiger actuele ziektetoestand. De intensiteit van de klachten |
| noopt de patiënt hulp te zoeken. |
| Weigert de homeopaat voor te schrijven op de nieuwe situatie omdat het “mogelijk een verergering |
| betreft op het eerder ingenomen minerale middel” dan zoekt de patiënt zijn heil elders. Maar funderen |
| we ons oordeel op de ervaringen en inzichten in Hahnemann‟s Chronische Ziekten dan zullen we op de |
| actuele situatie een plantaardig of dierlijk middel met beperkte dieptewerking in gepaste potentie en |
| frequentie voorschrijven. Het eerder voorgeschreven constitutiemiddel kan daardoor ongestoord |
| doorwerken. |
| Chronische Ziekten, blz. 1: |
| “De homeopathische geneeskunst, zoals die in de geschriften van mij en mijn leerlingen is onderwezen, |
| heeft, mits serieus nagevolgd, tot dusver overduidelijk, op treffende wijze haar natuurlijke superioriteit |
| 82 |
| bewezen boven iedereallopathische werkwijze, niet alleen bij alle ziekten die mensen plotseling |
| overkomen (de acute ziekten), maar ook bij de epidemische aandoeningen en sporadische (hier en daar |
| optredende) koortsziekten. |
| De venerische ziekten werden door de homeopathie eveneens veel veiliger, met minder moeite en zonder |
| naweeën grondig genezen; deze verdelgde en genas namelijk het inwendige euvel, dat aan die ziekten te |
| grondslag lag, door het meest specifieke middel uitsluitend van binnen uit, zonder de plaatselijk |
| ontstane aandoeningen te storen of te vernietigen. Maar het getal van de overige langdurige ziekten op |
| heel de wereld was en bleef onvergelijkelijk veel groter, ja ontzagwekkend groot.” |
| 83 |
| Nuancering van deverschillende ziektevormen |
| Op pagina 1 van Chronische Ziekten komt Hahnemann met een nuancering van de diverse ziektevormen |
| en ziekteprocessen. In het leven van de patiënt komen we zulke vormen en processen eveneens tegen. |
| Acute aandoeningen die binnen de constitutie zijn opgelost, zullen in de biografie en dus in de anamnese |
| geen rol van betekenis spelen. Anders gezegd, van acute ziekten die goed zijn genezen vinden we geen |
| sporen terug. En andersom: niet goed genezen acute ziekten laten sporen na. Niettemin hoeven wij bij |
| een patiënt die, bijvoorbeeld, niet goed de mazelen heeft doorgemaakt geen overduidelijk Morbillinum- |
| beeld [mazelen nosode] te verwachten. De tekenen zijn eerder sluipend en meer verborgen. |
| We merken ze dikwijls niet eens op en kennen ze bijgevolg niet de juiste waarde toe. De obstructie |
| vanuit het verleden creëert een blokkade in de reactie op, met name, het voorgeschreven antipsoricum. |
| Voorgeschreven middelen werken niet of slechts ten dele; de reactie is voor zowel patiënt als homeopaat |
| verre van bevredigend. Het niet (goed) doormaken van, bijvoorbeeld, mazelen heeft tot gevolg dat de |
| betrokkene niet kan afrekenen met een stuk erfelijke miasmatische belasting. Er kunnen vroegtijdige |
| pathologische ontwikkelingen uit voortvloeien, die de manifestatie zijn van de niet geneutraliseerde |
| erfelijke tendens die zich voordoet als endogeen chronisch constitutioneel klachtenpatroon. |
| Veel ernstige ziekten bij jonge kinderen zijn verklaarbaar vanuit deze achtergrond. Het niet kunnen |
| oplossen van erfelijke belasting met behulp van acute ziekten - kinderziekten - maakt dat het kind moet |
| opgroeien met de pathologische tendensen van het voorgeslacht. Deze kunnen zich reeds vroeg in het |
| kinderleven openbaren. Zoals gezegd, het is onwaarschijnlijk dat de patiënt een typisch Morbillinum- |
| beeld presenteert. De kans is veel groter dat hij komt met, laten we zeggen, constitutionele Calcarea |
| carbonica-symptomen. |
| Desondanks zal de reactie op dit constitutiemiddel beduidend beter zijn wanneer we het laten voorafgaan |
| door Morbillinum of, beter nog, deze twee geneesmiddelen in afwisseling geven. Hierdoor wordt de |
| „mazelen-blokkade‟ door Morbillinum opgeruimd. In de ontstane ruimte kan de Dynamis constitutioneel |
| curatief op Calcarea reageren. |
| Een carcinogene erfelijke tendens noodzaakt, bij niet genezend reageren op de voorgeschreven passende |
| geneesmiddelen, om het „blokkademiddel‟ Carcinosinum voor te schrijven. Bij kinderen geboren uit |
| tuberculeuze ouders stuiten we op de tuberculinische constitutielaag, die blokkerend werkt op het |
| zelfgenezende vermogen. Een Tuberculinum nosode slaat hier de brug naar een genezend constitutioneel |
| reactiepatroon en naar gezondheid. |
| Een vergelijkbare situatie doet zich voor bij geslachtsziekten in het voorgeslacht, waarbij het |
| homeopathisch analoge middel gevonden kan worden in Medorrhinum of Syphilinum. Het zou van |
| naïveteit en weinig praktijkervaring getuigen als we beweren dat met het éénmalig voorschrijven van de |
| desbetreffende nosode in een C-potentie de gehele achterliggende pathologische tendens kan worden |
| opgelost en verwijderd. Of de tendens opgelost is blijkt uitsluitend uit structureel genezende reacties op |
| het geïndiceerde constitutiemiddel. |
| Bij ongewijzigde symptomen vinden we telkens wanneer niet goed meer wordt gereageerd op het |
| passende constitutiemiddel, een indicatie voor de desbetreffende nosode. |
| Het probleem van ontoereikende reacties is derhalve te ondervangen door de nosode net zo lang in |
| afwisseling te geven met het geïndiceerde constitutiemiddel tot blijkt dat het reactievermogen van de |
| Dynamis niet langer wordt beperkt. De nosode kan dan worden weggelaten. |
| Door de grootschalige vaccinatieprogramma‟s en de pathologische constitutionele gevolgen ervan voor |
| het verdere leven is de toepassing van nosoden onvermijdelijk. Individueel geïndiceerde nosoden helpen |
| de gezondheid te (her)winnen. Neutralisatie en bevrijding van erfelijke ziektetendensen is |
| noodzakelijker dan ooit en wordt in de homeopathie bereikt met het gebruik van nosoden. |
| Behalve erfelijke tendensen kunnen ook andere stoorzenders de behandeling hinderen. Bijvoorbeeld: de |
| patiënt krijgt tijdens de constitutiebehandeling een ongeluk. Indien het een ernstig ongeval betreft dient |
| 84 |
| de chronische ziektebehandelingte worden onderbroken om eerst de nieuwe, acute situatie te behandelen |
| met het passende traumamiddel of soms met traumamiddelen in afwisseling. |
| Zo wordt Arnica montana gegeven bij kwetsuren van bot, pees, spier of beenvlies, (eventueel) in |
| afwisseling met middelen als Symphytum, Ruta of Rhus toxicodendron. De ervaring leert dat daardoor |
| herstel veel sneller optreedt. Hahnemann ging precies zo te werk, waarvan we voorbeelden vinden in |
| zijn Krankenjournale en Chronische Ziekten. |
| Organon, §248: |
| “Daarvan laat men de patiënt één of (in stijgende hoeveelheid) meerdere koffie- of theelepeltjes |
| innemen, bij langdurige ziekten dagelijks of om de dag, maar in acute ziekten alle 6, 4, 3, of 2 uur en in |
| de dringendste gevallen elk uur of nog vaker.” |
| Dynamis streeft naar overleven |
| Een acute situatie is zo overheersend dat een middel voor de chronische symptomen op zo‟n moment |
| absoluut niet aan de orde is. Het chronische symptoombeeld wordt door het geweld van het acute trauma |
| naar de achtergrond gedrukt. De Dynamis heeft alle energie nodig voor overleving. Zodra het beter gaat |
| met de patiënt komt de vraag aan de orde wanneer het verantwoord of zelfs noodzakelijk is de |
| chronische constitutiebehandeling voort te zetten. |
| De patiënt herstelt van het trauma en de chronische klachten steken weer nadrukkelijker de kop op. Wat |
| nu te doen? Enerzijds zijn er de restverschijnselen van het trauma, anderzijds vragen de chronische |
| klachten om aandacht. De enige onderlinge relatie die de symptomen hebben is dat zij optreden bij een |
| en dezelfde persoon in dezelfde tijdspanne. |
| De door het trauma opgeroepen symptomen hebben een exogene oorzaak, terwijl de andere voortkomen |
| uit de constitutionele gesteldheid van de Dynamis. Laatstgenoemden noemen we „miasmatisch endogeen |
| constitutioneel‟. Beide groepen, zowel de traumatische alsook de constitutionele, vragen een |
| geneesmiddel, inclusief de passende potentie en frequentie, dat overeenkomt met hun karakter en |
| dynamiek. |
| Van een geneesmiddel voorgeschreven op de hoofdpijnsymptomen na een ongeval kunnen we niet |
| verwachten dat het eveneens de chronische klachten duurzaam verbetert. De chronische klachten houden |
| geen verband met de exogene verstoring - het trauma - doch berusten op een endogeen miasmatische |
| ontregeling. |
| We moeten ons niet laten misleiden wanneer de chronische symptomen onder invloed van het |
| traumamiddel tijdelijk lijken te verbeteren. Bij psorische patiënten kan het zelfs zo zijn dat de |
| verbetering van de chronische symptomen enige tijd aanhoudt. Wanneer het passende antipsoricum niet |
| wordt gecontinueerd keren ze evenwel spoedig terug. Na inname van Ignatia vanwege een groot verdriet |
| kan, bijvoorbeeld, het gevoel ontstaan dat Ignatia een diepe (constitutionele) verbetering bewerkstelligt. |
| In werkelijkheid heeft Ignatia echter slechts de gevolgen van het emotionele incident helpen opruimen, |
| waarbij de voorspoedige verbetering voor ruimte heeft gezorgd. In de fundamentele Phosphorus- of |
| Natrium muriaticum gesteldheid of de Carcinosinum-blokkade brengt Ignatia geen verandering. |
| De chronisch antipsorische of hereditaire sfeer wordt door een middel als Ignatia niet permanent |
| beïnvloed, zodat de basale tendensen zich na verloop van tijd weer manifesteren. Tijdens anamnese en |
| analyse schemeren de constitutielagen en andere tendensen reeds door in de symptomen. We negeren ze |
| soms omdat ze niet van belang zijn bij de zogeheten klassieke manier van voorschrijven. |
| De gebruikelijke analysemethoden maken gebruik van de meest karakteristieke symptomen. Als minder |
| typerend opgevatte symptomen worden voorlopig terzijde geschoven. Aldus wordt via eliminatie van |
| minder belangrijke symptomen doorgedrongen tot de „essentie‟ van de casus, waarop vervolgens wordt |
| 85 |
| voorgeschreven. De talrijkestromingen in de homeopathie zijn evenzoveel verschillende wegen om tot |
| hetzelfde resultaat te komen: het vinden van het „juiste‟ middel. |
| Voorschrijven van het juiste geneesmiddel op de constitutie heeft vaak alleen zin wanneer er niet te |
| veel stoorzenders zijn die een curatieve reactie van de Dynamis belemmeren. |
| Een probleem dat zich hierbij geregeld voordoet is dat een kenmerkend symptoom, bijvoorbeeld met |
| betrekking tot verdriet, onterecht als endogeen constitutioneel symptoom wordt geduid en behandeld. In |
| werkelijkheid is het symptoom evenwel gerelateerd aan een incident, een voorval in het leven van de |
| patiënt. |
| Wordt nu het betreffende symptoom of de symptoomgroep bij de analyse, repertorisatie en |
| differentiaaldiagnose voor constitutioneel aangezien dan volgt de keuze van een mineraal middel. Maar |
| aangezien de gesteldheid alleen gerelateerd is aan het verdrietige voorval, is meewegen van |
| constitutionele symptomen voor de geneesmiddelkeuze - tijdens deze fase van het incident - niet aan de |
| orde en zelfs ongewenst. |
| Tempo en dynamiek van het minerale middel zijn doorgaans niet analoog aan snelheid en dynamiek van |
| het incident. Een mineraal middel dat wordt gegeven vanwege de gevolgen van een incident zal dieper |
| dan noodzakelijk inwerken, waardoor de constitutionele spanning toeneemt en de patiënt verslechtert. |
| Iedere verergering van symptomen wijst feitelijk op ongelijksoortigheid: van geneesmiddel, potentie, |
| dosering of frequentie. |
| Alle symptomen gerelateerd aan het incident dienen voor de geneesmiddelkeuze te worden |
| meegenomen. Bij een acuut voorval of incident is een plantaardige middel het geschiktst. De chronische |
| symptomen die zich tegelijkertijd blijven tonen geven dikwijls een vingerwijzing voor het minerale |
| constitutiemiddel dat spoedig na het plantaardige middel zal volgen. |
| Een gedegen onderscheidingsvermogen ten aanzien van het soort ziekte symptomen is bij de analyse van |
| de ziekteclassificatie van groot, misschien wel doorslaggevend belang voor effectieve behandeling. Om |
| de afzonderlijke symptomen van het ziektebeeld te kunnen analyseren en op waarde te schatten dient de |
| homeopaat te weten wat op welk moment moet worden behandeld. Symptomen geven weer hoe het |
| ervoor staat met de vitaliteit, de Dynamis en de pathologie. |
| Voor de meest gelijksoortige behandeling van de actuele toestand zullen we moeten begrijpen waar ieder |
| afzonderlijk symptoom vandaan komt. Elimineren of door elkaar halen van ziektesymptomen resulteert |
| in het voorschrijven van homeopathische middelen op een allopathische manier. |
| Genezing van psora zal zo uitblijven of slechts via omwegen kunnen worden bereikt. |
| Het voorschrift dekt niet de symptomen die de totaliteit van de ziektesoort weerspiegelen, terwijl daar |
| wel het zwaartepunt ligt. De volgende enigszins ingekorte casus moge ter illustratie dienen. |
| Casus menstruatieproblemen |
| Een jonge vrouw (34 jaar) komt onder behandeling vanwege menstruatieproblemen en tussentijds |
| bloedverlies. Ze heeft tien jaar lang de pil gebruikt maar is daar mee opgehouden toen ze kinderen wilde. |
| Ze werd vrijwel direct zwanger. Sinds de geboorte van haar dochtertje, drie jaar geleden, is de |
| menstruatie „van slag‟. De menstruatiepijnen zijn toegenomen. Soms is er krampende pijn waarbij ze |
| liefst plat op buik of rug in bed ligt. Graag een hete kruik op de buik, geen zin om op te staan. Beter door |
| warmte en bij alleen zijn. Ze wil met rust worden gelaten. Tegen de avond wordt de pijn wat minder. |
| Sinds de zwangerschap is de behoefte aan seks zodanig verminderd dat het bijna een aversie is |
| geworden. Dit leidt tot grote spanningen in de relatie. Onder de aanhoudende druk van haar partner geeft |
| ze weliswaar toe, maar ze ervaart het bijna als verkrachting. |
| 86 |
| Het verergert deverwijdering tussen haar en haar man. Ze speelt ernstig met de gedachte zich van hem |
| te laten scheiden, doch durft hier niet met hem over te beginnen. |
| “Als ik van hem af wil moet ik als hij niet thuis is de koffers pakken en weggaan, anders komt het er |
| toch niet van. Bovendien durf ik er bij mijn ouders niet mee aan te komen want zij zijn stapel op hem en |
| ik kan toch niets goed doen, dat is altijd al zo. Daarnaast is mijn vader zo autoritair dat als ik bij mijn |
| ouders thuis zou komen, hij me zo weer terug naar huis brengt.” |
| Bij navraag blijkt oma van vaderszijde te zijn overleden aan borstkanker. Er komt veel allergie in de |
| familie voor. Patiënte zelf geeft aan twee keer (!) waterpokken te hebben gehad. |
| Een casus zoals wij ze dagelijks kunnen tegenkomen. Bij nadere beschouwing zijn er een drietal „lijnen‟ |
| of pathologische tendensen in te ontdekken. |
| Ten eerste: constitutioneel. |
| De menstruatieklachten en alle begeleidende symptomen. Het tussentijds bloedverlies, de > warmte, |
| alleen zijn, met rust gelaten willen worden, het op de buik slapen en de > tegen de avond. De |
| vermindering van het libido en de klachten na de zwangerschap. Aversie seks. Daarbij het tien jaar |
| pilgebruik. Het plaatje is compleet. Op basis van de constitutionele symptomen kan met een gerust hart |
| Sepia voorgeschreven worden. |
| Ten tweede: biografie. |
| De relatie staat op springen. Ze voelt zich kennelijk niet opgewassen tegen haar man, laat zich voor haar |
| gevoel steeds „gebruiken‟, „verkrachten‟ welhaast, en durft geen stelling te nemen. Het wellicht |
| onnodige (?) risico is dat ze haar koffers pakt en verdwijnt. De levensomstandigheden en de manier van |
| reageren wijzen op Staphisagria. |
| Ten derde: biografisch/erfelijke tendensen. |
| Dit betreft haar relatie met haar ouders, in het bijzonder de vader, door wie zij zich nogal heeft laten, en |
| nog laat, domineren. Voor haar gevoel kon ze nooit iets goed doen en bepalen haar ouders, in haar |
| beleving, nu nog voor haar wat er gaat gebeuren. |
| Daarnaast komt er in de familie bij oma borstkanker voor en heeft ze zelf tweemaal waterpokken gehad. |
| Kortom: indicaties voor Carcinosinum. |
| Wat te doen? Enkel Sepia op de constitutionele symptomen zou goed kunnen werken. Maar de |
| erfelijk/biografische tendensen en de aard van de relatie met haar echtgenoot zal Sepia ongemoeid laten. |
| Beginnen we met Carcinosinum, dan zal een stuk erfelijke belasting kunnen worden opgelost. Wellicht |
| wordt daarmee een bijdrage geleverd aan het ontstaan van meer evenwicht in de relatie doordat ze beter |
| voor zichzelf gaat opkomen. |
| Met Staphisagria blijven de constitutionele symptomen en de erfelijk/biografische tendensen buiten |
| schot en beperken wij ons tot de poging om wat ontspanning te brengen in een dreigende crisissituatie. |
| Aangezien Staphisagria en Carcinosinum ten dele overeenkomen in de tendens zich te laten overheersen, |
| heeft Carcinosinum hier een bredere relatie met de symptomatologie. Wanneer we de crisissituatie in |
| ogenschouw nemen heeft Carcinosinum bovendien de voorkeur boven Staphisagria. (Carcinosinum is |
| een nosode, Staphisagria is van plantaardige origine). |
| Sepia past bij de constitutionele symptomen en komt daardoor het meest overeen met de constitutioneel |
| miasmatisch endogene gesteldheid. (Sepia is een dierlijk middel dat desondanks door Hahnemann tot de |
| antipsorica werd gerekend.) |
| Sepia kan alleen worden gegeven, met het voor de hand liggende risico van toename van spanning in de |
| actuele levenssfeer. De carcinogene belasting is zowel in de erfelijke tendensen als in de individuele |
| levensloop te onderkennen. Carcinosinum zullen we zeker nodig hebben. |
| De beste mogelijkheid is om Carcinosinum en Sepia afwisselend te laten innemen. Bijvoorbeeld: ‟s |
| morgens Carcinosinum en ‟s middags Sepia. Zo schept Carcinosinum door het complementaire effect |
| 87 |
| voor Sepia demogelijkheid om optimaal te werken. Staphisagria houden we achter de hand voor |
| eventuele acute crisissituaties. In zo‟n geval kunnen we Sepia achterwege laten en Carcinosinum en |
| Staphisagria afwisselen. |
| Het accent van de geneesmiddelkeuze ligt dan op de biografie én de neiging zich te laten onderdrukken. |
| Dit weerspiegelt zich in de actuele „zichzelf niet kunnen zijn‟ situatie van Staphisagria. De afwisseling |
| van deze middelen kan maken dat ze bij zichzelf en haar eigen rust kan komen c.q blijven. |
| Volgens de gebruikelijke (Kentiaanse) methode zal Sepia het aangewezen middel zijn, dat wordt |
| voorgeschreven in eenmalige C-potentie. Komt er dan een crisis - zeker niet ondenkbaar – dan oordelen |
| we dat Staphisagria benodigd is. Of, blijft de crisis uit doch blijkt de patiënte het jaar erna een hevige |
| allergie te ontwikkelen, dan ontdekken we zonder gebruik van Carcinosinum geen greep op de casus te |
| kunnen krijgen. Tot die ontdekking zouden we anders ook wel zijn gekomen, want nadat enkele malen |
| een terugval is opgetreden, zijn we tot de conclusie gekomen dat er sprake is van een blokkade. Dan pas |
| schrijven we Carcinosinum voor. |
| Een dergelijk traject heeft een langere tijdsduur en de pathologie ontwikkelt zich intussen verder. De |
| pathologische tendensen bestonden al lang. Ze bestaan uit verschillende aan elkaar ongelijksoortige |
| grootheden die afzonderlijk behandeld dienen te worden. Als wij deze tendensen waarnemen en kunnen |
| definiëren dan is, op grond van de ziekteclassificatie en de complementaire relaties tussen |
| geneesmiddelen, het in afwisseling behandelen geïndiceerd en noodzakelijk. |
| Voor behandeling vanuit de ziekteclassificatie, zoals door Hahnemann beschreven, is ervaring van groot |
| belang. Het beoordelen van de etiologie van de symptomen vereist een bijna natuurlijke „feeling‟ voor |
| de ziekteontwikkeling van de patiënt. Het moet een soort tweede natuur worden de ontstaansreden en |
| herkomst van symptomen te definiëren. Benadering vanuit ziekteclassificatie moet uiteraard niet |
| verworden tot een star theoretisch model of dogma. Eenmaal bekend en ingewijd in de benadering van |
| ziektetendensen zal het de homeopaat flexibeler, adequater, zelfverzekerder en doeltreffender maken. De |
| beschikbare tijd wordt efficiënter en beter benut en de resultaten zijn voor beide partijen bevredigender. |
| Bij de behandeling van ADHD-patiëntjes die anders hun leven slijten onder invloed van Ritalin, maakt |
| het veel verschil of er wordt gewerkt vanuit de hier omschreven ziekteclassificatie of vanuit de |
| werkwijze van de traditionele Kentiaanse school. Het eenmalig voorschrijven van een geneesmiddel, |
| gekozen op de vermeende totaliteit van de symptomen, zal dikwijls een behoorlijke aanslag doen op het |
| geduld van de ouders en onderwijzers van het kind. Behandeld vanuit de Hahnemanniaanse optiek krijgt |
| zo‟n kind ‟s morgens de nosode, voorgeschreven op de erfelijke belasting, en later op de dag, een- tot |
| tweemaal daags, het passende constitutiemiddel. Bijvoorbeeld: „s ochtends Tuberculinum en later op de |
| dag met enige uren tussenpoos tweemaal een dosis Calcarea phosphorica. We hebben het hier uiteraard |
| over LM-potenties. De wachttijd tussen de onderlinge geneesmiddelinnames neemt progressief af en de |
| effect van de genezende potenties neemt daarmee dramatisch toe. De behandelduur kan op deze manier |
| sterk worden gereduceerd en is er veelal op korte termijn, dat is: binnen enkele weken, een duidelijke en |
| opvallende verbetering in de klachten te bespeuren. |
| Zeker in de behandeling van kinderen is een voorspoedige verbetering in het klachtenpatroon van het |
| grootste belang omdat de vorming van de persoonlijkheid mede gebeurt op basis van de ervaringen |
| tijdens het leven opgedaan. Hoe meer negatieve ervaringen, hoe meer negatieve reacties uit de omgeving |
| op het kind, hoe groter de kans op langdurige schade bijvoorbeeld in de ontwikkeling van het |
| zelfvertrouwen en het zelfbeeld van het patiëntje. Wanneer de omgeving overwegend open en positief op |
| het kind reageerd zal dit zeker het wereldbeeld van het kind gunstig beinvloedden. Van een steeds maar |
| weer negatieve benadering opgeroepen door het pathologische gedrag van het kind dat ongevoelig voor |
| pedagogische correcties, wordt op den duur geen van de betrokkenen werkelijk beter. |
| 88 |
| Alle symptomen diede patiënt produceert zijn een uitdrukking van onbalans. In die zin betekend het |
| elimineren van symptomen tijdens de analyse dat de patiënt „onrecht‟ gedaan wordt. |
| Middels de classificatie van ziekten heeft Hahnemann ons een kader geboden waarbinnen we de |
| ziektesymptomen van de patiënt op een genuanceerde manier kunnen synthetiseren. Dit in plaats van het |
| elimineren van die symptomen die niet binnen ons beeld van karakteristieken passen. Alle door de |
| patiënt geproduceerde symptomen zijn te herleiden tot de symptomgroepen ofwel de ziektesoort waartoe |
| ze behoren. |
| We hoeven niet op voorhand symptomen te elimineren maar geven ze de plek die ze toekomt zodat ze |
| hun betekenis binnen de patiënt en voor diens homeopatische behandeling behouden, ook al leiden ze op |
| zich op dit moment niet tot voorschrijven. |
| Zo maakt de ziekteclassificatie van Hahnemann een werkelijke holistische benadering van de patiënt |
| mogelijk. Ze heeft namelijk een achtergrond waartegen ieder pathologisch symptoom geplaatst en |
| beoordeeld kan worden. |
| Het is slechts vanuit deze classificatie dat we een werkelijk beeld van de patiënt en van alle in hem |
| werkzame pathologische krachten kunnen verkrijgen. Op deze wijze komen we zo adequaat mogelijk tot |
| een diep werkende antipsorische behandeling, de behandeling van de grondoorzaak van zijn lijden. |
| Zo worden de ziektesymptomen in een anamnese gezien als zijnde het gevolg van een pathologische |
| tendens die uitgaat van één der door Hahnemann omschreven ziektevormen. |
| De symptomen zijn dan het gevolg van een overerfde miasmatische belasting, of het gevolg van een |
| directe besmetting met psora, sycosis of syphilis, ook kunnen de symptomen het gevolg zijn van een |
| incident of een epidemische ziekte. Een acuut miasmatisch ziekte is een ernstige situatie waarbij de |
| chronische klachten van de patiënt zich op basis van provocatie door exogene maar ook endogene |
| factoren, zich als een totaalpakket acuut gaan manifesteren. Dit is dan ook bijna per definitie een zeer |
| belastende en voor de patiënt bedreigende situatie. De door Hahnemann genoemde allopatische |
| geneesmiddelziekten noemen we in de huidige tijd, iatrogene ziekten. Ziekten die het gevolg zijn van |
| gebrek aan voeding of leefregel zijn volgens Hahnemann de naam chronische ziekte niet waard. De |
| diversiteit van de bij één of meerdere van deze ziektevormen behorende symptomen tonen zich in iedere |
| patiënt die we tijdens de praktijkvoering voor consultatie ontmoeten. Tijdens het afnemen van de |
| anamnese dienen we alle symptomen genoteerd te krijgen en in de analyse moeten we de symptomen de |
| juiste plek geven. Dan pas kan beoordeeld worden tot welke ziektegroepen de symptomen behoren. |
| Organon §77:…"Ten onrechte worden chronisch genoemd die ziekten, die mensen zichzelf op da hals |
| halen doordat ze zich voortdurend blootstellen aan schadelijke invloeden, die te vermijden zijn. Ze zijn |
| te wijten aan het genot van schadelijke dranken of voedingsmiddelen, aan allerlei uitspattingen, die de |
| gezondheid ondermijnen, aan het voortdurend ontberen van de noodzakelijke levensbehoeften, aan |
| verblijf in ongezonde, vooral vochtige streken, aan het leven in kelders, vochtige werkplaatsen, |
| ongeventileerde woningen. Ze komen door gebrek aan lichaamsbeweging of frisse lucht, door |
| ongezonde overmatige inspanning van lichaam of geest, door constante verdrietelijkheden, enz. |
| Deze ongezonde toestanden, die men zichzelf berokkend heeft, gaan bij verbetering van de leefwijze |
| vanzelf over (als er niet ook nog een chronisch miasma in het lichaam huist) en zijn de naam van |
| chronische ziekten niet waard….". |
| Voetnoot 1.§206:…" Laat U bij dergelijke informaties niet misleiden door de vaak vernomen |
| beweringen van patiënten of hun familieleden, wanneer ze als oorzaak van chronische, ja zelfs de ergste |
| en meest slepende ziekten enkel maar een vele jaren geleden gevatte kou aangeven (nat worden, koude |
| dronk na verhitting) of een destijds ondervonden schrik, een vertillen of een ergernis (ook wel |
| behekserij) enz. dit soort aanleidingen zijn veel te klein om in een gezond lichaam een slepende ziekte |
| 89 |
| teweeg te brengen,die jarenlang in stand te houden en ook nog van jaar tot jaar te laten verergeren, |
| zoals dat bij alle chronische ziekten op basis van psora het geval is. Aan het ontstaan en voortschrijden |
| van een belangrijke, hardnekkige oude kwaal moeten veel belangrijkere oorzaken ten grondslag liggen |
| dan die ongemakken die men zich nog herinneren kan. |
| Voor een chronisch miasma kunnen die veronderstelde aanleidingen alleen maar provocerende factoren |
| zijn geweest….". |
| Zo kunnen er bij één en dezelfde patiënt meerdere symptomen behorende tot verschillende ziektesoorten |
| een rol spelen. Een Sulphur patiënt met een carcinogene familiare geschiedenis kan verzeild raken in een |
| slepende echtscheidingsprocedure of onder een auto komen. De carcinogene tendens die zich bij deze |
| patiënt uit in een sterk allergisch klachtenpatroon vraagt om behandeling, de Sulphur symptomen roepen |
| middels de jeukende huiduitslag om Sulphur en de conflictueuze relatie met de echtgenoot vraagt om |
| Staphisagria of Ignatia. De beschreven situatie is zeker niet utopisch te noemen. Dagelijks ziet de |
| homeopaat patiënten in zijn praktijk die met een dergelijke complexe problematiek en vraagstelling |
| komen waarbij de symptomen betreffende de verschillende ziektesoorten vrijwel continue door elkaar |
| lopen. Willen we werkelijk iets wezenlijks bijdragen aan een gunstig verloop en een duurzaam |
| genezingsproces dan kunnen we niet volstaan met het reduceren van de patiënt tot zijn vermeende |
| constitutiemiddel. Echter het volstaat in deze ook niet de patiënt uitsluitend Staphisagria of Ignatia voor |
| te schrijven omdat dit slechts de symptomen dekt die gerelateerd zijn aan de in dit geval huiselijke |
| omstandigheden. Carcinosinum zal een grote bijdrage leveren aan het neutraliseren van de erfelijke |
| carcinogene belasting, de patiënt wat vrijer maken, minder gevoelig voor een dominante omgeving en de |
| allergie doen afnemen, zal echter de constitutie van de patiënt niet verder kunnen optimaliseren. |
| Zo zal iedere patiënt met zijn eigen symptoomcomplex komen welke vervolgens uit elkaar gerafeld dient |
| te worden in welke symptomen bij welke ziektevorm horen. Pas dan is de tijd gekomen voor de bepaling |
| van de karakteristieke symptomen en vervolgens de symptoom waardering bij de verschillende |
| ziektevormen die in de patiënt een rol spelen, toe te passen. Het zwaartepunt dient dan bij de meest |
| urgente symptomen die de meest op de voorgrond tredende ziektesoort vertegenwoordigen te liggen. |
| Voor het bovengenoemde betekend dit dat wanneer de relationele problematiek zeer sterk op de |
| voorgrond treedt, bijvoorbeeld Staphisagria geïndiceerd is. Deze heftige emotionele toestand kan ten |
| gevolge hebben dat alle symptomen betreffende de huid en de allergie tijdelijk de wijk nemen en naar de |
| achtergrond verdwijnen. Het is de situatie waarbij volstaan kan worden met het voorschrijven van alleen |
| Staphisagria. Dit geneesmiddel zal de spanningen betreffende de relatieproblemen hanteerbaar maken en |
| de patiënt voor verdere emotionele escalatie behoeden. |
| Een andere, veelvoorkomend reactiepatroon is dat onder de onderhavige spanningen de huidsymptomen |
| gigantisch verergeren waarop Staphisagria geen afdoende antwoord blijkt te zijn. Veelal blijkt dan dat af |
| en toe een dosis Sulphur, in deze passend bij de constitutie van de patiënt, niet alleen de huiduitslag |
| rustiger zal maken maar ook een adequate reactie op de Staphisagria zal ondersteunen. Bij gevoelige |
| patiënten echter is het in deze wenselijk om Carbo vegetabilis of Carbo animalis te geven in plaats van |
| Sulphur, en de Sulphur pas dan voor te schrijven wanneer de dynamus weer in rustiger vaarwater is |
| teruggekeerd. Wanneer de patiënt weer in betere doen is dus. Afhankelijk van de symptomen, Carbo |
| vegetabilis en of animalis dienen in deze vanuit verschillende invalshoeken het zelfde doel als Sulphur. |
| Deze beide geneesmiddelen geven echter veelal een rustiger en dus voor de patiënt gunstiger |
| reactiepatroon te zien. Ook wanneer een patiënt heftig reageert op Psorinum is Carbo vegetabilis, of in |
| andere gevallen Thuya, een rust en genezing bevorderend complement. |
| Ook kan bij onze patiënt in Staphisagria omstandigheden de Carcinogene tendens zich middels de |
| genoemde allergische klachten manifesteren. Het voorschrijven van Carcinosinum zal de allergische |
| symptomen doen afnemen en de patiënt stimuleren meer zijn eigen plek en ruimte in te nemen, aldus de |
| Staphisagria direct ondersteunen in haar effect. In deze emotionele problematiek betreffende de neiging |
| 90 |
| zich te latendomineren door familiare en of relationele omstandigheden zijn deze beide geneesmiddelen |
| dan ook elkaar‟s directe complement. Carcinosinum vanuit de erfelijke belasting "ailments from |
| domination" en "from excessive parental control", en Staphisagria gerelateerd aan de actuele |
| problematiek die echter niet altijd een zware biografische of erfelijke voorgeschiedenis dient te hebben. |
| De Staphisagria situatie kan voor de patiënt in zijn of haar leven beperkt zijn tot de actuele situatie. |
| Vinden we echter meerdere voorbeelden in de biografie die gekarakteriseerd worden door de zelfde |
| „slachtofferige‟ Staphisagria kenmerken, dan kunnen we spreken over biografische incidenten, wat wil |
| zeggen dat er sprake is van recidiverende problematiek. |
| In de anamnese kunnen we een onderscheid maken m.b.t welke symptomen tot welke ziektegroep |
| behoren. |
| Tijdens het classificeren en waarderen van de symptomen zien we gaandeweg waar het zwaartepunt of |
| de zwaartepunten bij de onderhavige patiënt liggen. Aan de hand hiervan kan de homeopaat besluiten op |
| welke tendens(en)en op basis van welke symptomen bij de patiënt voorgeschreven dient te worden. |
| In de evaluatie en duiding van de symptomen van de patiënt is de juiste plaatsbepaling van de |
| symptomen van belang om te kunnen beoordelen met welke ziektevorm we bij iedere afzonderlijke |
| patiënt van doen hebben. Het is de juiste plaatsing van de symptomen die het eerste grote onderscheid |
| mogelijk maakt waarna de verdere details een verdere differentiatie richting geneesmiddelkeuze |
| mogelijk maken. |
| In het nu volgende stukje worden een aantal aanwijzingen gegeven hoe tot een juiste classificatie |
| gekomen kan worden. |
| Vragenlijst voor van het benaderen van casuïstiek vanuit de ziekteclassificatie van Hahnemann. |
| De bedoeling van deze vragenlijst is een hulp te zijn bij de benadering van het „beeld‟ en de |
| symptomatologie van de patiënt om vervolgens te kunnen beoordelen met welke soort ziekte we te |
| maken hebben. |
| Als we deze vragen goed kunnen beantwoorden moet het mogelijk zijn een goed gemotiveerde „ingang‟ |
| te kiezen voor de behandeling van iedere patiënt maar vooral de chronisch zieke patiënt. |
| De vragen verwijzen naar: incidenten (ook de zich herhalende biografische incidenten), tussenziekten |
| (collectieve ziekten, morbi intercurrentes of epidemische ziekten), acuut miasmatische ziekten, |
| chronisch miasmatische ziekten, (psorisch, sycotisch en syphilitisch) en de manifestaties van erfelijke |
| tendensen. |
| Het doel is te komen tot het voorschrijven van het op het psora miasma geïndiceerde antipsorisch |
| minerale constitutie middel, maar zo, dat er ook een gunstige, curatieve reactie verwacht mag en kan |
| worden. Vaak is er echter iets nodig, zeker in gecompliceerde ziektegevallen, om de psora „in de juiste |
| baan te brengen‟ pas waarna de patiënt goed adequaat en curatief kan reageren. |
| Vraag1 - Heb ik een goed beeld van de patiënt en zijn problematiek ?, correspondeert mijn beeld met de |
| realiteit van de patiënt ? Wat is het beeld, inclusief het ziektebeeld, dat ik van de patiënt heb? |
| Bijvoorbeeld: Met welke ziektevorm heb ik te maken? Betreft het een acute ziekte, een chronische |
| ziekte, een acuut miasmatische ziekte, een genees-middelziekte, of het uitbreken en manifesteren van |
| erfelijke tendensen? |
| Hoe heftig en intens of hoe traag en stroperig verloopt de symptomatologie? Wat is de dynamiek? |
| Vraag 2 - Zijn de symptomen van de patiënt verklaarbaar uit zijn of haar omstandigheden? |
| 91 |
| Als de symptomenverklaarbaar zijn vanuit de leefomstandigheden is er veelal sprake van een |
| tussenziekte of een incident. In geval van een tussen-ziekte of een epidemische ziekte kan het zijn dat er |
| bijvoorbeeld iets „heerst‟, een soort buikgriep, collectieve virale dan wel bacteriële infecties, etc. |
| In geval van een incident zijn de stoorfactoren vaak te vinden in de persoonlijke leefomstandigheden of |
| in de biografie van de patiënt. Deze stoorfactoren kunnen zich op alle gebieden van het menselijk leven |
| afspelen, op relationeel niveau, met partner, ouders of andere familie. Financiële of zakelijke perikelen, |
| onrechtsituaties verdrietelijkheden, tegenslagen, ergernissen frustraties, teleurstellingen, voor zover ze |
| gerelateerd zijn aan actuele problematiek. Heel belangrijk is natuurlijk wat er speelt in het persoonlijk |
| leven, hoe de patiënt deze problematiek ervaart en hoe hij vervolgens op deze omstandigheden reageert. |
| Dit alles is zeer illustratief beeldvormend en geeft een goed inzicht in welke symptomen in deze situatie |
| als karakteristiek gezien dienen te worden. Ieder mens reageert immers op gegeven omstandigheden op |
| een voor hem of haar specifieke wijze. |
| Dit onderscheid tussen de verschillende wijzen van reageren maakt een vervolgens een goede |
| geneesmiddelkeuze voor deze individuele patiënt die in dit „incident‟ betrokken is mogelijk. |
| Bij het voorschrijven van een geneesmiddel voor de patiënt op deze levenssituatie of omstandigheden |
| kies dan na analyse bij de gerepertoriseerde rubrieken bij voorkeur uit de plantaardige of dierlijke |
| middelen. Dit zijn de geneesmiddelen die de patiënt in deze het voorspoedigst uit de huidige impasse |
| kunnen halen en hem helpen de balans in het leven te hervinden, om de behandeling van de chronische |
| ziekte te kunnen continueren. |
| Vraag 3 - Is er in de leefwereld van de patiënt geen verklaring te vinden voor het klachtenpatroon, dan |
| kunnen we spreken van een chronische ziekte met een endogene miasmatische oorzaak |
| Als er in de leefomstandigheden van de patiënt geen aanleiding dan wel oorzaak te vinden is voor de |
| actuele symptomen van de patiënt dan kunnen we stellen dat de oorzaak voor de symptomen in de |
| constitutie van de patiënt gelegen moet zijn. Deze symptomen hebben dan een endogeen constitutionele |
| oorzaak en zijn dus psorisch, sycotisch of syphilitisch miasmatisch van origine.. |
| Hoe uitten de ziektesymptomen zich, acuut of chronisch? In geval van acuut miasmatische |
| symptomatologie bij de patiënt die al homeopatisch constitutioneel behandeld wordt, kan het tot op dat |
| moment gebruikte minerale constitutionele geneesmiddel dat immers passend is bij de miasmatische |
| constellatie, eerst een paar keer met kortere intervallen herhaald worden. Indien de patiënt hier niet |
| curatief op reageert is het noodzakelijk de ziektesymptomen te evalueren om vervolgens op de acute |
| symptomen een plantaardig of dierlijk geneesmiddel voor te schrijven. Veelal zal dit acute |
| homeopatische geneesmiddel complementair aan het minerale constitutiemiddel blijken te zijn. |
| Bij een nieuwe situatie, een voor de homeopaat nieuwe en onbekende patiënt is het verstandig op basis |
| van de acute symptomen bij voorkeur eerst een plantaardig of dierlijk geneesmiddel voorschrijven en dit |
| na herstel van de acute ziektesituatie te laten volgen door het geïndiceerde minerale constitutiemiddel. |
| Het is het minerale antipsorisch werkende geneesmiddel dat de genezing een duurzaam karakter zal |
| kunnen geven en de patiënt kan behoeden voor acuut miasmatische terugvallen in de chronische |
| gesteldheid. |
| Vraag 4 - Indien chronisch, hoe is het verloop van de ziektedynamie: psorisch, sycotisch, syphilitisch? |
| De snelheid in het verloop van de chronische symptomen geeft een indruk van hun miasmatische |
| achtergrond. De heftigheid in de dynamiek geeft tevens een goede indicatie voor de frequentie waarin |
| het passende geneesmiddel voorgeschreven dient te worden. |
| 92 |
| Er dient teworden voorgeschreven op de symptomen en de dynamiek van het meest op de voorgrond |
| tredende miasma. De hoogte van de potentie de grootte van de dosis en de frequentie van inname dient |
| in overeenstemming met de dynamiek, het karakter van het ziek zijn en de mate en het niveau van |
| ontwikkeling van de pathologie. Het geneesmiddel in deze situaties kan en zal veelal het mineraal |
| geïndiceerde constitutiemiddel zijn. De psora is in de juiste baan, de patiënt reageert curatief, er zijn |
| geen storende incidenten of epidemische ziekten. De constitutie van de patiënt is in relatieve rust, de |
| symptomen zijn duidelijk evenals het geïndiceerde geneesmiddel. In zo‟n situatie kan bij goed diep en |
| curatief reageren het minerale antipsorische geneesmiddel gegeven worden tot wat in de homeopathie de |
| „eindverergering‟ genoemd wordt. Met de eindverergering bedoelde Hahnemann de situatie dat de |
| patiënt na een langere periode gebruiken van het voor hem of haar minerale constitutie middel, aan het |
| eind van de innames een lichte terugval in de oorspronkelijke symptomatologie bespeurt. Dan dient de |
| patiënt te stoppen met de geneesmiddelinnames. Het begrip eindverergering is in deze uitsluitend |
| voorbehouden aan het minerale constitutiemiddel. |
| Organon §280:.."Zo lang het middel helpt en geen nieuwe hinderlijke symptomen oproept, wordt het in |
| geleidelijke verhoging zolang gecontinueerd tot de zieke, terwijl hij zich over het geheel beter voelt, een |
| of meer van zijn oude,oorspronkelijke klachten opnieuw in gematigde vorm begint te bespeuren. |
| Bij zo‟n geleidelijke verhoging van de zeer beperkte doses, die iedere keer door schudden zijn |
| gemodificeerd (§274), wijst zoiets erop dat de genezing dichtbij is. Het toont namelijk, dat het |
| levensbeginsel het bijna niet meer nodig heeft bewerkt te worden door de gelijkende geneesmiddelziekte, |
| om daardoor het gevoel voor de natuurlijke ziekte kwijt te raken ( §148). Het laat zien, dat het |
| levensbeginsel nu bevrijd raakt van de natuurlijke ziekte en alleen nog maar wat last begint te krijgen |
| van die homeopathische geneesmiddelziekte die men anders homeopatische verergering pleegt te |
| noemen…". |
| Zo vormt de eindverergering het teken dat de patiënt zeer waarschijnlijk is genezen van de psorisch |
| chronisch miasmatische ziekte. Alle andere homeopatische verergeringen die zich gedurende de |
| behandeling bij de minerale geneesmiddelen maar ook bij de niet minerale geneesmiddelen kunnen |
| voordoen, hebben een andere oorzaak en reden en verdienen derhalve niet het predikaat eindverergering. |
| Vraag 5 - Is er sprake van een klachtenpatroon behorende bij een ziekte-tendens zoals die in de familie |
| van de patiënt voorkomt? |
| De erfelijke belastingen vormen een indicatie voor het gebruik van de daarbij horende nosoden. De |
| hereditaire tendens ontstaat doordat de ziekten waarmee het voorgeslacht is geconfronteerd niet goed tot |
| een oplossing zijn gebracht en niet tot immuniteit aanleiding hebben gegeven. Zoals we ook de kleur van |
| de ogen en haren via overerving meekrijgen worden deze ziektetendensen ook als een soort aangeboren |
| „zwaktes‟ of pathologische tendens meegegeven. Heeft het voorgeslacht wel immuniteit als „vermogen‟ |
| opgebouwd, werkt dit op positieve wijze door in het nageslacht als verminderde predispositie, |
| verminderde vatbaarheid ofwel verhoogde immuniteit. |
| Afhankelijk van de duidelijkheid van het beeld betreffende de erfelijke belasting kan er alleen een |
| nosode voorgeschreven worden, of een nosode in afwisseling met een plantaardig of mineraal |
| geneesmiddel voorgeschreven op de overige symptomen (behorende bij het incident, de tussenziekte of |
| de constitutionele symptomen van de patiënt). Dit betekend dat de op de verschillende ziektesoorten |
| geïndiceerde geneesmiddelen in afwisseling voorgeschreven dienen te worden. In afwisseling omdat |
| beide gerechtvaardigd zijn door de zich manifesterende symptomatologie die te herleiden zijn naar hun |
| verschillende pathologische oorsprong. |
| 93 |
| Bij voorkeur schrijvenwe, zoals de ervaring leert, de nosode het eerst en hoger gedynamiseerd voor dan |
| het op de andere symptomen geïndiceerde plantaardige of minerale geneesmiddel dat dan bij voorkeur in |
| lagere L.M potentie dient te worden voorgeschreven. |
| De erfelijke belasting, als predispositie voor ziekte, zal anders blokkerend werken op de curatieve actie |
| van het minerale of plantaardige geneesmiddel of op de reactie van de dynamus daarop. Als de nosode |
| wat hoger gedynamiseerd wordt voorgeschreven dan het plantaardige of minerale geneesmiddel zien we |
| deze genezing blokkerende conflict- situatie niet meer of veel minder. |
| 94 |
| Vraag 6 -Is er sprake van klachten ten gevolge van geneesmiddelgebruik de zgn. iatrogene ziekte, |
| schrijf dan het geneesmiddel voor behorende bij de relevante symptomen, eventueel een tautopatisch |
| middel (Een tautopatisch middel is een geneesmiddelpotentie gemaakt van het allopatische middel dat |
| het probleem veroorzaakt). |
| We spreken hier veelal van een situatie waarbij de patiënt of al een langere tijd een bepaald allopatisch |
| geneesmiddel heeft gebruikt, of door een allergische reactie op een bepaald medicament mogelijk schade |
| heeft opgelopen waardoor er deze niet meer op de geïndiceerde homeopatische geneesmiddelen kan |
| reageren. Het specifiek op deze „blokkade‟ voorschrijven zal dan veelal de oplossing blijken te zijn voor |
| de gerezen problemen. Als tautopatische middelen worden bijvoorbeeld gebruikt penicillinum bij het |
| gebruik en verkeerd reageren op penicilline, prednisolonum bij het misbruik en de gevolgen van |
| prednison etc. etc. De praktijk van alle dag staat bol van voorbeelden. Veelal worden echter eerst de |
| reeds bekende homeopatische geneesmiddelen voor deze situaties gebruikt zoals: Sepia bij pilgebruik, |
| Nux-v. bij gebruik van tranquillizers, Sulphur of Carbo-v. bij klachten ten gevolge van het gebruik van |
| antibiotica etc... Natuurlijk dient er ondanks de ogenschijnlijke oorzaak altijd op de symptomen te |
| worden voorgeschreven, veelal blijken het echter de genoemde middelen te zijn. |
| Is er voldoende zicht op de overige ziekte symptomatologie, dan kan er in overeenstemming met deze |
| symptomen (incident, tussenzieke, miasmatische belastingen etc.) voorgeschreven worden in afwisseling |
| met het geïndiceerde geneesmiddel bij de iatrogene ziekte. Door het complementaire effect versterken ze |
| elkaar in hun effect op de patiënt, daar waar ze indien onbehandeld elkaar alleen maar blokkeren. |
| Zo vinden we in het repertorium onder het hoofdstuk „generals‟ de sub rubriek „medicine‟ en „allopathic |
| abuse‟ de geneesmiddelen die dienstig zijn in het neutraliseren van de negatieve reacties op het gebruik |
| van diverse allopatische medicatie. Natuurlijk vertoont de patiënt ook hier niet het specifieke |
| constitutionele beeld van het homeopatisch geneesmiddel wat ter neutralisatie ingezet dient te worden. |
| Het is dan ook niet geïndiceerd als constitutiemiddel. Dit geneesmiddel wordt veelal op beperkte |
| symptomatologie ingezet. Merendeels omdat de patiënt op het geïndiceerde constitutiemiddel niet |
| adequaat reageerde. |
| Vraag 7 - Is er sprake van een geblokkeerd reactie patroon op het geïndiceerde en voorgeschreven |
| minerale constitutionele geneesmiddel ? Waardoor? |
| *Psorische indifferentie? |
| *Erfelijke belasting? |
| *geneesmiddelgebruik? |
| *omstandigheden, biografische elementen? |
| Schrijf dan voor op de verstorende factor. Reageert de patiënt goed op het geneesmiddel voorgeschreven |
| op de ziekteverwekkende of onderhoudende omstandigheden dan mogen we ook verwachten dat de |
| patiënt goed zal reageren op het dieper werkende antipsorische minerale constitutiemiddel. Dit kan dan |
| vervolgens voorgeschreven worden eventueel, zolang noodzakelijk, in afwisseling met het geneesmiddel |
| dat voorgeschreven werd op de acute ziektesituatie of blokkade. Dit tot een ongehinderde curatieve |
| reactie op het constitutionele minerale geneesmiddel plaatsvindt. Pas dan is het verantwoord het |
| ondersteunende geneesmiddel weg te laten. |
| De genoemde psorische indifferentie komen we in de behandeling van de patiënt daar tegen wanneer er |
| na een aanvankelijk positief en curatief reageren plotseling een eind gekomen lijkt te zijn aan de |
| gevoeligheid van de dynamus voor homeopatische prikkels. Wat we ook doen in potentie en dosering |
| met het geïndiceerde homeopatisch minerale constitutiemiddel, de patiënt reageert niet of met |
| verergeringen, welke vervolgens niet omgezet worden in verbeteringen in het welbevinden van de |
| 95 |
| patiënt. Hier vindenwe de indicatie voor wat we in de homeopathie het gebruik van „tussenmiddelen‟ |
| noemen. |
| Chronische ziekten blz.155:.."overigens zal het, naarmate enige veranderingen in de symptomen |
| optreedt, ook hier vaak nuttig zijn tussen de doses pure Sulphur soms een kleine gift Hepar sulphuris te |
| voegen, eveneens in verschillende potentiegraden (als er van tijd tot tijd meerdere giften noodzakelijk |
| worden). Niet zelden kan ter afwisseling naar gelang van de omstandigheden een dosis Nux vomica C30 |
| of ook mercurius (C30) worden gegeven…".. |
| Dit voor wat betreft de behandeling van primaire psora die in deze fase nog min of meer het karakter |
| draagt van een acute ziekte. |
| Chronische ziekten blz. 156:.."Maar toch ontstaan er bij zeer langdurige en gecompliceerde, meestal |
| tevoren allopatisch verknoeide ziekten bijna altijd de noodzaak, van tijd tot tijd gedurende de kuur weer |
| eens een dosis Sulphur of Hepar sulphuris te geven (al naar gelang van de symptomen). Dat moet ook |
| als de patiënten al eerder verknoeid waren door grote allopatische zwaveldoses en door |
| zwavelhoudende baden. In die gevallen geven we eerst een dosis Mercurius C30. |
| Opvallend is dat Hahnemann kennelijk ongeacht de symptomen Mercurius gebruikt als antidote voor de |
| overdosering met zwavel. Vanuit de classificatie van ziekten is dit echter heel helder en inzichtelijk te |
| maken. |
| Zoals ook in alle bovengenoemde situaties veranderd de patiënt niet spoorslags in een constitutionele |
| Nux vomica of Mercurius patiënt. Constitutionele Nux vomica en Mercurius patiënten bestaan vanuit de |
| optiek van Hahnemann niet, en dus zijn de indicaties voor deze geneesmiddelen in bovengenoemde |
| situaties andere dan constitutionele. |
| De benadering vanuit Organon en Chronische ziekten, vanuit de ziekte-classificatie en de daaraan |
| gekoppelde miasmaleer brengt een veel groter begrip van de patiënt en de therapeutische mogelijkheden |
| van de homeopathie binnen het bereik van de homeopaat. |
| Als we onderkennen dat we alle elementen zoals we deze in de ziekteclassificatie omschreven vinden bij |
| al onze patiënten tegen kunnen komen geeft dat heel veel richting aan de behandeling door de |
| homeopaat. |
| Van nu af aan weet de homeopaat altijd wat hij aan het doen is, wat hij aan het behandelen is, met andere |
| woorden, waar de patiënt zich bevind in de constitutiebehandeling en waar hij naar toe moet, het geeft |
| duidelijker richting aan tijdens de behandeling. |
| Het is het doel om vanuit de periferie van de patiënt, vanuit de problemen in de biografische sfeer, mede |
| door hem te verlossen van de knellende erfelijke pathologische belastingen, te komen tot het |
| voorschrijven op de diepste endogene miasmatische verstoringen, voornamelijk de psorische. Dit om |
| door het neutraliseren van de psorische belasting de patiënt de mogelijkheid te geven een vernieuwde |
| gezondheid te verwerven. Zo hebben de plantaardige, de dierlijke geneesmiddelen, de tautopatische |
| middelen en de nosoden als functie het neutraliseren van die belemmeringen die de werkelijke endogene |
| antipsorische genezing door de minerale constitutionele geneesmiddelen in de weg staan. Ze staan als |
| het ware om de minerale middelen heen om hun werking mogelijk te maken te bevorderen en te |
| ondersteunen. Het is daarom dat Hahnemann ze benoemde als behorende tot de meer algemene of |
| overige homeopatherapie. In de praktijk van alle dag is het werken vanuit de achtergrond van de |
| ziekteclassificatie zeer praktisch en effectief. De verschillende geneesmiddelgroepen worden dan daar |
| gebruikt waar hun grootste geneeskrachtige vermogen ligt, en op dat moment dat het aan de orde is, |
| geïndiceerd door de geclassificeerde symptomatologie. |
| Het hebben van inzicht in de miasmatische belastingen, de ziekteclassificatie en ziektedynamica is bij |
| deze wijze van voorschrijven voorwaarde. |
| 96 |
| Het is detaak van de homeopaath de verschillende pathologische tendensen in de anamnese te traceren |
| aan de hand van de symptomen van de patiënt. De karakteristieke symptomen behorende bij iedere |
| pathologische tendens worden bepaald, en de bijbehorende geneesmiddelen worden voorgeschreven op |
| een wijze en in een frequentie passend bij hun dynamiek. Opdat als gevolg van het uiteindelijke |
| antipsorische effect van de behandeling de patiënt zich kan verheugen in een duurzaam herwonnen |
| gezondheid, hetgeen genezen wordt gemoemd. |
| Samenvatting: |
| Het einddoel van de homeopatische behandeling is de antipsorische behandeling van de dynamus. |
| In de analyse maken we gebruik van het classificeren van de symptomen van de patiënt als behorende bij |
| de verschillende ziektevormen. |
| Het classificeren is een synthetiserend proces (niet een eliminerend, symptoom verwijderend proces). |
| De holistische benadering van de patiënt wordt door het classificeren mogelijk. |
| Pathologische tendensen kunnen middels het classificeren al in een vroeg stadium onderkend worden. |
| De behandelmogelijkheden worden navenant effectiever. |
| 97 |
| 9 Het gebruikvan de complementaire effecten van homeopatische geneesmiddelen in |
| ziekte beelden en ziektedynamica. |
| Zoals we in het voorgaande hoofdstuk hebben gezien heeft de patiënt over het algemeen te maken met |
| een diversiteit aan klachten die we vanuit de ziekteclassificatie omschrijven als uitdrukking van |
| verschillende ziektesoorten.(incident, miasmatisch, hereditair, epidemisch etc.) |
| Bij ieder ziektesoort hoort een groep geneesmiddelen waardoor er een hiërarchie tussen de verschillende |
| homeopatische geneesmiddelgroepen ontstaat. Zo komen de homeopatische geneesmiddelen in |
| onderlinge verhouding tot elkaar te staan. Het zijn deze onderlinge verhoudingen die we in de materia |
| medica terugvinden onder de vermelding geneesmiddelrelaties. Deze blijken bij het opeenvolgend |
| voorschrijven van homeopatische geneesmiddelen belangrijk te zijn. Zo kennen we een aantal |
| onderlinge verhoudingen tussen geneesmiddelen. |
| Wanneer onder de noemer geneesmiddelrelaties de onderlinge relatie wordt benoemd als antidote houdt |
| dit in dat de werking van het eerst gegeven geneesmiddel door het 2e en later gegeven geneesmiddel |
| wordt geantidoteerd. |
| Dit betekend dat het tevoren gegeven geneesmiddel wordt stopgezet en zijn werking niet langer kan |
| voortzetten. |
| Af en toe wordt van dit onderlinge vermogen van homeopatische geneesmiddelen bewust gebruik |
| gemaakt ten einde geneesmiddelverergeringen te voorkomen of weer in de hand te krijgen. De |
| homeopaath zoekt dan naar het geneesmiddel dat passend bij de symptomen zich tot het gegeven |
| geneesmiddel als antidote verhoudt. Vaak gebeurt het als een soort noodgreep die bij correct |
| voorschrijven slechts zelden hoeft te worden toegepast. |
| Er is echter een veel charmantere en mildere manier van het neutraliseren van een overreactie op |
| homeopatische geneesmiddelen. Deze wordt bij de L.M. methode veelvuldig wordt toegepast teneinde |
| een optimaal verloop in het genezingsproces te bewerkstelligen maar kan ook bij het gebruik van C |
| potenties zeer wel dienst doen. |
| Regelmatig wanneer er een verergering optreedt als reactie op een homeopatisch geneesmiddel is er |
| sprake van het gebruik van een onjuiste potentie, van een te grote of te frequente dosering. Het is de |
| combinatie van de hoogte van de potentie maar meestal vooral de hoeveelheid van het geneesmiddel dat |
| is ingenomen dat de verergering veroorzaakt. |
| Het gemakkelijkst en het meest geruisloos laat zich deze overreactie neutraliseren door hetzelfde |
| geneesmiddel, in de zelfde potentie, in een verder verdunde, dosis na slechts 2x schudden nogmaals te |
| geven en eventueel daarna nogmaals. |
| Totdat de dynamus zich weer op een milde en constructieve manier laat stimuleren. Hiervoor is echter |
| wel noodzakelijk dat de homeopaath het geneesmiddel in vloeibare vorm voorschrijft omdat alleen in |
| vloeibare vorm de verdere dynamisering van het geneesmiddel tussen iedere volgende inname mogelijk |
| wordt. Ook in de 4e editie van het Organon heeft Hahnemann zich hierover uitgelaten. |
| Organon 4e editie 1829, §269:…." Dat iedere artsenij het |
| duidelijkst en vergelijkbaarst in oplossing werkt maakt dat de verstandige genezer (Heilkünstler) alle |
| geneesmiddelen zo(in oplossing) voorschrijft die door hun natuur niet verlangen dat men ze in |
| poedervorm aanwend….".. |
| 98 |
| Het gegeven geneesmiddeldat als antidote is voorgeschreven is gelijk aan het geneesmiddel dat de |
| verergering veroorzaakte, door de vloeibare potentie zeer gering te verhogen en de dosis sterk te |
| reduceren wordt het 2e geneesmiddel slechts gelijksoortig aan het voorgaande en niet meer gelijk. Deze |
| dosis vormt dan tegelijkertijd de optimale prikkel voor het hierboven omschreven doel, het antidoteren |
| van de overreactie. Na het neutraliseren van de overreactie zal een volgende, meer passende dosis van |
| het geneesmiddel de dynamus tot de gewenste milde reactie kunnen stimuleren. |
| Innimical betekend vijandig, hetgeen wil zeggen dat de betreffende geneesmiddelen niet na elkaar |
| gegeven kunnen worden omdat dat voor de patiënt vervelende gevolgen kan hebben. Er kunnen heftige |
| verergeringen optreden tot een ziektecrisis aan toe, een risico dat men zeker loopt in geval van ernstige |
| pathologie of bij patiënten die substitutietherapie nodig hebben zoals bijvoorbeeld insuline. Dit |
| innimical fenomeen doet zich echter alleen voor bij het gebruik van C potenties. Als de homeopaath |
| L.M. potenties gebruikt komt dit nadeel van innimical relatie te vervallen en kunnen alle mogelijk |
| geïndiceerde geneesmiddelen naar behoefte door elkaar gebruikt worden zonder zat men bang hoeft te |
| zijn voor vervelende reacties vanwege onderlinge geneesmiddelconflicten. |
| Following well betekend zoals de woorden al aangeven dat de vermelde geneesmiddelen goed op elkaar |
| volgen. |
| Het laatst gegeven geneesmiddel wordt dan niet in zijn werking gehinderd door de mogelijke na effecten |
| van het daarvoor gegeven homeopatisch geneesmiddel. Het eerst gegeven geneesmiddel draagt echter |
| ook niet actief bij aan een betere reactie op het daaropvolgende. Deze geneesmiddelen bezitten zogezegd |
| wanneer in C potentie gegeven wel een positieve verhouding tot elkaar. Wederom wanneer |
| voorgeschreven wordt in L.M.potenties verdragen alle verschillende geneesmiddelen zich onderling |
| goed en komen in een complementaire verhouding tot elkaar te staan. |
| Compatible houdt in dat de invloeden van de verschillende geneesmiddelen elkaar verdragen, elkaar |
| niet verstoren maar ook niet elkanders werking ondersteunen of benadrukken. Meestal is de compatible |
| situatie die waarbij het eerste geneesmiddel waaneer zijn werkingsduur nog niet totaal verstreken is, in |
| zijn actie niet verstoord wordt door het tweede er bijkomende homeopatische geneesmiddel. Ze |
| verdragen elkaar en kunnen naast elkaar bestaan. Bij het voorschrijven van Centisimale potenties is dit |
| een geruststellende gedachte. Het zal in ieder geval de patiënt niet in problemen brengen, ook niet |
| wanneer een geneesmiddel onverhoeds onterecht zou zijn voorgeschreven. |
| De complementaire relatie wordt gezien als de meest positieve onderlinge relatie tussen verschillende |
| geneesmiddelen en is die relatie waarbij ze elkaar ondersteunen en versterken in hun onderlinge effect |
| op de patiënt. Het is dan alsof de effecten van de geneesmiddelen samenwerken, elkaar bevorderen en |
| een soort win-win situatie creëren. Het is deze verhouding die we complementair noemen. De |
| complementaire relatie is homeopatisch de meest wenselijke situatie omdat de rendementen van de |
| verschillende geneesmiddelen optimaal tot hun recht komen ten gunste van de patiënt. |
| Als er bij een volgend voorschrift tussen het nieuwe en het voor laatste geneesmiddel een |
| complementaire relatie bestaat, strekt dit tot aanbeveling van het nieuwe voorschrift. |
| Bestaat de complementaire relatie dan geniet het complementaire geneesmiddel bij „gelijk‟ geïndiceerd |
| zijn van een ander geneesmiddel, meestal de voorkeur. Het is dit vraagstuk dat speelt bij het gebruik van |
| C potenties. Wanneer de geneesmiddelen in L.M.potentie worden voorgeschreven spelen conflictrelaties |
| geen enkele rol meer en gaan alle geneesmiddelen zich als zijnde complementair aan elkaar gedragen. |
| 99 |
| Zoals geneesmiddelen zichals complementair ten aanzien van elkaar gaan gedragen in L.M.potenties, zo |
| verhouden zich ook de verschillende ziekte soorten, zoals door Hahnemann beschreven in Organon en |
| Chronische ziekten, ten opzichte van elkaar. |
| Zo kan iemand die chronisch psorisch ziek is ook onder een auto komen. Op dat moment is de Arnica |
| die geïndiceerd is op basis van het acute trauma complementair ten aan zien van de ziektesoort onder |
| welke deze patiënt met een chronische Sulphur constitutie gebukt gaat. Het is immers deze Sulphur |
| patiënt die het ongeluk ondergaat. |
| Een groot verschil tussen de Arnica staat van zijn, op basis van het acute incident, en de chronische |
| Sulphur constitutie is dat de eerste de laatste in alle opzichten zal domineren. |
| De heftigheid en de kracht van het incident, de acuut dynamische verstoring, zal de werking van de |
| daarvoor gegeven Sulphur sterk afremmen of zelfs totaal blokkeren. Geven we in deze situatie wel de |
| Arnica waar de patiënt middels de symptomen om vraagt, dan werkt de Sulphur vaak nog even door. |
| Chronische ziekten blz. 157:.."Deze methode, via ruiken het gepotentieerde middel op de patiënt te laten |
| inweken, heeft grote voordelen bij de velerlei incidenten (tegenslagen), die de behandeling van de |
| chronische ziekten niet zelden plegen te storen en te onderbreken. Om die hindernissen zo snel mogelijk |
| weer uit de weg te ruimen, kan men de patiënt dan het beste het tegenmiddel ook in meer of mindere |
| sterkte via ruiken laten ontvangen. Dit garandeert de vlugste inwerking op de zenuwen en geeft |
| zodoende ook het snelste baat, zodat de voortzetting van de behandeling der chronische ziekte ook het |
| minst wordt opgehouden. Ja, als het incident op deze manier snel uit de weg wordt geruimd, werkt het |
| tevoren ingenomen antipsorische geneesmiddel soms nog enige tijd door. In dat geval moet echter de |
| dosis van het ruikmiddel tegen de ziekelijke storing zo bemeten worden, dat zijn werking slechts juist |
| toereikend is om het nadeel van de tegenslag uit te wissen, zonder dieper te gaan of nog langer zijn |
| werking te kunnen voortzetten….". |
| Volgens de ervaring van Hahnemann is de dynamus bij machte, terwijl het zwaartepunt van dat moment |
| op het neutraliseren van het incident ligt, in de diepte de reactie op het tevoren ingenomen antipsorische |
| geneesmiddel voort te zetten. Ondanks het incident gaat de genezing van de chronische ziekte in de |
| diepte, omdat deze van een totaal andere intensiteit en kracht is, gewoon door. Zeker daar waar de |
| invloed van de tegenslag door passend homeopatisch voorschrijven tot een minimum beperkt wordt. |
| Het antipsorische geneesmiddel werkt door terwijl er een ander geneesmiddel (plantaardig of dierlijk van |
| origine) op het incident wordt voorgeschreven. Sterker nog wanneer de invloed van het incident zo snel |
| mogelijk wordt geneutraliseerd werk het tevoren ingenomen antipsorische geneesmiddel vaak nog enige |
| tijd door, terwijl het waarschijnlijk anders geblokkeerd zou worden door de gevolgen van het incident. |
| In deze werken de geneesmiddelen op het incident en de chronische ziekte als in complementaire |
| verhouding. |
| Toen Hahnemann in 1835 de Chronische ziekten schreef werkte hij nog uitsluitend met Centisimale |
| potenties, de potenties waarbij zich ook conflictrelaties voor kunnen doen. In de laatste 5 jaren van zijn |
| leven, de Parijse periode, heeft hij gewerkt aan en met de nieuwe potenties die alle beperkingen die aan |
| de C potenties kleven niet meer zouden blijken te bezitten. Volgens Hahnemann zijn de L.M. potenties |
| dan ook ver superieur aan de C potenties. |
| Organon voetnoot 1 §276:…"De lof, die in de laatste tijd door enkele homeopathen wordt toegezwaaid |
| aan de groter doses, berust voor een deel op het feit, dat ze de lagere potenties van de aan te wenden |
| medicijn gebruikten volgens de tot nu toe gebruikelijke wijze gedynamiseerd (zoals ook ikzelf vele jaren |
| bij gebrek aan beter weten heb gedaan) …….". |
| 100 |
| Voor Hahnemann warende C potenties de lagere potenties daar deze tussen iedere potentie slechts 2 à 5 |
| maal geschud werden tegenover de L.M. potentie 100 maal. Ook zijn het de C potenties die de grotere |
| doses bevatten daar deze potenties slechts 1op 100 worden verdund. |
| De verdunning van de L.M potentie is 1 op 50.000 en deze bevat dan ook een evenredig geringere dosis |
| van de oorspronkelijke geneesmidelsubstantie.. |
| Dat de conflictrelaties bij het gebruik van L.M. potenties verdwijnen heeft in de behandeling van de |
| incidenten het grote voordeel dat deze de behandeling van de chronische ziekte niet ingrijpend verstoord. |
| Dit is bij het correcte gebruik van C potenties al niet het geval. Bij L.M. gebruik kunnen we op basis van |
| het complementaire effect zelfs overwegen het acute geneesmiddel, zo lang het nodig blijkt, af te |
| wisselen met het geneesmiddel dat voorgeschreven was op de chronisch psorische constitutionele |
| symptomatologie. |
| Uit ervaring blijkt dan vervolgens dat het geneesmiddel voorgeschreven op de chronisch constitutionele |
| symptomen beter gaat werken wanneer het geneesmiddel op het incident, zolang er nog restanten van |
| zichtbaar zijn, er aan vooraf gaat. Het lijkt alsof het geneesmiddel dat de dynamus uit de acute situatie |
| helpt komen door zijn werking, een kanaliserend, een gezondheid bevorderend en vitaliserend effect |
| heft op diezelfde levenskracht. Het bereidt de werking van het chronisch minerale geneesmiddel als het |
| ware voor. |
| Daardoor kan er vanuit deze verhoogde activiteit, in één doorgaande, vloeiende beweging veel meer |
| verbetering bewerkstelligt worden dan wanneer de stagnerende chronisch zieke dynamus, vanuit stasis, |
| in beweging gebracht moet worden. |
| In de afwisseling van het geneesmiddel, voorgeschreven op het incident, en het geneesmiddel |
| voorgeschreven op de chronisch psorisch ziektetoestand, komt de gezonde vitaliteit vrij gemaakt onder |
| invloed van het plantaardige of dierlijke middel voorgeschreven op het incident direct ter beschikking |
| voor een diepere curatieve reactie op het geneesmiddel voor de chronische ziekte. Dit geneesmiddel zal |
| vervolgens veel beter gaan werken en een hogere curatieve waarde opleveren. De geneesmiddel |
| werkingen sluiten elkaar niet uit maar versterken en ondersteunen elkaar door het op elkaar afgestemde, |
| complementaire curatieve effect op de levenskracht. |
| De patiënt die bij voortduring onder stress gebukt gaat zal vanwege zijn basale psorische gesteldheid |
| maar moeilijk tot de noodzakelijke, zijn leven verbeterende, ingrijpende keuzes geneigd zijn. Het gevolg |
| is meestal dat de patiënt doorgaat te volharden in het maken van dezelfde, tegen het eigen leven gerichte, |
| fouten. Dit gaat „goed‟ totdat de patiënt acuut ziek wordt en de zelfde, zelf vernietigende, leefwijze niet |
| meer volgehouden kan worden. De ontstane overmachtsituatie werkt dwingend en bepalend. |
| Met een hartinfarct of hersenbloeding in het ziekenhuis heb je als patiënt niet meer zo veel in te brengen. |
| Meestal wordt er in zo‟n situatie gewoon voor je beslist wat er moet gebeuren. |
| Bij de nog in de stress fase verkerende chronisch zieke patiënt zal het antipsorische minerale |
| constitutiemiddel veelal ook niet een optimaal reactiepatroon laten zien. Vaak zien we eerder nog een |
| versterking van de problematiek doordat de patiënt op basis van het feit dat hij zich wat beter voelt als |
| reactie nog harder gaat werken om toch maar vooral de in het vooruitzicht gestelde promotie niet mis te |
| lopen. |
| Dit gebeuren blijkt zeer schadelijk te zijn voor het rendement van de behandeling van de chronische |
| ziekte en dus voor de patiënt. |
| De werksituatie zouden we in deze kunnen definiëren als een incident met een biografisch karakter, |
| waarmee gezegd wil zijn dat deze patiënt vaak al vele jaren bezig is op deze pathologische wijze carrière |
| te maken. |
| 101 |
| Er is heftigheidbij voortduring. Er is inspanning, overbelasting, ergernis, frustratie, kritiek op |
| meerderen, spanning, de hoop op succes etc etc. Voldoende indicaties voor geneesmiddelen als |
| Staphisagria, Nux vomica, Rhust toxicodendron etc, etc. En dat terwijl we wellicht te maken hebben met |
| een constitutionele Silicea patiënt. |
| De Silicea zal de patiënt stimuleren om de chronische ziektesituatie te herstellen en om te zetten in een |
| nieuw en gezond evenwicht. Levensgroot is echter het risico dat onze patiënt vanuit de gestreste |
| leefsituatie de door de behandeling vrijgekomen energie per direct gaat aanwenden voor de competitie |
| met zijn collega‟s, in een verwoedde poging nu de „winst‟ binnen te halen. Aldus de verbetering die door |
| de Silicea bewerkstelligd is wederom in zijn pathologische carrière drang te investeren. Meer van |
| hetzelfde dreigt dan. |
| Wordt echter bijvoorbeeld op de vermeende „onrechtsituatie‟ op het werk, eerst gekozen voor een |
| geneesmiddel als Staphisagria of Nux vomica (natuurlijk op de karakteristieke, subjectieve symptomen |
| van de patiënt!), dan ontstaat er wat meer ruimte en rust, een wat minder geërgerde mentaal- emotionele |
| situatie. De patiënt krijgt daardoor de gelegenheid, dat wat tot voor kort super belangrijk leek, wat meer |
| te relativeren en kan wat meer „afstand‟ nemen. Het is in deze meer ontspannen ruimte, dat de |
| vervolgens ingenomen Silicea een veel dieper helend effect aan de dag kan leggen. |
| Omdat de patiënt de volgende dag toch weer naar zijn werk gaat, zich weer terug begeeft in dezelfde |
| stressvolle leefsituatie, is er bij voortduring de dreiging van terugval in oude patronen. |
| Door een tijdlang een geneesmiddel als Staphisagria of bijvoorbeeld Nux vomica in afwisseling te geven |
| met Silicea word de patiënt op een milde manier de mogelijkheid geboden keuzes te maken die leiden |
| naar het ontsnappen uit deze mogelijk dodelijke tredmolen. In deze worden Staphisagria of Nux vomica |
| op de leef- en werkomstandigheden van de patient voorgeschreven en Silicea op de chronische |
| constitutie. |
| Chronische ziekten blz.160:.."Als incidenten die de (antipsorische) kuur slechts tijdelijk storen, |
| beschouw ik:…..o.a. Ergernis met verontwaardiging, diepe innerlijke krenking (als men dan weggooit |
| wat men juist in de hand heeft: Staphisagria.) en als er verontwaardiging is met stille (opgekropte) |
| innerlijke krenking (hiervoor Colocynthis). Ongelukkige liefde met stil verdriet (Ignatia), ongelukkige |
| liefde met jaloezie (Hyoscyamus)….". |
| Wanneer zoals Hahnemann al beschrijft, deze incidenten de behandeling van de chronische ziekten |
| storen, hebben we in de o.a. hierboven beschreven plantaardige middelen, geneesmiddelen die niet |
| alleen de patiënt helpen het incident te overkomen maar vervolgens ook de werking van het dieper |
| werkende antipsorische geneesmiddel bevorderen. De ontwikkelingen in de westerse samenleving in de |
| laatste jaren wekt de indruk dat we in de leefomstandigheden van de mensen met veel van dergelijke |
| stress en stoorfactoren te maken hebben, en dat we dus frequent van de diensten van de plantaardige en |
| dierlijke geneesmiddelen gebruik dienen te maken. Bij een éénmalig centisimaal voorschrift en tussen de |
| verschillende doses „lang‟ wachten komen we dan, de leefomstandigheden in ogenschouw nemend, aan |
| het constitutioneel behandelen wellicht niet eens toe. |
| Deze op de verschillende ziektesoorten voorgeschreven geneesmiddelen dienen niet tegelijk worden |
| ingenomen, maar in afwisseling met elkaar. Er is sprake van een duidelijke functie ten opzicht van |
| elkaar. Het plantaardige geneesmiddel dient er aan mee te werken dat het op de chronische constitutie |
| werkende minerale geneesmiddel optimaal kan werken. Dus dient, in het geval van in afwisseling |
| voorschrijven, het plantaardige geneesmiddel voorafgaand aan het minerale geneesmiddel gegeven te |
| worden. |
| Onder de incidenten vallen niet alleen de meer emotionele en stress toestanden maar ook zaken als |
| kouvatten, voedselvergiftiging, klachten ten gevolge van schrik, verbrandingen, vertillen verrekken etc. |
| 102 |
| Chronische ziekten blz.160:…" Als incidenten die de kuur slechts tijdelijk storen, beschouw ik: |
| "…overladen maag (die weer kan worden opgeknapt door honger, d..w.z alleen maar wat dunne soep |
| gebruiken i.p.v. een maaltijd, en een beetje koffie drinken, dan bedorven maag door vet vlees, vooral |
| varkensvlees (herstel door honger en Pulsatilla),……Klachten door spiritualiën (Nux vomica), bedorven |
| maag met gastrische koorts, rillerigheid en kou (Bryonia )…..Vertillen en verrekken (in enkele gevallen |
| Arnica, maar het zekerst te verhelpen met Rhus toxicodendron)…". |
| Ook deze zaken kunnen als ze een wat heftiger verloop hebben de behandeling van de chronische ziekte |
| verstoren. Dit was in de tijd van Hahnemann al zo en is dat tot op de dag van vandaag. Vandaar dat |
| Hahnemann bij de beschrijving van de effecten van de incidenten ook aandacht besteed aan deze |
| verstorende invloeden en vervolgens aangeeft dat de homeopaath ook deze moet behandelen ten einde de |
| antipsorische behandeling zo spoedig mogelijk voort te kunnen zetten. |
| Zoals hij het beschrijft wordt er in deze situatie op een beperkte symptoomgroep voorgeschreven. Het |
| incident wordt als acute ziekte behandeld, waarbij het totaalbeeld van de acute ziekte is meestal zeer |
| beperkt is. Er wordt dan ook in dergelijke situaties zoals dat heet op sleutelsymptomen, de zogenaamde |
| key-notes, voorgeschreven. |
| Dit blijkt ook uit de beperkte symptomengroep die voor Hahnemann de indicatie zijn tot voorschrijven |
| van de betreffende plantaardige geneesmiddelen. Er wordt in deze dan ook niet op de constitutie voor |
| geschreven maar op een incident. |
| Wat voor de behandeling van de incidenten geld ten aanzien van hun storend effect op de behandeling |
| van de chronisch zieke patiënt geld ook voor de invloed van wat Hahnemann de tussenziekten of |
| collectieve ziekten noemt. Het zijn die ziekten die meestal als epidemieën hun weg door de wereld |
| banen. Ook hier geld wederom dat afhankelijk van de heftigheid en de ernst van de epidemie er al dan |
| niet behandeld moet worden. In de tijd van Hahnemann waren de epidemische ziekten kennelijk meer |
| aan de orde van de dag maar ook in de huidige tijd lijken we aan de vooravond te staan van opleving van |
| ingrijpende epidemische ziekten. |
| Zoals we kunnen zien gebeuren hebben dit soort besmettelijke, epidemische ziekten vaak een zeer lange |
| nasleep. |
| Jongeren kunnen lang te kampen hebben met de gevolgen van de ziekte van pfeiffer, maar ook een |
| ordinaire soort griep kan, indien onbehandeld, de behandeling van de chronisch zieke patiënt gedurende |
| langere tijd blokkeren. Het wel behandelen van deze acute ziekten dient dan ook niet alleen het doel het |
| lijden aan deze ziekte te bekorten maar zeer zeker ook daardoor de patiënt in de positie te brengen dat de |
| behandeling van zijn chronische ziekte op de meest efficiënte wijze doorgang kan vinden. |
| Chronische ziekten blz.161:… "Maar we hebben gedurende de behandeling der chronische ziekten door |
| antipsorica ook helemaal niet zo zelden behoefte aan de overige niet-antipsorische |
| geneesmiddelvoorraad, nl. in die gevallen, waarin tussenziekten (morbi intercurrentes), die epidemisch |
| maar soms alleen sporadisch de mensen aantasten en gewoonlijk door meteorische of tellurische |
| oorzaken zijn ontstaan, onze chronische ziekten niet onaangetast laten en op die manier de antipsorische |
| kuur niet alleen maar storen, maar vaak gedurende langere tijd onderbreken. Hier komen we te hulp met |
| de overige homeotherapie….". |
| Ook in het geval van de epidemische ziekten, is adequate behandeling, volgens Hahnemann met de |
| geneesmiddelen uit de sfeer van de overige homeotherapie gewenst. |
| Wat Hahnemann onder de overige homeotherapeutische geneesmiddelen verstond wordt duidelijk als we |
| de vermelde geneesmiddelen onder de incidenten op hun oorsprong bezien. |
| 103 |
| Het accent voorwat betreft de antipsorische geneesmiddelen ligt dus op de geneesmiddelengroep |
| afkomstig uit het mineralenrijk. |
| Dientengevolge betreffen de overige homeotherapeutische geneesmiddelen, die middelen, die betrokken |
| worden uit een andere bron dan het mineralenrijk. |
| Het karakter van de zo genaamde epidemische ziekte draagt alle kenmerken van een acute ziekte. Ze |
| wordt ook als zodanig behandeld. De essentie van het acute ziektegebeuren drukt zich veelal uit in een |
| beperkte symptomen groep en dus hoort de behandeling hiervan relatief eenvoudig te zijn. De |
| symptomen worden de oplettende homeopaat als op een presenteerblaadje aangeleverd. |
| Organon §82:….."Bij acute ziekten vallen de hoofdsymptomen nl. |
| vlugger op en laten zich snellen inprenten en daarom is er voor de |
| anamnese veel minder tijd nodig en valt er veel minder na te vragen |
| (omdat het meeste zichzelf presenteert), dan bij de veel moeilijker |
| vindbare symptomen van een al meerdere jaren geleidelijk |
| voortgeschreden chronische ziekte….". |
| In de praktijk van de grondlegger van de homeopathie, Samuel Hahnemann, kwam het voor dat de |
| geïndiceerde homeopatische geneesmiddelen in afwisseling ook met korte intervallen gegeven werden. |
| Er werden, indien nodig, plantaardige en dierlijke geneesmiddelen op acute klachten in onderlinge |
| afwisseling voorgeschreven Ook werden geneesmiddelen op de acute symptomatologie in afwisseling |
| met dieper werkende antipsorische geneesmiddelen, op de onderliggende chronische constitutie |
| voorgeschreven. Bij een dergelijk gebruik van homeopatische geneesmiddelen maken we bewust |
| gebruik van het complementaire effect, hetgeen Hahnemann getuige zijn „Chronische ziekten‟ al in 1835 |
| tot een dagelijkse wijze van werken had gemaakt. |
| Chronische ziekten blz.161: ….".Sinds ik leerde de langdurige ziekten en kwalen te genezen door |
| homeopatische vernietiging van hun psorische oorsprong, ontdekte ik dat de epidemisch heersende |
| wisselkoortsen bijna ieder jaar qua karakter en symptomen verschillend waren en derhalve ook bijna |
| ieder jaar door een ander, verschillend geneesmiddel specifiek te genezen. Het ene jaar met Arsenicum, |
| een ander jaar met Belladonna of met Antimonium crudum, met Spigelia, Aconitum, Ipecacuanha |
| afgewisseld met Nux vomica, Samiak, Natrium muriaticum, Opium, Cina alleen of in afwisseling met |
| Capsicum, met Menianthes trifoliata, Calcarea carbonica, Pulsatilla, een der beide Carbo vormen, |
| Arnica alleen of in afwisseling met Ipecacuanha enz…..Ook in het begin van de kuur van een |
| epidemische wissselkoorts kan de homeopatisch arts het zekerst handelen door eerst iedere keer een |
| subtiele dosis Sulphur toe te dienen of in daarvoor geschikte gevallen Hepar sulphuris in een klein |
| korreltje of via eraan te ruiken. Dan moet hij de uitwerking enkele dagen afwachten, tot de eruit |
| resulterende verbetering weer stilstaat… omdat bij alle lijders aan wisselkoorst in elke epidemie |
| voornamelijk psora betrokken is, is in de aanvang van iedere behandeling van een epidemische |
| wisselkoorts een minieme dosis Sulphur of Hepar sulphuris van wezenlijk belang, waardoor de zieke met |
| des te meer zekerheid en gemak herstelt….". |
| Op basis van het wisselende beeld bij deze koortsende ziekten gaf Hahnemann op dat wisselende beeld |
| indien nodig in afwisseling de geïndiceerde plantaardige geneesmiddelen. Echter hij geeft ook |
| voorbeelden waar hij plantaardige geneesmiddelen met de dieper werkende minerale constitutionele |
| geneesmiddelen in afwisseling voorschrijft. De indicaties voor de plantaardige middelen vinden we ook |
| 104 |
| hier in deacute ziekte symptomen. De indicatie voor de minerale geneesmiddelen is gebaseerd op de |
| constitutionele symptomen van de patiënt. |
| Uitzondering vormen, zoals beschreven de meer algemeen antipsorisch vitaliserende geneesmiddelen als |
| Sulphur en Hepar sulphuris, maar ook zoals Hahnemann in bovengenoemd citaat beschrijft, in |
| afwisseling met een der beide Carbo vormen welke ook een sterk activerend en vitaliserend karakter |
| hebben echter milder werken dan Sulphur en Hepar sulphuris. |
| De plek van Sulphur en Hepar sulphuris is een dermate bijzondere dat Hahnemann stelt dat deze |
| geneesmiddelen vanwege hun antipsorische en daardoor vitaliserend effect aan het begin van iedere |
| epidemische acute ziekte gegeven dient te worden vanwege de psorische ondergrond en dat de patiënt |
| daardoor op de volgende geneesmiddelvoorschriften makkelijker geneest. Soms is door een dergelijk |
| voorschrift een volgend, voor de epidemie specifiek geneesmiddel, al helemaal niet meer nodig. |
| Aldus geeft hij een beschrijving van het complementaire effect dat Sulphur of Hepar sulphuris hebben |
| op de daarop volgende geneesmiddelen. |
| Ook in de behandeling van chronisch constitutionele ziektegevallen begon Hahnemann veelal de |
| behandeling met een dosis Sulphur of Hepar sulphuris om vervolgens een betere reactie op de daarna |
| aangewezen homeopatische geneesmiddelen te verkrijgen. |
| In de chronische ziekten zijn vele passages te vinden waar Hahnemann spreek over het tussendoor |
| gebruik van speciale geneesmiddelen teneinde de psora in de „juiste baan‟ te houden en een curatieve |
| reactie op de geïndiceerde antipsorische minerale constitutiemiddelen te bevorderen. |
| Dit gegeven verhoudt zich polair ten opzichte van wat doorgaans onder klassieke homeopathie verstaan |
| wordt. |
| Als onder klassieke homeopathie verstaan wordt het éénmalig voorschrijven van een centisimale |
| potentie, liefst op de „essentie‟ van de patiënt dan was Samuel Hahnemann niet wat er verstaan wordt |
| onder een klassiek homeopaat.. |
| Hahnemann had kennelijk een veel indringender en een meer begrip van wat we dienen te verstaan onder |
| ziekte, en wist tevens een weergaloos therapeutisch systeem neer te zetten wat in zijn tijd en tot op de |
| dag van vandaag onvoldoende begrepen is. Een van de belangrijkste elementen is het neutraliseren van |
| het dogma van het „ultieme similimum‟, vanuit de optiek van Hahnemann bezien is dit namelijk de |
| grootste onzin. Ook in de praktijk van alle dag zal de patiënt na het vermeende ultieme similimum, |
| voorgeschreven op de essentie van de patiënt, terugkomen met klachten ten gevolge van incident of |
| tussenziekte of gewoon met een verandering in het constitutionele beeld waardoor een ander, mineraal |
| antipsorisch geneesmiddel voorgeschreven dient te worden op de nieuw ontstane situatie. |
| Chronische ziekten Blz.127: …"Hier stuit ik op de merkwaardige omstandigheid, dat absoluut iedere |
| psoravorm- met uitzondering van, zoals al gezegd, de zo gemakkelijk inwendig te genezen, vers |
| ontstane, door een nog niet verdreven huiduitslag vergezelde – dat wil dus zeggen zowel de psora die |
| nog binnenin sluimert, alsook die zich tot één van de talloze uit haat voortgekomene chronische ziekten |
| heeft ontplooid, zeer zelden door een enkel antipsorisch middel kan worden genezen. Praktisch allemaal |
| hebben ze, om tot volledige genezing te geraken, de toepassing nodig van meerdere van deze |
| geneesmiddelen en in de ergste gevallen ook wel van vele na elkaar…. „. |
| Wil de homeopaat de homeopathie in praktijk brengen zoals deze door Hahnemann werd bedreven en |
| zoals deze in Organon en Chronische ziekten staat beschreven, dan wordt het begrijpen van de |
| miasmaleer en de overige ziektevormen als ziekteclassificatie van bepalend belang. Een juist begrip van |
| het verschil in dynamiek en virulentie van de verschillende pathologische ziektetendensen maakt de |
| juiste beoordeling en interpretatie van de symptomen mogelijk. Slechts hierdoor ontstaat de |
| 105 |
| mogelijkheid als hetware op basis van gelijksoortigheid mee te bewegen met de patiënt en wanneer er |
| door de symptomen de aanleiding ontstaat voor te schrijven op de actuele situatie. Dit kan zijn een |
| eenmalige dosering van een diep werkend antipsorisch mineraal constitutie middel, maar ook een snelle |
| afwisseling van geneesmiddelen voorgeschreven op een acuut ziekteproces en dat in afwisseling met het |
| op de chronische symptomen voorgeschreven minerale antimiasmatische geneesmiddel. Ook is de |
| afwisseling met Sulphur, Hepar sulphuris of een der beide Carbo vormen mogelijk om het curatieve |
| vermogen van de dynamus te vergroten. |
| Heeft de patiënt in de eigen biografie bijvoorbeeld syphilis of gonorrhoe doorgemaakt dan zal de |
| homeopaat inde anamnese extra aandacht besteden aan de vraag of er nog gevolgen van de desbetreffend |
| venerische ziekte aanwezig zijn. In dat geval zal de behandeling het eerst hierop gericht dienen te |
| worden. |
| Enerzijds omdat deze miasmatische belasting in dit stadium over het algemeen nog gemakkelijk te |
| genezen is en anderzijds omdat indien onbehandeld de miasmatische ontwikkeling gewoon progressief |
| voortgaat en naast het creëren van de aan haar aard eigen pathologie ook de antipsorische behandeling |
| danig kan blokkeren. Ook kan een soort versmelting met de psora aangegaan worden hetgeen de |
| behandeling alleen maar verder kan compliceren. |
| Organon §106:… "Voordat men met de behandeling van een chronische ziekte begint is het absoluut |
| noodzakelijk eerst met grote zorgvuldigheid na te gaan of de patiënt besmet is geweest met syphilis (of |
| eventueel gonorrhoe). Dan immers moet de behandeling uitsluitend hierop gericht zijn, als tenminste |
| alleen maar verschijnselen van syphilis (of van de veel minder vaak voorkomende condylomataziekte) |
| aanwezig zijn…". |
| Bijna altijd zijn ook deze acute syphilitische dan wel sycotische infecties geënt op een onderliggende |
| psorische basisgesteldheid, en dient de antisyphilitische of antisycotische behandeling altijd gevolgd te |
| worden door de antipsorische constitutionele behandeling. Ook in deze situatie is er sprake van een |
| complementaire verhouding al was het alleen maar omdat de verschillende ziektesoorten zich allemaal in |
| één en dezelfde mens, de patiënt afspelen. |
| In de behandeling van de chronisch zieke patiënt spelen ook de erfelijke factoren een rol die vanuit het |
| voorgeslacht op de volgende generatie worden overgedragen. Deze erfelijke pathologische tendensen |
| vinden hun oorsprong in de niet goed gecureerde ziektetoestanden van de vorige generatie. |
| Het zijn deze latent pathologische tendensen die de effectiviteit van de homeopathische behandeling |
| behoorlijk kunnen vertragen en blokkeren. Sterker nog wanneer deze voor eerst nog „latente‟ tendensen |
| onbehandeld blijven loopt de patiënt een behoorlijk risico op enig moment in zijn leven te maken te |
| krijgen met een ziektevorm die het gevolg is van deze erfelijke familiare belasting. Dit betekent dan dat |
| de patiënt wordt geconfronteerd met een plotselinge uitbraak van astma, reuma, eczeem, of kanker enz. |
| d.w.z. met datgene waaraan enkele of meerdere van zijn familieleden lijden of zijn gestorven. Deze |
| ziekten in het voorgeslacht waren ook toen al van chronisch miasmatische origine, dus de patiënt krijgt |
| via de overerving de chronisch miasmatische belastingen al mee overgedragen. Dit kan dan het karakter |
| hebben van een overerfde psora, sycosis of syphilis, maar ook gecompliceerdere belastingen waarin |
| bijvoorbeeld sycosis een duurzaam monsterverbond aangegaan is met het syphilitisch miasma en als |
| resultante de patiënt opzadelt met een zogenaamde tuberculinische of carcinogene belasting. |
| Het tuberculinische wordt wel eens per abuis als een apart op zichzelf staand miasma beschouwd. Bij |
| nadere beschouwing echter kan dit niet zo zijn en is het tuberculinische net als het carcinogene te |
| 106 |
| herleiden naar eencombinatie van de achterliggende pathologische psorische, syphilitische en sycotische |
| ziektetendensen. |
| Het gegeven dat we onze „zuigelingen‟ al vroeg na hun geboorte inenten tegen vele acute ziekten heeft |
| voor de zuigeling ook ten gevolge dat de natuurlijke antwoorden om tot een oplossing te komen van de |
| erfelijke belastingen van het kind worden afgenomen. Het kind mag in de huidige tijd geen |
| kinderziekten meer krijgen, kinderziekten welke het antwoord van moeder natuur zijn op de erfelijke |
| pathologische belastingen. Doordat de kinderen de relatief onschuldige kinderziekten niet meer mogen |
| doormaken vindt er een vroegtijdige manifestatie plaats van ernstige chronische ziekten bij jonge |
| kinderen. In de westerse wereld zien we dan ook als gevolg allergieën, mentaal en emotionele |
| stoornissen maar ook astma en andere bijna organische ziekten dramatisch toenemen. Zeer recent werd |
| er nog melding gemaakt van een explosieve toename van diabetes bij peuters, toevallig in dezelfde |
| periode dat er massaal is ingeënt tegen de meningococ-C. Kennelijk leven we in de medische |
| middeleeuwen. Het vaccineren en het daaruit voortvloeiende onheil betekent een enorme belasting voor |
| de constitutie gezien de van daaruit geprovoceerde pathologische ontwikkeling. Waarbij er voor de |
| kinderen naar de toekomst toe dan ook niet veel goeds valt te verwachten. |
| Geen wonder dat we veel van deze kinderen uiteindelijk ook in de homeopatische praktijk tegenkomen |
| voor behandeling. Zeker in de behandeling van het jonge kind speelt de beoordeling van de erfelijke |
| belastingen een grote rol. De biografie van het kind heeft meestal nog niet zulke zware sporen |
| getrokken, daarvoor heeft het kind veelal nog te kort geleefd. |
| De latente constitutionele miasmatische belasting heeft ook meer tijd nodig om tot wasdom te komen en |
| het gezonde leven te bedreigen. Wanneer er zich bij jonge kinderen dan ook ernstige problemen |
| voordoen kunnen we met vrij grote zekerheid stellen dat in deze vrijwel altijd de erfelijke tendensen op |
| zijn minst medeoorzaak zijn en in de behandeling dienen te worden betrokken tenzij er een duidelijk |
| incident de aanleiding en oorzaak vormde. |
| Echter ook wanneer er niet direct sprake is van ernstige problematiek dienen we bij alle patiënten maar |
| zeker ook bij het jonge kind te letten op de symptomen die duiden op het aanwezig zijn van mogelijk |
| dominante erfelijke belastingen. Dit opdat deze tijdens de homeopatische behandeling kunnen worden |
| geneutraliseerd. |
| Deze erfelijke tendens verhoudt zich tot de constitutie als complementair, aanvullend. Om tot genezing |
| van de hereditaire belastingen van de patiënt te komen maken we in de homeopathie gebruik van de |
| nosoden. |
| Het zijn geneesmiddelen afgeleid van ziekteprodukten die ontstaan zijn als gevolg van een ziekteproces. |
| Bij de patiënt die mogelijk belast is met chronische ziektetendensen van de familie, of blijft hangen in de |
| gevolgen van ziekten in de eigen biografie, kunnen de aangewezen nosoden de levenskracht spiegelen |
| waardoor deze belastingen eindelijk tot een oplossing worden gebracht. |
| Anders dan bij de incidenten en de tussenziekten is de erfelijke tendens een inactief gebeuren. Pas |
| wanneer op basis van een zich ontwikkelende psora en bijvoorbeeld tegenslagen in het leven er |
| aanleiding toe geven, kan deze tot dan toe latente tendens zich actief gaan manifesteren en de chronische |
| ziekte de kleur van de familiare belasting meegeven. |
| Latente tendensen herkennen |
| In een vroeger stadium zijn latente tendensen vaak wel te herkennen in het subjectieve symptoombeeld. |
| Bij de differentiaaldiagnose en de repertorisatie passeren ze mede de revue. Voor de keuze van een |
| nosode gelden andere regels dan voor een middel dat de chronisch constitutionele miasmatische |
| psorische laag moet dekken. Om een nosode voor te schrijven hoeft niet te worden gewacht tot een |
| typisch Tuberculinum-, Carcinosinum-, Syphilinum- of Medorrhinumbeeld zichtbaar is. Waar het beeld |
| al duidelijk op een nosode wijst mogen we redelijkerwijs aannemen dat de erfelijke belasting een |
| 107 |
| maximale pathologische invloedop de constitutie van de patiënt heeft. Na de nosode zal steeds het |
| minerale middel vereist zijn dat past bij de psorische constitutie die onder de, bijvoorbeeld, |
| tuberculinische laag vandaan komt. Zien we duidelijke constitutionele indicaties voor Calcarea |
| phosphorica, dan kan dit middel afwisselend met Tuberculinum worden gebruikt. |
| Net als bij de dierlijke en plantaardige middelen vinden we de indicaties voor nosodes regelmatig in de |
| keynote sfeer. Een uitgesproken voedingsvoorkeur, een bepaalde slaaphouding, een bepaalde vorm van |
| onrust, overmatig transpireren in combinatie met andere symptomen, het voorkomen van de |
| desbetreffende ziekte in het voorgeslacht of in de biografie en, als hoofdindicatie, niet goed reageren op |
| passende middelen - zijn vaak reden genoeg om te overwegen de nosode af te wisselen met het |
| geïndiceerde constitutiemiddel. |
| Holistische benadering |
| Pas wanneer we in de benadering en behandeling van de patiënt de diverse ziektesoorten, zoals die zich |
| als groepen complementaire symptomen aandienen, meenemen in de totale beeldvorming en daarna het |
| gehele symptoomcomplex volgens de aanwijzingen van Hahnemann classificeren, kunnen we met recht |
| spreken van een holistische totaalbenadering. Alle symptomen krijgen de plaats waar ze thuishoren; we |
| laten niets weg en hoeven niets te elimineren. We brengen het beeld naar een synthese, een |
| totaaloverzicht, op basis waarvan we door het classificeren van symptomen kunnen beoordelen waar in |
| de anamnese de zwaartepunten liggen. |
| Zo kunnen we zien wanneer de patiënt zich in relatief constitutionele rust bevindt, zodat kan worden |
| volstaan met het voorschrijven van het geïndiceerde minerale constitutiemiddel. In geval van ernstige |
| biografische problematiek of gevolgen van een epidemische ziekte of erfelijke belasting kan het zijn dat |
| de passende middelen in complementaire verhouding tot elkaar staan en in afwisseling voorgeschreven |
| moeten worden om “een snel, zacht en duurzaam herstel van de gezondheid” te bewerkstelligen. |
| Ziektedynamica |
| De diverse ziektevormen lopen onderling uiteen wat betreft intensiteit, heftigheid en dynamiek van de |
| symptomen. Acute ziekten zijn het meest dynamisch en heftig en dringen zich het sterkst op aan de |
| beleving van de patiënt. Betreft het een acuut miasmatische of een wisselziekte dan komt het element |
| van heftigheid soms nog sterker naar voren. Bij heftige en intense problemen moeten we altijd nagaan of |
| de symptomen niet onder een van deze ziektesoorten vallen. De keuze valt dan op een plantaardig of |
| dierlijk middel in frequente dosering (meerdere malen per dag). Bijvoorbeeld: we hebben te maken met |
| een acuut miasmatische aanval wanneer in het voorjaar de hyperallergische patiënt raad vraagt vanwege |
| een intense hooikoortsaanval. Alle slijmvliezen zijn opgezet. De oogleden zijn zo gezwollen dat hij bijna |
| niets kan zien. Hij wordt haast gek van de jeuk, snakt naar adem door de benauwdheid en loopt heel de |
| dag te niezen. |
| Gezien de ziektesoort en de aard der klachten is een mineraal antipsoricum ongewenst, en wel om twee |
| redenen: het werkt niet of het maakt de klachten erger. Beter is het een acuut plantaardig middel te geven |
| dat de symptomen dekt. Middelen als Nux vomica, Pulsatilla of Sabadilla zullen doorgaans verlichting |
| brengen, waardoor de „rust‟ terugkeert en de klachten in intensiteit en heftigheid afnemen. |
| Zelfs bij een duidelijke verbetering is het in zo‟n geval echter af te raden de inname snel te staken. Bij |
| periodiek terugkerende klachten betreft is het raadzaam het geneesmiddel, in sterk verminderde |
| frequentie weliswaar, door te laten gebruiken tot de risicoperiode achter de rug is. Een acuut plantaardig |
| middel, dat constitutioneel een relatief oppervlakkige werking heeft, kan tijdens de acute fase frequent |
| worden ingenomen en dan in een LM-potentie, naar behoefte iedere twee uur of nog vaker! Wanneer de |
| 108 |
| risicoperiode afloopt ende heftigheid van de klachten afneemt, kan de innamefrequentie worden |
| teruggebracht naar bijvoorbeeld een- of tweemaal daags. |
| In de periode waarin de acute klachten vrijwel naar de achtergrond zijn verdwenen en het chronische |
| beeld door de relatieve rust weer duidelijker naar voren komt, moeten we beoordelen wanneer kan |
| worden begonnen met het minerale antipsoricum. Doen we dit te voortvarend, we laten bijvoorbeeld het |
| minerale middel meteen tweemaal per dag innemen, dan is het risico groot dat de acute klachten |
| opnieuw opvlammen, speciaal indien we het plantaardige middel gelijktijdig met de start van het |
| minerale hebben gestopt. |
| De Dynamis is bezig vanuit een staat van grote opwinding af te dalen naar de frequentie van de |
| „psorische baan‟ doch is door de acute ontwikkelingen doorgaans nog hypersensibel. Op deze |
| hypersensibiliteit kunnen we inspelen door nu, tijdelijk, het plantaardige middel af te wisselen met het |
| passende, complementaire, minerale constitutiemiddel. Dat gaat zo: voorafgaand aan het minerale |
| middel wordt eerst het acute plantaardige middel ingezet. Zodra blijkt dat het minerale middel zonder |
| tegensputteren door de Dynamis wordt geaccepteerd en er geen verergeringen optreden, kan het |
| plantaardige middel worden weggelaten. Daarmee is de psora en de antipsorische behandeling in de |
| juiste baan geleid. |
| Bij een blokkade is het omgekeerd. In plaats van actief toont de blokkade zich veelal als een soort latente |
| tendens. De patiënt zegt dat hij zich sinds “die griepaanval van drie jaar geleden” nooit meer echt goed |
| heeft gevoeld. Of hij overleefde dertig jaar geleden maar net een meningitis ten gevolge van mazelen. Of |
| veel familieleden hebben reumatische klachten en hij begint nu bij belasting eveneens last te krijgen van |
| zijn gewrichten. |
| De aanwijzingen voor een nosode zijn hier in aanleg aanwezig en bij nadere beschouwing vinden we |
| misschien nog wel meer bevestiging. Zulke indicaties worden echter regelmatig overschaduwd door |
| symptomen die bij de miasmatische constitutie horen. Op de constitutionele symptomen wordt |
| voorgeschreven. We zullen kunnen constateren dat de psorische symptomen actiever, virulenter en |
| dynamischer zijn dan de symptomen van de veel passievere blokkade, die dienovereenkomstig wordt |
| gekenmerkt door symptoomschaarste. |
| De passieve blokkadesymptomen zijn tevens minder dynamisch en treden minder op de voorgrond dan |
| acute en acuut miasmatische verschijnselen. Het verschil in dynamiek is opvallend groot. De |
| adynamische en passiviteit bevorderende invloed van in het verleden niet goed doorgemaakte ziekten |
| staat genezend reageren van de Dynamis op de veelzijdige antipsorische symptomen en het passende |
| antipsoricum in de weg. Het vormt een blokkade. |
| De niet goed doorgemaakte ziekte uit het verleden en het onvermogen om relatief vrij op het minerale |
| constitutiemiddel te reageren vormen tijdens de antipsorische behandeling een voortdurende rem. De |
| patiënt reageert niet of onvoldoende op goed gekozen middelen. Frustratie is het gevolg en voor de |
| beginnende homeopaat niet zelden desillusie. De Dynamis is in zijn reacties dubbel gehandicapt: |
| enerzijds door de psorische belasting, anderzijds door de biografische of erfelijke blokkade. Hierdoor |
| lijkt de patiënt bijna ongeneeslijk. Afhankelijk van de duur van de blokkade en de mate waarin deze |
| genezende reacties in de weg staat, is het noodzakelijk de bij de blokkade passende nosode af te wisselen |
| met het antipsorische minerale constitutiemiddel. |
| De nosode heft de stagnatie van de Dynamis op, zodat deze ruimte krijgt om te reageren op het |
| constitutiemiddel. Zo ondersteunt de nosode de werking van het antipsoricum en zijn ze complementair |
| aan elkaar. |
| Een andere situatie die wij regelmatig in de praktijk tegenkomen is de volgende. Na aanvankelijk goede |
| en constructieve reacties op het minerale constitutiemiddel blijven verdere reacties uit. Het is alsof een |
| soort „reactiemoeheid‟ is opgetreden, die verdere vooruitgang in het genezingsproces belemmert. Alsof |
| een soort indifferente Dynamis verdere medewerking weigert. |
| 109 |
| We kunnen hetvergelijken met een toestand van adynamie en uitputting. Hahnemann adviseert hier het |
| gebruik van middelen als Sulphur, Hepar sulphuris en de Carbo‟s. Ze dienen als tussenmiddel om de |
| Dynamis te stimuleren op geïndiceerde constitutiemiddelen te reageren. Soms is het voldoende zulke |
| tussenmiddelen slechts eenmaal toe te dienen; andere keren moeten ze regelmatig worden herhaald. LM- |
| potenties lenen zich daartoe uitstekend en kunnen in dagelijkse afwisseling met het minerale |
| constitutiemiddel worden ingenomen. |
| Essentieel is dat wij weten wat we doen en welk doel wij willen bereiken. Dat wil zeggen: kunnen |
| herkennen van de indicaties voor de verschillende ziektesoorten en hun verschil in dynamiek; en weten |
| dat nosoden, plantaardige-, dierlijke- of tussenmiddelen dienen om de genezende reacties op het |
| minerale constitutionele antipsoricum te bespoedigen. |
| Samenvatting |
| Homeopathische middelen zijn aan elkaar gerelateerd in hun werking. Het beste effect hebben |
| complementair werkende middelen. Middelen toegediend in LM-potentie gaan zich gedragen als |
| complementair. Onder ziektedynamiek wordt de heftigheid en intensiteit van symptomen en |
| ziekteverloop verstaan. De achterliggende drijfveer is de miasmatische verstoring (psora, sycosis, |
| syphilis). Tussenmiddelen worden toegepast om de reactiekracht van de Dynamis te stimuleren. |
| 110 |
| 10. De antipsorischebehandeling als centraal thema |
| Antipsorische behandeling |
| Als een rode draad loopt door Organon en Chronische Ziekten de anti-psorische behandeling van |
| chronisch zieke patiënten. Ofschoon Hahnemann‟s geschriften hierover niets aan duidelijkheid te |
| wensen overlaten, wordt er in de huidige homeopathie over het algemeen weinig mee gewerkt. Als |
| eenzijdige beschrijving van pathologische tendensen die zich endogeen constitutioneel voltrekken, heeft |
| de miasmaleer inderdaad ook weinig praktische waarde. Zij wordt pas werkelijk praktisch en bruikbaar |
| indien zij als grondslag wordt gezien van de ziekteclassificatie. |
| Zodra we dit begrijpen en ermee uit de voeten kunnen, zullen we waarschijnlijk op geen andere manier |
| meer willen werken! |
| Reikwijdte en potentieel van de behandeling worden erdoor enorm vergroot. Wat Hahnemann ons met |
| de antipsorische behandeling heeft nagelaten is van een rijkdom die tot op heden door onkunde en |
| onbegrip te weinig in praktijk wordt gebracht. De kern van de ziekteclassificatie en de eraan gekoppelde |
| miasmaleer draait om het psorisch miasma. Psora vormt de diepste kern van de problematiek van de |
| patiënt. |
| Organon, §78: |
| “De echte, natuurlijke chronische ziekten zijn die welke door een chronisch miasma ontstaan. Aan |
| zichzelf overgelaten, zonder gebruik van specifieke geneesmiddelen ertegen, worden ze steeds erger. |
| Zelfs onder de beste psychische en lichamelijke leefregels nemen ze toch toe en teisteren de mens met |
| steeds erger lijden tot aan het einde van zijn leven. Naast de door geneeskundige mishandeling |
| teweeggebrachte (§74) zijn dit de talrijkste en grootste kwelgeesten van het menselijk geslacht, want |
| zelfs de sterkste lichamelijke constitutie, de meest geordende leefwijze en de meest actieve energie van |
| de levenskracht kunnen ze niet overwinnen.” |
| 111 |
| |
| “Nu ik echter deze grote ontdekkingen aan de wereld bekend maak, moet ik helaas betwijfelen of mijn |
| tijdgenoten de logica van mijn leer wel zullen inzien. Zullen ze die zorgvuldig navolgen en de winst |
| behalen die de getrouwe, precieze opvolging van de voorschriften zonder mankeren moet opleveren? Of |
| zullen ze, afgeschrikt door het ongehoorde van sommige van deze uiteenzettingen, die liever onbenut |
| laten, zonder ze te hebben uitgeprobeerd en nagevolgd? |
| Ik mag tenminste niet de hoop koesteren dat het deze belangrijke mededelingen beter zal vergaan dan de |
| al tot dusver door mij gepresenteerde algemene homeopathie.” |
| Ontwikkeling van de homeopathie |
| In de jaren tussen 1816 en 1828 zocht Hahnemann naar de achterliggende oorzaak van chronische |
| ziekten. Het was in zijn tijd gebruikelijk om iedere klacht als een op zichzelf staand probleem te |
| behandelen. Op termijn gaf dit niet het gewenste resultaat omdat de onderliggende chronische ziekte |
| zich ongestoord verder kon ontwikkelen, de patiënt uiteindelijk meesleurend in een vrije val, tot de dood |
| aan toe. |
| Chronische Ziekten, blz. 5: |
| “Of het nu sneller verliep of langzamer, zo was en bleef de gang van zaken van zulke behandelingen bij |
| alle niet-venerische, belangrijke chronische ziekten, zelfs als die behandelingen precies volgens de leer |
| van de tot dan bekende homeopathische kunst leken te worden uitgevoerd. Het begin was verheugend, de |
| voortzetting minder gunstig en de afloop hopeloos.” |
| In dit stadium werkte Hahnemann voornamelijk met plantaardige en dierlijke middelen. Minerale |
| antipsorica waren hem nog onbekend, ja, hij had psora als zodanig nog niet onderkend, begrepen en |
| gedefinieerd. Het ongunstige verloop van de toenmalige homeopathische behandeling prikkelde |
| Hahnemann tot verregaand, grondig onderzoek. |
| Chronische Ziekten, blz. 6: |
| “Deze hoogst belangrijke opgave hield me in de jaren 1816 en 1817 dag en nacht bezig en zie! de Gever |
| van alle goede dingen maakte dat ik geleidelijk in deze periode, door steeds maar na te denken, |
| onvermoeid te onderzoeken, trouw te observeren en zo nauwkeurig mogelijk proeven te nemen, dat |
| grootse probleem kon oplossen, tot heil van de mensheid.” |
| Nauwkeurig onderzoek van chronische ziektegevallen leerde Hahne-mann dat alle betrokkenen in hun |
| voorgeschiedenis huiduitslag hadden gehad. Bij het merendeel der chronische patiënten was dit zo‟n |
| opvallende overeenkomst dat Hahnemann er de de bron inzag van de (niet-venerische) chronische |
| ziekten. Uit zijn omschrijving van de „aard der chronische ziekten‟ blijkt dat Hahnemann niet enkel |
| afging op zijn eigen waarnemingen. |
| De beschrijvingen van ziekten en ziektegevallen door andere auteurs hielpen hem tot zijn conclusies en |
| inzichten te komen betreffende pathologische ontwikkelingen voortkomend uit eerdere vormen van |
| huiduitslag. Uiteindelijk bracht het hem tot de ontdekking en vaststelling van het meest basale euvel, het |
| „Psora-miasma‟. |
| Chronische Ziekten, blz. 8: |
| “Zover was ik gekomen, toen ik bij mijn onderzoeken en observaties van zulke (niet-venerische) |
| chronische ziekten direct in het begin al waarnam dat de belemmering van de genezing van die |
| verschillende ziektegevallen (die bedrieglijk leken op eigensoortige, op zichzelf staande ziekten) op |
| 112 |
| homeopathische manier, metde tot dan toe onderzochte geneesmiddelen, vaker wel dan niet scheen te |
| liggen aan een eerdere jeukuitslag („Krätze‟), die niet zelden werd toegegeven; en ook dateerde het |
| begin van alle ellende nadien gewoonlijk vanaf deze tijd. |
| Ook had bij soortgelijke chronische patiënten, die zo‟n besmetting niet toegaven, of ook wel, wat nog |
| vaker voorkwam, door onachtzaamheid niet opgemerkt of het zich in ieder geval niet konden herinneren, |
| mijn zorgvuldige speurwerk toch gewoonlijk uitgewezen dat zich kleine sporen ervan (enkele |
| schurftblaasjes, schimmels enz.) bij hen van tijd tot tijd, hoewel zelden, hadden voorgedaan als |
| onbedrieglijke tekenen van de voormalige besmetting van dit type.” |
| Psora wordt primair gedefinieerd als „een infectie of een besmetting‟. Dit rechtvaardigt de vraag: hoe |
| komt het dat de Dynamis niet in staat is deze psorische besmetting met haar vitale reactie ongedaan te |
| maken, terwijl dat met andere besmettingen wel gebeurt? Waarom verwerft zij, in tegenstelling tot wat |
| verwacht zou mogen worden, geen immuniteit tegen een vergelijkbare aanval in de toekomst? |
| Kennelijk is deze besmetting van een andere aard dan gebruikelijk. Het psorisch miasma kunnen we zien |
| als een besmetting die een soort parasitaire verbinding aangaat met de levenskracht zodra de Dynamis |
| geïnfecteerd, doordrongen en geïmpregneerd is. De Dynamis kan zich hier niet zonder hulp van ontdoen, |
| waardoor vanaf dat moment het functioneren van de levenskracht ziekelijk wordt beïnvloed. Zo gauw de |
| huiduitslag van de huid verdwijnt verandert zij in een chronische ziekte die in het organisme onzichtbaar |
| aanwezig blijft. |
| Het natuurwetmatige actie = reactie principe dat aan de activiteiten van de Dynamis ten grondslag ligt |
| raakt verstoord vanaf het moment van de psorische infectie, resulterend in disfunctie van de Dynamis. |
| De gezondheidsbalans, het natuurlijk evenwicht (homeostase) dat vóór de psorische infectie automatisch |
| door de Dynamis werd hersteld, raakt allengs meer verstoord en buigt steeds verder af van „gezondheid‟. |
| Psora maakt dat de Dynamis te traag en onvolledig reageert op prikkels. Voorts hebben de opgeroepen |
| symptomen als vanzelf de neiging om weer latent te worden. |
| Een dergelijke vertraagde en incomplete reactie kenmerkt alle psorische symptomatologie. Symptomen |
| treden een tijdje in meer of mindere mate op om vervolgens periodiek geheel of gedeeltelijk te |
| verdwijnen. De patiënt zou de indruk kunnen hebben aan de beterende hand te zijn. Niets is minder |
| waar. Bij lichte tegenslag, soms zelfs zonder directe aanleiding, vlammen de klachten weer op, dikwijls |
| erger of soms anders dan bij de voorgaande terugval. Spontaan verlaat de psorische belasting de |
| Dynamis nooit. Ze zal zich tijdens het leven steeds nadrukkelijker laten gelden, om uiteindelijk pas uit te |
| doven met het overlijden van de patiënt. |
| Organon, voetnoot 1, §78: |
| “Als de jongen zich ontplooit tot man, als bij het meisje de geregelde menstruatie begint en dit gepaard |
| gaat met een voor geest, ziel en lichaam weldadige leefwijze, blijven die chronische aandoeningen vaak |
| meerdere jaren onopgemerkt. De slachtoffers lijken dan in de ogen van familie en kennissen volkomen |
| gezond, alsof de hun door infectie of erfelijkheid ingeplante ziekte totaal verdwenen is. Maar ze komt in |
| de latere jaren, bij tegenwerkende gebeurtenissen en omstandigheden in het leven, onontkoombaar |
| opnieuw tevoorschijn en neemt des te sneller toe, naarmate het levensbeginsel door verzwakkende |
| hartstochten, door zorg en verdriet, maar vooral door ondoelmatige geneeskundige behandeling is |
| ondermijnd.” |
| Psora gewekt |
| Omstandigheden en gebeurtenissen (incidenten) kunnen de sluimerende en latente psora wekken tot de |
| manifestatie van een chronische ziekte. Zoals Hahnemann in bovenstaande voetnoot aanduidt wordt de |
| psorische belasting door infectie verkregen of door erfelijkheid ingeplant. In de huidige tijd is het niet |
| 113 |
| anders. Bij adequategenezing van psora blijven eventuele nakomelingen gevrijwaard van psorische |
| belasting. Deze zegening bewerkstelligd door de antipsorische behandeling komen we dagelijks in de |
| praktijk! |
| Hahnemann beschrijft psora als een soort oermoeder, als grondoorzaak van alle chronische ziekten. Na |
| besmetting, soms al tijdens de gang door het geboortekanaal, maakt zij zich in het allereerste begin |
| kenbaar door een jeukende uitslag, die soms alleen maar bestaat uit enkele „papeltjes die wellustig |
| jeuken‟. De besmetting is een feit. |
| Nadat de levenskracht „dynamisch‟ geïnfecteerd en doordrongen is met de psorische besmetting |
| verschijnen er tijdens de primaire reactiefase van de Dynamis (actie = reactie) jeukende bultjes op de |
| huid. Wanneer dit een éérste reactie op de psorische infectie is spreken we van primaire psora. Zolang |
| de primaire manifestatie zich op de huid bevindt kan de patiënt nog gemakkelijk van de psorische |
| belasting worden genezen. |
| In de voetnoot bij §246 van de vijfde editie van het Organon schrijft Hahnemann dat primaire psora zich |
| het snelst laat genezen door de patiënt eenmaal per week gedurende twaalf à dertien weken een dosis |
| Sulphur te geven en Carbo vegetabilis wanneer dit onvoldoende werkt. |
| 114 |
| |
| “Maar bijde psora laat het inwendige ontzagwekkende chronische miasma, eveneens pas na voltooide |
| inwendige aantasting van het gehele organisme, van zich blijken door de specifieke huiduitslag, die |
| soms maar uit enkele papeltjes bestaat met een onverdraaglijke kriebelige, opwindende jeuk en een |
| speciale geur.” |
| Chronische Ziekten, blz. 121: |
| “Het blijft derhalve een uitgemaakte zaak dat de genezing van de complete, verderfelijke psora door de |
| antipsorica alleen dan het gemakkelijkste plaats vindt als de oorspronkelijke schurftuitslag nog |
| aanwezig is.” |
| Zodra de primaire schurftuitslag hetzij spontaan, hetzij door medisch handelen van de huid verdwenen is |
| spreken we van secundaire psora. Alle chronische ziekten van psorische aard die we in de praktijk |
| tegenkomen behoren tot de ziekten ontsproten aan secundaire psora. Door hun geaardheid zijn deze |
| moeilijker te behandelen en neemt de behandeling langere tijd in beslag. |
| Chronische Ziekten, blz. 127: |
| “Hier stuit ik op de merkwaardige omstandigheid dat absoluut iedere psoravorm – met uitzondering |
| van, zoals gezegd, de zo gemakkelijk inwendig te genezen, vers ontstane, door een nog niet verdreven |
| huiduitslag vergezelde – dat wil dus zeggen zowel de psora die nog binnenin sluimert, als ook die zich |
| tot één van de talloze uit haar voortgekomen chronische ziekten heeft ontplooid, zeer zelden door een |
| enkel antipsorisch middel kan worden genezen. |
| Praktisch allemaal hebben ze, om tot volledige genezing te geraken, de toepassing nodig van meerdere |
| van deze geneesmiddelen en in de ergste gevallen ook wel van vele na elkaar.” |
| Karakter van psora |
| Het karakter van psora - de vertraging en verstoring van de Dynamis - vormt de diepst mogelijke |
| verstoring. De levenskracht kan op drie fundamentele manieren in haar werkzaamheid verstoord raken. |
| Ze kan met overdaad reageren (te veel), ze kan met vernietiging reageren (destructie) of ze kan te weinig |
| reageren (gebrekkig). |
| De laatste reactiewijze heet psora. |
| De twee andere reactiepatronen getuigen van meer vitaliteit en dynamiek en zijn daarom gemakkelijker |
| te behandelen en te verhelpen. Psora vergt meer tijd. De dynamiek en daarmee de ontvankelijkheid van |
| de psorisch besmette en belaste Dynamis is veel lastiger te prikkelen. Bovendien zijn er meer |
| geneesmiddelen benodigd. Aldus moet psora worden gezien als de grondoorzaak van de meeste |
| chronische ziekten. Psorische manifestaties zijn tot ver in de menselijke geschiedenis terug te vinden, |
| wat psora de oudste pathologische verstoring maakt. Psora is zo met het menselijk identiteitsgevoel |
| verweven dat bepaalde eigenschappen die wij onszelf toedichten psorisch ingekleurd zijn zonder dat wij |
| het ons realiseren. Sterker nog, wij ervaren de psorische beperkingen in onze constitutie veelal als |
| normaal. Wanneer we ons onvrij voelen, niet open en spontaan vanuit onszelf durven of kunnen |
| reageren, terwijl daartoe geen aanleiding is, kunnen we spreken van een uiting van de psorische |
| gesteldheid. Hebben we van nature de neiging om tegen dingen op te zien of faalangst te krijgen in |
| moeilijke situaties, dan is dit evenzeer een psorisch reactiepatroon. |
| Chronische Ziekten, blz. 11: |
| “De psora is het, die oudste, meest algemene, verderfelijkste en desondanks meest miskende chronisch- |
| miasmatische ziekte, die als sedert vele duizenden jaren de volken heeft mismaakt en gepijnigd, maar in |
| 115 |
| de laatste eeuwenhet aanzijn heeft gegeven aan al die duizenden ongelooflijk verschillende (acute en) |
| chronische (niet-venerische) kwalen, waardoor thans het geciviliseerde mensdom op de ganse bewoonde |
| wereld steeds meer wordt geteisterd. De psora is de oudste chronisch-miasmatische ziekte die wij |
| kennen.” |
| Na de acute behandeling van de gevolgen van een incident of epidemische ziekte komt altijd de |
| chronische constellatie en daarmee de behoefte aan een antipsorisch geneesmiddel naar boven. |
| Anders gezegd: een plantaardig of dierlijk middel of een nosode dient altijd te worden gevolgd door een |
| mineraal constitutiemiddel vanwege de constitutionele psorische belasting. Indien passend dient dit liefst |
| tot aan de eindverergering te worden toegediend, omdat anders de chronische constitutionele verstoring |
| onvoldoende wordt beïnvloed en de patiënt niet duurzaam geneest. |
| Ontwikkeling psora miasma |
| De ontwikkeling van het psorisch miasma kent globaal genomen twee fasen. |
| Eerst komt de primaire psora, die door onderdrukking of via overerving meegekregen, overgaat in |
| secundaire psora. In de praktijk zullen wij vrijwel uitsluitend met secundaire psora te maken krijgen. De |
| geaardheid van de psorische belasting is enkel te spiegelen door het passende geneesmiddel. De impuls |
| die het minerale antipsoricum geeft en de reactie erop van de Dynamis werken samen om de chronische |
| gevolgen van de psorische besmetting op te lossen. De ernst van de verstorende werking van het |
| psorisch miasma stelt tegelijkertijd een soort kwaliteitseis aan de benodigde geneesmiddelen om de |
| verstoring op te heffen. Niet ieder homeopathisch middel bezit die kwaliteit. De groep die zich door deze |
| kwaliteit onderscheidt noemen we antipsorische geneesmiddelen (antipsorica). Met deze term brengen |
| wij een hiërarchisch onderscheid aan in de diverse geneesmiddelgroepen. |
| De resterende middelen betitelt Hahnemann als de overige homeotherapeutica. De indicaties voor zulke |
| middelen liggen in andere ziektesoorten dan de psorische. Welke middelen tot de antipsorica worden |
| gerekend geeft Hahnemann aan in Chronische Ziekten: |
| Chronische Ziekten, blz. 176: |
| “In het algemeen bleek uit hun pure werkingen dat de meeste aardsoorten, alkaliën en zuren, evenals de |
| daaruit samengestelde neutrale zouten, naast meerdere der metalen onmisbaar waren voor de genezing |
| van de haast ontelbare psorasymptomen.” |
| De substanties die onderdeel uitmaken van het stoffelijk lichaam zijn dus bij machte zijn om de |
| psorisch verstoorde Dynamis tot zelfgenezing te stimuleren, mits toegediend in gepotentieerde, |
| gedynamiseerde vorm. Hoe groot de affiniteit tussen Dynamis en stoflichaam is lezen we in het |
| Organon. |
| Organon, §9: |
| “Als de mens gezond is, heerst de spirituele levenskracht (autocratie), die als Dynamis het stoffelijk |
| lichaam (het organisme) leven doet, onbeperkt. Ze houdt al zijn delen in een bewonderens-waardig |
| harmonische, levende werking, die zich uit in voelen en handelen, zó, dat de met verstand toegeruste |
| geest zich vrij van dit levende, gezonde werktuig kan bedienen voor de hogere bedoelingen van ons |
| bestaan.” |
| Primaire zorg van de Dynamis |
| 116 |
| De hoofdtaak vande Dynamis betreft de instandhouding van het stoffelijk organisme. Hiermee worden |
| de voorwaarden geschapen voor het tot stand komen en maximaal ontwikkelen van “hogere menselijke |
| kwaliteiten”. De gezonde mens ontwikkelt zich volgens dit patroon. |
| Allereerst moet het organisme door de Dynamis in een gesteldheid worden gebracht die ontwikkeling |
| van hogere menselijke kwaliteiten mogelijk maakt. De ontwikkeling van het stoflichaam gaat aan de |
| ontwikkeling van het gevoelsleven en het geestelijke en spirituele leven vooraf. Het schept er min of |
| meer de voorwaarden voor. Gaat er deze ontwikkeling iets mis dan passen wij geneesmiddelen uit |
| dezelfde stoffelijke minerale sfeer toe om te stimuleren tot genezing, dat is: „wording‟ of, beter nog, |
| „zelfwording‟. |
| Omdat tussen Dynamis en stoflichaam de grootste affiniteit bestaat, zijn het speciaal de minerale |
| substanties waaruit het stoflichaam is opgebouwd die als homeopathisch antipsoricum werken. Een |
| ontregeling van de Dynamis heeft het eerst een uitwerking op de mineraalhuishouding van het |
| organisme, die bijgevolg (in gepotentieerde vorm) bij uitstek geschikt zijn om de disfunctie weer |
| ongedaan te maken. Het is Hahnemann‟s grote verdienste de minerale middelen voor de geneeskunst te |
| hebben ontsloten en tegelijkertijd de indicaties, vanuit de ziekteclassificatie, te hebben aangereikt! |
| Antipsorica optimaliseren daadwerkelijk de constitutie, die met iedere volgende geneesmiddelinname en |
| met ieder volgend geneesmiddel geleidelijk wordt bevrijd van de chronische psora die de gezondheid |
| bedreigt. De vooruitgang komt eveneens tot uitdrukking in de gezondere kwalitatieve en kwantitatieve |
| verhoudingen van de mineralen in het stoflichaam. Afhankelijk van de tijdsduur van de verstoring, zal |
| de levenskracht, onder invloed van de antipsorica, de mens steeds meer de mogelijkheid bieden de |
| gezondheid zo te beleven als in §9 omschreven staat. |
| Organon, §171: |
| “Bij de niet-venerische, dus meest voorkomende, door een psora ontstane chronische ziekten, heeft men |
| voor herstel vaak meerdere antipsorische geneesmiddelen na elkaar nodig. Maar dan moet ieder |
| volgend middel gekozen worden naar bevind van de symptomen-groep, die na uitwerking van het vorige |
| middel nog is overgebleven, op homeopathische gelijkenis.” |
| Duurzaam herstel van de gezondheid is uiteindelijk slechts mogelijk door adequate antipsorische |
| behandeling. Dit is het doel van de homeopathische behandeling. Alle overige ziektesoorten die dit |
| proces kunnen storen dienen homeopathisch met de passende middelen het hoofd te worden geboden, |
| zodat zo min mogelijk energie verloren gaat en, in de eerste plaats, om het hogere doel, adequate |
| antipsorische behandeling, mogelijk te maken. Alle niet-antipsorische middelen die tijdens de |
| behandeling worden ingezet zijn bijgevolg voorwaardescheppend voor het effectieve verloop van het |
| enige dat uiteindelijk duurzame genezing kan bewerkstelligen: de antipsorische behandeling. |
| Organon, §205: |
| “De homeopathische arts zal nooit een van de primaire symptomen van de chronische miasma‟s en ook |
| niet een van de stoornissen die er secundair uit zijn voortgekomen, plaatselijk behandelen (noch door |
| uitwendige, dynamisch werkzame noch door mechanische middelen). Maar als zich die primaire of |
| secundaire symptomen voordoen, zal hij alleen het grote miasma genezen dat er aan ten grondslag ligt. |
| Daardoor verdwijnen dan ook vanzelf zijn primaire en secundaire symptomen.” |
| 117 |
| Voorschrijven op miasmatischeachtergrond |
| Ook in deze paragraaf wijst Hahnemann op het belang van voorschrijven op de miasmatische |
| achtergrond. Miasmatische behandeling is de enige manier om constitutionele oorzaken aan te pakken. |
| De andere ziektesoorten zijn qua geaardheid ongelijksoortig aan de endogeen miasmatische |
| verstoringen. Plantaardige of dierlijke middelen brengen de constitutionele genezing geen stap dichterbij |
| wanneer wordt verzuimd tevens een antimiasmatisch mineraal middel in te zetten. |
| Heeft de patiënt echter een geslachtsziekte gehad dan moet de antipsorische behandeling worden |
| opgeschort en dient de geneesmiddelkeuze te berusten op de symptomen die nog van de geslachtsziekte |
| resteren. Hieruit blijkt het belang van goede navraag, ook naar zo‟n dikwijls delicaat onderwerp als |
| geslachtsziekte. |
| Organon, §206: |
| “Voordat men met de behandeling van een chronische ziekte begint, is het absoluut noodzakelijk eerst |
| met grote zorgvuldigheid na te gaan of de patiënt besmet is geweest met syfilis (of eventueel gonorroe). |
| Dan immers moet de behandeling uitsluitend hierop gericht zijn, als tenminste alleen maar |
| verschijnselen van syfilis (of van de veel minder vaak voorkomende condylomataziekte) aanwezig zijn.” |
| Een geslachtsziekte die zich in het bestaande symptoombeeld niet meer nadrukkelijk manifesteert kan |
| desondanks blokkerend werken op de antipsorische behandeling. Dit kan een reden zijn om de bij de |
| geslachtsziekte horende nosode voor te schrijven in afwisseling met het antipsoricum totdat uit de |
| ongeremde reactie op het antipsoricum blijkt dat er van een constitutionele venerische belasting geen |
| sprake meer is. De antipsorische behandeling is een ontwikkelingsweg. Indien goed bewandeld bevrijdt |
| deze van ziekelijke tendensen in de constitutie en de eruit voortvloeiende consequenties voor het ziels- |
| en geestelijk leven. Zo krijgt de patiënt weer een gezonde kijk op zichzelf en zijn leven. Hij maakt |
| andere keuzes, het leven krijgt meer diepgang en biedt meer bevrediging. |
| De Dynamis, en daarmee de mens, is gelouterd, gezuiverd en geheeld. Alle andere homeopathische |
| geneesmiddelen (plantaardig, dierlijk, tautopathisch en nosoden) functioneren enkel als ruimtescheppend |
| voor helende constitutionele reacties op minerale antipsorica. |
| Organon, §1: |
| “De hoogste en enige roeping van de arts is zieke mensen beter te maken, wat men genezen, helen |
| noemt.” |
| Samenvatting |
| Psora zorgt voor een dynamische verstoring van de levenskracht waardoor deze haar balans niet meer |
| kan herstellen. Het balansverlies leidt tot een chronisch ziekteprobleem dat nooit uit zichzelf kan en zal |
| verdwijnen. Psora kent twee stadia: primaire psora, waarbij zich de eerste uitslag nog op de huid |
| bevindt, en secundaire psora, die meteen ontstaat nadat de eerdere huiduitslag van de huid verdwijnt en |
| in het organisme onderduikt. Alle chronische klachten die naderhand optreden behoren tot de secundaire |
| psora. Psora is de oudste en diepste chronische verstoring die de mens teistert en die, door Hahnemann |
| “een duizendkoppig monster” genoemd, ontelbare chronische ziekten veroorzaakt. |
| De venerische chronische miasma‟s zijn van later datum en doorgaans geënt op psorische bodem. De |
| minerale middelen passen bij het psorisch miasma. Alle andere ziektevormen kunnen de antipsorische |
| behandeling verstoren en dienen derhalve behandeld te worden met de voor hun specifieke |
| geneesmiddelen. Genezing van de psorische belasting van de Dynamis is het doel van de |
| homeopathische behandeling. |
| 118 |
| 11. Epidemische ziektenen wisselziekten |
| Blokkerend effect |
| Acute collectieve ziekten (epidemische ziekten) kunnen een korter of langer blokkerend effect hebben |
| op het verloop van de antipsorische constitutiebehandeling. Nauw in verband hiermee staan wat |
| Hahnemann wisselziekten noemt. Beiden kunnen gevolgen hebben voor de chronische |
| ziektebehandeling. |
| Een epidemische ziekte is van exogene aard. Het is een pathologische impuls van buitenaf, die grote |
| groepen mensen aandoet en bij een deel ervan ziektesymptomen oproept. Of en de mate waarin de |
| epidemische ziekte manifest wordt hangt af van de individuele gezondheid en miasmatische gesteldheid. |
| In die zin is de levenskracht erbij betrokken. Desondanks ontwikkelt de epidemische ziekte zich niet |
| primair vanuit een dynamische endogene ontregeling, doch dient zij te worden opgevat als een poging |
| van de levenskracht om onder druk van de (epidemische) ziekteverwekker de gezonde balans te |
| handhaven c.q. te herstellen. |
| Een epidemische ziekte kent een en dezelfde exogene oorzaak en vertoont een specifiek beeld, dat |
| „genus epidemicus‟ wordt genoemd. |
| Met het stijgen van het aantal „slachtoffers‟ komen de typische kenmerken van de epidemie aan het licht. |
| De genus epidemicus verschaft ons een totaaloverzicht, dat past bij Gelsemium, Eupatorium, Arsenicum |
| e.d. We kunnen zelfs de voor ieder middel typerende reacties voorspellen, omdat bij acute ziekten |
| dikwijls vergelijkbare reactiepatronen optreden. Dat neemt niet weg dat iedere epidemische ziekte |
| onbevooroordeeld wordt tegemoet getreden, in de wetenschap dat elke ziektesituatie eenmalig en uniek |
| is. Om met Hahnemann te spreken: |
| Organon, §100: |
| …“hij moet nooit vermoeden in plaats van waarneming zetten …” |
| Organon, §101: |
| “Het kan zijn, dat de arts tijdens een epidemie niet direct bij de eerste patiënt, die in zijn praktijk |
| voorkomt, het complete beeld ervan te zien krijgt. Elke zodanige collectieve ziekte toont immers pas bij |
| de observatie van meerdere gevallen het volledige beeld van haar symptomen en verschijnselen. |
| Maar toch kan de arts bij zorgvuldig onderzoek vaak al aan de eerste en tweede patiënt de werkelijke |
| toestand zo benaderen, dat hij er zich een karakteristiek beeld van kan vormen – en dan ook wel een |
| geschikt homeopathisch passend geneesmiddel voor hen vindt.” |
| Organon, §102: |
| “Alle patiënten die door de huidige epidemie zijn aangetast, hebben weliswaar een gelijke ziekte, |
| voortgekomen uit één en dezelfde besmettingsbron, maar het complete beeld van zo‟n epidemische ziekte |
| en de totaliteit van haar symptomen kan men niet aan een enkele patiënt waarnemen. Dat kan alleen uit |
| het ziekteverloop van meerdere zieken van verschillende lichamelijke condities volledig geabstraheerd |
| en omschreven worden. En de kennis van die totaliteit is nodig om een overzicht te krijgen over het |
| gehele ziektebeeld, zodat het voor die totaliteit meest passende homeopathische geneesmiddel kan |
| worden gekozen.” |
| Appèl op de levenskracht |
| 119 |
| Hoewel patiënten behoorlijkziek kunnen zijn van een collectieve ziekte schuilt daarin toch niet per |
| definitie het grootste gevaar. Een groter risico is dat de acute ziekte zo‟n aanslag doet op de levenskracht |
| dat automatisch de chronische miasmatische gesteldheid gaat meevibreren en het tot een acuut |
| miasmatische ziekte maakt. Dan is de patiënt nog veel zieker. Oudere patiënten kunnen zelfs in de |
| risicofase komen te verkeren omdat zij dikwijls reeds lijden aan een ver ontwikkeld stadium van |
| chronisch ziekte. Sterfgevallen komen voor, die dan worden toegeschreven aan de griep. |
| De chronische ziekte wekken tot een acute uiting heeft een trager herstel tot gevolg. Het duurt langer eer |
| patiënten weer de „oude‟ zijn en vaak is het zo dat zij “sinds de griep” nooit meer de „oude‟ zijn |
| geworden. Verwezen wordt dan naar de ziekte van Pfeiffer, of een hevige griep (waarna de patiënt |
| diabetes ontwikkelde), of een hevige verkoudheid (waarna de patiënt astma kreeg) enz. Dit is de rubriek |
| „Never well since‟. |
| In de acute fase gebruiken wij geneesmiddelen uit de bij deze ziektegroep behorende plantaardige en |
| dierlijke remedies. |
| Chronische Ziekten, blz. 161: |
| “Hier komen we te hulp met de overige homeotherapeutica,… |
| Maar ook hier is, als de aandoening niet al te erg was, de genoemde toepassing der benodigde |
| geneesmiddelen door ruiken aan een daarmee bevochtigd korreltje vaak als hulp afdoende, hetgeen de |
| behandeling van de acute ziekte bijzonder bekort.” |
| Wanneer blijkt dat dit onvoldoende werkt vanwege een dreigende acuut miasmatische manifestatie moet |
| er antipsorische hulp worden ingeroepen. |
| Chronische Ziekten, blz. 163 en 164: |
| “De epidemische en sporadische koortsen hebben derhalve, net als de acute miasmatische ziekten, als ze |
| niet spoedig heel duidelijk koers bepalen en zonder uitstel tot genezing overgaan, vaak een antipsorische |
| assistentie nodig – zelfs als men voor die epidemische of acuut miasmatische aandoening een specifiek |
| homeopathisch middel zou hebben gevonden en op de juiste wijze toegepast. Gewoonlijk hielp ik dan na |
| met Sulphur, tenzij de patiënt kort tevoren al een Sulphurhoudend geneesmiddel had gebruikt. In dat |
| geval moet men uit de reeks der overige antipsorica het nu passende gebruiken.” |
| Voortzetting van de chronische constitutionele behandeling |
| Bij een epidemische ziekte wordt een antipsoricum alleen ingezet wanneer uit verloop en duur van het |
| herstel blijkt dat dit door de endogeen constitutioneel psorische belasting wordt vertraagd en |
| bemoeilijkt. Het komt in de praktijk geregeld voor dat wij de afweging moeten maken om een acute |
| ziekte wel of niet te behandelen. Met betrekking tot de continuering van de chronische |
| constitutiebehandeling is het meestal raadzaam wél tot behandeling over te gaan. Een acute ziekte die in |
| korte tijd en doelmatig wordt genezen bewerkstelligt een conditie die de reacties op het antipsoricum |
| verbeteren. |
| Chronische Ziekten, blz. 163: |
| “Er komen bijzonderheden van andere aard opzetten (die we gewoonlijk nasleep, naziekten noemen), |
| die langzamerhand dreigen erger en chronisch te worden. In zo‟n geval heeft de arts bijna steeds met |
| een psora te maken, die zich tot chronische ziekte aan het ontwikkelen is. Dus zal hij deze, volgens de |
| leer van dit boek, antipsorisch weten te genezen. Het is hier de plaats erop attent te maken dat de grote |
| epidemische ziekten, de mensenpokken, mazelen, purpura, roodvonk, kinkhoest, najaarsdysenterie en |
| 120 |
| andere tyfussoorten nahun verloop het organisme in een erg geschokte en overgevoelige toestand |
| achterlaten, vooral als ze geen doelmatige homeopathische behandeling hebben gekregen. |
| Zodoende kan bij vele tot zover herstelde patiënten de psora, die tevoren in hun binnenste sluimerde en |
| latent aanwezig was, snel actief worden hetzij in schurftachtige uitslagen of in andere chronische |
| kwalen. Als die niet naar behoren antipsorisch worden aangepakt, zullen ze, omdat nu het organisme |
| nog in zo‟n grote uitputting verkeert, in korte tijd een hoogtepunt bereiken. |
| In zo‟n geval verkondigt dan de gewone allopathische arts, als de patiënt na al zijn inadequate |
| maatregelen sterft – wat vaak gebeurt – dat hij gestorven is aan de gevolgen van de kinkhoest, de |
| mazelen enz. Maar deze gevolgen zijn de ontelbare chronische ziekten in de talloze vormen van |
| ontplooide psora, waarvan men tot dusver de oorsprong niet kende en die derhalve onbehandeld zijn |
| gebleven.” |
| Breekpunt in de biografie |
| Dat het doormaken van een heftig verlopende acute ziekte veel energie kost behoeft geen verder betoog. |
| Zelfs wanneer dit zich jaren geleden heeft voltrokken, maar de acute aandoening door de patiënt als |
| breekpunt in zijn leven wordt beschouwd, is er reden om er alsnog op voor te schrijven. Het zal anders |
| zo goed als zeker als een soort blokkade tijdens de behandeling opduiken, of het doet dat al meteen al, |
| waardoor de patiënt op geen enkel voorgeschreven middel adequaat reageert. Daarom is het van cruciaal |
| belang dat dergelijke breekpunten met de anamnese in kaart worden gebracht. Zo krijgen we er zicht op |
| of de patiënt een bepaalde nosode nodig heeft, bijvoorbeeld Variolinum. Het betekent geenszins dat hij |
| een „Variolinum-constitutie‟ heeft, want dat is onmogelijk. De Variolinum-toestand zit het |
| zelfgenezende vermogen in de weg. Zonder het oplossen van de blokkade kunnen de geïndiceerde |
| antipsorica hun werk niet naar behoren doen. |
| Wisselziekten – ritme, regelmaat, periodiciteit |
| Wisselziekten nemen een andere plaats in. |
| Bij epidemische ziekten gaat het vrijwel zonder uitzondering om koortsende infectieuze ziekten, terwijl |
| wisselziekten soms wel en soms niet met koorts gaan gepaard. Bovendien behoren ze niet tot de |
| besmettelijke infectieuze (epidemische) ziekten doch betreffen meestal één afzonderlijke patiënt. Gaan |
| zulke periodieke ziekten wél met koorts gepaard dan worden ze wisselkoortsen genoemd. |
| Organon, §233: |
| “De typische wisselziekten zijn die, waarbij op een vrij nauwkeurig bepaalde tijd, bij een schijnbaar |
| goede conditie, een steeds identieke ziekelijke toestand recidiveert en in een evenzo bepaalde tijd weer |
| ophoudt. Men vindt dit zowel bij de schijnbaar koortsloze, maar kenmerkend (op bepaalde tijden) |
| komende en gaande ziekelijke toestanden, alsook bij die met koorts – de veelsoortige wisselkoortsen.” |
| Wisselziekten kenmerken zich door een klachtenpatroon met een zeker ritme en regelmaat, een zekere |
| periodiciteit. De patiënt krijgt zomaar opnieuw die onverklaarbare koorts, of ieder voorjaar die lastige |
| hooikoorts, of elk najaar als het kouder wordt die piepende bronchitis. Het zijn ziekten die op gezette |
| tijden, met de regelmaat van een klok, hun stempel drukken op het welbevinden van de patiënt. |
| Organon, §234: |
| “De hier overwogen ziektetoestanden, die bij één enkele patiënt (want ze plegen niet sporadisch of |
| epidemisch voor te komen) op bepaalde tijden, typisch, recidiveren, schijnbaar zonder koorts, horen |
| steeds bij de groep van de chronische ziekten, meest de zuiver psorische, slechts zelden gecompliceerd |
| 121 |
| met syfilis. Zekrijgen dezelfde behandeling met goed resultaat. Maar soms is het vereist tussentijds een |
| minimale dosis gepotentieerde kinabastdilutie te gebruiken, om hun wisselkoortsachtige type volledig uit |
| te kunnen doven.” |
| Wisselziekten – chronische ziekten op psorische grondslag |
| Wisselziekten, ongeacht of ze koortsend zijn of niet, behoren tot de “chronische ziekten op psorische |
| grondslag”. Primair moeten ze daarom met antipsorische middelen worden behandeld. Het betreft veelal |
| aandoeningen van acute aard, waardoor ze enige gelijkenis vertonen met acuut miasmatische ziekten. |
| Anders dan de acuut miasmatische ziekte keert de wisselziekte echter steeds met een zekere regelmaat |
| terug. Ieder jaar gedurende een vaste periode wordt de patiënt geconfronteerd met hetzelfde probleem. |
| Hiermee is het begrip wisselziekte van toepassing op veel patiënten! |
| Patiënten wier klachten zich kenmerken door regelmaat kunnen mogelijk eveneens tot deze groep |
| worden gerekend. In de acute fase wordt er behandeld met de passende niet-antipsorische middelen. |
| Vervolgens, in de rustige fase, worden de antipsorica ingezet. |
| Zo wordt de patiënt met hardnekkige hooikoorts op carcinogene basis genezen in de winter door de |
| geïndiceerde antipsorica, eventueel in afwisseling met Carcinosinum. De patiënt met najaarsbronchitis |
| geneest in voorjaar en zomer. In de rustige fase kunnen de antipsorica in alle rust hun werk doen. Dit is |
| onmogelijk wanneer de Dynamis tijdens een acute fase in een staat van opwinding verkeert. Dooft het |
| wisselziekteachtige karakter van de klachten niet uit dan is als tussenmiddel China officinalis vereist. |
| De patiënt die na een tropenreis thuiskomt met een malaria-infectie zal beter reageren op de |
| antipsorische behandeling als hij tussendoor het middel China gebruikt. Zonder antipsorica zal hij niet |
| constitutioneel genezen. Maar zelfs met het juiste gebruik van passende antipsorica is met regelmaat |
| China officinalis nodig om de wisselkoortsachtige aard van het klachtenpatroon duurzaam te |
| doorbreken. China, als tussenmiddel, vormt zo tijdens de chronische constitutiebehandeling het |
| geneesmiddel voor de ontregeling van de Dynamis die zich op regelmatige, gezette tijden manifesteert. |
| De aard van de klacht is niet zo van belang. China neutraliseert de wisselkoortsachtige tendens, |
| waardoor de antipsorica voor de verdere genezing kunnen zorgen. Daar China een plantaardig middel is |
| ligt constitutionele genezing buiten haar werkingssfeer. |
| Samenvatting |
| Een epidemische ziekte is exogeen van origine en doet grotere groepen mensen aan. Afhankelijk van |
| leeftijd, vitaliteit en chronische ziekteontwikkeling kan de interferentie van de epidemische ziekte met |
| de chronische gesteldheid een ziektecrisis veroorzaken. Epidemische ziekten worden behandeld met de |
| voor hen specifieke middelen uit planten- of dierenrijk. |
| Epidemische ziekten hinderen de voortgang van de antipsorische behandeling. Niet goed |
| doormaken van een epidemische ziekte kan de antipsorische behandeling langdurig |
| blokkeren. |
| Wisselziekten zijn ziekten die zich met regelmatige tussenpozen voordoen bij één en dezelfde patiënt. Ze |
| behoren tot de psorische ziekten. Wisselziekten kunnen het karakter hebben van acuut miasmatische |
| ziekten. Om hun wisselkoortsachtige karakter te doorbreken is tijdens de antipsorische behandeling |
| dikwijls China officinalis vereist als tussenmiddel. |
| 122 |
| 12. De behandelingvan psychische ziekten |
| Intensieve ziektegevallen – de psychisch zieke patiënt |
| Psychisch zieken en psychiatrische patiënten vergen intensieve begeleiding. In de dagelijkse praktijk |
| zijn er altijd wel één of twee patiënten bezig uit een psychische impasse te geraken. Het kan een |
| uitdaging zijn die onze kundigheid aardig op de proef stelt. Gelukkig is het merendeel van zulke |
| patiënten goed te behandelen. |
| Waarschijnlijk het moeilijkst zijn patiënten die reeds sinds de puberteit als „manisch depressief‟ zijn |
| gediagnosticeerd. Na jaren lithiumgebruik wenden zij zich tot de homeopaat, met als doel de lithium en |
| eventuele andere medicatie af te bouwen. Homeopathie boekt hier goede resultaten, al kan bij dergelijke |
| patiënten, ten gevolge van het onder het lithium „niet geleefde leven‟, het probleem optreden dat zij |
| moeite hebben de levensdraad weer terug te vinden c.q. op te pakken. |
| De ziekte is opgeheven maar de levensloop komt niet op gang. Vaker echter is het alsof zij onder de |
| stolp vandaan komen waaronder zij jarenlang hebben geleefd. De ontwikkelingen in het persoonlijk |
| leven hernemen hun loop. Gebeurtenissen lijken elkaar in sneltreinvaart op te volgen. Ineens is er de |
| jarenlang gewenste relatie of zwangerschap; nu lukt het wél die baan te verwerven of dat huis of die |
| studie. Het betekent dat de verstoring is opgeheven en het leven zijn loop neemt zoals het bedoeld was! |
| Een voor patiënt en homeopaat zeer bevredigende situatie! |
| Eénzijdige ziekten - symptoomschaarste |
| Hahnemann noemt de „psychische‟ ziekten „eenzijdige‟ ziekten. |
| Eenzijdige ziekten worden getypeerd door een eenzijdig symptoombeeld. Er is een uiterst beperkte |
| groep symptomen en meer valt er dikwijls niet te melden! |
| De beperkte doch nadrukkelijk op de voorgrond tredende symptoomgroep laat alle andere symptomen |
| naar de achtergrond verdwijnen. Genezing wordt daardoor moeilijker. Hoe uitgebreider en verscheidener |
| de symptomen, hoe gemakkelijker de rode draad en een passend geneesmiddel zijn te vinden. Behalve |
| het mentaal/emotionele beeld hebben we ook nog plaatselijke totaalsymptomen, generaliteiten, eventuele |
| concomiterende symptomen e.d., waardoor een gefundeerder geneesmiddel keuze mogelijk wordt. |
| Wanneer enkel mentale symptomen present zijn wordt een differentiaaldiagnose tussen mogelijk |
| geïndiceerde geneesmiddelen aanzienlijk lastiger. |
| Psychische ziekten zijn dus eenzijdig ziekten. De psychische verschijnselen, psychosen, wanen e.d. |
| treden sterk op de voorgrond en vragen zo alle aandacht. In de praktijk lijkt het vrijwel onmogelijk en |
| soms zelfs ongepast het hoofd-voeten-schema na te vragen, alsof we de aandacht van het werkelijke |
| probleem willen afleiden. |
| Bij de psychotische patiënt met identiteitsverlies hebben we aan symptomen uitsluitend wat zich op het |
| moment manifesteert en wat wij zelf kunnen waarnemen of van familieleden horen. We moeten het doen |
| met een beperkt aantal symptomen, die nagenoeg allemaal samenhangen met de zelfbeleving van de |
| patiënt en diens verstoorde relatie met de omgeving. Ofschoon we te maken hebben met een „acute |
| ziekte‟ (!) is er toch veelal sprake van een chronische psorische achtergrond. |
| Organon, §210: |
| “Bij de psora horen bijna alle ziekten, die ik eerder als “eenzijdig” betitelde. Die schijnen door deze |
| eenzijdige symptomatologie (waarbij ten opzichte van het enkele prominente symptoom alle overige |
| ziekteverschijnselen als het ware in het niet vallen) moeilijker te genezen. Tot deze soort horen de |
| 123 |
| zogenaamde affectieve enwaanpsychosen. Deze vormen echter niet een ziektegroep die scherp |
| onderscheiden is van alle andere ziekten. Immers, ook in elk van de overige lichamelijk ziekten is steeds |
| de affectieve en mentale gesteldheid gealtereerd.” |
| Psychische aandoeningen ontspruiten aan de psorische gesteldheid. Ze komen als eenzijdige uiting het |
| eerst als een acuut miasmatisch ziekte aan het oppervlak, de vorm aannemend van beperkte eenzijdige |
| psychische problematiek, bijvoorbeeld een psychose. |
| De ware oorzaak is evenwel de onderliggende psorische basisverstoring van de levenskracht. |
| De intense psychische problematiek berust op een onderliggende functionele verstoring van de Dynamis. |
| De psychische ontregeling werkt min of meer als een drukventiel waardoor de psorisch-dynamische |
| spanning die ervoor, soms jarenlang, werd opgebouwd kan ontsnappen. |
| Organon, §215: |
| “Bijna al die zogenaamde „geestes- en zielsziekten‟ zijn niet anders dan lichamelijke ziekten. Maar het |
| voor elk van hen typische symptoom van verstandelijke of affectieve ontstemming versterkt zich, vlugger |
| of langzamer, onder gelijktijdige vermindering van de lichamelijke symptomen, net zolang totdat het |
| zich tenslotte opvallend eenzijdig, haast als een locale stoornis in de onzichtbare fijne organen van |
| geestes- of gemoedsgesteldheid nestelt.” |
| Grondige anamnese |
| Het spreekt vanzelf dat een grondige anamnese onontbeerlijk is. In een echt acute fase is dit echter |
| onmogelijk. We moeten de patiënt eerst in rustiger vaarwater zien te krijgen. De psychose is het topje |
| van de ijsberg, die door adequaat voorschrijven voorlopig wordt verankerd. Nu komt het erop aan de |
| drijvende kracht achter de acuut miasmatische psychotische aandoening aan te pakken! Ongenezen en |
| beroofd van de psychische uitlaatklep zal de psorische predispositie zich hergroeperen en wederom |
| proberen de gezondheid duurzaam te ontregelen. De overvolle psychiatrische inrichtingen getuigen |
| ervan hoe dikwijls de psorische predispositie hierin slaagt. |
| Organon, §221: |
| “Maar als vanuit de gewone toestand van rust er plotseling een psychose of manie uitbreekt (door |
| schrik, ergernis, door spiritualiën enz.) als een acute ziekte, dan kan die, ofschoon bijna zonder |
| uitzondering ontstaan vanuit inwendige psora, als een eruit oplaaiende vlam, in haar acute begin niet |
| direct met antipsorica behandeld worden. |
| Eerst moeten hier de aangegeven middelen uit de groep van de overige |
| beproefde medicamenten1 in hoog gepotentieerde, minieme |
| homeopathische dosering worden toegepast om de acute toestand zover |
| weg te werken dat de psora voorshands terugkeert in haar vorige, bijna |
| latente staat, waarin de patiënt hersteld lijkt.” |
| Voetnoot1 b.v. Aconitum, Belladonna, Stramonium, Hyoscyamus, Mercurius enz. |
| Paragraaf 221 beschrijft hoe de vrijwel latente psora, de rustsituatie, door een incident, schrik, ergernis, |
| alcohol wordt gebracht tot de productie van acute klachten, “als een eruit oplaaiende vlam”. Het resultaat |
| is een acuut miasmatische ziekte, met op de achtergrond een al langer bestaand chronisch probleem. |
| Door een externe „trigger‟ wordt de mettertijd opgebouwde interne pathologische spanning als het ware |
| tot ontploffing gebracht en ontstaat een acute ziekte. Als geneesmiddelen voor zulke condities noemt |
| Hahnemann enkele niet-antipsorische plantaardige middelen en het niet-antipsorische metaal Mercurius. |
| 124 |
| Vanuit de ziekteclassificatiebezien is het belangrijk eerst de acuut miasmatische conditie onder controle |
| te krijgen om daarna, wanneer de constitutionele rust is hersteld, de behandeling te vervolgen met de |
| dieper werkende minerale constitutiemiddelen. Laten we het inzetten van de dieper werkende minerale |
| antipsorica na dan laten we de psorisch pathologische ondergrond in tact. |
| Deze zal na verloop van tijd opnieuw opvlammen en andermaal de eenzijdige psychische aandoening |
| voortbrengen. Hahnemann adviseert de genoemde middelen toe te passen in hoge potentie en minimale |
| dosering. In de terminologie van de zesde editie van het Organon betekent dit: LM-potenties. |
| Organon, §222: |
| “Toch mag men zo‟n patiënt, die van een acute psychose door de genoemde niet-psorische |
| geneesmiddelen is hersteld, nooit als genezen beschouwen. Integendeel, er is geen tijd te verliezen. Men |
| moet hem direct door een verdere antipsorische, misschien ook antisyfilitische behandeling helemaal |
| bevrijden van het chronische miasma. Dat is namelijk weliswaar weer latent geworden, maar van nu af |
| aan zeer geneigd te recidiveren met aanvallen van de doorgemaakte waan- of affectieve ziekte. |
| Pas na voltooide behandeling is er geen soortgelijke, toekomstige aanval meer te vrezen, als de patiënt |
| tenminste zijn dieetregime en een geordende leefwijze trouw blijft.” |
| Afwisseling ook hier |
| Plantaardige, niet-antipsorische middelen hebben een stabiliserend effect op patiënten die net uit een |
| psychose komen. Sterke psychische schommelingen worden zo voorkomen. Afhankelijk van de duur |
| van de psychose is het aan te bevelen enige tijd door te gaan met het plantaardige middel en geleidelijk, |
| in afwisseling ermee, het antisporische minerale constitutiemiddel te introduceren. Omdat het de |
| constitutie dieper beïnvloed kan het minerale middel anders een toename van de psychische klachten |
| teweegbrengen. |
| Het plantaardige middel kan achterwege worden gelaten zodra blijkt dat het minerale middel goed wordt |
| verdragen. Het kan eventueel achter de hand worden gehouden worden om bij calamiteiten en sterke |
| schommelingen opnieuw dienst te doen als stabilisator, als acuut complement van het chronische |
| constitutiemiddel. |
| Een voorbeeld uit de casuistiek. |
| Een vrouw die door het verlies van haar kind in een psychose terechtkomt, waarvan de symptomen op |
| Ignatia wijzen, loopt het risico van recidivering indien de inname van dit middel te snel wordt gestaakt. |
| Werkelijk genezen kan Ignatia de constitutionele tendens echter niet, om de simpele reden dat het niet |
| behoort tot de antipsorica. Voor duurzame genezing van de psorische gesteldheid zijn de |
| complementaire minerale middelen vereist. De materia medica vermeldt met name Natrium muriaticum, |
| Aurum, Phosphoricum acidum en Sepia. (Hahnemann ziet Sepia als een der weinige antipsorica van |
| dierlijke origine.) Alle minerale geneesmiddelen met diepe antipsorische werking kunnen feitelijk |
| dienen als complement van Ignatia, op voorwaarde dat de symptomen erop wijzen! |
| Voor het duurzaam hervinden van haar innerlijke stabiliteit zal de moeder het op basis van |
| symptoomgelijksoortigheid geïndiceerde minerale antipsorische geneesmiddel nodig hebben. |
| Krijgt ze het dan, ondanks de inname van dit geneesmiddel af en toe toch nog echt „te kwaad‟, dan kan |
| ze op die erg moeilijke momenten de Ignatia eventueel nog gebruiken. |
| 125 |
| We hoeven geenterugval meer te vrezen indien de passende minerale middelen worden gegeven tot een |
| eindverergering optreedt. Angst voor een terugval zit er vaak ook diep in bij de familie van de |
| psychotische patiënt. Zij hebben veel meegemaakt en hun geduld en incasseringsvermogen zijn danig op |
| de proef gesteld. Behalve de patiënt zelf zijn zij eveneens gebaat bij een goed verloop van de |
| behandeling. Een stabiele sociale omgeving is voor de psychisch zieke tijdens de herstelfase een |
| belangrijke factor. Alle genezing belemmerende factoren zouden van hem weggehouden moeten |
| worden. |
| Zwaar psychisch verstoorde patiënten zijn niet in huiselijke kring op te vangen en zullen moeten worden |
| opgenomen in een psychiatrisch zieken-huis. Helaas staat dit vrijwel gelijk aan het voorgeschreven |
| krijgen van allopathische medicatie, waardoor onderdrukking en daarmee toename van pathologie in de |
| hand wordt gewerkt. |
| Organon, voetnoot 1, §229: |
| “Het herstel van paranoïde, maniakale, en melancholische patiënten is alleen in een daarvoor speciaal |
| ingericht instituut te bewerkstelligen, niet in de eigen familiekring.” |
| Organon, §223: |
| “Laat men echter de antipsorische (of ook wel antisyfilitische) behande-ling achterwege, dan is het |
| vrijwel zeker te verwachten dat spoedig een nieuwe en meer hardnekkige aanval van de psychose |
| optreedt, terwijl er nog minder aanleiding toe is dan de eerste keer. En ondertussen ontwikkelt de psora |
| zich dan compleet en de patiënt belandt hetzij in een periodieke of continue psychische desintegratie, die |
| dan veel moeilijker antipsorisch kan worden genezen.” |
| Gebruik van psychofarmaca |
| Tegenwoordig zitten zulke psychische en psychiatrische patiënten vaak zwaar onder de medicijnen, die |
| de “continue psychische desintegratie” camoufleren. De psorisch pathologische tendens wordt, |
| ogenschijnlijk, aan banden gelegd met een arsenaal chemisch-synthetische middelen. Het effect ervan op |
| zowel geest als lichaam laat zich raden. |
| Homeopathische behandeling zal lange tijd in beslag nemen. |
| “Kunnen stoppen met de allopathische medicatie” is dikwijls wat de patiënt verlangt van de |
| homeopathische behandeling. Tegelijkertijd bestaat er zo‟n medicijnafhankelijkheid en zo‟n (niet |
| onterechte) angst voor een nieuwe psychose dat de moed tot het afbouwen van de medicatie in de |
| schoenen zinkt. |
| Ook hier biedt het gebruik van LM-potenties grote voordelen. De LM-potentie maakt het mogelijk de |
| allopathische medicatie heel geleidelijk af te bouwen, zonder dat zich crisissituaties voordoen. In |
| weerwil van de allopathische medicatie zal de LM-potentie, indien meerdere malen daags ingenomen, |
| toch een beperkt antipsorisch effect kunnen bewerkstelligen. |
| Daartoe kan nog worden bijgedragen door het passende middel af te wisselen met een geneesmiddel dat |
| de werking van de psychofarmaca enigszins neutraliseert. Samen zijn deze middelen doorgaans |
| toereikend om de allopathische medicatie te kunnen afbouwen. Het antipsorisch effect van het |
| homeopathisch geneesmiddel zal erdoor alleen maar meer toenemen. De eerste stap op de lange |
| genezingsweg is gezet. |
| Psychische klachten door ‘oorzaak van buiten’ |
| Het merendeel der psychische ziekten ontstaat door een oplaaiende psora. Maar er zijn uitzonderingen: |
| bijvoorbeeld bij mensen die zoveel tegenslagen in hun leven te verwerken hebben gekregen dat ze er niet |
| 126 |
| meer tegen kunnen.De tegenslagen zijn op te vatten als „incidenten‟, die in eerste instantie zonder |
| directe constitutionele consequenties blijven. Door de frequentie en de tijdsduur ervan blijft de |
| constitutie echter niet buiten schot. Waar de situatie in de beginfase nog betrekkelijk simpel |
| behandelbaar is, kunnen we na verloop van tijd niet zonder antipsorica. |
| Terwijl de eerder beschreven psychische ziekten een afspiegeling zijn van een ver ontwikkelde |
| sluimerende psora, draait het er bij de exogene variaties op uit dat in de levenskracht, ontregeld door |
| tegenslagen, de erin verankerde, latente psorische tendens wordt gewekt. Dit echter vaak pas na langere |
| tijd |
| Het onderscheid tussen beide vormen - de geestesziekte vanuit de geest of vanuit de ontregelde |
| levenskracht - is relatief eenvoudig te maken. |
| 127 |
| |
| “Soms, alsde geestesziekte nog niet volledig ontwikkeld is, zou er nog enige twijfel over kunnen |
| bestaan, of die nu echt uit lichamelijke ziekte zou zijn voortgekomen of veeleer door opvoedingsfouten, |
| slechte gewoonten, verdorven zeden, verwaarlozing van de geest, bijgeloof of onwetendheid zou zijn |
| ontstaan. In dat geval kan men het volgende als criterium hanteren. Al zulke aberraties nemen af en |
| verbeteren door begrijpend en welwillend toespreken, door troost-gevende argumenten of door ernstige |
| en verstandige uiteenzettingen. |
| Maar een echte waan- of affectstoornis op somatische bodem wordt er snel door verergerd. De |
| melancholie wordt nog depressiever, klagender, meer ontroostbaar en teruggetrokken, maligne |
| paranoïdie wordt er nog meer door verbitterd en wartaal wordt duidelijk nog onzinniger.” |
| Bij geestesziekte gebaseerd op exogene oorzaken kunnen alle therapieën helpen die we tegenwoordig |
| kennen. |
| De mogelijk latent op de achtergrond sluimerende psorische, of soms ook syfilitische, predispositie kan |
| evenwel niet zo worden opgelost. Zodra de geestesziekte primair op somatische bodem is ontstaan, dat |
| wil zeggen: op basis van een dynamische psorische of soms ook syfilitische ontregeling van de |
| Dynamis, haalt bijvoorbeeld psychotherapie niet veel meer uit omdat er basaal geen „gezond‟ stuk meer |
| is aan te spreken in de patiënt. Alle therapeutische input zal uiteindelijk in geen andere output resulteren |
| dan in een toename van de klachten. |
| Pas wanneer de balans van de psorisch of syfilitisch belaste Dynamis is hersteld door antipsorische c.q. |
| antisyfilitische behandeling kan de patiënt beter op z‟n verantwoordelijkheid worden aangesproken en is |
| er een voedingsbodem geschapen voor psychotherapie. |
| Samenvatting |
| De psychische ziekten behoren tot de eenzijdige ziekten waarbij, door het verschuiven van het |
| symptoombeeld, de lichamelijke symptomen naar de achtergrond zijn verdwenen. De psychische ziekten |
| komen voor het merendeel voort uit een onderliggende psora. |
| Psychische ziekten kunnen tevens ontstaan door langdurige of ingrijpende tegenslagen. Dan compliceert |
| de psychische gesteldheid zich vaak later met de fundamenteel psorische verstoring. Zulke psychische |
| aandoeningen van buitenaf reageren goed op andere therapieën, in tegenstelling tot psychische ziekten |
| veroorzaakt door psora. |
| In de acute fase worden psychische ziekten behandeld met plantaardige en dierlijke middelen. Zo gauw |
| de acute fase achter de rug is moet antipsorisch worden behandeld om terugval te voorkomen. |
| 128 |
| 13. Gebruik vanpotenties |
| Hoge potenties |
| Reeds tijdens Hahnemann‟s leven was het gebruik van hoger gepotentieerde geneesmiddelen een |
| controversiële kwestie. De verschijning van Chronische Ziekten in 1828 en de erin beschreven |
| antipsorische geneesmiddelen, die vrijwel uitsluitend - naar de toenmalige maatstaven - in hoge |
| potenties moesten worden voorgeschreven, riepen grote spanningen op in de groep volgelingen van de |
| pasgeboren nieuwe geneeskunst. Het voorwoord van de uitgever (Richard Haehl) van de eerste uitgave |
| der zesde editie (1921) beschrijft de toenmalige sfeer aldus: |
| (Januari 1821) “Hahnemann had met de buitenwereld, afgezien van zijn patiënten, weinig verbinding en |
| voeling meer in deze periode. Hij was tot inwoner van Köthen geworden. Ook met zijn eigen leerlingen |
| en collega‟s bleef de persoonlijke omgang tot een klein groepje beperkt, die hem af en toe in Köthen |
| bezochten en met wie hij een levendige briefwisseling onderhield. De verenigingsambities van de |
| homeopathische artsen, die hij over het algemeen wantrouwend, vaak zelfs afwijzend bejegende, |
| ondersteunde en stimuleerde hij geenszins. |
| Ook de wetenschappelijke en schrijversactiviteiten verdwenen meer en meer naar de achtergrond. |
| Slechts op twee uiteenlopende gebieden vlamden ze nog een keer op. |
| In 1828 verscheen „Die Chronische Krankheiten, ihre eigentümliche Natur und homöopathische |
| heilung.‟ |
| Door de publicatie van Chronische Ziekten werd de vervreemding van Hahnemann ten opzichte van een |
| groot deel der homeopathische artsen openlijke vijandschap. Hahnemann wilde alle chronische ziekten |
| baseren op slechts drie chronische miasma‟s: Syfilis, Sycosis en Psora (waarvan de laatste de |
| verderfelijkste ziekte zou zijn) die zich bovendien sinds vele duizenden jaren van geslacht op geslacht |
| zouden hebben voortgeplant. |
| Dit werd door de homeopathische artsen gelijkelijk afgewezen als de door Hahnemann aanbevolen |
| antipsorische geneesmiddelen. Bij zijn voorschriften was hij tot steeds hogere verdunningsgraden |
| overgegaan. |
| Uiteindelijk verklaarde hij de 30ste centesimale potentie de werkzaamste. Hiervan liet hij veelal slechts |
| en maanzaad-groot korreltje nemen, waarna hij 30, 40, 50 en meer dagen afwachtte (vierde editie |
| Organon). |
| De „wetenschappelijk-kritische‟ richting in de Homeopathie wees zowel de psorische ziekteverwekker |
| alsook de lang werkende hoge potenties van de hand en verweet de „zuivere homeopaten‟ een |
| gedachteloze eed op het woord van de meester. Hahnemann op zijn beurt noemde de homeopaten van de |
| „wetenschappelijke‟ richting „halfhomeopaten‟, die hij voor veel gevaarlijker vijanden van zijn |
| homeopathie hield dan de publieke tegenstanders. De langdurige en heftige strijd tussen de |
| Hahnemannianen en de halfhomeopaten werd tenslotte door een scherp aanvalsartikel op 23 oktober |
| 1832 in het „Leipziger Tagesblatt‟ openbaar gemaakt.” |
| Inzichtelijk homeopathisch handelen |
| Er moesten in de „homeopathische school‟ enkele harde noten worden gekraakt. De miasmaleer, of |
| beter: de ziekteclassificatie, bleef in Hahnemann‟s tijd onbegrepen en werd tot op de dag van vandaag |
| nooit de basis voor inzichtelijk homeopathisch handelen. Door vooroordeel en onwetendheid werden (en |
| worden) daarnaast de potenties beschreven in de zesde editie van het Organon niet of nauwelijks in de |
| praktijk gebruikt. De diverse stromingen die de homeopathie kent begonnen reeds tijdens Hahnemann‟s |
| leven. |
| 129 |
| Hahnemann noemde degenendie afweken van zijn leer „halfhomeopaten‟ omdat ze alleen het Organon |
| als uitgangspunt gebruikten. Toen was dat nog de derde editie; de vierde verscheen pas in 1829. De |
| latere vierde editie van het Organon vormde de basis voor de manier waarop de homeopathie door de |
| Amerikaanse homeopaten werd ontwikkeld. |
| De praktische aanwijzingen in Chronische Ziekten over ziekteclassificatie en miasmaleer werden niet in |
| de praktijkvoering geïntegreerd. Dit heeft grote consequenties gehad voor de ontwikkeling van de |
| homeopathie. |
| Blinde navolging van Hahnemann gaat natuurlijk te ver, maar anderzijds is het weinig beter hem te |
| passeren zonder minimaal grondig kennis te hebben genemen van wat hij ons heeft nagelaten. |
| De verdieping van de praktijkvoering, de deskundigheid en het begrip van de homeopathie die dit |
| oplevert kan naar mijn idee op geen enkele andere wijze worden verkregen. Het getuigt niet alleen van |
| respect, maar ook van zelfinzicht, wanneer we in overeenstemming met de woorden van Dr. Wilhelm |
| Schwarzhaupt in het voorwoord van de hernieuwde uitgave der zesde editie van het Organon in 1955 |
| concluderen: |
| “Indringende studie heeft mij ertoe gebracht er van af te zien het werk van Hahnemann in moderne |
| taalvorm te gieten. Niet als laatste op basis van mijn wens piëteitsvol en in alle bescheidenheid achter |
| het genie van Hahnemann terug te treden.” |
| Twee verschillende potentiereeksen |
| De homeopathie kent twee verschillende potentiereeksen. Het oudst zijn de centesimale- of C-potenties, |
| waarmee Hahnemann gedurende langere tijd verwoed experimenteerde om te beantwoorden aan het door |
| hem zelf geformuleerde axioma. Dit axioma is hij zijn gehele leven trouw gebleven: “Het hoogste ideaal |
| van genezen is een snel, zachtzinnig en duurzaam herstel van de gezondheid.” |
| En met betrekking tot de werking van geneesmiddelen: “Het door mij aangegeven procédé maakt |
| medicijnen van hoogste activiteitsontplooiing en mildste werking, die echter, mits goed gekozen, alle |
| zieke plekken geneeskrachtig beïnvloeden.” Bij zijn streven naar het meest zachtzinnige herstel stuitte hij |
| steeds opnieuw op het probleem van potentie en dosering. |
| Propageerde Hahnemann in de vierde editie van het Organon nog de eenmalige snuifdosis (olfactie), om |
| vervolgens 30, 40, 50 dagen of langer af te wachten, in de vijfde editie adviseert Hahnemann het |
| geneesmiddel - zeker bij primaire psora - in een wekelijks ritme in te nemen. |
| In het hoofdstuk over het technische gedeelte in het derde deel der Chronische Ziekten, gepubliceerd in |
| 1837, schrijft Hahnemann dat homeopathische potenties bij voorkeur in vloeibare vorm moeten worden |
| toegepast en voor iedere inname enkele malen moeten worden geschud. Op deze wijze gaf Hahnemann |
| ook de naar onze begrippen „lagere‟ C-potenties om de dag, of. zoals hij zelf schrijft, “bij voorkeur |
| iedere dag”: |
| Chronische Ziekten, Engelse uitgave, aanhangsel “Concerning the technical part of homeopathy”: |
| “In chronische ziektegevallen heb ik ervaren dat het beste één dosis (d.w.z. een lepel vol) van een |
| oplossing van het passende geneesmiddel gegeven kan worden; ten minste iedere twee dagen, maar |
| gewoonlijk iedere dag.” |
| De voortdurende experimenten met geneesmiddelen en potenties in verschillende doses hadden het |
| bereiken van een ideaal tot doel: “een snel, zachtzinnig en duurzaam herstel”. Hahnemann‟s activiteiten |
| resulteerden in de jaren 1837-1843 in de ontwikkeling van een revolutionair nieuwe potentiewijze, die |
| hij in de achttien maanden voorafgaand aan het laatste half jaar vóór zijn dood, in zijn 87ste levensjaar, |
| alsnog in de laatste editie van het Organon verwerkte. |
| Organon, §275: |
| 130 |
| “Dat een geneesmiddelprecies past voor een bepaalde zieke berust niet alleen op de juiste |
| homeopathische keuze ervan, maar evenzeer op de vereiste grootte of liever gezegd kleinheid van de |
| dosis. Geeft men namelijk een te krachtige dosis van een middel, ook al is het voor de onderhavige |
| ziektetoestand volkomen goed homeopathisch gekozen, dan zal die gift beslist, ongeacht de weldadige |
| aard van het middel op zichzelf, desondanks schade berokkenen alleen al door de grootte en de in dit |
| geval onnodige, veel te sterke impressie die ervan uitgaat op de levenskracht.” |
| Gezien het doorslaggevende belang van de soort potentie en de eraan gekoppelde dosis is het voor |
| Hahnemann een levenslange zoektocht geweest om geneesmiddelpotenties te ontwikkelen die aan het |
| gestelde doel beantwoorden. Een zoektocht die is uitgemond in een ontdekking waarmee wij ons |
| voordeel kunnen doen. |
| De bereiding van homeopathische geneesmiddelen |
| De door Hahnemann gebruikte potentiëringsschaal was tot de vijfde editie van het Organon de C- |
| potentie. Bij de C-potentie is de verdunningsgraad van de geneesmiddelhoeveelheid ten opzichte van de |
| draagsubstantie 1:100. Substanties die niet direct oplosbaar zijn in vloeistof worden eerst door |
| verwrijving met melksuiker tot een niveau gebracht waarop ze wel opgelost kunnen worden in water of |
| alcohol. De grens waarna alle vaste substanties oplosbaar zijn in vloeistof ligt bij de miljoenvoudige |
| verdunning, dat is: C3. Moeilijk oplosbare stoffen worden zodoende eerst tot een miljoenvoudige |
| verdunning - C3 - verwreven met melksuiker. |
| Deze procedure is identiek voor de bereiding van C-potenties én LM-potenties. Pas vanaf de C3 treden |
| er in de bereiding wezenlijke verschillen op. |
| Het potentiëringsproces maakt de latente geneesmiddelkrachten vrij die in de materie verscholen liggen. |
| De wegen voor het vrij maken van deze latente energie zijn bij C- of LM-potenties verschillend. |
| Organon, §269: |
| “De homeopathische geneeskunst haalt voor haar speciale behoefte de innerlijke, spirituele, medicinale |
| krachten van de ruwe grondstoffen te voorschijn door middel van een geheel eigen |
| behandeling,”waardoor ze allemaal pas echt bijzonder, ja zelfs onmetelijk „doordringend‟ actief en |
| dienstig worden, zelfs die substanties onder hen, die in onbewerkte toestand niet de minste medicinale |
| kracht op het menselijk lichaam laten blijken. Deze merkwaardige verandering in de eigenschappen van |
| natuurlijke stoffen ontwikkeld door mechanische inwerking op hun kleinste partikels, door verwrijven en |
| schudden (terwijl ze door middel van een indifferente droge of vloeibare substantie van elkaar |
| gescheiden zijn), de latente dynamische krachten die tevoren onopgemerkt, als het ware sluimerend in |
| hen verborgen waren (§11) en vooral invloed kunnen uitoefenen op het levensbeginsel, op de conditie |
| van dierlijk leven. Daarom wordt deze bewerking van die stoffen dynamiseren of potentiëren genoemd |
| (ontwikkelen van artsenijkracht) en de ontstane producten dynamiseringen ofwel potenties in |
| verschillende graden.” |
| Organon, voetnoot 2, §269: |
| “Net zo ontwikkelt wrijven van de geneesmiddelsubstantie en schudden van de oplossing ervan |
| (dynamisering, potentiëring) de geneeskundige, in haar verborgen krachten en ontplooit die steeds |
| meer. Men zou misschien mogen zeggen, dat het de materie spiritualiseert.” |
| Organon, §270: |
| 131 |
| “Om nu tebewerken dat deze (latente, in de materie verscholen) kracht zich het beste kan ontplooien |
| wordt een klein beetje van de substantie die gedynamiseerd moet worden, ongeveer één grein (= 62 mg) |
| genomen.” |
| Dynamisatieproces |
| Het “spiritualiseren van de materie” vindt stapsgewijs plaats, volgens een procedure die in totaal drie uur |
| in beslag neemt. |
| Een derde deel van honderd grein melksuiker wordt in een vijzel gedaan met daarop één grein van het te |
| dynamiseren geneesmiddel. Dit wordt omgeroerd en vervolgens met de stamper gedurende zes à zeven |
| minuten krachtig verwreven. Daarna wordt het mengsel gedurende drie à vier minuten bijeengeschraapt |
| en dan opnieuw zes à zeven minuten verwreven, gevolgd door nog eens drie à vier minuten van |
| bijeenschrapen. |
| Hierna wordt het tweede derde deel van de melksuiker toegevoegd en zes à zeven minuten ermee |
| verwreven, gevolgd door drie à vier minuten schrapen. Daarna zes à zeven minuten verwrijven en drie à |
| vier minuten schrapen. Nu, na veertig minuten, wordt het laatste derde deel van de melksuiker |
| toegevoegd. Weer volgt zes à zeven minuten verwijven en drie à vier minuten schrapen en tenslotte de |
| laatste keer zes à zeven minuten verwrijven en drie à vier minuten schrapen. |
| Zo wordt de eerste honderd grein van het geneesmiddel in wording verwreven en is na één uur de |
| potentie C1 ontstaan. |
| Om C2 te maken wordt 1 grein van de C1 vermengd met het eerste derde deel van de tweede honderd |
| delen melksuiker, waarna op precies dezelfde wijze wordt te werk gegaan als bij de bereiding van de C1. |
| Dus in drie keer 20 minuten met afwisselend verwrijven en schrapen. Zo is na twee uur de potentie C2 |
| bereikt. Volgens exact hetzelfde procédé wordt tenslotte de C3 potentie bereid. |
| Organon, voetnoot 11, §270: |
| “Dat zijn de drie trappen van de droge poedertrituratie, welke, als ze correct zijn uitgevoerd, al een |
| goed begin gemaakt hebben met de activiteitsontplooiing (dynamisering) van de medicijnsubstantie.” |
| Voor de bereiding van de volgende C-potenties (1:100) wordt deze procedure gevolgd: |
| Chronische Ziekten, blz. 182: |
| “De eerste oplossing kan niet in pure alcohol gebeuren, omdat melksuiker niet oplost in alcohol. |
| Derhalve vindt de eerste oplossing plaats door gelijke delen water en alcohol. Daarom worden bij een |
| grein van het beschreven, door wrijven miljoenvoudig (C3) gepoten-tieerde, medicinale poeder 50 |
| druppels gedestilleerd water gevoegd. Dit wordt door enkele keren het flesje om zijn as te laten draaien |
| gemakkelijk opgelost; vervolgens worden er 50 druppels goede alcohol aan toegevoegd en zo het slechts |
| voor tweederde met dit mengsel gevuld en met een stop gesloten flesje twee keer (dus met twee |
| neerwaartse slagen van de arm) geschud.” |
| Met de verkregen vloeistof C4 worden kleine, niet-medicinale globuli geïmpregneerd, die nadat ze op |
| vloeipapier vlug zijn gedroogd in een flesje worden opgeslagen met het etiket „C4‟. Bij de bereiding van |
| de C5 potentie wordt gebruik gemaakt van de lagere C4. Eén korreltje van de C4 potentie wordt opgelost |
| in 1 druppel water. Vervolgens worden er 99 of 100 druppels alcohol aan toegevoegd. Deze oplossing |
| wordt wederom slechts tweemaal geschud. Met de verkregen oplossing worden opnieuw |
| melksuikerkorrels geïmpregneerd en daarna snel gedroogd. De verkregen potentie is „C5‟. Zo kan met |
| dit procédé vervolgen tot in de hoogste potentiegraden. |
| Voor alle duidelijkheid wil hier gezegd zijn dat bij de correcte bereiding van de centesimale potenties |
| iedere volgende potentie tijdens het bereidingsproces slechts tweemaal geschud wordt. De |
| dynamisatiegraad neemt dus bij iedere volgende trap met twee schudslagen toe. |
| 132 |
| Wanneer door hetschudden de dynamisatiegraad toeneemt is de toename van energie tussen iedere |
| volgende C-potentietrap, bij bereiding volgens Hahnemann‟s aanwijzingen, beperkt tot twee keer |
| schudden. De mate van dynamisering tussen de onderlinge elkaar opvolgende potenties is derhalve |
| beperkt. Indien goed bereid is de veelgebruikte C30 potentie dus minder dan 60 keer geschud.Tot C3 is |
| er namelijk alleen sprake van verwrijving Volgens Hahnemann wordt deze beperking in de |
| dynamiseringsmogelijkheden opgelegd door het geringe verdunningsmedium van 1:100. |
| Homeopathische geneesmiddelen die anders worden gemaakt wijken af van Hahnemann‟s aanwijzingen. |
| Organon, voetnoot 6, §270: |
| “Toen men nog volgens het aanvankelijke voorschrift, steeds een volle druppel van de dilutie van lage |
| potentie voegde bij 100 druppels 96%-alcohol om hogere potenties te maken, was de verhouding van |
| het verdunningsmedium ten opzichte van de daarin te dynamiseren hoeveelheid geneesmiddel (100 op 1) |
| veel te krap bemeten dan dat veel van zulke schudslagen, zonder dat men teveel geweld moest gebruiken, |
| in staat zouden zijn de krachten van de gebruikte geneesmiddelsubstantie naar behoren en in hoge mate |
| tot ontplooiing te brengen. Vermoeiende proefnemingen hebben me daarvan overtuigd.” |
| Vermoeiende proefnemingen |
| We mogen er gevoeglijk vanuit gaan dat het inderdaad “vermoeiende proefnemingen” zijn geweest die |
| Hahnemann overtuigden. Bij het schrijven van het Apotheker Lexicon, tussen 1793 tot 1797geschreven, |
| verbeterde Hahnemann de eerdere editie door alle vermelde proeven te onderwerpen aan een kritisch |
| onderzoek. In voetnoten gaf hij dan zijn commentaar om vervolgens een betere, door hemzelf |
| ontwikkelde procedure aan te bevelen. Wellicht ten overvloede zij vermeld dat het door Hahnemann |
| geschreven Apotheker Lexicon, in Duitsland hét handboek voor de apotheker, zo‟n honderd jaar lang als |
| standaardwerk in gebruik is geweest! Met dezelfde nauwgezetheid als waarmee hij het Apotheker |
| Lexicon schreef, zal hij de “vermoeiende proefnemingen” hebben uitgevoerd om tot de bereiding van |
| optimaal werkende potenties te komen. Dit ten behoeve van zijn eigen patiënten, maar zeker ook ten |
| voordele van het homeopathisch nageslacht. |
| De centesimale potenties hielden tijdens Hahnemann‟s leven lang stand. Met de jaren kwam verandering |
| in de wijze waarop ze werden voorgeschreven. Hahnemann heeft veel geexperimenteerd met het |
| voorschrijven van geneesmiddelen in potenties, in droge en in vloeibare vorm, in snijfdosis en met |
| verschillende frequenties van inname van het middel. Deze nam geleidelijk toe van één keer in de paar |
| maanden, bij duidelijke terugkeer van symptomen, tot in 1835 één keer in de week gedurende twaalf tot |
| dertien weken bij een „vers‟ ontstane psora (voetnoot §246, vijfde editie Organon). Uiteindelijk werden |
| de C-potenties, zoals Hahnemann in 1837 beschrijft, ook bij chronische ziektegevallen om de dag of |
| zelfs bij voorkeur dagelijks gegeven. Dit onder de voorwaarde dat de het geneesmiddel in vloeibare |
| vorm werd verstrekt en vóór iedere toediening één of meerdere keren geschud. Tijdens dit stadium van |
| Hahnemann‟s ontwikkeling - in 1837 - zien we de directe voorloper van de manier waarop latere LM- |
| potenties worden voorgeschreven. In Chronische Ziekten vinden we herhaaldelijk dat de |
| geneesmiddeltoediening plaatsvond door ruiken aan medicinale geneesmiddelkorrels of aan een |
| oplossing van 40%-alcohol waarin het geneesmiddel was opgelost. Op verzoek van zijn leerlingen, die |
| bang waren dat de meer materieel ingestelde beroepsgenoten moeite zouden hebben met de snuifdoses |
| en dit daarom de homeopathische zaak geen goed zou doen, heeft Hahnemann, die zelf deze wijze van |
| praktiseren hanteerde, de snuifdosis als wijze van inname in de zesde editie van het Organon |
| onderbelicht gelaten. |
| Organon, §248: |
| 133 |
| “Als men terbehandeling alleen een flesje gebruikt (met een klein beetje verdunde alcohol, ± 4 gr. 40%, |
| waarin een globulus van het geneesmiddel door schudden is opgelost), waaraan dagelijks of om de twee, |
| drie of vier dagen moet worden geroken, dan moet ook dit flesje voor elk ruiken acht à tien maal |
| krachtig worden geschud.” |
| Dat het homeopathisch geneesmiddel op diverse manieren kan worden toegediend spreekt ook uit §284 |
| van zesde editie van het Organon: |
| “Behalve de tong, de mond en de maag, die meestal bij het medicijn innemen worden geraakt, zijn in het |
| bijzonder ook de neus en de ademorganen ontvankelijk voor de inwerking van geneesmiddelen in |
| vloeibare vorm, door middel van ruiken en van inademen via de mond.” |
| Verdere ontwikkelingen |
| De gebruikelijke methode van éénmalige inname van een droge korrel van een homeopathisch |
| geneesmiddel correspondeert met de wijze waarop Hahnemann homeopathie bedreef vóór 1828. Dit is |
| de periode vóór de publicatie van Chronische Ziekten, waarin de ervaringen opgedaan tussen 1816 en |
| 1828 zijn vervat. Vér voor 1828 werkte Hahnemann klaarblijkelijk al niet meer op de manier die |
| tegenwoordig voor menig homeopaat nog wél steeds gebruikelijk is! Voor Hahnemann moesten toen de |
| vruchtbaarste jaren nog komen. De conclusie moet zijn dat latere homeopaten, voor wat betreft |
| Hahnemann, genoegen hebben genomen met de vroegere, minder ontwikkelde vorm van homeopathie. |
| In de „Parijse periode‟ ontwikkelde Hahnemann een totaal nieuwe potentiereeks, de zogenaamde LM- |
| potenties. Toen de zesde editie van het Organon in 1921 werd uitgebracht stuitte wederom een aspect |
| van de homeopathie op onbegrip van de beroepsgroep. Ditmaal ging het om de compleet andere |
| methode van potentiegebruik. Nadat eerder de ziekteclassificatie en de miasmaleer niet begrepen en dus |
| niet in praktijk waren gebracht, gebeurde nu hetzelfde met LM-potenties. Aangevoerde redenen waarom |
| de nieuwe LM-potenties weinig tot niet werden gebruikt, behelsten de eigenaardigste redenaties. |
| “LM werkt minder krachtig dan C” tot en met de mening dat “Hahnemann in de Parijse periode seniel |
| werd”, of dat “de zesde editie niet van zijn hand was”. Afgezien van het feit dat Richard Haehl in de |
| eerste uitgave een complete verklaring en verantwoording geeft voor de authenticiteit van het manuscript |
| van de zesde editie, is de praktijk de ultieme test. In plaats van met bizarre excuses te komen zou het |
| beter zijn toe te geven dat de totaal nieuwe methode zo verschilt van wat ons is geleerd dat wij tijd nodig |
| hebben om aan de verandering te wennen. |
| Kennislacunes bij de beroepsgroep |
| Een boek als Chronische Ziekten is tot nu toe slecht begrepen, wat de vraag doet rijzen of dit met de |
| zesde editie van het Organon wellicht ook niet het geval is. Navraag bij zowel praktizijns als studenten |
| heeft mij geleerd dat homeopathieopleidingen aan beide standaardwerken nauwelijks aandacht besteden. |
| De student mag ze op eigen houtje bestuderen. Studenten worden opgeleid volgens de heersende opinie |
| binnen de school of van de docent. Wordt er wel gedoceerd uit Organon en Chronische Ziekten, dan |
| blijkt de hedendaagse werkwijze sterk af te wijken van de manier waarop Hahnemann de laatste twintig |
| (!) jaar van zijn leven praktiseerde! |
| Hahnemann‟s werk wordt op homeopathieopleidingen dikwijls overschaduwd door het werk van latere |
| meesters. Vroeger waren dat Kent, Hering, Allen, Lippe, e.d., nu zijn het Vithoulkas, Sankaran, e.d.. Al |
| met al zijn de wijsheden en ervaringen van de grondlegger van de homeopathie hierdoor overvleugeld. |
| De homeopathie heeft erdoor zeker een andere ontwikkeling doorgemaakt dan in de lijn van Hahnemann |
| had gelegen. Door de fundamenteel onvolkomen ontwikkeling van de homeopathie van vóór 1820, is de |
| latere ontwikkeling, berustend op de vierde editie van het Organon, eveneens onvolkomen. Bijgevolg |
| 134 |
| ontstonden in detoenmalige nieuwe wereld diverse scholen (stromingen) die tegen het einde van de |
| negentiende eeuw al zwaar met elkaar overhoop lagen. De veelbelovende nieuwe geneeswijze doofde als |
| een nachtkaars uit door onenigheid en strijd, die uiteindelijk voortkwam uit ONBEVREDIGENDE |
| RESULTATEN. Voor een belangrijk deel ligt de oorzaak van de versplintering in de homeopathie in het |
| onbegrip van wat Hahnemann de laatste twintig jaar van zijn leven nog aan de homeopathie heeft |
| toegevoegd. Verlaten van de bron draagt het risico van versnippering in zich. Veel verschillende |
| meningen gaan op, die elkaar bestrijden en die of hun relatie met de bron nooit hebben gehad of die |
| inmiddels allang zijn verloren. |
| Om te oordelen over Hahnemann‟s geschriften zullen wij die eerst grondig moeten bestuderen. |
| De LM-potentie |
| Mede dankzij zijn liefhebbende echtgenote Melanie was Hahnemann op het einde van zijn leven nog |
| intensief werkzaam in de praktijk. In deze periode ontwikkelde hij een nieuwe wijze van potentiëren met |
| als doel een milde en toch diepe en krachtige geneesmiddelwerking. Driekwart van zijn twee laatste |
| levensjaren besteedde hij aan het herschrijven van de vijfde editie van het Organon. In een brief |
| gedateerd 20 februari 1842 schrijft Hahnemann aan zijn uitgever Schaub: |
| “Zojuist heb ik na 18 maanden werken de zesde editie afgerond van mijn Organon, welke de mogelijk |
| meest volmaakte is.” |
| Deze editie van het Organon is geheel geënt op de nieuwe wijze van potentiëren en voorschrijven. |
| Bereiding van de LM-potentie |
| Zoals we hebben gezien bestaat er tot en met de C3 geen verschil in de bereiding van een C- of LM- |
| potentie. De C3 vormt de basis voor de verdere bereiding van de hogere dynamisatiegraden (potenties) |
| van zowel de C-reeks als de LM‟s. |
| Bij de bereiding van LM-potenties is de werkwijze als volgt: |
| Organon, §270: |
| “Om redenen die verderop in de voetnoot zijn aangegeven, wordt nu eerst van dit poeder (C3) één |
| bgrein opgelost in 500 druppels van een mengsel, bestaande uit één deel 90%-alcohol en vier delen |
| gedestilleerd water. Hiervan wordt één enkele druppel in een flesje gedaan. Daar voegt men 100 |
| druppels 96%-alcohol (spiritus fortior) aan toe en geeft dan het toegekurkte flesje met de hand 100 |
| krachtige schudstoten tegen een hard, maar toch elastisch voorwerp. Dit is dan het geneesmiddel in de |
| eerste dynamiseringsgraad. Daarmee worden fijne suikerglobuli eerst goed bevochtigd, dan vlug op |
| vloeipapier uitgespreid, gedroogd en in een toegekurkt flesje bewaard met het etiket van de eerste |
| potentiegraad(I). Van deze potentie wordt slechts één globulus genomen om verder te dynamiseren.” |
| Eerst wordt dus één grein opgelost in vijfhonderd druppels vloeistof en dit mengsel wordt niet geschud. |
| Van deze oplossing wordt één enkele druppel (één-vijfhonderdste deel) opgelost in honderd druppels |
| 96%-alcohol. |
| Vijfhonderd maal honderd is 50.000, de verdunningsverhouding van de basisvloeistof. Het volume van |
| de C3 verwrijving wordt hiermee 50.000 keer verkleind. |
| Door honderd keer krachtig schudden wordt de geneesmiddeloplossing gedynamiseerd en de eerste LM- |
| potentie, nog in vloeibare vorm, verkregen. Hiermee geïmpregneerde globuli worden opgeslagen als LM |
| 1. De LM kan worden verstrekt in de vorm van korrels of, gebruikelijker, in vloeibare vorm. De |
| miniscule globuli horen de grootte van een “maanzaadje” te hebben, zodat vijfhonderd ervan nog niet |
| 135 |
| voldoende zijn omhet vocht van 1 druppel water te absorberen! Daarom wordt LM zowel als korreltje |
| en als potentie geschreven: 0/1, 0/2, 0/3 enz. |
| Ter bereiding van de hogere potenties (dynamisaties) wordt één korrel opgelost in één druppel water. |
| Een globule van een grootte die in staat is één-vijfhonderdste deel van één druppel water op te nemen! |
| We wachten tot de korrel is opgelost en voegen er vervolgens honderd druppels 96%-alcohol (= 2ml) |
| aan toe. Het flesje met de oplossing wordt 100 maal krachtig geschud tegen een hard doch elastisch |
| voorwerp. Zo neemt met iedere stap van potentiëring het volume van de oplossing ten opzichte van de |
| massa van de geneesmiddelsubstantie met de factor 50.000 toe. |
| Met de nu ontstane oplossing worden weer globuli bevochtigd en vervolgens snel gedroogd op |
| vloeipapier. Zo krijgen we de LM 2. |
| Om hogere potenties te bereiden wordt steeds één globule van de lagere dynamisatie opgelost in één |
| druppel water. Daarna volgen de toevoeging van honderd druppels 96%-alcohol (factor 50.000) en |
| honderd krachtige schudslagen om de hogere potentiegraad te verkrijgen, waarmee dan opnieuw |
| globules bevochtigd kunnen worden. |
| Organon, §270: |
| “Door deze bewerking van ruwe geneesmiddelsubstanties ontstaan preparaten, die pas op deze manier |
| het volle vermogen verkrijgen de door het lijden aangetaste delen in het zieke organisme op de juiste |
| wijze te treffen en zodoende, door een gelijkende kunstmatige ziekteaandoening te creëren, dat het in die |
| delen aanwezige levensprincipe de gewaarwording van de natuurlijke ziekte verliest. Door deze |
| mechanische bewerking, als ze volgens het bovenstaand voorschrift naar behoren is uitgevoerd, wordt |
| bereikt dat de geneesmiddelsubstantie, die zich in ruwe toestand alleen maar als materie, soms zelfs als |
| niet-medicinale materie aan ons presenteert, zich door middel van zulke steeds hogere dynamiseringen |
| eindelijk helemaal tot een geestachtige, spirituele geneesmiddelkracht verfijnt en omvormt, die op |
| zichzelf weliswaar voor ons niet meer zintuiglijk waarneembaar is, maar waarvoor de medicinaal |
| geworden globulus al in droge vorm, maar nog veel meer als die weer in water is opgelost, de drager |
| wordt. In deze toestand bevestigt hij de heilzame werking van die onzichtbare kracht in het zieke |
| lichaam.” |
| Voor Hahnemann waren de nieuwe LM-potenties superieur. |
| Organon, voetnoot 7, §270: |
| “Deze bewering kan men niet onwaarschijnlijk noemen, als men bedenkt dat bij deze manier van |
| dynamiseren (waarvan ik constateerde, na veel moeizame proeven en controleproeven, dat de |
| preparaten het meest actief en tegelijk het zachtste werkten, dat wil dus zeggen het meest volmaakt) de |
| materie van het middel bij iedere dynamiseringstrap 50.000 keer verminderd wordt en desondanks |
| ongelooflijk veel aan kracht wint. |
| Hierdoor wordt het bijzonder waarschijnlijk dat de materie zich door zulke dynamiseringen |
| (ontplooiingen van haar echte, innerlijke medicinale essentie) op het laatst volledig oplost in haar |
| individuele spirituele wezen. Derhalve zou men die materie in haar onbewerkte toestand eigenlijk alleen |
| kunnen beschouwen als bestaande uit deze onontplooide spirituele essentie.” |
| Het moet wel ervaring zijn geweest die Hahnemann zo lyrisch maakte over de nieuwe |
| potentiëringsmethode! Wanneer we Hahnemann in het Organon op zijn woord mogen geloven had het |
| gebruik van C-potenties na deze ontdekking afgedaan. Het geven van „ruimte‟ - het noodzakelijke |
| volume aan de geneesmiddeloplossing - maakt het klaarblijkelijk mogelijk dat de geneesmiddelkracht |
| zich door de honderd schudslagen optimaal kan ontwikkelen. Het beoogde doel - “snel, zacht en |
| 136 |
| duurzaam herstel vande gezondheid” - kwam ermee binnen handbereik! Over het gebruik van C- |
| potenties laat Hahnemann zich verderop minder lovend uit. |
| Organon, voetnoot 1, §275: |
| “De lof, die de laatste tijd door enkele homeopaten wordt toegezwaaid aan de grotere doses, (de C- |
| potentie is slechts 1:100 verdund en dus is de dosis veel groter) berust voor een deel op het feit dat ze de |
| lagere potenties van het aan te wenden medicijn gebruikten, volgens de tot nu toe gebruikelijke wijze |
| gedynamiseerd (zoals ook ikzelf vele jaren bij gebrek aan beter weten heb gedaan…)” |
| Bezien we de LM-potenties in het licht van de miasmaleer, de ziekteclassificatie en het benutten van de |
| complementaire effecten van geneesmiddelen, dan heeft het gebruik ervan veel voordelen boven het in |
| die zin verouderde gebruik van C-potenties. Het in de dagelijkse praktijk integreren van de laatste door |
| Hahnemann gedane ontdekkingen is de uitdaging waarmee de hedendaagse homeopathie wordt |
| geconfronteerd! |
| Een effectieve manier om van een Lm1 een Lm2 te maken: |
| 1. Doe één korreltje Lm1 in een 5ml flesje voeg vervolgens één druppel gedestileerd water toe en laat |
| het korrelje oplossen; |
| 2. Voeg 2ml (=100 druppels) 96% drink alcohol toe. sla het flesje100 maal zeer krachtig op een dik |
| boek. |
| 3. Giet het flesje bijna leeg; voeg nu de inhoud van een buisje lac-sac (2ml) toe en beweeg dit flesje |
| zodat dat alle korreltjes bevochtigd (nat) worden. |
| 4. Schud nu de inhoud van het flesje in een koffiefilter en vouw het filter dicht. Beweeg het filter met |
| daarin de korrels horizontaal, zodat de overtollige alcohol in het filter gaat en zodoende vervliegt. |
| 5.Label het buisje met lm2 en de naam van het geneesmiddel. Maak een vouw in het koffiefilter en giet |
| de medicinaal gemaakte korrels terug in het buisje. De Lm2 is klaar. |
| Bij het voorschrijven aan de patiënt wordt 1 korrel opgelost in 2 ml alcohol 6% tot 40%. Voor iedere |
| inname, na een aantal schudslagen, doet de patiënt een snuifdosis . |
| Met het aantal schudslagen regel je de dynamisatie. Tesamen met de inname frequentie, EN DE DIEPTE |
| VAN HET OPSNUIVEN, regel je de dosering. |
| Na totaal 100 schudslagen moet je over wegen naar een hogere potentie te gaan. Immers tussen iedere |
| lm potentie zitten 100 schudslagen. ZOLANG EEN POTENTIE ECHTER NOG DUIDELIJK |
| VERBETERINGEN BEWERKSTELLIGD DEZELDE POTENTIE DOORGEBRUIKEN |
| Organon § 271: |
| "Als de arts zijn homoeopatische geneesmiddelen zelf klaar maakt, wat hij redelijkerwijs, om mensen te |
| bevrijden van hun ziekten, altijd zou moeten doen, dan kan hij, als hij voor de genezing het uitgeperste |
| sap mischien niet nodig heeft, de verse plant zelf gebruiken. Dan kan hij met minder uitgangsmateriaal |
| volstaan. Hij doet dan bijv. Een paar grein ervan in een mortier om het met driemaal 100 grein |
| melksuiker op een miljoenste verdunning te brengen (§ 270) en dan de verdere potentiëring van een |
| opgeloste kleine fractie daarvan via schudden ter hand te nemen. Dit is een werkwijze, die men ook met |
| de overige, onbewerkte geneesmiddelsustanties van droge of olieachtige aard in acht moet nemen". |
| bVoetnoot 1 |
| Totdat de overheid eindelijk inzicht krijgt in de onmisbaarheid van volmaakt toebereide homoeopatische |
| geneesmiddelen en die door een deskundige, onpartijdige instantie zal laten maken. Die geneesmiddelen |
| moeten dan aan de homoeopatische artsen van het land, die in homoeopatische ziekenhuizen in de |
| 137 |
| therapie geoefend, inde praktijk en de theorie zijn geëxamineerd en zodoende gelegitimeerd, gratis |
| beschikbaar worden gesteld, opdat de arts niet alleen van de kwaliteit van deze goddelijke werktuigen ter |
| genezing overtuigd zou kunnen zijn, maar ze ook aan zijn patiënten (rijk en arm) zonder betaling zou |
| kunnen verstrekken. |
| Het zelf bereiden en verder potentiëren van homoeopatische geneesmiddelpotenties is kennelijk vanuit |
| de optiek van Hahnemann min of meer een voorwaarde. |
| Samenvatting |
| Tot en met de C3 verwrijving is de bereiding van C- en LM potentie identiek. De C-potentiereeks wordt |
| bereid via de verdunningsverhouding 1:100 en wordt met iedere potentiestap gedynamiseerd door |
| tweemaal schudden. |
| De LM-potentie wordt bereid via de verdunningverhouding 1:50.000 en wordt met iedere potentiestap |
| gedynamiseerd door honderd maal schudden. |
| De LM wordt ook wel geschreven als 0/1, 0/2, 0/3 enz.; dit verwijst naar de methode met de globule. |
| De LM-potentie is volgens Hahnemann “de meest volmaakte potentie”. Desondanks is het gebruik ervan |
| in de homeopathie nooit echt goed doorgedrongen. |
| 138 |
| 14. Het gebruikvan LM-potenties |
| Verschillen tussen C- en LM-potenties |
| De toepassing van LM-potenties verschilt op veel punten van die van C-potenties. Mede daardoor is |
| gebruik van LM-potenties in de afgelopen tachtig jaar niet echt van de grond gekomen. |
| Bovendien besteden literatuur, opleidingen en seminars nauwelijks aandacht aan dit type potentie. |
| Laten we eens kijken naar de verschillen. Wie ook wel eens LM-potenties wil „proberen‟ moet zich |
| realiseren dat „proberen‟ meer inhoudt dan het vervangen van een C-potentie door een LM-potentie. Het |
| is een leerproces waarbij hij bereid moet zijn om weer vanaf het allereerste begin te beginnen. |
| LM-potenties zijn namelijk heel anders dan C-potenties. De reactiepatronen verschillen, de dosering |
| verschilt, het aantal schudslagen en de verdunningsgraad zijn per situatie anders, en de innamefrequentie |
| hangt af van het individu en de pathologie. De werkwijze verschilt hemelsbreed van de eenmalige |
| inname van een C-potentie. Niet iedereen is genegen zo‟n leerproces aan te gaan, doorgaans vanuit het |
| idee dat LM-potenties bewerkelijker zijn dan C-potenties. |
| Het onder de knie krijgen van de methode vergt een zekere inspanning, maar daarna vragen LM- |
| potenties niet veel meer werk dan C-potenties. De inspanning die wij ons moeten getroosten zou feitelijk |
| geen criterium mogen zijn. De herhaaldelijke confrontatie met de beperkingen van C-potenties en het |
| willen optimaliseren van de homeopathische behandeling zijn veel rechtmatiger beweegredenen! |
| Zeker bij gecompliceerde gevallen of bij patiënten met ernstige fysieke pathologie zullen LM-potenties |
| dikwijls uitkomst bieden. Maar ook bij de minder diep chronisch zieke patiënt kunnen we niet om de |
| voordelen van LM-potenties heen. Hahnemann beschrijft hoe de toepassing van LM‟s de |
| behandelingsduur tot één-derde of zelfs één kwart van de gebruikelijke duur kan bekorten. |
| 139 |
| |
| “Maar aande ene kant is zoiets maar zelden het geval en aan de andere kant moet er de arts zowel als |
| de zieke veel aan gelegen zijn deze tijdsduur, indien mogelijk, te verkorten tot een helft of een kwart |
| ervan of zelfs nog korter, zodat een veel sneller herstel zou kunnen worden verkregen.” |
| Opvallende verschillen |
| Enkele opvallende verschillen met C-potenties zijn: |
| - Een LM-potentie kan, ook bij chronische gevallen, dagelijks of desnoods meerdere malen per dag |
| worden ingenomen. Dit geldt ook voor geneesmiddelen met een lange werkingsduur, zoals de minerale |
| constitutiemiddelen. |
| - De LM-potentie wordt uitsluitend in vloeibare vorm toegepast, |
| Ook ruiken aan het geneesmiddel opgelost in alcohol wordt in het Organon als mogelijkheid |
| aangegeven. |
| Organon, §246: |
| “Zolang in een kuur vooruitgang gezien wordt en er nog DUIDELIJKE SPECTATULAIRE verbetering |
| (uiterst zeldzaam) is betekent dit altijd dat - zolang dit aanhoudt - iedere herhaling van welk |
| medicijngebruik dan ook absoluut uitgesloten is.” (zie ook voetnoot §246) |
| Het woord kuur wordt door Hahnemann in Organon en Chronische Ziekten steeds gebruikt in |
| samenhang met de antipsorische behandeling. Bij ziektevormen die een tijdelijk karakter dragen, zoals |
| incidenten en tussenziekten, spreekt hij doorgaans niet over een kuur. Zodra de acute klachten over zijn |
| wordt de inname van het acute middel afgebouwd en gestaakt. Bij op de chronische klachten |
| geïndiceerde constitutiemiddelen is dit niet zo. Tijdens de antipsorische kuur worden er geen andere |
| geneesmiddelen ingezet indien de patiënt duidelijk verbetert en wordt evenmin het eerdere geneesmiddel |
| herhaald. |
| Het draait hier om het begrip duidelijke vooruitgang. Bij een terugval of het optreden van een andere |
| ziektevorm (incident, tussenziekte, etc.) wordt zo spoedig mogelijk op de nieuwe situatie |
| voorgeschreven. Zolang er sprake is van een geleidelijke verbetering handhaven we de inname van het |
| geneesmiddel in de gegeven frequentie en wordt het vóór iedere inname steeds enkele malen geschud. |
| Organon, §280: |
| “Zolang het middel helpt en geen nieuwe hinderlijke symptomen oproept, wordt het in geleidelijke |
| verhoging zolang gecontinueerd ...” |
| Centesimale reeks |
| De centesimale potenties bestaan in een bepaalde reeks waarbij de tussenliggende of intermediaire |
| potenties worden overgeslagen, zoals in het Kentiaanse schema, 30-200-M-10M-50M-CM-MM. (Flux |
| dynamisatie) |
| Bij LM-potenties wordt daarentegen iedere opvolgende potentie gebruikt. De dynamisatieverschillen |
| tussen de opeenvolgende potenties zijn dermate groot (honderd maal schudden + 50.000 maal |
| verdunnen) dat iedere dynamisatiegraad zijn effectiviteit zal aantonen. We starten de behandeling met de |
| laagste potentie graden |
| 140 |
| Organon, voetnoot 1,§246: |
| “Maar sinds de laatste 4-5 jaar zijn door mijn sindsdien veranderde, nieuwe, vervolmaakte werkwijze al |
| deze moeilijkheden volkomen opgeheven. Hetzelfde welgekozen medicijn kan nu dagelijks doorgebruikt |
| worden en indien nodig zelfs maanden lang. Dat gaat dan zo, dat als de lagere potentie na één of twee |
| weken op is, men bij de behandeling van chronische ziekten op dezelfde manier op hogere potenties |
| overgaat (want bij de hierna uiteengezette, nieuwe manier van dynamiseren begint men met het |
| gebruiken van de laagste potentiëringsgraden).” |
| Is een bepaalde potentie uitgewerkt, wat zich toont in stagneren van de vooruitgang of in een terugval, |
| dan wordt overgegaan op een hogere, meestal volgende potentie: 0/1, 0/2, 0/3, 0/4, enz. Bij acute ziekten |
| werkt een potentie soms maar kort, zodat sneller moet worden overgegaan op een hogere. Bij chronische |
| gevallen kan één potentie dikwijls twee tot soms wel zes weken lang effectief zijn en vaak nog langer. |
| Zolang een bepaalde LM-potentie positieve effecten heeft wordt de inname ervan niet gestaakt en wordt |
| de potentie (nog) niet verhoogd. We willen het maximale uit iedere potentie halen. Te snelle overgang |
| op een hogere potentie kan de Dynamis problemen bezorgen met de gemaakte, (te) grote stap in |
| potentie. Dit blijkt uit een toename van klachten en het moeilijker kunnen vinden van de juiste dosering. |
| De dosering is juist wanneer de levenskracht er niet eerst met een verergering op reageert doch meteen |
| alle vrijgemaakte energie omzet in een verbetering van de klachten. |
| De LM-potentie wordt dagelijks in vloeibare vorm gebruikt. Hiertoe wordt één geneesmiddelkorreltje |
| opgelost in een bepaalde hoeveelheid water en een klein beetje alcohol toegevoegd om bederf te |
| voorkomen |
| Organon, voetnoot §248: |
| “In 40, 30, 20, 15 of 8 eetlepels water onder toevoeging van een beetje alcohol of een stukje houtskool |
| om de oplossing voor bederf te vrijwaren. Als men houtskool gebruikt, dan moet men die aan een draad |
| in de fles laten hangen en deze er alleen uittrekken als de fles geschud moet worden. De oplossing van |
| het geneesmiddelkorreltje (want meer dan één globulus heeft men er van een behoorlijk gedynamiseerd |
| geneesmiddel zelden voor nodig) in een zeer grote hoeveelheid water kan men vervangen doordat men |
| van een oplossing in bv. maar zeven à acht eetlepels water, na voorafgaand krachtig schudden van de |
| fles, één eetlepel in een glas water doet (van acht à tien eetlepels inhoud), dit vervolgens meermalen |
| krachtig omroert en hiervan de patiënt een bepaalde dosis toedient. Als de zieke bijzonder prikkelbaar |
| en gevoelig is, dan neemt men uit dit zo krachtig omgeroerde glas weer een thee- of koffielepel vol, die |
| men in een tweede glas water krachtig mengt, om daarvan de patiënt een koffielepel vol (of iets meer) te |
| geven. Er zijn patiënten die zo reagibel zijn dat het nodig is een derde of vierde glas op dezelfde manier |
| klaar te maken om een voor hen passende verdunning van de geneesmiddeloplossing te verkrijgen.” |
| 141 |
| |
| Van het geneesmiddelwordt eerst een basisoplossing van een bepaald volume gemaakt. Dit is geen |
| absolute hoeveelheid: bijvoorbeeld 100 ml. De basisoplossing wordt vóór de toediening van een |
| volgende dosis enkele malen krachtig geschud. |
| Organon, §248: |
| “Daartoe wordt de oplossing van het geneesmiddel vóór iedere toediening opnieuw gepotentieerd (met |
| bijv. 2, 4, 8, 10, of 12 schudslagen van de fles). |
| Niet ongemodificeerd herhalen |
| Het geneesmiddel wordt dus niet ongemodificeerd (ongeschud) herhaald. |
| Van de basisoplossing wordt 1 thee- of koffielepel genomen en deze wordt opgelost in een glas met |
| vijftig à honderd ml water. Deze oplossing wordt kort en krachtig geroerd. Van de aldus verkregen |
| oplossing kunnen één of meerdere thee- of koffielepels worden ingenomen, eventueel, afhankelijk van |
| de klachten, één of meerdere malen per dag. Het doel ervan is om de kunstmatige geneesmiddelprikkel |
| (wat een homeopathisch middel feitelijk is) precies af te stemmen op de gevoeligheid van de patiënt. |
| Geneesmiddelverergeringen worden zo voorkomen en genezing wordt optimaal gestimuleerd. Op deze |
| manier kunnen wij met de dosering nauwkeurig inspelen op de gevoeligheid en situatie. De opzet is het |
| voorkomen van verergeringen, die gelijk staan aan energieverlies en dus per saldo negatief zijn. |
| Patiënten wier vitaliteit op een laag pitje staat kunnen er niet nog eens een verslechtering bij hebben. |
| Homeopathische verergeringen hebben geen meerwaarde voor het ziekteproces en, volgens Hahnemann, |
| evenmin voor de bewustwording van de patiënt: |
| Organon, §253: |
| “Een nog zo klein begin van verbetering blijkt eruit dat de patiënt zich meer op zijn gemak voelt en |
| geestelijk vrijer; hij vat meer moed en hij gedraagt zich als het ware weer natuurlijker. Als er echter |
| sprake is van ook maar een heel klein beetje verergering, gebeurt het tegenovergestelde - de patiënt is |
| bevangener, onbeholpener, meelij-wekkender in zijn stemming, zijn denken, zijn gedrag en in alle |
| houdingen, posities en handelingen. Men kan het bij nauwkeurige observatie gemakkelijk zien en |
| aantonen, al is het niet in woorden te beschrijven.” |
| Organon, voetnoot §253: |
| “Als een dosis onnodig groter is, werkt ze zelfs bij het homeopathisch meest passende middel te heftig. |
| Dan verstoort ze in het begin de geestelijke en stemmingstoestand te erg en te langdurig om bij de |
| patiënt spoedig de verbetering te kunnen gewaarworden, om nog maar te zwijgen van de andere nadelen |
| (§276) van al te grote doses. Hierbij moge ik opmerken dat tegen deze zo dwingende regel het meest |
| gezondigd wordt door eigenwijze beginners in de homeopathie en door artsen die uit de oude school |
| overgaan tot de homeopathische geneeskunde. Deze mensen zijn door oude vooroordelen in zulke |
| gevallen huiverig voor de minimale doses van de hoge geneesmiddel-potenties. Daardoor missen ze de |
| grote voordelen en de zegeningen van deze methode, die in duizend ervaringen als de meest heilzame |
| bevonden werd. Ze kunnen niet presteren, waartoe de echte homeopathie in staat is en geven zich te |
| onrechte voor haar leerlingen uit.” |
| Potentie, dosering en frequentie van inname afstemmen op gevoeligheid |
| Geneesmiddelveregeringen passen niet bij het doel van een “snel, zacht en duurzaam herstel van de |
| gezondheid”. |
| 142 |
| Potentie, dosering eninnamefrequentie van LM-potenties wordt zo afgestemd op de gevoeligheid en |
| situatie dat de levenskracht niet te sterk wordt gestimuleerd en zodoende geen verergeringen optreden. |
| De hoge innamefrequentie, soms zelfs meerdere keren daags, verhoogt het genezende effect van het |
| geneesmiddel en bekort daarmee de behandelduur. |
| Over het gebruik van C-potenties merkt Hahnemann op: |
| Organon, §246: |
| “Bij meer chronische ziekten daarentegen kan één dosis van een passend gekozen homeopathisch |
| middel het weliswaar soms ook wel klaar spelen de hulp te verschaffen waartoe dat middel in zo‟n geval |
| krachtens zijn aard in staat is, als men maar 40, 50, 60, 100 dagen afwacht. Maar aan de ene kant is |
| zoiets zelden het geval en aan de andere kant moet er de arts zowel als de zieke veel aan gelegen zijn |
| deze tijdsduur, indien mogelijk, te verkorten tot een helft of een kwart ervan of zelfs nog korter, zodat |
| een veel sneller herstel kan worden verkregen. En dat is ook, zoals de laatste, vaak herhaalde |
| ervaringen mij hebben geleerd, heel goed te doen als men de volgende voorwaarden in acht neemt: |
| Ten eerste moet het medicament in alle zorgvuldigheid heel nauwkeurig homeopathisch gekozen zijn. |
| Ten tweede moet het hoog gepotentieerd (in Hahnemann‟s optiek dus in LM potentie), in water opgelost, |
| in behoorlijk kleine dosis toegediend worden met zulke tussenpozen als de ervaring het meest geschikt |
| bevonden heeft om de behandeling zo vlug mogelijk te laten verlopen. Dit echter met dien verstande dat |
| iedere dosis in potentie-graad iets verschillend moet zijn van de vorige en de volgende.” |
| En in de voetnoot van §247 over LM-potenties: |
| “Maar als iedere dosis in haar dynamisatiegraad wordt gemodificeerd, zoals ik hier nu leer, vindt zelfs |
| een vakere herhaling der giften geen aanstoot, al zou het middel ook nog zo hoog, met nog zoveel |
| schudslagen gepotentieerd zijn. |
| Men zou haast kunnen stellen dat ook het best uitgekozen homeopathisch middel pas als het in meerdere |
| verschillende vormen wordt toegediend, de ziekelijke ontstemming het meest efficiënt van het |
| levensprincipe kan verdrijven en bij chronische ziekten opheffen.” |
| En in §248: |
| “Als men ter behandeling alleen een flesje gebruikt (met een klein beetje verdunde alcohol, ± 4 gr. 40%, |
| waarin een globulus van het geneesmiddel door schudden is opgelost), waaraan dagelijks of om de twee, |
| drie of vier dagen moet worden geroken, dan moet ook dit flesje voor elk ruiken 8 à 10 maal krachtig |
| worden geschud.” |
| 143 |
| Door de vermeerderdetoediening en de navenant verhoogde medicinale input, nog eens versterkt door |
| de schudslagen, overtreft de geneeskracht van LM-potenties, volgens Hahnemann, die van C-potenties. |
| Desondanks doet zich de eigenaardige situatie voor dat Hahnemann‟s volgelingen deze hint nauwelijks |
| ter harte hebben genomen. |
| Diversiteit van geneesmiddelinnamen |
| De dosering en toediening van homeopathische geneesmiddelen kent grote diversiteit en variatie. |
| Sommige patiënten behoeven driemaal daags een dosis, die voor inname tien keer moet worden geschud, |
| terwijl twee keer per week, met twee schudslagen voor inname, het maximum is voor anderen. |
| Sommigen reageren het best op olfactie, anderen moeten het medicijn enkele malen extra verdunnen. Bij |
| LM-potenties wordt niet alleen het geneesmiddelvoorschrift op het individu afgestemd doch ook de |
| wijze van inname. De wijze van inname hangt samen met de gevoeligheid, de mate van |
| ziekteontwikkeling en de ziektesoort c.q. hoe diep de pathologie in de constitutie is verankerd. Uit de |
| reacties op de gekozen potentie, dosis en frequentie kunnen we veel aflezen. Bij te sterke of te zwakke |
| reactie hoeft vaak alleen het aantal schudslagen te worden aangepast. |
| Maar talloze andere variaties zijn mogelijk, uiteenlopend van heel weinig tot heel vaak schudden; van |
| olfactie tot extra verdunning met één of meerdere glazen. Bovendien kan de innamefrequentie naar |
| behoefte worden veranderd. Een goede interpretatie van de reacties stelt ons in staat de potentie, |
| dosering en frequentie zo te kiezen dat deze gelijksoortig zijn aan de gevoeligheid en de behoefte van de |
| patiënt. |
| Homeopathische verergeringen |
| Bij chronische ziekten op endogeen miasmatische psorische basis dienen we aan het begin van de |
| behandeling bedacht te zijn op acuut miasmatische manifestaties, die soms wel „homeopathische |
| verergering‟ of „beginverslechtering‟ worden genoemd. De Dynamis, die lang gebukt is gegaan onder |
| het juk van het psorisch miasma, grijpt dan de door het geneesmiddel geboden mogelijkheid aan om zich |
| gedeeltelijk van het juk te bevrijden door middel van een heftige reactie. De acuut opspelende |
| chronische symptomen kunnen voor lastige situaties zorgen. Niet zelden zien wij dergelijke reacties bij |
| patiënten met, bijvoorbeeld, chronische huidklachten of astma. Uit ervaring weten we in zulke gevallen |
| voorzichtig te moeten zijn met een middel als Sulphur, omdat het de vitaliteit zo sterk stimuleert dat |
| hevige reacties ontstaan. Ieder antipsorisch geneesmiddel kan begineffecten geven waar patiënt noch |
| homeopaat echt blij mee is. Soms wordt het excuus aangevoerd dat de ziekte „eruit‟ moet, wat |
| miasmatisch gezien natuurlijk nonsens is. Lang aanhoudende homeopathische verergeringen hebben |
| menige patiënt ertoe gebracht z‟n heil bij de orthodoxe geneeskunde te zoeken en doen bovendien de |
| naam van de homeopathie geen goed. |
| Aan het begin van de chronische ziektebehandeling moeten we ervoor waken de stimulans die het |
| homeopathisch middel geeft niet al te ver op te voeren. Het aantal schudslagen voor iedere inname kan |
| beter wat laag worden gehouden, bijvoorbeeld twee- of vijfmaal in plaats van twaalf. Blijkt na een aantal |
| innamen dat reacties moeizaam op gang komen, dan kan het aantal schudslagen geleidelijk worden |
| opgevoerd, evenals de frequentie van inname. |
| Bij het optreden van duidelijke reacties is het andersom: de innamefrequentie moet meteen worden |
| verminderd, bijvoorbeeld van drie- naar eenmaal per dag. Dit om overprikkeling en overstimulatie te |
| voorkomen. De psorisch belaste levenskracht in beweging krijgen vereist meer energie dan hem in |
| beweging houden. Bij de zogeheten „psorische indifferentie‟ starten we van meet af aan met een middel |
| dat specifiek op dit probleem inwerkt, zoals bijvoorbeeld Hepar sulphuris, Sulphur, Carbo vegetabilis of |
| 144 |
| Carbo animalis. Omdie reden schrijft Hahnemann in Chronische Ziekten dat wij de behandeling moeten |
| beginnen met voorschrijven op de basale psorische constitutie. |
| Chronische Ziekten, blz. 105: |
| “Dan is het nodig allereerst het ergste deel, nl. de psora, met de hierna genoemde, specifiek |
| antipsorische geneesmiddelen te hulp te komen en dan pas de voor de sycosis geïndiceerde middelen te |
| gebruiken, eer men de passende dosis van het beste kwik-preparaat, als hieronder te lezen voor de syfilis |
| voorschrijft.” |
| Een andere ziektesoort als ingang |
| Een andere methode om de chronische behandeling te starten is het kiezen van een andere ziektesoort als |
| ingang. We denken hier aan plantaardige of dierlijke middelen, die op de psorische constitutie geen |
| invloed hebben. |
| Bij een patiënt die na een ernstig trauma een duidelijke persoonlijkheidsverandering heeft ondergaan, |
| leidt deze specifieke combinatie ons op het spoor van Natrium sulphuricum. Maar omdat we niet kunnen |
| inschatten hoe de patiënt op de inname van dit minerale constitutiemiddel zal reageren, doen we er |
| verstandig aan eerst een geneesmiddel te kiezen op de oorzaak op zich, in dit geval bijvoorbeeld Arnica. |
| Arnica is van plantaardige origine, werkt daardoor minder diep en brengt de patiënt dus minder snel in |
| moeilijkheden. Uit de reactie op Arnica - een middel dat verband houdt met de klachtenoorzaak - kunnen |
| we vervolgens opmaken of de levenskracht in staat is duidelijk en curatief te reageren. Is de reactie op de |
| Arnica bevredigend dan mogen we aannemen dat genezende reacties op een dieper werkend middel |
| eveneens mogelijk zijn. Aldus kunnen we overgaan op Natrium sulphuricum, eventueel tijdelijk in |
| afwisseling met Arnica. |
| Zo kunnen we bij chronische huidklachten kiezen om eerst Carbo vegetabilis, Mercurius of een |
| plantaardig analoog middel in te zetten om de casus te „openen‟. Daarna volgen constitutiemiddelen. |
| Van plantaardige middelen weten we dat ze geen duurzame genezing kunnen bewerkstelligen, hoe |
| hoopgevend hun effect aanvankelijk ook mag zijn. |
| Zodra we de Dynamis in beweging hebben gekregen is deze gemakkelijker te stimuleren tot diep |
| curatieve reacties zonder dat we bang hoeven te zijn voor hevige reacties. |
| Antipsorica zoals Sulphur, Hepar sulphuris, Carbo vegetabilis e.d. leggen feitelijk de basis voor de |
| oplossing van de psorische lethargie waarin de levenskracht verkeert. Gewekt uit z‟n lethargie kan de |
| Dynamis doelgericht en genezend reageren op het passende minerale constitutiemiddel. De reacties |
| verbeteren, de voorgeschreven middelen werken beter, kortom de behandeling slaat beter aan. |
| Het geneesmiddel in oplossing |
| Overgevoelige patiënten kunnen het best worden behandeld met LM-potenties in extra verdunning. De |
| prikkel kan zo nauwkeurig worden afgestemd op de situatie. Het kan zijn dat het beste resultaat wordt |
| verkregen met slechts tweemaal schudden van de basisoplossing en inname van de verdunning uit het |
| derde glas. Het aantal schudslagen kan naar behoefte worden opgevoerd, net zoals de verdunning kan |
| worden vergroot (bijv.: tiende glas) of verkleind (bijv.: eerste glas). |
| Snuifdoses |
| Het gebruiksvriendelijkst is oplossing van het geneesmiddel in een klein flesje met wat 40%-alcohol, |
| waaraan naar believen kan worden geroken (§248), nadat het flesje eerst twee- tot twaalfmaal is |
| geschud. Voor veel patiënten is deze wijze van innemen de sterkste dosering. Het beste advies is om |
| 145 |
| slechts licht teruiken, “alsof er aan een roos wordt geroken”. Bij te sterke reacties kunnen we de prikkel |
| enigszins dempen door het alcoholpercentage in het flesje te verlagen naar 15, 10 of 5 %. De kracht van |
| de snuifdosis neemt af naarmate het alcoholpercentage lager is en de patiënt lichter aan de oplossing |
| ruikt. Bij overgevoelige patiënten die wij het geneesmiddel toch via ruiken willen toedienen is het |
| bijgevolg raadzaam met een lager alcoholpercentage te beginnen. |
| Zware pathologie |
| Bij ernstige pathologie met organische veranderingen is het ziek-zijn tot in het lichamelijke afgedaald. |
| Dit is per definitie een vergevorderde endogeen miasmatische toestand. De patiënt is ernstig ziek. We |
| moeten hier bijzonder voorzichtig zijn met zowel de potentiehoogte als het aantal schudslagen tussen de |
| afzonderlijke geneesmiddelinnames. Wanneer de Dynamis te sterk wordt geprikkeld zal zij namelijk op |
| de stoffelijke beperkingen stuiten, die vervolgens een curatieve dynamische reactie in de weg staan. De |
| lichamelijke belemmeringen blokkeren het vrijelijk reageren van de Dynamis. Bij reversibele pathologie |
| zal de levenskracht door frequente doch zeer lichte prikkeling ertoe moeten worden bewogen het |
| ziekteproces om te keren. Het aantal schudslagen, evenals de dosering van het geneesmiddel, behoort |
| aan de lage kant te zijn zodat de levenskracht op even milde wijze kan reageren op de |
| geneesmiddelprikkel. Aan frequente inname valt niet te ontkomen omdat het effect van de eenmalige |
| geneesmiddeldosis vrij snel wordt opgebruikt door de pathologisch dynamische gesteldheid van de |
| levenskracht. |
| In dergelijke gevallen kan de basisoplossing, bijvoorbeeld, tweemaal worden geschud en één theelepel |
| ervan over vijf glazen worden verdund. Uit dit vijfde glas kan dan gedurende één dag drie- tot vijfmaal |
| een theelepel worden ingenomen, nadat de oplossing voor iedere inname is omgeroerd. De volgende dag |
| wordt het procédé van voren af aan herhaald: tweemaal schudden van de basisoplossing, één theelepel |
| ervan over vijf glazen verdunnen, drie- tot vijfmaal een theelepel innemen, na roeren van de oplossing. |
| Organon, voetnoot §248: |
| “Iedere dag giet men de rest van het zo klaargemaakte glas (of van de meerdere glazen) weg, zodat het |
| iedere dag opnieuw moet worden bereid.” |
| Psora in de juiste baan |
| Bij zware pathologie dienen we na te gaan of er belemmerende omstandigheden zijn die een goede |
| reactie op het antimiasmatische geneesmiddel in de weg staan. Zijn er incidenten die gevolgen hebben |
| gehad? Zijn er symptomen die op een erfelijk miasmatische belasting wijzen? Het is raadzaam eerst op |
| deze aspecten voor te schrijven, omdat ze de reactie op het constitutiemiddel kunnen blokkeren. Dit |
| dient met even grote voorzichtigheid te gebeuren als bij het voorschrijven van een constitutiemiddel. Het |
| doel is toename van vitaliteit, om de simpele reden dat vitaliteit benodigd is om genezend op het |
| constitutiemiddel te kunnen reageren. Hahnemann zou zeggen dat het van overheersend belang is “psora |
| in de juiste baan” te brengen om de chronische behandeling kans van slagen te geven! Tendensen uit het |
| voorgeslacht zijn evenwel allerminst gemakkelijk op te lossen. Nosoden brengen rust in de situatie en |
| geven een schijnbare verbetering. Schijnbaar, want zo gauw het minerale constitutiemiddel wordt |
| ingezet laten de reacties erop te wensen over. Het is moeilijk om de doeltreffendste dosis en frequentie te |
| bepalen. Om een curatieve respons op het antipsoricum te bevorderen kunnen we het best de nosode in |
| afwisseling met het constitutiemiddel laten innemen. |
| Het effect is maximaal wanneer de nosode in een hogere potentie wordt toegediend dan het |
| antipsorische constitutiemiddel. |
| 146 |
| We kunnen hetons zo voorstellen: de nosode creëert, dynamisch gezien, de ruimte die de Dynamis vrijer |
| laat reageren op het constitutiemiddel. De nosode schept de mogelijkheid, zoals plantaardige en dierlijke |
| middelen dat doen in andere situaties. |
| Bij chronische ziektegevallen kan het homeopathisch geneesmiddel, in dit geval dus ook het minerale |
| antipsoricum, dagelijks of om de dag gegeven worden. Diepwerkende minerale antipsorica, die anders |
| slechts incidenteel kunnen worden herhaald, kunnen dus dagelijks en soms zelfs meerdere malen daags |
| worden ingenomen indien ze worden toegediend in LM-potentie. Met de innamefrequentie neemt de |
| geneeskrachtige werking evenredig toe. Bij eventuele blokkerende tendensen, erfelijk overgedragen of |
| tijdens het leven verkregen, kan inname eveneens gescheiden in afwisseling met de passende nosode c.q. |
| met de overige homeotherapeutica (middelen van plantaardige en/of dierlijke origine, geïndiceerd op |
| chronische gevolgen van incidenten of epidemieën). Bij acute ziekten kunnen we de innamefrequentie |
| desgewenst nog opvoeren. Het geneesmiddel kan na een aantal keren te zijn geschud of omgeroerd ieder |
| uur of nog vaker worden ingenomen. |
| Organon, §248: |
| “Daarvan laat men de patiënt een of (in stijgende hoeveelheid) meerdere koffie – of theelepeltjes |
| innemen, bij langdurige ziekten dagelijks of om de dag, maar in acute ziekten alle 6, 4, 3 of 2 uur en in |
| dringendste gevallen elk uur of nog vaker. Op die manier kan bij chronische ziekten ieder goed |
| homeopathisch gekozen middel, zelfs die met op zichzelf een lange werkingsduur, dagelijks, |
| maandenlang worden ingenomen met toenemend resultaat.” |
| Chronische endogeen miasmatische ziekte |
| Een geneesmiddel dat maandenlang met goed resultaat wordt gebruikt wijst erop dat we te maken |
| hebben met een chronische endogeen miasmatische ziekte op psorische grondslag. Bij alle andere |
| ziektevormen is de behandelduur namelijk veel korter. Bij acute ziekten kan de innamefrequentie heel |
| hoog liggen en is de periode waarin het middel is geïndiceerd relatief kort. Chronische ziekten geven een |
| ander patroon te zien: het constitutiemiddel wordt soms gedurende maanden dagelijks of om de dag |
| toegediend. Ook als er verbetering optreedt wordt de inname niet gestopt. Daar de LM-reeks dertig |
| opeenvolgende potenties beslaat kunnen we het constitutiemiddel in stijgende potentie langdurig |
| benutten. De praktijk wijst uit dat die dertig potenties vrijwel nooit allemaal benodigd zijn om genezing |
| te bewerkstelligen. Daarbij stemmen we de potentie en de verdunningsgraad af op de pathologie en de |
| individuele gevoeligheid. In de regel is het goed mogelijk de dosering zo te regelen dat het middel |
| frequent kan worden ingenomen, zodat snel genezing intreedt. |
| Voor alle homeopathische geneesmiddelen - behalve de antipsorische - geldt dat ze gedurende een |
| beperkte periode worden ingenomen. De ziekte soorten waarvoor deze regel opgaat hebben per definitie |
| een beperkte invloed en zijn over het algemeen niet diep constitutioneel verankerd. |
| Chronische Ziekten, blz. 158: |
| “Ja als het incident op deze manier snel uit de weg wordt geruimd, werkt het tevoren ingenomen |
| antipsorische geneesmiddel soms nog enige tijd door. In dat geval moet echter de dosis van het |
| ruikmiddel tegen de ziekelijke storing zo bemeten worden dat zijn werking juist toereikend is om het |
| nadeel van de tegenslag uit te wissen, zonder dieper te gaan of nog langer zijn werking te kunnen |
| voortzetten.” |
| Eindverergering |
| 147 |
| Met het verdwijnenvan de klachten verdwijnt de reden voor de toediening van een bepaald |
| geneesmiddel. Dat geldt voor alle middelen, met uitzondering van de antipsorische minerale |
| constitutiemiddelen. |
| Voor een blijvend resultaat moet met de inname van minerale antipsorica worden doorgegaan tot zich de |
| zogenaamde eindverergering voordoet. Hieronder wordt de terugkeer in milde vorm van een of meerdere |
| van de oorspronkelijke klachten verstaan nadat gedurende langere tijd het minerale antipsoricum is |
| ingenomen. Na de voortschrijdende verbetering die in deze periode optrad, wijst de eindverergering erop |
| dat het tijd is de inname te beëindigen. |
| Alle andere verergeringen tijdens een homeopathische behandeling kunnen weliswaar reacties op |
| geneesmiddelinname zijn, maar zijn beslist geen eindverergeringen in de zin zoals Hahnemann het |
| bedoelde. Tussen de antipsorische middelen en de overige homeotherapeutica bestaan wezenlijke |
| verschillen. Niettemin zullen bij de antipsorische behandeling dikwijls eveneens meerdere antipsorica na |
| elkaar benodigd zijn. In Organon en Chronische Ziekten gaat Hahnemann herhaaldelijk in op dit |
| fenomeen. |
| Organon, §171: |
| “Bij de niet-venerische, dus de meest voorkomende door psora ontstane chronische ziekten heeft men |
| voor herstel vaak meerdere antipsorische geneesmiddelen na elkaar nodig. Maar dan moet ieder |
| volgend middel gekozen worden naar bevind van de symptomen-groep, die na uitwerking van het vorige |
| middel nog is overgebleven, op homeopathische gelijkenis.” |
| Chronische Ziekten, blz. 127: |
| “Hier stuit ik op de merkwaardige omstandigheid dat absoluut iedere psoravorm – met uitzondering |
| van, zoals gezegd, de zo gemakkelijk inwendig te genezen, vers ontstane, door een nog niet verdreven |
| huiduitslag vergezelde – dat wil dus zeggen zowel de psora die nog binnenin sluimert, als ook die zich |
| tot één van de talloze uit haar voortgekomen chronische ziekten heeft ontplooid, zeer zelden door een |
| enkel antipsorisch middel kan worden genezen. Praktisch allemaal hebben ze, om tot volledige genezing |
| te geraken, de toepassing nodig van meerdere van deze geneesmiddelen en in de ergste gevallen ook wel |
| van vele na elkaar.” |
| Diep constitutionele werking |
| Een antipsorisch geneesmiddel dat over een langere innameperiode, zonder dat er andere middelen aan |
| te pas hoeven te komen, structurele verbeteringen teweegbrengt, duidt erop dat de psora in de „juiste |
| baan‟ is. Het geneesmiddel werkt diep constitutioneel. De gezondheid vertoont een stijgende lijn, |
| genezing komt naderbij. Hier kunnen we de genoemde eindverergering verwachten. |
| Gedurende langere tijd is een diepwerkend mineraal antipsoricum gebruikt, dat uiteindelijk genezing |
| heeft helpen bewerkstelligen. Nu, tot besluit van de innameperiode, komen de oorspronkelijke klachten |
| in lichte mate terug. Dit is een teken dat een verzadigingspunt is bereikt; waarschijnlijk zal geen |
| medicatie meer nodig zijn. |
| Organon, §280: |
| “Zolang het middel helpt en geen nieuwe hinderlijke symptomen oproept, wordt het in geleidelijke |
| verhoging zolang gecontinueerd tot de zieke, terwijl hij zich over het geheel beter voelt, een of meer van |
| zijn oude, oorspronkelijke klachten opnieuw in gematigde vorm begint te bespeuren. |
| Bij zo‟n geleidelijke verhoging van de zeer beperkte doses, die iedere keer door schudden zijn |
| gemodificeerd (§247), wijst zoiets erop dat de genezing dichtbij is. Het toont namelijk dat het |
| levensbeginsel het bijna niet meer nodig heeft bewerkt te worden door de gelijkende geneesmiddelziekte, |
| 148 |
| om daardoor hetgevoel voor de natuurlijke ziekte kwijt te raken (§148). Het laat zien dat het |
| levensbeginsel nu bevrijd raakt van de natuurlijke ziekte en alleen nog maar wat last begint te krijgen |
| van die homeopathische geneesmiddelziekte die men anders homeopathische verergering pleegt te |
| noemen.” |
| Genezing nadert voltooiing |
| De genezing nadert zijn voltooiing. De patiënt lijdt niet aan een epidemische ziekte of aan de gevolgen |
| van een incident. Er is geen sprake van een acuut miasmatische stoornis, noch van de manifestatie van |
| een pathologische erfelijke tendens. Eventuele syfilitische of sycotische belastingen behoren eveneens |
| tot het verleden. Al deze problemen zijn opgelost, opgeruimd en opgeheven. Nu is de psora in de „juiste |
| baan‟. Het beeld is duidelijk en de patiënt reageert goed, constructief en curatief. Vervolgens |
| manifesteert zich de eindverergering. Een of meerdere van de oorspronkelijke klachten steekt in lichte |
| mate weer de kop op. De behandeling kan nu worden gestaakt om te zien of de patiënt zonder |
| geneesmiddel kan. Dit is het geval wanneer de klachten wegblijven die bij het oorspronkelijke |
| chronische ziektepatroon behoorden. |
| Organon, §281: |
| “Om hier zekerheid over te krijgen, laat men de patiënt 8, 10, 15 dagen zonder medicijn en geeft hem |
| intussen enkel wat poeders melksuiker. Als dan die paar laatste klachten alleen maar afkomstig zijn van |
| het geneesmiddel, dat de voormalige, oorspronkelijke ziekte nabootste, dan gaan die binnen enkele |
| dagen of uren over. Is er dan in deze medicijnvrije dagen, als de patiënt voortgaat verstandig te leven, |
| niets meer van de oorspronkelijke ziekte te merken, dan is hij zeer waarschijnlijk genezen. Zouden zich |
| echter in die laatste dagen nog sporen van de voormalige ziektesymptomen vertonen, dan zijn dat nog |
| overblijfselen van de oorspronkelijke ziekte, die dus nog niet helemaal is uitgedoofd. Die moeten dan |
| opnieuw op de aangegeven manier met hogere dynamiseringsgraden van het middel worden |
| behandeld.” |
| We zien hoe voorzichtig Hahnemann is in de beoordeling of iemand „genezen‟ is. Beoordelen of de |
| patiënt is genezen van de diepst mogelijke - psorische - verstoring vraagt tijd. Het sterke, de vitale |
| reactie vertragende element van psora maakt dit miasma niet voor niets het „tijdsmiasma‟. |
| In de praktijk zijn patiënten er al in een eerder stadium dan dat van „waarschijnlijk genezen‟ moeilijk toe |
| te bewegen de geneesmiddelinname voort te zetten, in het bijzonder wanneer de symptomen zich slechts |
| sporadisch en in veel lichtere mate voordoen. Toch is juist hier de continuering van het minerale |
| antipsoricum van het grootste belang. Ook de veel mildere symptomen zijn namelijk van psorische |
| origine. Laten wij ze ongemoeid en onbehandeld laten, dan recidiveert de chronische ziekte komen de |
| klachten terug. Dan kan het moeilijker zijn om het psora-monster weer te kooien. De door de terugval |
| teleurgestelde patiënt voelt er weinig voor de behandeling voort te zetten omdat hij de schuld voor het |
| falen van de behandeling bij de homeopaat legt. |
| DE ENIG WERKELIJKE ZEKERHEID VAN DE GENEZING VAN CHRONISCHE ZIEKTEN BESTAAT UIT |
| HET DOORGAAN MET HET INNEMEN VAN HET ANTIPSORISCHE GENEESMIDDEL TOT DE |
| EINDVERERGERING. |
| Wanneer zich in de medicijnvrije dagen en gedurende een langere periode na het staken ervan geen van |
| de oorspronkelijke klachten meer voordoen hebben we echte zekerheid. |
| In §281 beschrijft Hahnemann de methode om de geneesmiddelinnamen plotseling te staken bij |
| terugkeer van oude symptomen tijdens het geneesmiddelgebruik. In de praktijk doet zich de situatie voor |
| dat de patiënt reeds eerder vindt zonder geneesmiddel te moeten kunnen. Psora is evenwel van een |
| 149 |
| zodanige aard dathet zich niet laat opheffen zonder een exogene, gelijksoortige antipsorische |
| geneesmiddelprikkel. |
| De endogeen psorische, syfilitische en/of sycotische miasmatische belasting kan door de Dynamis niet |
| zelf worden opgelost. Zou dat mogelijk zijn, dan zou er geen chronische ziekte zijn opgetreden. De |
| miasma-tische belasting speelt bij alles een rol. Zo ook is het zelfbeeld van de patiënt gekleurd door zijn |
| miasma! |
| Behalve de geneesmiddelinname plotseling en abrupt te stoppen kan worden overwogen dit proces |
| geleidelijker te laten verlopen. Het geneesmiddel wordt langzaam afgebouwd: de intervallen tussen de |
| afzonderlijke doses worden vergroot, of de doses worden verkleind. |
| Organon, §248: |
| “Maar als zich daarentegen bij bijna dagelijkse herhaling van het volkomen homeopathische middel |
| aan het eind van de behandeling van een chronische ziekte zogenaamde homeopathische vererge-ringen |
| voordoen (§161), zodat het restant van de ziekte weer wat schijnt op te laaien, (doordat de |
| geneesmiddelziekte, die zo lijkt op de oorspronkelijke, zich nu nog bijna alleen manifesteert), dan |
| moeten de doses óf nog meer verkleind worden en met langere intervallen herhaald, óf ze moeten |
| misschien meerdere dagen geheel worden gestaakt. Dan kan men zien of het herstel het misschien ook |
| zonder geneesmiddelhulp kan stellen en in dat geval zullen die schijnsymptomen, die alleen maar van |
| een teveel van de homeo-pathische medicijn afkomstig waren, eveneens vanzelf verdwijnen, waarna |
| ongestoorde gezondheid overblijft.” |
| Tot de eindverergering toe |
| Voor volledige genezing dient het antipsorische middel te worden ingenomen tot de eindverergering toe. |
| Pas dan kunnen we zeker zijn dat genezing een feit is. Aan het eind van de behandeling kan het |
| geneesmiddel plotseling of geleidelijk worden gestopt. |
| Afbouwen heeft het voordeel dat door het abrupte afbreken niet een soort „vrije val‟ optreedt. Wanneer |
| tijdens het afbouwen de klachten geleidelijk toenemen, zal de patiënt des te gemotiveerder tot |
| hernieuwde geneesmiddelinname overgaan. Ook bij kinderen, waarbij het belang van het verder geven |
| van het geneesmiddel soms moeilijk te motiveren is, geniet het geleidelijk afbouwen van het |
| geneesmiddel de voorkeur. |
| Bij de overige ziektevormen heeft het plotseling staken van de verdere geneesmiddelinname in het |
| algemeen geen nadelig effect. In de herstelfase van een acute ziekte kan inname van een middel de |
| patiënt behoeden voor terugval. Het herstel wordt bespoedigd als het middel met grotere intervallen nog |
| één of meerdere dagen wordt voortgezet. Vormde de acute fase een tijdelijke onderbreking van de |
| chronische behandeling, dan kan onder hoede van het acute middel het chronische constitutiemiddel |
| reeds één of twee keer worden ingezet. |
| Als de toediening van het dieper werkende constitutiemiddel geen terugval van de acute symptomen tot |
| gevolg heeft, kan het acute middel worden weggelaten. Deze methode heeft het voordeel dat de door de |
| acute ziekte opgeroepen dynamiek en beweeglijkheid, het actie-potentiaal, van de Dynamis direct wordt |
| benut voor de reactie op het chronische constitutiemiddel. Het betekent eveneens dat wij gelijksoortig |
| handelen aan het proces waarin de Dynamis is betrokken, wat een optimale toepassing van het |
| gelijksoortigheidsprincipe is ten gunste van de patiënt. Een praktijkvoorbeeld ter illustratie: |
| Een kind met een Calcarea carbonica-constitutie ontwikkelt na een bezoek aan de kapper de typische |
| Belladonna koorts. Haar moeder belt na drie dagen dat de koorts niet wil verdwijnen. Na Belladonna zal |
| de koorts in de regel snel wijken. De verhoogde activiteit van de Dynamis tijdens de koorts zal |
| geleidelijk tot bedaren komen. Koorts is een uitdrukking van vitaliteit en zouden we nu te lang wachten |
| met het passende constitutiemiddel - Calcarea carbonica - dan valt de Dynamis weer terug in z‟n |
| 150 |
| psorische indolentie. Calcareacarbonica zal veel beter werken als wij het, onder hoede van Belladonna, |
| vrij snel nadat de koorts is verdwenen geven. |
| De levenskracht reageert veel alerter en het rendement van de Calcarea carbonica voor de |
| constitutiebehandeling is veel groter. De chronische klachten zullen progressiever verdwijnen, zodat er |
| ook minder kans bestaat op de terugkeer van koorts. Belladonna past bij de acute fase, in dit geval: |
| koorts ten gevolge van een incident (haren knippen). Calcarea carbonica past bij de constitutionele |
| symptomen. Zowel de verschillende symptoomgroepen als de passende middelen zijn complementair en |
| ondersteunen elkaar in hun genezende effecten. |
| Naarmate ziekte zich meer op een dynamisch vlak afspeelt en minder is verstoffelijkt, zal de |
| behandeling over het algemeen gemakkelijker verlopen. |
| De geneesmiddelrespons voltrekt zich sneller. Bepaling van de juiste dosering geeft eveneens weinig |
| problemen. In situaties waarbij het chronische ziekteproces in relatieve kalmte verloopt kan het |
| constitutiemiddel zonder probleem één- of tweemaal daags worden voorgeschreven, met toenemend |
| resultaat. Vanwege de minimale kans op overprikkeling doen hier het aantal schudslagen of de dosis er |
| ook minder toe. |
| We kunnen min of meer een standaarddosis als uitgangspunt kiezen om die te wijzigen als er aanleiding |
| toe is. Een standaard dosis waarop doorgaans goed wordt gereageerd is: vijf keer schudden en |
| vervolgens één- of tweemaal daags ruiken aan het flesje waarin het geneesmiddel is opgelost in 30 of |
| 40%-alcohol. Of een theelepeltje nemen uit het eerste glas van de verdunning van de basisoplossing. |
| Anders wordt wanneer de basale rust ontbreekt. Bijvoorbeeld: patiënten die doorlopend problemen |
| hebben en er zwaar gefrustreerd door raken. De problemen kunnen positieve reacties op een mineraal |
| constitutiemiddel danig verstoren. Soms lukt het de stoornis op te heffen door de dosis te verkleinen en |
| de frequentie te verhogen. Maar lang niet altijd! Hier is sprake van storende invloeden van buitenaf, |
| terwijl het minerale geneesmiddel werd gekozen op de endogeen miasmatische constitutie. Daarmee is |
| het minerale geneesmiddel qua geaardheid ongelijksoortig aan de aard van de exogene verstoring. Er |
| dient op de exogene verstoring een andersoortig middel (bijvoorbeeld van plantaardige of dierlijke |
| origine) te worden voorgeschreven. |
| Zolang op de omstandigheden moet worden voorgeschreven ligt de chronische behandeling echter stil. |
| In zo‟n situatie is het gerechtvaardigd om beide middelen af te wisselen. Voor de patiënt die door de |
| stress van moeilijke levensomstandigheden bijvoorbeeld zijn mooi genezende huiduitslag weer tot |
| bloedens toe openkrabt is het gerechtvaardigd, ja zelfs noodzakelijk, om naast het constitutiemiddel |
| complementair op de omstandigheden voor te schrijven wil hij kunnen genezen. |
| Zo kan het in deze situatie zijn dat Natrium muriaticum wordt gekozen op de constitutie en Apis of |
| Ignatia op de omstandigheden. Mits vooraf gegeven, zorgt Apis ervoor dat het constitutiemiddel |
| Natrium muriaticum beter wordt verdragen en verwerkt. |
| Zonder de toediening van Apis zouden, bijvoorbeeld, roodheid, zwelling en branden van de huid na de |
| inname van Natrium muriaticum dermate toenemen dat de ruimte die wordt gewonnen tijdens de |
| reactiefase, weer wordt verspeeld met de eerstvolgende inname van het minerale constitutiemiddel. |
| Afhankelijk van de ziektesoort waarop ze worden voorgeschreven, zijn LM-potenties na kortere of |
| langere tijd uitgewerkt. Bij chronische klachten kunnen dat wel vier tot zes weken zijn. Tegen het einde |
| van zo‟n periode treedt dan een lichte terugval op, waaruit blijkt dat de genomen potentie z‟n invloed |
| begint te verliezen. We kunnen nu het effect nog een tijdje rekken door het middel voor iedere inname |
| vaker te laten schudden. Als dit niet of slechts kortstondig werkt is het tijd voor een hogere potentie van |
| hetzelfde middel. |
| Samenvatting |
| 151 |
| De LM-potentie wordttoegepast in vloeibare vorm, opgelost als verdunning in water of opgelost in een |
| flesje met alcohol waaraan geroken moet worden. LM-potenties kunnen meerdere malen per dag worden |
| ingenomen, afhankelijk van de aard der klachten. De LM reeks gaat van 0/1 tot en met 0/30. Alle |
| opvolgende potenties kunnen wordt gebruikt zolang de patiënt het geneesmiddel nodig heeft. LM leent |
| zich uitstekend voor complementair voorschrijven. |
| Dosering kan op velerlei wijzen worden aangepast aan de behoefte: het aantal schudslagen, de grootte |
| van de dosis en de frequentie van inname. |
| Onder eindverergering verstaan we een lichte terugkeer van de oorspronkelijke symptomen aan het slot |
| van de innamereeks van een antipsorisch constitutiemiddel. |
| 152 |
| 15. Olfactie alsgeneesmiddelinname |
| Ruik- of snuifdosering |
| Homeopathische middelen kunnen op uiteenlopende manieren worden toegediend. Dosering en methode |
| van inname willen in de homeopa-thische praktijk nog wel eens een stiefkindje zijn, laat staan dat de |
| snuifdosis wordt toegepast. Veel homeopaten houden zich hier niet mee bezig. De gebruikelijke |
| methode is een korrel C 30 droog onder de tong en af en toe een C 200, onder het motto: “Wanneer het |
| middel goed is werkt het altijd.” Voor Hahnemann lag het niet zo simpel. Integendeel, de bepaling van |
| de juiste dosering heeft hem veel hoofdbrekens gekost. |
| Organon, §275: |
| “Dat een geneesmiddel precies past voor een bepaalde zieke berust niet alleen op de juiste |
| homeopathische keus ervan, maar evenzeer op de vereiste goede grootte of liever gezegd kleinheid van |
| de dosis. Geeft men namelijk een te krachtige dosis van een middel, ook al is het voor de onderhavige |
| ziektetoestand volkomen goed homeopathisch gekozen, dan zal de gift beslist, ongeacht de weldadige |
| aard van het middel op zichzelf, desondanks schade berokkenen alleen al door de grootte en de in dit |
| geval onnodige, veel te sterke impressie die er vanuit gaat op de levenskracht.” |
| Hahnemann heeft het in deze paragraaf over de zieke en niet over de ziekte. Het geneesmiddel werkt op |
| de ziekte, terwijl de dosering overeen dient te komen met de gevoeligheid van de zieke. Om onnodige |
| verergeringen te voorkomen, moet de dosis zo goed mogelijk op de gevoeligheid worden afgestemd. In |
| weerwil van de lovende bewoordingen waarin Hahnemann zich over olfactie uitlaat heeft deze methode |
| in de praktijk nauwelijks navolging gevonden. Sterker nog, er wordt met grote scepsis op gereageerd. |
| 153 |
| |
| Zoalsiedereen weet hebben geuren ontegenzeglijk een sterke uitwerking. Geuren kunnen ons uitermate |
| tegenstaan of buitengewoon welgevallig zijn. De zuigeling vindt de tepel door de geur. Geuren roepen |
| herinneringen op, ze voeren ons terug in de tijd. “Zo rook het vroeger bij oma”, wat gepaard gaat met de |
| bijbehorende emoties. |
| De nervus olfactorius behoort tot het zogenaamde limbische systeem: de oerhersenen. Alles wat via het |
| reukorgaan binnenkomt raakt ons daarom zeer diep. Afgezien van het feit dat olfactie voor de patiënt de |
| gebruiksvriendelijkste methode is, werkt een aldus toegediend geneesmiddel minstens even diep en |
| waarschijnlijk zelfs dieper dan bij de traditionele methode. Het is de moeite waard om de snuifmethode |
| eens op z‟n merites uit te testen. Laat patiënten het eens proberen en hoor wat zij ervan vinden! |
| Chronische Ziekten, blz. 157: |
| “Daarenboven is er geen betere manier om een dosis van een homeopathisch middel voor uiterst |
| prikkelbare patiënten te temperen en te verlagen, dan door de methode van ruiken aan een stopflesje, |
| waarin een zeer klein korreltje ligt dat met het gekozen middel in hoge potentie is bevochtigd. De zieke |
| houdt de opening van het flesje aan een neusgat en ademt een ogenblik een beetje ervan in. Over het |
| algemeen kan men met deze manier van ruiken de kracht van ieder gepotentieerd middel in elke |
| gewenste dosering aan de patiënt toedienen. |
| In het reukflesje kunnen zich een of meer van zulke medicinale korreltjes, ook grotere, bevinden en als |
| de dokter zijn patiënt langer en sterker daaruit laat opsnuiven, dan kan hij de dosis wel honderd keer zo |
| sterk maken als het eerst genoemde kleinste snuifje. Ook houdt op deze manier de werking van de kracht |
| van het gepotentieerde geneesmiddel, die via het ruiken op zo‟n groot oppervlak indringt (als van de |
| neusholte en longen samen), niet minder lang aan, dan wanneer een kleine massieve dosis via mond en |
| slokdarm zou zijn ingenomen.” |
| De snuifdosis in de vorm van een droog korreltje in een flesje is geschikt als eenmalige dosering voor |
| overgevoelige patiënten. Willen we dezelfde potentie herhalen dan kan deze namelijk niet met een of |
| meer schudslagen verder worden gedynamiseerd. Daartoe moet het geneesmiddelkorreltje eerst worden |
| opgelost in water (met wat alcohol om bederf tegen te gaan). Pas in vloeibare vorm kan het middel |
| verder worden gedynamiseerd. Willen we bij overgevoelige patiënten de snuifdosis aanhouden, dan |
| houden we het alcoholpercentage zo laag mogelijk en laten we de patiënt er licht aan ruiken. Voor de |
| meeste patiënten met „normale‟ gevoeligheid vormt een wat hoger alcoholpercentage (30 of 40%) geen |
| enkel probleem. Een bijkomend voordeel is dat zo‟n middel jarenlang z‟n werkzaamheid behoudt en |
| minder te lijden heeft van ongunstige omstandigheden zoals hitte en zonlicht. Voorts kan de snuifdosis |
| ook worden toegepast bij patiënten die hun reukvermogen kwijt zijn. |
| Chronische Ziekten, blz. 157, voetnoot 1: |
| “Ook mensen, die zonder reukzin geboren zijn of hem door ziekte zijn kwijtgeraakt, kunnen dezelfde |
| hulp verwachten van het inademen via een van beide neusgaten, waar ze de opening van het flesje |
| insteken en zo iets van de ervan uitgaande onmerkbare damp inhaleren, net zo goed als zij die met de |
| fijnste reukzin begiftigd zijn. Hieruit volgt, dat reeds de enkel maar tastgevoelige zenuwen de |
| geneeskrachtige impressie aannemen en onstuitbaar op het hele zenuwstelsel voortplanten.” |
| Ongeacht hun origine (plantaardig, dierlijk, mineraal, nosode enz.) kunnen alle homeopathische |
| geneesmiddelen worden toegediend via de methode van ruiken aan het geneesmiddel in droge of |
| vloeibare vorm. Het garandeert de meest directe en snelste manier van geneesmiddelopname. Het is een |
| methode die zijn geschiktheid in de praktijk heeft bewezen. |
| 154 |
| |
| “Deze methode, via ruiken het gepotentieerde middel op de patiënt te laten inwerken heeft grote |
| voordelen bij de velerlei incidenten (tegenslagen), die de behandeling van de chronische ziekten niet |
| zelden plegen te storen en te onderbreken. Om die hindernissen zo snel mogelijk weer uit de weg te |
| ruimen, kan men de patiënt dan het beste het tegenmiddel ook in meer of mindere sterkte via ruiken laten |
| ontvangen. Dit garandeert de vlugste inwerking op de zenuwen en geeft zodoende ook het snelst baat…” |
| Chronische Ziekten, blz. 161: |
| “Maar ook hier is, als de aandoening niet al te erg was, de genoemde toepassing der benodigde |
| geneesmiddelen door ruiken aan een daarmee bevochtigd korreltje vaak als hulp afdoende, hetgeen de |
| behandeling van de acute ziekte bijzonder bekort.” |
| Het eerste citaat gaat over de toepassing van snuifdoses bij incidenten, het tweede over die bij collectieve |
| ziekten of tussenziekten. De snelle inname en het eruit voortvloeiende directe effect op zenuwstelsel en |
| Dynamis maken snuiven tot een uiterst doelmatige toedieningsmethode. En niet alleen in de hierboven |
| genoemde acute situaties! Algemeen bekend is het gunstige effect van Nux vomica bij zoiets acuuts als |
| menstruatiepijn: |
| Chronische Ziekten, blz. 168: |
| “Is zo‟n vrouw echter erg gevoelig en zwak van zenuwgestel, dan moet ze, totdat ze beter begint te |
| worden, bijna elke keer 72 uur na het begin van de menstruatie eenmaal aan zo‟n globulus ruiken |
| ongeacht de voortzetting van de antipsorische behandeling.” |
| Het resultaat is tweeledig. Er wordt beter gereageerd op de antipsorische behandeling en de menstruatie |
| verloopt beter (na enkele snuifdoses van Nux vomica). |
| Organon, §248: |
| “Als men ter behandeling alleen een flesje gebruikt (met een klein beetje verdunde alcohol, ± 4 gr. 40%, |
| waarin een globulus van het geneesmiddel door schudden is opgelost), waaraan dagelijks of om de twee, |
| drie of vier dagen moet worden geroken, …” |
| Dit citaat laat Hahnemann volgen op de beschrijving van de eindverergering, met een repeterende |
| inname van om de een tot vier dagen. Hij geeft ermee aan dat ook chronische psorisch miasmatische |
| ziekten uitstekend met olfactie kunnen worden behandeld. |
| 155 |
| Richard Haehl, „SamuelHahnemann, his life and work‟, deel 2, blz. 424: |
| “Ik kan over het afgelopen jaar amper één op de honderd namen noemen van patiënten die mijn advies |
| zochten en door mij of mijn assistenten werden behandeld, wiens chronische of acute ziekte we niet |
| behandeld hebben met de meest gelukkige resultaten, uitsluitend middels deze methode van olfactie |
| (ruiken, opsnuiven). Ik ben overtuigd geraakt (hetgeen ik voorheen nooit zou hebben geloofd) dat via |
| deze methode van olfactie de kracht van het geneesmiddel op, tenminste, dezelfde sterkte, en dat op |
| mildere wijze, op de patiënt inwerkt. Dat het even lang werkt als wanneer het geneesmiddel via de mond |
| is ingenomen en dat dientengevolge de intervallen waarin de olfactie herhaald zou moeten worden niet |
| korter zou hoeven zijn dan in geval van inslikken van een meer materiële dosis via de mond.” |
| Betrouwbare geneesmiddelimpuls |
| De toedieningswijze van een homeopathisch geneesmiddel moet aan zekere criteria voldoen. We moeten |
| erop kunnen vertrouwen dat de geneesmiddelimpuls goed is en daadwerkelijk aankomt. Een directe en |
| snelle werking is een extra bonus. Misverstanden over de wijze van inname moeten worden voorkomen. |
| Het moet gebruiksvriendelijk te zijn. De dosering dient zo exact mogelijk afgestemd te kunnen worden |
| op de behoefte van de patiënt. Toediening door middel van ruiken aan korrel of oplossing voldoet aan al |
| deze criteria. We laten Hahnemann het laatste woord erover: |
| Organon, vijfde editie, voetnoot §288: |
| “Al hetgeen homeopathie vermag te genezen (en wat kan het niet genezen behalve hetgeen toebehoort |
| aan het gebied van de chirurgische aandoeningen?) van de meest ernstige chronische ziekten die niet |
| geruïneerd zijn door de allopathie, maar ook de acute ziekten, worden het meest veilig en zeker genezen |
| door deze methode van ruiken.” |
| 156 |
| |
| Hahnemann paste jarenlangvrijwel uitsluitend de toedieningsmethode toe van ruiken aan korrel of |
| oplossing. Toediening door middel van olfactie leent zich voor alle ziektevormen en alle |
| geneesmiddelen. Door het alcoholpercentage of de mate van snuiven aan te passen kan de dosering |
| worden afgestemd op de gevoeligheid van iedere patiënt. Van alle innamemethodes is dit de |
| gebruiksvriendelijkste. |
| 157 |
| 16. Afwisseling vanhomeopathische geneesmiddelen |
| Geen combinaties – geen middelen tegelijk |
| In het Organon vinden we regelmatig vermaningen dat er geen combinaties van geneesmiddelen |
| gegeven dienen te worden en dat er geen geneesmiddelen tegelijk toegediend mogen worden. |
| Dat geneesmiddelen niet gecombineerd dienen te worden spreekt vanzelf. Samenvoegen van substanties |
| ter bereiding van geneesmiddelen resulteert in wederzijdse chemische beïnvloeding. Als dit niet |
| geschiedt met steeds exact dezelfde substanties in precies dezelfde hoeveelheden en identieke |
| verhoudingen qua warmte en vochtigheidsgraad, lopen we de kans verschillende en daarmee anders |
| werkzame geneesmiddelen te verkrijgen. De homeopathie zal erdoor aan betrouwbaarheid verliezen. |
| Hahnemann doelt tevens op de antipsorische behandeling. |
| Bij één constitutie kunnen niet twee verschillende anti-psorische middelen passen, althans niet op |
| hetzelfde moment. Een individu kan niet tegelijkertijd een Natrium muriaticum- én een Phosphorus type |
| zijn. De kans is klein dat twee op de constitutie voorgeschreven (minerale) middelen in afwisseling |
| gegeven zullen worden. |
| En zo dit al het geval is, dan zal het in afwisseling zijn en NOOIT tegelijkertijd. Bijvoorbeeld: het ene |
| minerale middel wordt voorgeschreven op de constitutie en het andere omdat adequate reacties |
| uitblijven. Middelen zoals Sulphur, Carbo vegetabilis, Carbo animalis, Hepar e.d. kunnen tijdelijk als |
| hulpmiddel worden ingezet om de constitutionele respons te verbeteren. Zulke middelen vallen onder de |
| noemer tussenmiddelen indien met C-potenties wordt gewerkt. |
| Organon, §273: |
| “Voor geen enkel geval van efficiënte therapie is het nodig, en daarom alleen al is het ontoelaatbaar, |
| meer dan één enkele, enkelvoudige, geneesmiddelsubstantie tegelijk bij een patiënt aan te wenden. Ik |
| kan niet inzien dat er ook maar de minste twijfel zou kunnen bestaan over de vraag of het natuurlijker en |
| verstandiger is, maar één enkele, enkelvoudige, goed gekende, medicinale substantie tegelijk bij een |
| ziekte voor te schrijven, dan een mengsel van meerdere verschillende middelen. In de enige echte, |
| eenvoudige geneeskunde, de enige die zich houdt aan de natuur, de homeopathie, is het absoluut uit den |
| boze de patiënt twee verschillende geneesmiddelen tegelijk toe te dienen.” |
| Verschillende geneesmiddelen op verschillende tijdstippen |
| Hahnemann‟s woorden sluiten andere interpretaties uit. Hierover kunnen geen misverstanden bestaan. |
| Eén geneesmiddel tegelijk voor de behandeling van één ziekte. Echter, bij de aanwezigheid van |
| verschillende pathologische tendensen (ziekten) worden verschillende geneesmiddelen op uiteenlopende |
| tijdstippen gegeven, namelijk als daar door het karakter van de ziektetendensen aanleiding toe is. Dit kan |
| eventueel op verschillende momenten op één dag of bijvoorbeeld om de dag. Hahnemann classificeert de |
| geneesmiddelen volgens een duidelijke hiërarchie: ze zijn antipsorisch werkzaam of ze zijn het niet. |
| Ditzelfde onderscheid speelt een rol in de afwisseling van geneesmiddelen. In acute situaties wisselde |
| Hahnemann soms ook plantaardige geneesmiddelen kort na elkaar af. |
| Het afwisselen van middelen sluit aan bij Hahnemann‟s concept van de verschillende ziektevormen en |
| dit concept is op zijn beurt in overeenstemming met de levende werkelijkheid van alledag. In het |
| Organon laat Hahnemann zich er zo over uit: |
| Organon, voetnoot §40: |
| 158 |
| “Nauwkeurige proefnemingen engenezingen van dit soort complex ziekten hebben mij ervan overtuigd, |
| dat ze geen legering hebben gevormd, maar dat in zulke gevallen alleen de een naast de ander in het |
| organisme voorkomt, ieder in de voor haar geschikte delen. Genezing komt dan ook tot stand door de |
| passende afwisseling van de beste middelen tegen syfilis en scabies, elk in de juiste toebereiding en |
| dosering.” |
| Iedere afzonderlijke ziektesoort vraagt behandeling met geneesmiddelen die op basis van |
| gelijksoortigheid de achterliggende pathologische tendens kunnen uitdoven. Zo kent iedere ziektesoort |
| haar eigen geneesmiddelgroep. |
| Richard Haehl: „Samuel Hahnemann, his life and work‟, deel 1, p. 177, over cholera: |
| “Als de ziekte zich ontwikkeld had tot in het tweede of derde stadium, adviseerde Hahnemann het pure |
| gebruik van Cuprum, Veratrum album, Bryonia en Rhus toxicodendron, de laatste twee in afwisseling |
| met elkaar.” |
| En in deel 2, blz. 217, uit 1832: Hahnemann‟s brief aan Bönninghausen: |
| “Ik wilde je ook nog meedelen dat mijn assistent Dr. Lehman (die in een opmerkelijk korte tijd een |
| scherp en capabel homeopaat geworden is, na zeventien jaar allopathische praktijkvoering) de |
| afgelopen vier maanden alle patiënten met ontzettend goede resultaten behandelde, en alleen middels |
| snuifdoses (met in meerdere of mindere mate sterk ruiken), waarbij, afhankelijk van de omstandigheden, |
| het geneesmiddel iedere 7, 10 of 14 dagen werd herhaald, of het werd toegestaan zijn werking een |
| aantal weken te continueren. Soms werd het in afwisseling gegeven met het volgende best geïndiceerde |
| geneesmiddel.” |
| Het betreft hier een brief uit 1832, dus lang voor de ontwikkeling van LM-potenties. Het is nog in een |
| vroeg stadium van het sneller herhalen van geneesmiddelen (één keer per week), wat pas zo rond 1835 |
| de regel werd. Tevens wordt olfactie ter sprake gebracht en het herhalen dan wel afwisselen van |
| geneesmiddelen binnen een relatief korte periode. Ondanks dat wij er bij lang werkende middelen vanuit |
| kunnen gaan dat de eerdere dosis nog werkzaam is, blijken middelen - met toenemend succes - sneller te |
| kunnen worden herhaald, eventueel in afwisseling met andere passende geneesmiddelen. |
| In een brief van 27 april 1832 schrijft W. Gross aan Hahnemann: |
| “Ik had mezelf al verzoend met het idee spoedig te zullen overlijden en toch, in tegenstelling tot alle |
| menselijke verwachtingen, had ik het goede geluk de brandende koorts te zien verdwijnen binnen zeven |
| dagen, enkel door het gebruik van dat geweldige homeopathische geneesmiddel tegen de meest ernstige |
| ontstekingen Aconitum, met behulp van een paar secondaire geneesmiddelen zoals Bryonia, Cannabis, |
| Nux vomica en Pulsatilla, voor enkele van de andere symptomen. Na de achtste dag begon het herstel.” |
| (Richard Haehl, „Samuel Hahnemann, his life and work‟, deel 2, blz. 229) |
| In Gross‟ brief wordt niet rechtstreeks gesproken van in afwisseling genomen middelen, maar uit de |
| context kunnen we afleiden dat Aconitum het hoofdmiddel was en vier andere middelen eveneens |
| werden ingezet in een tijdsbestek van zeven dagen. We mogen op z‟n minst concluderen dat de middelen |
| een goed complementair effect hadden. Het bijzondere is dat het met C-potenties werd bereikt. Op grond |
| van de aard der gekozen geneesmiddelen en de intensiteit van de klachten kunnen we vaststellen dat |
| Gross leed aan een „acute ziekte‟ of „collectieve- of tussenziekte‟. Gezien de hevigheid van de klachten |
| was Gross‟ achterliggende miasmatische constitutie klaarblijkelijk nog onbehandeld gebleven. |
| Anders lag het toen Hahnemann zelf ziek werd. |
| 159 |
| Richard Haehl: „SamuelHahnemann, his life and work‟, deel 2, blz.184: |
| (Hahnemann in een brief aan Dr. Stapf over het overlijden van zijn vrouw) . |
| “Verscheidene dagen voor haar overlijden werd ik ziek door een brief |
| van Rummel, zo heftig en zo ernstig dat ik met niemand kon spreken, ik |
| kon lezen noch schrijven. Moeizaam kwam ik een aantal keren per dag |
| van mijn bed om naar de stervende moeder te gaan (want ze had mij zo |
| gemist) zonder haar te laten zien dat ik ziek was. Staphisagria en |
| Arsenicum verscheidene keren per dag in afwisseling ingenomen hebben |
| mij gered, zodat ik herstellende was toen zij overleed. De ontrieving door |
| een staatsbegrafenis (verplicht hier), het begeleiden van mijn twee |
| dochters, het verdelen van het (behoorlijke) materiële erfgoed, en daarbij |
| een terugval in die soort van zenuwkoorts, die mij opnieuw gedurende een |
| dag of drie, vier van al mijn krachten beroofde.” |
| Afwisseling, een voorbeeld |
| Hier is sprake van drieërlei ziekmakende omstandigheden. Hahnemann‟s vrouw ligt op sterven, wat hem |
| diep aangrijpt. Er wordt een brief bezorgd die Hahnemann zo ontstelt dat hij enkele dagen niet kan |
| praten. Hierin vinden we de indicatie voor Staphisagria tegen (ten derde) een constitutionele Arsenicum- |
| achtergrond. Beide geneesmiddelen, in afwisseling ingenomen, helpen de dan 76-jarige Hahnemann er |
| weer bovenop. |
| Deze twee incidenten, het overlijden van zijn vrouw en de brief van Rummel (Staph.), grepen |
| Hahnemann zo aan dat de constitutie als reactie acuut miasmatische (Ars.) „zenuwkoorts‟ produceerde. |
| Verschillende ziektevormen die om verschillende medicatie vragen. |
| Over de toepassing van Sulphur bij het psorisch miasma schrijft Hahnemann in het voorwoord van |
| Bönninghausen‟s Repertory of anti-psoric remedies het volgende: |
| “Het is beter, om in plaats van deze doses (Sulphur) in snelle opeenvolging te geven na bijvoorbeeld |
| drie doses een passend intermediair geneesmiddel toe te dienen. Nux vomica, bijvoorbeeld, gedurende |
| acht of tien dagen, want de constitutie verzet zich vaak tegen het ongestoord door laten werken van |
| meerdere doses Sulphur, hoe noodzakelijk dat geneesmiddel ook is voor de chronische conditie. Door de |
| werking van deze intermediaire geneesmiddelen is de natuur meer genegen de gecontinueerde doses van |
| Sulphur rustig te laten werken, met een goede uitwerking op het systeem.” |
| (in: Richard Haehl: „Samuel Hahnemann, his life and work‟, deel 2, blz. 249) |
| Frequente dosering van Sulphur geeft, zeker bij C-potenties, problemen vanwege het sterk antipsorische |
| effect en de daardoor heftige reactie van de Dynamis. Deze toestand van overprikkeling en |
| overstimulatie wordt in balans gebracht door het intermediaire Nux vomica. Daarna neemt de Dynamis |
| aan meerdere doses Sulphur geen aanstoot meer, maar kan hij het geboden actiepotentiaal curatief |
| aanwenden tegen de psorische belasting. Vergelijkbare voorbeelden vinden we in Chronische Ziekten: |
| 160 |
| |
| “De dosis antipsoricum mag niet kort voor of gedurende de menstruatie worden ingenomen. Het middel |
| kan wel, indien nodig, op de vierde dag na het begin, dus ongeveer 96 uur erna, worden toegediend. |
| Maar als de menses totnogtoe gewoonlijk te vroeg begonnen of te hevig waren of meerdere dagen bleven |
| voortsudderen, is het vaak nodig die vierde dag eerst een kleine dosis Nux vomica te laten ruiken (een |
| enkele globulus, met een hoge potentie bevochtigd) en dan pas vier tot zes dagen later het antipsoricum. |
| Is zo‟n vrouw echter erg gevoelig en zwak van zenuwgestel, dan moet ze, totdat ze beter begint te |
| worden, bijna elke keer 72 uur na het begin van de menstruatie eenmaal aan zo‟n korreltje ruiken, |
| ongeacht de voortzetting van de antipsorische behandeling.” |
| „Chronische Ziekten, blz. 168, voetnoot 1: |
| “Bij zo‟n ziekelijke gesteldheid der menses bereikt men in de behandeling van chronische ziekten niets |
| zonder het vermelde tussendoor gebruik van Nux vomica. Dit middel kan hierbij de door zo‟n |
| ongeordend regelverloop steeds weer opgeroepen disharmonie in de zenuwfuncties weer doen |
| accorderen en zo de overgevoeligheid en overprikkeldheid tot bedaren brengen, die anders voor de |
| heilzame werking van de antipsorica een onoverkomelijke hindernis zouden vormen.” |
| Als de menstruatieperiode een „dynamisch‟ dieptepunt in de maand vormt kunnen we met het |
| antipsorische constitutiemiddel beter nog even wachten. Het ligt voor de hand dat het antipsoricum door |
| z‟n dieptewerking zou kunnen zorgen voor een omgekeerd homeopathisch effect, dat wil zeggen: hevige |
| verergeringen. |
| Het „dynamisch dieptepunt‟, op te vatten als acuut miasmatische gesteldheid, wordt hier geneutraliseerd |
| door het intermediaire gebruik van Nux vomica. De passende antipsorica gaan erdoor beter hun werk |
| doen. Sterker nog, als we nalaten Nux vomica in te zetten en dus niets aan de ziekelijke gesteldheid van |
| de menses doen, haalt de chronische behandeling niets uit. Nux vomica wordt gegeven ongeacht de |
| voortzetting van de antipsorische behandeling. |
| De antipsorische behandeling is in dit geval slechts mogelijk omdat er tussendoor Nux vomica, in |
| afwisseling, wordt gegeven. Hahnemann kwam hiermee in 1835, toen hij nog uitsluitend met C- |
| potenties en een bijgevolg lagere innamefrequentie werkte. Door hun aard lenen LM-potenties zich |
| daarentegen bij uitstek voor toediening van diverse geneesmiddelen met kortere tussenpozen.Vanzelf |
| sprekend gerechtvaardigd door de symtomen behorende bij de onderliggende ziektesoort |
| Chronische Ziekten, blz. 155: |
| “Overigens zal het, naarmate enige verandering in de symptomen optreedt, ook hier vaak nuttig zijn |
| tussen de doses pure Sulphur soms een kleine gift Hepar sulphuris te voegen, eveneens in verschillende |
| potentiegraden (als er van tijd tot tijd meerdere giften noodzakelijk worden). Niet zelden kan ook ter |
| afwisseling naar gelang de omstandigheden een dosis Nux vomica (C30) of Mercurius (C30) worden |
| gegeven.” |
| De bij de psorische constitutie passende Sulphur en Hepar sulphuris worden afgewisseld met de door de |
| omstandigheden geïndiceerde Nux vomica en Mercurius, die allebei geen antipsorische |
| constitutiemiddelen zijn. Bij de chronische constitutiebehandeling met de minerale anti-psorica is zo nu |
| en dan het tussendoor gebruiken van Sulphur en Hepar en met enige regelmaat Mercurius geïndiceerd. |
| Chronische Ziekten, blz. 156: |
| “Maar toch ontstaat er bij zeer langdurige en gecompliceerde, meestal tevoren allopathisch verknoeide |
| ziekten bijna altijd de noodzaak, van tijd tot tijd gedurende de kuur weer eens een dosis Sulphur of |
| Hepar sulphuris te geven (al naar gelang de symptomen). Dat moet ook als de patiënten eerder al |
| 161 |
| verknoeid waren doorgrote allopathische zwaveldoses en door zwavelhoudende baden. In die gevallen |
| geven we tevoren eerst een dosis Mercurius C30.” |
| Reactiemoeheid |
| Zelfs de chronische behandeling met minerale antipsorica maakt van tijd tot tijd een dosis Sulphur, |
| Hepar sulphuris of soms Mercurius noodzakelijk. Bij Sulphur en Hepar sulphuris is dat vanwege de |
| achterliggende reactiemoeheid, de psorische indifferentie. Door deze antipsorica wordt de Dynamis tot |
| reageren gestimuleerd. De geïndiceerde constitutionele minerale antipsorica kunnen zo beter hun werk |
| doen. Omdat de levenskracht soms de neiging heeft om of niet, of te heftig, te reageren, zijn Mercurius |
| en soms Nux vomica in het andere uiterste de tegenhangers van Sulphur en Hepar sulphuris. Bij |
| minerale constitutiemiddelen die met name ‟s avonds en ‟s nachts sterke verergeringen uitlokken, |
| denken we aan Mercurius om de opgeroepen, bijna acuut miasmatische toestand weer tot bedaren te |
| brengen. De Dynamis wordt ermee tot constructieve reacties aangezet, speciaal wanneer eerder grote |
| materiële doses zwavel of mineraalbaden zijn toegediend. |
| Zo ken ik het geval van een vrouw met ernstige longinfiltraten en bronchi-ëctasiën die, na drie bezoeken |
| aan een mineraal bad in Zwitserland, acuut miasmatische longproblemen ontwikkelde waarbij zij er na |
| een longontsteking op het nippertje met het leven vanaf kwam. |
| Een ander voorbeeld van het afwisselen van homeopathische middelen: |
| Chronische Ziekten, blz. 161 en 162: |
| “Sinds ik leerde de langdurige ziekten en kwalen te genezen door homeopathische vernietiging van hun |
| psorische oorsprong, ontdekte ik dat de epidemisch heersende wisselkoortsen bijna ieder jaar qua |
| karakter en symptomen verschillend waren en derhalve ook bijna ieder jaar door een ander, |
| verschillend geneesmiddel specifiek te genezen. Het ene jaar met Arsenicum, een ander jaar met |
| Belladonna of met Antimonium crudum, met Spigelia, Aconitum, Ipecacuanha afgewisseld met Nux |
| vomica, Salmiak, Natrium muriaticum, Opium, Cina alleen of in afwisseling met Capsicum, met alleen |
| Capsicum, met Menianthes trifoliata, Calcarea carbonica, Pulsatilla, een der beide Carbo-vormen, |
| Arnica alleen of in afwisseling met Ipecacuanha enz.” |
| Tussenziekten behandeld met afwisseling van middelen |
| Dit citaat uit Chronische Ziekten laat zien we hoe Hahnemann bij de behandeling van epidemische |
| ziekten, door hem ook wel tussenziekten genoemd, geneesmiddelen afwisselde binnen de behandeling |
| van één ziektebeeld. Let wel: in afwisseling, niet tegelijkertijd. Verder valt op dat hij eveneens |
| afwisselde met antipsorica die op de constitutie en niet op een acute ziekte worden voorgeschreven. |
| Geneesmiddelen als Natrium muriaticum en Calcarea carbonica zijn beide diepwerkende |
| constitutiemiddelen. Dat Arsenicum en Antimonium crudum ten tonele verschijnen hoeft geen verbazing |
| te wekken omdat ze allebei regelmatig zijn aangewezen bij ziektetoestanden die een acuut miasmatisch |
| karakter dragen. Voorts zien we dat Hahnemann afwisselde met één der beide Carbo‟s om, |
| overeenkomstig hun aard, de dreigende reactiemoeheid - de psorische indifferentie - het hoofd te bieden. |
| Verderop in dezelfde voetnoot: |
| Chronische Ziekten, blz. 162: |
| “Ook in het begin van de kuur van een epidemische wisselkoorts kan de homeopathische arts het zekerst |
| handelen door iedere keer een subtiele dosis Sulphur toe te dienen of in de daarvoor geschikte gevallen |
| Hepar sulphuris in een klein korreltje of via eraan te ruiken. Dan moet hij enkele dagen afwachten, tot |
| de eruit voortvloeiende verbetering weer stilstaat. |
| 162 |
| Dan pas geefthij het voor de epidemie van dat jaar homeopathisch passend gevonden, niet- |
| antipsorische middel in een of twee minieme doses (maar iedere keer als de aanval is afgelopen). Omdat |
| bij alle lijders aan wisselkoorts in elke epidemie voornamelijk psora betrokken is, is in de aanvang van |
| iedere behandeling van een epidemische wisselkoorts een minieme dosis Sulphur of Hepar sulphuris van |
| wezenlijk belang, waardoor de zieke met des te meer zekerheid en gemak herstelt.” |
| Reeds voor de ziekte, de wisselkoorts in dit geval, echt doorzet geeft Hahnemann vooraf een dosis |
| Sulphur om het potentiële gebrek aan reactievermogen in de kiem te smoren. Kan de Dynamis het vanaf |
| dan, door de verbetering van de psorische ondergrond, alleen klaren dan is geen ander, niet-antipsorisch |
| geneesmiddel benodigd. Maar als het herstel stagneert, kan alsnog het bij de genus epidemicus passende |
| acute plantaardige of dierlijke middel worden ingezet. |
| Het acute middel heeft een betere uitwerking omdat de levenskracht dankzij Sulphur vitaler reageert. |
| Afwisselen van geneesmiddelen is feitelijk niets nieuws. Denk bijvoorbeeld aan de patiënt die na een val |
| - twee weken na het laatste constitutionele voorschrift - toch maar even Arnica komt halen! |
| 163 |
| |
| Hahnemann wisselde homeopathischegeneesmiddelen af op grond van de eigenschappen hen |
| toegemeten vanuit de ziekteclassificatie. Het beoogde doel is het bewerkstelligen van een diepe, |
| genezende respons op het passende minerale antipsorische constitutiemiddel. Zodra dit doel is bereikt |
| wordt uitsluitend het constitutiemiddel gebruikt. Middelen worden soms met heel korte tussenpozen |
| afgewisseld. |
| 164 |
| 17. Palliatieve behandeling:wanneer wel/niet behandelen |
| Palliatief behandelen |
| De homeopathie heeft veel te bieden bij onomkeerbare ziekteprocessen. Homeopathische behandeling |
| betekent voor patiënten met een irreversibele ziekte vaak een weldaad, bijvoorbeeld met betrekking tot |
| pijnbestrijding. Tot op het laatst van het ziekteproces kan de patiënt relatief pijnvrij worden gehouden, |
| zonder dat toevlucht hoeft te worden genomen tot bewustzijnsverlagende medicijnen. We doelen hier op |
| ernstig zieke patiënten die naar een kwalititief goede laatste levensfase streven met behulp van |
| homeopathie. Voor patiënt zowel als homeopaat is dit een intensieve en enerverende gebeurtenis. |
| Van doorslaggevend belang is intensief, meestal dagelijks contact, speciaal bij ernstig lijden. De |
| homeopaat moet continue aanspreekbaar zijn om desgewenst het geneesmiddel te wijzigen of de |
| dosering of innamefrequentie bij te stellen. De chronische gesteldheid is in zulke gevallen een |
| doorlopende ziektetoestand, die overeenkomsten vertoont met acuut miasmatische ziekten. |
| Plantaardige middelen |
| Met plantaardige middelen bereiken we in zulke ernstige situaties dikwijls het meest. Omdat genezing |
| niet meer mogelijk is kunnen we diepwerkende antipsorica beter achterwege laten. De chronisch |
| miasmatische ziekteconditie is onomkeerbaar en volgt haar eigen verloop. Desondanks kunnen de |
| machteloze activiteiten van de Dynamis de patiënt wel in een toestand van totale ontreddering brengen. |
| Ze roeren zich op een voor de patiënt belastende en uitputtende manier. Deze door pathologie |
| gedomineerde toestand wordt door passende homeopathische middelen min of meer draaglijk gehouden, |
| zodat bijvoorbeeld niet naar bewustzijnsdempende opiumderivaten hoeft te worden gegrepen. |
| Urgente en levensbedreigende situaties |
| Organon, voetnoot 1, §67: |
| “Een uitzondering vormen de zeer urgente gevallen, waar door levensgevaar of doodsdreiging voor de |
| werking van homeopathische middelen geen enkele tijd, geen uren, zelfs geen kwartieren, nauwelijks |
| minuten ter beschikking staan. |
| Bij plotselinge accidenten bij tevoren gezonde mensen, zoals ademstilstand, schijndood door bliksem, |
| verstikking, bevriezing, verdrinking enz. is het geoorloofd en zinvol een palliativum toe te passen, |
| bijvoorbeeld matige elektrische prikkels, sterke koffie-clysmata, prikkelende reukstoffen, geleidelijke |
| verwarming en dergelijke. |
| Daardoor worden om te beginnen de prikkelbaarheid en het gevoel, dus het fysieke leven, in ieder geval |
| weer opgewekt. Is iemand dan weer gereanimeerd, dan neemt het spel van de orgaanfuncties zijn |
| gezonde loop als tevoren, omdat hier geen ziekte maar alleen blokkade en onderdrukking van de op |
| zichzelf gezonde levenskracht hoefde te worden weggenomen.” |
| Vanuit homeopathische optiek zijn allopatische prikkels alleen dan geïndiceerd wanneer de levenskracht |
| door oorzaken van buitenaf niet meer kan voldoen aan haar meest basale taak: instandhouding van het |
| leven. Voor Hahnemann was de toepassing van allopathische medicatie als palliatief tijdens de |
| homeopathische behandeling uitgesloten. Het was hem een doorn in het oog: |
| Organon, voetnoot 11, §67: |
| 165 |
| “En toch beroeptde moderne half-om-half sekte (van de eclecticisten – vertaler Organon) zich hierop |
| en vindt in allerlei ziekten zulke uitzonderingen op de regel, om op die manier hun allopathische |
| palliatieven door te drukken, samen met andere verderfelijke allopathische rommel. En dat alleen om |
| zich de moeite te sparen voor ieder geval het passende homeopathische geneesmiddel op te zoeken. Zo |
| kunnen ze gemakkelijk homeopathische artsen lijken zonder het echt te zijn. Hun daden zijn er ook naar, |
| in één woord verderfelijk.” |
| En verder in Organon, voetnoot 1, §148, waar hij doelt op de heren (en dames tegenwoordig) van de |
| van-alles-wat-sekte: |
| “Wie zou het wagen zulk lichtzinnig, schadelijk gebroed de eer aan te doen ze naar de naam van de zeer |
| moeizame, maar ook heilzame kunst „homeopathische geneesheren‟ te noemen? Het is te hopen, dat zij |
| hun gerechte loon niet ontgaan en zelf, eens ziek geworden, op dezelfde manier worden behandeld!” |
| Tussendoor gebruik van allopathie |
| Rancune ten aanzien van hen die „zijn‟ homeopathie in diskrediet brengen en daarmee de patiënten |
| tekort doen, kan Hahnemann niet worden ontzegd! Het roept de vraag op of het tussendoor gebruiken |
| van willekeurig welke allopathische medicatie de levenskracht tegenwerkt en daarmee de genezing - het |
| doel van de homeopathische behandeling. |
| Ieder onderdrukkend allopathisch medicijn vertraagt het herstel en zodoende de genezing. Het is niet |
| ondenkbaar dat frequent allopathisch gebruik de homeopathische behandeling op den duur volledig |
| ondermijnt. Dat de patiënt dit soort medicatie - op eigen houtje - gedurende de homeopathische |
| behandeling inneemt moet dan ook worden afgeraden. |
| Het zou eigenlijk niet mogen voorkomen dat de homeopaat adviseert dergelijk medicijngebruik af te |
| bouwen. Wie weet hoe een en ander op grond van de ziekteclassificatie homeopathisch kan worden |
| opgelost, kan erop staan dat de allopathische medicatie zo snel mogelijk wordt gestaakt. Het is hier een |
| overweging om patiënten die zich bij herhaling vergrijpen aan allopathische medicatie, daarmee |
| mogelijk alle homeopathische inspanningen tenietdoend, verdere homeopathische behandeling te |
| weigeren. |
| Substitutietherapie |
| Een uitzondering moeten worden gemaakt voor substitutietherapie. Wanneer van een bepaald orgaan de |
| functie totaal is uitgevallen is het niet met het leven verenigbaar om de patiënt, bijvoorbeeld, het gebruik |
| van insuline of cortisonen te ontzeggen. Dit is absoluut uitgesloten. Zulke substanties vullen aan wat in |
| het organisme volledige ontbreekt. Bij relatief lichte deficiënties, zoals ouderdomsdiabetes, kan door |
| adequate antipsorische behandeling de behoefte aan substituerende insuline drastisch worden |
| verminderd of zelfs overbodig gemaakt. De verleiding terug te vallen op allopathische behandelwijzen |
| wordt geneutraliseerd door kennis en inzicht en daardoor opgedane ervaring. |
| Hahnemann zag zich soms bij voorbaat voor een hopeloze taak geplaatst. Wij hebben onszelf zonder |
| twijfel ook wel eens in zo‟n situatie bevonden. Of wij hier Hahnemann‟s advies moeten volgen of de |
| patiënt toch telkens opnieuw het voordeel van de twijfel moeten gunnen, zal per situatie verschillen en |
| uiteindelijk worden bepaald door de patiënt zelf of afhangen van het temperament en geduld van de |
| homeopaat. |
| Chronische Ziekten, blz. 138: |
| 166 |
| “Maar als deomstandigheden van de zieke in dit opzicht niet te verbeteren zijn, als hij niet over zoveel |
| levenswijsheid, religie en zelfbeheersing beschikt om alle lijden en lotsbeschikkingen, waaraan hij geen |
| schuld draagt en die hij niet bij machte is te veranderen, geduldig en gelijkmoedig te dragen, als |
| verdriet en gram onafwend-baar op hem afkomen zonder dat de arts in staat is deze grootste |
| levenverstoorders voorgoed van hem af te wenden? Laat dan de arts liever de behandeling van die |
| chronische ziekte opgeven en de zieke aan zijn lot overlaten. Want daar waar de levenshouding door |
| voortdurende aanvallen op de gemoedsgesteldheid wordt verstoord, kan zelfs de meest magistrale |
| behandelingsstrategie met optimaal uitgezochte en voor de lichamelijke aandoening passende genees- |
| middelen niets, helemaal niets goeds uitrichten voor welke chronische patiënt ook die onder |
| voortdurende zorg en narigheid gaat gebukt. Het is dwaasheid door te gaan met het mooiste bouwwerk, |
| als de grond eronder elke dag, hoe geleidelijk ook, door aanspoelende golven wordt ondermijnd.” |
| Chronische Ziekten, voetnoot 1, blz. 138: |
| “Tenzij de patiënt weinig of geen reden zou hebben voor zijn ontstemming of verdriet of vrijwel geen |
| aanleiding tot ergernis van buitenaf. Dan zou hij dus meer voor zijn affectieve stoornis behandeld |
| moeten worden met de antipsorische middelen die zijn resterende chronische ziektesymptomen ook |
| dekken. Dat zijn gevallen die niet alleen te genezen, maar vaak zelfs simpel te genezen zijn.” |
| Gezonde levenshouding – lotsbeschikking en karma |
| Wat Hahnemann lotsbeschikkingen noemt, noemen wij tegenwoordig karma. Het moge duidelijk zijn |
| dat homeopathische behandeling geenszins de individuele lotsbeschikking in de weg staat. Het is eerder |
| omgekeerd. Overeenkomstig Hahnemann‟s beschrijving van incidenten heeft homeopathie juist een |
| ondersteunende functie. De individuele levensomstandigheden en de reacties erop helpen ons het |
| passende geneesmiddel te vinden. Dit middel helpt de patiënt de voor hem „gezonde‟ verhouding ten |
| opzichte van zijn levensomstandigheden te vinden. Geduld is hier een schone zaak. |
| Ik herinner mij een patiënte die meteen na haar geboorte werd afgestaan door haar moeder. Voor haar |
| 16e levensjaar verloor zij beide pleegouders (door vroegtijdig overlijden) en haar pleegbroer (door een |
| bromfietsongeval). Zij voelde zich hierdoor opnieuw totaal alleen staan. Zij worstelde met kwesties |
| zoals: “Durf ik ooit kinderen te krijgen? Ik weet niet eens hoe dat moet! En durf ik me überhaupt nog |
| wel met mensen te verbinden?” |
| Tijdens de homeopathische behandeling kwam steeds sterker de drang opzetten op zoek te gaan naar |
| haar biologische moeder. Na lang wikken en wegen gaf zij er schoorvoetend aan toe. Ondanks het grote |
| geheim dat haar dochter in haar leven betekende reageerde de biologische moeder direct op het via een |
| officiële instantie gedane verzoek om contact. De verbinding werd voorzichtig hersteld. |
| Nu, jaren later, heeft zij een relatie en twee gezonde kinderen. |
| Soms blijken ogenschijnlijk maar ook daadwerkelijk tegenwerkende krachten de mens in staat te stellen |
| de levensdraad terug te vinden en op te pakken. |
| Naar mijn ervaring kan homeopathische behandeling karmische processen als geen ander ondersteunen. |
| Waar de uiteindelijke „oplossing‟ voor de levensproblematiek niet wordt gevonden, maakt het palliatieve |
| effect op de gevolgen van de levensomstandigheden, de behandeling toch zinvol. De omstandigheden |
| zelf veranderen niet, maar wel hoe ermee wordt omgegaan. Dan kunnen wij uit de vicieuze cirkel |
| vandaan komen en de behandeling van de psorische belasting van de levenskracht beginnen. |
| 167 |
| |
| Richard Haehl,Samuel Hahnemann, his life and work. |
| Samuel Hahnemann, Chronische Ziekten. |
| Samuel Hahnemann, Organon (1e, 4e, 5e en 6e editie). |
| Rima Handley, In search of the later Hahnemann. |
| J.T. Kent, Lectures on hom. philosophy |
| Roberts, Princeples and Art of Cure |
| Samuel Hahnemann, Lesserwriting |
| 168 |
| |
| |
| window.eventsToSend = window.eventsToSend || [] |
| window.eventsToSend.push({ |
| name: "page_rendering", |
| timestamp: new Date().toISOString(), |
| value: JSON.stringify({ time: performance?.now() }) |
| }) |
| // This script assumes the Osano script is synchronously loaded |
| window.eventsToSend = window.eventsToSend || [] |
| if (window.Osano) { |
| window.eventsToSend.push({ |
| name: "osano_loaded", |
| timestamp: new Date().toISOString(), |
| value: JSON.stringify({ time: performance?.now() }) |
| }) |
| } |
